Louise

Over Louise

Louise Cornelis is trainingsbegeleider voor duursporters (sportkunstenaar.nl), en is zelf ook fietser en triatleet. Daarnaast heeft ze een bedrijf voor tekstadvies (lhcornelis.nl). Ze woont in Rotterdam, samen met Henk, een boel fietsen, twee kajaks en twee hamsters. In maart 2023 verscheen haar boek 'Optimaal blijven sporten voor 45+'ers'.

Optimaal blijven sporten na een jaar

Vorig jaar maart verscheen mijn boek Optimaal blijven sporten voor 45+’ers. Tijd voor een kleine terugblik op dat jaar, in een dubbelpost met mijn andere blog, en in drie punten: twee die stemmen tot tevredenheid en eentje waarover ik minder tevreden ben. Bij elkaar opgeteld is de balans wel positief.

  • Tevreden 1: Ik heb fijne, mooie en leuke reacties gehad. Per mail, via-via, rechtstreeks, van sporters en trainers. Daar ben ik superblij mee. Van een paar sporters hoorde ik dat het boek echt veel voor hen betekende, vooral in de zin van dat je niet knettergek bent als je na je, zeg, vijftigste, nog ‘fanatiek’ wilt sporten. Dat ging dan om mensen die bijvoorbeeld wat fysieke problemen hebben en al talloze keren hadden gehoord dat ze ‘niet meer zo veel moesten willen’ – een van de onderwerpen van hoofdstuk 1. Als het boek een beetje tegengas kan bieden tegen die voortijdige demping van oudere sporters, vind ik het helemaal geslaagd. Uiteindelijk vind ik dat het allerbelangrijkste.
  • Tevreden 2: Het loopt met de verkoop goed, wat wil zeggen: naar de verwachting van de uitgever. Wat vooral opvalt is dat de verkoop gestaag doorloopt. Het boek heeft dus niet ‘gepiekt’ direct na verschijnen en is toen weer ingestort, maar het gaat juist steady z’n gangetje.
  • Minder tevreden: Het boek heeft weinig publiciteit gehad. De uitgeverij en ikzelf hebben veel geprobeerd, maar het is natuurlijk typische een geval van ‘you can lead a horse to the water but you can’t force it to drink’. En ik was ook oprecht benieuwd naar hoe andere mensen het zouden vinden – naar recensies dus. Maar die heb ik niet gezien. Dat heeft me wat frustratie gegeven: veel moeite voor niks en ik snapte soms echt niet waarom het niet lukte. Ik bedoel: ik snap echt wel dat tijdschriften en dergelijke stápels boeken aangeboden krijgen en dat ze dus moeten kiezen, maar er zijn wel een paar media geweest waarvan ik dacht dat het boek naadloos bij ze aansloot en wat kon betekenen voor hun lezers. Eén keer kreeg ik het verwijt te commercieel te ‘pluggen’, maar echt, daar gaat het me niet om: ten opzichte van mijn reguliere werk verdien ik aan de verkoop van zo’n boek echt afgerond niks. Het gaat mij om wat het kan betekenen – zie bullet 1.

 

Door |2024-03-20T20:09:46+01:0025 maart 2024|Boeken|0 Reacties

Je kan niet alles hebben

Ik schreef hier een paar weken geleden al dat ik bezig was met de afsluiting van de wintertraining, waarna ik enerzijds vooral druk zou zijn met de verhuizing en anderzijds het vizier op het fietsen zou gaan richten. Er volgden na het snelle zwemmen nog twee seizoensdoelen die ik kon afstrepen, allebei krachttraining voor de fietsspieren:

  • Vorige week deed ik een traptraining ’to the max’: 20X achter elkaar de 42 treden van de trap van de Giessenbrug op, de hoogste trap op loopafstand. Zo ver was ik vorig jaar in de verste verte niet gekomen. Ik heb het veel systematischer opgebouwd dit keer, met dit doel voor ogen. Dat ging lekker: ik vind het leukere krachttraining dan binnen. Ik deed om en om één tree en twee treden.
  • Eerder vandaag deed ik alle squats en lunges van mijn ’thuiscircuitje’ krachttraining met 10 kilo in m’n rugzak. Dat zijn er een heleboel: ik doe een programmaatje van net geen 20 minuten met 3×40 lunges en 2X3X20 squats (met steeds iets andere uitvoering), en daartussenin planken ook met dat gewicht op m’n rug en sidestepsquat met dynaband. De zwaarte zit hem in de vele herhalingen – bij de laatste serie lunges trillen mijn benen. Maar het gewicht speelt natuurlijk ook een rol. Ter vergelijking: vorig seizoen deed ik de lunges op mijn best (in augustus) ook met 10 kilo, maar de squats en planken met 5 kilo. Opbouwen ging dit keer totaal probleemloos, waar ik vorig jaar soms last had van m’n knieën en rug. Blij mee!

