Triathlon algemeen

Niet lezen bij last van overgangstaboe!

Ik heb het de afgelopen weken een paar keer gehad op dit weblog over overgangsverschijnselen. Er hebben al een paar lotgenotes naar gevraagd wat ik dan precies heb, dus daar maar eens iets meer over. Waarschuwing vooraf: mijn indruk is dat verhalen erover veelal naar twee kanten getrokken worden: heftig klagen en zeuren, of een totale ontkenning, als een taboe. Als de overgang voor jou taboe is, lees dan maar niet verder. Het is één van de doelen van mijn weblog om open te zijn over dit aspect van als vrouw sporten rond je vijftigste, al is het alleen maar omdat daar zo weinig over te vinden is (zie mijn zoektocht naar informatie over sporten en de overgang van vorig jaar).

Voor mij is het op dit moment makkelijk schrijven, want ik heb alweer een dikke week weinig last. Maar dat is wel meteen misschien het meest typerende van de hele overgang: de grilligheid ervan. Waar ik ook last van heb, dat is allemaal tijdelijk en misschien al heel gauw weer over, of in elk geval anders. Enerzijds maakt dat elk probleem relatief, en dat ervaar ik ook wel zo, maar ik vind het ook wel lastig, want het betekent ook een grote onvoorspelbaarheid. Dat is raarder dan ik van tevoren had verwacht. Ik had sowieso gedacht: ach, nooit zo veel last gehad van hormonendingen, dus die overgang, dat zal wel meevallen. Nou, nee – want het is echt gek dus, ik ervaar mijn lijf als raar anders af en toe.

In het beste geval kan ik daar trouwens ook om lachen, om het rare, gekke en grillige. Ik had bijvoorbeeld in de herfst last van heftige menstruaties, en die brengen angst voor genante situaties met zich mee. Dus de afgelopen twee keer heb ik mezelf dagenlang tot de tanden toe gewapend met tampons en maandverband als ik de deur uit moest. En toen gebeurde er niets, want de afgelopen twee keer was alles weer veel normaler. Nouja, daar lach ik dan maar om.

Ik heb last van twee of misschien drie dingen –  van het derde, en strikt genomen ook het tweede trouwens,  weet ik niet zeker of het de overgang wel is. Als je het zo strikt ziet, ben ik namelijk nog amper in de overgang, want ik ben nog ongeveer elke vier weken ongesteld en het meest typerende en algemeen erkende bijverschijnsel, opvliegers, heb ik niet. Het enige wat ik wel echt zeker weet, is dat alles wat met mijn hormonen te maken heeft, een kermis geworden is. Want dat ‘ongeveer’ elke vier weken is met een marge van -3 tot +2 dagen, elke maand anders.

Ook de begeleidende symptomen zijn elke keer anders. Al mijn hele leven heb ik meer last van de dagen ervoor dat van ongesteld zijn zelf, en die PMS-symptomen ervaar ik zowel in aard als in heftigheid al een paar jaar als een loterij: de ene maand zus, de andere maand zo; van bijna nergens last van tot heel vervelend. Slecht slapen, nachtzweten, buikpijn, een opgezwollen gevoel, sloom (inclusief op sportgebied niet vooruit te branden), chagrijnig, stresserig, dat alles tegelijk, of niks aan de hand, dat kan ook. Vroeger was het toch echt wel iets voorspelbaarder dan dit, en gemiddeld ook minder erg.

Wat er net de laatste maanden bij is gekomen is dat ik ook halverwege mijn cyclus, dus rond de (voormalige?) ovulatie, enkele dagen met vergelijkbare symptomen heb. Dat scheelt wel heel veel, want ineens zijn (of waren?) de dagen per maand dat ik me een hormonale speelbal voel verdubbeld, en het aantal dagen dat ik op sportgebied niet vooruit te branden ben ook. Dat is sinds november zo, en ik doelde vooral daarop als ik hier een paar keer schreef dat ik de laatste maanden op dit gebied moeilijker vond (vind?) dan voorheen (ik aarzel over de werkwoordstijden vanwege die grilligheid).

Verschijnsel twee is het slechte slapen waar ik het hier al eerder over gehad heb. Soms slaap ik ‘zomaar’ slecht en waar ik bijvoorbeeld al heel lang een onrustige nacht had vlak voordat ik ongesteld moest worden, zijn dat er nu soms wel drie, of eentje waarin ik maar 2 uur slaap, dat had ik in september een keer. Meestal is het hanteerbaar, een enkele keer heb ik er overdag danig last van. Los van het effect op de dagen vind ik de nachten zelf soms ook taai om door te komen. Effect op het sporten is er zeker natuurlijk, als ik heel moe ben, maar ook is slapen essentieel voor een goed herstel. Gelukkig slaap ik nu alweer een week helemaal prima, erg lekker!

