Jaararchieven: 2023

Zeitfahren

Als ik weer thuis ben, zal ik meer posten over de tijdrit en over wat we verder hebben beleefd bij de Radweltpokal. Nu even kort: ik heb gister harder gereden dan ooit eerder, net boven de 36 km/u. Ik heb er bovendien naar omstandigheden volgens mij het maximale uitgehaald, dus om in de termen van de procesevaluatie te blijven: wat ik kon controleren, ging goed, tijdens de rit zelf zowel als bij de laatste voorbereidingen.

Het was leuk ook, een mooie dag, zonder al te veel wedstrijdspanning, en met manlief als fotograaf en verzorger. Doel 1 bereikt dus!

Wel had ik een matige dag qua fitheid en is mijn vermogen dus gewoon teleurstellend: 225 Watt (NP). Ik had op ongeveer 10 Watt meer gerekend. Ik merkte onderweg al dat ik het gaspedaal wel kon intrappen, maar niet plankgas. Het is jammer, maar het is duidelijk waar het ‘m in zat, gister al, en in de afgelopen nacht speelden mijn darmen zelfs vervelend op. S/I-gewricht hield zich wel goed.

Ik werd met mijn prestatie zevende en laatste in mijn leeftijdscategorie, maar ik wist dat dat erin zat en het zegt niks over mij, wel over het deelnemersveld.

Als ik op een matige dag na een zeer matige voorbereiding hier 36 km/u kan rijden, waarbij ik dan ook nog ‘gekochte’ snelheid laat liggen (m’n fiets is oud en eenvoudig in zo’n tijdrijdersveld en ik heb niet geïnvesteerd in aerodynamica, zoals in een snelpak, schoenhoesjes of een dicht achterwiel – vind ik allemaal het geld niet waard), dan ben ik wel benieuwd wat ik hier kan als ik beter voorbereid ben.

Met andere woorden: ik vond het voor herhaling vatbaar. Het is een hartstikke leuk evenement!

 

 

Door |2023-08-22T17:29:36+02:0022 augustus 2023|Fiets|0 Reacties

Procesevaluatie in Oostenrijk

Daar gaat-ie weer, zoals gebruikelijk, dit keer vanuit Oostenrijk: de proces-evaluatie de dag voor het evenement. Morgen rijd ik de tijdrit van de Radweltpokal waarop ik me vanaf oktober heb voorbereid. Ik had twee doelen:

  1. Die tijdrit zelf zo goed mogelijk rijden
  2. Kijken hoe ver ik op mijn 57e nog kan komen als ik weer helemaal voor een goede fietsprestatie ga, in plaats van mijn aandacht te verdelen over de drie triathlonsporten.

Het is bepaald geen probleemloos proces geweest, maar ik heb wel geprobeerd ‘to control the controllables’.

De uncontrollables

Om met het tweede doel te beginnen: dat heb ik niet behaald. Ik heb de focus sinds oktober op fietsen gelegd en ben een aardig eind gekomen, maar waar ik nu sta, is geen antwoord op de vraag hoe ver ik nog had kunnen komen. Verder, maar hoe veel verder – geen idee.

Anders gezegd: ik sta niet waar ik had willen staan. Daar is een simpele verklaring voor: ik heb sinds februari een paar keer fysieke pech gehad (met gekneusde ribben en darminfectie als grootste belemmeringen) bovenop een best wel veeleisende tijd. Daar had ik nauwelijks controle over. Shit happens – bij vlagen letterlijk. Ik heb mijn best gedaan, maar de antibioticakuur pakte bijvoorbeeld averechts uit en ik heb in het dagelijks leven misschien net niet genoeg gas teruggenomen in de slechtere tijden. Daar heb ik van geleerd.

Mijn sporten heb ik wel aangepast. Dat betekent dat ik sinds eind februari welgeteld vijf weken heb gehad waarin ik mijn trainingsschema helemaal kon volgen. Alle andere weken heb ik aanpassingen moeten maken, variërend van helemaal niet trainen tot lichter of korter. Hier is een diagram dat ik daarvan gaandeweg maakte:

Op de groene dagen kon ik op sportief gebied doen wat ik wilde. Op rood kon ik niks, of hooguit een beetje wandelen of rustige yoga doen. Oranje zit ertussenin: trainen met aanpassingen. Roze was een afwijkende week om andere redenen: Berlijn. Het rood van deze week was trouwens door 5 uur stilstaan op de snelweg in Duitsland, achter een zwaar ongeluk. (En zo’n diagram is natuurlijk een poging om enige grip te krijgen op de pech.)

