Triathlon algemeen

Twee vervolgverhaaltjes

Nog even een vervolg op mijn blogpost van zondag over de triathlon in Zierikzee. Manlief vond nog meer foto’s in de enorme stortvloed van de organisatie (nogmaals: dank!), en daarin zaten twee vervolgverhaaltjes. Eerst van mijn tweede wissel, waar ik het parc fermé uitloop – bij de eerste wissel was het even best rottig lopen geweest over die kasseien, op blote voeten:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En later toen ik bezig was met het inhalen van manlief (213), aan het eind van mijn derde loopronde (zijn tweede). Je ziet me in de achtergrond:

 

 

 

 

 

Door |2024-10-02T10:26:52+02:002 oktober 2024|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Brrrriathlon

Toen ik vrijdag m’n gebruikelijke pre-wedstrijd-yoga deed (relaxed en grondig rekken), was het wel heel slecht weer: koud, nat, stormachtig. ‘Waar beginnen we aan, met morgen nog triathlonnen?’ dacht ik. Ik voelde weliswaar ook wat melancholie in de aanloop naar de laatste wedstrijd van het seizoen, maar meer nog een verlangen naar een periode met toegeven aan die behoefte aan rust en inkeer waar ik eerder die dag over had geschreven.

We leefden sowieso tussen hoop en vrees qua weer. Het weerbericht ging op en neer, en als het neer ging, vergeleek ik al eens met de heroische triathlon in Alphen in 2018 – erger zou het toch niet worden hopelijk, en dan zou ik het aankunnen, want toen ging dat ook goed. Onderweg naar Zierikzee gister –  met voor het eerst de fietsen op de nieuwe auto:

– hetzelfde verhaal: het ene moment kletterde de regen tegen de autoruiten bij 10 graden, het andere moment scheen er een felle zon. Bij het gereed maken bleven we zo lang mogelijk dichtbij de auto, en zo konden we even schuilen bij de volgende bui (het is een compacte triathlon, dus van de parkeerplaats ben je zó bij de wisselzone). Het is een stukje lopen naar de start, en alleen al daarvoor was een wetsuit nodig om warm te blijven. Maar op andere momenten was het echt lekker in het zonnetje, en ik twijfelde dus ook nog over mijn kleding.

Het water in was een beetje schok: oeps, een stuk kouder dan woensdag! 15 graden, hoorde ik iemand zeggen. Maar nog goed te doen. Het ging lekker maar er lag nogal wat rommel in het water, herfstbladeren enzo, en het was druk. Het verraste me om al halverwege zwemmers van de startserie ervoor in te halen, herkenbaar aan een blauwe badmuts. Die waren vijf minuten eerder gestart en die serie heette de ‘snelle serie’ – ?? Er zwommen er later nog best veel in de weg.

Uit mijn ooghoeken kon ik, net als vorig jaar, genieten van het prachtige parcours in de historische haven van Zierikzee. Het werd nog beter toen ik mijn tijd zag:  met 19’50 voor het eerst op een kwart triathlon onder de 20 minuten! Dat verraste me – zo snel voelde het niet, en ik had een paar weken geleden nog bijna 23 minuten gedaan over een kilometer. Waar komt die snelheid ineens vandaan? Nou is afstand meten in open water altijd onnauwkeurig, maar als ik vergelijk met anderen zat het niet veel van de kilometer af. Tsjonge! Binnenkort maar eens in het zwembad uitzoeken hoe het echt zit.

Door de kou was ik wel ietsje dizzy en dat speelde me in de eerste wissel parten. Hier ben ik onderweg:

Dat wisselen en ik, urgh… Het ging weer bepaald niet vlot. Ik was zelf dus wat ongecoördineerd, zat te hannesen met wetsuit uit en – toch maar – warm shirt aan, en toen zat ook nog eens m’n fiets klem achter een extra balk onder de rekken…

Zelfs bij het opstappen was ik nog enigszins shaky, en de start van het fietsparcours is lastig, met natte kasseien en klinkers. Wel – opnieuw – prachtig, onder een historische poort door. Eenmaal op weg ging het okee.

Althans… eigenlijk weet ik niet zo goed hoe ik m’n fietsprestatie moet evalueren. 31,7 km/u en 207 Watt gemiddeld is voor mij eigenlijk niks bijzonders. Ik reed twee jaar geleden op mijn vorige kwart harder en ik zou nu beter in fietsvorm moeten zijn. Nou was het een vrij technisch parcours en ik heb voorzichtig gedaan, ook in de blubber. Bovendien is dat shirt weinig aerodynamisch en had ik last van de kou op mijn bovenbenen, althans, dat denk ik, want die gingen in de eerste ronde pijn doen op een manier die ik niet ken van alleen maar inspanning. Beetje voorzichtig mee gedaan, ook met het oog op het lopen. In de tweede ronde ging dat beter, maar toen kwamen er twee buien over, met flink wat wind en pinnige regen. Ondertussen zag ik heel veel andere deelnemers met lekke banden – nooit eerder zo veel gezien.

Ik had wel weer de gebruikelijke lol van veel anderen kunnen inhalen. Én ook dit was een prachtparcours, vernieuwd ten opzichte van vorig jaar, met een stuk buitendijks langs de Oosterschelde – daar maak je mij echt gelukkig mee.

Tweede wissel ging okee. Ondertussen was het weer aan het verbeteren, dus ik besloot alleen in triathlonpakje verder te gaan.