Dat ging allemaal hartstikke goed dus.

Maar er is één winterdoel dat ik in de verste verte niet bereikt heb: weer eens lekker en goed hardlopen, liefst een 5 kilometer onder de 26 minuten. Vorig jaar liep ik dat een paar keer, net voordat het eindeloze gekwakkel van dat jaar begon. Kwakkelen doe ik eigenlijk nog steeds: mijn darmen zijn nooit helemaal de oude geworden, ik heb af en toe last van een oude stresskwaal in de vorm van buikpijn (geen idee wat het is, ik heb het al sinds m’n jeugd af en toe, alleen nu best wel vaak – er is medisch wel eens naar gekeken maar daar is nooit veel uitgekomen), de verkoudheid van tijdens de zwemloop sleepte daarna nog twee weken aan (vijf weken in totaal, tot afgelopen zaterdag), en ondertussen ben ik ook af en toe moe van het verhuizen (sinds vorige week zijn we aan de slag in het nieuwe huis en het oude huis is verkocht; alles onder controle, maar het is druk – ik heb een vol hoofd vooral). Ik heb me de afgelopen twee maanden weer maar af en toe een dagje echt helemaal fit gevoeld.

Alles bij elkaar ben ik eigenlijk al een heel jaar aan het kwakkelen, het een na het ander. Het is niet ernstig, ik functioneer in het dagelijks leven prima, maar bij het sporten ben ik regelmatig niet vooruit te branden. Ik weet niet eens altijd waardoor het nou weer komt.

Zoals gebruikelijk wreekt zich de futloosheid het meest op mijn lopen. Op goede dagen heb ik lekker en goed getraind, dus ergens zit het gewoon wel. Maar niet bij loopjes. In januari was ik bij twee Parkruns niet helemaal fit, bij de Zwemloop liep ik hooguit okee gezien de omstandigheden van die dag (keelpijn), en de afgelopen twee weken was ik op vrijdagavond, terug van een dag in het nieuwe huis, te moe om het te zien zitten om op zaterdag vroeg genoeg op te staan voor een Parkrun.

Toen kwam manlief zaterdag met het voorstel om de dag erop naar de halve marathon van Oostvoorne te gaan, daar was ook een 8 kilometer bij. Nou, vooruit dan, dacht ik, wie weet. Dat loop ik niet zo hard als een 5, maar met een tijd onder de 44 minuten zou ik toch een mooie wintertrainings-afsluiter hebben.

Dat is echter helemaal niet gelukt: het werd netto nipt binnen de 50 minuten. En het was een hele worsteling: buikpijn, moeie benen die totaal niet wilden en die de dag erna voelden alsof ik weet-ik-veel-wat gepresteerd had, in plaats van iets wat neerkomt op een kort veredeld duurloopje. Een complete off-day.

Achteraf vond ik eigenlijk de grootste prestatie nog dat ik niet in de berm een potje was gaan zitten janken. Ook wel van frustratie en zelfmedelijden: ik zou me zó graag weer eens echt fit willen voelen, en dat dan voor wat langer achter elkaar en een beetje voorspelbaarder. Please. Het blijven harde lessen in het nemen zoals het komt.

Voor wat betreft het afsluiten van de wintertraining laat ik de loopprestatie nu los: hardlopen gaat in de onderhoudsstand. De komende weken is ontspannen het belangrijkste, en het is mooi meegenomen als het lukt om een beetje vorm te behouden voor na de verhuizing.

Ik kan het allemaal ook echt wel relativeren: de fitheid is niet ver weg en die komt wel weer, het is niet erger dan gekwakkel, ik functioneer verder prima, ik heb m’n basisconditie behouden, zoiets als een verkoudheid komt altijd wel weer goed, verhuizen vraagt veel. Ik herinner me van de vorige keer, 18 jaar geleden, dat ik nog veel minder voor elkaar kreeg op sportgebied en gekke lichamelijke klachten had. Je kan niet alles hebben immers, en met het nieuwe huis ben ik hartstikke in mijn nopjes. Nog even doorbijten, dan wonen we lekker daar én wordt het zomer!

 

Door |2024-03-13T18:47:28+01:0013 maart 2024|Loop|0 Reacties

Foto’s zwemloop

Hier twee leuke foto’s van zaterdag, met dank aan de fotografen van Dynamica:

 

Die tweede is net na mijn inhaalactie; de andere dame was een baangenoot en we hadden het nog even over het snelle zwemmen. Ook zij had nog nooit zo hard gezwommen!

