Trainer

Workshops over optimaal training geven aan ouder wordende lopers

Gister was ik op de Looptrainersdag van de Atletiekunie. Ik ben daar drie keer eerder geweest als deelnemer, altijd met veel plezier. Dit keer was ik er workshopleider. Dat maakte het deels heel anders, en ergens vond ik het wel jammer om zelf geen workshops te kunnen volgen. Ik gaf er zelf twee, in ronde 2 en 3, en had er dus een kunnen volgen in de eerste ronde, maar toen verkoos ik een rustig rondje wandelen, goed voor de energiebalans op een lange en drukke dag. Deels was het ook hetzelfde, want het bleef ook zo een levendig evenement met prettig contact met looptrainers uit alle hoeken van het land.

En met een fraai plenair verhaal als aftrapper: Patrick van Hees, geluksexpert. Die had een interessant verhaal over waar mensen blij en gelukkig van worden, waarbij hij de algemene onderzoeksresulaten vergeleek met die van de aanwezigen. Het riep veel vragen bij me op waar in een zaal met 1100 aanwezigen natuurlijk geen tijd voor is, en ik nam me voor om eens te kijken of ik in kleiner en interactiever verband ooit eens iets met hem kan doen – wie weet.

Ik zag namelijk een boel raakvlakken met wat ik zelf in mijn workshops ging vertellen, bijvoorbeeld over het belang van doelgerichtheid voor geluk, over dat de omstandigheden weliswaar heel sh*t kunnen zijn, maar je altijd nog je gedachten en je gedrag zelf kunt beïnvloeden, en over de rol van wijsheid en levenservaring. Van Hees wist dat er ene 83-jarige hardlooptrainer in de zaal zat, en hij zei dat hij die graag zou spreken omdat je van zo iemand veel kunt leren. Dat sluit aan bij wat ik vertel naar aanleiding van de uitspraak ‘de ouderdom komt met gebreken’, dat die alleen de nadelen van ouder worden belicht, terwijl ‘de ouderdom komt met wijsheid’ net zozeer geldig is, maar daar gaat het maar weinig over. Hier zie je trouwens mij op de foto precies terwijl ik dat vertel:

Want na plenair gedeelte, wandeling en de allerlaatste voorbereiding (vooral: beamer aan de praat krijgen, dat ging heerlijk probleemloos) begon ik aan mijn workshops. Ik vond het heel leuk om te doen. Kern ervan was het gedachtegoed van hoofdstuk 1 van mijn boek: dat je je vormt naar je eigen beelden van en gedachten over veroudering.  Op deze slide zie je net de kern dus, met ook nog een citaat van Boeddha dat mijn boek net niet heeft gehaald (‘life is shaped by our mind, we become what we think’):

Ik had de deelnemers zeven vragen en stellingen voorgelegd, met steeds de keuze tussen twee antwoorden, A en B. A was steeds het negatievere, dus hoe meer A ze antwoordden, des te negatiever hun beeld van veroudering. In sommige gevallen zou ik ook A antwoorden (want ja, de ouderdom komt écht met gebreken), maar wel met een boel nuancering – zoals over die wijsheid. Die nuancering heb ik gegeven toen we de zeven vragen langsliepen, en ik kon ook aan de hand ervan illustreren hoe dat gaat, met dat je vormen naar je eigen beeld van veroudering. Dat ga ik nou hier niet doen, lees daarvoor maar mijn boek.

Daarna gingen de deelnemers in drie groepen uiteen om zich te buigen over de drie casussen die ik had gemaakt. De casussen zelf waren fictief maar gebaseerd op echte verhalen en ervaringen: van een loper van 59 voor wie de huidige groep bij de atletiekvereniging te snel is geworden door verjonging, maar voor wie ‘het niet meer hoeft’ als hij  naar een langzamere groep moet, van een loopster van 50 die als het even tegenzit vindt dat ze te oud wordt voor ‘die gekkigheid’ en van een wandelaarster van 65 die nieuw is bij de groep en denkt dat buiten adem raken gevaarlijk is op haar leeftijd. Hoe ga je daar als trainer mee om – wat zeg je? Ik hoorde in de groepen goede overwegingen en ze kwamen allemaal met positieve maar realistische reacties en oplossingen.

Ik leerde er zelf ook nog wat van – dat had ik gehoopt, en dat pakte dus goed uit. Dat de oplossing voor dat het tegenzit soms zo simpel kan zijn als nieuwe schoenen kopen bijvoorbeeld, daar zou ik niet aan denken. Of dat zo’n opmerking als ‘buiten adem raken is gevaarlijk op mijn leeftijd’ misschien meer de hakken in het zand zetten is tegenover een horkerige groepsgenoot of omdat het allemaal te veel in één keer is dan een échte angst. En dat je aan die loper die niet naar een andere groep wil kan vragen: ‘wat heb je nodig om wel prettig bij de vereniging te blijven lopen?’ – daarmee zijn wijsheid optimaal aansprekend.