Het duurde tot halverwege voordat mijn tenen weer helemaal warm waren, maar het was ondertussen eigenlijk gewoon hartstikke lekker weer geworden, perfect hardloopweer, met veel zuurstof in de lucht. En opnieuw een fraai parcours.

Lopen is altijd een beetje afwachten bij mij, maar het ging goed. Ik heb ongeveer net zo hard gelopen als vorige week op een losse (maar wel erg drukke en warme) vijf, net onder de 6’/km, daar had ik niet op durven hopen, met maar drie weken opbouwen na maanden alleen onderhoud. Ik had me kennelijk voldoende gespaard bij het fietsen, en dat is ook wel eens anders. Vanaf anderhalve ronde voor het einde hielp het dat ik langzaam-maar-zeker manlief ging inhalen, die op een ronde achterstand van me liep. Hem inhalen bij het lopen, dat is mij nog nooit gelukt, maar er is geen reden om al te triomfantelijk te zijn, want hij is eind augustus door zijn rug gegaan en dat gaat nog steeds niet heel lekker. Maar het hielp dus wel bij het tempo houden.

Ik finishte in 2:42:46 en dat bleek later goed te zijn voor de 8e plek van 26 vrouwen overall, en de 2e bij de 50+’ers. Niet verkeerd! Er waren geen medailles, maar wel snoepgoed en een mok. Zierikzee blijft een leuke triathlon: goed georganiseerd en op een werkelijk schitterend parcours. En dan ook nog zo veel leuke foto’s – dank aan de organisatie en aan fotografen Rinus van der Klooster en Gino Dhanis (de wissel-foto van hierboven).

Ik ging tevreden naar huis. Ik was blij dat alles goed was gegaan. Ik vond het leuk om eindelijk weer eens een langere afstand dan een 1/8e te doen, en dan ook nog echt als triathlon en niet als verkapte oefen-tijdrit. Ook al was het zwemmen een beetje brr en het fietsen soms ook, alles bij elkaar was het toch goed te doen geweest. Het blijft toch echt leuk, deze vorm van buitenspelen voor volwassenen. Ik kreeg zin in meer!

Ineens was dat gevoel van ‘fijn dat het rustigere seizoen begint’ dus ver weg. Vandaag ook nog. Ik heb van die aangenaam moeie benen, ga zeker goed herstellen, maar de nieuwe doelen kriebelen al. Eerst op naar eind oktober, dan wil ik met vriendin Marijke in twee dagen het Veerse Meer rondwandelen. Daar wil ik wat voor trainen. Wat nou rust en inkeer?

 

 

Door |2024-10-07T15:26:15+02:0029 september 2024|Triathlon algemeen|0 Reacties

Procesevaluatie: in 1 maand weer triatleet worden

Morgen doe ik mijn laatste wedstrijd van het zomerseizoen en meteen mijn langste triathlon in een hele tijd: de kwart van Zierikzee. Het is een maand nadat we terugkwamen uit Oostenrijk. Tot die tijd stond fietsen centraal, en ik had dus een maand om mezelf weer in een triatleet te veranderen. Dat vond ik best schipperen:

  • Ik vind september wel vaker een moeilijke trainingsmaand, zeker als het hoofddoel al voorbij is. Na een rustige zomer breekt er weer van alles los, zoals het culturele seizoen en werk. Dat maakt het druk, de prioriteiten verschuiven en dat  is even wennen, zeker dit jaar op de nieuwe plek. Bovendien dient de herfst zich aan: op het moment dat ik dit schrijf rukt de wind aan het huis, het was eerder al even uitgesproken baggerweer, de dagen worden korter; het seizoen vraagt om rust en inkeer. Het kostte me wat meer moeite dan in de zomer om voor sporten voldoende ruimte te maken.
  • Ik zat wat te hannesen met ambivalentie:
    • Aan de ene kant wilde ik graag het fietsen nog een beetje doorbouwen en anderzijds de andere twee sporten voldoende aandacht geven met het oog op die triathlon. Na een dag of tien kon ik de wens om m’n FTP nog te verhogen laten varen. Die sloeg ook eigenlijk nergens op: dat ging alleen maar om het getalletje. Voor mij is een FTP van 240 een soort magische grens, en die heb ik dit jaar net niet gehaald, vorig jaar op m’n goede dagen net wel. Nouja, jammer dan. Het doet niet af aan mijn tevredenheid over het afgelopen fietsseizoentje.
    • Aan de ene kant wilde ik sneller worden met zwemmen, waarvoor ik het beste naar het zwembad kan gaan, en aan de andere kant wilde ik van deze laatste weken Oosterschelde genieten. Dat heb ik toch maar opgelost in het voordeel van de Oosterschelde, zeker na een mindere zwembad-ervaring. Ik ging voor het eerst ’s avonds in Kapelle zwemmen op een woensdag dat Kattendijke-Wemeldinge werd afgelast vanwege te  slecht weer, en dat was druk met allemaal trage schoolslagzwemmers, zonder snelle of borstcrawlbaan en zonder dat die andere zwemmers veel rekening met me hielden. Doorzwemmen ging dus niet en ik raakte nogal geïrriteerd. Naar het zwembad om m’n techniek en tempo weer wat op te krikken kan de hele winter nog. Dat is wel nodig, want met wat weinig regelmaat en veel lang maar gemakzuchtig met de stroming meezwemmen ben ik niet bepaald sneller geworden. In open water verrommelt mijn techniek altijd wel, maar het lijkt dit jaar erger dan anders, ik denk vooral door het inkakken van m’n slagfrequentie.
    • Deze week wilde ik kalm aan doen en taperen, maar ik heb me toch laten verleiden tot te zwaar trainen. Ik had een krachttraining vorige week overgeslagen, en die wilde ik maandag inhalen. Daarbij ben ik iets te fanatiek tekeer gegaan, vooral bij de power-yoga na de reguliere benen-krachttraining. Ik voelde dat tot gister in m’n bovenbenen, oeps, en het dwong dus een paar dagen tot kalm aan doen met fietsen en hardlopen. Woensdag vond ik Kattendijke-Wemeldinge zwemmen toch echt te leuk (zie eerste bullet), maar het was al van 12 augustus geleden dat ik meer dan een uur had gezwommen, dus ook dat kwam hard aan. Gelukkig is alles net vandaag weer okee, net op tijd fit en uitgerust dus, maar taperen was het bepaald niet.
  • Ineens weer meer gaan hardlopen kwam even hard aan op m’n rug/bekken en dat trok door naar heup en hamstring. Ik kon blijven trainen, maar de chiropractor voorkwam wel erger, denk ik. Desalniettemin ben ik volgens mij in korte tijd best wel lekker gaan lopen, na maanden alleen maar onderhoud. Het voelde eerst wat ‘bonkig’ door het vele fietsen, maar het werd steeds lekkerder, met een heerlijke duurloop door de Kapelse Moer als hoogtepunt. Ik liep vorige week ook nog een 5 kilometer, samen met Nicole onze vierde vestingloop (nog één te gaan en we kunnen ons ‘vestingheld’ noemen). Dat was leuk: gezellig en mooi parcours. Maar mijn tijd viel me wel tegen. Nouja, na welgeteld drie weken opbouwen is gewoon lekker lopen al heel wat, ik moet morgen die tien kilometer maar aanvangen zonder tijdsambities.
    Het was er wel heel druk, met auto’s zowel als lopers. Op een foto van de organisatie (dank!) zie je mij door de berm proberen in te halen:
  • Ik had aan het begin van de maand wat ander fysiek ongemak, waarbij de stress van de terugreis uit Oostenrijk vast een rol speelde (het hele verhaal staat op onze Polarsteps). Ik leek verkouden te worden, maar dat zette gelukkig niet door. Ik kom tot nu toe nog goed weg qua virussen, wat ook wel mag, want ik zit nog steeds met de gevolgen van de verkoudheid in april. Het goede nieuws daarover is dat ik weer een klein beetje wat ruik. Het is nog lang niet wat het wezen moet, maar er is, na dik vier maanden, wel duidelijk verbetering.
  • Ik had wat materiaalpech. Ik ging een keer wel keurig netjes trainen en toen reed ik lek, waardoor ik kon fluiten naar een goede koppeltraining. Vervelender is dat mijn nieuwe spinningfiets meteen al onbruikbaar is: er viel zomaar een pedaal af en het lukt niet om dat er terug op te zetten, dan trekt het scheef. Dat verpestte alleen maar even losfietsen afgelopen week, maar het moet wel opgelost natuurlijk. Ik heb al een melding gedaan, het is nu afwachten, ook nog op een oplossing voor een ander probleem ermee: laag rare output-waardes (snelheid en vermogen). En dat na alle bezorgproblemen… ik ben tot nu toe dus nog niet bepaald enthousiast.

Maar er was ook een boel lol. Dat ik weer wat meer ruik, dat dat ene zintuig niet meer helemaal ‘doods’ is, draagt regelrecht bij aan mijn welbevinden. En er waren een boel leuke dingen, waaronder een voortzetting van de sportieve inburgeringscursus: loopje gedaan in Goes, gezwommen in Vlissingen, wezen fietsen met Annet, zelf weer gezworven en verkend, onder andere naar de dichtstbijzijnde grenspaal….

…. in de Oosterschelde gezwommen met Marc en nog een keer vorige week – heel idyllisch – met het Kattendijke-Wemeldinge-groepje.

We zwommen die keer makkelijk en snel door een stevige stroming en wind mee, en deze zon tegemoet (foto van Gerry):

Later die avond reed ik ook nog bij bijna volle maan terug naar huis, en dat was weer zo’n moment waarop ik me ongelofelijk gelukkig voelde dat ik hier woon. Het is dezer dagen precies een jaar geleden dat we dit huis vonden en kochten – daaraan terugdenken stemt dankbaar. Wat een jaar is het geweest ook!

Dus: ik ben wel eens beter voorbereid geweest op een triathlon, maar zeker ook wel eens slechter. Vorig jaar bijvoorbeeld was het slechter in aanloop naar Zierikzee. Maar daar houdt het vergelijken ook meteen op, want niet alleen deed ik vorig jaar de achtste en nu de kwart, maar ook zal het heel ander weer zijn. Afgaand op het weerbericht zullen wind en regen morgen geen grote rol spelen, maar 13 graden is wel echt fris. Ik heb bovendien niet net een nieuw huis gekocht (ik schreef daar bewust nog niet over toen, maar mijn hoofd was er vol van!) Ik ben benieuwd, hopelijk wordt het wel net zo leuk als vorig jaar!