Wat ik zaterdag niet had geschreven, even over m’n outfit: ik had best wat hoofdbrekens gehad over de kou en dus ook over mijn kleding. Uiteindelijk was een tip van manlief om van mijn tweedelige tri-suit alleen de onderkant aan te trekken, en te zwemmen in sport-bh – een zwarte, dus dat past er prima bij. Dat ging goed en het scheelde nattigheid op m’n bovenlijf. Daarna dus dit best dikke maar goed ademende shirt aan, een dierbaar en nuttig souvenir van een trainingsweek in Italië van heel lang geleden. M’n startnummer (aan band) is niet zichtbaar omdat dat klapperde in de wind. En anders dan anders in multisport-wedstrijden: ik liep met bril. Ik wilde m’n lenzen nog niet in vanwege de ontstoken ogen door de verkoudheid.

 

 

Door |2024-02-26T11:25:17+01:0026 februari 2024|Loop, Zwem|0 Reacties

Hard zwemmen met een zere keel

Ik schreef hier vrijdag dat de verkoudheid ‘net op tijd over’ was voor de zwemloop. Dat dacht ik toen echt, vandaar dat ik het amper kon geloven toen ik ’s avonds weer keelpijn kreeg, nu aan de andere kant. Ik weet nu nog steeds niet of er iets nieuws bezig is of dat de verkoudheid na drie weken met een soort toegift kwam, maar ik voelde me gister in elk geval verre van jofel. Niet ziek, hoor, maar ook bepaald niet op m’n energiekst. Ik twijfelde zelfs nog over wel of niet starten, ook vanwege de kou. Maar het leek me toch te leuk en ik dacht: ik zie wel hoe het gaat. Dus ik stapte toch maar gewoon in de auto: op naar Vlissingen.

Leuk was het inderdaad weer. Ook al was het veel drukker dan twee jaar geleden, het blijft een kneuterig en overzichtelijk evenement met een breed niveau en ook een boel kinderen (derde startserie). Ik heb even zitten kijken bij de start van de eerste serie; deze foto is van tijdens hun briefing:

Daarna ben ik wat gaan loslopen buiten, bij de bloempot die de ingang vormt van het zwembad (waar overigens veel over te doen is: ik noem het nog het Vrijburgbad maar zo heet het niet meer na een overname die tot een grote kostenstijging heeft geleid):

Ik voelde me nog steeds niet heel jofel maar ook zeker niet te slecht om te starten. Om kwart voor 2 was het zo ver. In mijn baan hoopten we allemaal in 10 minuten te zwemmen, of net eronder. We startten en ik had meteen in de eerste baan het gevoel dat het zwembad maar 20 meter was ofzoiets. De baantjes vlogen voorbij, wat ik me herinnerde van de vorige keer: zo 500 meter zwemmen lijkt veel sneller te gaan dan een interval van 400 meter in het zwembad. Ik werd nog wel twee keer ingehaald en kwam daarbij tegen de kurken en achteraan, maar eigenlijk zwommen we allemaal even hard, dus in een perfect treintje (dank, baangenoten!). En allemaal harder dan verwacht dus.

De tijd vloog om, en het ging goed. Ik kon halverwege de heen-baan steeds de klok zien en die kon ik amper geloven: ik was op weg naar 9:30 ofzoiets. Waar kwam dat ineens vandaan? Ja, het treintje, maar zelf raakte ik hem ook gewoon hartstikke goed. Met dank aan de cursus bij TriExperience van afgelopen herfst, en mogelijk ook aan mijn lage verwachtingen, dat helpt wel vaker.

Eenmaal afgetikt zag ik dat het nóg sneller was: 9’17. Wat? Ik ben in de verste verte nog nooit zo snel geweest! Ik heb bij zwembad-evenementen een soort abonnement op 10-blank en in m’n beste zwemperiodes had ik 500 meter in ongeveer 9’30 gekund, schat ik in, maar dat heb ik nooit geklokt, laat staan ‘officieel’ in een wedstrijd (ik heb er jarenlang last van gehad juist in trainingen op m’n snelst te zijn, op een achternamiddag in de kerstvakantie bijvoorbeeld). Ik was 40 seconden sneller dan de vorige keer, 2 seconde per baantje – en dat is in het zwembad een reuzestap! Ik was met een halve minuut langzamer al blij geweest, dus nu zweefde ik het zwembad uit.