Sowieso pakte mijn werkvorm goed uit, al zeg ik het zelf, en dat is altijd erg leuk. Dit was nieuw voor mij om te doen, ik had mezelf aangeboden bij de Atletiekunie, en ik moest toen de uitwerking nog bedenken. Dat vind ik ook van mijn reguliere werk een van de leukste dingen: werkvormen bedenken en uitwerken, van de casussen en vragen schrijven tot handouts maken. Groepen van 35 (beide workshops zaten in no-time vol!) zijn wel groot en druk, dus dat vroeg een aardige inspanning, maar het zijn natuurlijk wel heel constructieve en welwillende deelnemers. In de eerste ronde had ik een daarvan gevraagd een paar actiefoto’s van me te maken, dus die zie je hier (veel dank!).

Ik kreeg leuke reacties, globaal (‘eindelijk eens een positiever verhaal over ouder worden!’) tot een specifiek detail: ‘wat goed dat je de overgang noemde’. Ik verkocht ook nog een paar boeken, dus ik ging dik tevreden naar huis. Heen en weer kon ik meerijden met Paul, de trainer van manlief, wat makkelijk en gezellig was. Half 8 van huis en om 6 uur terug – en daarna lekker op de bank uitpuffen!

 

Door |2023-11-05T19:46:56+01:005 november 2023|Boeken, Trainer|0 Reacties

Nieuwe plannen

Tussen de tijdrit en het seizoenstoetje in Zierikzee had ik op trainingsgebied gefreewheeld: het was overgangstijd. Na Zierikzee wilde ik de draad weer oppakken. Ik had plannen gemaakt – en liep er meteen in de eerste week al tegenaan dat ik daar niet goed genoeg over had nagedacht. Ik had twee fouten op elkaar gemaakt:

  • Ik had geen heldere keuze gemaakt. Ik had me, eenmaal terug uit Oostenrijk, met verrassend groot enthousiasme op de andere twee sporten gestort. Ik had veel zin in hardlopen, en had bedacht dat het misschien wel net kan lukken om eind november in duurlooptempo een leuke halve marathon te lopen. Daarnaast is de zwemcursus erg leuk en nuttig, en wil ik daarvoor ook oefenen. Ik heb de andere twee sporten meer gemist dan waar ik me bewust van was! Daarbij wilde ik toch ook mijn fietsen op peil houden, met in het achterhoofd het – nog vage – plan om volgend jaar opnieuw naar de Radweltpokal te gaan. Duurlopen vlot opbouwen is zwaar, de donderdagavond-zwemtraining is soms zwaar, en pittig fietsen is ook zwaar, of anders de krachttraining ervoor wel: ik had forse spierpijn van de eerste keer squats en lunges weer. Dat zouden dus drie zware trainingen per week zijn. Dat is te veel.
  • Ik was min-of-meer ‘vergeten’ dat ik minder belastbaar ben dan normaal, zeker in de slechte vlagen met mijn darmen. Ik was dat niet echt vergeten, maar het was een paar weken relatief goed gegaan en met freewheelen loop ik er ook niet zo tegenaan dat ik soms moe en futloos ben en/of slechter herstel dan ik gewend ben. Dat is echter wel nog steeds de realiteit.

Dus wat er gebeurde is dat ik een paar dagen lekker had getraind en toen op vrijdag ineens helemaal geparkeerd stond. Mijn eerste trainingsweek was al meteen te zwaar en er begon een slechte darmenvlaag, de slechtste sinds augustus op vakantie. Het voelde ook een beetje zoals in Oostenrijk: de ene dag gaat alles nog, de volgende dag wil er niks meer. Zwaar frustrerend, maar ook leerzaam natuurlijk.