 

Door |2024-09-27T11:02:48+02:0027 september 2024|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Procesevaluatie: kort & krachtig

Zoals gebruikelijk: net voor het evenement waar ik voor getraind heb, schrijf ik de procesevaluatie. Je weet immers maar nooit wat er morgen gebeurt. Hoe dan ook: ik ben hartstikke tevreden over mijn training van de afgelopen maanden. Het had sinds mei eigenlijk nauwelijks beter, leuker, fijner gekund. Ik schreef er eerder al over, in het kader van onze sportieve inburgeringscursus en de frappante getalsmatige overeenkomt met vorig jaar. Beide lijnen hebben zich voortgezet:

  • Ik heb ook sinds eind juni genoten van het sporten in m’n nieuwe woonomgeving. Het werd ein-de-lijk zomer, en ik heb vooral heerlijk gefietst. Prachtige tochten waren een winderige rit ter herinnering aan Pa op diens verjaardag, een stralend zonnig rondje Westerschelde met manlief (1e foto hieronder), de zwerftocht op de terugweg van een ritje naar Vlissingen (heen regende het) en een bezoekje aan m’n belastingmevrouw op Schouwen. Het was iets minder ‘sociaal’ dan ervoor, want het werd vakantie, maar ik heb toch weer gezwommen met de Kattendijke-Wemeldinge-groep en met Marc en onze buurvrouw (in het Goese Sas, 2e foto hieronder).
  • Ik ben uitgekomen op ongeveer hetzelfde FTP als vorig jaar: ik kan 4X8′ op 240 Watt op goede dagen volhouden, op slechte net niet – mijn FTP zit er denk ik net onder, zo voelt het wel. Ik bedoel: 240 Watt voelt als net erboven, maar dat zou ik in een tijdrit van 20 kilometer vol moeten kunnen houden, althans, op het vlakke; bij de Radweltpokal gaat er vanwege de dik 700 meter hoogte wat van af. Wel is volgens mij mijn conditionele ‘bouwwerk’ anders dan vorig jaar: relatief beter in het VO2-max en anaerobe en kracht-bereik. Ik doe bijvoorbeeld krachttraining met hetzelfde aantal herhalingen van de squats en de lunges maar met meer dan 2X zo veel gewicht op mijn rug, op de korte intervallen haal ik een hoger vermogen dan vorig jaar, naar schatting zo’n 10 procent, en in de 20 omwentelingen maximaal die ik in het inrijden doe, haal ik 500 Watt, vorig jaar 400. Relatief gezien ben ik dus veel beter geworden in het korte werk, maar blijft m’n basis wat achter (anders zou ik ook een hoger FTP moeten hebben immers). Dat vind ik sowieso interessant. Het ligt – denk ik – aan de korte duur van het seizoen. Voor mijn gevoel heb ik helemaal niet zo heel veel gefietst zelfs, niet veel lange tochten. Dat komt doordat mijn seizoen pas in mei begon en dat het toen ook nog beperkt werd door het vele slechte weer. Ik schreef het al eerder: het maakt nieuwsgierig waar ik uit zou kunnen komen met een langere opbouwperiode. Mogelijk zit er na morgen nog wat rek in, maar ik zal dan ook weer meer gaan hardlopen met het oog op de kwart triathlon eind september. Hardlopen heb ik trouwens netjes onderhouden, maar traag.

Ik heb getaperd, me goed voorbereid, veel rust, een yoga-streak sinds vorige week zondag, ik heb een maand droog gedaan (goede aanleiding voor die jaarlijkse gewoonte), ik heb de eerste dagen in Oostenrijk nog lekker gefietst, waaronder een herverkenning van het parcours, en gezellig met manlief, want die heeft dit jaar ook een fiets bij zich.


Ik had er alles bij elkaar niet meer uit kunnen halen, denk ik:

  • Sinds mei niet, want ik heb optimaal getraind, met vrijwel elke week ‘netjes’ een duurrit en twee kortere trainingen: met die 4X8′ rond FTP en met korte, felle intervallen. Dat werkt dus kennelijk als een trein. Met nog één keer per week rustig een uur hardlopen erbij, en yoga, zwemmen en wandelen. Voor dat intensieve fietswerk is ook vrij veel rust nodig, en ik heb die dusdanig in een normale week ingebouwd dat ik geen herstelweken hoefde in te bouwen.
    Ik voelde me duidelijk ook fitter en sterker worden, daarbij geholpen door een enorme bak post-verhuis-ontspanning. Met nog steeds wel wat fysieke ups en downs, maar lang niet zo gek als vorig jaar – al werd ik net deze laatste week wel wat geplaagd door buikpijn en matige nachten. Op de betere dagen dacht ik: ik heb me in geen jaren zo goed gevoeld. De zomer was ook in geen jaren zo ontspannen. Wel was dat helaas nog steeds zonder geur. Volgens de KNO-arts komt het goed, maar dat kan nog wel een half jaar duren.
  • Daarvoor niet. Als ik terugdenk aan de periode tussen februari vorig jaar en april dit jaar, dan kan ik alleen maar blij zijn dat ik m’n basisconditie zo goed overeind heb weten te houden, in een tijd van achtereenvolgens rouw, twee keer vallen, gekneusde ribben, verkouden, darminfectie, weer verkouden, nieuw huis zoeken, nieuw huis kopen, beladen zienswijze op een vergunning schrijven, oude huis verkopen, buikpijn, lang verkouden, verhuizen en heel zwaar verkouden… oja, en ook nog gewoon werken. Het was een onstuimige periode, zal ik maar zeggen. Dat ik ondanks alles een goede basis heb behouden en daarop zo ver ben gekomen, daar ben ik het meest trots op.

Dus: ik ben hartstikke benieuwd wat er morgen uit wil komen! Welk vermogen, en hoe hard rijd ik dan? Het wordt vast weer leuk, want dat is de Radweltpokal!

