Jaararchieven: 2023

Hoera, ik kan zinken!

Een grote drijfveer voor mij bij het sporten is: nieuwe dingen doen, en in het bijzonder: nieuwe dingen leren. Iets kunnen wat ik eerder niet kon dus. Vandaag kwam ik dan ook triomfantelijk terug uit het zwembad: het was me gelukt te zinken! Ik leg het uit.

We zijn bij Techniek&Conditie bezig met het thema ademhaling. Vorige week donderdag deden we een oefening waarbij je eerst een flinke teug lucht moest nemen, dan voorover gaan ‘hangen’ in het water. De lucht in je longen werkt dan als een ballon: je blijft drijven. Daarna moesten we onze longen helemaal legen, en daardoor zak je naar de bodem. Dat was, voor mij althans, de theorie. In de praktijk bleef ik hangen aan het wateroppervlak, met m’n bovenkant. Het leek wel alsof m’n hoofd dreef, ook al zit daar geen lucht in (nouja, soms lijkt dat wel zo).

Ik had geen idee hoe ik mijn longen leger kon krijgen. Doel van de oefening was dan ook om te ervaren dat je nog meer reserve-lucht hebt dan je denkt. Nou, die had ik dus.

Eerste vallende kwartje was dat die lucht misschien niet in, maar áán mijn hoofd zat: onder m’n badmuts. Ik heb aan het eind van de training m’n badmuts afgezet. Eerder kon niet, want met natte handen een natte badmuts over m’n grote hoofd trekken lukt niet, en zonder badmuts gaat m’n haar slobberen en in m’n ogen hangen. Ik probeerde het toen nog snel even en dat leek beter te gaan.

Een paar dagen later ging ik in het zwembad zelf proberen. Inderdaad kon ik zonder badmuts wel op de bodem komen, maar ik moest daarbij wel smokkelen: mezelf met m’n handen naar beneden wapperen. Dat moest toch ook zonder kunnen, leek me.

Of nouja, eigenlijk dacht ik nogal fanatiek Ik! Wil! Dit! Kunnen! Ik denk namelijk dat ik best wel een aardige beheersing van m’n ademhaling heb, dankzij de zangles en stemvorming van vroeger en de yoga van de laatste jaren. Alleen is dat wel allemaal vooral buikademhaling, en ook zonder badmuts bleef ik vooral aan de bovenkant drijven, wat me het idee gaf dat de lucht bleef zitten in de toppen van m’n  longen. Daar krijg je ‘m met buikspieren niet uit. Hoe dan wel? Dat moet mij toch ook lukken?!

Op het droge bedacht ik dat het legen van de toppen van je longen lukt door jezelf klein te maken: schouders naar voren, bocheltje in bovenrug, kin naar borst, in elkaar kruipen – precies het tegenovergestelde van wat je moet doen als zanger of spreker dus. Ik dacht: onthouden voor in het water.

Gewapend met het nieuwe inzicht ging ik vandaag weer naar het zwembad. Eerst zwemmen, dan badmuts af en de badmeesters waarschuwen, dat ze niet denken dat ik lig te verdrinken op de bodem van het zwembad. De eerste poging mislukte nog, maar bij de tweede, jawel: ik zonk naar de bodem! Met m’n armen voor m’n borst gekruist, wat helpt bij het in elkaar kruipen, en dus zeker zonder te smokkelen.

Het lukt, ik zink! dacht ik triomfantelijk. En daar lag ik dan.

Nou is de volgende stap in de oefening dat je 10 seconden op de bodem blijft liggen, dan 10 seconden zitten en dan nog 10 seconden liggen. Dat is me nog diverse bruggen te ver en dat hoef ik niet per se te kunnen van mezelf. Ergens zijn oefeningen zonder adem natuurlijk ook heel onaangenaam. Ik heb vandaag ook gezwommen met een ademfrequentie van 1 op 6, 1 op 7 en 1 op 8. Dat is al onprettig genoeg, moet ik zeggen.

Maar ik ben heel blij met het onder de knie hebben van zinken!

 

Door |2023-10-23T17:18:47+02:0023 oktober 2023|Waarom, Zwem|0 Reacties

Nieuwe plannen

Tussen de tijdrit en het seizoenstoetje in Zierikzee had ik op trainingsgebied gefreewheeld: het was overgangstijd. Na Zierikzee wilde ik de draad weer oppakken. Ik had plannen gemaakt – en liep er meteen in de eerste week al tegenaan dat ik daar niet goed genoeg over had nagedacht. Ik had twee fouten op elkaar gemaakt:

  • Ik had geen heldere keuze gemaakt. Ik had me, eenmaal terug uit Oostenrijk, met verrassend groot enthousiasme op de andere twee sporten gestort. Ik had veel zin in hardlopen, en had bedacht dat het misschien wel net kan lukken om eind november in duurlooptempo een leuke halve marathon te lopen. Daarnaast is de zwemcursus erg leuk en nuttig, en wil ik daarvoor ook oefenen. Ik heb de andere twee sporten meer gemist dan waar ik me bewust van was! Daarbij wilde ik toch ook mijn fietsen op peil houden, met in het achterhoofd het – nog vage – plan om volgend jaar opnieuw naar de Radweltpokal te gaan. Duurlopen vlot opbouwen is zwaar, de donderdagavond-zwemtraining is soms zwaar, en pittig fietsen is ook zwaar, of anders de krachttraining ervoor wel: ik had forse spierpijn van de eerste keer squats en lunges weer. Dat zouden dus drie zware trainingen per week zijn. Dat is te veel.
  • Ik was min-of-meer ‘vergeten’ dat ik minder belastbaar ben dan normaal, zeker in de slechte vlagen met mijn darmen. Ik was dat niet echt vergeten, maar het was een paar weken relatief goed gegaan en met freewheelen loop ik er ook niet zo tegenaan dat ik soms moe en futloos ben en/of slechter herstel dan ik gewend ben. Dat is echter wel nog steeds de realiteit.

