Zwem

Kwallen. Of: een jeugdtrauma overwinnen

In zee zwemmen heb ik van huis uit meegekregen: mijn ouders deden dat ook graag. Het kan niet anders of ik heb ook angst voor kwallen van hen overgenomen. Ik herinner me in elk geval dat ik er van jongs af aan voor ben gewaarschuwd.

Nu is zo’n waarschuwing in Westerschelde wel op zijn plek. Daar komen namelijk soms gevaarlijke kwallen voor. We noemden ze ‘boterkwallen’, ik weet niet of dat biologisch helemaal klopt. Ik ben ooit één keer fors met zo’n gevaarlijkere kwal in aanraking gekomen. Hij zat toen tussen mijn arm en mijn lijf, en dus werd ik over een flink oppervlak gestraald. Dat deed meteen gemeen veel pijn, en eenmaal uit het water werd het me zwart voor ogen – ik viel bijna flauw en had de rest van de dag hoofdpijn.

De lessen uit mijn jeugd en die ene nare ervaring bezorgden mij stevige kwallenfobie. Die heeft in de loop van mijn leven wel heel wat zeezwemplezier in de weg gestaan. Als ik wilde zwemmen, liep ik eerst heen en weer langs water- en vloedlijn om te kijken of ik kwallen zag, en als dat er meerdere waren of zelfs maar één echt enge, dan was ik het water niet in te krijgen. Ik ben er ook wel uitgesprint als ik iets engs zag of voelde – of meende te voelen. Toen ik leerde duiken, kwamen we een keer op de weg terug naar de boot door een kwallenschool – ik ging ervan hyperventileren. Bij een zwemtocht voor de kust van Vlissingen en bij triathlon Brouwersdam waren de overige omstandigheden ook lastig, maar de kwallen gaven de doorslag: niet voor herhaling vatbaar.

Ook met die ene nare ervaring was ik me ervan bewust dat mijn angst toch vooral irrationeel was. Veel kwallen doen niks, en anders is het hooguit een beetje prik. Te vergelijken met brandnetel, en daar draai ik mijn hand niet voor om. Ach ja, sommige mensen hebben het voor muizen of spinnen, ik voor kwallen. Zelfs bij foto’s van enge kwallen voel ik wat draaien in m’n maag.

En toen verhuisde ik naar Kapelle en leek niks me leuker dan volop zwemmen in de Oosterschelde. Zo vaak mogelijk aansluiten bij het groepje dat wekelijks tussen Kattendijke en Wemeldinge zwemt – heerlijk, leek me, het ultieme openwaterzwemmen. Van de paar keer dat ik aan de zwemtocht had meegedaan, herinnerde ik me amper kwallen.

Maar. Toen ging ik mee, en toen bleek het werkelijk te barsten van de kwallen. Althans, in mijn perceptie – de doorgewinterde zwemmers hier vonden het allemaal nog wel meevallen. Sowieso zijn ze laconiek: volgens hen zijn er in de Oosterschelde geen echt gevaarlijke kwallen en is het hooguit even vervelend. Gewoon doorzwemmen, dan spoelt de netel ook al weg.

Okee dan. De eerste twee keer waren het alleen van die kleine witte, en die doen sowieso niks. Desalniettemin schrok ik me af en toe een hoedje van ze onder me te zien, of er zo ‘pok’ tegenaan zwemmen met je hand – het onverwachte daarvan speelt een rol natuurlijk.

Aangenaam vond ik het niet, ik moest op mezelf inpraten dat het geen kwaad kon, dat het niet erger was dan een brandnetel, dat het zwemmen verder heerlijk was en een fijn onderdeel van de sportieve inburgeringscursus. Dat ging wel, het kost wel veel mentale energie en ook wel fysieke, want van een forse schrik kom ik prompt stil te liggen.

Het hielp wel dat er niets gebeurde – ik werd niet gestraald. Mede dankzij de bescherming van het neopreen natuurlijk. Soms kon ik wel lachen om mezelf: aan het eind van lang zwemmen worden m’n kuiten steeds sowieso wat kramperig (door het wetsuit?), en als ik dan zo’n ‘pok’ had, schoot de kramp er soms spontaan in.

De derde keer Kattendijke – Wemeldinge heb ik echt peentjes gezweten. Niet alleen waren het nóg meer van die kleine witte, maar ook zag ik veel grotere, met van die ogen, en blauwe en bruinachtige. Sommige hadden zichtbare slierten en van die ‘blubber’ onder het lichaam. Mijn zelf-peptalk bereikte nieuwe hoogten, en dit keer werd ik wel een beetje gestraald: net een klein prikplekje op m’n enkel. Maar dat is op zich dus helemaal niet erg. Het was al over eer ik thuis was.

Tussendoor ben ik een paar keer op eigen houtje wezen zwemmen, met Henk en/of Marc, en toen waren er nauwelijks kwallen. Dat kan dus ook. Genieten!

Wel ging het volgende probleem dagen: het water wordt zo warm dat het lekkerder is om zonder wetsuit te zwemmen. Maar dat scheelt nogal in m’n gevoel van veiligheid en bescherming. Ik kreeg de tip van een badpak met lange mouwen en een zwemlegging. Online was dat nog een aardige zoektocht langs aanbieders voor andere doelgroepen (moslima’s en grote maten), maar ik heb ze gevonden. Ze zijn van Billabong, een Australisch merk, ja, daar kennen ze ook enge kwallen, al gaat het meer om surfers te beschermen tegen de zon, begrijp ik.

(voor de fans van Roan Atkinson: I’m a mime!)

Het zwemt goed, maar gister trok ik voor het lange eind toch nog graag m’n Zeilvis aan. We zwommen voor het eerst (voor mij dan)omgekeerd: met de ebstroom mee, van Wemeldinge naar Kattendijke. Even na de start kwamen we door een school van die kleine witte, dat ging goed, ik bleef rustig en accepteerde de paar ‘poks’. Daarna waren er een tijdlang helemaal geen en was het idyllisch zwemmen in helder water op een prachtige zomeravond.

Maar daarna…. zag ik de ene na de andere grote, bruinige met slierten en blubber. Ik stierf weer duizend doden. Het nadeel van dat heldere water is dat je ze hartstikke goed ziet. Gelukkig zitten ze vooral wat dieper en zie je ze dus onder je – aan zo’n geval in m’n gezicht moet ik toch echt niet denken. Nouja, die gedachte heb ik dan natuurlijk wél. Urgh.

Ik heb er minstens één geraakt, maar ook weer zonder erg. Dat scheelde wel: kennelijk doen ook die engerds niets. Weer een stap.

Poe. Ik was blij toen we er waren, de stroom werkte niet heel hard mee, dus we waren lang onderweg. Fysiek geen probleem, maar mentaal was ik wel toe aan kwalloosheid.