Ik ben ook nu nog steeds niet helemaal fit: bij vlagen doen mijn darmen nog gek en ik ben duidelijk wat vermoeider dan normaal, met trager herstel en wisselende vorm van de dag. Net de laatste weken is ook nog eens m’n linker S/I-gewricht een probleem – een oude blessure, maar ik heb er in geen jaren zo veel last van gehad als nu. Gister bij het fietsen zelfs, in mijn hamstring. Dat is het laatste oranje blokje – en het laatste wat ik nu wil natuurlijk. Ik heb geen idee wat ik morgen ga kunnen.

De controllables

Ondanks de pech heb ik gedaan wat ik kon doen, dus wat ik wel kon controleren, om nu zo goed mogelijk voorbereid te zijn. Ik heb gericht getraind, in de periodes en op de dagen dat dat wel kon. Het recept werkte voor me: ik heb in relatief weinig trainingsuren toch nog een aardige progressie bereikt. Naast het gepolariseerde trainen dat ik altijd al deed, deed ik extra krachttraining thuis, in de sportschool en in de vorm van traptraining tijdens het hardlopen. Dat rendeerde volgens mij goed.

Ik heb ten opzichte van andere jaren bezuinigd op lange, rustige duur en dus naar verhouding intensiever getraind. Ik heb daarbij afgewisseld tussen ‘blokjes’ (langere intervallen die toenamen naar wedstrijdintensiteit), ’tunnel repeats’ (maximaal de Beneluxtunnel uit, als kracht- en hoog-intensieve training) en spinning (nog hoger intensief en ook kracht). Zo kon ik mijn FTP, vermogen bij omslagpunt (de belangrijkste output-maat die wat zegt over fietsprestaties), verhogen van 220 Watt in december naar nu naar schatting ongeveer 240. Die waarde had ik voor het laatst in het voorjaar van 2016 aangetikt, toen ik trainde voor de Ironman maar nauwelijks kon hardlopen en dus veel aandacht aan het fietsen besteedde. Hoger vermogen dan dat is van 2011 geleden. Hier is ook weer een grafiek die het verloop laat zien in die waarde:

Ik heb hierin alle gemeten waarden van vermogen bij omslagpunt verwerkt die ik terug kon vinden. Voor de gele streep was ik nog alleen fietser, daarna triatleet. Sinds 2018 is een deel van de metingen van mijzelf, in de vorm van een veldtest op mijn triathlonfiets, de rest is gemeten tijdens een maximaaltest bij Coen van Topvorm, in racefietshouding. In december kon ik die metingen vergelijken: ze komen goed overeen. Ik zou verwachten dat ik op mijn eigen racefiets net iets hoger kan komen, maar dat heb ik niet gemeten.

Ik kan uit de grafiek wel concluderen dat klopt wat ik schreef in mijn boek, namelijk dat mijn ‘input’, hartslag bij omslagpunt, weliswaar een stuk lager ligt dan vroeger, maar dat de output mee-fluctueert met mijn trainingsinspanning. Oftewel: training heeft op wat ik kan presteren – nog steeds – meer effect dan veroudering. Anders zou je immers een duidelijkere dalende lijn moeten zien. Het enige duidelijk zichtbare verschil is dat tussen fietser Louise en triatleet Louise. In mijn huidige waarde is de focus op het fietsen niet terug te zien, maar dat is al die pech. Ik had vooraf gehoopt minstens op 250 Watt uit te komen; ik denk dat dat er wel in had gezeten, al moet ik mezelf niet zomaar rijk rekenen natuurlijk

Ik heb lol gehad in deze manier van trainen, maar ik miste de lange ritten wel, al waren die ook minder goed mogelijk door al het gekwakkel en het vele slechte weer. Het gevoel van toenemende macht en snelheid op de goede dagen in de laatste weken was zeker fijn. ‘Droge’ krachttraining, dus al die squats en lunges met een rugzak met zand, vind ik iets minder leuk om te doen, maar het ging zo goed vooruit dat ik ook daar toch wel genoegen in kon scheppen.

Ik heb ook de andere twee triathlonsporten enigszins op peil weten te houden, genoeg om weer vanuit op te kunnen bouwen als ik dat wil. Met hardlopen had ik zelfs onlangs nog een mijlpaal: mijn 25e Parkrun (met dank aan Marijke voor de foto)!