Ik heb nu op twee fronten weer perspectief:

  • Fietsen wordt de sluitpost en gaat echt even de onderhoudsstand in. In december zie ik dan wel weer verder. Ik bedacht dat allemaal al nadat ik die vrijdag op de fiets had geconstateerd dat intervallen fietsen op FTP er niet in zat. Ik toerde toen verder en had het eigenlijk meteen al op een rijtje. Met het weer van de afgelopen dagen is minder fietsen ook niet zo erg, moet ik zeggen – het seizoen speelt zeker ook een rol. Ik kan me erbij neerleggen dus, ook bij het onvermijdelijke teruglopen van m’n fietsspecifieke conditie.
  • Voorlopig moet ik me blijven aanpassen aan hoe het met mijn darmen gaat. Maar: het gaat nog even duren, maar er gloort voorzichtig weer wat hoop. Ik ben er heel vasthoudend voor moeten zijn, veel voor moeten doen, heel wat stress om gehad en ik ben geconfronteerd geweest met de ernst van het zorginfarct (wachtlijst darmspecialist: 12-15 maanden, en er is zelfs wachttijd voor wachtlijstbemiddeling), maar ik heb afgelopen week voor elkaar weten te krijgen dat ik andere medicijnen krijg tegen de parasiet. Hopelijk gaan die hun werk doen en is dat ook echt de oorzaak van de narigheid (dat is niet zeker). Duimen jullie mee?

In het wikken en wegen van mijn trainingsaanpak realiseerde ik me dat het bij een chronisch gezondheidsproblemen dat op en neer gaat (en dat gaan ze meestal) niet veel zin heeft om mesocycli te plannen, dus het idee van ‘drie weken op, 1 week af’. Soms dwingt de beperkte energie tot meer rust in die drie weken, en stel dat de week af net in een goede periode valt, dan blijft er helemaal weinig tijd over om iets op te bouwen. Dat is weer een bevestiging van wat ik vaker ben tegengekomen: de traditionele trainingsleer gaat uit van gezonde mensen. Als je dat niet bent, is trainen veel minder te plannen. Ik zal het voorlopig nog veel meer moeten nemen zoals het komt. Ik ben daar al veel beter in geworden sinds de zomer, maar ik leer nog steeds bij!

 

Door |2023-10-15T17:37:03+02:0015 oktober 2023|Fiets, Loop, Trainer, Zwem|0 Reacties

Fiets de Podcast: Optimaal blijven fietsen als de leeftijd omhoog kruipt!

Vandaag verschenen: Podcast #50 van Fiets Magazine, met mij! Ik praat een dik uur lang met hoofdredacteur Edwin en podcastmaker Herman over fietsen, trainen en mijn boek. Ik ben daarvoor in mei naar de studio onderin het gebouw van de redactie in Amsterdam geweest. Op het fotootje kun je zien hoe we erbij zaten. Het was mijn eerste podcast-ervaring en ik vond het erg leuk om te doen: uitgebreid praten met gelijkgestemde mensen over onderwerpen die me na aan het hart liggen. Met wat zijsprongetjes naar onder andere mijn favoriete ontbijt, de film ‘Slag om de Schelde’ en Trappistenbieren!

 

Door |2023-07-13T18:29:58+02:0013 juli 2023|Boeken, Fiets, Trainer|2 Reacties

Bullshitdetectie

Ik heb gister een webinar gevolgd dat, tot mijn verrassing, vandaag tot een dubbelpost kan leiden op dit blog en mijn andere over tekst en communicatie. Het was een webinar van Mysportscience Academy over pseudo-wetenschap in sport- en gezondheidsadviezen. Ik vond het erg leuk: inhoudelijk interessant, met een aanstekelijke dosis maatschappijkritiek, en goed gepresenteerd met fraaie visuals. Ik moest bijvoorbeeld lachen om de grote foto van een poepend rund toen het ging over de vele bullshit die er rondgaat.

Want daar ging het dus over: bullshit. Die is alomtegenwoordig. Gezondheids- en prestatieclaims die niet gefundeerd zijn op gedegen wetenschappelijk onderzoek en waar veel geld aan wordt verdiend. Die claims, die zijn talig, en daar is het raakvlak tussen mijn twee vakken.

Je bullshitdetector moet bijvoorbeeld afgaan bij vage woorden die wetenschappelijk klinken. Een voorbeeld was keto-adaptation: onduidelijk wat dat is, dus niet te meten; niet te testen.

Een voorbeeld dat mij erg aansprak ging over ‘oxygenated’ water, met zuurstof verrijkt. In een reclame daarvoor staat dat veel mensen een tekort hebben aan ‘schone’ zuurstof. Dat woord suggereert dat er ook ‘vieze’ zuurstof is. Maar dat is onzin.

Een tweede raakvlak is het domein van de drogredenen. Zo wordt er veel gepromoot met een beroep op vuistregels als ‘iets wat natuurlijk is, is goed’, de ad populum (‘als veel mensen het gebruiken is het goed’) en de autoriteitsdrogreden (‘als een succesvolle topatleet het gebruikt, is het goed’). Meer in het algemeen exploiteert de commercie onze gevoeligheid voor de ‘quick fix’. Die trucjes kun je leren doorzien.