Door |2024-08-23T09:34:29+02:0021 augustus 2024|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

En ook nog een tuin!

Ik heb het hier al uitvoerig gehad over de diverse geneugten van het nieuwe huis. Over één ding schreef ik nog niet: de tuin. Die speelt ook een positieve rol voor het sporten. Al meteen de eerste keer nadat ik in Kapelle was wezen zwemmen, hing ik met veel genoegen daarna mijn spulletjes te drogen aan een van de gloednieuwe waslijnen in de toen nog kale en lege tuin:

 

Een ander handigheidje is de buitenkraan, die zich prima leent als afspoelplek voor wetsuit en fiets. Ik merk al dat ik daardoor beter voor m’n spullen zorg – ben nooit zo’n enthousiaste poetser geweest, maar dit gemak scheelt wel. Deze foto is van gister, toen ik een nogal herfstig fietstochtje had gemaakt:

In het oude huis moest ik de tuinslang installeren, dus uitrollen en binnen koppelen aan een kraan, en stond ik vlak voor de keukendeur – met altijd nattigheid binnen tot gevolg. Wat al beter was dan m’n huis daarvoor, want daar moest ik m’n fiets meenemen onder de douche en daarna dus ook de badkamer poetsen! De kraan nu heeft zelfs ook warm water; we zijn aan het kijken naar een buitendouche.

Over het grootste sportgenoegen van de tuin schreef ik wel al eerder: buiten yoga’en, m’n dagelijkse oefeningen of krachttraining doen:

Dat was overigens wel van korte duur, want de zomer wil maar niet doorzetten helaas. Dat is het enige wat er nog aan ontbreekt om nog meer van de tuin te genieten.

 

Door |2024-07-06T11:40:03+02:006 juli 2024|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Yogajuni

In mei bedacht ik dat ik wel weer eens wat intensiever wilde yoga’en. Deels was dat omdat ik voor mijn gevoel best wel had afgezien door de verhuizing en de zware verkoudheid van april, waardoor mijn lijf een opkikker kon gebruiken. Deels was het ook omdat ik op zoek was naar nieuwe yoga-inspiratie. Na mijn streaks in corona-tijd had ik qua yoga nuttige en leuke gewoontes ontwikkeld (in het kort: rekken, core, bovenlijf), maar het is ook wel eens goed om een routine te doorbreken.

Geïnspireerd door Miriam die regelmatig een maand met dagelijkse yoga doet, wilde ik in juni ook weer eens 30 dagen yogaën, met Adriene’s maandkalender met daarop een paar oude bekenden, maar vooral een boel nieuwe filmpjes.

Er een dagelijkse streak van maken ‘mislukte’ echter al op dag 1. 1 juni was erg druk met een triathlon en bezoek uit Rotterdam. Ik zag het aankomen, en ik vond het geen probleem: het ging om yogaën omdat het goed is, niet  om iets dwangmatigs. Er ‘moest’ maandenlang al genoeg, zal ik maar zeggen.

En een echte streak werd het verder ook niet. Ik had meer drukke dagen, onder andere door het sportieve inburgeren, nog meer bezoek, en ook gewoon door werk. Dus ik improviseerde erop los: ik sloeg dagen over, ik draaide sessies om, deed soms inhaalslagen of werkte vooruit. Zo is het me gelukt om 30 juni te halen met maar twee gemiste sessies: een korte yoga-boost die ik morgen of overmorgen ga doen, en één wat langere sessie die ik al kende en die ik komende week ook nog wil gaan doen.

Interessant vond ik het om te merken dat waar ik in 2021 148 dagen achter elkaar yoga’de, dat nu geen 30 lukte. Het grote verschil is dat ik toen geen normaal leven had: er ging van alles niet door vanwege de lockdown. Dat scheelt – en dan heb ik toch maar liever géén nette, dagelijkse streak!

De yogamaand deed me inderdaad goed, qua lichaam en geest. Mijn schouders zijn uit de verhuis-knoop (al moest daar ook de chiropractor bijkomen), en ik voel me veel fitter dan een maand geleden. Het meeste baat had ik volgens mij bij de wat langere, allround sessies. Dat neem ik mee. Ik ontdekte ook leuke nieuwe filmpjes, eentje zelfs werkgerelateerd, en een enkele nieuwe houding.

Wel had ik vagelijk de hoop dat de yoga me helemaal van de luchtwegproblemen af zou helpen. Ik ben weliswaar nauwelijks meer snotterig, maar ik ruik nog steeds bijna niets – helaas. Komende week weer naar de huisarts. Yoga is geen panacee natuurlijk, en goed en fijn was het toch wel.

Helemaal fijn werd het toen het vorige week eindelijk zomer werd, en ik voor het eerst ooit kon yogaën in de tuin!

 

 

 

Door |2024-06-30T14:01:44+02:0030 juni 2024|Triathlon algemeen|0 Reacties

Zo moet het niet

Sinds onze verhuizing  lezen we twee kranten: naast de NRC hebben we nu  ook de PZC. In allebei was onlangs aandacht voor oudere sporters, wat ik op zich leuk vind. Alleen zou ik ze geen van beiden als voorbeeld nemen voor optimaal blijven sporten.