Yoga en wandelen heb ik zelfs meer gedaan dan beoogd, ook weer door de omstandigheden. Met m’n lenigheid en core stability zit het dus wel snor. Vandaar ook dat ik extra baal van dat S/I-gewricht – waarvoor ik qua controllables twee keer naar de chiropractor ben geweest, maar dat was nog niet afdoende.

Ik heb het trainen de laatste weken ook nog serieus wedstrijdgericht gedaan, door omvang af te bouwen met behoud van intensiteit, in combinatie met veel rust (ik heb heel veel wielrennen gekeken, enorm genoten van het super-WK). De laatste dagen heb ik het parcours grondig verkend. Verder heb ik ook goed voor mezelf gezorgd, net wat meer dan normaal, om, zo goed en zo kwaad als dat gaat, in vorm te raken.

De laatste aanloop was nog wel apart, want het was van mijn Ironman geleden dat mijn belangrijkste seizoensdoel in het buitenland was. In de tussenliggende jaren had ik een pre-wedstrijd-routine ontwikkeld (hier beschreven) die ik niet zomaar mee naar Oostenrijk kon nemen. Zo ben ik al meer dan een week geleden naar masseur Marcel gegaan, en ik zei toen tegen hem dat ik hem graag had willen inpakken voor vandaag. Het voetenbadje is minder belangrijk omdat ik niet hoef te lopen, maar ook dat is een week geleden. De yoga doe ik wel trouw, en ik ben op avontuur geweest hier in de buurt: naar de schoonheidsspecialiste! Ik moest de afgelopen dagen immers m’n gemak houden, en daar leent zoiets zich goed voor.

Conclusie

Het eerste doel, die tijdrit morgen, gaat wel lukken: ik ga gewoon twintig kilometer zo hard mogelijk rijden. Hoe hard ik dan ga rijden en met welk vermogen het lukt, is afwachten. Ik hoop dat het me lukt om er lol in te hebben.  Ik heb het bij vlagen namelijk best zwaar met die ‘uncontrollables’. Maar ik weet ook wel dat wat doemdenken over mijn fysieke staat voor mij hoort bij wedstrijdspanning (;

Mijn start is om 11:43:30. Duim maar zo’n 35 minuten!

 

Door |2023-08-20T11:26:26+02:0015 augustus 2023|Fiets|0 Reacties

Hoe ouder worden als sporter niet moet

coverEr zijn soms van die boeken die ik wel móet lezen. Toen ik op het Triathlonforum las over De weg van de meeste weerstand van Lionel Shriver (die van We need to talk about Kevin) dacht ik dat meteen. Het gaat namelijk over ouder wordende duursporters en over de vraag hoe ver je kan, moet of wil gaan voor sport. Ik heb het onlangs ademloos uitgelezen, maar een echte aanrader vind ik het toch niet.

Het boek gaat over een echtpaar van in de zestig. Zij heeft altijd veel gesport, waaronder hardlopen, om fit te blijven, niet voor wedstrijden – ze is het liefst alleen. Haar knieën zijn echter versleten (het staat er niet zo letterlijk, maar ik denk: kapotgesport, haar hele leven te veel gedaan), hardlopen kan niet meer en de rest wordt ook steeds moeilijker. Net dan begint haar echtgenoot met sporten, met hoge ambities: hij traint eerst voor een marathon en daarna voor een hele triathlon. Dat roept natuurlijk spanningen op in het huwelijk, zeker omdat hij zich bij een fanatieke groep aansluit en zich ook nog eens intensief laat begeleiden door de trainer, een jonge, mooie vrouw. De echtgenoten hebben bovendien ook nog wat oud zeer te verwerken voor wat betreft hun kinderen.

Het verhaal werkt toe naar zijn grote triathlon. Dat is spannend, zeker als er van alles mis gaat met hem wat haar vermoeden (vermengd met jaloezie) dat hij veel te ver gaat bevestigt. De vragen die het boek oproept heb ik ook: over de de zin van sport, het risico op mateloosheid ervan, de rol van de commercie erin, de drang om bij een groep te willen horen, zoals de massa van een marathon of grote triathlon (het heet niet Ironman in het boek, maar het is net zoiets, inclusief mensen die het logo laten tatoeëren enzo). Ik kon daarom bijna niet stoppen met lezen.