Om een ander deel van de onzin te detecteren, moet je logisch nadenken. Bijvoorbeeld: hoe moet die zuurstof uit dat verrijkte water in je bloed komen? Dat gaat niet via de weg die water neemt, namelijk via je maag en darmen, maar via je longen. Voor andere claims heb je soms behoorlijk wat vakkennis nodig, en daar is dus een belangrijke rol weggelegd voor integere deskundigen.

Tot slot speelt media-wijsheid een rol. Media geven soms een heel rare draai aan onderzoek, en veel onzin wordt via de sociale media eindeloos herhaald.

Het is goed om sceptisch te blijven om niet in die onzin te trappen. Gebrek aan scepsis heeft zelfs vergaande consequenties. Al die niet-werkende nepmiddelen leiden af van het echte werk en kosten geld en tijd die je niet aan wel-werkende oplossingen kunt besteden. En er is echte schade. Op basis van holle claims is de omzet van de dieet-industrie bijvoorbeeld 71 miljard per jaar, en worden we gemiddeld alleen maar dikker – en ongelukkiger. Het belangrijkste effect van al die diëten is immers het beruchte jo-jo’en.

De sprekers, Asker Jeukendrup en Nick Tiller, waren zeer eensgezind in hun – voor mij dus verrassende – conclusie dat onderwijs in kritisch denken onontbeerlijk is. Daar begint het detecteren van bullshit. Ja, op de basisschool al, tot en met het hoger onderwijs. Ze zien dat echter veel te weinig. Ik kan het belang alleen maar beamen. En mijn ‘andere’ vak heeft daar een rol in te spelen: leren de sturende kracht van taal te doorzien.

 

Door |2023-05-25T10:29:59+02:0025 mei 2023|Trainer|0 Reacties

Sportkunstenaar in bedrijf: Asset health management

Ik heb donderdagmiddag als Sportkunstenaar een ‘intermezzo’ verzorgd van een half uur tijdens een afscheidssymposium ter gelegenheid van de pensionering van een bevlogen hardloper. Nouja, niet alleen hardloper en dat is ook niet zijn pensioen: het ging om iemand die zich in zijn werkende leven bezig heeft gehouden met asset management in de infrastructuur: het beheer van buizen, gericht op het verlengen van de levensduur daarvan. De andere praatjes gingen dan ook onder andere daarover.

Het was zijn collega’s opgevallen dat wat zij als asset managers doen eigenlijk best wel lijkt op wat sporters doen, of meer in het algemeen: asset management lijkt op wat je met een lichaam doet om het gezond te houden – fit for purpose. Je wilt dan bijvoorbeeld faalmechanismen opsporen en voorkomen. Dingen die kunnen scheuren of breken bijvoorbeeld, door een plotselinge grotere impact of door herhaalde kleinere. De conditie  wordt door allerlei factoren bepaald, waaronder het materiaal, de omgeving en de bedrijfsvoering. Dat materiaal degradeert, het wordt brosser, en gaat uiteindelijk, na een bepaalde levensduur en afhankelijk van de belasting, onherroepelijk stuk. Die time to failure duurt natuurlijk liefst zo lang mogelijk.

Dit soort ‘haakjes’ tussen asset management en fitheid vormden de aanleiding voor mijn onderdeel, om zo een brug te slaan tussen het werkende leven en de sport van de afscheidnemer. Ik werd er al een tijd geleden voor gevraagd en ik moest even wennen aan het idee, maar ik werd al gauw enthousiast, want inderdaad: het lijkt eigenlijk frappant veel op elkaar. 

Zo is het in beide gevallen moeilijk om er precies achter te komen hoe het er met de fitheid voorstaat: van de asset health index weet je niet alles wat je zou willen weten. Ik heb gister aan het begin van mijn praatje laten zien dat daar geen vastomlijnde definitie van is en dat de criteria ervoor die je wel vindt op internet nogal willekeurig zijn.

Er is bijvoorbeeld een lijst van criteria die zegt dat je als veertiger met gestrekte benen met je handen je tenen moet kunnen aanraken. De willekeur daarvan heeft deze vijftiger gedemonstreerd door haar handen plat op de grond te leggen, zoals op de foto hiernaast.

Ben ik zo fit? Welnee, ik heb de daarvoor benodigde lenigheid van mijn vader geërfd – dat is mijn materiaal. 

Aan je materiaal en je omgeving kun je niet zo veel doen, maar aan je bedrijfsvoering wel. Dat heb ik de ongeveer honderd aanwezigen dus laten nagaan: hoe staat het eigenlijk met jouw bedrijfsvoering, als beïnvloedbaar onderdeel van je asset health management? Ik had daarvoor in overleg met twee asset managers een scoreformulier met vragen bedacht en een oefening. Die deden het hartstikke goed: ik hoorde lekker gedruis – sommige vragen riepen duidelijk veel op, ik zag fraaie uitvoeringen van de oefening én er werd gelachen.

