Maandarchieven: april 2022

Mooie sportdag in Zeeuws-Vlaanderen

Ik heb afgelopen zaterdag een bijzondere sportdag gehad in Zeeuws-Vlaanderen. Manlief liep daar de marathon, twee weken na Rotterdam, het was een doorgeschoven inschrijving uit 2020. Hij twijfelde tot donderdag maar hij voelde zich goed en zou kalm aan doen en van het parcours genieten.

Dus ik heb hem ’s ochtends in startplaats Hulst uit de auto gezet, ben doorgereden naar finishplaats Terneuzen en heb daar zelf gelopen: de ‘afwachtingsloop’, 10 kilometer, met start en finish op de finishlijn van de marathon.

Ons parcours was helemaal aan de buitenkant van de dijk van de Westerschelde, mooi uitzicht, maar dus eerst pal tegen windkracht 5 in naar het oosten buffelen, keren en dan terug wapperen:

Negatieve split gegarandeerd: ik was 3 minuten sneller op de terugweg!

Ik ben relatief slecht in tegenwind, had niemand om achter te schuilen want het was maar een klein loopje (35 deelnemers op de 10, nog zoiets op de 5). Op de terugweg kon ik zo een stuk of zes lopers inhalen, dat is altijd wel leuk natuurlijk. Desalnietemin geen snelle 10, het was ook nog eens iets te lang (de speaker noemde het een kwart marathon, maar zo lang was het niet – wel net iets langer dan 10 kilometer). Maar ik heb lekker gelopen en werd 5e van 12 vrouwen, als oudste deelneemster ???? Als aandenken kregen we een mooie zeegroene handdoek, erg leuk:

Daarna kon je douchen in het sportcentrum met de briljante naam ‘Vliegende Vaart’ 😆  Mooi centrum, groot zwembad ook. Dat was een stukje lopen (2,5 km), vond ik wel leuk (leuker dan de pendelbus): ontdek-je-plekje Terneuzen. Het was geen heel verheffende route, maar met wel een klein stukje intens voorjaarsgroen:

Het was voorjaar, luid en duidelijk:

 Ik was maar net op tijd terug om manlief te zien finishen, met een mooie medaille:

Hij was maar 10 minuten langzamer dan in Rotterdam en had eigenlijk lekkerder gelopen dit keer. Inderdaad een mooi parcours, veel onverhard. Wel warm ook.

Ik vond het een prettig evenement, met een aangenaam relaxte sfeer. Het is allemaal heel kleinschalig: marathon met 750 deelnemers; aan de kidsrun die ik zag starten deden er maar 7 mee. Klein maar fijn!

We zijn daarna nog wezen eten in Phillippine. ’s Avonds moe maar voldaan terug thuis!

 

Door |2022-04-28T18:51:01+02:0028 april 2022|Loop|0 Reacties

Sportschade

Als je goed kijkt op de foto bij de start van maandag, zie je op mijn gezicht een paar rode plekjes. Ik heb ze hier paars omcirkeld:

Dat zijn er drie van de zes, de rest zie je niet. Ik ben een paar weken doelbewust lelijk, om erger te voorkomen.

Die plekjes, daar zat zonneschade, officiële term: actinische keratose. Ik heb het eerder gehad; in 2014 zijn er een paar plekjes behandeld met vloeibare stikstof, maar volgens de huisarts was een crème tegenwoordig de voorkeursbehandeling. Die zoekt als het ware zelf de aangedane gedeeltes, want daar delen de cellen sneller en daar grijpt de crème op aan. Die brandt de slechte stukken huid weg, vandaar nu die wondjes en korstjes. Het is eigenlijk een soort oppervlakkige chemokuur.

Kanker is een te groot woord voor zonneschade (al kan het zich daar wel in ontwikkelen als je het niet behandelt, maar dat duurt decennia). Maar het is dus wel iets met de celdeling. Te merken door ruwe plekjes op mijn huid. Die zaten er alweer jaren, dat kan geen kwaad verder. Een tijdje terug begon er eentje echter te schilferen en dat wordt wel lelijk – want dat wordt het dus op den duur: steeds zichtbaarder. Dan maar weer ingrijpen dus.

Met het vele buitensporten kom ik nogal eens in de zon natuurlijk. Ik denk zelf ook dat de reis Down Under in de winter van 2017/2018 z’n sporen heeft nagelaten: door de intensieve zon tijdens die 5000 fietskilometers, maar ook omdat de zomers ervoor en erna mooi waren en het dus zo ongeveer 1,5 jaar lang non-stop zomer was voor mijn huid. Daar kan die niet zo goed tegen. Die zongevoeligheid zit in de familie. Mijn vader was rossig en meed de zon als de pest, en mijn broer heeft ook al plekjes laten weghalen.

De plek op mijn linkerwang (niet te zien op de foto) is veel groter dan ik had verwacht, daar was veel meer huid aangedaan die eigenlijk niet eens ruw was, hooguit dunner en rimpeliger dan de rest, dat had ik wel al gemerkt. Daar ben ik wel een beetje van geschrokken. Ik doe mijn best met zonnebrandcrème, maar het gaat ook wel eens mis en ik vind bruin worden toch ook wel fijn, dus ik wil niet de hele tijd factor 50 op m’n kop. Maar de 6 die ik veel gebruik is misschien toch te weinig.

Met die zalf wordt het eerst slechter voordat het beter wordt. Ik moet nog een paar dagen smeren, daarna kan het herstellen en ben ik er voorlopig weer vanaf. En daarna braver met de zonnebrandcrème in de weer!

 

Door |2022-04-24T15:44:46+02:0024 april 2022|Fiets|0 Reacties

Paasthuistrainingskamp, editie 3

In 2014 en 2015 deed ik in het lange Paasweekend iets wat ik ’thuistrainingskamp’ noemde. (In 2014 had ik nog geen blog, in 2015 schreef ik er twee stukken over: tijdens en na.) Dit jaar leek dat me ook wel weer wat: de laatste tijd was het zoeken naar regelmaat en structuur in het trainen en het seizoen nadert met rasse schreden. Het leek me fijn om een paar dagen prioriteit te geven aan het trainen. Zeker toen het weerbericht zich zo gunstig ontwikkelde!

Ik kon er zes dagen van maken: donderdag lukte het ook al om overdag wat langer te trainen en morgen komt er ook nog achteraan. Anders dan in die vorige twee jaren heb ik niet alleen maar veel gefietst. Ik had juist behoefte aan een allround programma: de drie sporten én yoga, zowel lang en rustig als kort en hard. Daardoor werden het gemiddeld per dag minder uren dan in die eerdere jaren, maar het was wel leuk en goed. 

Het was wat puzzelen om een goed gedoseerd programma op te stellen, met de trainingen die ik wilde doen in samenhang met de openingstijden van de zwembaden en met wat er verder leuk (Parijs-Roubaix, mijn lievelingskoers, kijken!) en nodig (donderdag en dinsdag werk, daartussen huishoudelijke klussen en werk aan het boek) was, maar dit werd het:

  • Donderdag: de eerste brick-training van het seizoen: eerst een uur fietsen op de triathlonfiets met langere intervallen net onder FTP, daarna 13 km rustige duurloop, in de stralende polder Schieveen, met kwetterende vogels en alles groen – heerlijk gelopen.
  • Vrijdag: 50′ zwemmen (techniek) en 2u40 rustige duur op de racefiets, lekker zwerfrondje over Putten, langs het Spui en de Bernisse, onder andere genoten van het koolzaad in bloei:

  • Zaterdag: de tweede brick-training van het seizoen: iets langer op de triathlonfiets, met power-intervallen (maximaal omhoog op de macht) in de Beneluxtunnel, op de viaducten van Pernis en de Botlekbrug (de eerste van het seizoen – oef, daar heb ik nog wat werk aan de winkel), daarna 45′ hardlopen met intervallen van 300 of 400 meter.
  • Zondag: paaszwem en paasyoga. Zwemmen: uurtje techniek, met kinderliedjes op de achtergrond want het was tegelijk ook peuter-zwemmen. Yoga: uurtje rekken en strekken met yoga (relatieve hersteldag)
  • Maandag: paasloop en paascore. Eerst de 10 kilometer Paasloop in Numansdorp. Die bepaalde de planning nogal: ik wilde in deze tijd ergens een keer een lekkere tien lopen, en dat kon dus vandaag in Numansdorp, te combineren met een bezoek aan pa, Henks vader die daar woont. Dus dan moest de dag ervoor rustig en met altijd een dag ertussen ‘moesten’ de andere hardlooptrainingen op donderdag en zaterdag, en de dag erna niet meer iets intensiefs. Het was een leuk klein loopje, met inschrijven in een school:

Het lopen zelf ging goed. Het was stralend zonnig weer, maar wel warm, met een droge lucht en ook nog wel een duidelijk voelbaar windje. Het parcours was wel grappig: eerst door de velden van de Hoeksche Waard, een keerpunt in het niks, en op de terugweg nog een extra rondje door het industriegebied. Ik finishte in 54’07, maar het was wel iets te kort. Voor zo’n ’tussendoortje’ prima. Manlief deed ook mee, hij had z’n camera bij zich en zette me dus een paar keer op de foto: voor de start, net voor het keerpunt, op tweederde ongeveer en in m’n eindsprint (let op de mooie bloesems):

En daarna dus op bezoek bij pa:

En nog later 48′ core stability training (ook yoga: kracht en een beetje rekken).