Sterker nog: eentje sport al niet meer. Dat gaat om de vader van de Zeeuwse triatleet Mike, die zelf een laatbloeier was: op zijn 39e ging hij voor het eerst naar het WK in Kona. Inmiddels is hij 48, en is hij naar eigen zeggen ‘uitgerangeerd’: hij heeft heupproblemen en een frozen shoulder; triathlonnen zit er niet meer in. Het klinkt alsof hij te veel heeft gedaan – hij rept zelf van een verslaving. Zoonlief heeft die overgenomen, zo luidt zelfs de kop van het artikel. Mike presteert ook goed, maarja, denk ik dan, hoe lang zou dat goed blijven gaan?

De ander sport nog wel. Dat gaat om Jeannine Liebrand, die op haar 70e hardlooprecords verpulvert. Dat is knap, alleen gaat het in haar verhaal heel erg om doorgaan, pijn, lijden en afzien. Ze moet een sterk lichaam hebben dat dat dat op haar 70e nog steeds pikt. Bij heel veel andere sporters, overigens ook jongere, zou die houding leiden tot blessures en overbelasting en mogelijk het einde van het sporten. Liebrand is naar eigen zeggen beter in discipline dan in genieten. Daar zitten boodschappen van haar vader achter, zelf een ‘keiharde’, staat in het artikel. Wat mij betreft mag je daar op je 70e wel iets meer los van komen. Jezelf leren genieten lijkt mij een mooi streven als je ouder wordt!

 

Door |2024-06-26T15:20:27+02:0026 juni 2024|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Ook binnen erop vooruit

Tot nu toe heb ik van het sporten op mijn nieuwe plek vooral de mogelijkheden buiten genoemd, maar ook binnen ben ik er nogal op vooruitgegaan:

  • Het zwembad van Kapelle is schitterend: zes banen van 25 meter, nieuw, alles glimt en blinkt – je ziet de rijkdom van het dorp eraan af; het contrast met de zwembaden in de arme, grote stad is groot. Het is van alle gemakken voorzien: het heeft een beweegbare bodem en een flexibel tussenmuurtje, dus op allerlei manieren aan  te passen. Wat ik nog nooit ergens heb gezien (nouja het is me nooit opgevallen): op het plafond geeft een rij lichtjes precies de zwembadrand aan, dus op je rug zwemmend zie je heel goed de kant aankomen. Enige dingetje dat ik mis, is een richel in de muur om aan de kopse einden te kunnen staan als je daar even rust. Dat kan alleen langs de lange muren. De openingstijden zijn royaal en de tarieven, nouja, ik vind het nog steeds best duur, maar het kan erger – het is op veel plekken erger momenteel. Én het is maar vijf minuten fietsen!
  • Waar we in het oude huis zo’n beetje over onze fietsen moesten klimmen om bij het toilet te komen en we altijd eerst een boel andere fietsen weg moesten zetten om met de achterste weg te kunnen, hebben we nu twee schuurtjes en ook nog een overkapping. De stadsfietsen staan onder de overkapping (we zijn nog op zoek naar een rek) en een van de schuurtjes biedt ruimte aan de rest van ons wagenpark.
    Het oude, verroeste frame van mijn Afrika-fiets siert de voorkant van de fietsenschuur:
    Zo veel plek voor de fietsen is ten opzichte van het oude huis een groooooote stap vooruit!
    We hebben overigens geen garage, de auto staat wel op eigen terrein, maar buiten.
  • Ons nieuwe huis zelf is best wel decadent groot voor met z’n tweeën. Het is overigens niet eens zo heel veel groter dan het oude, maar het is voor ons nu wel veel handiger ingedeeld. Het heeft bijvoorbeeld twee extra ruimtes, bovenop de gewone kamers, en die extra luxe gebruiken we sportief:
    • We hebben een soort tweede bijkeuken aan de keuken vast, een ‘hok’ met alleen een klein, hoog raam, en het bedieningspaneel voor de vloerverwarming. We hebben daar een ‘sporthok’ van gemaakt: onze sportspullen staan er, kleren kunnen er uithangen, er is ruimte om op een matje krachttraining te doen, en er staan en hangen wat trofeeën (en de stofzuiger, bij gebrek aan een betere plek):
      Heel decadent (vind ik) heb ik nu in dat ladenkastje een apart laatje voor binnen- en buitenzwemspullen. Dat slingerde in het oude huis allemaal los door elkaar onder een tafeltje. Wel is het sporthok de ‘pechplek’: we hadden weinig verhuisschade, maar in het sporthok zijn twee wissellijsten kapotgevallen, en ik ben na de verhuizing bijna twee maanden lang een fietsbroek kwijtgeweest die ook gewoon daar lag. Eerder met m’n neus gekeken kennelijk…
    • We slapen in wat voorheen de woonkamer was (en onze woonkamer was eerst kantoor, en mijn werkkamer eerst slaapkamer – een kamerstoelendans dus). Die was zo groot dat we hem in tweeën hebben gesplitst met een nieuw muurtje. Het kleinere, achterste stuk is onder andere voor mij ‘uitwijkkamer’ als Henk snurkt: er staat een extra bed (we hebben ook nog een aparte logeerkamer – ja, ik zei al, het is luxueus!). Het is ook een heerlijke rustige plek om yoga en dergelijke te doen, en dat past net. Het is er ’s ochtends licht en zonnig, wat goed past bij m’n dagelijkse oefeningen – een soort zonnegroet. Ik noem het dus ook wel het ‘yogakamertje’. En het is leuk om die yoga te kunnen doen op een Rot(terdamse)mat!

Wat ik nog niet heb verkend qua binnen sporten, is een eventuele nieuwe sportschool. In de zomer heb ik daar niet zo veel behoefte aan, maar misschien in de winter voor spinning wel, of als ik uitgekeken raak op de thuis-krachttraining. Ik zie wel – ook daarin heeft Kapelle vast wel wat te bieden!