Dat slechte slapen is geen officieel erkend overgangsverschijnsel zo lang het niet komt door opvliegers, maar in mijn omgeving hebben wel frappant veel leeftijdsgenotes er last van. En een andere reden om de link te leggen is dat het tegelijk begon met de eerste merkbare hormonale veranderingen.

Dan het derde punt, en dat is dat ik sinds een jaar meer last heb van mijn spieren en gewrichten. De ‘grote’ blessure van het voorjaar is daar een voorbeeld van, ik had daarvoor al wat gesukkeld, en ook sindsdien heb ik relatief veel last van kleine dingetjes, en ook die zijn frappant grillig De grilligheid van kan ik niet relateren aan hormonen.

Zo heb ik al een paar maanden om de paar dagen last van mijn rug met symptomen die lijken op de blessure van vorig jaar. Er draait dan in mijn onderrug iets vast (ofzoiets) waardoor ik een zenuw door mijn hele linkerbeen voel lopen en daar ook net niet lekker mee beweeg, en vervolgens trekt dat door naar mijn bovenrug, met een vergelijkbaar effect op mijn linkerarm en –schouder. Precies dezelfde plekken als die ‘grote’ blessure dus – hardnekkige restantjes? Maar het duurt nooit heel lang: het gaat soms spontaan weg, en soms kan ik iets losmaken in mijn onderrug door de sfinx-positie aan te nemen. Bovendien hindert het nauwelijks bij het sporten, hooguit die zere schouder bij het zwemmen. Het is zelfs eerder vervelend bij lang stilztten, en, jawel, soms bij het slapen.

Wel voel ik me soms een beetje een wrak, als ik me een slome, opgeblazen hormonenbubbel voel, met slaapgebrek en een zere linkerkant, zeker als daar nog wat bijkomt ook, zoals vorige week gek heftige spierpijn en nu last van mijn andere pols bij het zwemmen. Want dat is dus wel frappant veel op het ogenblik, van die kleine pijntjes en gedoetjes. Ik heb geen idee of dat gewoon pech is of een winterdip, of dat het wel degelijk bij de overgang hoort. Volgens mijn fysiotherapeut zou het kunnen. Ik ga het maandag eens voorleggen aan een overgangsconsulente. Wie weet heeft die ook nog adviezen. Want er is prima mee te leven, maar iets meer stabiliteit zou ik wel prettig vinden, sowieso, maar zeker met een Ironman voor de boeg!

Door |2016-01-15T13:45:11+01:0015 januari 2016|Triathlon algemeen, Vrouwensport|2 Reacties

Die ene vraag

Vorige week werd ik op Twitter gevolgd door @TriathlonTutor, de ‘ultimate guide to completing your first’ hele Ironman. Dat klinkt voor mij wel interessant natuurlijk, dus ik ben hem gaan terugvolgen en heb me op zijn website aangemeld voor de mini-cursus, die bestaat uit zes lessen met veel gemaakte en dus te vermijden fouten.

Als reactie op die aanmelding kreeg ik een bevestigingsbericht met dit erin:

I’m always creating new content for the newsletter to answer your biggest questions. Could you take one minute, hit reply and let me know what your biggest questions are about completing your first Ironman Triathlon?
 
Dat had ik even net niet helemaal goed gelezen, ik had question gelezen in plaats van questions, en dat zette me nogal aan het denken: wat is nou mijn grootste vraag, richting mijn eerste Ironman?
 
Ongetwijfeld enigszins ingegeven door de laatste weken, waarin het helemaal niet lekker gaat (zie deze post, waaraan ik een deel 3 zou kunnen toevoegen), formuleerde ik uiteindelijk als grootste vraag hoe ik vertrouwen kan houden in moeilijke tijden, zoals op dit moment, met een opeenstapeling van ‘dingetjes’: verkouden geweest, veel slecht slapen, een rug die om de paar dagen vastdraait en ook wel weer loskomt, maar in de tussentijd heb ik veel ongemak, een paar andere kleine pijntjes dan weer hier en dan weer daar, een paar bar slechte trainingen, opvallend veel spierpijn, hormonengewiebel…. Ik heb de voor afgelopen vrijdag geplande maximaaltest uitgesteld, ik was niet fit genoeg – het gaat even helemaal niet lekker.
 
Er is nog niets aan de hand, ik heb nog zat tijd, verkouden zijn hoort erbij, en waarschijnlijk heb ik gewoon wat pech en/of iets winterdip-achtigs, maar ik verlies soms dat relativeringsvermogen, en dat kost me een boel energie. Vooral in die slechte nachten geloof ik er soms niet meer in, en ben ik bang mijn plannen op te moeten geven. Dat is ook niet het einde van de wereld, maar toch…
 
Ik kreeg geen antwoord op mijn vraag, of althans, ik kreeg wel een antwoord, maar op een andere vraag, namelijk hoe gemotiveerd te blijven. Dat is mijn probleem niet. Ik kan juist ontzettend verlangen naar probleemloos sporten. Hopelijk komt dat weer gauw!
 