Dat lachen was zeker mijn bedoeling, en daarnaast wilde ik de aanwezigen aanzetten tot nadenken over wat ‘fit’ voor henzelf betekent en in hoeverre ze aan hun eigen norm daarvoor voldoen. Ik heb het zelf met veel plezier gedaan, het was verder ook een interessante en gezellige middag.

Sportkunstenaar in bedrijf, hopelijk wordt dat vervolgd!

 

Door |2022-11-27T16:45:35+01:0027 november 2022|Loop, Trainer|0 Reacties

Looptrainersdag: nuttig en aangenaam

Gister ben ik voor de derde keer naar de looptrainersdag van de Atletiekunie gegaan, dat wordt een goede traditie. Het was weer leuk, sterker nog: het was interessanter dan de vorige editie. Mijn workshops waren leerzamer, althans 2,5 van de 3, en ze werden voorafgegaan door een geweldig plenair verhaal. 

Eerst over dat verhaal. Dat was van Mark Tuitert. Ik kende zijn verhaal op hoofdlijnen, herken de filosofie die hij hanteert, en ik zou jeuk kunnen krijgen omdat het best wel een simplistisch maakbaarheidsverhaal is, zo van: held overwon diverse tegenslagen en eindigde glorieus aan de top (namelijk: met goud in Vancouver). Maar ik hing juist aan zijn lippen, en dat deed de hele zaal. Dat had er alles mee te maken dat hij een geweldige spreker is. Wat vooral opviel, was hoe veel hij van zichzelf blootgaf, bijvoorbeeld over hoe hij de vechtscheiding van zijn ouders ervoer (ik laat het bij een voorbeeld om niet te veel te spoilen). Daar zaten herkenbare dingen bij en ik voelde zowel kippenvel als het prikken van tranen achter mijn ogen. Als een spreker dat voor elkaar krijgt – wauw. Ik heb in lang niet zo ademloos naar iemand geluisterd.

Het enige wat ik heb opgeschreven is ‘verandering is een constante’. Tuitert doelde daarmee op de beste zijn, als topsporter – dat ben je altijd maar tijdelijk. Hij was rond de eeuwwisseling misschien de beste, of op weg dat te worden, maar toen braken eerst Shani Davies en daarna Sven Kramer door, en lagen de kaarten totaal anders geschud. Maar het geldt op andere vlakken net zo zeer. In je leven bijvoorbeeld, met het ouder worden.

Als er uit Tuiterts verhaal nog meer lessen te trekken zijn, volgen die hier later, want ik kocht in de lunchpauze zijn boek en hij signeerde het en ik zal het gaan lezen en er dan hier over schrijven.

Na die opening liep ik onder een heerlijk zonnetje naar de andere kant van het terrein van Papendal voor mijn eerste workshop, over fascia (bindweefsel) van Rita Zwiers. Daar had ik wel eens wat over gehoord, maar ik had geen samenhangend beeld. De gaten in mijn kennis werden opgevuld en we deden nuttige en aangename oefeningen, yoga-achtig:

Ik vond het als trainer nuttige extra kennis, bijvoorbeeld om rekening mee te houden bij blessures. Ik wist bijvoorbeeld niet dat fascia een belangrijke rol spelen in je balans, omdat er receptoren in zitten. Mijn beeld dat rekken op de yoga-manier goed en belangrijk is, zeker voor de lange termijn, is bevestigd. Voor mezelf neem ik me voor meer te gaan doen met verende oefeningen. En ik wil er eigenlijk ook nog wel meer over weten, eens kijken hoe dat kan.

De tweede workshop was buiten, van Andrea Hofsté: powerwalking. Ik was benieuwd in hoeverre dat een alternatief is voor mensen die tijdelijk of helemaal niet meer kunnen hardlopen. Dat is het inderdaad. De eye opener qua techniek voor mij was dat als je bij het wandelen je armen eigenlijk in de hardlooppositie houdt, dus met je ellebogen in een hoek van 90 graden recht naar voor en achter zwaaiend, je beter rechtop loopt en met je armzwaai je pasfrequentie kunt verhogen, zodat je sneller kunt lopen zonder dat je passen groter worden.

Het was lekker om op Papendal te wandelen. Bij powerwalking doe je ook krachtoefeningen, aangepast aan de natuurlijke omgeving – en daarvan had ik gister spierpijn!

