Maandarchieven: oktober 2018

Terug- en vooruitblik

In actie in AlphenDit triathlonseizoen eindigde voor mij vier weken geleden op het hoogtepunt, met de heroïsche triathlon van Alphen (actiefotootje rechts). Het sudderde nog een beetje voort met twee zonovergoten fietstochten, in Limburg en terug uit Vlissingen. Verder ging het vizier op volgend jaar: doelen bepalen en de weg ernaartoe uitstippelen:

  • De twee belangrijkste doelen zijn een goede halve triathlon in het voorseizoen (eind juni/begin juli) en in september in Almere als onderdeel van een trio bij de hele afstand het fietsen (180 km) voor mijn rekening nemen. Bedoeling is dat allebei binnen de zes uur te klaren. Welke halve triathlon het wordt, weet ik nog niet: de kalender is nog erg onvolledig. Op het ogenblik is Klazienaveen de beste kandidaat. 
  • Sub- en tussendoelen: ik ben al voorzichtigjes en heel geleidelijk aan het opbouwen naar wat in februari moet resulteren in een fatsoenlijke halve marathon. Onderweg daarnaartoe staan loopjes over 5, 10 en 15 km op het programma. 
    Daarnaast is de eerste inschrijving voor een B-wedstrijd (minder belangrijk dan die twee A-wedstrijden van de eerste bullet) een feit: de Cave 111 – lijkt me een gaaf parcours! Een andere B-wedstrijd wordt de Brouwersdam90. Verder wilde ik eigenlijk nog (samen met Nicole) Ter Aar weer eens doen, maar het schijnt dat die ge33,9stopt is – erg jammer. Binnenmaas staat wel op de planning, ook met Nicole. Hopelijk gaat die wel door, de editie van dit jaar was nogal tumultueus, met aanrijdingen, ongelukken, een hartstilstand en fietsers die een ronde te weinig reden. Ik reed er wel een dik fiets-PR (foto)! 
  • Trainingsplannen: op het ogenblik ben ik dus bezig voor die halve marathon, volgens de souplessemethode. Ik heb het boek er weer eens bijgepakt en mij vielen er nu allerlei dingen sterk positief aan op – ik ben er enthousiaster over dan toen ik het hier 2,5 jaar geleden besprak. Ik ben sindsdien een stuk wijzer geworden, zal ik maar zeggen, door de hardloCover boekoptrainersopleiding, veel lezen en door eigen ervaringen. Gek genoeg vind ik het nu juist opvallen hoe veel oog Klaas Lok juist heeft voor individuele verschillen en dus ook voor de mindere goden. Enfin, het is nog even afwachten hoe het voor mij uit gaat pakken, maar wordt vervolgd dan, hier op het blog, met mijn eigen souplesse-ervaringen. 
    Tot en met februari heeft het lopen prioriteit. Zwemmen en fietsen staan dus in de onderhoudsstand:

    • Bij zwemmen heb ik dit jaar ontdekt dat ik steeds na een maand of vier trainen op mijn best ben, en dat ik wat ik dan kan, niet vast kan houden. Dat frustreerde me – weer was ik op een nikserig moment (een maandag midden in de zomervakantie) op m’n snelst (snelste 400 meter ooit, in 7’35 ongeveer) en daarna weer stukken langzamer. Totdat ik me realiseerde dat het glas halfvol is: ik hoef maar vier maanden te trainen om te pieken, en dat piekje wordt nog elke keer hoger! Dus dat zwemmen, dat pak ik na die halve marathon wel op.
    • Fietsen ook, dat komt sowieso wel goed. Zeker met de trainingsweek in maart onder de Spaanse zon die Jo en ik in gedachten hebben. Niet vanuit Ontspanje, wat we eerst in gedachten hadden: Marcel en Mariska stoppen en komen terug naar Nederland.

Als ik m’n stuk over die week bij Ontspanje herlees, dan kan ik concluderen dat ik nu, meer dan twee jaar na m’n Ironman, voor het eerst weer echt helemaal zin heb om opnieuw m’n grenzen op te zoeken en er volle bak tegenaan te gaan.  Dit seizoen heeft me daar zin in gegeven (ik wil wel weer naar het langere werk), en ook het vertrouwen dat dat goed zal gaan. Ik heb me de afgelopen maanden stukken stabieler gevoeld dan in heel lang. Ik moet nog voorzichtig zijn, maar het lijkt erop dat de ergste overgangskermis voorbij is – er passeert af en toe en opvliegertje, maar daar heb ik weinig last van.
Ik heb bovendien met trainen stappen gezet waar ik mee verder kan. Dit was een experimenteer-seizoen, en dat is nuttig geweest: intensiever trainen op de fiets (met m’n nieuwe vermogensmeter! fotootje), betere looptechniek, beter weten hoe ik met zwemmen op mijn best ben op het moment dat het erom gaat. Ik ben benieuwd wat dat me op kan leveren volgend jaar. 

Dus: ertegenaan! Dat schrijf ik, en ondertussen denk ik: ik heb in twee jaar of misschien wel langer niet zo licht getraind als op het ogenblik. Het voelt af en toe alsof ik bijna niks doe. Dat lopen, dat bouw ik met heel kleine stapjes op. Dus het is op dit moment ook Op de fiets op Tasmaniëduidelijk ‘off season’ en dat is helemaal prima. Was ook wel eens nodig misschien. Dit triathlonseizoen werd immers vooraf gegaan door een (overigens geweldig) fietsseizoen Down Under (fotootje rechts, Tasmanië). 

(Oja, zo’n relatieve rustperiode na het seizoen, dat heet in de trainingsleer ook wel ‘overgangsperiode’. Maar daar doe ik niet aan, hoor, daar ben ik toch juist vanaf, hoop ik?!) 

Door |2018-10-21T18:44:53+02:0021 oktober 2018|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|0 Reacties

45 weken zomer

Afgelopen jaar kwamen we op 2 december aan in Christchurch, Nieuw-Zeeland – in een hittegolf die het begin was van (ook daar) een recordwarme zomer. Dit is een foto van ons eerste fietstochtje, het was toen ronduit heet:

IMG_0042

Hier is een foto van gister – nadat het eerste geplande tochtje niet doorging vanwege snikhitte (want ook hier recordwarmte dus) en ik het tweede onverhoopt alleen ging, ging het gister gelukkig zoals gepland: samen met Jo een rondje Limburg, met dit keer dus een drielandenselfie met z’n tweetjes:

Aan de fraaie herfstkleuren was het zichtbaar dat het niet echt zomer meer was. Maar aan de temperatuur was dat niet te merken. Het was minstens net zo warm als ik toen ik eind augustus daar fietste. Het was gezellig en ik vond het ook leuk om twee keer zo kort achter elkaar in Limburg te zijn. Keutenberg en Eyserbosweg allebei weer goed doorstaan. Het voelde de vorige keer iets makkelijker, maar we reden nu een hoger gemiddelde en bijvoorbeeld ook de Eyserbosweg ging sneller dan de vorige keer (volgens Strava).

Maar bovenal was het dus zonnig en warm. Op 12 oktober. We bruinden zelfs nog een beetje bij. En vorige week had ik ook al zo zonnig en zomers gefietst: van Vlissingen terug naar huis.

Ik vergeet af en toe dat het al half oktober is. Dan ben ik verbaasd over hoe vroeg het donker is. Gister bijvoorbeeld per ongeluk geen lampjes bij me voor het stuk fietsen terug van het station (wat ook nog een half uur later werd door treinproblemen, maar donker zou het sowieso al zijn). Uiteindelijk fietste ik dus zonder licht door een zwoele avond terug naar huis. Eerder deze week vond ik het al gek voelen om in het donker in korte broek en korte mouwen te hardlopen. 

Tussen die twee zonnige foto’s zit 45 weken zomer. Nouja, er zaten kleine dipjes in. Op Tasmanië, half februari, hadden we het een paar dagen koud – hier heb ik bijna alle kleren aan die ik bij me had:

IMG_3204

Toen we half maart thuiskwamen, hadden we nog net het allerlaatste staartje van de koude winter hier – dat was schrikken:

IMG_5216

En de afgelopen weken is het ook hier al een paar keer fris geweest, waaronder op de dag van mijn laatste triathlon, de koudste 23 september ooit gemeten. (Die overigens nog een staartje had, want één van de schuurplekken op mijn voeten raakte ontstoken, en een week later strompelde ik eerst een werkdag in Amsterdam rond op m’n nette schoenen, en de dag erna zat ik met m’n voet omhoog te hopen dat ik niet ineens naar de dokter moest voor antibiotica – gelukkig liep het met een sisser af. Het kostte me helaas alleen wel mijn deelname aan de Branderszwemtocht. )

Maar dat lijken een soort incidentjes in verder non-stop zomer. Ik moet zeggen: ik vond/vind (ook vandaag nog) het heerlijk. Ik ben alleen wel bang dat ik een watje geworden ben, verwend ben geraakt. Kan ik er nog tegen, kou, wind en regen? 

Door |2018-10-13T11:25:05+02:0013 oktober 2018|Fiets|2 Reacties
Ga naar de bovenkant