Maandarchieven: juni 2023

Terug uit Berlijn

Ik ben sinds donderdagavond terug van een week Berlijn. De aanleiding was niet iets sportiefs, maar een concert, en wel van mijn grote helden The Who, afgelopen dinsdag. Dat was geweldig (zie deze recensie of dit stuk met filmpjes en setlist) en de moeite van de reis al waard. We hadden besloten om er een week in de stad aan vast te knopen om die (beter) te leren kennen, en daarvan hebben we ook genoten. Natuurlijk zijn we actief bezig geweest, dus hier een verslag daarvan. Het hele reisverhaal staat op Polarsteps.

De meest uitgesproken sportieve bezigheid was hardlopen. We proberen tegenwoordig altijd als we op reis zijn een Parkrun mee te pakken, en dat lukte in Berlijn prima, in park Hasenheide. Grappig en pittig parcours: eerst grote ronde, dan kleine ronde met een nog kleiner rondje met een fikse klim erin:

Manlief finishte voor mij en maakte deze actiefoto van m’n eindsprint:

We hebben ook een dag gefietst. Berlijn barst van de huur- en deelfietsen, we hebben gekozen voor die van het hotel en die reden prima, op een tik na in Henks trap-as op de terugweg. We zijn via Wannsee naar Potsdam gefietst en terug, 60 relaxte kilometers in totaal, met heel veel villa’s en kastelen. Heen door het bos van Grünewald:

En verder hebben we heel veel gewandeld. We maakte drie langere wandelingen om de stad te bekijken (dwars erdoorheen, terug van de Parkrun en een zwerftochtje vooral langs hofjes), en het bleek een fantastische stad om te voet te verkennen! Met nog wat kortere stukken en de  heen-en-weertjes naar metro- en tramhaltes hebben we ruim meer dan 80 kilometer gewandeld. Beetje moe daarvan wel, ook omdat het soms fiks warm was. Maar het was vooral heerlijk. Berlijn is mooi, groen, historisch interessant, contrastrijk, boel te ontdekken (hofje in, hofje uit), gezellig, relaxed… Ik ben een paar keer in de beide stadshelften geweest toen de Muur er nog stond, en hoe de stad nu is, vind ik uitermate hoopgevend: dingen kunnen echt ten goede veranderen.

We hebben ook nog sport gekeken: in Berlijn vinden de Special Olympic World Games plaats, voor sporters met een verstandelijke beperking. Zondag hebben we gekeken bij het tijdrijden en dinsdag bij atletiek. Het fietsen vond ik wat ongemakkelijk omdat dat een niveau-bepalings-wedstrijd was met alles door elkaar en sommigen die kilometer amper rondkwamen, maar dinsdag vond ik het hardlopen indrukwekkend: het waren de finales van de 200 meter en de snelsten liepen die binnen de 24 seconden!

Alles bij elkaar hadden we een heerlijke week. Nu terug thuis is het even taai want mijn darmen spelen weer stevig op – in Berlijn nauwelijks last van gehad gelukkig en ik dacht dat het over was. Maar dat was te vroeg gejuicht: vooral gister was een slechte dag. Een parasieten-besmetting zou binnen vier weken vanzelf over moeten zijn, daar zit ik bijna aan. Ik wacht het nog heel even af en anders is het terug naar de dokter voor medicijnen. Ik baal ervan maar ben blij dat ik in Berlijn goed ben weggekomen!

 

 

Door |2023-06-24T12:05:04+02:0024 juni 2023|Fiets, Loop|0 Reacties

Dientamoeba fragilis

Ik weet amper hoe je het uitspreekt, maar het zat (zit?) wel in mijn darmen: de parasiet dientamoeba fragilis. Hoeft niet behandeld te worden, want gaat meestal vanzelf over, en daar lijkt het ook op: ik voel me langzaam-maar-zeker beter worden, zowel qua darmen zelf als in z’n algemeenheid. Energieniveau laat nog wel wat te wensen over, maar daar zit ook de hitte achter natuurlijk.