Elke keer als ik weer bezig ben met mezelf moed inpraten en kalm houden, komt er ook wel een gedachte op als ‘waarom doe ik mezelf dit aan?’ Ik kan me voorstellen dat er wel een moment komt dat het me te gek wordt, maar op dit moment geldt voor mij duidelijk: ‘feel the fear and do it anyway’. Als ik dit zwemmen opgeef omwille van m’n kwallenangst, dan is die angst me de baas. Terwijl het dus een irrationele angst is. Als ik hiermee doorga, kan ik doen wat ik op dit moment supergraag doe (op die kwallen na). Ik laat me niet inpakken door angst. Daar is sporten sowieso goed voor: het biedt een speelveld om je angst onder ogen te zien, en daarvan wordt je wereld groter.

En ik vorder dus echt. Ik wist dat een paar weken geleden al: ik sprint niet meer het water uit bij de eerste de beste kwal en ik hyperventileer er ook niet van. Dat is al een hele stap. Gister merkte ik dat ik rustig door een school witte kwalletjes heen kwam zwemmen, en dat ook enger geen kwaad kan. Ik ben druk bezig met het overwinnen van een jeugdtrauma. En ik ben hartstikke lekker aan het zwemmen!

Dus: feel de kwallenfear and swim in de Oosterschelde anyway!

(de kwallenfoto’s bij deze post maakte ik langs het strand van Egmond, half juni)

Door |2024-07-19T15:14:48+02:0019 juli 2024|Waarom, Zwem|0 Reacties

En ook nog een tuin!

Ik heb het hier al uitvoerig gehad over de diverse geneugten van het nieuwe huis. Over één ding schreef ik nog niet: de tuin. Die speelt ook een positieve rol voor het sporten. Al meteen de eerste keer nadat ik in Kapelle was wezen zwemmen, hing ik met veel genoegen daarna mijn spulletjes te drogen aan een van de gloednieuwe waslijnen in de toen nog kale en lege tuin:

 

Een ander handigheidje is de buitenkraan, die zich prima leent als afspoelplek voor wetsuit en fiets. Ik merk al dat ik daardoor beter voor m’n spullen zorg – ben nooit zo’n enthousiaste poetser geweest, maar dit gemak scheelt wel. Deze foto is van gister, toen ik een nogal herfstig fietstochtje had gemaakt:

In het oude huis moest ik de tuinslang installeren, dus uitrollen en binnen koppelen aan een kraan, en stond ik vlak voor de keukendeur – met altijd nattigheid binnen tot gevolg. Wat al beter was dan m’n huis daarvoor, want daar moest ik m’n fiets meenemen onder de douche en daarna dus ook de badkamer poetsen! De kraan nu heeft zelfs ook warm water; we zijn aan het kijken naar een buitendouche.

Over het grootste sportgenoegen van de tuin schreef ik wel al eerder: buiten yoga’en, m’n dagelijkse oefeningen of krachttraining doen:

Dat was overigens wel van korte duur, want de zomer wil maar niet doorzetten helaas. Dat is het enige wat er nog aan ontbreekt om nog meer van de tuin te genieten.

 

Door |2024-07-06T11:40:03+02:006 juli 2024|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Sportieve inburgeringscursus

Vanaf onze verhuizing naar Kapelle, half april, zijn we onze nieuwe woonplek gaan ontdekken, zowel voor wat betreft de mensen als de omgeving. We waren er maar druk mee de afgelopen tijd – we gingen het onze sportieve inburgeringscursus noemen. En het was zonder uitzondering heel erg leuk:

  • Ik was al voor de verhuizing begonnen met sportief integreren, in de vorm van een borstcrawlcursus. Die werd georganiseerd in het zwembad van Kapelle bij zwemvereniging De Bevelanders door het groepje dat in het seizoen wekelijks tussen Kattendijke en Wemeldinge zwemt, en gegeven door Benjamin en Junior Vermeulen, twee jonge topzwemmers en broers. De eerste weken was het een beetje behelpen omdat ik niet altijd op dinsdag in het nieuwe huis bezig was. Ik heb de dag voordat de verhuizers kwamen gemist, toen vroeg het oude huis te veel aandacht. Later miste nog een keer doordat ik met de trein terug van werk in Den  Haag strandde in Bergen op Zoom. Maar dat viel me eigenlijk nogal mee: ik kon er 80 procent wél zijn. Het was wel een leuke en nuttige cursus, maar vooral was het een kans om mede-zwemmers te leren kennen. Zo ben ik al een paar keer met baangenoot Marc in de Oosterschelde wezen zwemmen. En aan het eind kregen we nog een diploma ook (we waren wel met meer, hoor, er waren er die laatste keer een paar ziek en druk met werk):

 

  • Op 17 mei gingen manlief en ik voor het eerst als kersverse Zeeuwen met de trein naar onze provinciehoofdstad, om daar mee te doen aan de stadsloop. Dat was een tip van de notaris bij de overdracht van ons nieuwe huis. We kwamen hem ook tegen, dat was leuk. Het waren drie rondjes door de prachtige stad. Middelburg moet toen ik opgroeide in Vlissingen ook al mooi geweest zijn, maar ik had daar toen duidelijk geen oog voor!

  • De dag erna wandelden we ruim 20 kilometer vanuit Kapelle: de Franse Slag Mars. We vonden het een prachtige wandeltocht. We maakten kennis met de Yerseke Moer en ontdekten nieuwe paadjes rond Kapelle. Het was uitstekend georganiseerd. Niet te druk maar wel gezellig. Manlief maakte een foto van een kluut waarvan ik niet geloofde dat die zo nat kon zitten broeden, maar met wat inzoomen bleek het toch echt zo te zijn:

  • Op 25 mei fietsten we naar Middelburg en terug, en liepen we daar mee in de Zeeuwse Klimaatmars. Weer een rondje door die mooie stad! Heen op de fiets volgden we de borden en dat was een vrij saaie route. Ik realiseerde me dat mijn beeld van Zuid-Beveland als kind nogal is bepaald door het Sloe, een polder uit de jaren vijftig – het eerste wat je ziet als je van Walcheren komt. Ik ben nu steeds verrast door hoe veel mooier Zuid-Beveland is dan dat! Op de terugweg bleek dat maar weer eens. We lieten toen Google onze route bepalen, en dat leidde over een smal fietspad door het Poelbos, erg leuk!

 

  • De dag erna reden we de 100 kilometer van de Meidoorntocht, georganiseerd door de plaatselijke toerclub TTC Kapelle ’79. Prachtig, alleen helaas bijna non-stop kille regen. Het was heel rustig, en ook niet zulk fotogeniek weer. Maar dus wel goed om nieuwe weggetjes te leren kennen.