Bij mijn keuze voor workshop 2 en 3 speelde in mijn achterhoofd dat ik me via mijn aanstaande boek specialiseer in coaching en training van ouderen, vandaar dat ik na de lunch een workshop deed over orthopedische hulpmiddelen, door mensen van Livit –  Die workshop was in twee helften:

  • De eerste helft ging over blades en dat is weliswaar ver van mijn bed, maar ik vond het wel heel gaaf om een keer zo’n blade van dichtbij te zien, compleet met illustratie van hoe die aan en uit gaat, want er was een para-atleet bij. Hij kon dus ook vertellen hoe het was om erop te (leren) lopen.
  • De tweede helft van de workshop ging over steunzolen, en daar heb ik eigenlijk niets nieuws gehoord en zeker geen antwoord op de voor mij meest brandende vraag daarover: wanneer is een steunzool de beste oplossing, en wanneer kun je iemand beter doorverwijzen naar, zeg, een fysiotherapeut, sportarts of nog een heel andere deskundige? Bovendien was het aangekondigde onderwerp ‘steunkousen’ kennelijk vervallen – jammer.

Net als vorig jaar vond ik dat na de lunch één workshop wat mager was, de middag ging zo wel heel snel voorbij. De lunch had wat mij betreft korter gekund, en dan had ik graag nog een vierde workshop gedaan. Dat is op zich een goed teken, lijkt me: de dag maakte leergierig.

Heen en weer rijdend met trainer Paul van Rotterdam Atletiek (van de groep van manlief) en tussendoor zo hier en daar wat babbelend met andere trainers (het waren er meer dan 1100 – een record!) was het ook een gezellige dag. Volgend jaar weer!

 

Door |2023-02-22T14:27:27+01:007 november 2022|Boeken, Loop, Trainer|0 Reacties

Boek is af!

Met deze druk op Verzenden heb ik zojuist het manuscript van Optimaal blijven sporten voor 45+’ers naar de uitgever gestuurd. Mijn boek is af!

Het was de laatste tijd niet meer druk in uren, maar wel nog in ruimte in mijn hoofd. Ongeveer twee weken geleden waren de laatste inhoudelijke en structuurpuzzelstukjes in elkaar gevallen en sindsdien had ik wel het gevoel dat het af was. Ik heb de laatste tijd besteed aan afredigeren en nog wat bijslijpen. Daardoor verbeterde het nog wel, maar het waren geen essentiële dingen meer.

Desalniettemin bleef ik er erg mee in m’n hoofd zitten, en daardoor had ik af en toe moeite om me met andere dingen bezig te houden. Lezen heb ik bijvoorbeeld heel weinig gedaan, al een tijdje.

Gister en eergister kreeg ik mezelf zelfs niet meer goed van de computer losgeplukt om te gaan sporten, overigens ook door andere dingen, waaronder ander werk dat ook nog af moest. Maar zo in beslag genomen worden is zeldzaam voor mij. En ook niet goed, merkte ik, dus vanochtend ben ik in Pernis wezen zwemmen, lekker op de fiets erheen, in de stralende zon, naar dat fijne zwembad, de ontdekking van dit seizoen. Ik knapte ervan op.

Er was eerder gelukkig wel ruimte voor leuke dingen en broodnodige afleiding. Afgelopen zondag hebben Nicole en ik bijvoorbeeld meegedaan met de Wassenaarse Zwemloop, een erg leuk en beetje spannend evenement: zwemmen in een zee met hoge golven en lopen over een loodzwaar maar prachtig parcours in de duinen.

Selfie van twee zonnige en winderige koppies

De wisselzone

Desalniettemin: mijn hoofd moet een beetje herstellen. Gelukkig heeft het daar de komende tijd gelegenheid voor!

 

Door |2022-08-31T16:44:12+02:0031 augustus 2022|Boeken, Loop, Trainer, Zwem|0 Reacties

Ik sta in Fiets, met een nieuwtje

Fiets Magazine heeft elke maand een rubriek ‘Fietser’ en deze maand sta ik daarin! Dat is sowieso leuk natuurlijk, maar wat er nog extra leuk aan is, is dat ik daarin een nieuwtje aankondig – iets waar ik al jaren op de achtergrond mee bezig ben: als alles goed gaat, verschijnt volgend jaar van mij een boek! Het is bedoeld voor mensen (m/v) die met hart en ziel sporten, merken dat ze een dagje ouder worden, en zich afvragen: hoe blijf ik goed en hoe houd ik het leuk?

Ik ben kort na mijn Ironman begonnen met schrijven – ik zag toevallig onlangs nog dat ik dat hier had aangekondigd. Het boek is een paar keer van opzet veranderd, en een paar jaar geleden in de plooi gevallen van dat over en voor die oudere sporter. En met ook: ik heb tien sporters geïnterviewd of op een andere manier erbij betrokken. Ik heb er ook eigen ervaringen in verwerkt, soms in de vorm van bewerkte stukken van dit blog. Daarnaast heb ik ook praktische en informatieve nieuwe stukken geschreven.