Misschien was het de euforie, in elk geval: ik verprutste de wissel (weer) totaal. M’n shirt zat binnenstebuiten, ik zat te prutsen met m’n brillenkoker en met m’n schoenveters (weer de snelveters vergeten), ik deed de rest klunzig en verstrooid – en iedereen was dus het zwembad al uit en toen kwam ik er nog achteraan. Rumpf, m’n zoveelste slechte wissel. Onthouden: als ik later dit jaar weer triathlons ga doen, dan moet ik écht m’n wissel oefenen van tevoren, want dit slaat helemaal nergens meer op.

Het lopen – over een echt Walchers parcours met meidoornhagen, weilanden en een bunker – ging matigjes. Of eigenlijk moet ik zeggen: het ging zoals ik zou verwachten bij niet helemaal fit. Ik loop dan al maanden telkens ongeveer 5’30/km, en nu dus ook. Dat betekende bijna 1,5 minuut trager dan de vorige keer en dan ik eigenlijk zou willen en waar ik voor getraind heb. 27’33, dat liep ik in november ook al, toen ik weer net aan het opbouwen was. Tsja. M’n krentenbollen zaten ook nog een beetje in de weg. Lastige starttijd, zo net na de lunch.

Nouja, ik heb het maar te nemen zoals het komt. En dat was verder wel okee. Ik had het niet koud, het bleef droog en het woei niet al te hard – dat viel alles mee. Ik haalde nog één of twee dames in en lag dus niet meer laatste van m’n startserie, en ik kon eerst jagen en later samen oplopen met een Vlaamse deelnemer op de lange afstand, dat was leuk. Hij liep me er op het allerlaatst wel uit.

Ik finishte in 41:48 en dat is dus geen persoonlijk parcoursrecord, maar die gedachte had ik eerder al laten varen. Wel zag ik vandaag in de uitslag dat ik m’n leeftijdscategorie heb gewonnen. Dat had ik gister niet gezien want ik had nog gezellig wat staan ouwehoeren en daarna moest ik snel weg omdat ik met m’n broer had afgesproken.

Al met al was het zo een leuke dag. Ik ben buitengewoon in mijn nopjes met m’n zwemtijd. Ik heb best wel last soms van m’n grillige prestatieniveau en sterk wisselende vorm van de dag. Vaak ben ik daardoor gefrustreerd, maar een heel enkele keer weet ik mezelf ook gigantisch te verrassen. Ineens wil het dan wél.

Vandaag voel ik aan mijn lijf dat er gister niet meer in had gezeten. M’n benen zijn verrassend moe zelfs, m’n schouders een beetje stijf. Dat is best een lekker ‘day after’ gevoel. Nou die keel nog…

 

Door |2024-02-25T17:55:43+01:0025 februari 2024|Loop, Zwem|0 Reacties

Op naar de wintertrainingsafsluiter

Morgen doe ik mee aan de zwemloop in Vlissingen. Dat is geen superbelangrijke wedstrijd, maar ik doe toch een procesverslagje, zoals gebruikelijk de dag ervoor.

Ik had bedacht dat de zwemloop een mooie afronding en dus ook evaluatie van de wintertraining zou zijn, kort voordat onze verhuizing losbarst. We tellen inmiddels af naar volgende week vrijdag, dan is de overdracht! We zijn al van alles aan het regelen natuurlijk. Ook met de verkoop van ons oude huis gaat het goed: de kopers zitten in de drie dagen bedenktijd na het tekenen van het voorlopig koopcontract, dus het is bijna definitief. Dus dat gaat allemaal goed maar het houdt ons wel bezig natuurlijk. Ik moet nog zien hoe veel er de komende maanden van sporten terechtkomt en bij wat ik kan doen, wil ik het vizier meer naar het fietsen wenden.

De zwemloop leek me een mooie graadmeter van hoe goed ik de winter met zwemmen en lopen ben doorgekomen. Ik hoopte op een persoonlijk parcoursrecord: de vorige keer had ik traag gewisseld,  ik zou nu minstens even hard moeten kunnen lopen, althans, dat was wel m’n seizoendoel (een losse 5 km weer eens onder de 26′ lopen, wat ik als ‘goed’ beschouw), en zwemmen zelfs iets harder dan twee jaar terug: binnen de 9’50. In trainingen lig ik daarvoor op koers.

Maar of het eruit wil komen morgen – geen idee. Ik schreef eerder al over in januari iets te veel drukte en stress en daardoor wat gekwakkel. Het ging een beetje op en neer met mijn vorm. Die 5 kilometer binnen de 26′ is zodoende nog niet gelukt: ik heb een paar Parkruns gedaan maar steeds was er wel wat. Het enige wat ik kon zien is dat bij een lager tempo m’n hartslag ook vrij laag lag, wat hoop gaf voor als ik het gaspedaal eens een keer wel zou weten in te trappen.

En toen…. werd ik verkouden. Ik ben niet echt ziek geweest, geen koorts, maar wel vervelend en langdurig aan het snotteren: in totaal bijna drie weken. Met onder andere nachtelijk hoesten en dus slaapgebrek, gepruttel in een bijholte en afgelopen week nog een snijdende keelpijn. Het is net op tijd over en ik heb de laatste week wel weer wat kunnen trainen, maar heel jofel voel ik me niet. Ik heb ook anderhalve week niet kunnen trainen en me beperkt tot wandelen en yoga. De snelheids-puntjes-op-de-i heb ik dus niet kunnen zetten.

Wel gingen die laatste trainingen alweer okee en ik weet: eens een keer flink verkouden is niks ernstigs en voor mij heel normaal (de laatste jaren kom ik eigenlijk gemiddeld heel goed weg zelfs). Qua timing komt het gelukkig net goed: ik ben fit genoeg om morgen te starten. Of ik het gaspedaal dan ga weten te vinden – geen idee.

Wat er als hindernis voor het persoonlijke parcoursrecord nog bijkomt is dat het weerbericht ongunstig is: gevoelstemperatuur van 3 graden, bij stevige wind. Dat lijkt me bij het hardlopen geen pretje: in m’n natte kloffie en met blote benen naar buiten. En de wind scheelt sowieso snelheid natuurlijk.

Nou goed, wat maakt het ook allemaal uit – ik ga morgen gewoon lol hebben. Afgaand op mijn trainingen, daarbij dan ook nog de trap- en krachttraining, waarmee ik veel verder ben gekomen dan vorig jaar, heb ik gewoon een goede winter gedraaid. En naar omstandigheden was dat helemaal super. Wat er morgen ook uitkomt!

 

Door |2024-02-23T13:26:55+01:0023 februari 2024|Loop, Zwem|0 Reacties

Ik ben inderdaad echt anti-e-bike

Ik had de link van het stuk hier van laatst over mijn fietshuur in Enschede doorgestuurd aan een vriend van me die onlangs een e-bike heeft gekocht. Motto: vraag me niet enthousiast te zijn over je aankoop. Hij mailde terug: ‘Je bent echt anti-e-bike 😉’

Dat zette me aan het denken: ja, hoezo eigenlijk? Want die aversie is er. Ik heb nog wat gemaild met de klantenservice van Fletcher Hotels over mijn ervaring en de abominabele prijs-kwaliteitverhouding van hun fietsen, en kreeg toen als geste een voucher voor een keer e-bike huur. Toen dacht ik: ‘steek die e-bike maar in je jeweetwel’. Ik wil er niet op dood gevonden worden, zal ik maar zeggen.

Waar komt die weerzin toch vandaan? Een belangrijke rol speelt de last die ik heb van de grote hoeveelheid e-bikes. Aan de ene kant heb ik hinder van de langzaam fietsende bejaarden en toeristen op e-bikes die de recreatieve fietspaden bevolken en die bijvoorbeeld hardnekkig naast elkaar blijven fietsen en die traag en onhandig reageren als ik achter ze bel om ze in te halen (zie dit draadje), zodat mijn eigen sportieve fietstocht een hindernisbaan wordt. Aan de andere kant heb ik in de stad last van de speed-pedelecs en fatbikes (en scooters) die me voorbij komen raggen op snelheden die niet op een fietspad thuishoren en die het daar levensgevaarlijk maken. Ik zit er voor mijn gevoel dus als het ware ‘tussenin’ en ervaar daardoor het zelf-trappen als steeds lastiger en stressvoller (zie ook een eerdere post en het boek dat ik daarin noem).

Maar ik weet ook wel: eigenlijk is dit meer een infrastructuurprobleem dan een e-bike-probleem. De fietspaden zijn niet bemeten op de huidige drukte en snelheidsverschillen (uh, en het gedrag van veel fietsers), en ik zie ook nog geen enkele beweging in de goede richting. Dat kun je e-bikers niet aanrekenen, sterker nog: het is leuk dat zo veel mensen fietsen. Een aanpassing van de infrastructuur zou ten koste gaan van ruimte voor de auto, en dat is duidelijk nog een brug te ver. Ook handhaving loopt achter, al is daar net wel een beginnetje.

Maar er is nog iets. Het gaat mij aan het hart dat in een dikke tien jaar de Nederlandse fietscultuur radicaal is veranderd. Standaard fietsen is nu op een e-bike in plaats van dat je zelf trapt – mijn ervaring in Enschede onderstreepte dat nog maar eens. Die verandering is voor een paar mensen een zegen: als je ziek bent of stokoud, of problemen hebt met je knieën, kun je dankzij de trapondersteuning mobiel blijven en plezier houden in het fietsen. Dus voor die individuen is het een geweldige ontwikkeling. Net zoals voor die enkeling voor wie de e-bike de auto vervangt, maar dat is een piepkleine minderheid. En eigenlijk heeft sowieso elk individu altijd wel de een of andere goede reden om op een e-bike over te stappen.

Maar als je de verandering collectief bekijkt en afzet tegen het zelf trappen van vroeger, dan ziet het er zo uit:

  • Groter gemak, met als gevolg een teruglopende gezondheid. Zelf trappen is simpelweg beter voor je gezondheid, omdat je je zwaarder inspant.
  • Grotere snelheid, met dus meer haast en onveiligheid op het fietspad, voor de e-bikers zelf (voor een deel omdat die dingen gaan doen die ze anders niet zouden doen en ook eigenlijk niet goed genoeg kunnen), maar ook voor de andere gebruikers daarvan – wat ik hierboven beschreef. Net als gemak is snelheid sowieso een discutabele waarde. Dan ben je dankzij je e-bike sneller thuis uit je werk, maar moet je vervolgens wel aan de mindfulness om uit de jakkeren-stand te komen.
  • Milieuschade: die accu’s moeten worden gemaakt en opgeladen.
  • Grotere ongelijkheid, omdat e-bikes veel duurder zijn dan gewone fietsen en dus niet voor iedereen weggelegd. Je zult bijvoorbeeld maar als enige van een vriendengroepje zonder e-bike naar school moeten fietsen. De sociale druk om over te stappen op een e-bike is sowieso gigantisch. Je moet denk ik dezelfde mate van aversie hebben als ik om het níet erg te vinden dat iedereen je voorbij sjeest in de spits, zoals op het drukke forenzen-fietspad hier in de buurt, dat uit de stad langs de Schie voert.

En dat alles bij elkaar, zie ik als helemaal symptomatisch van het doorgeschoten huidige kapitalisme: het lokt je ergens naartoe met de belofte van genot, gemak en tijdwinst, het klopt je geld uit de zak, het maakt dankbaar gebruik van onze gevoeligheid voor groepsdruk – en de negatieve gevolgen ervan dragen we collectief en zijn bovendien onze ‘eigen verantwoordelijkheid’.

De e-bike staat voor mij dus symbool voor iets wat op veel bredere schaal uit de hand loopt. Mijn verzet tegen de e-bike is daarom mijn verzet tegen een dolgedraaide wereld. En natuurlijk bereik ik daar niks mee voor dat collectief. Wel voor mijzelf als individu, en hopelijk ook voor net dat hele kleine beetje minder groepsdruk.

 

(met dank aan Arno voor de inspiratie!)

 

Door |2024-02-13T11:16:41+01:0013 februari 2024|Uncategorized|0 Reacties

Neehoor, ik kom niet blauw het water uit

Alex attendeerde me erop dat ik genoemd word in de eindejaars-aflevering van Fiets de Podcast – waar ik zelf in juli in optrad. Het is na 21’50 en het gaat daar over douchen met en zwemmen in koud water. Erg leuk!

Als ze mijn dippen al heftig vinden, zouden ze eens moeten kijken op de Facebookgroep van open water zwemmers – die blijven er een stuk langer in dan ik. Of wat te denken van het WK IJszwemmen? Ik kan me daar niets bij voorstellen, hoe je een kilometer kan zwemmen in steenkoud water. Op de terugweg van de dikke dertig slagen in water van net boven de 4 graden in december ging ik al trager bewegen, de kou komt dan echt binnen.

Maar blauw uit het water? Nee, dat niet. Eerder rood, en vooral: voor mijn gevoel onoverwinnelijk! De kick die het geeft is echt super!

 

 

Door |2024-02-07T16:47:04+01:007 februari 2024|Zwem|0 Reacties

Gewenst voor februari: mildheid

Tussen kerst en vorige week zondag had ik niet gefietst, althans, niet om te trainen, alleen stadsfietsritjes. Fietsen is deze winter weliswaar de sluitpost, maar zo weinig was toch niet de bedoeling. Ik was er wat knorrig over: ik deed te weinig voor mijn gevoel, voelde me lui en vroeg me af waarom het maar niet lukte om sinds ik weer fit ben, het aantal trainingen weer naar normaal op te trekken, enzovoort. Okee, het was veel slecht weer en ik had het druk, maar dat is toch geen excuus? Zo gaf ik mezelf op mijn kop.

