Een grote drijfveer voor mij bij het sporten is: nieuwe dingen doen, en in het bijzonder: nieuwe dingen leren. Iets kunnen wat ik eerder niet kon dus. Vandaag kwam ik dan ook triomfantelijk terug uit het zwembad: het was me gelukt te zinken! Ik leg het uit.

We zijn bij Techniek&Conditie bezig met het thema ademhaling. Vorige week donderdag deden we een oefening waarbij je eerst een flinke teug lucht moest nemen, dan voorover gaan ‘hangen’ in het water. De lucht in je longen werkt dan als een ballon: je blijft drijven. Daarna moesten we onze longen helemaal legen, en daardoor zak je naar de bodem. Dat was, voor mij althans, de theorie. In de praktijk bleef ik hangen aan het wateroppervlak, met m’n bovenkant. Het leek wel alsof m’n hoofd dreef, ook al zit daar geen lucht in (nouja, soms lijkt dat wel zo).

Ik had geen idee hoe ik mijn longen leger kon krijgen. Doel van de oefening was dan ook om te ervaren dat je nog meer reserve-lucht hebt dan je denkt. Nou, die had ik dus.

Eerste vallende kwartje was dat die lucht misschien niet in, maar áán mijn hoofd zat: onder m’n badmuts. Ik heb aan het eind van de training m’n badmuts afgezet. Eerder kon niet, want met natte handen een natte badmuts over m’n grote hoofd trekken lukt niet, en zonder badmuts gaat m’n haar slobberen en in m’n ogen hangen. Ik probeerde het toen nog snel even en dat leek beter te gaan.

Een paar dagen later ging ik in het zwembad zelf proberen. Inderdaad kon ik zonder badmuts wel op de bodem komen, maar ik moest daarbij wel smokkelen: mezelf met m’n handen naar beneden wapperen. Dat moest toch ook zonder kunnen, leek me.

Of nouja, eigenlijk dacht ik nogal fanatiek Ik! Wil! Dit! Kunnen! Ik denk namelijk dat ik best wel een aardige beheersing van m’n ademhaling heb, dankzij de zangles en stemvorming van vroeger en de yoga van de laatste jaren. Alleen is dat wel allemaal vooral buikademhaling, en ook zonder badmuts bleef ik vooral aan de bovenkant drijven, wat me het idee gaf dat de lucht bleef zitten in de toppen van m’n  longen. Daar krijg je ‘m met buikspieren niet uit. Hoe dan wel? Dat moet mij toch ook lukken?!

Op het droge bedacht ik dat het legen van de toppen van je longen lukt door jezelf klein te maken: schouders naar voren, bocheltje in bovenrug, kin naar borst, in elkaar kruipen – precies het tegenovergestelde van wat je moet doen als zanger of spreker dus. Ik dacht: onthouden voor in het water.

Gewapend met het nieuwe inzicht ging ik vandaag weer naar het zwembad. Eerst zwemmen, dan badmuts af en de badmeesters waarschuwen, dat ze niet denken dat ik lig te verdrinken op de bodem van het zwembad. De eerste poging mislukte nog, maar bij de tweede, jawel: ik zonk naar de bodem! Met m’n armen voor m’n borst gekruist, wat helpt bij het in elkaar kruipen, en dus zeker zonder te smokkelen.

Het lukt, ik zink! dacht ik triomfantelijk. En daar lag ik dan.

Nou is de volgende stap in de oefening dat je 10 seconden op de bodem blijft liggen, dan 10 seconden zitten en dan nog 10 seconden liggen. Dat is me nog diverse bruggen te ver en dat hoef ik niet per se te kunnen van mezelf. Ergens zijn oefeningen zonder adem natuurlijk ook heel onaangenaam. Ik heb vandaag ook gezwommen met een ademfrequentie van 1 op 6, 1 op 7 en 1 op 8. Dat is al onprettig genoeg, moet ik zeggen.

Maar ik ben heel blij met het onder de knie hebben van zinken!