Ik schreef hier een paar weken geleden al dat ik bezig was met de afsluiting van de wintertraining, waarna ik enerzijds vooral druk zou zijn met de verhuizing en anderzijds het vizier op het fietsen zou gaan richten. Er volgden na het snelle zwemmen nog twee seizoensdoelen die ik kon afstrepen, allebei krachttraining voor de fietsspieren:

  • Vorige week deed ik een traptraining ’to the max’: 20X achter elkaar de 42 treden van de trap van de Giessenbrug op, de hoogste trap op loopafstand. Zo ver was ik vorig jaar in de verste verte niet gekomen. Ik heb het veel systematischer opgebouwd dit keer, met dit doel voor ogen. Dat ging lekker: ik vind het leukere krachttraining dan binnen. Ik deed om en om één tree en twee treden.
  • Eerder vandaag deed ik alle squats en lunges van mijn ’thuiscircuitje’ krachttraining met 10 kilo in m’n rugzak. Dat zijn er een heleboel: ik doe een programmaatje van net geen 20 minuten met 3×40 lunges en 2X3X20 squats (met steeds iets andere uitvoering), en daartussenin planken ook met dat gewicht op m’n rug en sidestepsquat met dynaband. De zwaarte zit hem in de vele herhalingen – bij de laatste serie lunges trillen mijn benen. Maar het gewicht speelt natuurlijk ook een rol. Ter vergelijking: vorig seizoen deed ik de lunges op mijn best (in augustus) ook met 10 kilo, maar de squats en planken met 5 kilo. Opbouwen ging dit keer totaal probleemloos, waar ik vorig jaar soms last had van m’n knieën en rug. Blij mee!

Dat ging allemaal hartstikke goed dus.

Maar er is één winterdoel dat ik in de verste verte niet bereikt heb: weer eens lekker en goed hardlopen, liefst een 5 kilometer onder de 26 minuten. Vorig jaar liep ik dat een paar keer, net voordat het eindeloze gekwakkel van dat jaar begon. Kwakkelen doe ik eigenlijk nog steeds: mijn darmen zijn nooit helemaal de oude geworden, ik heb af en toe last van een oude stresskwaal in de vorm van buikpijn (geen idee wat het is, ik heb het al sinds m’n jeugd af en toe, alleen nu best wel vaak – er is medisch wel eens naar gekeken maar daar is nooit veel uitgekomen), de verkoudheid van tijdens de zwemloop sleepte daarna nog twee weken aan (vijf weken in totaal, tot afgelopen zaterdag), en ondertussen ben ik ook af en toe moe van het verhuizen (sinds vorige week zijn we aan de slag in het nieuwe huis en het oude huis is verkocht; alles onder controle, maar het is druk – ik heb een vol hoofd vooral). Ik heb me de afgelopen twee maanden weer maar af en toe een dagje echt helemaal fit gevoeld.

Alles bij elkaar ben ik eigenlijk al een heel jaar aan het kwakkelen, het een na het ander. Het is niet ernstig, ik functioneer in het dagelijks leven prima, maar bij het sporten ben ik regelmatig niet vooruit te branden. Ik weet niet eens altijd waardoor het nou weer komt.

Zoals gebruikelijk wreekt zich de futloosheid het meest op mijn lopen. Op goede dagen heb ik lekker en goed getraind, dus ergens zit het gewoon wel. Maar niet bij loopjes. In januari was ik bij twee Parkruns niet helemaal fit, bij de Zwemloop liep ik hooguit okee gezien de omstandigheden van die dag (keelpijn), en de afgelopen twee weken was ik op vrijdagavond, terug van een dag in het nieuwe huis, te moe om het te zien zitten om op zaterdag vroeg genoeg op te staan voor een Parkrun.

Toen kwam manlief zaterdag met het voorstel om de dag erop naar de halve marathon van Oostvoorne te gaan, daar was ook een 8 kilometer bij. Nou, vooruit dan, dacht ik, wie weet. Dat loop ik niet zo hard als een 5, maar met een tijd onder de 44 minuten zou ik toch een mooie wintertrainings-afsluiter hebben.

Dat is echter helemaal niet gelukt: het werd netto nipt binnen de 50 minuten. En het was een hele worsteling: buikpijn, moeie benen die totaal niet wilden en die de dag erna voelden alsof ik weet-ik-veel-wat gepresteerd had, in plaats van iets wat neerkomt op een kort veredeld duurloopje. Een complete off-day.

Achteraf vond ik eigenlijk de grootste prestatie nog dat ik niet in de berm een potje was gaan zitten janken. Ook wel van frustratie en zelfmedelijden: ik zou me zó graag weer eens echt fit willen voelen, en dat dan voor wat langer achter elkaar en een beetje voorspelbaarder. Please. Het blijven harde lessen in het nemen zoals het komt.

Voor wat betreft het afsluiten van de wintertraining laat ik de loopprestatie nu los: hardlopen gaat in de onderhoudsstand. De komende weken is ontspannen het belangrijkste, en het is mooi meegenomen als het lukt om een beetje vorm te behouden voor na de verhuizing.

Ik kan het allemaal ook echt wel relativeren: de fitheid is niet ver weg en die komt wel weer, het is niet erger dan gekwakkel, ik functioneer verder prima, ik heb m’n basisconditie behouden, zoiets als een verkoudheid komt altijd wel weer goed, verhuizen vraagt veel. Ik herinner me van de vorige keer, 18 jaar geleden, dat ik nog veel minder voor elkaar kreeg op sportgebied en gekke lichamelijke klachten had. Je kan niet alles hebben immers, en met het nieuwe huis ben ik hartstikke in mijn nopjes. Nog even doorbijten, dan wonen we lekker daar én wordt het zomer!