Maandarchieven: juli 2019

Klazienaveen – staartjes

Hier nog wat nakomende zaken.

  1. Shit happens

Er zijn een heleboel deelnemers na zondag ziek geworden – op Facebook meldden zich tientallen, en eentje lag hier thuis gister de hele dag in bed: ook manlief was getroffen door iets buikgriep-achtigs. Bij mij is het beperkt gebleven tot wat onrust in mijn darmen, die mij niet zou zijn opgevallen zonder al die verhalen. Iets in het zwemwater? Iets met de bidonnenhygiène? Geen idee, mogelijk gewoon erg dikke pech. En ik mag in mijn handjes knijpen!

2. Nog wat foto’s

Van de vrouw van Dik die ik ken via het triathlonfoto: twee leuke loopfoto’s!

3. Het kanon

Was ik maandag vergeten te vermelden: dat we wel heel leuk weggeschoten werden bij de start. Met een heus kanon – BOEM – bediend door mensen in historische kleding. 

 

Door |2019-07-17T18:17:26+02:0017 juli 2019|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Seizoensdoel behaald!

Mijn triathlon-seizoensdoel van dit jaar was om een keer een halve triathlon in goeden doen te volbrengen: ik had nog nooit eerder een echte halve gedaan, en de drie keren in de buurt (twee maal de Mitteldistanz in Bocholt, in 2015 en 2017, en in 2016 een Ironman 70.3 run-bike-run) was er steeds wat. Gister in Klazienaveen was er niks: ik was in goeden doen, ik ben heel gebleven. Dus: seizoensdoel behaald! 

Ik dacht dat er in goeden doen een tijd van rond de 6 uur voor mij haalbaar was: ruwweg 40 minuten zwemmen, 3 uur fietsen, 10 minuten voor de beide wissels en dan hopen dat het lopen in 2u10 lukt – wat een snelle duurloop zou betekenen. Het is 6:08:32 geworden.

Het hangt er maar net van af wat je ‘rond’ de 6 uur noemt, maar eigenlijk had ik op wel wat sneller gehoopt, zeker op sneller lopen. Maar het lopen ging teleurstellend. Nouja, twee rondes lang lag ik nog op schema, maar toen passeerde ik de grens van een uur of 10 kilometer en zoals wel vaker lieten mijn benen me toen weten dat ze langer dan dat lopen niet leuk vinden. Het derde rondje was bepaald niet fijn; het vierde rook ik gelukkig de stal.

Ik heb uiteindelijk gemiddeld maar net onder de 7’/km gelopen, en dat is maar een fractie sneller dan de eerste keer in Bocholt, toen ik in de weken daarvoor amper had kunnen lopen door een blessure. En dat terwijl ik sindsdien beter ben gaan lopen. Boven het uur wil het alleen soms niet, en daar heb ik geen grip op. Ik krijg dan mijn ene been gewoon niet sneller meer voor het andere. Ik kwam behoorlijk stuk over de finish en heb vandaag ook nog zere benen. Gewoon moe overigens, niks stuk. Het is wel frustrerend, want op trainingen gaat het soms echt beter. Het wil er alleen vaak niet uitkomen.

Wel is 6:08 sneller dan ooit eerder op zo’n middenafstand. En verder was het ook geslaagd: 

  • Een leuk weekendje weg samen met manlief. We zijn pas vandaag teruggekomen, zodat we gister lekker konden uitzakken  met een biertje en met afloop herstelvoer in het hotel:

  • Opvallend weinig wedstrijdspanning. Ik had er juist wel zin in – zoals ik me had voorgenomen.
  • Fijn gezwommen in lekker water met stroming mee (in 35 minuten!).
  • Okee gefietst. Ik reed het gemiddelde vermogen dat ik wilde, 190 Watt, iets hoger dan bij de Brouwersdam90. Daarbij woei het best wel, en de wind stond ongunstig op het parcours, dus mijn gemiddelde snelheid lag 1 km/u lager dan bij Brouwersdam, terwijl dat een heel technisch parcours was – en mijn eindtijd lag boven de 3 uur omdat het ook nog eens dik 94 kilometer was. Over een iets saai parcours, maar wel heel overzichtelijk en met amper verkeer erop. 
  • Gezellig om een aantal bekenden van het Triathlonforum te zien en te spreken, de dag ervoor al, en na de finish, maar ook bij elkaar voorbij komen. Ook manlief kwam me twee keer voorbij: bij het fietsen en bij het lopen. Ik was hem voorbij gezwommen, dat had hij  wel gezien maar ik niet. Hij was 5 minuten voor me gestart. Met kleine kletspraatjes onderweg ben ik altijd wel blij. Net als met de reacties via Strava en andere sociale media.
  • Okee, het woei, maar verder was het zeldzaam koel voor half juli, en dat was lekker.
  • Vrijwel alles ging goed met de logistiek van het eten en drinken en de spullen. Ik wissel wel heel traag, dat verandert toch ook niet echt. Daar zijn wel redenen voor, zoals dat ik door de steunzolen m’n loopschoenen moeilijk aan krijg. Daar moet ik bij gaan zitten en een schoenlepel gebruiken. En verder vind ik snel wisselen ook gewoon niet zo interessant. Zelfs als ik de tijd neem, gaat er bovendien nog wel eens wat mis: mijn vizier zat niet goed op mijn helm zat toen ik vertrok, en net daar vlakbij de wisselzone stonden ze foto’s te maken:

Vizier scheef

     Ik heb later zelfs heel even een voet aan de grond moeten zetten om ’t goed te krijgen).

  • Het was prima georganiseerd, met een boel vrijwilligers die hun werk goed deden. Enige minpuntje was dat we in de aanloop verzopen in de overdosis informatie op site, app en facebook, terwijl er ook nog een paar fikse hiaten in de informatie zaten, zoals: je werd met een busje naar de start gebracht, kon je daar dan nog spullen afgeven? Of: waar moeten de tatoeages? 

Tatoeage op been

Als met al die goeie dingen dit is wat erin zit, dan is dat het dus, dan is dit wat ik kan in goeden doen op een halve triathlon. Daarmee eindig ik dan ver in de achterhoede: 220e van 231 finishers. Maar dat kan je ook anders zeggen: het was een NK, en ik eindigde in de top 10 van mijn leeftijdscategorie – als 10e namelijk, van 11.

Ik weet ook wel: het is niet dat ik zo ‘slecht’ ben, het is meer bijzonder dat ik op mijn niveau dit soort lange afstanden aandurf. Het gemiddelde niveau van zo’n wedstrijd is gewoon hoog. Manlief bijvoorbeeld, met z’n goede lopen, werd 12e en laatste in zijn categorie! 

Kan het beter? Ik kan wel een soort ideale wereld verzinnen waarin ik harder zou trainen op het lopen (maar dan raak ik misschien geblesseerd), net iets gedoseerder zou fietsen zodat ik meer overhoud (maar dan is de lol weg, en bovendien verlies ik dan mogelijk meer met fietsen dan dat ik kan winnen met lopen). Of, buiten mijn controle: een halve triathlon met  minder wind (maar dan was het misschien heet geweest), en in de aanloop helemaal niets tegenkomen (zoals nu de zere voeten en de verkoudheid – maar zoiets heb ik altijd wel). Maar dat is me rijk rekenen. Ik bedoel: dichterbij die 6 uur of zelfs eronder is misschien alleen maar een theoretische mogelijkheid. 

Dus: het viel weliswaar een beetje tegen, maar ik ben toch tevreden. Ik heb gedaan wat ik wilde doen, ik heb mijn best gedaan, en de uitkomst is dan sowieso okee. Dit is wat ik kan – wat mijn benen eruit weten te schudden. 

Ik ga maar eens luisteren naar die benen, in elk geval voor een tijdje: de komende tijd ga ik me beperken tot maximaal tien kilometer hardlopen. Dat bedacht ik gister al lopend. Zo van: wat zou ik als trainer mezelf nou aanraden met dat lopen? Nou, dat dus: doen wat ik wél goed kan en waar ik lol in heb. Korter lopen. En fietsen, zeker de komende tijd, met het oog op de 180 kilometer in Almere – het volgende doel! 

 

Door |2019-07-15T20:21:53+02:0015 juli 2019|Fiets, Loop, Trainer, Triathlon algemeen|0 Reacties

Wiser, kinder, stronger?

Komende zondag start ik bij de halve triatlon van Klazienaveen, mijn eerste van twee grote seizoensdoelen. Laat ik eens twee dingen toepassen die ik de afgelopen tijd geleerd heb: het proces evalueren vóór het evenement, en dat doen aan de hand van de levenskunstvragen: ben ik er wiser, kinder, stronger van geworden? Ja!

Ik heb de afgelopen maanden vooral weer veel geleerd. De highlights van wiser:

  • Van gepolariseerd trainen word ik ook een stuk sterker in het gebied dat ik dan juist oversla. Ik train al een tijdje op de fiets alleen rustige duur en hoog-intensieve intervallen (net onder omslagpunt en intensiever), en dus niet in het gebied in het midden. Sinds vorig jaar pak ik die intensieve intervallen gestructureerder aan, dankzij de vermogensmeter en dingen die ik oppikte uit The time-crunched cyclist. Vorig jaar deed ik alleen triathlons die zo kort zijn dat ik er in dat intensieve gebied in fiets. Maar een halve, dat moet in het middengebied. Hoe pakt dat uit als ik die zone nooit train? Nou, hartstikke goed. Dat weet ik al sinds ik bij de Brouwersdam90 over 80 kilometer harder fietste dan ik had verwacht – in snelheid,  maar het was ook met een lagere hartslag bij het doel-vermogen dan ik had verwacht. Ondertussen kan ik – denk ik –  een nog net iets hoger vermogen aan. Zonder dat dus specifiek getraind te hebben. Leuk!
  • Ik kan me bij zwemmen beter niet bezig houden met snelheden en interval-lengtes, en vooral met techniek aan de slag gaan – en zelfs dat niet te veel. Ik had de hele winter weinig gezwommen maar wel met veel aandacht voor techniek en was al vroeg in het seizoen weer op m’n best, qua tempo, dat verraste me al. Maar toen ging ik weer wat meer en ook wat meer op snelheid zwemmen en hop, het zakte weer weg – en zo gaat het elk seizoen. De afgelopen weken heb ik veel buiten gezwommen en binnen ter compensatie alleen maar techniek en wat sprintjes gedaan. En nu ben ik weer sneller, ook dankzij een paar nieuwe tips. Zodra ik iets anders ga doen dan een beetje relaxed en op techniek zwemmen, ga ik áchteruit. Ik kan  me er beter niet druk om maken, of om niets anders dan techniek. Ik snap het nog steeds niet precies, maar het pakt gelukkig nu wel net goed uit!
  • Met mijn langdurige bekken/heup/schouder-scheeftrek-blessure gaat het volgens mij op het moment goed dankzij een combinatie van dingen. Ik probeerde hiervoor altijd  maar één ding tegelijk uit, ook om te weten wat wel en niet werkte, maar de afgelopen tijd heb ik op meerdere fronten gestreden: steunzolen, osteopaat en een nieuwe, wat ‘mildere’, chiropractor.  En het gaat eigenlijk hartstikke goed. Als ik al eens ergens last van heb, is dat nooit lang en komt het vanzelf weer goed, of met een klein zetje van de chiropractor. Daar ben ik blij mee! Het zijn mogelijk vele kleine dingen die helpen, niet één geval van DE oplossing.  
    Het heeft wel weer veel geld en tijd gekost en de steunzolen hebben mijn enige echte twijfelpunt voor zondag veroorzaakt: gevoelige voeten. Ik voelde hele tijd pijntje hier, pijntje daar rond de bal van de ene en dan weer de andere voet. De afgelopen week heb ik er probleemloos mee kunnen hardlopen, vorige week zelfs best lang en zwaar ook nog, waarmee ik qua lopen redelijk op niveau ben. Gister een lange werkdag op nette schoenen was echter weer minder fijn. Maar ik hoop dat het zondag goed komt. 

Met Nicole na de Kadeloop zaterdag: 12 probleemloze kilometers op halve-triathlontempo

Kinder? Ja, voor mezelf. Voor mij was het een mildheidsstap om van mezelf vorige week zo’n paardenmiddel te gaan slikken tegen die luchtwegproblemen – die daarmee binnen een paar dagen opgelost waren. Of nouja, na twee nachten kon ik weer slapen zonder te hoesten; ik ben nog steeds heel licht snotterig maar dat hindert niet meer. Ik heb het van mezelf niet uit ‘moeten’ zieken omdat je van ontstekingsremmers op lange termijn niet beter wordt en prednison eigenlijk een pepmiddel is (wat goed merkbaar was overigens), enzovoort. Want zo streng kan ik wel zijn voor mezelf.

Dat het op tijd goed is gekomen, is balsem voor mijn doemdenkerige ziel. Ik ben al zo vaak net niet in goeden doen geweest op belangrijke momenten de afgelopen jaren dat ik af en toe ga vrezen dat het altijd zo gaat. Van het niet kunnen meedoen met de Cave triathlon was ik wel weer even mismoedig, moet ik zeggen. Maar het komt goed! De verkoudheid was op tijd over, scheeftrekken doe ik amper meer en de overgangshormonen houden zich, zoals ook de vorige drie zomers, rustig. En zoals ook de laatste jaren steeds komt er dan onder al het gesukkel wel een goede vorm vandaan. Kwestie van gewoon stug volhouden met dat trainen, zo lang als het gaat! 

Stronger? Als het zondag uitpakt zoals ik hoop en in principe voor mogelijk houd (binnen de 6 uur), lever ik op een langere triathlon mijn beste prestatie ooit. Ik ben er klaar voor, en ik ben hartstikke benieuwd! 

 

Door |2019-07-12T15:49:03+02:0012 juli 2019|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Elk nadeel hep z’n voordeel

In mijn vorige post had ik het over een verkoudheid die ‘niet heel erg was’. Nou… Nouja, eigenlijk is het nog steeds niet erg: ik ben niet heel ziek, maar zodra ik ga liggen, ga ik hoesten, en dat nu al vier nachten achter elkaar. Codeïne helpt niet (anders altijd wel); van slapen komt weinig. Ik ben inmiddels een soort zombie en elke nacht voelt het alsof ik mijn keel aan flarden scheur. 

Al in de tweede doorhoeste nacht besloot ik dat ik niet zou gaan starten bij de Cave triathlon gister, hoe zeer me dat ook spijt. Samen met manlief hebben we de volgende ochtend besloten helemaal niet naar Limburg af te reizen. Zodoende heb ik gelukkig niet twee nachten liggen hoesten in een hotelkamer, maar gewoon thuis, wat beter is. En zoiets zwaars als een 111 met klimmen erin was niet verstandig geweest.

Vandaag ben ik zelfs naar de huisarts gegaan en ik heb een behoorlijk paardenmiddel gekregen om de hoest de kop in te drukken: prednison. Dat is een primeur voor mij – met mijn hyperreactieve luchtwegen heb ik al het een en ander meegemaakt, maar dit nog niet eerder.  

Dus: geen Cave triathlon, helaas, en inmiddels ook wel stevige hindernissen op de weg naar Klazienaveen, want lang of zwaar trainen gaat niet – al kan dat nog wel enigszins goedkomen. Het voelt alsof ik al enorm geholpen zou zijn met één nacht echt goed slapen en daarmee uit de vicieuze cirkel komen van het kapothoesten van m’n keel.

Bovendien is het ook niet alleen maar kommer en kwel. Woensdag en donderdag voelde ik me niet eens zo heel slecht, dus woensdag heb ik – met wat twijfels – toch meegedaan aan de zeezwemtocht Kattendijke-Wemeldinge, donderdag heb ik een stukje hardgelopen, zolen uittestend en zonder voetproblemen, en gister heb ik meegedaan aan onze ’thuiszwemtocht’: de Unltd Swim Overschie (dank buurman Olaf!): bij ons achter in de Schie, vertrek vanaf de Grote Kerk, waar ook de kleedkamer is (erg grappig). Hetzelfde nieuwe rondje om het Schie-eiland als wat we al vaker gezwommen hebben, maar nu zonder dat we op schepen hoefden te letten. Altijd erg leuk, we vonden het al jammer het te moeten missen. Maar dus niet.

De twee zwemevenementen waren een groot contrast: de Schie lag er gister rustig en warm (bijna 25 graden!) bij en dat zwom heel relaxed. De Oosterschelde was woensdag door de Noordenwind in een klotsbak veranderd; ik heb geen slag normaal kunnen maken en er 20 minuten langer over gedaan dan de vorige keer. En dat viel nog mee, want Omroep Zeeland meldde dat er deelnemers waren uitgevallen vanwege zeeziekte! 

Tot slot hebben manlief en ik vanochtend eindelijk weer eens met onze trapkano gevaren, en zo konden we het nieuwe zwemrondje eindelijk eens preciezer opmeten dan wat lukt met de zwem-GPS: 2050 meter

We konden dat doen op zomaar een maandagochtend omdat we eigenlijk pas vandaag uit Limburg terug zouden komen. Best gekke dagen zo. Om over de nachten nog maar te zwijgen…

 

Door |2019-07-01T15:27:59+02:001 juli 2019|Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant