Ik heb de laatste weken drie boeken gelezen die ik de moeite waard vond, maar ook weer niet van dien aard dat ze elk een aparte blogpost verdienen. Dus hier een verzamel-blogpost met drie boekentips.

1. Marathon van Theo Engelen.

Ik had een ander boek van Engelen gelezen en dat vond ik wel goed. Ik zag toen dit, en dat wilde ik wel lezen, zeker afgelopen weekend, rond manliefs deelname aan de Kustmarathon. Ook dit was wel goed. Leest lekker weg en het is spannend in de zin van dat ik graag wilde weten hoe het verder ging en afliep. Geen literair hoogstandje; de structuur is simpel: man loopt marathon, hoofdstukken per groepje kilometers, in elk hoofdstuk staan flashbacks en op de finish is de puzzel van zijn verleden compleet. Dat verleden is heftig en de marathon zwaar, dus dat gaat samen op. Het loopt mijns inziens net iets te goed af. Maar meeslepend is het wel, en de hoofdpersoon zou zó iemand uit mijn kennissenkring kunnen zijn, of iemand die ik coach: duursporter van middelbare leeftijd, eerste marathon, hardlopen hielp hem door een moeilijke tijd heen. Gewoon een lekker leesboek.

2. Master of Change, van Brad Stulberg.

Stulberg volg ik al jaren en zijn nieuwe boek is dus een ‘moetje’, overigens eentje waar ik naar uitkijk – ik had het al ge-pre-ordered, wat nog wat voordeeltjes opleverde. Mijn verwachtingen waren dus torenhoog. Ik vond de eerste helft erg goed. Stulberg introduceert daar het concept ‘rugged flexibility’ als levenswijze voor het omgaan met de alomtegenwoordige en onvermijdelijke verandering (waaronder hij overigens ook ouder worden schaart).  Belangrijk daarbij is dat je verandering en de onzekerheid die daarmee gepaard gaat ziet als iets wat erbij hoort, in plaats van iets om je tegen te verzetten of te ontkennen (‘change is not the exception, change is the rule’). Je wordt ook nooit meer echt helemaal ‘de oude’, er vindt re-ordering plaats. En ook dat is okee.

In de tweede helft werkt hij de houding uit in concrete acties en dat vind ik wat rommelig. Ik weet van Stulberg dat hij een achtergrond bij McKinsey heeft, en dan denk ik: heb je daar niet iets strakker leren structureren? Maar ik besef dat daar die torenhoge verwachtingen een rol spelen. Ook zegt een stemmetje: misschien moet Stulberg ervoor oppassen niet met te veel haast steeds een nieuw boek de markt in te slingeren?

Aan zijn vorige boek hield ik een paar concrete voornemens over die me hebben geholpen, dat is nu niet het geval. Maar interessant is het wel. En goed geschreven en onderbouwd verder ook.

3. Met de jaren van Arjan Videler en Rosalien Wilting

Voor dit boek werd ik getipt door Miriam, die contact met mij opnam naar aanleiding van mijn eigen boek – ze dacht dat het wel in mijn straatje zou passen. En inderdaad! Het boek betoogt dat therapie op oudere leeftijd zinvol is. Dat klinkt een beetje droog, maar dat is het boek juist niet, want er zitten uitgebreide voorbeelden in. Die las ik ademloos: wat een indrukwekkende levensverhalen, en wat maken sommige mensen toch een boel ellende mee. Het is ook echt niet zomaar even ‘eind goed, al goed’ met wat therapie of andere behandelingen, maar het kan wel veel schelen. Voor de oudere zelf, maar ook voor diens omgeving: partner, kinderen, vrienden, maar ook bijvoorbeeld verzorgenden.

Over het behandelen van psychische problemen van ouderen wordt vaak gedacht dat het zinloos is: dat heeft toch weinig nut meer en na zo lang zijn hun problemen toch niet meer op te lossen. Met zo’n negatieve manier van denken over ouderen zie je over het hoofd dat zij juist dankzij hun wijsheid en levenservaring misschien verder kunnen komen dan jongeren. En over dat nut: mentale gezondheid bevorderen is ook goed als zodanig. De auteurs leveren zo (overigens met niet heel veel woorden) ook kritiek op doorgeslagen rendementsdenken. Ik las het met instemming.

Het boek is vooral gericht op mensen die met ouderen werken en anderen in de geestelijke gezondheidszorg, maar ik vond het zeer toegankelijk. Hooguit is het denken in diagnoses voor mij altijd even vervreemdend, maar dat speelde geen grote rol. De (oudere) mens staat centraal. Gelukkig maar!