En toch vond ik het boek onbevredigend. Dat zat hem er vooral in dat ik de hoofdpersonen niet zo sympathiek vond en ook niet goed begreep. Ondanks dat haar zieleroerselen breed worden uitgesponnen snapte ik haar niet en vond ik haar stomme dingen doen. Hij is al helemaal stom bezig, en bij elkaar wordt zo de sport- en triathlonwereld nogal negatief neergezet dus ook. De zingevingsvragen worden wel opgeroepen, maar niet of alleen negatief beantwoord: sporten is vooral een krampachtige poging om fit te blijven, hip te zijn en ergens bij te horen. Het einde onderstreept dat nog eens, op clichématige wijze. Daarmee is het ook bepaald geen positief beeld van de ouder wordende duursporter.

Het stomme van de hoofdpersonen en ook de soms mij veel te uitvoerige beschrijving van haar inwendige wereld en hun conversaties zaten hem misschien een beetje in de vertaling. Ik las het boek in het Nederlands en heb wel vaker meegemaakt dat het origineel beter te pruimen is – alsof ik de gekke neiginkjes van de Amerikaanse cultuur beter kan hebben in hun eigen taal. Want Amerikaans is het zeker, al is de thematiek net zo relevant voor hier. Actueel ook, en dat moet ik Shriver zeker nageven: ze heeft een goed oog voor de tijdgeest. Het gaat en passant bijvoorbeeld ook nog over het klimaat, woke en cancelen.

Het zet bovendien dus een heel groot vraagteken bij de fit-hype. Dat is welkom, maar het vraagteken is me wel wat te groot. Nog steeds vind ik dat ik het ‘moest’ lezen en dat heb ik dus toch met plezier gedaan. Maar de nasmaak is niet zo prettig.

 

Door |2023-08-15T16:00:34+02:0014 augustus 2023|Boeken, Extra, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Aankoop-avonturen

Ik schrijf hier niet zo heel vaak over spullen, maar nu maar weer een keer wel en – voor alle duidelijkheid – ik doe dat geheel onafhankelijk. Ik heb de laatste tijd namelijk een paar avonturen (nouja…) beleefd bij de aankoop van nieuwe dingen. Ik had nogal wat nodig, en dat ging niet allemaal zonder slag of stoot.

Het begon ermee dat ik een opvolger zocht voor de Tri-Slide die op was. Dat is spul om makkelijker uit een wetsuit te komen en schuren daarvan te voorkomen, zonder het neopreen te beschadigen en zonder dat je handen er ook vet van worden. Ik heb twee van die spuitbussen versleten, maar ik kon het nu niet meer vinden. Dan maar op zoek naar een alternatief. Bij Bol zocht ik op ‘body glide’, zo dacht ik dat het heette, maar dan krijg je, uhm, heel andere dingen in de resultaten, namelijk uit de categorie ‘erotiek’. ‘Anti-chafe balm‘ deed het – je moet het maar net weten – en zo bestelde ik  een stick. Die werd een paar dagen later bezorgd… zonder dop erop. De envelop was aan de binnenkant al vettig en bovendien is het onhandig meenemen zo natuurlijk. Dus retour. Die retourzending raakte kwijt, ofzoiets, in elk geval: ik kreeg m’n geld niet terug. Gelukkig had ik het verzendbewijs nog. Na wat ge-heen-en-weer met Bol en het verzendende bedrijf kwam het gelukkig goed, en meer dan dat: ik kreeg mijn geld terug en vanwege het ongemak gratis een stick opnieuw. Dit keer wel met dop:

Daarna bestelde ik bij Triathlonaccessoires een nieuwe triathlon-fietsbroek. Dat is eigenlijk de onderkant van een tweedelig triathlonpakje. Zo’n pakje heb ik al jaren (onlangs hier nog te zien). Ik vind het broekje met de dunne zeem fijn op de triathlonfiets, fijner dan een gewone fietsbroek, die in de aerohouding een beetje prop wordt. Het broekje gebruikte ik dus vaak en het was aan het verslijten. Gelukkig vond ik hetzelfde merk in een goede maat. Bestellen ging echter ook niet zonder slag of stoot, want in plaats van twee tot vijf werkdagen levertijd duurde het er acht, met dus ook wat mailen heen en weer. Maar het is er en ik ben er blij mee. Het is zelfs mooier dan het oude broekje, meer een gewone fietsbroek: egaal zwart met wat langere pijpen.

Die broek is natuurlijk fijn met het oog op de naderende tijdrit, en daarvoor had ik ook nog iets anders nodig: nieuwe buitenbanden. Als ik het me goed herinner, zitten op mijn triathlonfiets nog steeds de oorspronkelijke banden, Vittoria Rubino’s, van eind 2014. Sinds ik op Strava zit, halverwege 2018, gaat dat om bijna 6500 kilometer; in totaal misschien dus wel om 10.000. Ze zijn nog niet eens op, maar voor de tijdrit wilde ik toch nieuwe. Het was een aardige zoektocht naar wat de beste banden voor mij zouden zijn: snel, ja, maar ook stabiel in de bochten en niet te snel lek, graag. Uiteindelijk kwam ik, mede dankzij een topic op het forum van Fiets met daarin een verwijzing naar een tabel met testresultaten, tot de conclusie dat het in het hogere prijssegment allemaal niet zo veel uitmaakt. Dus in de buidel tasten – het werden uiteindelijk Michelins. Als die ook weer 10.000 kilometer meegaan, kosten ze 1,1 cent per kilometer.

M’n buik enigszins vol van online aankopen ben ik vorige week naar mijn favoriete fysieke winkel gegaan om nieuwe loopschoenen te kopen: Run2Day. Ik loop al jaren het lekkerste op de Nike Free schoenen die ik daar ook ooit heb gekocht: licht, halve drop, weinig demping, soepel rond mijn voeten. Ze hebben echter als nadeel dat ik er wat moeizaam in kom. Voor alleen hardlopen is dat geen probleem, maar voor het wisselen in de triathlon is het onhandig. Gelukkig was er nog net een overjarig paar van een vergelijkbaar type met een soepeler instap in mijn maat. Ze lopen heerlijk, de bovenkant is net een pantoffel. Vanwege dat overjarige kreeg ik ook nog eens een mooie korting.

Ondertussen was ik ook nog bezig met het kopen van een nieuwe telefoon – de oude was na drie jaar (al!) het loodje aan het leggen. Dat heeft minder met het sporten te maken, behalve dan dat ik er eentje wil die tegen vocht en schokken kan, dus die ik goed mee kan nemen op de fiets. Bovendien wil ik er niet al te veel geld aan kwijt zijn. Ik hoef niks superhips en statusvols en mijn geld  besteed ik liever aan leuke dingen doen (en aan sportspullen dus, op het moment). Het is gelukt, alles doet het en ik ben er blij mee, maar het oriënteren, kopen, installeren en ‘dresseren’ heeft me ruim twee werkdagen gekost en hier en daar wat ergernis. Zoiets doe ik dus het liefst in de zomerperiode, als het qua werk rustig is. Wat een gedoe.

Enigszins koopmoe moest ik wat moed verzamelen en toen volgde als slot nog de minst avontuurlijke aankoop: sportvoeding bij Duursport.nl, succes gegarandeerd. Dat doe ik namelijk al jaren, het gaat altijd goed, en ik bestelde niks nieuws: hun huismerk energierepen, de gels die me sinds vorig jaar goed bevallen voor tijdens wedstrijden (alleen dan te gebruiken, want ze zijn peperduur), en eiwitrepen waar je een freaky hero van wordt:

Had ik hier al eens geschreven dat ik dol ben op die eiwitrepen, vooral de triple chocolate? Ze zijn ook prijzig, maar ik eet ze echt als traktatie. Ik heb nauwelijks speciale herstelproducten nodig (in m’n gewone eten zit genoeg eiwit), maar ze zijn handig en zooooo lekker. ‘Goed voor mijn herstel’ is vooral een excuus om lekker te snoepen na het sporten 😉

 

Door |2023-08-08T14:52:06+02:009 augustus 2023|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Omgaan met een wisselvallig lijf

De verbetering die ik laatst omschreef, zet zich voort. Darmen worden beter, en de laatste dagen heb ik duidelijk meer energie, dat is fijn. Net daarvoor, vorige week zaterdag, had ik nog een slechte dag, en toen realiseerde ik me hoe lastig het is om met een wisselvallig lijf om te gaan:

  • Als ik mijn leven inricht op mijn goede dagen, kom ik er af en toe doorheen te zitten of moet ik dingen afzeggen, wat ik altijd moeilijk vind. Mijn ziekmelddrempel als eigen baas is bijvoorbeeld torenhoog, maar sowieso kom ik afspraken graag na en vind ik het best een hobbel om te zeggen: ‘sorry, te moe’ ofzo.
  • Als ik mijn leven inricht op mijn slechte dagen, ontneem ik mezelf een boel leuke dingen en geef ik het gekwakkel een veel te bepalende rol in mijn leven. Daardoor wordt het te groot: groter dan nodig is.

