Thuistriathlon 3: Geen PR, wel een kwart
Vandaag zou ik in Ter Aar een gooi doen naar een PR op de kwart triathlon (2u35’30 of sneller). Dat was mijn meest uitgesproken triathlon-seizoensdoel. Ik heb geen idee of het erin had gezeten vandaag. Ik weet sowieso niet hoe ik ervoor gestaan zou hebben nu in het parallelle universum waarin alles gewoon door zou zijn gegaan. Bovendien viel het weer niet mee – het was koud en het woei te hard voor een echt scherpe fietstijd.
Ik heb wel een kwart triathlon gedaan vandaag, maar dan zonder wedstrijddoel, gewoon vanuit huis. Met manlief als fotograaf.
Ik ben vanochtend begonnen met zwemmen in de Schie. Gister had ik ook een dikke kilometer gezwommen en toen ging het voor het eerst weer lekker. Vandaag voelde nog beter, alleen ben ik voor m’n gevoel wel veel van de techniek kwijt die ik afgelopen winter had verworven. Hopelijk kan ik nog wat terugkrijgen.
Het was mede dankzij die techniekverbetering dat ik tot aan de lockdown dacht dat een PR er nu wel in zou kunnen zitten. Een week voordat alles plat ging, zwom ik m’n beste 400-meter-intervallen ooit. Gek om aan terug te denken: ik kan me niet herinneren dat ik me op die dag ook maar enige zorgen maakte over het oprukken van het corona-virus. Ik had toen zeker niet het idee dat het bijna afgelopen was met het zwemmen, voor twee maanden.
Het keerpunt voor 1 km ligt bij de nieuwe brug, die sinds kort de Brug van Cyrene heet, hier sterk ingezoomd:
Bijna terug, ik gluur naar waar ik eruit moet:
We delen het zwemwater dit voorjaar met diverse junioren:
De meerkoetpulletjes zijn van 6 naar 2 gereduceerd, maar die twee worden al best groot:
Na een trage wissel vertrok ik op de fiets:
Pfoe, dat viel tegen: het woei hard, het miezerde en het was koud. Ik heb heen tegen de wind in wat intervallen gedaan, beetje rommelig, en me terug laten zeilen. 24,1 gemiddeld rijden is wel ronduit traag, en het was bepaald niet aangenaam. Desalniettemin ben ik in redelijke fietsvorm; ik heb de afgelopen tijd goed kunnen trainen. Alleen niet wedstrijdspecifiek.
Wat was er mogelijk geweest? Mijn PR op de kwart dateert nog van 2014, dat was nog met de gewone racefiets. Ik kan nu sneller zijn, ik ben ook al wel sneller geweest, op tragere parcoursen. Want ja, dat PR staat ook in Ter Aar, dat parcours is sowieso snel en het ligt me.
Maar windkracht 5 en kou ligt me niet. Ik was blij dat het erop zat:
In de tweede wissel was het nog een aardige uitdaging om sokken over ijsklont-achtige tenen te krijgen:
Hier loop ik met wat stijve benen weg – ik heb helemaal geen koppeltrainingen gedaan, en lopen na fietsen is toch even wennen.
Ik liep al gauw echter best lekker, al ging na drie kwartier de fut er een beetje uit. Lopen gaat op het ogenblik sowieso wel lekker, maar daarbij ontbreekt het me helemáál aan scherpte – ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst echt tot het gaatje ben gegaan. Vorige zomer? Tempohardheid heb ik dus niet.
Voor vandaag hoefde dat ook niet – ik heb de tien kilometer als duurloop gelopen. Wel met eindsprintje:
Finish:
Al met al heb ik 3 uur en 22 minuten buitengespeeld. Zonder dat idee van ‘ik doe vandaag toch een kwart’ had ik het misschien ingekort vanwege de guurte. Wel was het zo’n drie kwartier te langzaam voor een PR, hahaha!