Onduidelijk hoe ik eraan ben gekomen, aan die dientamoebaatjes, in elk geval kan ik niet zomaar zwemwater de schuld geven. In het vervolg toch nog beter m’n handen wassen – als dat kan, want ik herinner me wel sportevenementen met dixies zonder handenwasmogelijkheid.

Ik kon de afgelopen dagen wel weer wat sporten, zij het nog niet intensief. Daarvoor was ik nog te futloos, maar ook gaf het rare druk in mijn buik. Ik hoop de komende tijd echt helemaal op te knappen en dan een tijdje vooruit te kunnen zónder pech!

Ondertussen is mijn plannetje van ‘kijken hoe ver ik op mijn 57e nog kan komen als ik weer alles op het fietsen zet’ enigszins in het water aan het vallen, want ik heb sinds eind februari vaker niet dan wel goed kunnen trainen. Het wordt dus hooguit ‘kijken hoe ver ik op mijn 57e nog kan komen als ik zo goed en zo kwaad als het gaat het fietsen train’.

Tot nu toe viel het me eigenlijk nog mee wat ik wél voor elkaar kreeg, onder andere bij de twee triathlons, maar sindsdsien heb ik niet veel meer kunnen doen. Desalniettemin: gister heb ik een rustige duurrit gereden en toen leken m’n benen nog prima in orde. Hopelijk kan ik op die basis straks lekker verder bouwen. De tijdrit komt sowieso niet in het geding.

 

Door |2023-06-12T15:19:28+02:0012 juni 2023|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Ik lees te veel

Toen ik vorige maand snotterig op de bank hing, heb ik bijna in één ruk The Female Body Bible uitgelezen. Het was net verschenen en ik had het ge-pre-orderd, want ik wist: dat boek, dat móet ik lezen.

Ik schrijf dan altijd graag kort erna hier een recensie, maar dat duurde even. Ik moest echt even nadenen over hoe ik er hier over wilde schrijven. Ik vind het namelijk enerzijds een goed en belangrijk boek, en anderzijds ben ik teleurgesteld. Ik realiseer me dat die teleurstelling mogelijk meer zegt over mij dan over het boek, maar ik wil er wel eerlijk over zijn.

Eerst het goede. Dat blijkt grotendeels al uit hoe snel ik het uitgelezen heb: het is goed geschreven en het gaat over het ene na het andere relevante onderwerp voor sportvrouwen. Ik dacht steeds: nog één hoofdstuk. En dan had ik dat uit, en dan zag ik de volgende hoofdstuktitel en dan dacht ik: nou, nog eentje dan. Repeat. Het is de manier van lezen die ik eigenlijk het liefste heb, ook al leidde die in mijn leven wel eens tot slaapgebrek en werk-ontwijkend gedrag.

Het gaat om onderwerpen als de menstruatiecyclus, voorbehoedsmiddelen, bekkenbodem, sport-bh’s, eten, slapen, psyche, levensfasen, de sportomgeving. En dat alles dus door een ‘female filter’. Daar is in de sport nog altijd baanbrekend werk te doen, en dat doet dit boek. Smullen. Hopelijk vindt het boek zijn weg naar vrouwelijke sporters, maar ook naar bijvoorbeeld coaches en beleidsmakers.

Vanwaar dan toch teleurstelling? Dat zit hem in dingen waar het boek misschien weinig aan kan doen. Zo leerde ik weinig nieuws. Ik volgde al een aantal webinars bij The Well HQ dus ik heb al veel van ze geleerd en het is te hopen dat ze via de verschillende kanalen verschillende groepen bereiken. Ik leerde nog wel over een nieuw onderwerp: de grotere gevoeligheid van vrouwen voor hersenschuddingen. En daarnaast hier en daar een nieuw detail.

Iets anders waar het boek misschien ook weinig aan kan doen is dat het het verschil met mannen uitvergroot. Ik weet niet hoe je dat met zo’n boek kunt vermijden. Maar ik krijg er wel een beetje jeuk van. Eerder deze week las ik een post die die jeuk voor wat betreft de invloed van de menstruatiecyclus mooi uiteenzet. Die post constateert: we schieten een beetje door van het eerdere negeren van de vrouwelijke geslachtshormonen naar alles eraan ophangen, zonder dat dat op onderzoek is gebaseerd:

(…) the trend has gotten ahead of the research by positioning hormones as the key to women’s fitness. “The message right now is that we’re defined entirely by our menstrual cycle or hormonal status,” says Alyssa Olenick, an exercise physiologist at the University of Colorado, as if that’s the only factor that matters when it comes to exercise. “But we’re more than just periods and hormones.” There are, for example, many things that can go into making you feel sluggish, and a little less able to complete a HIIT workout.

