Een tijdje geleden kreeg ik van een vriend (dank, Arno!) een interessante Tweet doorgestuurd. Strekking: van vijf leeftijdscategorieën lukte het in de oudste (60+) het beste om een Kennedymars uit te lopen. Dat is een mooie statistiek, en interessant natuurlijk. In de reacties worden verschillende verklaringen gegeven voor het succes op hoge leeftijd, ik vat ze in vijf categorieën samen, die, volgens mij, allemaal zouden kunnen kloppen, op basis van wat ik weet over ouder wordende duursporters:

  • Ouderen hebben meer tijd om te trainen.
  • Ouderen hebben meer routine/ervaring; ze wandelen/bewegen hun hele leven al.
  • Duurvermogen (lang en rustig bewegen) gaat tot op hoge leeftijd nauwelijks achteruit, in elk geval pas later en minder hard dan het intensieve werk, zoals snelheid en kracht.
  • Ouderen hebben goede mentale vaardigheden: ze maken een betere inschatting van hun eigen kunnen in verhouding tot de zwaarte van de mars, ze nemen het serieuzer, ze hebben meer doorzettingsvermogen.
  • Zelfselectie speelt mogelijk een rol – alleen de besten doen het, en dat zie je niet in zo’n statistiekje (het gaat mogelijk niet om een hoog absoluut aantal).

Nou, dat zijn toch een boel positieve dingen! Wandelen is, vind ik, een onderschatte sport. Doe het ze maar eens na, die 60+’ers – 80 kilometer wandelen is bepaald geen peuleschil!