Het is niet zo of-of, er is ook nog wel een middenweg natuurlijk, maar het dilemma zit wel tussen deze twee keuzes in. Ik heb sinds het begin van mijn gekwakkel zo veel mogelijk door laten gaan, zeker op werkgebied. Sporten was wel een sluitpost: ik heb gedaan wat ik kon en aangepast waar nodig. Desalniettemin werd ik bek-af – achteraf gezien mogelijk vooral doordat die antibioticakuur erin hakte. Sindsdien ontstond er rust door de zomerperiode, en bovendien heb ik een paar keer wel iets afgezegd. Dat heeft me ook wel goed gedaan.

Voorlopig houd ik het er maar op dat ik binnenkort weer – voor mijn doen – normaal belastbaar ben. Dus eerste bullet zonder mitsen en maren – nouja, de gebruikelijke van het leven.

Wat ik nu schrijf, is ongetwijfeld voor veel mensen met chronische klachten op het gebied van vermoeidheid en energie enzo bekend, maar ik had het nog niet eerder zo helder voor ogen. Ook al had ik in de overgang eigenlijk ook last van dat fluctuerende energieniveau, zeker in de periode dat ik slecht sliep. Ik modderde toen ook maar wat aan, maar zo helder als zaterdag was het toen zeker niet voor me. Weer wat geleerd dus.

 

Door |2023-08-03T09:28:05+02:005 augustus 2023|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

60+’ers zijn goede wandelaars

Een tijdje geleden kreeg ik van een vriend (dank, Arno!) een interessante Tweet doorgestuurd. Strekking: van vijf leeftijdscategorieën lukte het in de oudste (60+) het beste om een Kennedymars uit te lopen. Dat is een mooie statistiek, en interessant natuurlijk. In de reacties worden verschillende verklaringen gegeven voor het succes op hoge leeftijd, ik vat ze in vijf categorieën samen, die, volgens mij, allemaal zouden kunnen kloppen, op basis van wat ik weet over ouder wordende duursporters:

  • Ouderen hebben meer tijd om te trainen.
  • Ouderen hebben meer routine/ervaring; ze wandelen/bewegen hun hele leven al.
  • Duurvermogen (lang en rustig bewegen) gaat tot op hoge leeftijd nauwelijks achteruit, in elk geval pas later en minder hard dan het intensieve werk, zoals snelheid en kracht.
  • Ouderen hebben goede mentale vaardigheden: ze maken een betere inschatting van hun eigen kunnen in verhouding tot de zwaarte van de mars, ze nemen het serieuzer, ze hebben meer doorzettingsvermogen.
  • Zelfselectie speelt mogelijk een rol – alleen de besten doen het, en dat zie je niet in zo’n statistiekje (het gaat mogelijk niet om een hoog absoluut aantal).

Nou, dat zijn toch een boel positieve dingen! Wandelen is, vind ik, een onderschatte sport. Doe het ze maar eens na, die 60+’ers – 80 kilometer wandelen is bepaald geen peuleschil!

 

Door |2023-08-08T15:08:49+02:002 augustus 2023|Extra, Loop|0 Reacties

Verbetering

Ik ben sinds vorige week een stuk opgeknapt. Zo gaat het wel vaker: bodem van de put bereikt, beelden en verwachtingen loslaten – en weer vooruit kunnen. Ik heb deze week lekker kunnen trainen, waarbij ik voor mijn gevoel alleen wat moeier word dan normaal, zeker in de opeenvolging van dagen. Maandag was mijn vermogen op de fiets tot mijn verrassing weer normaal, in de zin van: hetzelfde als eind mei, net voordat ik ziek werd. Dat was een meevaller. Het lijkt erop dat ik wel iets slechter herstel dan normaal, door de darminfectie. Die zich al een tijdje redelijk kost houdt. De laatste slechte vlaag (het gaat steeds met ongeveer zeven dagen goed en daarna een paar dagen slecht), halverwege afgelopen week, was veel minder erg dan hiervoor en duurde ook maar twee dagen. Hopelijk betekent dat dat het echt aan het overgaan is.

