Maandarchieven: januari 2022

Niet zwemmen, en al helemaal niet in Gent

De zwembaden gaan vroeger weer open dan ik had verwacht. Toch stel ik het zwemmen nog even uit, nog wel minstens een maand, denk ik:

  • Ik wil eerst de omicron-hausse laten passeren. Voor mezelf ben ik niet zo bang ervoor, maar manlief en ik willen niet onze ‘kwetsbare oudere’ besmetten (Henks vader). In de ‘vroege’ omicronlanden duurde de piek maar kort, dus hopelijk ziet het er over een maand beter uit dan 40.000 besmettingen per dag – and counting.  Buiten of met een goed mondkapje vind ik het allemaal niet zo’n punt, maar het zwembad vertrouw ik nog niet helemaal, ook niet met QR-code: gevaccineerde mensen kunnen ook besmettelijk zijn.
  • Ik vermaak me nog wel met de yoga. Ik doe het weer elke dag sinds de zwembaden sloten, vandaag was dag 30 van de streak. Ik wil sowieso de huidige #30daysofyoga afmaken, ‘Move’, van Yoga With Adriene. Die is erg fijn en nuttig, en loopt nog tot het einde van de maand. De dagelijkse yoga doet me net als vorig jaar goed.
  • Als die 30 days erop zitten, begint net m’n taperperiode richting de halve marathon, en dat is ook niet zo’n geschikt moment om te beginnen met zwemmen, dus dan komen er nog twee yoga-weken bij. Volgens mij heb ik bij de yoga namelijk juist veel baat voor het lopen.  De dagelijkse dosis, wekelijks extra core-training in yoga-vorm, en op het ogenblik komt er zelfs nog een paar keer per week een extra rek-sessie bij, want manlief kreeg last van verkortende spieren en is dus z’n loopspieren ook op een yoga-manier aan het rekken. Ik deed het eerst voor en zo is de gewoonte ontstaan om met hem mee te doen. De souplesse rond m’n heupen is ook niet mijn sterkste punt, maar daar helpt de yoga dus zeker voor!

Deze week ben ik ook nog eens heel nadrukkelijk niet aan het zwemmen in Gent. Huh? Ik leg het uit. Ik had me opgegeven voor het VIOT-congres in die stad. Het vorige waar ik ben geweest was in Leuven, in 2014 (de editie ertussenin miste ik omdat ik in Nieuw-Zeeland zat). Ik ben toen twee keer ’s avonds wezen zwemmen, en dat was erg leuk. Ik had in oktober meteen gekeken, en gezien dat Gent een heel fraai zwembad heeft, niet ver van de congreslocatie: Van Eyck. Dus dat zag ik al voor me.

Maarja, congres werd afgelast. Aan afgelastingen ben ik na twee jaar wel gewend geraakt natuurlijk, maar af en toe ben ik me nog wel bewust van een soort schaduwbestaan, een parallelle wereld waarin ik deze week in art-deco-stijl zou zwemmen. Dan zucht ik maar eens diep, en hoop ik op betere tijden.

 

 

Door |2022-01-17T20:03:38+01:0017 januari 2022|Zwem|0 Reacties

Geluk

Als ik me goed herinner, zag ik Hanna Vandenbussche afgelopen zomer op tv als gast in Vive le Vélo. Vandenbussche is enerzijds langeafstandsloopster, behorend tot de nationale top. Anderzijds is ze filosofe; ze promoveerde nog niet zo lang geleden. Dat is een interessante combinatie, vind ik en ze vertelde op televisie dat ze bezig was met een boek waarin ze haar twee bezigheden combineert. Moet ik lezen, dacht ik.

Het boek is inmiddels verschenen, het heet Het lot van Atalanta. Een filosofische verkenning van het langeafstandslopen. Atalanta is een vrouw uit de Griekse mythologie die zou trouwen met de man die sneller kon lopen dan zij. Dat lukte er één, maar alleen met een list.

Ik heb het boek met plezier gelezen maar ik vond het geen eitje. De structuur ‘hangt’ aan een selectiewedstrijd veldlopen. De eerste hoofdstukken gaan bijvoorbeeld over loslopen en wedstrijdspanning, en de laatste over de finish en net daarna. Aan die eigen wedstrijdervaringen koppelt Vandenbussche dan filosofie, wat leidt tot komische hoofdstuktitels als ‘Loslopen met Sartre’, ‘Stretchen met Pascal’ en ‘Starten, versnellen en afzien met Descartes’. De inhoud van de hoofdstukken is serieus, al schuwt Vandenbussche de zelfrelativering niet.

In de hoofdstukken gaat het soms best hard, dus in een paar zinnen van wat ze zelf doet en meemaakt en soms ook nog wat achtergrond of herinneringen aan andere wedstrijden, naar het werk van zo’n beroemde filosoof. Dat gaat soms best diep, compleet met filosofisch jargon. Ze heeft dan steeds maar kort de tijd om het gedachtegoed van die filosoof te introduceren, en dan zegt ze er dingen over in relatie tot de sport en soms nog kritiek van anderen ook. Ik kon die vele wendingen niet altijd even goed bijbenen. Vandenbussche loopt hard, maar ze schrijft dus ook hard. Ik had bij het lezen vaak het gevoel dat ik het boek mogelijk meer zou waarderen als ik beter in het gedachtegoed van Sartre, Pascal, Descartes en de anderen zou zitten.

Desalniettemin vond ik het interessant en leuk, zowel haar eigen wedstrijdbeleving, met z’n ups en z’n downs, als de filosofische insteek. Wat ze vooral bepleit, en dat sprak me toen bij  Vive le Vélo meteen al aan, is om sport niet te veel alleen maar wetenschappelijk te benaderen. Ja, wetenschappelijke inzichten zijn nodig om tot topprestaties te komen, maar ze zijn daar niet genoeg voor, en al dat voorspellen en meten ene rekenen ontneemt ook het zicht op andere zeer wezenlijke zaken, de unieke beleving voorop.

Vandenbussche pleit ook tegen al te grote controledrang en de illusie van onkwetsbaarheid die daarmee samenhangt. Sporters en zeker ook topatleten zijn kwetsbaar – ze vertelt open over haar eigen extreme wedstrijdspanning bijvoorbeeld, onzekerheid, en de minder fraaie dingen die ze wel eens over haar concurrentes denkt.

Het interessantste gedeelte vond ik het einde, dus rond de finishlijn. Het gaat daar over het verschil tussen geluk (duurzaam en je hebt er zelf actief aandeel in) en plezier (kortstondig en het overvalt je). Geluk is een weg vol obstakels waar je je met je eigen sterke en vrije wil dagelijks doorheenslaat, en die leidt tot een diep vertrouwen in je eigen talenten en capaciteiten. Ze omschrijft dat zo voor topsporters (p. 162, mijn parafrase), maar ik herken het wel. Het is wat ik eerder afzien heb genoemd: het vrijwillig gekozen leiden dat hoort bij duursport.

Sporten is niet altijd alleen maar ‘leuk’ en zeker niet makkelijk, maar het is wel hoe ik wil leven, ik kies voor het lijden waar het mee gepaard gaat. En het leidt inderdaad tot vertrouwen in wat ik kan, al is dat dan op mijn niveau. Ik moet er levenskeuzes voor maken. Ik moet er ook mijn kwetsbaarheden en mijn grenzen voor respecteren. Ik moet er soms het beste van mezelf voor geven.

De opbrengst daarvan voor mij is, net als voor topsporters, in één woord te vangen: geluk.

Waarom sport ik? Omdat ik er gelukkig van word. Zo kort kan ik erover zijn. Hoe simpel het ook klinkt, zo helder had ik dat eerder niet voor ogen.

 

Door |2022-01-11T20:28:30+01:0011 januari 2022|Boeken, Loop, Waarom|0 Reacties

Plannen voor 2022 – onder voorbehoud

Van de plannen en ideeën uit de 1-januaripost van vorig jaar is het meeste anders of helemaal niet doorgegaan. Dat maakt wel duidelijk dat het moeilijk is om vooruit te blikken op het nieuwe jaar – en mijn post van gisteren maakt net zo duidelijk dat je ondanks dat alles een fraai sportjaar kunt hebben.

Met een heleboel slagen om de arm zijn dit de belangrijkste doelen voor 2022:

  • Ik ben op dit moment aan het trainen om in februari of begin maart een goede halve marathon te lopen. Met ‘goed’ bedoel ik: in de buurt van de 2 uur, en als het dan mee wil zitten, is een PR (onder de 1:58:12) ook nog mogelijk. Ik zou ‘m het liefst bij een echte wedstrijd lopen, maar anders op eigen houtje. En ik kan eventueel wel twee pogingen wagen.
  • Ik sta ingeschreven voor triathlons in Ter Aar (kwart – op dat snelle parcours, maar als ik daadwerkelijk eindelijk eens die PR-poging daar wil doen, moet de zwemstop niet te lang gaan duren) en Delft (een nieuwe – kwart ook) in mei/juni en de al twee keer doorgeschover Zwintriathlon (kwart) in september. Daar kan nog wel wat bij. Ik heb wel wat ideeën daarvoor, maar het gaat onder andere afhangen van het doorgaan van wedstrijden en vakantieplannen. Misschien een halve, maar wat ik wel al weet: ik wil dat niet doen bij een peperduur mega-evenement en dan is de spoeling dun.
  • Een mooie fiets- of wandelvakantie weer – maar nog geen concrete plannen. Een verre reis zal er nog wel niet in zitten.

Voor de rest wil ik een boel van de goede en leuke dingen van afgelopen jaar voortzetten, en er mag in één opzicht wel een tandje bij: ik wil weer wat vaker op doordeweekse dagen lang naar buiten, voor een rustige duurtraining die ook een beetje zwerven is. Liefst op de fiets, anders wandelend. Graag naar de ‘wide open spaces’ van de eilanden ten zuidwesten van Rotterdam. In het eerste coronajaar heb ik dat veel gedaan. De afgelopen maanden viel het eenzijdige werken me zwaar (zie mijn andere blog) en net de laatste paar dagen werd me duidelijk dat dat zwerven daar een belangrijke rol in kan spelen. Vier dagen in de week werken is genoeg in deze tijd, en juist dat langere fietsen is wat mijn geest en ziel nodig hebben.

Het was vorig jaar voor lange zwerffietstochten vaak te slecht weer, zeker in het voorjaar en in de zomer. Dat heb ik niet in de hand. Maar in de herfst was het regelmatig te druk met werk, en daar kan en wil ik wel degelijk beter op sturen.

Gelukkig nieuwjaar allemaal!

 

Door |2022-01-01T21:08:23+01:001 januari 2022|Fiets, Triathlon algemeen|4 Reacties
Ga naar de bovenkant