Door |2016-01-10T18:28:34+01:0010 januari 2016|Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

Een slecht begin (2)

Vorige week blogde ik over de mislukte eerste opbouwweek, welnu, er is nog een tweede achteraan gekomen. Dit keer doordat ik verkouden ben.

De week begon goed, met de zwemvierdaagse en daarbij op dinsdag de jaarlijkse oliebollenloop van RA (een toeristisch rondje door de stad met bezoekers van de atletiekverenigingen van Gouda en Reeuwijk; we waren met wel 100 lopers!) en op woensdag bodybalance (enige les daarvan die doorging in deze vakantieweek).

Woensdag en donderdag snotterde ik al wel wat, maar daar had ik weinig last van. Vanaf vrijdag hoest ik echter behoorlijk, ook ’s nachts (zucht, alweer een hele serie slechte nachten op rij, eerst vuurwerk, toen hoesten), en vandaag voel ik me verder ook nogal uit de zak geschud.

Schoonmaak

Vrijdag was een geplande rustdag, maar ook gister heb ik dus maar niks gedaan, nouja, op sportgebied dan. Manlief ging naar de nieuwjaarsloop bij Spirit en ik ben de keuken gaan schoonmaken, grote beurt, dat was lang geleden en wel weer eens nodig. Vandaag ga ik misschien een stukkie wandelen zometeen, maar meer ook niet.

Het is een taaie tijd, moet ik zeggen, maar goed, ik ben elke winter wel een paar keer verkouden, dat hoort erbij en het kan veel erger dan dit. En ik ken mezelf ook wel een beetje als pieken- en dalenmens. Het gaat hierna echt weer beter worden!

 

Door |2016-01-03T11:42:33+01:003 januari 2016|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

2015 – de getallen

In mijn jaaroverzicht beloofde ik ook nog de getallen van 2015. Hier komen ze.

  • Fietsen: 54 keer (waarbij woon-werk als 2 telt, en dat heb ik, naar Den Haag, vrij veel gedaan dit jaar), 85 uur, 1910 km. Daarbij spinning en tacx samen 11 uur (13 keer). Stadsfiets naar schatting ongeveer 150 uur. Ik houd daarvan de afstand niet bij, maar dat gaat dik over de 2000 km natuurlijk. Nog geen 2000 kilometer als ‘echte’ fietsafstand is voor mijn doen lachwekkend weinig. Ter vergelijking: vorig jaar fietste ik alleen al op onze vakantie in Canada meer. Maar goed, dit was het jaar van investeren in de andere twee sporten.
  • Hardlopen: 101 keer, 153 uur, 1252 km, dat is zeker meer dan ooit. Vanaf  half februari is die tijd inclusief loopscholingsoefeningen e.d. bij de club. Ik zet m’n horloge aan als we beginnen en uit als we stoppen. Dat leidt soms tot hele lage gemiddeldes, maar die pauzetijd is wel ook trainingstijd natuurlijk.
  • Zwemmen: 94 keer, 73 uur, 165 km, waarvan 20 keer (dik 14 uur, 31,5 kilometer) in open water. Ik denk dat het totaal meer is dan ooit, maar dat weet ik niet zeker. Wel meer dan ooit in open water, ondanks het korte seizoen.
  • Triathlon: het op de goede knoppies drukken om te schakelen naar de andere sport ging  tijdens de wedstrijden niet altijd goed, dus hij heeft bij twee wedstrijden niet goed geregistreerd, maar wat hij wel heeft is 6 keer (waarvan 1 keer training/oefening met die knopjes), 15 uur en 314 km. Beter omgaan met de Suunto is een goed voornemen, ik deed ook de Movescount-labelling nog niet heel handig.
  • Fitness (incl. sinds de zomer trouw elke week bodybalance): 42 keer, 32 uur.
  • Wandelen, 12 keer, 50 uur, 215 km (maar niet alles geregistreerd).

Manlief heeft zijn getallen ook gepost. Hij heeft maar liefst 2515 kilometer gelopen!

 

Door |2016-01-02T12:17:15+01:002 januari 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Gelukkig nieuwjaar!

Het jaar van mijn grote sportdoel, de hele triathlon, is aangebroken! Een mooie dag om vooruit te blikken. Ik ben bezig met het uitpuzzelen van mijn trainingsschema. Dat zit net in het stadium dat ik het met twee trainingsbegeleiders ga bespreken. Dus later meer over die plannen, nu alvast de dingen die ik wel al gepland heb:

  • 8 januari: maximaaltest (en bespreken van die trainingsplannen) bij Topvorm.  
  • 20 januari: 50 worden, want ja, dat is ook onderdeel van het plan, hè?
  • 27 maart-3 april: trainingsweek fietsen in de Algarve, met fietsmaatje Jo. We zijn net de afgelopen week bezig geweest met alles regelen. Vlucht en accommocatie is gelukt, nou de fietshuur nog. Maar ik kan daar al naar uitzien: een weekje fietsen in de zon!
  • 20 april: mijn jaarlijkse fiets-intervaltraining door de stad, om manlief aan te moedigen bij de marathon.
  • 15 mei: de 111 van Bilzen, die was vorig jaar leuk genoeg om op herhaling te gaan onder hopelijk gunstigere omstandigheden voor mijzelf – ik wil nu wél finishen natuurlijk.
  • 18 juni: de Ironman 70.3 (halve triathlon) van Luxemburg. Onder andere om alvast te ervaren hoe dat is, zo’n Ironman evenement. En samen bouwen die twee wedstrijden mooi op.
  • 3 juli: ik ben dan aanwezig bij de Vrouwentriathlon in Utrecht, of ik dan meedoe of niet. Want helaas valt de andere Vrouwentriathlon samen met het volgende punt.
  • 28 augustus: nou, dan is-ie dan: de Ironman van Vichy. Ik heb inmiddels mijn verwachtingen iets bijgesteld, ik hoopte eerst dat ik ‘m wel in ongeveer 13 uur zou kunnen volbrengen, maar gezien mijn marathon-ervaring wordt dat toch eerder 14 uur, daar zou ik dik tevreden mee zijn, en dan heb ik nog 3 uur speling (limiet is 17 uur).

Daarvoor, dus om op 28 augustus een hele triathlon in 14 uur te volbrenden, daarvoor train ik de komende tijd. En van dat hele traject doe ik hier natuurlijk verslag. En vanaf 29 augustus? Geen idee! Ik ben in dit nieuwe jaar vooral ontzettend benieuwd naar die eerste acht maanden!

 

 

Door |2016-01-01T16:41:56+01:001 januari 2016|Triathlon algemeen|0 Reacties

Eind goed, al goed

Ik doe vandaag alvast mijn sportjaarterugblik, want morgen wil ik over de zwemvierdaagse schrijven die dan afgelopen is. En die ene dag maakt ook niet echt meer uit voor het algemene beeld van dit jaar, dat ik samenvat als ‘eind goed, al goed’. Daarmee druk ik enerzijds uit dat het geen makkelijk jaar was, en anderzijds dat ik nu toch sta waar ik wilde staan. Die twee kanten werk ik hieronder uit.

Geen makkelijk jaar

2015 was om vier redenen geen makkelijk sportjaar voor mij:

  • In de eerste plaats was er de blessure. Voor het eerst had ik iets vaags en langdurigs dat mijn hele wedstrijdseizoen in de war stuurde. Het begon rond 3 mei en half augustus heb ik mezelf beter verklaard, maar zelfs nu nog kamp ik met wat naweeën. Er wordt ook nog steeds aan gewerkt, zal ik maar zeggen, en ik ben allang blij dat ik weer alles kan. Want dat was tussen mei en half augustus niet het geval, en dat leidde onder andere tot 2 ‘DNF’s’ in het triathlonseizoen, in  Bilzen en in Krimpen. Af en toe was ik ook wel bezorgd dat het niet meer goed zou komen, en dat was misschien nog wel het allermoeilijkste.
  • In de tweede plaats heb ik mezelf niet kunnen verrassen op het gebied van lang lopen. Ik wist al langer dat dat niet makkelijk is voor mijn lijf: ik ben jaren bezig geweest met de stap van 10 kilometer naar de halve marathon. Dit jaar heb ik de stap gezet van de halve naar de hele marathon, en dat was hetzelfde beeld: ik moet die extra kilometers bijna één voor één bevechten. Ik heb tijdens de slechtere lange duurlopen ontzettend afgezien, en de marathon zelf was ook een wat ambivalente ervaring. Tsja, dat lijf dat graag eindeloos fietst, loopt niet makkelijk lang hard.
  • Wat ik dit jaar node heb gemist, is het topvormgevoel, het echte pieken, de kick van een wedstrijd doen waarin alles lukt. Dat zijn de allerbeste sportmomenten! In 2014 had ik dat gevoel een aantal keren, nu was het er nooit helemaal. Dat komt vooral door het eerste punt, de blessure, waardoor ik het hele triathlonseizoen lang al blij was als ik pijnvrij finishte (zoals bijvoorbeeld in Triathlon010, de Vrouwentriathlon in Beesd en in Binnenmaas). Ik heb gelukkig wel nog een paar keer aan die echte flow kunnen ruiken, bijvoorbeeld tijdens de laatste kilometers van de halve marathon in het Westland, en ook wel in trainingen. Maar het was een jaar zonder pieken, en dus wat vlak.
  • Dit jaar, vooral de laatste paar maanden, heb ik meer last gekregen van de hormonale disbalans richting de overgang. Daarover een andere keer meer, kort gezegd vind ik het vooral raarder dan ik vooraf had verwacht, dat hormonale gewiebel. En bij vlagen heel vervelend.

