Maandarchieven: oktober 2025

Van taai naar goed

Eens even weer een update over mijn eigen sporten. Het is een dikke maand geleden dat ik schreef over het oppikken van draden, en zo voelt het nog steeds een beetje, al ben ik dan wel een stuk verder met die draad. Ik vond het best wel een beetje taai.

De vorige keer schreef ik ook al over de onderuit geschoffelde fitheid, welnu, ik was nog een keer niet fit: m’n buikpijn-met-onduidelijke-oorzaak waar ik zo af en toe last van heb speelde na negen maanden weer eens op, en dat zeldzaam heftig. Er is nu een stijgende lijn, maar ik voel me nog steeds niet helemaal top.

De taaiheid zat hem ook wel in een boel andere dingen aan mijn hoofd, zoals politiek (het verkiezingsprogramma is zo goed als af, ik verzamel deze week de amendementen) en werk (grote klus aan een spannende offerte voor vier jaar werk met z’n vieren).

Verder is opbouwen onvermijdelijk een beetje ruk. Hardlopen bijvoorbeeld, dat begint pas net weer lekker te voelen – zo gaat dat. Ik ben ook nog erg traag. Ik schreef de vorige keer al over de ‘hobbel’ bij het zwemmen in de vorm van een zere schouder. Het zijn typisch dingen die niet gebeuren als ik consistent train. Consistentie is zo knetterbelangrijk – als ik dat nog niet wist, voelde ik het nu aan den lijve.

Ik was ook nog van fietsvakantie + corona ruim twee kilo afgevallen, en dat kwam er een paar weken terug in rap tempo weer bij, gelukkig maar, maar ik voelde me toen wel even wat vadsig. Al met al ben ik duidelijk een tijdje uit balans geweest!

Maar het verbetert. Zwemmen gaat nu gelukkig goed, ik heb zelfs één keer wonderbaarlijk lekker gezwommen met m’n snelste losse baantje ooit geklokt: 22 seconden (waar kwam dat nou weer vandaan?). Ik heb ook alweer een boel lol gehad op Zwift (voorbeeld), ook nog lekker buiten gefietst (waaronder Kapelle-Kapellen-Kapelle en de gravelrit Jo off the Roo’t, allebei met manlief), m’n eerste dip in de Oosterschelde van het seizoen gedaan, en lekker geyoga’t, tot vorige week zelfs buiten. Hier wat foto’s:

Tijdens Jo off the Roo’t: de pauzeplek

Voetselfie – bij m’n eerste dip dankzij het hoge water geen zand aan m’n voeten

Weer een Kapelle aan de verzameling toegevoegd, deze met een N

Inmiddels uitgegroeid tot mijn favoriete fietsroute: buitendijks langs de Westerschelde

Ik heb ook al mijn eerste drie kilometer ooit gelopen op een baan(-tje) – iets wat ik deze winter een paar keer wil herhalen bij de JaRo-testlopen om te zien of het daadwerkelijk lukt om sneller te worden, want dat is het plan. Van die eerste testloop hield ik mega-spierpijn over. Niet gek: ik had nog nauwelijks op tempo getraind.

#Projectdaglicht is net deze week, aan z’n zesde seizoen begonnen: in de wintertijd ga ik elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal minstens zeven uur per week. Gewandeld heb ik nog niet zo veel, maar voor maandag staat een lange gepland, 20 km, en dat betekent dat ik dan ook weer helemaal voldoe aan mijn eigen definitie van fitheid.

Dus het gaat hier best wel goed allemaal. Al voelt dat niet altijd zo!

 

Door |2025-10-29T19:55:02+01:0029 oktober 2025|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

Ga maar liever naar Bram Bakker luisteren

Meteen de daad bij het woord gevoegd: ik heb Hardlopen als lichaamswerk gelezen. Eerlijk gezegd viel me dat niet mee. Of nouja: het leest heel makkelijk, het is interessante materie en er staan boeiende stukjes in, waaronder twee interviews met topsporters met bijzondere verhalen: Gerard Nijboer en Gregor Stam.

Maar wat me tegenvalt: ik kan er het hele boek lang maar niet de vinger op leggen wat nou precies ‘hardlopen als lichaamswerk’ is. Dat kon ik tijdens Bram Bakkers verhaal vorige week ook al niet, maar dat vond ik toen niet zo erg: het was een ‘kringgesprek’, het ging meer over hemzelf en oud zeer dan over hardlopen (prima) en ik dacht: dan moet ik het boek maar lezen. Van een boek verwacht ik grotere precisie. Ik heb zelf – denk ik – de opleiding runningtherapie 1.0 gedaan en toch zou ik nu niet kunnen zeggen wat aan 2.0 meer of anders is.

Nou beken ik meteen: ik heb last van beroepsdeformatie. Mijn redactionele vingers gingen jeuken. En nee, dat heb ik niet bij elk boek. Dit boek rammelt precies op het punt dat ik in mijn werk het interessantste vind: de rode draad. De kern ontbreekt (hoofdboodschap met omschrijving van het kernthema), de structuur is onduidelijk (het lijkt een stapel columns met een nietje erdoorheeen), inhoudelijk spreken dingen elkaar tegen, van die twee interviews ontgaat me de ‘so what’ (wat is de strekking in het licht van het boek?) en ik weet ook niet wie de beoogde lezer is. Prestatiegerichte lopers, mensen  met ‘oud zeer’ die baat kunnen hebben bij lichaamswerk, (aanstaande) begeleiders van runningtherapie? Dat lijkt per hoofdstuk te verschillen.

De inhoudelijke tegenspraak is – vind ik – niet bepaald op een onbelangrijk punt. Soms lijkt het erop dat runningtherapie alleen gaat om op gevoel hardlopen en dat dat als zodanig genoeg is voor het effect op de geest, maar er komt van alles bij, impliciet of expliciet: een lichaamsscan, ademhaling, plezier/spel, techniek, ketogeen eten (het hoofdstuk over voeding vind ik ronduit extreem), praten, en toch ook tijden van je rondjes meten en zelfs marathons lopen. In het hoofdstuk over leefstijl lijkt het hoofddoel van lopen ineens toch ‘gewoon’ behoud van gezondheid te zijn – dat is het standaard pleidooi om meer te bewegen. Sowieso is de verhandeling over doelen warrig, op p. 61 staat ronduit onzin, met zelfs een zin die met zichzelf in tegenspraak is:

Binnen de runningtherapie werken we met procesdoelen: het gaat niet om de prestatie die je levert (de score), maar om dat wat het duursporten je oplevert.

Iets wat het je ‘oplevert’ is geen procesdoel. Hier klopt iets niet, en hier ook niet:

Sportcoaches (…) bedienen zich graag van prestatiegerichte terminologie. Bij hen gaat het vooral om de ‘how’, wat zoiets is als de manier waarop je naar het resultaat toewerkt.

Die ‘how’ is nou juist wél een procesdoel, ook al is het – bijvoorbeeld – gericht op snellere tijden. (Overigens vond ik dit wel de warrigste passage van het hele boek, dus ik citeer wat dat betreft een beetje oneerlijk. Maar ik denk daarbij wel: hier had een redacteur Bakker voor moeten behoeden.)

Bakker zelf loopt de ene marathon na de andere – de door storm loodzware Kustmarathon vorige week binnen de 4,5 uur. Je maakt mij niet wijs dat dat alleen maar lukt met puur op gevoel rustig net zo lang lopen als waar je op dat moment zin in hebt. Bakker beweert alle schema’s los te hebben gelaten. Ja, denk ik dan, manlief traint voor zijn marathons ook zonder schema, dat kan hij doen omdat hij het al veertig jaar doet. Het schema zit in zijn hoofd. Zo lopen is sowieso niet voor iedereen weggelegd en voor beginners totaal niet aan de orde.

Dus: een boek met een boel interessante ideeën. Maar als je je door Bram Bakker wil laten inspireren, kun je beter naar hem gaan luisteren dan zijn boek lezen.

 

Door |2025-10-10T13:29:49+02:0010 oktober 2025|Boeken, Loop|0 Reacties

Zelf trappen als daad van verzet

Het ging vorige week in de media veel over het rapport van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving over de ‘hypernerveuze samenleving’ en de negatieve invloed op de mentale gezondheid daarvan, een thema dat mij ook al  lang interesseert (en zorgen baart). Mij viel op dat in de NRC een geïnterviewde hoogleraar,  Floortje Scheppers, de e-bike daarbij noemde:

Ouderen hebben ook last van prestatiedruk. Die denken dat ze als kwieke ouderen op hun e-bikes mee moeten in het steeds hogere tempo van de maatschappij. Hoe meer mensen die norm overnemen, hoe meer mensen daar last van zullen krijgen.

Op vrijdag volgde daarop een ingezonden brief die daarbij aansluit:

Ik mijmerde daarover toen ik vrijdagmiddag uit Goes terug naar huis fietste en talloze malen werd ingehaald door fat- en e-bikes. Ja, waarom toch al die haast? Mijn stadsfietsritjes zijn voor mij wezenlijke momenten van ontspanning. En ja, die ‘kosten tijd’, net zoals mijn treinreizen. Nou en?

In Ierland hadden we ook weer zo’n ervaring, met andere Nederlandse vakantiefietsers – op e-bikes. Want anders ging je op de klimmetjes langzamer dan 10 km/uur en dat was zo’n ‘gezeul’. Wij brachten daar meteen tegenin dat niets voor ons het gevoel van eigen kracht kan evenaren. Dan is het af en toe zwaar, maar dat hoort erbij. Dat is een kwestie van accepteren en van je woorden goed kiezen. Klimmen ‘gezeul’ noemen, dat doe je immers zelf.

We zeiden daar iets over en we hadden de indruk dat dat confronterend was voor die e-bikers. We ondermijnden, zo was onze indruk, een bepaalde vanzelfsprekendheid. Die alomtegenwoordig is. Ik heb daar eerder over geschreven: als ik zeg dat ik fiets, is de aanname onmiddellijk dat dat op een e-bike is. Ik denk dat ik sinds onze thuiskomst uit Ierland al vijf keer heb moeten uitleggen dat dat niet zo is. Scheelt ons overigens ook het uitgeven van een boel geld aan een ding met een vervuilende en energie-slurpende accu, maar dat terzijde.

Later dacht ik over die Ierland-e-bikers: en wat is precies het probleem van zo langzaam fietsen? Wat is er erg aan langzamer gaan dan 10 km/u? Kijk gewoon niet op je metertje (ook iets wat ons onder druk zet: al dat meten, bij een e-bike ingebouwd). Of accepteer die traagte. Geniet ervan, zeker in zulk prachtig landschap als het Ierse. Wandelen is toch ook tof?

Ondertussen, terug in Nederland, ben ik me al twee keer wezenloos geschrokken omdat ik heftig moest uitwijken voor een e- en fatbike. In beide betrof het de buitenste van een groepje jongeren, die zonder te kijken ineens naar links afweek, dus vol op ramkoers met mij. Dus ik brullen, remmen, sturen… het ging goed, maar ik hield er beide keren knikkende knieën aan over. Zo is fietsen het tegenovergestelde van ontspannen.

De tweede keer was ik al niet helemaal in m’n hum en werd ik er erg somber van. Eén van de redenen waarom ik graag wilde wegverhuizen uit de Randstad was dat ik het verkeer in toenemende mate niet te harden vond. Daar kon ik met enige regelmaat maar net een ongeluk voorkomen, en dat werd steeds gekker. Maar gekker wordt het hier dus ook, in rap tempo. Wat de brievenschrijfster zich ook afvraagt: hoe moet dat verder, hoe is het over 25 jaar? Hoe lang blijft het fietspad nog enigszins leefbaar?

Tel het bij elkaar op en ik concludeer: zelf trappen gaat tegen de tijdgeest in. In zijn eenvoud, zwaarte en traagte is het een daad van verzet tegen de doldraaiende samenleving. Ik zal het blijven doen zo lang als ik kan.

 

Door |2025-10-06T11:14:01+02:006 oktober 2025|Fiets|0 Reacties

Bram Bakker in Kapelle

Afgelopen vrijdag was ik bij een kleine maar zeer fijne lezing: in Lectori, de boekhandel in ons dorp (ja, Kapelle heeft een boekwinkel 😀) sprak Bram Bakker, voormalig psychiater en hardloper. Aanleiding was enerzijds zijn nieuwe boek Hardlopen als lichaamswerk en anderzijds zijn deelname aan de Kustmarathon gister. Ik bedoel: hij moest toch in Zeeland zijn – is dat overigens wel vaker, zo begreep ik. We waren met een stuk over tien geïnteresseerden, in een sfeervolle setting in een hoekje van de winkel, erg knus.

Ik hoor en lees Bram Bakker graag. Ik had hem één keer eerder in het echt gezien: bij mijn opleiding runningtherapie. Mijn indruk vrijdag was dat hij nog radicaler is geworden in zijn kritiek op de reguliere geestelijke gezondheidszorg, en eigenlijk ook wel op de maatschappij als geheel. Hij leek me stelliger over de mate waarin we door opvoeding en maatschappij in ons hoofd gejaagd worden en verslaafd gemaakt aan allerlei manieren om maar niet te hoeven voelen. Ik herkende veel van wat hij zei, van mezelf (ik heb zelf in de tijd van mijn burnout iets ontdekt wat ik zo ‘fietsen als lichaamswerk’ zou kunnen noemen) of van anderen, en hij voegde daar dingen aan toe die ik nog niet wist of waar ik van opkeek. Dat is eigenlijk precies goed, als lezing: een heleboel haakjes om de nieuwe dingen aan te hangen.

Eigenlijk ging het helemaal niet veel over hardlopen, meer over dat niet-voelen van allerlei oude pijn, verdriet en angst. Daarbij zit ook intergenerationele pijn, dus ellende die je erft van je voorouders. Dat wist ik – ik weet van mezelf dat ik kenmerken vertoon die typisch zijn voor tweede-generatie-oorlogsslachtoffers – in mij zitten restanten van mijn (oude) vaders oorlogstrauma. Oorlog is iets wat tot erfelijke psychische last leidt, seksueel misbruik noemde Bakker ook, maar wat ik nog nooit eerder had gehoord: overleden kinderen. In al onze voorgeschiedenissen zit verdriet om miskramen en doodgeboren en jong gestorven kinderen. Mijn moeder had bijvoorbeeld eigenlijk een oudere broer moeten hebben, maar die heeft maar heel kort geleefd. Wat dat voor mijn opa en oma én voor haar, als volgende kind, betekend heeft, daarover ging het vroeger net zo min als over wat mijn vader in de oorlog had meegemaakt. Dat heb ik me nooit eerder gerealiseerd.

Dit was maar één voorbeeld – het was een rijke lezing, of eigenlijk: gesprek. Bram Bakker is een boeiende spreker, heel persoonlijk ook, en het was interactief. Ik heb nog wat gevraagd over een thema dat mij nogal bezighoudt: hoe kun je mensen op het spoor zetten van ‘sporten als lichaamswerk’ en voelen in een tijd waarin het sporthorloge met z’n apps regeert? Daar kreeg ik geen kant-en-klaar antwoord op, wel bevestiging van mijn beeld dat je laten bepalen door de data en de algoritmes het risico op burnout en aanverwanten vergroot. Bakker zegt op gevoel te lopen en daardoor zelfs sneller te zijn dan wanneer hij naar zijn tijden kijkt, maar hij draagt wel een Oura-ring. Dat snap ik dan niet helemaal – het is misschien niet strijdig, maar toch op z’n minst onnodig.

Ik heb Hardlopen als lichaamswerk gekocht, ik zal er hier over schrijven als ik het uit heb.

 

Door |2025-10-05T14:51:50+02:005 oktober 2025|Loop, Trainer, Waarom|2 Reacties
Ga naar de bovenkant