  • Vandaag ben ik op de fiets naar Amsterdam gegaan, waar ik om half 4 moest zijn voor werk. Met een omweg via de bollenvelden,  90 kilometer. Op de Afrika-fiets (want spullen mee), met wat moeie benen van gisteren, en met steeds hardere tegenwind – bij Schiphol was ik dat wel een beetje zat. Er 4u45 over gedaan, mijn langste rit tot nu toe dit seizoen. Het was daarna even haasten om me om te kleden enzo, dus wel wat gedoe, maar al met al was het toch wel erg leuk zo. Ik maak deze blogpost af in de trein terug naar huis.

 

Ik heb alles kunnen doen wat ik had gepland. In totaal was het zo’n 17 uur en drie kwartier, als je alles meetelt, dus ook stadsfiets en yoga. Ik ben nu wel een beetje moe, allround, dat is wel een lekker gevoel. Met ook goed eten, net wat langer slapen, een boel rust toch ook nog en al dat mooie weer waren het heerlijke dagen! 

Door |2022-04-19T19:05:32+02:0019 april 2022|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Terug wennen aan normaal

De laatste weken is mijn werk ineens weer een heel stuk ‘normaler’ geworden, in de zin van: het lijkt weer veel op hoe het ging voor maart 2020. Er blijft nog steeds wel wat online doorgaan, maar de meerderheid is ‘live’. Ik geniet daarvan: van werken met ‘echte’ mensen, van de praatjes tussendoor, van de dynamiek en afwisseling in mijn werkende bestaan. Ik vind het echter ook druk: het reizen, en als ik dan thuiskom, moet ik nog opruimen en afhandelen wat er in de tussentijd is gebeurd.

De afgelopen twee weken had ik daardoor iets wat ik me nog herinnerde van meer dan twee jaar geleden: sport-planningsproblemen. Als ik dan mijn agenda leg op de openingstijden van het zwembad en mijn trainingsschema vergelijk met de beschikbare tijd en mijn dan  verwachte energieniveau, krijg ik het gewoon niet allemaal voor elkaar. Het is ook nog net zo dat ik een beetje wil opschalen omdat het seizoen in zicht komt en ik het fietsen uit de mottenballen wil halen, én dat het nou net wél slecht weer is (en niet zo’n beetje ook).

Dit ken ik wel, het gebeurde sowieso wel eens en dit keer gaf ik mezelf een trapje onder de kont om weer wat strakker agendabeheer te gaan doen (met het oog op die zwemtijden). Komt ook wel weer goed, net deze weken waren ook druk met werk.

Maar ik realiseerde me ook nog iets anders: de afgelopen jaren was het sporten het hoogtepunt van de dag, het uitje, de kans om iets anders te zien dan mijn eigen beeldscherm, lekker naar buiten, eindelijk bewegen. Op een dag als gister was ik al naar Amsterdam geweest, inclusief 2X15′ stadsfiets en twee stukjes lopen. Aan de activiteitenmeter van mijn horloge kan ik zien dat ik op zo’n werkdag veel meer beweeg dan op een beeldschermdag thuis.

Om dan aan het eind van de dag ook nog, zoals op de planning stond, hardlopend naar het zwembad te gaan, daar moest ik me echt even toe zetten. De heenweg was dan ook wat futloos.

De afgelopen twee jaar heb ik me aan het sporten vastgeklampt als manier om nog iets van dynamiek en afwisseling in een verder saai bestaan te hebben. Dat heeft beregoed gewerkt, ik kijk daar met genoegen op terug. Het is ook niet zo dat sport die rol nu helemaal verliest, en dat sport corvee wordt ofzoiets. Zo zwart-wit is het niet. Maar in de hiërarchie van leuke dingen krijgt het wel een iets minder prominente plek. Die het vroeger ook had.

Daar is niks mis mee. Het is alleen even wennen. Wennen aan een normaler bestaan.

 

 

Door |2022-04-07T17:33:38+02:007 april 2022|Fiets, Triathlon algemeen, Waarom|0 Reacties

Zwemmen in de sneeuw

Het was al meer dan twee jaar geleden: ‘uit’ zwemmen. Daarmee bedoel ik: ik moet ergens heen, meestal voor werk, en als het uitkomt maak ik van de gelegenheid gebruik om daar in de buurt te gaan zwemmen. Altijd leuk om eens andere tegeltjes te zien. Zo heb ik de afgelopen jaren regelmatig gezwommen in Amsterdam, Utrecht, Nijmegen en Leiden. Maar het was ook al meer dan twee jaar niet het geval, met al dat thuiswerken.