Ik sta waar ik wilde staan

Ik citeer mezelf even, van 1 januari:

ik verwacht nog minder fietskilometers. Want even vooruitblikken: ik wil de komende twee maanden de duurlopen uitbreiden naar 30 kilometer, waar alles boven de 21 kilometer onbekend terrein is, dus dat is best spannend. Ondertussen wil bij het zwemmen weer wat meer op duur en snelheid gaan trainen. Vanaf maart volgen de fiets- en triathlonmaanden, met wedstrijden in mei en juni. Daarna wil ik gaan trainen voor mijn eerste marathon, die in september of oktober gaan plaatsvinden. Vervolgens is het uitrusten, de balans opmaken, en plannen gaan maken voor het seizoen erna, dat van de hele triathlon in 2016.

Dat heb ik allemaal bereikt:

  • Ik heb mijn duurlopen uitgebreid, weliswaar eerst maar naar 25 kilometer, maar na de zomer naar de 30. En dat was inderdaad onbekend terrein en dat vind ik sowieso altijd geweldig, grenzen verleggen. Ik kan me nog herinneren dat ik bij de Heinenoordtunnelloop voorbij de 21,1 kwam en wist: zo ver heb ik nog nooit gelopen! De eerste keer 28 ging ook lekker – daarna kwam de klad er een beetje in, maar ik heb toch wel degelijk ook een paar keer 30 km hardgelopen. Geen 42: bij die marathon die er inderdaad kwam, zij het in november, heb ik moeten wandelen. Maar ik heb hem wel volbracht en ik vond het een geweldige belevenis!
  • Ik heb het zwemmen in duur uitgebreid. Ik heb in augustus 3,5 km gezwommen onder zware omstandigheden, en dat was een grote stap onderweg naar de Ironman. Die Beach-to-Beach Challenge was trouwens één van de hoogtepunten van dit jaar. Ook bij zwemmen heb ik de lol van het grenzen verleggen gehad. Sneller ben ik niet geworden. Ook daarin speelt de blessure een rol, ik zwem al maanden met pijn. Ik ben inmiddels wel weer bijna zo snel als twee jaar geleden toen ik mijn PR op de kilometer zwom (20’34), en dat is al heel wat, want ertussenin ben ik langzamer geweest.
  • Dat wedstrijdseizoen was weliswaar een beetje moeizaam, maar ik heb toch, against all odds, de halve triathlon kunnen volbrengen. Ik vind het nog steeds een mirakel! Bovendien was het een heel wijze les op mentaal gebied.
  • Die mindere fietskilometers, ja, klopt, want het was het jaar van investeren in die anderen twee sporten en het werd nog minder dan verwacht door de blessure. Maar toch was het een mooi fietsjaar vanwege het wennen aan de triathlonfiets. Die kwam op 2 januari, dus ik heb er inmiddels een jaar op zitten. En dat was fijn: ik ben moeiteloos aan het aerostuur gewend en ik rijd er heel lekker op, veel lekkerder dan ik had verwacht. Ik ben er bovendien aanzienlijk sneller op dan op mijn oude racefiets. Door het ontbreken van dat echte piekgevoel heb ik voor mijn gevoel nog steeds niet echt op kunnen knallen, dus ik weet nog niet eens wat we samen kunnen als ik op mijn best ben. Ik kijk dus uit naar volgend jaar! Sowieso eigenlijk, want zo weinig fietsen is maar niks.
  • De plannen zijn er, voor volgend jaar, en daarvoor waren de drie punten hiervoor  belangrijke input. Meer over de plannen op nieuwjaarsdag, maar in elk geval: het plan voor de Ironman in 2016 staat nog steeds fier overeind!

Dan tot slot nog wat andere memorabele zaken: ik liep dit jaar twee kleine PR’s, op de 5 kilometer en op de halve marathon, ik heb leren planken (zit inmiddels aan de 4′ maar doe het technisch beter dan toen), ik heb de Wicklow Way gelopen, ik heb veel plezier van mijn Suunto, en ik heb talloze bijzondere, leuke, gezellige en mooie sportmomenten meegemaakt. Daar heb ik op dit weblog regelmatig verslag van gedaan, en ook dat vond ik erg leuk om te doen.