 

Door |2024-06-17T14:38:45+02:0017 juni 2024|Triathlon algemeen|4 Reacties

Druk weekend

De laatste weken waren op sportgebied druk en leuk. Er was van alles te beleven hier in de buurt en we grappen al dat we wel bezig lijken met een sportieve inburgeringscursus. Daarover echter een andere keer meer. Dit weekend hadden we twee evenementen die niet met onze verhuizing te maken hadden en die we allebei al eerder gedaan hadden: de Dordtse Biesbosch Triathlon en de Koppeltijdrit Hoeksche Waard.

Die dubbele planning was een beetje per ongeluk: we hadden ons al ingeschreven voor de triathlon toen de datum van de koppeltijdrit bekend werd, en die wilden we echt heel graag doen. We vinden dat sowieso leuk om te doen, vorig jaar konden we niet want ziek, en we komen graag bij De Hoekse Renners. Al is het alleen maar omdat we elkaar hebben leren kennen bij hun cyclo in 2002. Bij de verhuizing doken de handdoekjes die we toen kregen weer op, en we hebben er eentje laten inlijsten. Sinds vrijdag hangt die op een mooi plekje in ons nieuwe huis:

Ik ging het weekend echter in vol met twijfels. Ik schreef een paar weken geleden al over de ‘niet in de koude kleren’ van de afgelopen tijd, en de verkoudheid die ik daar omschreef als ‘een van de zwaarste ooit’ duurt nog steeds voort. Ik heb dus al kennisgemaakt met de nieuwe huisarts en met de andere ontstekingsremmende neusspray die ik van hem kreeg, verbetert het wel, maar het gaat traag. Ik ben nu dik zes weken bezig, waarvan ik er vijf niets ruik. De lange duur en de combinatie van volle holtes, vermoeidheid en het effect van niet ruiken (kort samengevat: sterk verminderd genot, onder andere doordat ik bijna niets proef; vervreemding doordat ik niet ruik waar ik ben) maakte me de afgelopen tijd af en toe ook somber. Wat gek is, want ik heb het reuze naar mijn zin op onze nieuwe plek.

Ik verlangde vorig jaar al naar onbevangenheid (zie die link naar ‘want ziek’ van  hierboven), nou, het aantal weken sindsdien dat dat het geval is geweest, is ergens rond de vijftien. Écht fit is van september 2022. Er is de hele tijd wat. Dat frustreert. Nou weet ik wel dat ik kort na een verhuizing niet kan verwachten in topvorm te zijn, maar ik mis op mijn slechtere dagen ook het perspectief erop. Het is op dit moment vooral een geduldskwestie – waar de huisarts ook voor waarschuwde. Ik en m’n freaky verkoudheden… Gelukkig gaat sporten op zich wel, beetje aangepast soms.

Nou goed, en daar kwamen nog een paar andere kleine pijntjes bij in de aanloop naar zaterdag, vandaar de twijfels. Oja, en het is ook de hele tijd behelpen met het weer natuurlijk. Wat een voorjaar, zeg, of meteorologische zomer sinds gister. Nou, de lucht zag eruit als in november. Gelukkig bleef het wel droog, en de watertemperatuur was okee, met een dikke 18 graden.

De Dordtse Biesbosch Triathlon is een zeer breed evenement, waar het vooraan knetterhard gaat, maar waar ook een boel debutanten aan meedoen, een enkeling op stadsfietsen enzo. Dat zijn de leukste triathlons! We kwamen bovendien nog bekenden tegen ook, het lijkt dan soms een kleine wereld.

Het ging eigenlijk verrassend goed. Zwemmen gewoon okee, in precies elf minuten, daar is nooit  veel over te zeggen in buitenwater, maar het voelde goed. Fietsen ging zoals ik had gehoopt (dus beter dan gevreesd), met een vermogen dat leek op wat ik vorig jaar (beter getraind maar en fit maar met gekneusde ribben achter de rug) reed.

Het woei zo hard dat ik met zijwind het stuur niet durfde los te laten om te drinken, maar verder ging het lekker. Bij het binnenkomen van de wisselzone had ik even een moment van glorie want ik was op dat moment derde dame. Ik wist dat dat van korte duur zou zijn. Ik werd al voorbij gewisseld, en ben ook nog stevig ingehaald bij het lopen. Dat ging bij mij niet hard, maar wel gestaag, en geheel pijnvrij – dat viel weer alles mee, ik had wat last gehad van een voet namelijk. Tijdens het lopen kon ik ook het beste van het fraaie parcours genieten, dat was leuk.

Ik finishte zo in 1:22:54, in het linkerrijtje bij de dames, en met nog één andere 50+-dame voor me. Ik hoef me nog steeds nergens voor te schamen.

En het leverde een erg leuke medaille op:

Met ’s avonds nog bezoek was het een drukke maar leuke dag. De fietsschoenen waren nog niet eens helemaal droog toen ze vanochtend bij een vroege start weer in de auto verdwenen op weg naar de Hoeksche Waard. De koppeltijdrit van de Hoekse Renners is een leuk, klein evenement. Met bekenden weer natuurlijk – manlief is een Hoekschewaarder. Met jeugd en dus ouders die twee keer meedoen: voor zichzelf en als gangmaker voor zoon (vooral) of dochter. Of andersom: de enige andere oudere vrouw die meedeed (voor zover ik zag) werd gegangmaakt door haar volwassen dochter, erg leuk. Bovendien met relatief veel handbikers, en die startten ook gewoon tussen de rest in. Terwijl ook hier ‘vooraan’ knetterhard gereden werd.