 

  • Op 29 mei heb ik mijn letterlijke en figuurlijke koudwatervrees overwonnen en ben ik meegegaan met het Kattendijke-Wemeldinge-zwemgroepje. Op de kwallen na was dat heerlijk. We zwommen de 3,8 kilometer in een uur, met z’n zevenen, wind en stroming mee, op een heldere en zonnige avond, watertemperatuur 17 graden. Zout water – het ultieme openwaterzwemmen! Ondertussen ben ik nog een keer meegeweest, weer tof en gelukkig warmer water – maar nog meer kwallen (over wat ik daarvoor moet overwinnen schrijf ik nog wel een andere keer). Als het met de kwallen niet heel erg uit de hand loopt, ga ik vaker mee.

  • Op 4 juni ging Henk kennismaken met zijn nieuwe atletiekvereniging, meteen in de vorm van een wedstrijdje. Ondertussen is hij lid geworden al een paar keer gaan trainen.

 

  • Op 7 en 8 juni deden we in totaal drie keer mee aan de Delta Ride for the Roses: ik de Ladies Night Ride en de 120 kilometer, Henk alleen die 120. Bij de Ladies Ride waren we met een heuse delegatie van vier uit Kapelle:
    Corine (naast mij) en ik konden mee met de kopgroep van acht dames op de 30 kilometer, wat gaaf was: lekker doorrijden achter de motoren aan! Saskia en Annet zaten er vlak achter. Het was een prachtige avond met strakblauwe lucht en erg gezellig.
    De dag erna was het ook gezellig, op de 120 kilometer, met gezelschap van Dies uit Yerseke, die ik ken van het zwemmen:Gelukkig kon ik toen af en toe in het zuchtje van die twee mannen, want het ging eerst knoeperhard (min-of-meer gegroepeerd en gedoseerd over de Zeelandbrug, maar zo rommelig dat wij heel hard moesten rijden) en daarna hadden we op Schouwen langdurig de forse wind tegen. Bovendien is het van een paar jaar geleden dat ik nog eens 135 kilometer reed (de totaalafstand vanaf huis), en van nog veel langer geleden met een gemiddelde snelheid van 28 km/u! Ik baalde er af en toe van dat het me te hard ging en dat ik er behoorlijk doorheen kwam te zitten, totdat ik me realiseerde dat ik best wel met iets bijzonders bezig was. En dat nog bepaald niet in hoogvorm, kort na de verhuizing en met die aanhoudende luchtwegproblemen.

 

  • Op 12 juni was de jaarlijkse zwemtocht Kattendijke-Wemeldinge. Onder – relatief – barre omstandigheden: het Oosterscheldewater was net ervoor gedaald in temperatuur en kouder dan anders bij deze tocht (ja, het was lang maar een treurige lente/zomer, qua weer). Gelukkig was het verder wel okee weer, nouja, fris, en de wind kán gunstiger staan, maar het was rustig met zelfs wat zon. Ik heb gezwommen met handschoenen, dat had ik nog nooit over zo’n afstand gedaan. Misschien lag het daaraan dat ik het vrij zwaar vond, maar ik kreeg geen dode vingers en ik had verder ook geen last van de kou. Ik heb er 56 minuten over gedaan, en dat is het langste dat ik ooit in water van die temperatuur heb gezwommen. Dat ik het aandurfde en – kon, is mede dankzij het winterzwemmen en -dippen van de afgelopen winters. Ik kan beter tegen kou en weet ook beter waar mijn grenzen liggen. Dat was fijn, en qua inburgering was het helemaal leuk: heen met Marc en Geertje van de cursus, daar al allemaal bekenden van de cursus en de eerdere keer meezwemmen, gezellige nazit.
    Vlak voor de start maakte Marc een foto met manlief en mij erbij:

    Ik bedacht: wie had dit bij onze eerdere deelnames kunnen denken? De eerste keer wist ik amper waar Wemeldinge was, laat staan Kattendijke, en nu is het ’thuis’.

 

  • Gisteravond hebben we meegedaan aan een zwemmarathon in het zwembad van Kruiningen, als leden van het Kattendijke-Wemeldinge-team van zeven, met Henk als enige man, en verder Margareta, Geertje, Gerry, Alida en Anje. Het was voor ons een ontdekking van zwembad Den Inkel, met een prachtig 50-meter-buitenbad, waar we een baan bijna voor onszelf hadden. We zwommen drie uur lang om en om in estafettevorm, ruim 8 kilometer in totaal, waarvan ik 1200 meter voor mijn rekening nam. We werden daarmee zevende van acht teams – het was indrukwekkend om de snelle zwemmers bezig te zien. En het was hartstikke gezellig. Hier zijn onze teamfoto’s van voor en na:
    We fietsten terug met Margareta en haar man uit Hansweert, die ons de weg wezen over een route om Kruiningen heen en over de sluizen. Dat was ons eerste fietsritje in het donker, ook wel bijzonder.

Ik ben los van de evenementen ook al wezen zwemmen met Marc en fietsen met Corine, Henk is wezen lopen met Saskia. We zwerven echter ook heel wat op eigen houtje rond, samen of alleen, te voet en op de fiets. We kiezen daarbij doelbewust voor verkenningen: nieuwe weggetjes en paden, zeker als die er leuk uit zien. Ik schreef het hierboven al: en dat is verrassend mooi. Een prachtige plek is bijvoorbeeld het uitzicht over de Deesche Watergang, de favoriete plek van Hans Warren, van wie het gedicht ‘Thuiskeer in Zeeland’ daar dan ook vereeuwigd is:

Er zijn in Zeeland enkele permanent uitgepijlde wielerroutes. Ik reed ik een groot deel van de Jo de Roo route, vernoemd naar de coureur uit Schore, hier vlakbij. Prachtige route, en ook weer wat leuke nieuwe weggetjes ontdekt. Smaakt naar meer! (Jo de Roo zagen we ondertussen ook al een keer in het echt, en wel bij de signeersessie van Freek de Jonge in de Kapelse boekwinkel).

Ik ben ook op zoek geweest naar geschikte parcoursen voor mijn fiets-intervaltraining. Dat gaat bijvoorbeeld goed langs het kanaal door Zuid-Beveland en op de Postbrug, die net doet alsof het een heuse col is:

 

* * *

We hebben het, kortom, reuze naar onze zin. In de omgeving, maar vooral ook tussen de mensen. We treffen bij het sporten steeds hartstikke aardige en gezellige mensen, voor wie we er vanzelfsprekend bijhoren. Hartstikke bedankt allemaal, voor dit goede begin, en dat er maar meer mag volgen! Dank ook voor de foto’s, en het delen ervan.
Speciaal bedankje bij dit alles is voor Corine – dat we eind september, nog helemaal vol van ons net gekochte nieuwe huis, in Zierikzee naast haar stonden in het parc fermé van de triathlon, daarmee is onze sportieve inburgering begonnen!

