Maandarchieven: november 2021

Legendarisch!

Strava deelt lauwerkransjes uit voor de sporters die het vaakst op een stukje route (‘segment‘) lopen of fietsen:

Je bent dan de local legend op zo’n segment. Die heb je in twee soorten: overall en speciaal voor vrouwen. Strava meet het over 90 dagen, dus het gaat om de meeste ‘segment-pogingen’ in die tijd.

Gister viel mij weer zo’n eer ten deel: ik werd de vrouwen-local-legend op een hardloopsegment op de Industrieweg. Ik vond dat een twijfelachtige eer. Sowieso ging het welgeteld om twee hele pogingen. Dat laat alleen maar zien dat daar weinig Strava-vrouwen lopen. En dat snap ik wel, want het is bepaald niet de gezelligste plek van Rotterdam. Het is door een industriegebied met een bedenkelijke reputatie – denk louche garagebedrijven en drugsdeakers.

De Industrieweg is de kortste route van hier naar het zwembad, en zo af en toe loop ik daarnaartoe, voor een ‘run-swim-run’. Overdag, in principe. Ik zou het in het donker wel durven, maar prettig is het niet. Ik fiets er in het donker wel doorheen, maar ik rijd er sowieso altijd defensief. Ik ben er wel eens gesneden door bestelbusjes enzo, bijna geramd door een linksrijdende brommer en er scheurt ook wel eens wat vér boven de 50 km/u doorheen. Enzovoort

Nou goed, op die straat ben ik nu dus local legend bij de vrouwen! Ik ging eens na waar ik dat nu verder ben. De rest is allemaal op de fiets. Ik heb 30 lauwerkransjes bij de vrouwen, en één overall. Die is grappig: op onze graveltocht over de Brabantse Wal reden we even fout een steil klimmetje op dat boven doodliep op privé-terrein. Het segment heet dan ook ‘Per ongeluk bultje op‘. Die ene keer was genoeg om local legend te worden, en ik reed er ook de tweede tijd ooit – van twee dames. Dat is makkelijk scoren!

Eén keer was ook genoeg om local legend te worden bij de vrouwen in een aantal ‘buitengewesten’ dankzij ons rondje langs de randjes van Nederland in september: bij de Eemshaven en van daar naar Delfzijl, op een onverharde weg onder Simpelveld (toen we ook verkeerd gereden waren), net over de grens van Zeeuws-Vlaanderen (‘Hontseinde’) en in het hoge Noorden van Friesland (‘Wijnaldum tot Jacobipolder’).

Iets serieuzer is mijn grote collectie vrouwen-lauwerkransjes allemaal langs de A13 tussen hier en Delft. Daar doe ik standaard mijn intervaltrainingen, dan rijd ik heen en weer, dus één training is goed voor twee keer de hele trits segmenten in beide richtingen. Daarvan heb ik er nogal wat gedaan in de afgelopen 90 dagen, of liever gezegd: in de twee weken dat ik snelheid aan het kweken was. Op het segment met de meeste pogingen zijn dat er nu 13 (in totaal boven de 70).

Ook daar zitten er tussen waarvan ik denk: mjah, die laten ook zien dat dit niet bepaald de meest idyllische omgeving is, pal langs de snelweg. Zo heet er eentje ‘Gas happen en gas geven‘ (11 pogingen).

Local legend op de Industrieweg, een doodlopend klimmetje, uithoeken waar kennelijk bijna nooit iemand fietst, de parallelweg langs de snelweg… je zou zeggen: wat dóet ze daar? Ik ben er niet voor de lauwerkransjes, hoor, dat zegt me weinig. Maar het is wel duidelijk dat ik voor lekker sporten niet per se een fraaie omgeving nodig heb….

 

Door |2021-11-09T17:01:51+01:009 november 2021|Fiets, Loop, Vrouwensport|0 Reacties

Hardlooptrainersdag: boel ambivalentie en toch tevreden

Eindelijk was ik gister weer eens naar de Looptrainersdag van de Atletiekunie. Ik was daar in 2017, toen vond ik het erg leuk. In 2018 was ik ziek, in 2019 te laat met inschrijven (ik was op vakantie en daarna was het vol) en vorig jaar ging het niet door. Dus eindelijk weer!