Totdat ik me eigenlijk pas gister realiseerde hoe debiel druk januari geweest is:

  • Werk: ik heb een normaal goede omzet gedraaid, en ben daarbij ook nog drie dagen naar een conferentie geweest, ik heb geacquireerd en twee artikeltjes afgemaakt. Dat ging allemaal lekker overigens, maar het was dus bepaald geen freewheel-werkmaand zoals ik die in de zomer wel eens heb. Ik heb ook nog een aantal losse eindjes weggewerkt en gezorgd dat ik helemaal ‘bij’ ben, voordat straks de verhuizing losbarst.
  • Verhuizen: het nieuwe huis vraagt nog niet heel veel aandacht, al hebben we wel al wat aangezwengeld, maar hoe veel er komt kijken bij het verkopen van een huis had ik onderschat: alles steeds opruimen, schoonmaken en straktrekken, voor de foto’s en de bezichtigingen. We wissen al onze sporen uit, en daarna zijn we van alles kwijt. Het is een boel gedoe, plus de spanning. Het gaat wel goed, hopelijk kan binnenkort de vlag uit.
  • Andere besognes: we hadden nog een crematie én net voor kerst werd de voorlopige vergunning verleend voor de verbouwing van de kerk naast ons oude huis tot restaurant. Daarbij speelt van alles, dus daar moesten we ons ook nog tegenaan bemoeien, uit zorg voor ons huis en de toekomstige eigenaren. 1 februari was de deadline voor een ‘zienswijze’. Dat was een hele klus: de vergunning bestond uit honderden pagina’s verspreid over 40 documenten; we hebben er acht pagina’s over volgeschreven.
  • Feest: in januari viel nog een officiële feestdag en de gebruikelijke twee van onze familie, namelijk de verjaardagen van mijn broer en mij zelf, die we altijd trouw vieren. Dat waren allebei leuke dagen.

Okee, zo realiseerde ik me gister: en in zo’n maand verwacht ik dan ook nog de sterren van de hemel te sporten? De hele rest gaat goed: dus hardlopen, zwemmen, krachttraining, het winterdippen, project daglicht… maar er is ergens wel een grens.

Die grens, die voel ik nu wel. Manlief en ik vertonen allebei wat stressverschijnselen en we zijn moe.

Wat verwacht ik van mezelf – toveren? Het láátste wat ik nu zou moeten doen, is ontevreden zijn over mezelf. Ik ken mezelf toch ook al wat langer, ik weet dat ik die neiging tot oordelen over mezelf heb. Maar ik ben ook hardleers.

Uh, nee, dat is wéér een oordeel: lui hardleers.

Note to self: blijven oefenen met mildheid.

En oja, ik weet ook: niet fietsen is slecht voor mijn humeur. Ik miste het ook gewoon.

 

 

 

Door |2024-02-05T10:18:21+01:003 februari 2024|Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Seizoen krijgt vorm

Ik ben sinds de jaarwisseling bezig geweest met planning en inschrijvingen enzo, en dus krijgt mijn seizoen nu al aardig vorm:

24 februari: zwemloop Vlissingen (1/8; mooie afronding wintertraining, ik hoop op een parcours-PR)
31 maart: vestingloop Steenbergen (5 km, met Nicole, we zijn samen bezig al die vestinglopen te verzamelen)
(19 april: verhuizen)
12 mei: zwemloop Heinkenszand (1/8, dat is dan bijna een thuiswedstrijd)
1 juni: Dordtse Biesbosch triathlon (1/8)
12 juni: zwemtocht Kattendijke-Wemeldinge (3,8 km met de stroming mee, ook dat is dan bijna thuis)
22 juni: triathlon Oud Gastel (1/8)
13 juli: koppeltijdrit Abbenbroek (18 km)
22 augustus: tijdrit Radweltpokal St. Johann, Oostenrijk (20 km)
22 september: vestingloop Willemstad (dan hebben we de verzameling compleet)
28 september: triathlon Zierikzee (1/4)

De eerste plannetjes voor 2025 zijn ook al opgekomen: ik wil al jaren een keer meedoen aan de triathlon in Terheijden, maar er is altijd wat, en ook dit jaar weer: die dag is manlief jarig en dat wil hij vieren. Dus dat idee schuift door naar volgend jaar. En al dat korte werk, gericht op de tijdrit in Oostenrijk en ook wel ingegeven door de verhuisdrukte, doet inmiddels verlangen naar iets langers. Met het oog op mijn collectie Zeeuwse triathlons denk ik voor 2025 daarom aan de halve Ironman in Knokke, waarvan het parcours deels in Zeeuws-Vlaanderen ligt – de start is zelfs in Sluis.

Maar eerst maar eens al die leuke dingen van het lijstje hierboven doen!