 

Door |2024-06-29T16:03:45+02:0029 juni 2024|Fiets, Loop, Vrouwensport, Waarom, Zwem|3 Reacties

Reuktraining

Ik ben gister begonnen met een soort training die ik nooit eerder heb gedaan: reuktraining. Ik ruik door een ‘freaky’ verkoudheid ondertussen al zes weken vrijwel niets. Dat het door een verkoudheid komt, maakt dat ik alle hoop mag hebben dat mijn reukvermogen binnen een paar weken terugkomt, sneller en beter dan bij griep of covid. Maar toen ik afgelopen week op zoek ging naar informatie, kwam ik de reuktraining tegen en toen dacht ik: wie weet kan ik het zo bevorderen.

Ik mis het ruiken verschrikkelijk. Ik heb het eerder gehad, dus ik wist ervan, maar toen was het niet zo lang. Het maakte me toen bewust van de belangrijke rol van geur – iets waar ik tot die tijd nauwelijks besef van had. Niet kunnen ruiken is daarom typisch iets wat je gehad moet hebben om te beseffen wat het écht betekent, voor mijn leven en mijn sporten:

  • Het is praktisch onhandig en dat kan zelfs gevaarlijk zijn. Ik kan niet ruiken of mijn kleren in de was moeten maar ook niet of de melk nog goed is en of er iets (aan-)brandt. Voor dat soort dingen leen ik manliefs neus en we hebben in het nieuwe huis veel brandmelders, maar toch.
  • Het scheelt heel veel genot:
    • Van de smaak van eten en drinken is niet veel meer over. Dankzij de basissmaken die via mijn tong gaan, proef ik echt nog wel wat, althans, bij sommige voedingsmiddelen, maar dat is allemaal heel vlak en van een paar van mijn favoriete etenswaren en dranken blijft bijna niets over: thee, koffie, bier, kruidig eten, zomerfruit… het smaakt afgerond naar niets. Daardoor is het ook het samen genieten en proeven weg – we hadden streekbiertjes gekocht, maar die uitproberen is voor mij zinloos en zonde van het bier. Ik had een proefsetje energierepen gekocht, onder andere met noga-smaak – ook zinloos. Wat overblijft is vooral mondgevoel, en dat maakt dan ook veel uit voor toch nog een beetje plezier in m’n eten. Gelukkig vervormen de smaken niet, iets wat ik me van de vorige keer wel herinner. Toen waren koffie en wijn ronduit vies, nu zijn ze alleen maar vlak. Maar ik kan werkelijk snakken naar weer eens een keer echt lekker eten. Ik blijf het ook vergeten. Zoals gister: manlief had aardbeien gekocht en zette die op tafel. ‘Hmm, lekker,’ zei ik – ‘onee’. Urgh. Ik eet ze wel, voor het mondgevoel en de vitamines. En dat levert ook heus wat op. Maar het is bij lange na niet zoals normaal.
    • Ander geurgenot. Het voorjaar ruiken, zeker in of na de vele regen. Gewoon de frisse buitenlucht. Manlief. De keuken: kookgeuren, verse koffie, vers brood. Lekkere geurtjes (m’n douche-gel ruik ik gek genoeg soms wél, al die weken lang al, een klein vlaagje). Gelukkig hebben we op dit moment sowieso geen hamsters in huis, anders zou ik de geur van hun vachtje ook vreselijk missen, dat doe ik altijd heel graag: ze oppakken en dan even m’n neus daarin duwen, hmm… Ik kan me voor ouders ook goed voorstellen dat het vreselijk is om je kind niet te kunnen ruiken. Om maar iets te noemen.
  • Het geeft vervreemding. Met een schok van herkenning zag ik dat het tijdschrift van de patiëntenvereniging voor reuk- en smaakstoornissen Achter Glas heet. Ik heb die woorden letterlijk gebruikt om die vervreemding mee uit te drukken: omdat ik niet ruik waar ik ben, lijkt het soms of ik er niet echt bén. Inderdaad alsof ik het van achter glas waarneem. Ik kan me van jaren geleden nog herinneren dat dat kwartje viel in de sportschool: ik ‘ben’ hier niet, want het ruikt niet naar sportschool. Van de mate waarin geur maakt dat je ‘aardt’ op een plek was ik me voor die tijd niet bewust. Het is minder erg als ik samen ben met andere mensen, dan gaat mogelijk een dusdanig groot aandeel van mijn aandacht naar het contact dat ik de geur minder mis. Dat is wel weer interessant ook. Dit keer had ik de naarste ervaring toen ik een keer een prachtige tocht fietste, maar dat leek niet goed tot me door te dringen. Alsof ik met mijn hoofd wel wist dat het mooi was, maar het niet kon voelen. Ik vind het ook heel naar dat ik mijn nieuwe woonomgeving niet kan ruiken. Zwemmen in de Oosterschelde zonder te ruiken dat dat water zout is. Ik heb mijn reuk nodig om me hier helemaal thuis te gaan voelen.

De vervreemding, het gemis, het gebrek aan genot, het uit elkaar rammelen van hoofd en lijf en het grote verlangen naar iets wat niet kan…. je zou van minder depressief worden, en ja, ik  werd er bij vlagen somber van. Ik moest mezelf echt inprenten: het komt goed, het komt goed, het komt goed…

Werd schrijf ik net, want er is hoop. Met de reuktraining heb ik mijn lot meer in eigen hand genomen, en bovendien, hoera, ik ruik tijdens die training echt wel iets! En ik heb het idee dat het mogelijk ook net weer een klein beetje aan het terugkomen is. Het is nog niet veel en buiten de training komt het alleen nog maar ‘binnendoor’, dus iets meer smaak aan mijn eten – echt ruiken aan de lucht doe ik nog niets. Maar wie weet…

De training bestaat uit het ruiken aan vier flesjes essentiële olieën, je goed realiserend welke geur het is. Als je het heel systematisch doet, moet dat twee keer per dag aan de vier flesjes met vijf minuten tussenpauze, maar zo strak doe ik het niet. Dit zijn ze, het gaat om de basisset (er zijn er drie):

  • Een bloemengeur: roos. Die ruik ik af en toe, zwakjes; op andere momenten ruik ik wel wat, maar ik zou dat niet als roos kunnen  identificeren.
  • Een citrusgeur: citroen. Die ruik ik ook af en toe en op andere momenten niet, maar wel sterker dan roos.
  • Een frisse geur: eucalyptus. Die geeft altijd een fris gevoel in mijn neus en meestal is dat ook wel duidelijk eucalyptus.
  • Een kruidige geur: kruidnagel. Die doet het het beste: kruidnagel ruik ik altijd wel en dat is erg lekker. Het is sowieso al heel fijn om überhaupt iets te ruiken, na weken deprivatie, en ik heb daar nu zelfs enige controle over, dat is fijn. Ik bedoel: als ik graag even iets lekkers wil ruiken, kan dat met dit flesje.

