Stoer
Stel, het is de koudste 23 september ooit gemeten. Het is hooguit een graad of 11 en het regent, regent, regent, regent. In Alphen aan den Rijn organiseren ze net die dag een triathlon. Het wordt, zo staat achteraf op Facebook, een heroïsche editie. Op de kwart afstand wordt de wedstrijd zelfs gestaakt omdat te veel deelnemers onderkoeld raken. Uiteindelijk finisht meer dan een kwart niet.
Multiple choice vraag: bij dat gegeven, wat gebeurt er met mij?
A. Ik ga niet eens. Kom nou zeg, moet wel leuk blijven, dat triathlonnen!
B. Ik ga, ik start en realiseer me gaandeweg dat het gekkenwerk is. Ik stap uit voor ik onderkoeld raak.
C. De beslissing wordt voor me genomen: ik ben een van degenen die ze niet door laten gaan vanwege onderkoelingsrisico.
D. Ik start, finish, en ben dik tevreden met (naar omstandigheden) mijn beste prestatie van het triathlonseizoen.
Als je het mij vooraf voorgelegd had, wat had ik dan gezegd? A is door mijn hoofd gegaan, heel even maar. Maar ik dacht: ik laat me bij de laatste triathlon van het seizoen niet tegenhouden door een beetje kou en nattigheid. Zeker niet nu ik eindelijk weer kan hardlopen, want de achillespeesblessure is over. Ik wil gaan, ik wil finishen!
De kans op B of C zou ik echter best groot vinden. Ik kan niet goed tegen kou en nattigheid, relatief slechter dan veel andere sporters, dus als er een kwart niet finisht, is er een dikke kans dat ik daarbij zit. Ik ben wel eens niet gefinisht vanwege kou (zie hier), ik ben eerder op de fiets een keer onderkoeld geweest – ik ken het risico, niet voor herhaling vatbaar, en ik weet ook dat B er niet altijd meer in zit: je hersenen doen het bij onderkoeling ook niet goed meer.
Maar… het werd D, en daar ben ik beretrots op! Nee, geen wereldprestatie: met 2u53 bleef ik ver verwijderd van wat ik kan op een kwart. Maar ik was wél sneller dan vorig jaar, toen ik bij prima omstandigheden een totale off-day had. Ik was toen nog langzamer dan gister – tsjonge.
Want langzaam ging het gister zeker, althans, vooral het wisselen. Ik had vooraf geen definitieve kledingkeuze gemaakt en had dus diverse kledingstukken klaarliggen. Dat vertraagde de eerste wissel, zeker toen net van het shirt dat ik aan wilde trekken de mouwen binnenstebuiten zaten (foutje). Dat was een winter-fietsshirt, en daarin heb ik mijn bovenlijf warm weten te houden.
In de tweede wissel waren mijn handen en voeten zo koud dat ik mijn helm niet loskreeg, m’n fietsschoenen amper uit, tevergeefs probeerde sokken aan te trekken tegen de blaren, dan maar niet, maar toen m’n loopschoenen nog aan en hoe strik je veters met vingers die niks willen (de snelsluiters zitten op de schoenen die ik m’n achillespees nog niet aan wil doen)… en dat terwijl het ondertussen ook nog een flink stuk baggeren was door wat eerder nog een aardig parc fermé was geweest, maar nu een soort moeras was geworden.
Eigenlijk was die wissel het enige moment dat ik me echt afvroeg waar ik mee bezig was, en of het nog wel leuk was. Gelukkig zag ik om me heen iedereen worstelen met dezelfde problemen.
Daarna ging ik lopen op twee ijsklompjes, zo voelde het. Ik ben zelfs nog gestopt om te kijken of er niet een gelletje ofzoiets in m’n ene schoen zat, maar nee, het was echt alleen een steenkoude voet. Na 3 km was het ijs gesmolten, maar het heeft nog een rondje van 5 km geduurd tot m’n tenen warm waren. Ondertussen was ik wel mijn voeten aardig kapot aan het lopen, kleddernat en zonder sokken, maarja, dat is oppervlakkige pijn. Zo zien ze er vandaag uit (ja, het kostte me links ook wat nagellak):
Los daarvan liep ik eigenlijk best lekker: geen achillespeesproblemen, en pas na 8 km ging het zwaar voelen door het gebrek aan looptraining. Ik realiseerde me onderweg dat de vorige keer dat ik 10 km had hardgelopen vorig jaar bij dezelfde triathlon was geweest! Sindsdien was 8 km mijn langste afstand. Dus dik tevreden met m’n tijd net binnen het uur (bijna vier minuten sneller dan vorig jaar!) en met hoe het voelde: gewoon lekker eigenlijk.
Zwemmen en fietsen waren ondertussen nog wel okee gegaan. Het water was veel warmer dan de lucht en de grond, en de aparte vrouwen-zwemstart wel weer fijn rustig. Het viel me op dat je door de – toen nog – miezerregen de boeien slecht zag, dat had ik volgens mij nog nooit meegemaakt bij openwaterzwemmen. 22′ zwemmen is eigenlijk relatief de minste prestatie van de drie, vind ik, net zo traag als vorig jaar, maar geen idee hoe lang het echt was – mijn GPS is te vroeg gestopt met meten. Hier kom ik net het water uit (foto van de organisatie):
Op de fiets had ik wel koude benen gehad en langzaam verkleumende handen en voeten, maar ik had ook zo’n 12 vrouwen ingehaald en zelfs wat mannen op een ronde, en ik was volgens mij door geen enkele andere dame ingehaald, en daar was ik wel tevreden mee. Ik moest voorzichtig door de bochten en ik merkte ook wel dat ik niet altijd even geconcentreerd was op hard fietsen, omdat ik ook wel enigszins aan het overleven was. Desalniettemin blij met snelheid en vermogen. Vorig jaar was ik nog drie minuten langzamer, hoe is het mogelijk – ik ben op het ogenblik echt in veel betere doen!
Ik kwam dus kletskladderzeikenat over de finish (uitslag), maar ook heel blij en tevreden! Ik kreeg meteen een stuk warmhoudfolie over me heen, dat was zeer welkom. Ik ben linea-recta mijn spullen uit water en modder gaan vissen. Snel naar de auto, met dat folie als rokje om me heen. Bij de auto de droogste spullen die ik kon vinden aangetrokken, verwarming op de loeistand, snel naar huis, daar gauw onder de douche, en een grote stapel natte kleren in de wasmachine gepropt. Bijna alles wat ik bij me had gehad was nat, omdat mijn tas ook in de regen had gelegen.
(Note to self: de volgende keer niet de dag voor een natte en blubberige triathlon de badkamer schoonmaken. Zinloos.)
Dat de wedstrijd daarna is gestaakt, had ik niet meegekregen. In vergelijking met vorig jaar was het wel veel minder gezellig: geen marktpleintje, geen fanfare, weinig publiek, amper ouwehoeren in het parc fermé (vooraf kon het een beetje, toen was het nog droog). Erg jammer, ook voor de organisatie. Voor wie verder vooral alle hulde. Wat een helden, die vrijwilligers! Ik had niet graag in hun (natte) schoenen gestaan, want ik kon tenminste blijven bewegen. En respect ook voor de supporters die er wél waren, dat was hartverwarmend!
Vandaag, op de day after, voelen er een boel spieren stram en stijf, meer dan anders, en mijn voeten vertonen de sporen van gister. Maar ik ben wel erg blij dat ik dit seizoen zo van een prestatie heb voorzien waar ik ronduit trots op ben. Ik voel me superstoer!