Ik voelde de dag ervoor wel hier en daar in mijn benen, dus ik had opnieuw geen idee wat ik kon verwachten. Gezien de omstandigheden  ging het best wel goed, alleen blies ik mezelf in de tegenwind in het derde rondje op. Toen moest manlief even de kop overnemen, daarna ging het weer. Met 33,9 hebben we harder gereden dan in 2019, en opnieuw kwam mijn vermogen goed in de buurt van dat van vorig jaar, minus de triathlon gister, die ik echt nog wel voelde.

Fotograaf: Samantha van Holten (met dank)

Het was ook leuk om te doen: je gaat een soort tunnel in, van 21,5 kilometer hard doorstampen. En zo veel voor écht met z’n tweeën is er verder niet. Ik kwam wel vrij dood over de finish. Gelukkig zei manlief dat hij af en toe best moeite had gehad om in m’n wiel te blijven.

Tijdritkoppel

Wat ik wel merkte, allebei de dagen, is dat mijn hartslag niet zo hoog oploopt. Dat is de verkoudheid, denk ik. Dat is jammer maar het biedt ook perspectief: ik rijd dezelfde vermogend bij een iets lagere hartslag dan vorig jaar. Als ik weer fit ben… Als ik weer eens wél helemaal fit ben. En als ik dan eens echt lekker door zou kunnen trainen de komende tijd. Als….

Nou goed, dit was gewoon een leuk weekend. Lekker moeie benen nu. En ondertussen is de zon nog gaan schijnen ook!

Mooi beeld voor het weer van vandaag. Later hebben we er wel in gezeten overigens, al was dat frisjes.

 

(de twee triathlon-actiefoto’s met dank aan de organisatie)

Door |2024-06-10T12:35:03+02:002 juni 2024|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Gewenst voor februari: mildheid

Tussen kerst en vorige week zondag had ik niet gefietst, althans, niet om te trainen, alleen stadsfietsritjes. Fietsen is deze winter weliswaar de sluitpost, maar zo weinig was toch niet de bedoeling. Ik was er wat knorrig over: ik deed te weinig voor mijn gevoel, voelde me lui en vroeg me af waarom het maar niet lukte om sinds ik weer fit ben, het aantal trainingen weer naar normaal op te trekken, enzovoort. Okee, het was veel slecht weer en ik had het druk, maar dat is toch geen excuus? Zo gaf ik mezelf op mijn kop.

Totdat ik me eigenlijk pas gister realiseerde hoe debiel druk januari geweest is:

  • Werk: ik heb een normaal goede omzet gedraaid, en ben daarbij ook nog drie dagen naar een conferentie geweest, ik heb geacquireerd en twee artikeltjes afgemaakt. Dat ging allemaal lekker overigens, maar het was dus bepaald geen freewheel-werkmaand zoals ik die in de zomer wel eens heb. Ik heb ook nog een aantal losse eindjes weggewerkt en gezorgd dat ik helemaal ‘bij’ ben, voordat straks de verhuizing losbarst.
  • Verhuizen: het nieuwe huis vraagt nog niet heel veel aandacht, al hebben we wel al wat aangezwengeld, maar hoe veel er komt kijken bij het verkopen van een huis had ik onderschat: alles steeds opruimen, schoonmaken en straktrekken, voor de foto’s en de bezichtigingen. We wissen al onze sporen uit, en daarna zijn we van alles kwijt. Het is een boel gedoe, plus de spanning. Het gaat wel goed, hopelijk kan binnenkort de vlag uit.
  • Andere besognes: we hadden nog een crematie én net voor kerst werd de voorlopige vergunning verleend voor de verbouwing van de kerk naast ons oude huis tot restaurant. Daarbij speelt van alles, dus daar moesten we ons ook nog tegenaan bemoeien, uit zorg voor ons huis en de toekomstige eigenaren. 1 februari was de deadline voor een ‘zienswijze’. Dat was een hele klus: de vergunning bestond uit honderden pagina’s verspreid over 40 documenten; we hebben er acht pagina’s over volgeschreven.
  • Feest: in januari viel nog een officiële feestdag en de gebruikelijke twee van onze familie, namelijk de verjaardagen van mijn broer en mij zelf, die we altijd trouw vieren. Dat waren allebei leuke dagen.

Okee, zo realiseerde ik me gister: en in zo’n maand verwacht ik dan ook nog de sterren van de hemel te sporten? De hele rest gaat goed: dus hardlopen, zwemmen, krachttraining, het winterdippen, project daglicht… maar er is ergens wel een grens.

Die grens, die voel ik nu wel. Manlief en ik vertonen allebei wat stressverschijnselen en we zijn moe.

Wat verwacht ik van mezelf – toveren? Het láátste wat ik nu zou moeten doen, is ontevreden zijn over mezelf. Ik ken mezelf toch ook al wat langer, ik weet dat ik die neiging tot oordelen over mezelf heb. Maar ik ben ook hardleers.

Uh, nee, dat is wéér een oordeel: lui hardleers.

Note to self: blijven oefenen met mildheid.

En oja, ik weet ook: niet fietsen is slecht voor mijn humeur. Ik miste het ook gewoon.

 

 

 

Door |2024-02-05T10:18:21+01:003 februari 2024|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties
Ga naar de bovenkant