De verkoudheid lijkt ook een eind weg, al blijf ik nog een beetje snotterig soms. Dat is een van de dingen die ik gister proefde: snot. Dat is dan weer niet zo fijn, want ja, niet kunnen ruiken behoedt ook voor vieze dingen natuurlijk. Manlief heeft hier een paar dagen last gehad van de kurk- en lijmlucht in de bijkeuken toen we daar een mega-prikbord over de hele wand hadden gemaakt. Ik merkte niks. Maar ik was gister toch blij met de snotsmaak. Vieze dingen ruiken, ik heb het er zó voor over.

 

Door |2024-06-07T11:03:28+02:007 juni 2024|Fiets, Zwem|0 Reacties

Druk weekend

De laatste weken waren op sportgebied druk en leuk. Er was van alles te beleven hier in de buurt en we grappen al dat we wel bezig lijken met een sportieve inburgeringscursus. Daarover echter een andere keer meer. Dit weekend hadden we twee evenementen die niet met onze verhuizing te maken hadden en die we allebei al eerder gedaan hadden: de Dordtse Biesbosch Triathlon en de Koppeltijdrit Hoeksche Waard.

Die dubbele planning was een beetje per ongeluk: we hadden ons al ingeschreven voor de triathlon toen de datum van de koppeltijdrit bekend werd, en die wilden we echt heel graag doen. We vinden dat sowieso leuk om te doen, vorig jaar konden we niet want ziek, en we komen graag bij De Hoekse Renners. Al is het alleen maar omdat we elkaar hebben leren kennen bij hun cyclo in 2002. Bij de verhuizing doken de handdoekjes die we toen kregen weer op, en we hebben er eentje laten inlijsten. Sinds vrijdag hangt die op een mooi plekje in ons nieuwe huis:

Ik ging het weekend echter in vol met twijfels. Ik schreef een paar weken geleden al over de ‘niet in de koude kleren’ van de afgelopen tijd, en de verkoudheid die ik daar omschreef als ‘een van de zwaarste ooit’ duurt nog steeds voort. Ik heb dus al kennisgemaakt met de nieuwe huisarts en met de andere ontstekingsremmende neusspray die ik van hem kreeg, verbetert het wel, maar het gaat traag. Ik ben nu dik zes weken bezig, waarvan ik er vijf niets ruik. De lange duur en de combinatie van volle holtes, vermoeidheid en het effect van niet ruiken (kort samengevat: sterk verminderd genot, onder andere doordat ik bijna niets proef; vervreemding doordat ik niet ruik waar ik ben) maakte me de afgelopen tijd af en toe ook somber. Wat gek is, want ik heb het reuze naar mijn zin op onze nieuwe plek.

Ik verlangde vorig jaar al naar onbevangenheid (zie die link naar ‘want ziek’ van  hierboven), nou, het aantal weken sindsdien dat dat het geval is geweest, is ergens rond de vijftien. Écht fit is van september 2022. Er is de hele tijd wat. Dat frustreert. Nou weet ik wel dat ik kort na een verhuizing niet kan verwachten in topvorm te zijn, maar ik mis op mijn slechtere dagen ook het perspectief erop. Het is op dit moment vooral een geduldskwestie – waar de huisarts ook voor waarschuwde. Ik en m’n freaky verkoudheden… Gelukkig gaat sporten op zich wel, beetje aangepast soms.

Nou goed, en daar kwamen nog een paar andere kleine pijntjes bij in de aanloop naar zaterdag, vandaar de twijfels. Oja, en het is ook de hele tijd behelpen met het weer natuurlijk. Wat een voorjaar, zeg, of meteorologische zomer sinds gister. Nou, de lucht zag eruit als in november. Gelukkig bleef het wel droog, en de watertemperatuur was okee, met een dikke 18 graden.

De Dordtse Biesbosch Triathlon is een zeer breed evenement, waar het vooraan knetterhard gaat, maar waar ook een boel debutanten aan meedoen, een enkeling op stadsfietsen enzo. Dat zijn de leukste triathlons! We kwamen bovendien nog bekenden tegen ook, het lijkt dan soms een kleine wereld.

Het ging eigenlijk verrassend goed. Zwemmen gewoon okee, in precies elf minuten, daar is nooit  veel over te zeggen in buitenwater, maar het voelde goed. Fietsen ging zoals ik had gehoopt (dus beter dan gevreesd), met een vermogen dat leek op wat ik vorig jaar (beter getraind maar en fit maar met gekneusde ribben achter de rug) reed.

Het woei zo hard dat ik met zijwind het stuur niet durfde los te laten om te drinken, maar verder ging het lekker. Bij het binnenkomen van de wisselzone had ik even een moment van glorie want ik was op dat moment derde dame. Ik wist dat dat van korte duur zou zijn. Ik werd al voorbij gewisseld, en ben ook nog stevig ingehaald bij het lopen. Dat ging bij mij niet hard, maar wel gestaag, en geheel pijnvrij – dat viel weer alles mee, ik had wat last gehad van een voet namelijk. Tijdens het lopen kon ik ook het beste van het fraaie parcours genieten, dat was leuk.

Ik finishte zo in 1:22:54, in het linkerrijtje bij de dames, en met nog één andere 50+-dame voor me. Ik hoef me nog steeds nergens voor te schamen.

En het leverde een erg leuke medaille op:

Met ’s avonds nog bezoek was het een drukke maar leuke dag. De fietsschoenen waren nog niet eens helemaal droog toen ze vanochtend bij een vroege start weer in de auto verdwenen op weg naar de Hoeksche Waard. De koppeltijdrit van de Hoekse Renners is een leuk, klein evenement. Met bekenden weer natuurlijk – manlief is een Hoekschewaarder. Met jeugd en dus ouders die twee keer meedoen: voor zichzelf en als gangmaker voor zoon (vooral) of dochter. Of andersom: de enige andere oudere vrouw die meedeed (voor zover ik zag) werd gegangmaakt door haar volwassen dochter, erg leuk. Bovendien met relatief veel handbikers, en die startten ook gewoon tussen de rest in. Terwijl ook hier ‘vooraan’ knetterhard gereden werd.

Ik voelde de dag ervoor wel hier en daar in mijn benen, dus ik had opnieuw geen idee wat ik kon verwachten. Gezien de omstandigheden  ging het best wel goed, alleen blies ik mezelf in de tegenwind in het derde rondje op. Toen moest manlief even de kop overnemen, daarna ging het weer. Met 33,9 hebben we harder gereden dan in 2019, en opnieuw kwam mijn vermogen goed in de buurt van dat van vorig jaar, minus de triathlon gister, die ik echt nog wel voelde.