* * *

In mijn dagelijks leven speelt sport een enorme rol. Daar ben ik me in 2015 nog maar eens extra van bewust geworden, toen het een tijdje niet lekker ging. Ik zal in januari eens kijken of ik wat getallen over 2015 uit m’n Movescount kan halen, maar eigenlijk gaat het daar niet om. Die kunnen niet vangen wat sport voor me betekent: betekend heeft in 2015 en zal betekenen in 2016. 

Goeie jaarwisseling gewenst allemaal! En ik eindig met wat dan toch de mooiste foto van het jaar is voor mij: het mirakel en de wijze les:

Finisher-shirt triathlon Bocholt

 

Door |2015-12-30T13:03:51+01:0030 december 2015|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|1 Reactie

Een slecht begin is…

Als een goed begin het halve werk is, wat is dan een slecht begin? Vorige week was mijn eerste opbouwweek richting de Ironman op 28 augustus. Nou moet je je daar niet meteen iets heel Groots bij voorstellen; belangrijkste wapenfeit was eigenlijk dat ik voor het eerst sinds de marathon weer eens wat langer zou lopen, 15 km. En vanwege het mooie weer kwam er, ook voor het eerst sinds lang, een stukkie serieus fietsen bij: een rondje op de triathlonfiets.

Maar o, wat ging het allemaal belabberd. Deels had ik dat zelf veroorzaakt door maandag bloed te geven (verslag). Dinsdag heb ik heel rustig gezwommen, dat was okee, en woensdag bodybalance ook. Donderdag wilde ik bij het zwemmen alweer iets meer gas geven, maar dat ging toch nog niet en ik was bovendien wat laat en dus maar kort in het zwembad en technisch zwom ik ook beroerd en m’n bovenrug zit af en toe nogal vast wat mijn schouder belemmert (ik snak naar fysiotherapiebezoek, even een manueel-therapie-kraakje en het is opgelost, dat heb ik sowieso regelmatig nodig – maar ik kan pas in het nieuwe jaar terecht) – en zo werd het eigenlijk helemaal niks.

Dat fietsen vrijdag voelde lekker, heerlijk na al die weken alleen maar op het stadsbarreltje te rijden weer eens een echt lekkere fiets onder de kont. Maar ik schrok van mijn gemiddelde na afloop: 22,5 km/u. Okee, het woei en ik heb bloed gegeven, maar zó sloom???

Zaterdag dan die beoogde 15 kilometer lopen. En dat ging helemaal voor geen meter. Ik raakte enigszins vertwijfeld, maar later begreep ik wel een beetje hoe het kwam. Wat ik had aangezien voor spierpijn in mijn lies bleek iets heftigers te zijn dan dat, onverklaarbaar pijntje, beetje verrekt? Vandaar dat mijn ene been maar niet voor mijn andere wilde. Denk ik/hoop ik. In elk geval: het werden er 14, die kilometers, waarin ik ook heb gewandeld en weer uitkwam boven de 7’/km. Hopelijk een incident.

De vertwijfeling zat hem er trouwens in dat ik me de hele week af en toe ook nogal raar voelde, volgens mij door hormonengewiebel, en soms ben ik wel eens bang dat de overgang me te grazen aan het nemen is. Vandaag kan ik dat weer beter relativeren, maar feit is wel dat ik de afgelopen paar weken op dat vlak heftiger zijn geweest dan voorheen. Mijn oog viel toevallig op mijn blogpost van een dik jaar geleden, en daar moet ik al bijna om lachen: me in de eerste helft van mijn cyclus beter voelen en in de tweede slechter, dat klinkt me nu al héél regelmatig in de oren, het is nog veel grilliger geworden dan toen. 

Nou goed, niet het halve werk dus, maar vandaag, na gister een leuke dag in Thialf bij het NK schaatsen, gewoon weer met nieuwe moed aan een nieuwe week beginnen. Met vooral ook leuke trainingsdingen op het programma: net als vorig jaar de zwemvierdaagse en morgen de jaarlijkse oliebollenloop bij RA, misschien zaterdag de nieuwjaarsloop bij Spirit. Best wel veel, maar ik heb dan ook de hele week vrij – lekker.

Tot slot nog een grappig dingetje. Vrijdag reed er een racefietster voor me op een smal fietspad in de Broekpolder die (nog) langzamer ging dan ik. Ze reed nogal in het midden en zelfs een beetje naar links, dus ik wist niet hoe ik haar moest passeren. ‘Pas op’ roepen – geen reactie. ‘Ga je naar rechts?’ roepen, inmiddels van vlak achter haar – geen reactie. Toen zag ik het pas: ze had oordoppen in. Dat had ik niet verwacht, want ze was met iemand samen. Okee, harder: ‘Oehoe!’ Nóg geen reactie. Daarna heb ik op mijn allerhardst ‘HEEEEEE’ gebruld, en dát hoorde ze. De adrenaline en krachtsinspanning die dat kostte, gaven een grappige hartslagpiek in de verder zo rustige duurtraining:

Piekje in hartslaggrafiek

Door |2015-12-28T11:51:02+01:0028 december 2015|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Het compressiekousen-experiment, deel 1

Een tijdje geleden werd ik benaderd door mensen van Stox compressiekousen: of ik een paar wilde proberen in ruil voor aandacht op mijn weblog. Hartstikke aardig vond ik dat, en ik wilde dat wel. Belofte maakt schuld, dus hier mijn eerste stukje; er volgt meer.

