Ik ben gister begonnen met een soort training die ik nooit eerder heb gedaan: reuktraining. Ik ruik door een ‘freaky’ verkoudheid ondertussen al zes weken vrijwel niets. Dat het door een verkoudheid komt, maakt dat ik alle hoop mag hebben dat mijn reukvermogen binnen een paar weken terugkomt, sneller en beter dan bij griep of covid. Maar toen ik afgelopen week op zoek ging naar informatie, kwam ik de reuktraining tegen en toen dacht ik: wie weet kan ik het zo bevorderen.

Ik mis het ruiken verschrikkelijk. Ik heb het eerder gehad, dus ik wist ervan, maar toen was het niet zo lang. Het maakte me toen bewust van de belangrijke rol van geur – iets waar ik tot die tijd nauwelijks besef van had. Niet kunnen ruiken is daarom typisch iets wat je gehad moet hebben om te beseffen wat het écht betekent, voor mijn leven en mijn sporten:

  • Het is praktisch onhandig en dat kan zelfs gevaarlijk zijn. Ik kan niet ruiken of mijn kleren in de was moeten maar ook niet of de melk nog goed is en of er iets (aan-)brandt. Voor dat soort dingen leen ik manliefs neus en we hebben in het nieuwe huis veel brandmelders, maar toch.
  • Het scheelt heel veel genot:
    • Van de smaak van eten en drinken is niet veel meer over. Dankzij de basissmaken die via mijn tong gaan, proef ik echt nog wel wat, althans, bij sommige voedingsmiddelen, maar dat is allemaal heel vlak en van een paar van mijn favoriete etenswaren en dranken blijft bijna niets over: thee, koffie, bier, kruidig eten, zomerfruit… het smaakt afgerond naar niets. Daardoor is het ook het samen genieten en proeven weg – we hadden streekbiertjes gekocht, maar die uitproberen is voor mij zinloos en zonde van het bier. Ik had een proefsetje energierepen gekocht, onder andere met noga-smaak – ook zinloos. Wat overblijft is vooral mondgevoel, en dat maakt dan ook veel uit voor toch nog een beetje plezier in m’n eten. Gelukkig vervormen de smaken niet, iets wat ik me van de vorige keer wel herinner. Toen waren koffie en wijn ronduit vies, nu zijn ze alleen maar vlak. Maar ik kan werkelijk snakken naar weer eens een keer echt lekker eten. Ik blijf het ook vergeten. Zoals gister: manlief had aardbeien gekocht en zette die op tafel. ‘Hmm, lekker,’ zei ik – ‘onee’. Urgh. Ik eet ze wel, voor het mondgevoel en de vitamines. En dat levert ook heus wat op. Maar het is bij lange na niet zoals normaal.
    • Ander geurgenot. Het voorjaar ruiken, zeker in of na de vele regen. Gewoon de frisse buitenlucht. Manlief. De keuken: kookgeuren, verse koffie, vers brood. Lekkere geurtjes (m’n douche-gel ruik ik gek genoeg soms wél, al die weken lang al, een klein vlaagje). Gelukkig hebben we op dit moment sowieso geen hamsters in huis, anders zou ik de geur van hun vachtje ook vreselijk missen, dat doe ik altijd heel graag: ze oppakken en dan even m’n neus daarin duwen, hmm… Ik kan me voor ouders ook goed voorstellen dat het vreselijk is om je kind niet te kunnen ruiken. Om maar iets te noemen.
  • Het geeft vervreemding. Met een schok van herkenning zag ik dat het tijdschrift van de patiëntenvereniging voor reuk- en smaakstoornissen Achter Glas heet. Ik heb die woorden letterlijk gebruikt om die vervreemding mee uit te drukken: omdat ik niet ruik waar ik ben, lijkt het soms of ik er niet echt bén. Inderdaad alsof ik het van achter glas waarneem. Ik kan me van jaren geleden nog herinneren dat dat kwartje viel in de sportschool: ik ‘ben’ hier niet, want het ruikt niet naar sportschool. Van de mate waarin geur maakt dat je ‘aardt’ op een plek was ik me voor die tijd niet bewust. Het is minder erg als ik samen ben met andere mensen, dan gaat mogelijk een dusdanig groot aandeel van mijn aandacht naar het contact dat ik de geur minder mis. Dat is wel weer interessant ook. Dit keer had ik de naarste ervaring toen ik een keer een prachtige tocht fietste, maar dat leek niet goed tot me door te dringen. Alsof ik met mijn hoofd wel wist dat het mooi was, maar het niet kon voelen. Ik vind het ook heel naar dat ik mijn nieuwe woonomgeving niet kan ruiken. Zwemmen in de Oosterschelde zonder te ruiken dat dat water zout is. Ik heb mijn reuk nodig om me hier helemaal thuis te gaan voelen.

De vervreemding, het gemis, het gebrek aan genot, het uit elkaar rammelen van hoofd en lijf en het grote verlangen naar iets wat niet kan…. je zou van minder depressief worden, en ja, ik  werd er bij vlagen somber van. Ik moest mezelf echt inprenten: het komt goed, het komt goed, het komt goed…

Werd schrijf ik net, want er is hoop. Met de reuktraining heb ik mijn lot meer in eigen hand genomen, en bovendien, hoera, ik ruik tijdens die training echt wel iets! En ik heb het idee dat het mogelijk ook net weer een klein beetje aan het terugkomen is. Het is nog niet veel en buiten de training komt het alleen nog maar ‘binnendoor’, dus iets meer smaak aan mijn eten – echt ruiken aan de lucht doe ik nog niets. Maar wie weet…

De training bestaat uit het ruiken aan vier flesjes essentiële olieën, je goed realiserend welke geur het is. Als je het heel systematisch doet, moet dat twee keer per dag aan de vier flesjes met vijf minuten tussenpauze, maar zo strak doe ik het niet. Dit zijn ze, het gaat om de basisset (er zijn er drie):

  • Een bloemengeur: roos. Die ruik ik af en toe, zwakjes; op andere momenten ruik ik wel wat, maar ik zou dat niet als roos kunnen  identificeren.
  • Een citrusgeur: citroen. Die ruik ik ook af en toe en op andere momenten niet, maar wel sterker dan roos.
  • Een frisse geur: eucalyptus. Die geeft altijd een fris gevoel in mijn neus en meestal is dat ook wel duidelijk eucalyptus.
  • Een kruidige geur: kruidnagel. Die doet het het beste: kruidnagel ruik ik altijd wel en dat is erg lekker. Het is sowieso al heel fijn om überhaupt iets te ruiken, na weken deprivatie, en ik heb daar nu zelfs enige controle over, dat is fijn. Ik bedoel: als ik graag even iets lekkers wil ruiken, kan dat met dit flesje.

De verkoudheid lijkt ook een eind weg, al blijf ik nog een beetje snotterig soms. Dat is een van de dingen die ik gister proefde: snot. Dat is dan weer niet zo fijn, want ja, niet kunnen ruiken behoedt ook voor vieze dingen natuurlijk. Manlief heeft hier een paar dagen last gehad van de kurk- en lijmlucht in de bijkeuken toen we daar een mega-prikbord over de hele wand hadden gemaakt. Ik merkte niks. Maar ik was gister toch blij met de snotsmaak. Vieze dingen ruiken, ik heb het er zó voor over.