Het interviewen en schrijven was leuk en leerzaam om te doen. Het is zo het boek geworden dat ik zelf graag een jaar of tien geleden had willen lezen. Mijn zoektocht naar informatie toen heeft me onder andere langs opleidingen gevoerd en veel doen lezen en praten – grondstof voor dit boek. Een titel heeft het nog niet, daar ben ik hard over aan het nadenken.

De laatste maanden ben ik vooral bezig geweest met het zoeken naar een uitgever. Die heb ik nu, of althans: een mondeling akkoord, met enthousiasme over en weer – erg leuk. Wordt vervolgd dus!

 

Door |2022-03-23T13:41:00+01:0023 maart 2022|Boeken, Fiets, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport|1 Reactie

Hardlooptrainersdag: boel ambivalentie en toch tevreden

Eindelijk was ik gister weer eens naar de Looptrainersdag van de Atletiekunie. Ik was daar in 2017, toen vond ik het erg leuk. In 2018 was ik ziek, in 2019 te laat met inschrijven (ik was op vakantie en daarna was het vol) en vorig jaar ging het niet door. Dus eindelijk weer!

Althans, als ik van tevoren had geweten dat het weer zo uit de hand zou lopen met corona, had ik het misschien niet gedaan. Eigenlijk kon het niet, vond ik, ook niet met QR-code: honderden mensen uit het hele land die binnen door elkaar krioelden en op elkaar gepakt in rijen stonden voor koffie, op een dag met bijna een record aantal besmettingen. Met wat aanpassingen aan de logistiek had dat krioelen en hutje-mutje rond de koffie-automaten volgens mij best wel voorkomen kunnen worden, maarja, de QR-code lijkt wel een vrijbrief voor ‘alles kan’. 

Ik ben er zo goed en zo kwaad als het ging doorheen gelaveerd, erg ambivalent: ik was er zelf immers ook. Ik heb dat de laatste tijd vaker, dat ‘eigenlijk kan dit niet’-gevoel. Als ik uit de drukte vluchtte, trof ik op de rustigere plekken steeds mensen die daar ook mee worstelden, het was wel fijn om het er dan over te hebben.

Gister waren er drie workshoprondes, in 2017 vier plus een plenaire spreker. Ik vond het programma gister eigenlijk magertjes, voor wat ik ervoor betaal en de reis die ik onderneem naar Papendal. Ik was om 5 uur alweer thuis, wat op zich fijn is natuurlijk, maar mijn kennishonger was nog niet helemaal gestild.

Over twee van de drie workshops was ik niet direct superenthousiast, al vond ik ze wel aardig, en ik realiseerde me in de loop van de dag dat ze me wel aan het denken zetten, en dan zijn ze dus wel de moeite waard geweest. Ook ambivalentie dus eigenlijk – dat was kennelijk het thema gister.

Bij de praktijkworkshop van Oldstars Running deden we hele leuke dingen en het was heerlijk om buiten te spelen en met elkaar te lachen, maar ik snapte steeds maar niet wat hardlopers van 55+ enerzijds gemeenschappelijk hebben (behalve die willekeurige leeftijdsgrens) en anderzijds scheidt van jongeren. Er is nogal een verschil tussen een 55-jarige die voor het eerst wat gaat lopen omdat hij of zij meer moet bewegen en, zeg, een 55-jarige die recentelijk een PR op de 5 km heeft gelopen (dan wel haar 64-jarige echtgenoot die onlangs z’n 32e Rotterdamse marathon heeft gelopen). Toch vallen die allemaal onder Oldstars, althans, dat zeiden de organisatoren, maar deze 55-jarige met het recente PR vond het eerlijk gezegd toch een beetje bejaardengymnastiek.

Het punt van die gymnastiek was: beweeg gevarieerd. Dat lijkt me voor elke leeftijdsgroep relevant. En ik blijf moeite houden met het framen van ouderen als in principe krakkemikkig en het ‘wegmoffelen’ van prestatiegerichte ouderen. 