Ik had nooit eerder compressiesokken gedragen, deels omdat ik uit onafhankelijke bron had vernomen dat het effect ervan zich beperkt tot een klein beetje beter herstellen, mijn kuiten eerder mijn sterkste dan de zwakste schakel zijn (leuk als ze sneller herstellen, maar als de rest niet ook versnelt heb ik daar niet zo veel aan), en ook wel omdat ik nooit zo houd van heel strakke dingen om mijn benen. Laarzen, panties, vroeger maillots – brrr. Dus ik was enigszins sceptisch.

Nou, over dat laatste: de compressiesokken zitten erg lekker. Het is een aangenaam stevig en warm gevoel om mijn benen, zowel in het dagelijkse leven als bij het hardlopen (waar ze overigens eigenlijk niet voor zijn; het zijn recovery socks). Het voelt ook dynamisch: het is bijna alsof ik mijn bloed extra kan voelen stromen, zeg maar. Ik heb geen idee of ik daar harder van ga lopen of sneller van herstellen, maar een lekker gevoel is sowieso prettig.

Wel vraag ik me af of ze niet te strak zitten bij mijn kuiten. Ik voel ze namelijk daar, en ook een beetje om mijn voorvoet, strakker zitten dan rond hiel en enkels. Ik heb daar geen last van, maar ik neem aan dat ze dan niet optimaal werken (áls ze dat al doen).

Nou weet ik dat mijn voorvoet én mijn kuiten breder en dikker zijn dan normaal. Weliswaar zijn mijn kuiten niet zo dik als op onderstaande foto lijkt (da’s een perspectiefkwestie: het is een selfie), maar ze zijn toch wel echt dikker dan gemiddeld bij een vrouw met schoenmaat 41 (allemaal spier 😉 ). Toen ik de maat bepaalde, viel me al op dat je bij die schoenmaat sowieso op damesmaat L uitkomt, ongeacht je kuitomvang, en toen dacht ik al: als dat maar goed gaat met mijn kuiten.

Compressiesokken

Compressiekousen-selfie

Ik heb die twijfel nog even in de groep van het Triathlonforum gegooid, en ik blijf denken: ze zitten te strak rond mijn kuiten. Nu is manlief inmiddels ook in beeld van Stox, en als hij een paar krijgt, kan ik die wellicht ook eens proberen. Het mannenmodel zit ongetwijfeld om de kuiten wat ruimer. (Vergelijk: vanwege die brede voorvoet draag ik ook een mannenmodel hardloopschoenen.)

Ik ga het experiment ook op een andere manier nog vervolgen: volgende week ga ik één sok dragen, en kijken of ik dan verschil merk. Bovendien ga ik dan masseur Marcel laten raden welk been het was. Die vond net namelijk dat mijn kuiten bonkeriger voelden dan normaal, en dat terwijl ik niet bijzonder veel gedaan heb. Kan toeval zijn, maar ook dit vraagt om een voortzetting van het experiment!

 

 

Door |2015-12-11T17:38:30+01:0011 december 2015|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Dubbele overgang

De periode tussen een belangrijke wedstrijd en een nieuwe trainingsperiode heet in de trainingsleer wel een overgangsperiode. Daar zit ik nu in. Het betekent dat uitrusten met hoofd en lichaam prioriteit nummer 1 is, en dat er dus op gebied van sporten niets moet maar dat wel alles mag, zolang het die eerste prioriteit maar niet in de weg staat. Andere sporten bijvoorbeeld, of eens wat overslaan, of meer voor de gezelligheid, of prioriteit geven aan andere dingen. Het mag ongestructureerd.

Nou, lekker hoor! De eerste week na de marathon heb ik alleen maar door Istanbul gewandeld. Eenmaal thuis pikte ik de draad weer op, maar die eerste week nog niet zo enthousiast. De combinatie van nat en grauw novemberweer, een pittige werkweek, een paar keer slecht slapen en de post-Parijse-aanslagen-stemming viel me rauw op het dak. Ik heb wel wat gezwommen, gefietst en gebodybalancet, op een zacht pitje. Na het wandelen naar Nijmegen klaarde ik weer wat op.

