De eerste verhuismaand zit erop en het gaat allemaal hartstikke goed:

  • Met het nieuwe huis: we schieten op met klussen, alles onder controle, en het wordt mooi! Het is wel wat rommelig en druk, leven verdeeld tussen twee incomplete huizen, met zo veel aan m’n hoofd dat ik alles vergeet wat ik niet opschrijf – maar  het is ook erg leuk. Nog 2,5 week, dan gaan we over, ik zie ernaar uit!
  • Met mijn ‘sportonderhoud’: het is goed gelukt om te blijven zwemmen (inclusief de openwaterdip), fietsen, lopen, wandelen, krachttraining en yoga te doen. Met wat minder focus dan normaal, en met hooguit een vage richting en prioriteit maar geen gericht schema ofzoiets. Motto: alles wat ik nu wél kan doen, is mooi meegenomen. En dat is nog  best wel veel gebleken, deels vanuit het nieuwe huis. Ik ben daar de omgeving aan het verkennen en al aan het integreren: ik ben afgelopen dinsdag begonnen met een borstcrawlcursus van de Bevelanders. Ik ga er qua zwembad enorm op vooruit, dat is mooi, en ik heb ook al intens genoten van de rust en ruimte, vooral op de fiets (voorbeeld – mijn racefiets is al in het nieuwe huis). Als ik aan het inpakken ben voor weer een paar dagen Kapelle heb ik wel eens het gevoel dat ik op trainingskamp ga! Ondertussen ben ik echter ook afscheid aan het nemen van de omgeving hier, door nog wat geliefde routes te lopen (voorbeeld) of fietsen (voorbeeld).
  • Met de rest van mijn lijf: ik voel me veel beter dan een paar weken terug. Die vijf weken verkoudheid na de stress van januari hadden er stevig ingehakt kennelijk, meer dan ik in de gaten had. Nu veer ik terug, zelfs met de verhuisdrukte. Ik doe dingen die ik anders niet doe, zoals behang afstomen schilderen en over een zolder kruipen om ‘m schoon te maken, en dat voel ik af en toe wel, maar steeds net niet zo erg dat het problemen geeft. Dan is het ook wel leuk om eens zo anders bezig te zijn. Het lukt zélfs ook om af en toe even helemaal niks te doen, culturele dingen te ondernemen (voorbeeld) of, zoals gister, uitgebreid wielrennen te kijken. Leuk en goed voor de balans!

  • Met project daglicht – dat zit er weer op,  nu de zomertijd is ingegaan. Ik heb het weer gehaald: sinds de wintertijd startte elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal minstens zeven uur per week. Nouja, ik moet wel bekennen dat ik, voor het eerst in de vier edities, één keer vergeten ben naar buiten te gaan, in een week waarin ik de totaaltijd royaal haalde. Ik heb er ook weer lol in gehad, het ging makkelijk en het heeft me door deze sombere winter geholpen, met al die regen. In de laatste maand heb ik al wat daglicht opgedaan in de vorm van buiten lunchen in onze nieuwe tuin – begin maart was het daar twee keer al warm genoeg voor!