Ik hoefde amper te werken, afgelopen week, dat was lekker. Daardoor kon ik een boel leuke dingen doen: woensdag van mijn broer in Vlissingen naar huis gefietst met een straf windje mee, donderdag Wout Poels de Profronde Westland zien winnen….

gister het tweede deel van van het Voetstappenpad rond Hilversum gelopen, en vanochtend vrijwilliger geweest bij de Parkrun, waarbij vriendin Marianne in het voorbijgaan deze foto’s van me maakte terwijl ik aan het tijdregistreren was:

 

Nog één klein dingetje over het gekwakkel: natúúrlijk heb ik weer gehoord dat het aan ‘de leeftijd’ zou liggen dat het niet meer zo lekker gaat. Zoals ik in mijn boek beweer, is dat de allerlaatste verklaring die je moet aannemen. In dit geval speelt mijn leeftijd hooguit een rol in misschien wat trager herstellen dan vroeger, maar verder is het toch echt allemaal pech. Sterker nog, eigenlijk word ik qua kwaaltjes jonger: gekneusde ribben kunnen je op elke leeftijd overkomen, darminfecties is meer iets voor kinderen/jongeren (vandaar eigenlijk ook dat het onduidelijk is wat ik heb, de parasiet die werd aangetroffen komt zo veel voor dat het onwaarschijnlijk is dat ik er op mijn leeftijd ineens last van krijg; de artsen die ik erover gesproken heb vermoeden iets resistents of exotisch), en de spruw die ik laatst had, bij mij als gevolg van de antibiotica, dat is vooral een babykwaaltje!

(Hamster Robbie mis ik nog wel. Ik wil pas een nieuwe hamster als ik echt helemaal beter ben. Hopelijk duurt dat niet te lang.)

 

 

Door |2023-07-29T15:11:36+02:0029 juli 2023|Fiets, Loop, Uncategorized|0 Reacties

Anders verder

Helaas moest ik vorige week om deze tijd constateren dat de antibiotica de darminfectie niet heeft opgelost. Het was best een tijd goed, acht dagen zelfs, ik kreeg serieus hoop dat het over was. Maar vorige week vrijdag begon er weer wat onrust. Zaterdag had ik nog wel een leuke sportdag in Amsterdam, met hardlopen en zwemmen.  Maar maandag had ik zelfs de ergste diarree tot nu toe. Heel naar: binnen een paar tellen van niks naar moeten hollen naar de wc, in de trein, geen wc-papier, en heel heftig. Ik ben daar best wel van geschrokken en ik baalde natuurlijk ook enorm: net die dag ging de infectie, met z’n pieken en dalen, de zevende week in.

Ik baalde. Ik baalde van niet precies weten wat ik heb, van de angst om niet tijdig bij een wc te kunnen zijn, van dat ik alleen maar narigheid heb overgehouden van de antibiotica (die spruw waar ik eerder over schreef – wordt beter maar is nog niet weg), van de smetvrees die ik er zo langzamerhand van krijg (ik voel me soms een wandelend brok besmettelijke viezigheid), van hoe lang het duurt, van het afscheid van het idee van een lekkere, zorgeloze zomer met onbekommerd sporten. En ook weg het laatste beetje hoop dat ik nog echt wat op kon bouwen voor de tijdrit. Gelukkig heb ik die dag wel heerlijk gewandeld.

De dag erna praatte de (vakantie-vervangende) huisarts me weer wat moed in. Er is kans dat zulke heftige diarree juist de ziekteverwekker uit mijn darmen heeft verjaagd, dus dat het het begin van het einde is, en anders zal het ook echt, heus overgaan, al kan dat duren. Om van die ene angst af te zijn, heb ik loperamide voorgeschreven gekregen, een stopmiddel dat ik zo af en toe kan gebruiken als er geen wc is.

’s Avonds dinsdag heb ik lekker gespind; ik zag m’n hoogste hartslag in tijden. Ik voel me echt wel beter dan een tijdje terug, mede dankzij die steeds langere periodes zonder klachten.

Eenmaal thuis bleek dat, wat we al even zagen aankomen, het leven van onze hamster Robbie op het eind liep. Ze is maar acht maanden geworden, en, met een voor mij pijnlijke speling van het lot: ze is gestorven aan diarree. Althans, ik denk dat het zo’n speling is, maar het kan ook zijn dat dat ik haar heb besmet. Die kans is – volgens mij – heel klein. Maar toch.

De dood van een hamster, zelfs zo’n voortijdige, kan ik op zich wel hebben, maar toch zat ik er woensdag even totaal doorheen. Ik heb het hier al vaker geschreven en niet eens over alles: het is een veeleisend jaar geweest, en sinds eind februari sukkel ik lichamelijk van het een in het ander, met als belangrijkste hindernissen de gekneusde ribben van maart/april en nu zeven weken aan de kwakkel met m’n darmen.