Vorige week was dus al lekkerder, al merkte ik wel dat de druk echt even van de ketel is: voor het eerst in ik-weet-niet-meer-hoe-lang heb ik woensdagavond toen iets te veel gedronken. ’s Nachts last van gehad en zelfs de volgende ochtend even. Nouja, ook dat mag best wel eens een enkele keer. En het was gezellig, zal ik maar zeggen. Op dinsdagavond gaf ik nog prioriteit aan iets anders, namelijk een bijeenkomst van mijn vakbond, maar donderdag ben ik weer wezen lopen bij de club. Nouja, ik ben wezen lopend-ouwehoeren-bij-de-club. Bovendien was het een extreme stadsfietsweek, ik had nogal het heen-en-weer en kwam uit op meer dan 6 uur fietsen!

Zondag zou ik gaan zwemmen, maar ik twijfelde een beetje, want ik was iets moe en zou het zwembad weer zo druk zijn als de vorige keer op zondag? Maar ik had wel beweeg-zin. Halverwege realiseerde ik me echter dat ik mijn portemonnee vergeten was. Soms beslist de voorzienigheid: rustdag.

En  misschien was dat een kantelpunt, want ik heb nu drie dagen op rij weer echt lekker gesport en sinds maandag heb ik steeds zin om er weer tegenaan te gaan: maandag bij bodybalance, gister bij het lopen, vandaag bij het zwemmen. Ik was gister verrast hoe hoog mijn hartslag opliep bij het lopen, kennelijk ben ik inmiddels ook echt goed uitgerust.

Nouja, aangenaam rommelig, zo gaat dat dus, zo’n overgangsperiode. Wat een hilarische term is voor een vrouw van mijn leeftijd. Ik vertelde donderdag aan trainer Aad dat ik het rustig aan zou doen met lopen. ‘Ah,’ zei hij, ‘Je zit in de overgang’. Hij grijnsde erbij, en manlief zei er meteen achteraan: ‘Ja, dat weten we nou wel!’

Door |2015-12-09T18:12:24+01:009 december 2015|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Einde #projectnieuwevloer

Het heeft op dit moment weinig met het sporten te maken, maar ik meld het toch maar even, omdat ik het er eerder over had: eindelijk is ons project nieuwe vloer afgerond. Dit is het resultaat:

2015_11_01_0002

2015_11_01_0004

Vergelijk dat eens met het ‘gat’ dat ik in mei hier postte! En ook ten opzichte van daarvoor is het een stap vooruit. Deels is dat te zien (de marmerstone is erg mooi geworden!), deels ook niet: we hebben nu vloerverwarming, en dat is erg lekker. Bovendien dus geen rotte balken meer, en minder last van de ratten (al zijn die nog niet helemaal uit het huis verdreven).

Het heeft allemaal wel veel langer geduurd dan we hadden verwacht. We hebben ruim vier maanden boven gebivakkeerd. In het voorjaar vond ik het allemaal bovendien best stressvol, en was de combinatie van nieuwe vloer, druk met werk, wedstrijden én de blessure van toen wel heel pittig.

Het boven wonen wende, maar het was toch een grote opluchting toen we een maand geleden weer een woonkamer terugkregen en ik bovendien mijn werkkamer weer voor mezelf had. De terugverhuizing was ook nog even wat rommelig, maar er stond dit keer geen tijdsdruk op, en dat scheelde in de stress en ook in de lichamelijke belasting. We hadden die enorme boekenkast door de verhuizers leeg láten halen, maar we hebben zelf weer alles teruggezet. Dat kon met één of twee doosjes per dag, op het gemakje. Afgelopen zaterdag zijn de lege verhuisdozen opgehaald en zat het er dus echt op.

En dan denk je dus: nou, mooi, klaar, #projectnieuwevloer (zo twitterden we er af en toe over). Zijn ze hier verderop bezig met #projectnieuwebrug en hebben we af en toe moeite om ons huis terug te vinden:

2015_11_03_0002

Je kunt er daar naar links echt niet door, want daar is een gat in plaats van een brug. Eerder al was de straat verderop opgebroken, en naar de andere kant is de Delftweg ook opgebroken en afgesloten. En dat heeft wel invloed op het sporten, want we fietsen en lopen hele omwegen!

Nog een relatie met sport: tijdens het uitpakken van al die boekendozen dacht ik wel eens: ’te veel hobby!’ Er moest bijvoorbeeld wat weg naar de kringloop om ervoor te zorgen dat die grote kast niet binnenkort uit gaan puilen. En dat ’te veel hobby!’ dat denk ik ook met enige regelmaat als ik weer eens vooral sportkleren uit de was haal en sta op te hangen. Leuk hoor, die hobby’s, maar soms is het veel werk!

 

Door |2015-11-04T11:41:12+01:004 november 2015|Triathlon algemeen|0 Reacties
Ga naar de bovenkant