Dus wat er gebeurde is dat ik een paar dagen lekker had getraind en toen op vrijdag ineens helemaal geparkeerd stond. Mijn eerste trainingsweek was al meteen te zwaar en er begon een slechte darmenvlaag, de slechtste sinds augustus op vakantie. Het voelde ook een beetje zoals in Oostenrijk: de ene dag gaat alles nog, de volgende dag wil er niks meer. Zwaar frustrerend, maar ook leerzaam natuurlijk.

Ik heb nu op twee fronten weer perspectief:

  • Fietsen wordt de sluitpost en gaat echt even de onderhoudsstand in. In december zie ik dan wel weer verder. Ik bedacht dat allemaal al nadat ik die vrijdag op de fiets had geconstateerd dat intervallen fietsen op FTP er niet in zat. Ik toerde toen verder en had het eigenlijk meteen al op een rijtje. Met het weer van de afgelopen dagen is minder fietsen ook niet zo erg, moet ik zeggen – het seizoen speelt zeker ook een rol. Ik kan me erbij neerleggen dus, ook bij het onvermijdelijke teruglopen van m’n fietsspecifieke conditie.
  • Voorlopig moet ik me blijven aanpassen aan hoe het met mijn darmen gaat. Maar: het gaat nog even duren, maar er gloort voorzichtig weer wat hoop. Ik ben er heel vasthoudend voor moeten zijn, veel voor moeten doen, heel wat stress om gehad en ik ben geconfronteerd geweest met de ernst van het zorginfarct (wachtlijst darmspecialist: 12-15 maanden, en er is zelfs wachttijd voor wachtlijstbemiddeling), maar ik heb afgelopen week voor elkaar weten te krijgen dat ik andere medicijnen krijg tegen de parasiet. Hopelijk gaan die hun werk doen en is dat ook echt de oorzaak van de narigheid (dat is niet zeker). Duimen jullie mee?

In het wikken en wegen van mijn trainingsaanpak realiseerde ik me dat het bij een chronisch gezondheidsproblemen dat op en neer gaat (en dat gaan ze meestal) niet veel zin heeft om mesocycli te plannen, dus het idee van ‘drie weken op, 1 week af’. Soms dwingt de beperkte energie tot meer rust in die drie weken, en stel dat de week af net in een goede periode valt, dan blijft er helemaal weinig tijd over om iets op te bouwen. Dat is weer een bevestiging van wat ik vaker ben tegengekomen: de traditionele trainingsleer gaat uit van gezonde mensen. Als je dat niet bent, is trainen veel minder te plannen. Ik zal het voorlopig nog veel meer moeten nemen zoals het komt. Ik ben daar al veel beter in geworden sinds de zomer, maar ik leer nog steeds bij!

 

Door |2023-10-15T17:37:03+02:0015 oktober 2023|Fiets, Loop, Trainer, Zwem|0 Reacties

Drie boekentips

Ik heb de laatste weken drie boeken gelezen die ik de moeite waard vond, maar ook weer niet van dien aard dat ze elk een aparte blogpost verdienen. Dus hier een verzamel-blogpost met drie boekentips.

1. Marathon van Theo Engelen.

Ik had een ander boek van Engelen gelezen en dat vond ik wel goed. Ik zag toen dit, en dat wilde ik wel lezen, zeker afgelopen weekend, rond manliefs deelname aan de Kustmarathon. Ook dit was wel goed. Leest lekker weg en het is spannend in de zin van dat ik graag wilde weten hoe het verder ging en afliep. Geen literair hoogstandje; de structuur is simpel: man loopt marathon, hoofdstukken per groepje kilometers, in elk hoofdstuk staan flashbacks en op de finish is de puzzel van zijn verleden compleet. Dat verleden is heftig en de marathon zwaar, dus dat gaat samen op. Het loopt mijns inziens net iets te goed af. Maar meeslepend is het wel, en de hoofdpersoon zou zó iemand uit mijn kennissenkring kunnen zijn, of iemand die ik coach: duursporter van middelbare leeftijd, eerste marathon, hardlopen hielp hem door een moeilijke tijd heen. Gewoon een lekker leesboek.

2. Master of Change, van Brad Stulberg.

Stulberg volg ik al jaren en zijn nieuwe boek is dus een ‘moetje’, overigens eentje waar ik naar uitkijk – ik had het al ge-pre-ordered, wat nog wat voordeeltjes opleverde. Mijn verwachtingen waren dus torenhoog. Ik vond de eerste helft erg goed. Stulberg introduceert daar het concept ‘rugged flexibility’ als levenswijze voor het omgaan met de alomtegenwoordige en onvermijdelijke verandering (waaronder hij overigens ook ouder worden schaart).  Belangrijk daarbij is dat je verandering en de onzekerheid die daarmee gepaard gaat ziet als iets wat erbij hoort, in plaats van iets om je tegen te verzetten of te ontkennen (‘change is not the exception, change is the rule’). Je wordt ook nooit meer echt helemaal ‘de oude’, er vindt re-ordering plaats. En ook dat is okee.

In de tweede helft werkt hij de houding uit in concrete acties en dat vind ik wat rommelig. Ik weet van Stulberg dat hij een achtergrond bij McKinsey heeft, en dan denk ik: heb je daar niet iets strakker leren structureren? Maar ik besef dat daar die torenhoge verwachtingen een rol spelen. Ook zegt een stemmetje: misschien moet Stulberg ervoor oppassen niet met te veel haast steeds een nieuw boek de markt in te slingeren?

Aan zijn vorige boek hield ik een paar concrete voornemens over die me hebben geholpen, dat is nu niet het geval. Maar interessant is het wel. En goed geschreven en onderbouwd verder ook.

3. Met de jaren van Arjan Videler en Rosalien Wilting

Voor dit boek werd ik getipt door Miriam, die contact met mij opnam naar aanleiding van mijn eigen boek – ze dacht dat het wel in mijn straatje zou passen. En inderdaad! Het boek betoogt dat therapie op oudere leeftijd zinvol is. Dat klinkt een beetje droog, maar dat is het boek juist niet, want er zitten uitgebreide voorbeelden in. Die las ik ademloos: wat een indrukwekkende levensverhalen, en wat maken sommige mensen toch een boel ellende mee. Het is ook echt niet zomaar even ‘eind goed, al goed’ met wat therapie of andere behandelingen, maar het kan wel veel schelen. Voor de oudere zelf, maar ook voor diens omgeving: partner, kinderen, vrienden, maar ook bijvoorbeeld verzorgenden.

Over het behandelen van psychische problemen van ouderen wordt vaak gedacht dat het zinloos is: dat heeft toch weinig nut meer en na zo lang zijn hun problemen toch niet meer op te lossen. Met zo’n negatieve manier van denken over ouderen zie je over het hoofd dat zij juist dankzij hun wijsheid en levenservaring misschien verder kunnen komen dan jongeren. En over dat nut: mentale gezondheid bevorderen is ook goed als zodanig. De auteurs leveren zo (overigens met niet heel veel woorden) ook kritiek op doorgeslagen rendementsdenken. Ik las het met instemming.

Het boek is vooral gericht op mensen die met ouderen werken en anderen in de geestelijke gezondheidszorg, maar ik vond het zeer toegankelijk. Hooguit is het denken in diagnoses voor mij altijd even vervreemdend, maar dat speelde geen grote rol. De (oudere) mens staat centraal. Gelukkig maar!

 

 

 

Door |2023-10-11T16:20:23+02:0011 oktober 2023|Boeken, Loop|0 Reacties

Lekker toetje!

Ik heb zaterdag als ’toetje’ van het seizoen meegedaan aan de GO Triathlon Zierikzee (1/8e). Het werd een lekker toetje!

De triathlon had een werkelijk schitterend parcours. Zierikzee is een mooie oude stad en de triathlon is in het historische centrum. Het parc fermé was langs de oude haven in de historische binnenstad, zwemmen van de nieuwe naar die oude haven, fietsen door de Zeeuwse polder, lopen opnieuw door die mooie stad. Wel wat ‘bonkige’ stukjes met kasseien enzo, maar dat hoort erbij natuurlijk. Hier is een foto (na afloop) van het zwemparcours en de start van het fietsparcours (over het bruggetje en door het poortje onder de toren door):

Het was ook nog eens fantastisch weer, en het water was nog zo warm dat ik zonder wetsuit heb gezwommen, dat ging prima – lijkt me uniek voor eind september. En zout water – lekker! Bovendien was het gezellig. Manlief deed ook mee, voor het eerst op zijn nieuwe oude fiets, achter hem te zien. Onze buurvrouw Corine in de wisselzone maakte deze foto van ons:

Qua sportieve prestatie was ik wel tevreden gezien mijn huidige vormpeil: fietstijd in de top 10 bij de vrouwen overall, en het lopen ging niet zo hard maar wel met grinta:

Ik finishte in 1:23:12, als 5e van 7 D50+. Meer zat er niet in, dat voelde ik gister ook wel, en zelfs vandaag ben ik nog een beetje stijf.

Alleen had ik erg slechte wissels. Ik ben daar nooit heel goed in en dit seizoen al helemaal niet door de focus op fietsen, en daar kwam nog bij dat ik een nogal enerverende week achter de rug had met onder andere vrijdag nog een begrafenis in Nijverdal (lange dag, maar niet alleen maar verdrietig: ik heb ervoor zelfs nog een rondje gefietst in die prachtige omgeving), dus een hoofd vol met andere zaken. Ik had snelveters willen doen in  m’n nieuwe loopschoenen bijvoorbeeld, maar dat was ik totaal vergeten.

Bij het wisselen zelf merkte ik het ook. Ik ben altijd al wat verstrooid, maar nu was het echt extreem. Wat er bijvoorbeeld mis ging was dat ik m’n loopschoenen aantrok en toen dacht: hé, waar is m’n haarband? Nou, in m’n schoen dus. Schoen weer uit…

Van mijn fietswissel maakte een kennis van Corine dit filmpje (die dacht dat zij het was), ik kreeg het van haar doorgestuurd.

Het was ook goed georganiseerd. Enige kleine puntje van kritiek was dat ik alles erg krap vond, vooral de wisselzone (ook nog eens pal langs het water, dus ik kreeg visioenen van in de haven verdwijnende tassen) en het zwemparcours (brugje als bottleneck). En zelfs bij de finish kreeg ik nog een trap tegen m’n kuit (zonder erg) van iemand die mij net in het krappe bochtje net voor de streep per se nog moest inhalen.

Direct na de finish was ik dan weer wel in mijn nopjes met de grote bak met drop, winegums en ander snoep – jummie! En nog een leuke medaille ook:

Als triathlon is het een aanrader! Heel veel enthousiast publiek langs het loopparcours ook. Ik ken dat ook van bij de Kustmarathon: die Zeeuwen weten sporters wel te waarderen!

Door |2023-10-12T13:10:37+02:002 oktober 2023|Triathlon algemeen|0 Reacties

Over een halfvol of halfleeg glas

We zijn nu een maand terug uit Oostenrijk. Dat was een tijd met ups en downs.

Mijn darmproblemen duren voort, vier maanden inmiddels, met steeds een paar dagen op (alles normaal) en een paar dagen af, waarin mijn darmen onrustig zijn en ik me in meer of mindere mate brak en futloos voel. Ik ben een medische ronde verder maar dat heeft vooralsnog niks opgeleverd (conclusie in het kort: ‘afwachten’). Heel misschien verbetert het iets, maar dat is nog moeilijk te zeggen. Het is taai.

Daar kwam bij dat ik opnieuw last heb van mijn mond, iets wat lijkt op de spruw die ik na de eerdere antibioticakuur ook had (zie hier). En ik werd ook nog verkouden – niet erg en niks bijzonders voor mij, maar ik had er onder andere een nacht tussen met én hoesten én pruttelende darmen. Ik was dan ook de afgelopen weken vaak behoorlijk moe. En dat in de tijd van het jaar dat ik eigenlijk op m’n best zou moeten zijn.

Maar het gaat zeker niet alleen maar slecht. Ik heb van de zomer geleerd dat ik het over de hele linie wat kalmer aan moet doen dan gebruikelijk en dat lukt aardig, zo goed zelfs dat ik me af en toe bijna verveel. Ik heb het met sporten ook rustig aan gedaan, deels uit die snotterigheid enzo, maar ook wel omdat het een goede tijd was voor een overgangsperiode ná afgelopen seizoen.

Ik kan bovendien concluderen dat ik er eigenlijk helemaal niet zo slecht voor sta:

  • Ik ben weer begonnen met een cursus bij TriExperience, in de groep ‘Techniek & conditie’. Dat is leuk en het zwemmen gaat goed.
  • Ik ben het hardlopen weer wat aan het uitbouwen en ik heb ook nog wel lekker gefietst (voorbeeld 1, voorbeeld 2, voorbeeld 3) en gewandeld (voorbeeld).
  • Ook al leverde het fietsgerichte trainen van dit seizoen me niet op wat ik had gehoopt, ik merk wel dat ik makkelijk fiets. Ik trap nu ongeveer hetzelfde vermogen als vorig jaar om deze tijd (FTP van rond de 225 Watt), maar toen moest m’n overgangsperiode nog komen (wel liep ik toen veel harder, maar dat terzijde).
  • Ik ben nog steeds fit zoals ik dat vorig jaar ‘definieerde’: ik kan nog steeds 100 km fietsen, 10 hardlopen, 2 zwemmen of 20 wandelen. Dat toen zo voor mezelf geëxpliciteerd hebben helpt me nu. Want op de slechtste dagen voelt het alsof ik ‘instort’, maar dat is dus helemaal niet zo.

Dus: ik sport nog steeds lekker verder. Komende zaterdag doe ik zelfs nog een triathlon als ‘nakomertje’ van het seizoen.

Toch klopt er iets niet, en dat is dus vrij subtiel. Het is enerzijds de grilligheid: de goede en slechte dagen waardoor ik van tevoren niet weet wat er kan en hoe dat zal gaan. Dat lijkt overigens op wat ik ervoer tijdens de overgang, de bijbehorende frustratie ook.

Anderzijds mis ik al maandenlang net dat vleugje extra van me echt helemaal fit voelen. Terwijl het voelt alsof dat heel dichtbij is. Dat is deel van de frustratie: dat ik er zo dichtbij lijk, maar het wil maar niet. Dat is echt een geval van het glas dat halfvol (ik ben er dichtbij) of halfleeg (het is er steeds maar niet) is.

Hoe ik het ervaar, dus halfvol of halfleeg, hangt af van mijn humeur, en dat schommelt heen en weer met de fysieke problemen. Er zit voorlopig niets anders op dan het te nemen zoals het komt.

Hoe lang dat ‘voorlopig’ duurt, weet ik niet – en dat is misschien nog wel het allervervelendste. Kan ik doelen stellen voor de winter of voor volgend jaar, of ga ik dan tegen dezelfde frustratie aanlopen als de afgelopen maanden? Voorlopig train ik maar een beetje allround door, zonder specifieke doelen.

Op de halflege dagen heb ik het soms knap lastig met die onzekerheid. Op de halfvolle dagen blijf ik beter in het hier-en-nu, en dat is, zeker bij mooi weer, vaak gelukkig best wel fijn.

 

Door |2023-09-25T12:09:18+02:0026 september 2023|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|0 Reacties

Danskunstenaar? (gastblog)

Hallo, ik ben Nicole, vriendin van Louise en ik mag weer een gastblog schrijven over een bijzondere ervaring met bewegen en genieten. Dat kan op allerlei manieren en voor de hand liggend als je het over sportkunstenaarschap hebt: óók door te dansen!

Louise kent deze voorgeschiedenis van mij niet zo goed, maar ik ben al op zeer jonge leeftijd aan ballet gaan doen en ben rond mijn 15e terecht gekomen bij een Indonesische dansgroep die de klassieke Javaanse dansen beoefende. Ik had dat  als kind eens op tv gezien en vond dat zo mooi dat ik dat heel graag wilde leren. Helaas was er toen nog (lang)  geen internet en was het puur toevallig dat ik samen met mijn moeder ergens was waar deze groep een opvoering gaf. Na kennismaking ben ik daarna jaren lang op en neer gereisd tussen Zaandam en Haarlem om te oefenen en verschillende dansen te leren, een geweldige tijd! Toen ik ging studeren kreeg ik dat niet meer rondgebreid qua tijd en energie, maar tot mijn grote plezier bleek er iemand les te geven in het Tropenmuseum in Amsterdam, waar ik toen om de hoek woonde op mijn studenten-etage. Maar daarna kwam er van alles op mijn, pad, op het bewegende vlak vooral ook allerlei sporten, later ook nog al dan niet samen met Louise. Dus dansen verdween een beetje naar de achtergrond. Het prikkelt ergens wel al heel lang, dansen is fijn. Misschien weer gewoon op ballet. Of een andere kinderdroom: flamenco leren.

Ik woon inmiddels in Rotterdam en heb een Rotterdampas. Twee keer per jaar krijg je dan een magazine waar allerlei leuke dingen in staan die je met korting kan doen of leren. Zo ben ik vorig jaar op 58(!)-jarige leeftijd nog eens met voetballen begonnen en tot mijn grote blijdschap bleek dat je in Rotterdam ook Balinese danslessen kan volgen, bij Nova Burdo-Marseline van Dwibhumi, in balletschool Staluse Pera. Ik was wel erg roestig en bovendien is Balinees dansen echt wel heel wat anders dan ik van vroeger gewend was maar ik vond het meteen geweldig. De muziek, de bewegingen, de kleding, ik vind het prachtig. De les duurt een  uur, en geloof me, als je flink je best doet is het echt een behoorlijke work-out waar je ook nog eens soepel van word. Het doet niet onder voor een uurtje sportschool hoor, en je leert ook nog een prachtige dans.

Toen kwam tot mijn verbazing de vraag of ik ook mee wilde doen aan een uitvoering ter gelegenheid van het 85-jarig jubileum van de balletschool waar we oefenen. Durf ik dat? Eh…eigenlijk niet maar het is wel ontzettend tof. Alleen al die kleding en sieraden aan doen, en de traditionele make-up. Ik kreeg daar gelukkig hulp bij want ik draag zo goed als nooit (nooit dus) make-up. En een compleet Balinees danskostuum aan doen is ook best een ding. Wel wat ingewikkelder dan een wetsuit. Ik herkende mijzelf niet meer terug! En dan nog een echte opvoering voor een echt publiek! Van dansliefhebbers ook nog. Het was minstens net zo spannend als mijn eerste triathlon ooit. Met wel heel andere kleding!

Foto gemaakt door Nova Burdo-Marseline

Iedere vrijdag wordt er geoefend in de balletschool. Niet alleen de bewegingen en de choreografie, maar ook de achtergrond van de dans en de betekenis komt aan bod. Volop genieten, ik ben heel blij dat ik het dansen weer heb terug gevonden. Die Rotterdam-pas toch, wordt je van triatleet een Balinese danseres, alles kan toch maar!

 

 

 

Door |2023-09-17T13:53:58+02:0017 september 2023|Triathlon algemeen, Waarom|0 Reacties

Kijk nou! ‘Nieuwe’ fiets in huis!

Waar zo’n tripje naar Oostenrijk allemaal toe leidt… kom ik net thuis, staat er zomaar een retro racefiets in de keuken:

Vandaag heeft manlief een nieuwe fiets gekocht, nouja, een echte heuse vintage dus!

Ik schreef al dat ik voor mezelf de Radweltpokal voor herhaling vatbaar vind, en dat ik graag de tijdrit nog eens wil rijden maar dan in goede vorm. Henk zei ook al gauw  nog wel een keer terug te willen, om mee te doen aan zo’n vintage wedstrijd, van oude mannen op oude fietsen 😉 Maar daar had hij natuurlijk wel een fiets voor nodig. Hij hoefde niet eens zo heel lang te speuren op Marktplaats om deze fiets te vinden, nog vlak in de buurt ook. Een Gazelle, Henks lievelingsmerk, en ik moet zeggen: ik vind het een beauty! Misschien mag ik er ook een keertje op rijden?

Henk moet nu nog op zoek naar toeclips!

 

Door |2023-09-11T19:09:35+02:0011 september 2023|Fiets|4 Reacties

Tip voor 40+-fietsers: Radweltpokal

Ik heb vorige week een tijdrit gereden die onderdeel was van een groot fietsevenement: de Radweltpokal. Het was dit jaar de 55e editie. Ik had er nog nooit van gehoord totdat ik een dik jaar geleden eens ging googlen naar een WK tijdrijden voor ‘age groupers’ zoals dat bij de triathlon ook bestaat. Ik had best eerder van het bestaan willen weten, en van een andere Nederlandse deelnemer begreep ik ook dat hij het per toeval had ontdekt. Ik vind dus dat het evenement meer aandacht verdient. Vandaar: hier een impressie. Ik heb zelf alleen de tijdrit gereden (20 km vrijwel vlak), maar Henk en ik zijn bij nog wat andere koersen gaan kijken

De Radweltpokal is geen officieel WK zoals dat net ervoor in Glasgow geweest was, maar een informele ‘wereldbeker’ waar toch knoeperhard gefietst en serieus gestreden wordt. De wedstrijden zijn bedoeld voor twee groepen:

  • Masters (40+), in leeftijdscategorieën per vijf of tien jaar, mannen zowel als vrouwen. De Radweltpokal is ooit begonnen om oud-profs ook nog competitie te bieden. Er doen ook wel jongeren mee, maar dat is maar een handjevol. De oudste deelnemers zijn 80+! Er wordt hard gereden: bij de tijdrit reed de winnaar ongeveer 50 km/u gemiddeld. Dat parcours is overigens razendsnel, zag ik bij mezelf aan de verhouding tussen vermogen en snelheid. Bij de tijdrit was ook nog een aparte categorie voor para-atleten, maar dat was heel klein. Er deed bij de vrouwen bijvoorbeeld maar eentje aan mee.
  • Renners op ‘vintage’ fietsen: fietsen tot ongeveer bouwjaar 1988, met een stalen frame, toeclips en schakelen aan de buis. Schitterende fietsen! We keken onze ogen uit. Voor hen is het daadwerkelijk een WK. Henk praatte met deze Oostenrijkse-oud-prof (als we het goed begrepen hebben), met z’n spullen nog uit zijn glorietijd maar dan wel een moderne fietscomputer erop:
    Dat was na de wegwedstrijd; later zagen we hem bij de tijdrit:

    Je moet een bijpassend shirt hebben en liefst verder ook de rest van je kleding in stijl. Dit vond ik wel een heel bijzonder shirt, uit een ‘retro’ land:
    We hebben bij die wedstrijden gekeken en vonden het echte wielernostalgie! Alsof je terugkeek in de tijd, beelden die je wel op televisie ziet:

Er zijn voor alle groepen een wegwedstrijd (40-120 km, afhankelijk van de categorie, met klim) en die tijdrit(20 km vrijwel vlak). Voor de moderne fietsen zijn er ook nog twee korte wedstrijden: een bergsprint en een tijdrit van een kilometer (vlak, op het vliegveld). Bij de bergsprint zijn we ook wezen kijken, die zag er loeizwaar uit (het is dik 300 meter omhoog in 2,7 km fietsen):

De vintage fietsen maken ook nog een tocht. In totaal duurt het zes dagen. Er zijn honderden deelnemers, de meesten wel uit de buurt, maar we zagen toch ook wel Amerikanen, Australiërs en Brazilianen. Veel Duitsers, en die retro fietsen, dat is vooral een Vlaamse aangelegenheid:

’s Avonds zijn er huldigingen op een ‘medal plaza’ in St. Johann, compleet met volksliederen. Er is een trui voor de winnaars en medailles voor het podium:

Er zijn ook nog veel bekers voor de anderen. Voor het kleine groepje vrouwen dat meedoet komt dat neer op  iedereen, dus zelfs met mijn laatste plek vond ik mezelf nog terug op het podium bij de vrouwen 55-59 (zeven deelneemsters in totaal, twee waren er niet):

Het waren misschien niet zo veel vrouwen, zeker in de vintage groepen niet, maar toch vond ik het leuk om tijdens mijn warming-up zo veel vrouwen op tijdritfietsen te zien.

Een paar organisatorische dingen waren wel houtje-touwtje, waarbij me vooral opviel dat de informatie niet altijd precies klopte, alsof ze een oud document hadden gerecycled. Voor de sportieve zaken maakte het niet uit, al hoorden we wel over een file op het parcours die de vintage wegwedstrijd had beïnvloed. Het parcours voor de tijdrit was helemaal afgesloten voor ander verkeer en verder was er begeleiding:

En je ziet: het was ook gezellig. En dat alles in een prachtig stukje Oostenrijk, pal onder het Kaisergebergte, dus met een schitterend decor:

Kortom: een dikke aanrader voor fietsliefhebbers. Ik hoop er zelf ook nog eens naar terug te keren!

 

Door |2024-05-13T13:55:36+02:0030 augustus 2023|Extra|0 Reacties

Terugblik Oostenrijk (2): de Radweltpokal

Mijn tijdrit was onderdeel van een groot fietsevenement dat Radweltpokal heet. Het is geen officieel WK zoals dat net ervoor in Glasgow geweest was, maar een informele ‘wereldbeker’ waar toch knoeperhard gefietst en serieus gestreden wordt. Het was dit jaar de 55e editie. Ik had er nog nooit van gehoord totdat ik een dik jaar geleden eens ging googlen naar een WK tijdrijden voor ‘age groupers’ zoals dat bij de triathlon ook bestaat. Ik had best eerder van het bestaan willen weten, en van een andere Nederlandse deelnemer begreep ik ook dat hij het per toeval had ontdekt. Ik vind dus dat het evenement meer aandacht verdient. Vandaar: hier een impressie. Ik heb zelf dus alleen de tijdrit gereden (20 km vrijwel vlak), maar Henk en ik zijn bij nog wat andere koersen gaan kijken

De wedstrijden zijn bedoeld voor twee groepen:

  • Masters (40+), in leeftijdscategorieën per vijf of tien jaar, mannen zowel als vrouwen. De Radweltpokal is ooit begonnen om oud-profs ook nog competitie te bieden. Er doen ook wel jongeren mee, maar dat is maar een handjevol. De oudste deelnemers zijn 80+! Er wordt hard gereden: bij de tijdrit reed de winnaar ongeveer 50 km/u gemiddeld. Dat parcours is overigens razendsnel, zag ik bij mezelf aan de verhouding tussen vermogen en snelheid. Bij de tijdrit was ook nog een aparte categorie voor para-atleten, maar dat was heel klein. Er deed bij de vrouwen bijvoorbeeld maar eentje aan mee.
  • Renners op ‘vintage’ fietsen: fietsen tot ongeveer bouwjaar 1988, met een stalen frame, toeclips en schakelen aan de buis. Schitterende fietsen! We keken onze ogen uit. Voor hen is het daadwerkelijk een WK. Henk praatte met deze Oostenrijkse-oud-prof (als we het goed begrepen hebben), met z’n spullen nog uit zijn glorietijd maar dan wel een moderne fietscomputer erop:
    Dat was na de wegwedstrijd; later zagen we hem bij de tijdrit:

    Je moet een bijpassend shirt hebben en liefst verder ook de rest van je kleding in stijl. Dit vond ik wel een heel bijzonder shirt, uit een ‘retro’ land:
    We hebben bij die wedstrijden gekeken en vonden het echte wielernostalgie! Alsof je terugkeek in de tijd, beelden die je wel op televisie ziet:

Er zijn voor alle groepen een wegwedstrijd (40-120 km, afhankelijk van de categorie, met klim) en die tijdrit(20 km vrijwel vlak). Voor de moderne fietsen zijn er ook nog twee korte wedstrijden: een bergsprint en een tijdrit van een kilometer (vlak, op het vliegveld). Bij de bergsprint zijn we ook wezen kijken, die zag er loeizwaar uit (het is dik 300 meter omhoog in 2,7 km fietsen):

De vintage fietsen maken ook nog een tocht. In totaal duurt het zes dagen. Er zijn honderden deelnemers, de meesten wel uit de buurt, maar we zagen toch ook wel Amerikanen, Australiërs en Brazilianen. Veel Duitsers, en die retro fietsen, dat is vooral een Vlaamse aangelegenheid:

’s Avonds zijn er huldigingen op een ‘medal plaza’ in St. Johann, compleet met volksliederen. Er is een trui voor de winnaars en medailles voor het podium:

Er zijn ook nog veel bekers voor de anderen. Voor het kleine groepje vrouwen dat meedoet komt dat neer op  iedereen, dus zelfs met mijn laatste plek vond ik mezelf nog terug op het podium bij de vrouwen 55-59 (zeven deelneemsters in totaal, twee waren er niet):

Het waren misschien niet zo veel vrouwen, zeker in de vintage groepen niet, maar toch vond ik het leuk om tijdens mijn warming-up zo veel vrouwen op tijdritfietsen te zien.

Een paar organisatorische dingen waren wel houtje-touwtje, waarbij me vooral opviel dat de informatie niet altijd precies klopte, alsof ze een oud document hadden gerecycled. Voor de sportieve zaken maakte het niet uit, al hoorden we wel over een file op het parcours die de vintage wegwedstrijd had beïnvloed. Het parcours voor de tijdrit was helemaal afgesloten voor ander verkeer en verder was er begeleiding:

En je ziet: het was ook gezellig. En dat alles in een prachtig stukje Oostenrijk, pal onder het Kaisergebergte, dus met een schitterend decor:

Kortom: een dikke aanrader voor fietsliefhebbers. Ik hoop er zelf ook nog eens naar terug te keren!

 

Door |2023-08-29T22:24:33+02:0029 augustus 2023|Fiets|0 Reacties

Terugblik Oostenrijk (1): mijn verhaal

Ik schreef vorige week in mijn korte berichtje dat ik nog uitgebreider terug zou blikken op de Radweltpokal in het algemeen en mijn eigen tijdrit in het bijzonder. Ik ga dat in twee delen doen: mijn eigen verhaal apart van meer in het algemeen over het evenement. Hier mijn eigen verhaal, het algemene komt later.

Wat ik over mijn tijdrit nog kwijt wil, zijn een boel foto’s, manliefs werk, waarop mijn start en aankomst bijna als een filmpje te zien zijn. Hier is mijn start:

En de finish, eerst naderend en in het derde rijtje ga ik er daadwerkelijk over:

Kort daarna lustte een vlinder wel wat van mijn restjes sportdrank:

Verder wil ik nog kwijt dat ik met terugwerkende kracht eigenlijk tevredener ben geworden. Ik wist vorige week niet zo goed wat ik ervan moest denken: enerzijds was ik blij omdat ik harder had gereden dan ooit tevoren en ook harder dan ik gedacht had te kunnen (ik zou met 35 gemiddeld al in m’n nopjes geweest zijn), anderzijds wist ik dat dat nogal door het snelle parcours kwam, omdat ik zelf eigenlijk ondermaats had gepresteerd in termen van vermogen. Ik had gedacht en gehoopt 235 Watt te kunnen rijden, daarin had ik de hoogte al verdisconteerd – het werden er 225, vier procent minder. En 225 Watt, dat reed ik in april ook al. Dat stelde me toch echt teleur.

Ik had zelfs gehoopt op nog wat hoger, wat het effect kan zijn van een goede taper. Dat was wel al tegen beter weten in, want in de slechte vlagen van de darminfectie zit wel enige voorspelbaarheid en zo wist ik al dat de kans groot was dat ik weer net in een slechte vlaag zou zitten. De eerste twee keer fietsen in Oostenrijk voelde ik me goed en vloog ik bij mijn parcoursverkenningen. Maar op zaterdag wilde er ineens niks meer. Toen wist ik: redden wat er nog te redden valt door zo veel mogelijk te rusten.

Met de darmen zelf viel het op die maandag nog wel mee, maar de dagen erna, of vooral de nachten eigenlijk, waren best beroerd, met onrust die me uit mijn slaap hield of veel te vroeg wakker maakte. Dat had ik zo nog niet eerder gehad. Het was ook een lange vlaag, wat me wat bezorgd maakte voor de komende tijd en of het echt wel beter aan het worden is. Gelukkig had ik er overdag weinig last van, maar het drukte de vakantiepret soms best wel. De nachten waren ook nog eens heet – we maakten een heuse Oostenrijkse hittegolf mee. Uitslapen was er niet bij, want de kerkklok van Erpfendorf meldde zich elke ochtend stipt om 7 uur. Inmiddels is dit mijn ringtone en wekkergeluid:

 

Dat ik met zieke darmen maar vier procent minder presteer dan ik had gehoopt, dat is dan best wel goed. En dat ik daarmee harder rijd dan ooit tevoren, dat is helemaal mooi. Wat ik vorige week al schreef: ik ben benieuwd wat ik op dat parcours zou kunnen als ik wél fit ben en goed heb kunnen trainen.

Het blijft wel gek: als je me vorig jaar had verteld dat ik boven de 36 gemiddeld zou rijden, had ik gedacht: wauw! Maar als je me had verteld dat ik dat deed met 225 Watt NP, had ik gedacht: nou, dat valt dan ook tegen. Nou rijd ik liever hard met een laag gemiddelde dan omgekeerd, want uiteindelijk gaat het om de tijd.

En wat ik al schreef: alles wat ik zelf onder controle had, heb ik goed gedaan. Nouja, ik had eerder gedacht nog wat meer puntjes op de i te zetten voor wat betreft mijn fiets en aerodynamica, maar dat kon ik de afgelopen tijd niet goed opbrengen. Die tijdrit was net niet belangrijk genoeg. Maar het was me bijvoorbeeld volgens mij wel dankzij zeer grondig rekken gelukt om de al te grote bekkenproblemen van net voor de wedstrijd te beteugelen. Ik had in elk geval geen last meer van m’n hamstring tijdens het fietsen. Deze foto’s maakte manlief nog, van de vertrouwde, fijne extended child’s pose en van een nieuwe rek-oefening die ik eindelijk onder de knie heb, uit Adriene’s total body deep stretch:

Ik rek hier in het halletje van het appartement; yogamatje was mee. Die onderste oefening, dat is een balanceer-act en bovendien schoten eerst m’n hamstrings ervan in de kramp. Maar een paar keer herhalen, en kijk, vorderingen!

Na de tijdrit hebben we nog drie prachtige en soms behoorlijk pittige wandelingen gemaakt in de bergen om Erpfendorf heen.

 

Met weer een vlinder:

De terugreis hebben we onderbroken om in Mainz/Wiesbaden een Parkrun te lopen, erg leuk.

Alles bij elkaar was het een fijne vakantie, die door het grote verschil tussen Radweltpokal en wandelen uit twee delen leek te bestaan en daardoor ook langer leek dan hij was. Ik heb genoten van de zon, het landschap en het op reis zijn. Ik kom wel met een beetje bezwaard gemoed terug. Ik wacht het nog even af, en anders is het wellicht toch goed qua darmen om medisch op te schalen.

(Wie nog meer van onze vakantie wil zien (foto’s, kaart), lezen én horen (alpenhoorn!): zie onze Polarsteps.)

 

 

 

Door |2023-08-30T12:00:10+02:0028 augustus 2023|Fiets, Loop|0 Reacties
Ga naar de bovenkant