Het is me heel lang gelukt om m’n conditie op peil te houden en zelfs, tussendoor, nog ietsje te verbeteren. Maar de laatste paar weken komt de klad erin, en dat is niet zo gek natuurlijk. Ik heb sinds eind februari welgeteld vijf weken gehad waarin ik normaal heb kunnen trainen. Al die andere weken moest ik minstens een paar dagen een aangepast programma draaien, of ik kon alleen maar een beetje wandelen of yoga doen. Het valt me eigenlijk nog wel mee. Ik ben nog steeds overall fit (naar mijn eigen definitie) bijvoorbeeld.

Maar net de laatste weken zakt het vermogen dat ik kan trappen als ik hard wil fietsen (FTP) in. Ik weet dat het niet anders is, dat het tijdelijk is, dat mijn basis goed is, en dat ik juist de afgelopen maanden heb geleerd hoe makkelijk ik dat vermogen kan opbouwen als ik me meer richt op ‘kort en hard’ dan op lang. Maar nu heb ik vooral teleurstelling natuurlijk: ik raak kwijt wat ik heb opgebouwd.

Ondertussen heb ik mijn best gedaan om ook alle andere dingen zo goed mogelijk door te laten lopen: thuis, werk, boek, vrienden en – gelukkig – ook een boel leuke dingen. Het was zeker niet alleen maar ellende. Ellende die ik bovendien ook best wel kan relativeren, al is het alleen maar omdat ik op het moment mensen om me heen heb met veel grotere gezondheidsproblemen.

Maar, zo realiseer ik me sinds woensdag, alles bij elkaar was het me wel te veel. Ik heb me te veel voortgesleept; ik ben moe, het is op.

Dus: verder op een andere manier. Meer aan mezelf toekomen. Sporten alleen naar behoefte en voor de ‘back to basics’: genieten van buiten zijn en van het bewegen. Van het gezelschap, zoals bij wandelen met vriendinnen – drie keer deze week, dat was fijn. Het nóg meer nemen zoals het komt.

Die tijdrit, daarvan wist ik al lang dat die niet zouden worden wat ik ervan had gehoopt en nu is ook het laatste restje ambitie daarvoor weg. Ik ga dan gewoon lekker op vakantie, 20 kilometer hard rijden en het zien als een verkenning – wie weet later nog eens, in een beter jaar?

 

Door |2023-07-21T22:45:55+02:0021 juli 2023|Fiets, Triathlon algemeen|1 Reactie

Nóg een Trappist!

Toen ik vrijdag thuiskwam, trof ik Henk aan met een bedrukt gezicht: er zat een fout in m’n podcast! Ik vertel daarin dat we plannen hebben om onze verzameling Trappistenkloosters compleet te maken. In 2013 fietste we in drie weken vanuit huis langs de acht toenmalige brouwende kloosters in Nederland, België en Noord-Frankrijk. Sindsdien zijn er kloosters bijgekomen. In 2014 fietsten we daarom in een weekend naar Zundert heen en weer en vorig jaar naar Coalville. Stuk voor stuk toffe fietsreizen. Er resteerden er nog twee, dachten we: in Rome en Oostenrijk. Een mooi doel voor onze volgende lange fietsreis.

Maar. Er is er nog één bijgekomen, zo ontdekte Henk vrijdag. In Burgos (echt even op klikken op de link, je cursor verandert dan in een monnikje! de site is alleen wel verouderd).

Dus. Fietsen naar Burgos, dan naar Barcelona, boot naar Rome, Italië oversteken, overvaren naar Kroatië en dan via Oostenrijk terug naar huis? We gaan verder puzzelen aan de plannen!

 

Door |2023-07-16T15:41:03+02:0016 juli 2023|Fiets|0 Reacties

Fiets de Podcast: Optimaal blijven fietsen als de leeftijd omhoog kruipt!

Vandaag verschenen: Podcast #50 van Fiets Magazine, met mij! Ik praat een dik uur lang met hoofdredacteur Edwin en podcastmaker Herman over fietsen, trainen en mijn boek. Ik ben daarvoor in mei naar de studio onderin het gebouw van de redactie in Amsterdam geweest. Op het fotootje kun je zien hoe we erbij zaten. Het was mijn eerste podcast-ervaring en ik vond het erg leuk om te doen: uitgebreid praten met gelijkgestemde mensen over onderwerpen die me na aan het hart liggen. Met wat zijsprongetjes naar onder andere mijn favoriete ontbijt, de film ‘Slag om de Schelde’ en Trappistenbieren!

 

Door |2023-07-13T18:29:58+02:0013 juli 2023|Boeken, Fiets, Trainer|2 Reacties
Ga naar de bovenkant