Fotograaf: Samantha van Holten (met dank)

Het was ook leuk om te doen: je gaat een soort tunnel in, van 21,5 kilometer hard doorstampen. En zo veel voor écht met z’n tweeën is er verder niet. Ik kwam wel vrij dood over de finish. Gelukkig zei manlief dat hij af en toe best moeite had gehad om in m’n wiel te blijven.

Tijdritkoppel

Wat ik wel merkte, allebei de dagen, is dat mijn hartslag niet zo hoog oploopt. Dat is de verkoudheid, denk ik. Dat is jammer maar het biedt ook perspectief: ik rijd dezelfde vermogend bij een iets lagere hartslag dan vorig jaar. Als ik weer fit ben… Als ik weer eens wél helemaal fit ben. En als ik dan eens echt lekker door zou kunnen trainen de komende tijd. Als….

Nou goed, dit was gewoon een leuk weekend. Lekker moeie benen nu. En ondertussen is de zon nog gaan schijnen ook!

Mooi beeld voor het weer van vandaag. Later hebben we er wel in gezeten overigens, al was dat frisjes.

 

(de twee triathlon-actiefoto’s met dank aan de organisatie)

Door |2024-06-10T12:35:03+02:002 juni 2024|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

De eerste nieuwe-thuiswedstrijd

Vanochtend heb ik meegedaan aan de Zwemloop Stellenplas, bij Heinkenszand, 13 kilometer hiervandaan. Dat kon dus makkelijk op de fiets en het telt als ’thuiswedstrijd’: de eerste vanuit het nieuwe huis.

Ik ging erheen met veel zin vanwege het prachtige weer en grote nieuwsgierigheid naar de omgeving en het parcours, en met lage verwachtingen qua prestatie. De laatste weken zijn me niet in de koude kleren gaan zitten, met de verhuizing en de verkoudheid die ik in mijn vorige blogpost nog omschreef als ‘pittig’, maar die ik nu kan classificeren als een van de zwaarste ooit. Op de koorts en het hoesten volgde nog problemen in mijn bijholtes. Die zijn nog niet helemaal over, mijn energieniveau kruipt omhoog maar is zeker nog niet normaal, en ik ruik nu al meer dan twee weken helemaal niets, waardoor ik ook vrijwel niets proef. De combinatie van symptomen is voor mij zeldzaam, terwijl ik toch zeer ervaringsdeskundig ben op verkoudheidsgebied. Dit is een ‘ouderwets’ slecht voorjaar op dat gebied, met eerder al wekenlang keelpijn. Tsja, rottig virus en te druk gehad. Ik kan het allemaal wel relativeren  en gemiddeld gaat het altijd nog veel beter met m’n luchtwegen dan vroeger, maar vervelend is het wel. Niet kunnen ruiken is echt ruk, en ik weet van een eerdere keer dat het nog wel weken kan duren.

De keerzijde is dat we hard opgeschoten zijn qua dozen leegruimen en het nieuwe huis inrichten, dat dat allemaal leuk en mooi wordt, en dat het vooral nu met het mooie weer werkelijk heerlijk is om hier te wonen. Vandaag onderstreepte dat. Het was een vroege start om via de kortste route naar Heinkenszand te fietsen – een schitterend tochtje, met onder andere een kievit die een buizerd achterna zat en een haas. Manlief was mee, voor de gezelligheid, het supporteren en de foto’s. We waren al vroeg bij het zwembad, in een recreatieoord. Dus op het gemakje nog koffie gedronken en de eerste startserie bekeken.

M’n spulletjes klaargelegd en om half 10 kon ik starten, voor 500 meter zwemmen in een buitenbad met water van ongeveer 20 graden, en daarna 5 kilometer lopen.

We waren maar met z’n tweeën in de baan, wat een luxe! Desalniettemin zwom ik niet echt lekker: het voelde zwaar en traag en ik raakte hem niet echt. Als ik harder probeerde te zwemmen, had ik meteen geen lucht meer en wel een boel slijm. Ik til hier echt m’n hoofd veel te ver op, urgh:

Gelukkig zag ik vanuit mijn ooghoeken dat ik niet al allerlaatste aan het ploeteren was. Ik was wel blij toen ik het ’tikje’ kreeg en het er dus bijna op zat.

Wel viel het me tegen toen de banenteller tegen me zei toen ik eruit kwam dat ik 10:28 had gezwommen. Dat is veruit het langzaamste ooit in een zwembadwedstrijd over 500 meter en meer dan een minuut langzamer dan in februari in Vlissingen (wat een uitschieter was, maar toch).

En toen moest ik dus ook nog gaan lopen… Maar dat viel ineens heel erg mee! Ik vond het een prachtig parcours, om de plas door een bosje en daarna over een dijkje met zicht op het Zeeuwse platteland. Er zat voor mijn gevoel veel zuurstof in de lucht. En ik liep voor het eerste in weken weer echt lekker – ik had twee weken niet hardgelopen toen ik op z’n ziekst was, en daarna ging het twee keer best moeizaam. Ik haalde twee anderen in, toch altijd ook wel zeldzaam voor mij.

In de tweede ronde heb ik kunnen ‘jagen’ op een jong meisje uit de startserie erna, dat voelde wel een beetje gek (kan je wel, oma, achter zo’n grietje aan) maar het hielp wel. 27’51 is voor mij onder deze omstandigheden best wel okee. En zo kon ik gaan finishen, in 40’39 in totaal, sneller dan in Vlissingen, vooral door een handigere wissel.

 

Na even bijkomen met een bolus zijn we terug naar huis gereden via een ‘zwerfroute’ – over wat dijkjes ruwweg in de goede richting. Dat was een prachtige tocht. Het is hier zo mooi nu! Om half 12 alweer thuis, met een tevreden gevoel. Het was een kleinschalig en uitstekend georganiseerd evenement op een mooie plek – voor herhaling vatbaar.

En nu door! Hopelijk trekken de laatste restjes snot nu gauw weg, en ga ik een fijne en goeie (sport-)zomer tegemoet!

 

Door |2024-05-12T14:44:32+02:0012 mei 2024|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

De eerste blogpost vanuit Kapelle!

De verhuizing zit erop en ik kom een klein beetje uit de ’tunnel’ daarvan. Het waren intensieve weken. Alles is goed gegaan en we vorderen best wel snel (sneller dan verwacht) met het uitpakken en inrichten. Het wordt leuk en mooi en we zijn blij met het nieuwe huis en de nieuwe omgeving.