Enfin, na het uurtje buitenspelen ging mijn eerste theorieworkshop over Mystical Miles, door Hans Koeleman: hardlopen op basis van betekenisgevende verhalen. Dat was vermakelijk, maar ik vond het wat structuurloos waardoor ik nu niet kan zeggen wat de boodschap precies was. Koeleman vertelde zelf graag zijn verhalen, vooral dat over de nachtelijke duurlopen in de duinen die hij organiseert, maar voor de lopers is dat meer de ervaring dan het verhaal, lijkt me. Wel realiseerde ik me een boel over mezelf, onder andere:

  • Dat wielrennen/fietsen sporten zijn met veel meer verhaal dan hardlopen, dat ik misschien wel daarom wel wielerhelden heb maar geen hardloophelden, en dat dat misschien wel een factor is waardoor fietsen zo veel meer voor mij betekent dan hardlopen. Dat een sport van verhalen aan elkaar hangt, dat is voor mij vanzelfsprekend – ik dacht meteen aan wat Maarten Ducrot zo vaak zegt: 190 renners in koers, over de streep kun je 190 verschillende verhalen horen. Maar hardlopen heeft dat minder. Hardlopen is ook gewoon saaier in de zin van dat de sterkste (bijna) altijd wint. Wielrennen is veel meer een metafoor voor het echte leven.
  • Dat ikzelf praat over hardlopen en mijn sport in het algemeen als ontdekkingsreis, avontuur, zoektocht, en dat dat niet per se het frame is dat andere mensen aanspreekt.  Zo’n nachtelijke duurloop, daarbij denk ik: laat mij dan maar wandelen. In het spoor van helden, zoals Ellen van Langen, daar heb ik niks mee. Strijd en oorlog – noppes. Trots? Mwah. Maar anderen kan dat natuurlijk wel degelijk drijven. Als trainer moet je volgens mij op zoek naar het frame van je lopers, om ze te motiveren en bij te sturen niet zozeer je eigen verhaal ‘erin duwen’. Volgens mij was dat niet de boodschap van de workshop, maar ik had er wel wat aan! 

De derde workshop, door Luc Schout, ging over peesblessures en die was gewoon wel okee: helder verhaal, duidelijke structuur, goed afgestemde boodschap. Ik leerde daar vooral over het belang van een gefaseerde aanpak tijdens het herstel: de acute, herstel- en terug-naar-de-sport-fasen vragen om andere oefeningen. Dus niet bij achillespeesproblemen klakkeloos alleen maar de trap-oefening doen. Die is alleen op z’n plek in de middenfase, niet in de acute en ook niet in de terug-naar-het-sporten-fase.

Tussen de bedrijven door heb ik me aangenaam verpoosd met andere drukte-ontvluchters en ik ben heen en weer gereden met Paul van RA. Ik vond het wel lekker om weer eens een dag in het trainersvak ondergedompeld te zijn. Zo hoor je nog eens wat – ik praatte bijvoorbeeld maar heel even met iemand uit Brabant waardoor ik nu maar wel mooi bekend ben met de canicross.

Ondanks de ambivalentie is precies dat zo ontzettend lekker aan elkaar in het echt zien, dat ik heel erg hoop dat we nou eindelijk eens een goeie draai gaan geven aan die hele corona-ellende.

Om 5 uur thuis dus, daar bleek de sporttrui perfect te passen en ik heb ook nog een herbruikbare mok aan de dag overgehouden (wonderbaarlijk genoeg kregen we ter plekke toch nog koffie in kartonnen bekertjes, ook dat was nog een kleine ambivalentie – maar goed):

 

Door |2021-11-07T15:48:40+01:007 november 2021|Loop, Trainer|0 Reacties

Project daglicht, seizoen 2, week 1 √

Net als vorig jaar heb ik het voornemen om de hele wintertijd lang elke dag in het daglicht naar buiten te gaan, in totaal elke week minstens 7 uur. Deze eerste week was dat makkelijker dan vorig jaar, want ik ‘mocht’ onder andere op de stadsfiets naar een opdrachtgever hier in de stad om daar ‘live’ aan echte mensen rond een tafel een training te geven. Dat is sowieso supergaaf, en het zorgde voor 45 minuten daglicht.

Desalniettemin zit ik nog steeds veel naar mijn eigen beeldscherm te koekeloeren voor mijn werk, en ik denk niet dat dat gauw zal veranderen. Overdag naar buiten is dan broodnodig, vooral tegen de wintersomberheid en -futloosheid. Met het vroege donker moet ik er dan bijvoorbeeld voor kiezen om eerst te gaan hardlopen en daarna mijn werk af te maken. Daarbij was project daglicht vorig jaar een uitgelezen stok achter de deur, vandaar dit tweede seizoen.

De eerste week is prima geslaagd en er was zelfs een flinke dot zon bij dat daglicht – helemaal mooi! De foto is van de stiltewandeling van vanochtend. Met heen en weer vanaf huis goed voor 2 uur buiten, en daarmee ging ik royaal over de zeven uur deze week.

Door |2021-11-07T14:47:34+01:007 november 2021|Loop, Trainer, Waarom|0 Reacties
Ga naar de bovenkant