Althans, als ik van tevoren had geweten dat het weer zo uit de hand zou lopen met corona, had ik het misschien niet gedaan. Eigenlijk kon het niet, vond ik, ook niet met QR-code: honderden mensen uit het hele land die binnen door elkaar krioelden en op elkaar gepakt in rijen stonden voor koffie, op een dag met bijna een record aantal besmettingen. Met wat aanpassingen aan de logistiek had dat krioelen en hutje-mutje rond de koffie-automaten volgens mij best wel voorkomen kunnen worden, maarja, de QR-code lijkt wel een vrijbrief voor ‘alles kan’. 

Ik ben er zo goed en zo kwaad als het ging doorheen gelaveerd, erg ambivalent: ik was er zelf immers ook. Ik heb dat de laatste tijd vaker, dat ‘eigenlijk kan dit niet’-gevoel. Als ik uit de drukte vluchtte, trof ik op de rustigere plekken steeds mensen die daar ook mee worstelden, het was wel fijn om het er dan over te hebben.

Gister waren er drie workshoprondes, in 2017 vier plus een plenaire spreker. Ik vond het programma gister eigenlijk magertjes, voor wat ik ervoor betaal en de reis die ik onderneem naar Papendal. Ik was om 5 uur alweer thuis, wat op zich fijn is natuurlijk, maar mijn kennishonger was nog niet helemaal gestild.

Over twee van de drie workshops was ik niet direct superenthousiast, al vond ik ze wel aardig, en ik realiseerde me in de loop van de dag dat ze me wel aan het denken zetten, en dan zijn ze dus wel de moeite waard geweest. Ook ambivalentie dus eigenlijk – dat was kennelijk het thema gister.

Bij de praktijkworkshop van Oldstars Running deden we hele leuke dingen en het was heerlijk om buiten te spelen en met elkaar te lachen, maar ik snapte steeds maar niet wat hardlopers van 55+ enerzijds gemeenschappelijk hebben (behalve die willekeurige leeftijdsgrens) en anderzijds scheidt van jongeren. Er is nogal een verschil tussen een 55-jarige die voor het eerst wat gaat lopen omdat hij of zij meer moet bewegen en, zeg, een 55-jarige die recentelijk een PR op de 5 km heeft gelopen (dan wel haar 64-jarige echtgenoot die onlangs z’n 32e Rotterdamse marathon heeft gelopen). Toch vallen die allemaal onder Oldstars, althans, dat zeiden de organisatoren, maar deze 55-jarige met het recente PR vond het eerlijk gezegd toch een beetje bejaardengymnastiek.

Het punt van die gymnastiek was: beweeg gevarieerd. Dat lijkt me voor elke leeftijdsgroep relevant. En ik blijf moeite houden met het framen van ouderen als in principe krakkemikkig en het ‘wegmoffelen’ van prestatiegerichte ouderen. 

Enfin, na het uurtje buitenspelen ging mijn eerste theorieworkshop over Mystical Miles, door Hans Koeleman: hardlopen op basis van betekenisgevende verhalen. Dat was vermakelijk, maar ik vond het wat structuurloos waardoor ik nu niet kan zeggen wat de boodschap precies was. Koeleman vertelde zelf graag zijn verhalen, vooral dat over de nachtelijke duurlopen in de duinen die hij organiseert, maar voor de lopers is dat meer de ervaring dan het verhaal, lijkt me. Wel realiseerde ik me een boel over mezelf, onder andere:

  • Dat wielrennen/fietsen sporten zijn met veel meer verhaal dan hardlopen, dat ik misschien wel daarom wel wielerhelden heb maar geen hardloophelden, en dat dat misschien wel een factor is waardoor fietsen zo veel meer voor mij betekent dan hardlopen. Dat een sport van verhalen aan elkaar hangt, dat is voor mij vanzelfsprekend – ik dacht meteen aan wat Maarten Ducrot zo vaak zegt: 190 renners in koers, over de streep kun je 190 verschillende verhalen horen. Maar hardlopen heeft dat minder. Hardlopen is ook gewoon saaier in de zin van dat de sterkste (bijna) altijd wint. Wielrennen is veel meer een metafoor voor het echte leven.
  • Dat ikzelf praat over hardlopen en mijn sport in het algemeen als ontdekkingsreis, avontuur, zoektocht, en dat dat niet per se het frame is dat andere mensen aanspreekt.  Zo’n nachtelijke duurloop, daarbij denk ik: laat mij dan maar wandelen. In het spoor van helden, zoals Ellen van Langen, daar heb ik niks mee. Strijd en oorlog – noppes. Trots? Mwah. Maar anderen kan dat natuurlijk wel degelijk drijven. Als trainer moet je volgens mij op zoek naar het frame van je lopers, om ze te motiveren en bij te sturen niet zozeer je eigen verhaal ‘erin duwen’. Volgens mij was dat niet de boodschap van de workshop, maar ik had er wel wat aan! 

De derde workshop, door Luc Schout, ging over peesblessures en die was gewoon wel okee: helder verhaal, duidelijke structuur, goed afgestemde boodschap. Ik leerde daar vooral over het belang van een gefaseerde aanpak tijdens het herstel: de acute, herstel- en terug-naar-de-sport-fasen vragen om andere oefeningen. Dus niet bij achillespeesproblemen klakkeloos alleen maar de trap-oefening doen. Die is alleen op z’n plek in de middenfase, niet in de acute en ook niet in de terug-naar-het-sporten-fase.

Tussen de bedrijven door heb ik me aangenaam verpoosd met andere drukte-ontvluchters en ik ben heen en weer gereden met Paul van RA. Ik vond het wel lekker om weer eens een dag in het trainersvak ondergedompeld te zijn. Zo hoor je nog eens wat – ik praatte bijvoorbeeld maar heel even met iemand uit Brabant waardoor ik nu maar wel mooi bekend ben met de canicross.

Ondanks de ambivalentie is precies dat zo ontzettend lekker aan elkaar in het echt zien, dat ik heel erg hoop dat we nou eindelijk eens een goeie draai gaan geven aan die hele corona-ellende.

Om 5 uur thuis dus, daar bleek de sporttrui perfect te passen en ik heb ook nog een herbruikbare mok aan de dag overgehouden (wonderbaarlijk genoeg kregen we ter plekke toch nog koffie in kartonnen bekertjes, ook dat was nog een kleine ambivalentie – maar goed):

 

Door |2021-11-07T15:48:40+01:007 november 2021|Loop, Trainer|0 Reacties

Project daglicht, seizoen 2, week 1 √

Net als vorig jaar heb ik het voornemen om de hele wintertijd lang elke dag in het daglicht naar buiten te gaan, in totaal elke week minstens 7 uur. Deze eerste week was dat makkelijker dan vorig jaar, want ik ‘mocht’ onder andere op de stadsfiets naar een opdrachtgever hier in de stad om daar ‘live’ aan echte mensen rond een tafel een training te geven. Dat is sowieso supergaaf, en het zorgde voor 45 minuten daglicht.

Desalniettemin zit ik nog steeds veel naar mijn eigen beeldscherm te koekeloeren voor mijn werk, en ik denk niet dat dat gauw zal veranderen. Overdag naar buiten is dan broodnodig, vooral tegen de wintersomberheid en -futloosheid. Met het vroege donker moet ik er dan bijvoorbeeld voor kiezen om eerst te gaan hardlopen en daarna mijn werk af te maken. Daarbij was project daglicht vorig jaar een uitgelezen stok achter de deur, vandaar dit tweede seizoen.

De eerste week is prima geslaagd en er was zelfs een flinke dot zon bij dat daglicht – helemaal mooi! De foto is van de stiltewandeling van vanochtend. Met heen en weer vanaf huis goed voor 2 uur buiten, en daarmee ging ik royaal over de zeven uur deze week.

Door |2021-11-07T14:47:34+01:007 november 2021|Loop, Trainer, Waarom|0 Reacties

Grapjas, dat horloge

Ik heb sinds april een sporthorloge dat meer doet dan voor mij nodig is. Die overbodige informatie, daar kijk ik toch wel eens naar, en dat is best wel grappig. Grappig, ja, want het is niet iets om serieus te nemen.

Het eerste grappige extraatje is het meten van mijn totale dagelijkse activiteit. Nogal logisch gezien de plek van het horloge overschat het hoe actief ik ben bij dingen die ik met mijn handen doe, en onderschat het andere activiteiten. De twee grootste slachtoffers van de onderschatting zijn stadsfietsen en yoga. Opvallende voorbeelden van overschatting zijn douchen en applaudiseren.

Zo kan het gebeuren dat het douchen na de yoga volgens mijn horloge meer activiteit is dan de yoga zelf. Tsja, bij een loodzware plank beweeg ik mijn handen niet. Toch kan ik douchen een stuk langer volhouden dan dit:

Stadsfiets (ongeregistreerd) tikt minder aan dan wandelen. Als ik fietsen als training registreer, telt de rit als activiteit zwaarder mee. Ik weet niet precies hoe dat werkt, misschien laat mijn horloge dan hartslag meetellen. 

De onderschatting van de stadsfiets doet mij wel eens mijmeren: deze vorm van activiteit meten is vast ontwikkeld in een land zonder stadsfietscultuur. Als er een Nederlandse vinding was voor het meten van activiteit, zou die dan om je been zitten? Zou de focus van sommige gezondheidsvoorlichting dan ook niet liggen op 10.000 stappen, maar op 10.000 omwentelingen?

Het tweede dat ik maar niet serieus neem is wat mijn horloge vertelt over mijn belasting. Het is duidelijk dat het daarin veel te veel alleen maar uitgaat van pure tijdsduur: het vergelijkt het recente aantal uren met een gemiddeld aantal uren in een voorafgaande, vrij korte periode.

In het begin van onze fietsvakantie sloeg het zodoende door naar het uiterste puntje van ‘overbelasting’, diep in het rood (maar ik voelde me kiplekker). Later trok dat bij, door het verschuiven van de referentieperiode. Kort na de vakantie, toen ik alleen maar kort en hard trainde, zakte het naar ‘ondertraining’. Op dit moment neigt het ook weer steeds naar de overbelasting omdat ik weer wat meer opbouw.

Dat zijn sowieso veel te grote uitslagen natuurlijk. Als je in september bijna 2000 kilometer hebt gefietst, raak je een maand later echt niet overbelast van 4,5 uurtjes gravelen, zoals afgelopen vrijdag op de Brabantse Wal (foto gemaakt door Jo):

Ik moet af en toe wel grinniken hoe ik door een miniem dingetje volgens mijn horloge ineens in het rood (overbelasting!) ga. In het weekend zakte ik weer naar ‘productief’ maar maandag werd het weer rood, na een ommetje rond de Kralingse Plas, keuvelend met een vriend:

Als ik van 5 bijpraatkilometers wandelen al overbelast raak… Hij zakte daarna gauw terug naar ‘productief’, ook weer gek – daar zou toch iets van ‘herstellend’ tussen moeten zitten. Maar daar doet mijn horloge niet aan.

Bij manlief was het helemaal komisch: ook hij had in de fietsvakantie eerst overbelasting, daarna deed hij te weinig. De app bij zijn horloge gaat dan dingen roepen als ‘ga vaker of langer trainen’, terwijl we dagelijks urenlang fietsten. Dat je dan denkt: nóg langer, nóg vaker – hoe dan?

Eenmaal terug was het helemáál te weinig, zelfs toen hij vorige week een marathon had gelopen (zijn 32e finish in Rotterdam!). Net daarvoor zei de app ‘hersteld’ – die doet dat wel. Dat was mooi en dat kon ook wel kloppen. Maar na de marathon zei de app dat nog steeds! Dus hij zat lekker op de bank uit te puffen van 42 kilometer hardlopen en dan is de melding:  ‘dit is precies de goede vorm voor als je vandaag of morgen een wedstrijd hebt’. Wat, nog een?

Heel kort daarna kreeg ook hij dreigender berichten:

Bij hem is ook gek dat die app ergens in juni is begonnen met zijn conditie bijhouden op een hoog punt en sindsdien gaat het alleen maar bergafwaarts, ondanks een goede sportzomer, een fietsvakantie en een marathon:

Het gaat echt goed met Henk, hoor! 

Mij leert dit vooral dat de algoritmes te beperkt zijn. Wij zijn gelukkig oud en wijs genoeg om ons er niks van aan te trekken, sterker nog, we lachen erom. Maar je zal het maar serieus nemen…

 

 

Door |2021-11-03T18:06:19+01:003 november 2021|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties
Ga naar de bovenkant