Er kwam alleen één complicatie bij: we hebben per ongeluk ook een naar virus meeverhuisd uit Rotterdam. Manlief werd eerst ziek, die hoestte al tijdens zijn 35e marathon in Rotterdam (!) en was op z’n ziekst precies toen de verhuizers bezig waren (17-19 april). Ik volgde een paar dagen later, en heb vorige week zelfs een dag in bed gelegen met koorts, nergens toe in staat. Nu hoesten we allebei nog steeds, om en om of soms in stereo. Het slijt maar langzaam, maar gelukkig gaat het weer de goede kant op en was het niet meer dan een (ongelukkig getimede) pittige verkoudheid. Wel de tweede daarvan, na die in februari.

Waar ik tot aan de verhuizing zelve nog best wel enige regelmaat had in het sporten, is die sindsdien verdwenen. Op de 17e liep ik nog een soort afscheidsrondje vanuit het oude huis, over m’n meest geliefde parcours daar, van tussen de verhuisdozen vandaag (we hebben laten inpakken):

dozen

De zon kwam net door na een heel slechte dag, dus dat was prachtig.

De dag erna, toen onze spullen allemaal waren weggereden in de verhuisauto’s en we op het punt stonden het lege, kale huis te verlaten richting Kapelle, heb ik nog een afscheidsduik gedaan in de Schie. Ik vond het afscheid van het oude huis best emotioneel. Het huis zelf roept gemengde gevoelens op, maar van de directe omgeving zelf nam ik met een eenduidige knoop in mijn maag afscheid. Wat heb ik daar veel sporen liggen en veel genoten!

zonnige schie met kerk en wolken

Daarna verhuisden we onszelf naar Kapelle! Daar is het tot nu toe bij wat yoga’en en een paar kleine ommetjes gebleven. Met ook wel weer veel leuke dingen, zoals de ontdekking van het Abbekinderse bos:

Groen!

Het is hier sowieso in korte tijd ontzéttend groen aan het worden. Dat betekent wel dat die schitterende bloesems al weg zijn, dat is maar kort – volgend jaar erg in hebben!

Mijn beweging heb ik wel gehad, want ik heb vanaf de 19e heel veel heen en weer gelopen in het grote huis, al dan niet met dozen of andere spullen in mijn handen, en ik heb in totaal een fiks gewicht aan spullen (vooral boeken) op hun plek gezet, met een boel op en neer en heen en weer en bukken en tillen en sjouwen en kruipen (op zolder). Vorige week hebben we bovendien ook nog het oude huis opgeruimd (grof vuil, waaronder een versleten kast, eruit) en schoongemaakt. Dat was een loodzware dag omdat ik ook helemaal niet fit was, maar het ging wel en het was goed om het zelf te doen. Ik heb het allemaal af en toe wel gevoeld, maar afgezien van een wat stijve nek/schouder af en toe goed doorstaan. Nouja, vrijdag hoestspierpijn, dat wel, urgh.

Ik ga nu heel rustig de sportdraad weer oppakken en steeds meer terugschakelen naar een normaal leven. Het is toch een soort aardverschuiving, zo’n verhuizing!

 

 

Door |2024-04-29T11:28:34+02:0029 april 2024|Loop, Zwem|0 Reacties

Verhuisupdate: so far so good

De eerste verhuismaand zit erop en het gaat allemaal hartstikke goed:

  • Met het nieuwe huis: we schieten op met klussen, alles onder controle, en het wordt mooi! Het is wel wat rommelig en druk, leven verdeeld tussen twee incomplete huizen, met zo veel aan m’n hoofd dat ik alles vergeet wat ik niet opschrijf – maar  het is ook erg leuk. Nog 2,5 week, dan gaan we over, ik zie ernaar uit!
  • Met mijn ‘sportonderhoud’: het is goed gelukt om te blijven zwemmen (inclusief de openwaterdip), fietsen, lopen, wandelen, krachttraining en yoga te doen. Met wat minder focus dan normaal, en met hooguit een vage richting en prioriteit maar geen gericht schema ofzoiets. Motto: alles wat ik nu wél kan doen, is mooi meegenomen. En dat is nog  best wel veel gebleken, deels vanuit het nieuwe huis. Ik ben daar de omgeving aan het verkennen en al aan het integreren: ik ben afgelopen dinsdag begonnen met een borstcrawlcursus van de Bevelanders. Ik ga er qua zwembad enorm op vooruit, dat is mooi, en ik heb ook al intens genoten van de rust en ruimte, vooral op de fiets (voorbeeld – mijn racefiets is al in het nieuwe huis). Als ik aan het inpakken ben voor weer een paar dagen Kapelle heb ik wel eens het gevoel dat ik op trainingskamp ga! Ondertussen ben ik echter ook afscheid aan het nemen van de omgeving hier, door nog wat geliefde routes te lopen (voorbeeld) of fietsen (voorbeeld).
  • Met de rest van mijn lijf: ik voel me veel beter dan een paar weken terug. Die vijf weken verkoudheid na de stress van januari hadden er stevig ingehakt kennelijk, meer dan ik in de gaten had. Nu veer ik terug, zelfs met de verhuisdrukte. Ik doe dingen die ik anders niet doe, zoals behang afstomen schilderen en over een zolder kruipen om ‘m schoon te maken, en dat voel ik af en toe wel, maar steeds net niet zo erg dat het problemen geeft. Dan is het ook wel leuk om eens zo anders bezig te zijn. Het lukt zélfs ook om af en toe even helemaal niks te doen, culturele dingen te ondernemen (voorbeeld) of, zoals gister, uitgebreid wielrennen te kijken. Leuk en goed voor de balans!

  • Met project daglicht – dat zit er weer op,  nu de zomertijd is ingegaan. Ik heb het weer gehaald: sinds de wintertijd startte elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal minstens zeven uur per week. Nouja, ik moet wel bekennen dat ik, voor het eerst in de vier edities, één keer vergeten ben naar buiten te gaan, in een week waarin ik de totaaltijd royaal haalde. Ik heb er ook weer lol in gehad, het ging makkelijk en het heeft me door deze sombere winter geholpen, met al die regen. In de laatste maand heb ik al wat daglicht opgedaan in de vorm van buiten lunchen in onze nieuwe tuin – begin maart was het daar twee keer al warm genoeg voor!

 

 

Door |2024-04-01T22:09:07+02:001 april 2024|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

Foto’s zwemloop

Hier twee leuke foto’s van zaterdag, met dank aan de fotografen van Dynamica:

 

Die tweede is net na mijn inhaalactie; de andere dame was een baangenoot en we hadden het nog even over het snelle zwemmen. Ook zij had nog nooit zo hard gezwommen!