De uitvergroting van vrouw-specificiteit en daarmee het reduceren van sportvrouwen tot hun vrouw-zijn, is misschien een noodzakelijke tussenstap en onvermijdelijk als je een boek over vrouwen schrijft, maar wat ik wel echt problematisch vind aan The Female Body Bible is dat het daarbij aan ‘cherrypicking’ doet uit de wetenschap. De auteurs beweren evidence-based te werken, maar te stuiten op hiaten in onderzoek (ja, die zijn er, veel zelfs, gezien het weinige onderzoek onder vrouwen), en die hebben ze dan ingevuld op basis van eigen ervaringen en waarnemingen. Ergo adviezen over cyclus-gericht trainen die niet door onderzoek worden onderbouwd. Dat vind ik lastig. Je baseert je op wetenschap of je doet dat niet; het kan niet half-half al naar gelang het je uitkomt, vind ik.

En helaas zijn er zo meer inconsistenties die ik problematisch vind. Ik geef twee voorbeelden die mij opvielen (en waarvan ik vind dat proeflezers of redacteuren ze hadden moeten zien):

  • Het hoofdstuk over de psyche opent met een verhandeling over dat de gemiddelde verschillen tussen mannen en vrouwen kleiner zijn dan die binnen mannen respectievelijk vrouwen, en dat je geen typische vrouwelijk hersenen hebt. Vervolgens gaat het hele hoofdstuk over man-vrouw verschillen, zelfs met woorden als ‘andere bedrading’ erin. Hoe zit dat?
  • De twee levensfasen van hormonale onrust, puberteit en overgang, worden niet als ziekte gezien, zo staat aan het begin van het hoofdstuk daarover. Maar verderop is hormoonsuppletie toch dé oplossing voor overgangsproblemen, voor bijna alle vrouwen, en zou het goed zijn als we de overgang en menopauze zien als ‘oestrogeentekort’. Want, zo betoogt het, bij diabetes los je het insulinetekort toch ook op met medicijnen. Dus is het wel een ziekte, denk ik dan. Nee, toch niet, zo staat er letterlijk een paar alinea’s verder nog een keer. Dat snap ik niet.

Maar wat me uiteindelijk in het boek de meeste jeuk geeft, daar is-ie weer, is al dat ‘moeten’ – ik schrijf dat hier heel vaak als het gaat om publicaties over vrouwen en sport (voorbeeld 1, voorbeeld 2, voorbeeld 3). Als je niet je cyclus, je slaap en je eten bijhoudt in een app en als je niet je bekkenbodemoefeningen, je krachttraining en je activiteiten voor de slaaphygiëne doet, dan gaat het mis. Een positief mens- of vrouwbeeld vind ik dat niet.

Het is wel heel gangbaar. Die manier van denken past netjes in het huidige systeem, noem het maar het neoliberale kapitalistische paradigma, van individuele verantwoordelijkheid, maakbaarheid en optimalisatie. Daar wordt veel aan verdiend.

Of als je daar niet aan wil: het past keurig in een wereld waarin vrouwen al zo veel moeten: minstens werken, zorgen en sexy, slank en gezond blijven. Kan dat niet wat minder?

Dan kan je dus best zeggen dat we inderdaad niet in een vrouw-vriendelijke (sport-)wereld leven en dat we met z’n allen ons best moeten doen om dat te verbeteren, en dat klinkt dan best wel ferm feministisch, maar ergens laat je toch een kans liggen om te kijken naar de invloed van die manier van denken op ons hele wezen en handelen. En precies op dat punt had ik toch zeker meer verwacht van dit boek. Nog niet zo lang geleden las ik Good for a Girl en dat vond ik op dit punt activistischer en interessanter. Ook Fit at mid-life vond ik kritischer en feministischer.

Maarja, misschien heb ik gewoon al te veel gelezen op het gebied van vrouwen en sport.

Als je dat nog niet hebt, is The Female Body Bible een aanrader.

 

Door |2023-06-08T13:55:40+02:008 juni 2023|Boeken, Vrouwensport|0 Reacties

Verlangen naar onbekommerdheid

Ik vraag me echt af hoe ik het voor elkaar krijg: zo veel gekwakkel achter elkaar. Ik schreef hier op 17 mei, in de aanloop naar de twee triathlons:

Waar ik tussen eind februari en 9 april last had gehad van drukte, familieomstandigheden en gekneusde ribben, had ik sindsdien nog steeds wel wat drukte en omstandigheden, last van m’n rug als gevolg van die ribben, een zo-zo trainingsweekend en meteen daarna, jawel, werd ik verkouden.

Kort daarna schreef ik opnieuw over twee dagen waarop ik iets onder de leden leek te hebben:

En misschien was ik ook in iets minder goede doen: de twee tussenliggende dagen voelde ik me wat brak: moe, onrustig geslapen, gister verhoogde rusthartslag. Ik twijfelde toen zelfs nog of ik wel zou kunnen starten, maar vandaag is beter.

Ik heb me toen welgeteld een week okee gevoeld, en toen kreeg ik last van mijn darmen: gerommel, winderig, opgeblazen, lichte diarree, vaak naar de wc, met een vaag ‘niet lekker’ gevoel. Eerst dacht ik dat het door lactose kwam waar ik soms gevoelig voor ben (geweest?), al leek het wel ongebruikelijk heftig daarvoor. Donderdag leek het over, maar gister laaide het weer op en bovendien werd ook manlief toen ziek, hij nogalliefst met koorts erbij. Dat heb ik niet gehad. Wel heb ik een aantal slechte nachten gehad doordat ik vroeg wakker werd van de onrust in mijn buik. En kennelijk hebben we dus een virus of bacterie of parasiet te pakken. Ook weer niet heel erg: we kunnen gewoon eten bijvoorbeeld.

Alles bij elkaar betekende het vanochtend echter wel dat we helaas niet mee konden doen aan de koppeltijdrit van de Hoeksche Renners. Met koorts was dat voor Henk sowieso uitgesloten en ik voelde me toch ook te futloos. Het was de vorige keer erg leuk (ook niet onder het beste gesternte, lees ik zelf terug, dat was ik alweer vergeten). Het was nu voor mij bovendien als oefentijdrit bedoeld, vervelend en jammer dat dat niet kon doorgaan, maar top presteren had toch niet gekund. Beter uitzieken.

En zo heb ik dus een heleboel gekwakkel op rij te accepteren. Ik heb niet het gevoel dat het iets anders is dan pech. Ik bedoel: er is volgens mij niet iets structureels. Nouja, ik sleep me wel een beetje voort, ik voel wel dat ik voorzichtig moet zijn met m’n lijf – het heeft veel te verduren gehad. Ik blijf maar moeïg ook, maar dat is meer gevolg dan oorzaak. Op de dagen dat er niets aan de hand is, voel ik me goed. Alleen zijn die dagen dus al sinds eind februari zeldzaam, en daar baal ik wel van.

Ik kan ontzettend verlangen naar onbekommerd sporten. Naar wel gewoon twintig kilometer kunnen racen, of naar een lekkere zwerftocht op de fiets, zoals ik die voor afgelopen woensdag van plan was, toen ik had afgesproken met een vriendin in Alkmaar. Ik zou daar op de fiets heen en met de trein terug, maar dat kon niet doorgaan. Daar speelde de noordoosten wind ook wel een rol in, maar toch vooral de futloosheid, het slaapgebrek en de onrust in mijn darmen – het zou te zwaar worden.

Gewoon onbezorgd lekker sporten, het is al maandenlang de uitzondering. Terwijl het voor mijn gevoel dus om de hoek ligt: er is niet heel erg iets mis. Dat houd ik mezelf ook maar voor: het komt allemaal weer goed. Nog steeds ben ik natuurlijk in wezen kerngezond en heb ik eigenlijk niks te klagen. Ik heb alleen een boel pech achter elkaar. Eens gaat het tij weer keren!