Vrijdag moest ik ’s middags in Amsterdam op de Zuid-as zijn, en toen dacht ik: laat ik eens kijken. Daar niet ver vandaan is het De Mirandabad, waar ik op deze manier wel vaker ben geweest, binnen in het 25-meterbad. Vorig jaar werd dat zwembad wereldberoemd in Nederland om het het eerste en lange tijd het enige was waar je in die eindeloze lockdown kon zwemmen – het was immers buiten, en 50 meter nog ook. Van heinde en verre kwamen de zwemmers erheen. Ik niet, ik vond dat in allerlei opzichten te ver gaan: qua corona-maatregelen toen maar ook qua reizen en tijd. 

Dat buitenbad bleek afgelopen vrijdagochtend open, en toen dacht ik: dan wil ik het wel eens meemaken. Ik bedacht dat een paar dagen van tevoren en had het er even over met Niels, een mede-triatleet van een andere opdrachtgever die daar in de buurt woont met ik vaker over triathlon dan over adviesrapporten praat. ‘Dan ga ik mee,’ zei hij. Leuk! Hij wist ook nog wat praktische zaken.

Het werd nog wel even spannend, want toen werd het winters en ging het sneeuwen. Niet alleen leek dat me bere-koud, maar ook zat ik met een mogelijk vervoerprobleem. Ik zou met de auto immers, want de watertemperatuur noopte tot wetsuit en met ook nog laptop en handouts enzo bij me werd het te veel voor fiets en trein. Ik moest er ook nog voor zorgen een beetje fatsoenlijk bij die opdrachtgever aan te komen, dus dacht na over warme, makkelijk aan te trekken nette kleren.

Uiteindelijk viel het verkeer reuze mee. Dus ik naar Amsterdam, waar de laatste restantjes sneeuw nog zichtbaar waren. Ik kleedde me om in de tent met kacheltje:

Ik trof Niels en we hadden een hele baan voor onszelf alleen. Het was aan de frisse kant, maar goed te doen als we maar bleven bewegen. We hebben nog wat intervalletjes samen gezwommen zelfs, dat ging net als Niels zich inhield en ik me flink inspande – hij is veel sneller dan ik.

Zo kwam ik erachter dat ik wel degelijk sneller ben in wetsuit. Ik had nog nooit in een zwembad in wetsuit gezwommen, en in buitenwater is de afstandsmeting niet zo precies en is er een boel anders wat de snelheid bepaalt. Daardoor had ik het nooit kunnen meten. Ook nu weet ik het niet precies omdat ik niet weet wat het scheelt in een 50 meter bad, maar ik zwom een snelle 100 meter wel frappant makkelijk. Het scheelt niet veel, maar wel wat.

Klein uur gezwommen, toen was het tijd om verder te gaan. Eruit was wel even koud in de ijzige wind, vooral aan handen en voeten. Gelukkig waren er warme douches. Daarna maakte ik nog gauw deze foto:

Als je goed kijkt, zie je daarop stoere bikkels zonder wetsuit! Niels maakte deze foto van me, let op het klontje sneeuw tegen de boom:

(aanvulling 12 april: ook de foto van Niels erbij:)

In de auto, met thermosflesje thee, warmde ik snel genoeg weer op en kon ik ook mijn haar enigszins fatsoeneren. Bij mijn opdrachtgever werden ook mijn voeten weer warm en kreeg ik enorm veel energie. Die kick duurde tot in de avond.

Ik vond het heel erg leuk en voor herhaling vatbaar. Buiten is fijn, 50 meter is lekker zwemmen, zo rustig gaf heerlijk veel ruimte, het voelt stoer, ik kreeg er veel energie van, het was leuk om samen te zwemmen.

Ik vond het alleen wel een ethisch dilemma. Wat een energie moet het kosten om zo’n enorme bak water te verwarmen, voor een handjevol mensen – al was het water net een graadje kouder geworden. Dan nog. Niet fijn voor milieu en klimaat en het sponsort Poetin want het is op gas. Dan ‘moest’ ik ook nog met de auto, waar ik anders voor het OV gekozen zou hebben. Oef. Morgen weer braaf op het fietsje naar een 25-meter-binnenbad. 

 

Door |2022-04-03T19:16:43+02:003 april 2022|Zwem|1 Reactie
Ga naar de bovenkant