Zeeuws drieluik # 1: een streep in de Oosterschelde
Gister ben ik begonnen aan drie evenementen in Zeeland kort achter elkaar. Het eerste was de zwemtocht die ik vorig jaar ook heb gedaan en die zich laat omschrijven als: het zetten van een streep (nouja, haakje) in de Oosterschelde:
De start van de zwemtocht Kattendijke-Wemeldinge is in het niks bij de oude haven van Kattendijke, en je loopt dan nog een stukje het water in eerst. De finish is op het strand van Wemeldinge. Ze plannen ‘m altijd zo dat je het getij mee hebt, en meestal ook de wind.
Gister was dat zeker het geval, want ik was meer dan tien minuten sneller dan vorig jaar, en mijn tijd van 49’15 is zo’n beetje wat de beste triatleten, de profs, zwemmen over 3,8 km. Hahaha! Het steuntje in de rug voel je dan ook wel. Het was aan het eind zelfs nog relatief lastig om recht naar het strandje toe te zwemmen, dwars op de stroming, ik moest steeds corrigeren. Verder was het navigeren een eitje trouwens, mede dankzij de felle saferswimmers van je voorgangers die je altijd wel in het vizier hebt.
Het was weer net zo leuk, gemoedelijk en gezellig als vorig jaar, en daarmee is het één van mijn favoriete evenementen. Ik was samen met manlief dit keer, helaas voor Nicole hebben ze de 1 km afgeschaft.
Het weer dreigde een beetje naar somber, zeker bij de start:
Maar gaandeweg werd het steeds beter en net toen ik – onverwacht snel dus – Wemeldinge zag naderen kwam zelfs de zon door en zag ik blauwe lucht.
Zwemmen in zout water dat golft, met de wind eroverheen en een dijk aan de ene kant en aan de andere kant de contouren van een ‘overkant’, meeuwen erboven en af en toe een schip in de verte, dat is voor mij het oer-zwemmen zoals ik dat vanuit Vlissingen ken – het ultieme zwemmen ook.
Daar hoort ook vaak iets bij wat ik vorig jaar niet had gezien maar nu wel, en dat zijn kwallen. Er passeerden een paar kleine kwalletjes onderlangs, zag ik, wat dan net genoeg is om me een paar keer te doen opschrikken van het gevoel van harig zeewier tegen mijn gezicht of handen – ik ben er als de dood voor. Maar verder niets gevoeld, gelukkig – en gelukkig had ik nog niet gelezen ook dat er één water verderop, in het Veerse Meer, een kwallenplaag is waardoor mensen zelfs in het ziekenhuis belanden!
Een beetje opsteker na zaterdag was ook dat ik weer ‘gewoon’ 5 minuten sneller was dan manlief. Verder is m’n prestatie niet echt op waarde te schatten, maar dat maakt niet uit: ik heb lekker gezwommen en ervan genoten.
’s Avonds thuis resteert dan het uithangen van de spullen,waarvan ik een wat vage foto maakte (commentaar manlief: ‘maar het is ook een vage bezigheid, dat zwemmen’):
Morgen pak ik een paar daarvan meteen weer in, op naar deel 2 van het drieluik en mijn eerste doordeweekse triathlon: die van Wilhelminadorp. Waar dat ligt, is ook nog net te zien op het kaartje bovenaan!