 

Door |2023-06-04T16:05:02+02:004 juni 2023|Fiets|2 Reacties

Acceptatie na de menopauze

Ook al is het voor mij tegenwoordig niet meer zo actueel, toch interesseert de overgang me nog steeds, en dan natuurlijk vooral in relatie tot sport. Ik heb er op dit blog vaak over geschreven en in mijn boek gaat er een paragraaf over. Voor die paragraaf heb ik extra mijn best gedaan om er bronnen in op te nemen, om andere vrouwen op weg te helpen in de zoektocht naar informatie. Ik heb daar mogelijk de neiging aan overgehouden om graag te lezen over de overgang.

Vandaar dat ik met belangstelling het themanummer van Psychologie Magazine over hormonen las (mei 2023). Zowaar stond er een van de beste stukken in over de overgang die mij onder ogen zijn gekomen, op pagina 38-49. Het betreft een interview met gynaecoloog Dorenda van Dijken en het viel me vooral op door de nuance en het oog voor verschillen tussen vrouwen. Een voorbeeld is het stukje over hormoonsuppletie. Van Dijken zegt daarover dat dat niet voor iedereen is en ook niet zonder risico’s, maar dat het wel kan helpen om te voorkomen dat je leven door de overgang een hel wordt.

Ik ben blij met goede stukken, ik zie nog steeds wel een positieve ontwikkelingen in de inmiddels al meer dan tien jaar dat het onderwerp me bezighoudt. Betere informatie, minder taboe. Hopelijk hebben veel vrouwen daar wat aan.

Aan het eind komt het artikel zelfs ineens toch nog dichtbij. De interviewer vraagt:

Ik ken vrouwen die zich na de menopauze beter voelen dan ooit. Stabieler, zelfverzekerder. Gloort er een beloning?’

Van Dijken antwoordt:

Dat ligt er erg aan hoe je daarmee omgaat. De menopauze is een kantelpunt: je komt in één klap in een volgende levensfase. Vrouwen worden denk ik veel harder geconfronteerd met het verouderingsproces dan mannen. (…) Dus, het klinkt soft, maar er hoort ook acceptatie bij. Als je daartoe in staat bent, kan de menopauze ook veel moois brengen. Sommige vrouwen zijn heel blij dat ze (…) geen hormonale schommelingen meer hebben. (…) De overgang kan een bevrijding zijn.

Dat herken ik, en iets soortgelijks schrijf ik ook in Optimaal blijven sporten: na de overgang kan er een betere, stabielere periode aanbreken, met bijvoorbeeld een boel sportplezier. Ik had daar al wel eens als reactie op gekregen dat dat niet voor iedereen geldt. Als je je bijvoorbeeld sterk identificeert met je vruchtbaarheid en met een sexy, jeugdig uiterlijk is veroudering in het algemeen en de overgang in het bijzonder alleen maar narigheid. De rimpels en de verdwijnende taille zijn dan heel erg. Acceptatie ervan is echter cruciaal om weer fijn verder te kunnen.

Ik heb het altijd al belangrijker gevonden wat ik met mijn lijf kan doen dan hoe het eruit ziet, en dat maakt het makkelijker om deze levensfase te accepteren. Zo lang ik lekker kan sporten, kan ik niet zitten met een rimpeltje hier en een grijze haar daar. Die toegenomen stabiliteit maakt het sporten juist weer makkelijker dan het in de overgang was, en daar ben ik blij mee.

Misschien is dat, zo realiseer ik me nu, de opbrengst van de moeilijkere jaren: dat het fijn is dat ze voorbij zijn. Ik heb in die ene klap (nouja, het duurde jaren) een grote horde genomen in het verouderings-acceptatieproces. Er zullen er nog meer volgen, ongetwijfeld, maar deze levensles heb ik alvast binnen.

 

Door |2023-06-01T14:19:34+02:001 juni 2023|Boeken, Vrouwensport|0 Reacties
Ga naar de bovenkant