Door |2024-01-30T09:36:37+01:0030 januari 2024|Triathlon algemeen|0 Reacties

Je moet er wat voor over hebben

Eens in de drie jaar is er in mijn vakgebied een driedaagse wetenschappelijke conferentie. Ik ga daar graag heen, maar drie jaar geleden ging-ie vanwege corona niet door en zes jaar geleden zat ik in Nieuw-Zeeland. Het was dus al negen jaar geleden, en van toen herinner ik me heel goed dat ik twee keer was wezen zwemmen in het zwembad in Leuven dat wel heel dichtbij mijn B&B bleek te liggen. Misschien herinner ik me dat juist wel zo goed omdat het leidde tot een van de eerste blogposts hier.

De planning van de conferentie is van december naar januari verschoven, en zodoende ben ik net terug van drie dagen Twente. Door toen in Leuven kleeft zwemmen aan de VIOT-conferentie, en dus was ik dat zeer zeker weer van plan. Het is ook lekker om te bewegen na of tussen al dat zitten luisteren en praten door. Ik had snel gekeken en gezien dat er op de universiteit een zwembad was, dus dat zat wel snor, dacht ik. Maar toen ik eens beter keek, zag ik dat de openingstijden wel heel beperkt waren en bovendien alleen voor abonnementhouders. Rumpf.

Wat googlen leverde me op dat de enige reële optie de Aquadrome was, zo’n 6,5 kilometer van universiteit en hotel. Nieuw plannetje: fiets huren bij het hotel, dat kon volgens de website, en erheen peddelen, ook leuk.

Dus ik kom woensdag tegen zessen aan bij het hotel en zeg meteen: ik wil graag een fiets huren voor vanavond. Het antwoord van de receptioniste:

We hebben alleen e-bikes

Pardon? Of de website staat toch fietsen?

Nou goed, doe dan maar een e-bike zonder accu, heb ik niet nodig, ik weet niet hoe het werkt en die accu schijnt gejat te kunnen worden dus moet-ie mee het zwembad in ofzoiets, laat maar zitten. En ik heb ook gewoon weerzin tegen een e-bike natuurlijk, en tegen de vanzelfsprekendheid ervan. Ik denk dan toch een beetje ‘over mijn lijk’. Maar daar heeft zo’n receptioniste allemaal geen boodschap aan. Zou ze m’n vieze gezicht gezien hebben?

Toen kreeg ik het contractje onder mijn neus en schrok eerst van de huurprijs (€ 25) en daarna van het eigen risico bij schade en diefstal (€ 1500). Dat heb ik dus maar afgekocht voor € 5, want ik zou de stad in (en ik denk misschien een beetje Randstedelijk). Dus voor € 30 had ik een fiets. Voor een avond.

Oef, als ik dat had geweten… dan toch maar een OV-fiets of met bus of trein de stad in. Maar nu had ik al zin in fietsen. En dan moest ik er dus maar wat voor over hebben. Zucht. Op het totaalbedrag voor de drie dagen maakt het niet eens zo veel uit. Vooruit dan maar.

De fiets bleek het zonder accu inderdaad goed te doen, maar dan had ik geen licht (oeps), er zat een kraak in de crank en alleen een drukslotje op, geen ketting ofzoiets. Buitengewoon slechte prijs-kwaliteitverhouding dus.

Ik heb er uiteindelijk, heen en weer met ook nog een boodschapje, ongeveer 15 kilometer op gereden, wat neerkomt op € 2/km – mijn duurste fietskilometers ooit. Op de terugweg heb ik met m’n telefoon een voorlamp geïmproviseerd en gelukkig kwam er niet ook nog een boete bij. Ik was blij toen ik ‘m weer veilig terug kon stallen:

Gelukkig heb ik wel lekker gezwommen en was het alles bij elkaar een leuk soort avontuur dat zo’n conferentie opleukt. Maar ik vind het wel bespottelijk dat een hotel adverteert met ‘fietsen’ en dat het dan alleen e-bikes zijn. Ik zie dat het er wel staat als je wat verder kijkt, maar dat was niet tot me doorgedrongen – ik kan dat ook ergens slecht geloven. Dat je dus wel e-bikes, e-choppers en e-sloepen kunt huren, maar geen gewone fiets. Ik word daar ook treurig van.

Nou, in elk geval: ik ben donderdag ook nog wezen hardlopen, in heerlijk weer en prachtig landschap, en alles bij elkaar waren het drie fijne dagen – ook echt een uitje!

 

 

Door |2024-01-28T18:38:03+01:0027 januari 2024|Fiets|2 Reacties
Ga naar de bovenkant