Wat ik zaterdag niet had geschreven, even over m’n outfit: ik had best wat hoofdbrekens gehad over de kou en dus ook over mijn kleding. Uiteindelijk was een tip van manlief om van mijn tweedelige tri-suit alleen de onderkant aan te trekken, en te zwemmen in sport-bh – een zwarte, dus dat past er prima bij. Dat ging goed en het scheelde nattigheid op m’n bovenlijf. Daarna dus dit best dikke maar goed ademende shirt aan, een dierbaar en nuttig souvenir van een trainingsweek in Italië van heel lang geleden. M’n startnummer (aan band) is niet zichtbaar omdat dat klapperde in de wind. En anders dan anders in multisport-wedstrijden: ik liep met bril. Ik wilde m’n lenzen nog niet in vanwege de ontstoken ogen door de verkoudheid.

 

 

Door |2024-02-26T11:25:17+01:0026 februari 2024|Loop, Zwem|0 Reacties

Hard zwemmen met een zere keel

Ik schreef hier vrijdag dat de verkoudheid ‘net op tijd over’ was voor de zwemloop. Dat dacht ik toen echt, vandaar dat ik het amper kon geloven toen ik ’s avonds weer keelpijn kreeg, nu aan de andere kant. Ik weet nu nog steeds niet of er iets nieuws bezig is of dat de verkoudheid na drie weken met een soort toegift kwam, maar ik voelde me gister in elk geval verre van jofel. Niet ziek, hoor, maar ook bepaald niet op m’n energiekst. Ik twijfelde zelfs nog over wel of niet starten, ook vanwege de kou. Maar het leek me toch te leuk en ik dacht: ik zie wel hoe het gaat. Dus ik stapte toch maar gewoon in de auto: op naar Vlissingen.

Leuk was het inderdaad weer. Ook al was het veel drukker dan twee jaar geleden, het blijft een kneuterig en overzichtelijk evenement met een breed niveau en ook een boel kinderen (derde startserie). Ik heb even zitten kijken bij de start van de eerste serie; deze foto is van tijdens hun briefing:

Daarna ben ik wat gaan loslopen buiten, bij de bloempot die de ingang vormt van het zwembad (waar overigens veel over te doen is: ik noem het nog het Vrijburgbad maar zo heet het niet meer na een overname die tot een grote kostenstijging heeft geleid):

Ik voelde me nog steeds niet heel jofel maar ook zeker niet te slecht om te starten. Om kwart voor 2 was het zo ver. In mijn baan hoopten we allemaal in 10 minuten te zwemmen, of net eronder. We startten en ik had meteen in de eerste baan het gevoel dat het zwembad maar 20 meter was ofzoiets. De baantjes vlogen voorbij, wat ik me herinnerde van de vorige keer: zo 500 meter zwemmen lijkt veel sneller te gaan dan een interval van 400 meter in het zwembad. Ik werd nog wel twee keer ingehaald en kwam daarbij tegen de kurken en achteraan, maar eigenlijk zwommen we allemaal even hard, dus in een perfect treintje (dank, baangenoten!). En allemaal harder dan verwacht dus.

De tijd vloog om, en het ging goed. Ik kon halverwege de heen-baan steeds de klok zien en die kon ik amper geloven: ik was op weg naar 9:30 ofzoiets. Waar kwam dat ineens vandaan? Ja, het treintje, maar zelf raakte ik hem ook gewoon hartstikke goed. Met dank aan de cursus bij TriExperience van afgelopen herfst, en mogelijk ook aan mijn lage verwachtingen, dat helpt wel vaker.

Eenmaal afgetikt zag ik dat het nóg sneller was: 9’17. Wat? Ik ben in de verste verte nog nooit zo snel geweest! Ik heb bij zwembad-evenementen een soort abonnement op 10-blank en in m’n beste zwemperiodes had ik 500 meter in ongeveer 9’30 gekund, schat ik in, maar dat heb ik nooit geklokt, laat staan ‘officieel’ in een wedstrijd (ik heb er jarenlang last van gehad juist in trainingen op m’n snelst te zijn, op een achternamiddag in de kerstvakantie bijvoorbeeld). Ik was 40 seconden sneller dan de vorige keer, 2 seconde per baantje – en dat is in het zwembad een reuzestap! Ik was met een halve minuut langzamer al blij geweest, dus nu zweefde ik het zwembad uit.

Misschien was het de euforie, in elk geval: ik verprutste de wissel (weer) totaal. M’n shirt zat binnenstebuiten, ik zat te prutsen met m’n brillenkoker en met m’n schoenveters (weer de snelveters vergeten), ik deed de rest klunzig en verstrooid – en iedereen was dus het zwembad al uit en toen kwam ik er nog achteraan. Rumpf, m’n zoveelste slechte wissel. Onthouden: als ik later dit jaar weer triathlons ga doen, dan moet ik écht m’n wissel oefenen van tevoren, want dit slaat helemaal nergens meer op.

Het lopen – over een echt Walchers parcours met meidoornhagen, weilanden en een bunker – ging matigjes. Of eigenlijk moet ik zeggen: het ging zoals ik zou verwachten bij niet helemaal fit. Ik loop dan al maanden telkens ongeveer 5’30/km, en nu dus ook. Dat betekende bijna 1,5 minuut trager dan de vorige keer en dan ik eigenlijk zou willen en waar ik voor getraind heb. 27’33, dat liep ik in november ook al, toen ik weer net aan het opbouwen was. Tsja. M’n krentenbollen zaten ook nog een beetje in de weg. Lastige starttijd, zo net na de lunch.

Nouja, ik heb het maar te nemen zoals het komt. En dat was verder wel okee. Ik had het niet koud, het bleef droog en het woei niet al te hard – dat viel alles mee. Ik haalde nog één of twee dames in en lag dus niet meer laatste van m’n startserie, en ik kon eerst jagen en later samen oplopen met een Vlaamse deelnemer op de lange afstand, dat was leuk. Hij liep me er op het allerlaatst wel uit.

Ik finishte in 41:48 en dat is dus geen persoonlijk parcoursrecord, maar die gedachte had ik eerder al laten varen. Wel zag ik vandaag in de uitslag dat ik m’n leeftijdscategorie heb gewonnen. Dat had ik gister niet gezien want ik had nog gezellig wat staan ouwehoeren en daarna moest ik snel weg omdat ik met m’n broer had afgesproken.

Al met al was het zo een leuke dag. Ik ben buitengewoon in mijn nopjes met m’n zwemtijd. Ik heb best wel last soms van m’n grillige prestatieniveau en sterk wisselende vorm van de dag. Vaak ben ik daardoor gefrustreerd, maar een heel enkele keer weet ik mezelf ook gigantisch te verrassen. Ineens wil het dan wél.

Vandaag voel ik aan mijn lijf dat er gister niet meer in had gezeten. M’n benen zijn verrassend moe zelfs, m’n schouders een beetje stijf. Dat is best een lekker ‘day after’ gevoel. Nou die keel nog…

 

Door |2024-02-25T17:55:43+01:0025 februari 2024|Loop, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant