Vrouwensport

Oogstwaslijst

Op mijn zakelijke weblog schrijf ik met enige regelmaat een post die alleen bestaat uit verwijzingen naar interessante, leuke en nuttige links (voorbeeld). Dat noem ik dan de ‘oogst’ uit wat me via Twitter, weblogs en andere bronnen bereikt heeft. Al een hele tijd spaar ik ook links naar interessante pagina’s die te maken hebben met dit weblog, dus over triathlon, vrouwensport en dergelijke. Het kwam er steeds niet van om ze te posten, dus inmiddels is het een behoorlijke waslijst geworden. Hier komt-ie eindelijjk; het is van alles en nog wat, dus voor elk wat wils:

  • Een herkenbare en interessante blogpost van Ultralala die mij op het spoor zette van de aapfactor: de verhouding tussen je lengte en je spanwijdte, nogal bepalend voor zwemmen. De mijne is ook sterk negatief (zie mijn commentaar onder de post), maar ik zwem nog steeds wel glijslag. Sneller word ik maar niet, maar daar ben ik nu ook niet zo mee bezig. Die glijslag is wel energiebesparend voor de lange afstand, en daar gaat het mij nu om.
  • Op Ironman.com staan artikelen die soms wat filosofischer zijn dan de vele praktische trainingstips. Ik vond bijvoorbeeld dit wel een aardige: een beschouwing over hoe de vele ‘perfecte’ beelden die ons via Internet bereiken het zelfvertrouwen in ons lichaam ondermijnen. Alle foto’s op dit weblog zijn ‘honest’, hoor, al besef ik dat mijn lijf ook al intimiderend kan zijn voor vrouwen die worstelen met hun gewicht – dat merk ik soms wel.
  • Mooi verhaal van Sheila Gemin (die ik een keer heb meegemaakt bij een proefles van de Cycling Academy – les zat goed in elkaar toen, vond ik) over hoe een groep drukbezette moeders met overgewicht 10 kilometer gaan trainen voor een 10 kilometer (al is dat misschien ook wel weer intimiderend: dan houd je als moeder al zo veel ballen in de lucht, moet sporten ook nog).
  • Interessante data over vrouwelijke fietsters voor en op de website van de ‘cycling industry’. Aan het eind veranderde wel heel erg mijn perspectief. Het gaat om de UK en daar fietsen vrouwen denk ik minder dan bij ons. Althans: ’the average speed per ride of UK female cyclists on Strava in 2015 was 19.8 km/h (12.3 mph), while the average distance per ride of UK female cyclists was 34 km (21.1 miles).’ Dat zijn voor mij stadsfietsgrootheden, zal ik maar zeggen, daar trek ik geen wielerkleding voor aan, pak ik de racefiets niet voor, en ik log ze ook niet op mijn Strava-equivalent (Movescount).
  • Een interview met Rannveig Guicharnaud op de site van de NTB, over vrouwen en triathlon en de oprichting van Tri4her. Interessant initiatief, mij lijkt de Vrouwentriathlon echter meer te doen om vrouwen kennis te laten maken met de sport. 50 euro voor een conferentie, hmm. Voor minder geld kun je in Beesd starten en een triathlon zelf meemaken. Die conferentie is trouwens al verzet en ingekrompen – het initiatief lijkt het moeilijk te hebben. Maar ik houd het wel in de gaten.
  • Een inspirerend verhaal op de site ‘Sportspinsels’ van een 63-jarige vrouw die halve triathlons doet, onder de titel ‘age is just a number’.
  • En over ‘age is just a number’ nog eentje, gewoon van het nieuws: je kunt als 49-jarige vrouw nationaal kampioen worden op de fiets!
  • Deze zou ook op mijn zakelijke weblog niet misstaan: een bericht op Runner’s World over hoe je van lopen creatiever wordt. Geloof ik zelf heel erg in, het is één van de redenen voor mij enerzijds om te sporten en anderzijds ook om eigen baas te zijn, zodat ik onder werktijd mijn creativiteit naar eigen inzicht kan bevorderen. Fietsen werkt ook, zwemmen bij mij minder.
  • De post op TrainingPeaks die mij op het spoor heeft gezet van mental coach Carrie Cheadle van wie ik ook net het boek heb gelezen, maar daarover later meer. Alleen al de titel ’the psychology of suffering’ triggert mijn interesse, want over precies dat thema gaat eigenlijk mijn eigen boek Afzien voor beginners. Dat over ‘risk averse’ zijn, dat speelt mij inderdaad parten. Ik herinner me dat ik bij mijn PR op de 10 kilometer me na 7 kilometer realiseerde dat ik gas moest gaan geven om dat PR te halen. De laatste drie kilometer liep ik onder de 5’/km, ik kwam uit op 52’30. En ik dacht: als ik nou eens vanaf het begin zo ‘los’ durf te gaan, dan zit een tijd van onder de 50′ erin (ben ik trouwens nu helemaal niet mee bezig, in het post-blessure en pre-Ironman-tijdperk, maar toch).
  • Nuttige en leuk geschreven post op de Facebookpagina van Zwemanalyse, over doelen stellen voor de triathlon. Ik ben van nature duidelijk een B, heb mezel wel tot een C moeten ontwikkelen om een hele aan te durven!
  • Als ik mijn online detectivewerk goed heb gedaan, is dit het verslag van de man met wie ik in Luxemburg voor de start en bij het lopen leuk en voor mij heel bemoedigend heb gepraat over zijn volbrengen van de Ironman Maastricht. Ik vond het al heel grappig om te ontdekken dat hij ook een Rotterdammert is! Afzien, er lang over doen, en dan Ironman worden, petje-af!

O, en dan staat er tussen mijn links iets over ‘borgingsmethodes’, maar da’s echt voor m’n andere blog. Nog even verder, hier komen twee vooral vermakelijke berichten:

  • Altijd lachen, zulke berichten: ‘Vrouwen vinden snelle wielrenners aantrekkelijk’. Nou vind ik inderdaad Fabian Cancellara en Marcel Kittel bijzonder aantrekkelijk. Maar als ik het zo lees, is het een mirakel dat ik op Henk ben gevallen toen we samen in de achterhoede van een peloton verzeild raakten. Zo hebben we elkaar leren kennen namelijk!
  • Vorige week was er een triathlon in Amsterdam waar een heleboel is misgegaan, ik heb er diverse verhalen over gelezen, waarvan dit van Runhedwigrun het grappigste is. Titel: ‘Murphy’s triathlon’. Nou, dan weet je het wel!

Ik weet niet meer van alles de bron, veel krijg ik via Twitter en het Triathlonforum (een link die hier niet mag ontbreken!) – dank voor de (re-)tweets en andere hints allemaal!

Door |2016-07-02T13:15:38+02:002 juli 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|0 Reacties

Terugblik op zondag

Hier nog wat foto’s van zondag: een kudde zwemmers op weg naar ons huis, Henk die als laatste door een SUP’er begeleid wordt en ik, althans, dat denk ik – misschien was er nog iemand anders met een wit Suunto-horloge en dunne polsjes. 

zwemmersnaaronshuis

henklaatste

 

 

Arm van zwemmer met horlogeBronnen: https://www.facebook.com/Overschie010/ en de (besloten) Facebookpagina  ‘Overschie In Zicht’ (Dirk Erdtsieck).

De uitslagen staan nu ook online, maar opgelet: om de een of andere reden ben ik daar Louise Vermaas geworden, een achternaam waar ik gewoonlijk alleen in mijn schoonfamilie naar luister (; Leuk: dat een vrouw overall winnaar kan worden in deze sport! Er komt ook wel eens een vrouw als eerste uit het water bij de triathlon. 

En deze is ook nog wel grappig – we waren immers naast deelnemers ook omwonenden, dus hadden we eerder daarvoor een keurige brief gekregen met dit voor op de koelkast:

Reminder voor op de koelkast, vooral over het parkeren

 

Door |2016-06-29T16:19:35+02:0029 juni 2016|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Speelweek

Sinds ik aan het opbouwen ben, train ik volgens het twee-weken-op-één-week-af-principe. Ik heb dus twee weken waarin ik vooral steeds langere trainingen doe, en dan één week waarin rust en herstel centraal staan. Eerdere jaren deed ik drie om één, en ik vind het verschil daarmee gevoelsmatig best wel groot: elke keer als ik één zo’n pittige week achter de rug heb, hoef ik er nog maar één en daarna mag ik weer een weekje ‘spelen’.

Zo voelt zwaar trainen als goed te doen, vooral mentaal. Want lichamelijk is dat lange trainen niet zo belastend, maar tussen de oren wel: zwemmen vind ik bijvoorbeeld gewoon saai (zeker in het zwembad, en het buitenwater koelt alleen maar weer af op het moment), en lang fietsen kost gigantisch veel tijd, tijd die ik op andere dingen moet bevechten. Soms moeten daar ook leuke dingen voor wijken. Een ritje ‘voor de lol’ zit er bijvoorbeeld in die weken niet in, want dat is te kort als lange training maar wel belastend. 

Afgelopen week was weer zo’n speelweek. Want zo ervaar ik de rust-en-herstelweken: ik train door, maar doe andere dingen en dat voelt speels. In plaats van een uur non-stop zwemmen doe ik sprintjes en techniekoefeningen, ik doe een lesje bodybalance in de sportschool, en ook nog wel andere dingen. Rond dit weekend deed ik twee heel afwijkende dingen:

  • Afgelopen vrijdag heb ik een workshop Chi-running gedaan, bij Annemarie Pruijt van Energia Training. Ik wilde al langer iets doen met Chi-running, vooral vanwege het idee dat ik denk dat mijn lopen eigenlijk te ‘log’ is, dat het lichter zou moeten kunnen – en in de hoop dat daar de sleutel ligt om makkelijker lang te kunnen lopen. Van vriendin Marijke kreeg ik Energia als tip (dank!). Het was inderdaad heel leuk en nuttig, en ik denk dat ik er veel aan ga hebben. Grootste eye-opener was dat ik schommel met mijn bekken, en dat lopen inderdaad lichter voelt als ik dat stabieler houd. Dat ging eigenlijk meteen wel goed, alleen heb ik nu wel forse spierpijn in mijn lage kuitspieren. Oeps, zo’n belasting is niet de bedoeling van een rust-en-herstelweek, en ik heb dus ook nog wat verder te ontwikkelen. Maar daar heb ik zin in!
  • Gisteren heb ik met Nicole samen meegedaan met de vrouwenwedstrijd van de Ronde van Katendrecht. Volgens het programma was dat voor de funklasse, nou… het waren bijna alleen maar vrouwen van ongeveer half onze leeftijd die meedoen aan de wielrencompetitie, en die dit als gewone competitiewedstrijd beschouwden – ze dachten zelfs dat het 50 minuten + 3 rondes was, in plaats van 9 rondes (dik 20 minuten) voor de B’s. Beetje vreemd. Hoe dan ook, Nicole en ik lagen er voor de eerste bocht al af, en zijn twee keer gedubbeld door de A’s en één keer door de B’s. Aan het eind sprintte Nicole mij eruit, maar er was nog een derde echte funklasse-dame, en die hebben we achter ons weten te houden! Toen we gedubbeld werden, kon ik af en toe het wiel houden, maar dan lag ik er bij een bocht weer af. Die bochten waren best rottig, net als het gevoel het hele rondje tegenwind te hebben. Maar dik 20 minuten, da’s ook wel weer superkort natuurlijk, en het vloog voorbij!
    Nicole heeft onder haar forumnaam TumTumTum een prachtig verslag geschreven op het forum van Fiets (even scrollen). Ik heb een leuke dag gehad, het is een afwisselende wielerdag op Katendrecht elk jaar, maar wel jammer dat het nog steeds zo is dat je als vrouw jong en supergoed moet zijn om aan dit soort dingen mee te kunnen doen. Toen ik begon met fietsen, dik 15 jaar geleden, was dat al zo, en nu dus nog steeds.

Nicole en ik voor de start

Nicole en ik voor de start

Doorkomst

Doorkomst

De inmiddels gebruikelijke beweging van veel sporters bij start en (hier) finish: knoppie indrukken

De inmiddels gebruikelijke beweging van veel sporters bij start en (hier) finish: knoppie indrukken

Eerder op de dag was het manlief gelukt om niet laatste te worden in de funklasse bij de mannen!

Eerder op de dag was het manlief gelukt om niet laatste te worden in de funklasse bij de mannen!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meer foto’s, ook van de prominenten die meededen, op Henks Flickr.

Door |2016-05-22T14:48:36+02:0022 mei 2016|Fiets, Loop, Vrouwensport|0 Reacties

Tot nu toe bevalt het uitstekend

Ik aan het flipperenTot nu toe bevalt het uitstekend, 50 zijn. Ik had woensdag een leuke dag (zie foto: feestje in het Dutch Pinball Museum), donderdag was ik daar nog een beetje moe van maar verder geen probleem, en gister had ik een fikse opsteker waar ik blij mee ben: een goede maximaaltest.

Ik ga al bijna 15 jaar voor mijn maximaaltesten naar Topvorm, wat als groot voordeel heeft dat het vertrouwd is, dat de gegevens vergelijkbaar zijn en dat trainingsbegeleider Coen mij door en door kent. Ik wilde nu vooral gaan om mijn trainingszones te bepalen, zo aan het begin van opbouwen naar de Ironman. En ik wilde weten hoe ik ervoor stond. Ik wilde twee weken geleden al gaan, maar toen was ik nog net te verkouden. Gister was het dan toch zo ver.

Ik had verwacht er sowieso niet zo heel geweldig voor te staan: het is nog maar het begin van opbouwen, ik heb vorig jaar een beetje moeizaam jaar gehad met de blessure en ik heb vooral weinig gefietst, terwijl de maximaaltest op de fiets is. Mijn vorige test was bovendien al bijna twee jaar geleden; vanwege die blessure heb ik vorig jaar over moeten slaan. Allemaal redenen om te verwachten dat het minder zou zijn.

De laatste weken was daar nog bijgekomen dat ik me wat kwakkelig gevoeld heb: die verkoudheid, veel slecht slapen, de wiebelige hormonen, de steeds vastdraaiende rug, andere kleine pijntjes hier en daar en een schrikbarend laag looptempo. Ik voelde me dramatisch uit vorm, maakte me daar ook wel wat zorgen over, ook al was het de laatste twee weken allemaal net weer wat beter, op dat looptempo na. Maar toen zei afgelopen maandag de overgangsconsulente ook nog eens dat veel vrouwen ergens in deze levensfase een abrupte achteruitgang in hun prestaties ervaren. Oeps. Het had me niet verbaasd als ik een heel slechte maximaaltest af zou leggen.

Niets was minder waar. Tot mijn verrassing en vreugde waren de resultaten vergelijkbaar met de vorige twee testen: die van maart 2014 en oktober 2013. Een paar dingetjes waren een fractie minder, maar andere juist weer net wat beter en samen komt dat op hetzelfde neer. En dat aan het begin van een nieuwe trainingsperiode én twee jaar ouder, dus relatief sta ik er alleen maar beter voor dan toen.

Jippie – niksniet dramatisch vormverlies of abrupte achteruitgang! Kennelijk voelt dat zo, maar dat vond Coen van Topvorm niet bepaald een probleem: het zou pas erg zijn als ik me nu op m’n best zou voelen. Dat moet pas eind augustus namelijk.

Zo’n maximaaltest is trouwens zelf eigenlijk helemaal geen pretje. Het gaat volgens een vast protocol waarin ik eerst een hele tijd met 60 omwentelingen per minuut moet fietsen, wat heel raar voelt. Zo traag trap ik alleen bij zwaar klimmen, maar dan is mijn hartslag veel hoger. Nu hangt-ie dan steeds rond de 140, D2, maar het voelt veel zwaarder dan dat. Vervolgens mag ik naar 90 rpm en daar moet ik ‘m dan op zien te houden terwijl langzaam-maar-zeker het vermogen dat ik moet leveren wordt opgevoerd tot op afknap-niveau.

Vooral die laatste minuut, als Coen aangeeft dat ik het nog zo lang vol moet houden om dat vermogen mee te mogen rekenen als maximaal – dan verengt de wereld zich tot dat rottige wijzertje dat ik op 90 rpm moet zien te houden terwijl dat eigenlijk niet meer gaat; de rest verdwijnt in een zwart gat. Als het dan niet meer hoeft, blijk ik ook zeer amechtig adem te halen – de eerste tellen zijn nog helemaal geen opluchting. Die komt even later wel, natuurlijk, en nog iets later voelt het eigenlijk hartstikke lekker, want ja, pijn is fijn, hè?

En nóg wat later stond ik dus helemaal blij weer terug op straat. Dik tevreden, met veel zin in het komende seizoen. Coen gaf ook nog wat trainingstips en ik ga binnenkort mijn trainingsschema wat meer in detail uitwerken. Meer daarover volgt, en de precieze getallen van de test ook.

Door |2016-01-23T15:15:01+01:0023 januari 2016|Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

50!

Vandaag is het dan zo ver: ik ben 50! Vannacht met manlief middernacht afgewacht, en op zo’n moment verandert er dan dus gewoon helemaal niks, hahaha! Sara niet gezien, en Abraham ook niet, en de mosterd staat zoals altijd in de koelkast of op tafel (zie foto). Verder alles okee, en straks is het feest! Mosterd, grof en pittig

De afgelopen weken heb ik wat zitten mijmeren over waarom ik deze stap nou zo veel groter vind dan eerder 20, 30 of 40 worden. Ik heb drie redenen gevonden:

  1. Rond de 50 zijn de effecten van het ouder worden echt niet meer te ontkennen. Bijvoorbeeld: anderhalf jaar geleden deed de varifocusbril zijn intree, en dat was een grote opluchting, want ik was daarvoor toch al een tijdje behoorlijk kippig. Ik had het hier onlangs over de overgang, ook zoiets wat rond deze leeftijd onafwendbaar is. Grijze haren en rimpels is wat geleidelijker, maar ook dat slaat toe natuurlijk. Net de laatste weken ben ik bovendien nogal uit vorm en heb ik een beetje gekwakkeld, en dat maakte dat ik me ook ineens veel ouder voelde. De weg omhoog heb ik inmiddels gelukkig ook wel weer gevonden, maar toch: enige twijfels over aftakeling kan ik niet ontkennen en dat maakt zo’n leeftijdsgrens confronterender.
  2. Er zijn een boel  50+-zaken waar ik niet mee geassocieerd wil worden en die vaak ook een nogal problematiserend karakter hebben. Van de 50+-partij blijf ik politiek gezien graag verre, als het gaat over bewegen voor 50+’ers denk ik: nou, dat is echt héél anders dan wat ik doe, en ook de 50+’er op de arbeidsmarkt is alleen maar probleem-probleem-probleem. 50+-reizen is nog tot daaraan toe, al denk ik daarbij ook: oh, nee, alsjeblieft! Ik voel me daar allemaal nog veel te jong en dynamisch voor. Want okee, die veroudering is onafwendbaar, maar mijn belastbaarheid en energie zijn echt nog niet veel anders dan tien jaar terug.
  3. Een heel persoonlijke. 20 worden kan ik me niet meer herinneren, 30 worden ook niet als verjaardag, maar ik weet nog wel dingen van dat jaar, 1996. Dat jaar zat ik toch wel heel erg op de bodem. Op mijn 40e verjaardag gingen manlief en ik in ondertrouw en stond me een heel nieuw leven te wachten: we hadden net een huis gekocht en gingen trouwen en samenwonen. Oftewel: tussen mijn 30e  en 40e is er ongelofelijk veel ten goede veranderd. Manlief leren kennen dus, eigen baas geworden, het fietsen ontdekt. En dat zijn nog maar de meest tastbare veranderingen: mijn leven is in die tien jaar pas echt begonnen. Die steile route omhoog is er sindsdien niet meer.Tussen de 40 en de 50 heb ik bovendien meer voor mijn kiezen gehad – ik noem alleen maar de dood van mijn moeder in 2009. Dat maakt dat de afgelopen tien jaar zwaarder leken dan de tien ervoor. Maar de afgelopen dagen realiseerde ik me bij al dat terugblikken dat dat juist een reden is om dankbaar te zijn. Die verworvenheden van de tien jaar ervoor zijn gewoon gaan lijken: gelukkig getrouwd, veel aan het sporten, een goedlopend eigen bedrijf. Maar zo gewoon en vanzelfsprekend zijn ze helemaal niet.
    Ik heb een boel om dankbaar voor te zijn. Op mijn 50e. Nouja, dat soort dingen komen bovenbubbelen, op weg naar zo’n mijlpaal.

Zo, en nu tijd voor feest! Eerst nog 50 baantjes gaan zwemmen, dat hoort op zo’n dag als vandaag. De echte bikkels doen 50X100 meter en ik zou misschien in een uur net 50X50 kunnen halen, maar mijn pols is nog niet helemaal je-dat (zie punt 1 van hierboven) dus ik doe het lekker rustig aan. Wel hoop ik dat ik mijn gloednieuwe ‘shorty’ wetsuit (foto volgt) mag uitproberen: het cadeautje van manlief!

Door |2016-01-20T11:41:57+01:0020 januari 2016|Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|0 Reacties

Niet lezen bij last van overgangstaboe!

Ik heb het de afgelopen weken een paar keer gehad op dit weblog over overgangsverschijnselen. Er hebben al een paar lotgenotes naar gevraagd wat ik dan precies heb, dus daar maar eens iets meer over. Waarschuwing vooraf: mijn indruk is dat verhalen erover veelal naar twee kanten getrokken worden: heftig klagen en zeuren, of een totale ontkenning, als een taboe. Als de overgang voor jou taboe is, lees dan maar niet verder. Het is één van de doelen van mijn weblog om open te zijn over dit aspect van als vrouw sporten rond je vijftigste, al is het alleen maar omdat daar zo weinig over te vinden is (zie mijn zoektocht naar informatie over sporten en de overgang van vorig jaar).

Voor mij is het op dit moment makkelijk schrijven, want ik heb alweer een dikke week weinig last. Maar dat is wel meteen misschien het meest typerende van de hele overgang: de grilligheid ervan. Waar ik ook last van heb, dat is allemaal tijdelijk en misschien al heel gauw weer over, of in elk geval anders. Enerzijds maakt dat elk probleem relatief, en dat ervaar ik ook wel zo, maar ik vind het ook wel lastig, want het betekent ook een grote onvoorspelbaarheid. Dat is raarder dan ik van tevoren had verwacht. Ik had sowieso gedacht: ach, nooit zo veel last gehad van hormonendingen, dus die overgang, dat zal wel meevallen. Nou, nee – want het is echt gek dus, ik ervaar mijn lijf als raar anders af en toe.

In het beste geval kan ik daar trouwens ook om lachen, om het rare, gekke en grillige. Ik had bijvoorbeeld in de herfst last van heftige menstruaties, en die brengen angst voor genante situaties met zich mee. Dus de afgelopen twee keer heb ik mezelf dagenlang tot de tanden toe gewapend met tampons en maandverband als ik de deur uit moest. En toen gebeurde er niets, want de afgelopen twee keer was alles weer veel normaler. Nouja, daar lach ik dan maar om.

Ik heb last van twee of misschien drie dingen –  van het derde, en strikt genomen ook het tweede trouwens,  weet ik niet zeker of het de overgang wel is. Als je het zo strikt ziet, ben ik namelijk nog amper in de overgang, want ik ben nog ongeveer elke vier weken ongesteld en het meest typerende en algemeen erkende bijverschijnsel, opvliegers, heb ik niet. Het enige wat ik wel echt zeker weet, is dat alles wat met mijn hormonen te maken heeft, een kermis geworden is. Want dat ‘ongeveer’ elke vier weken is met een marge van -3 tot +2 dagen, elke maand anders.

Ook de begeleidende symptomen zijn elke keer anders. Al mijn hele leven heb ik meer last van de dagen ervoor dat van ongesteld zijn zelf, en die PMS-symptomen ervaar ik zowel in aard als in heftigheid al een paar jaar als een loterij: de ene maand zus, de andere maand zo; van bijna nergens last van tot heel vervelend. Slecht slapen, nachtzweten, buikpijn, een opgezwollen gevoel, sloom (inclusief op sportgebied niet vooruit te branden), chagrijnig, stresserig, dat alles tegelijk, of niks aan de hand, dat kan ook. Vroeger was het toch echt wel iets voorspelbaarder dan dit, en gemiddeld ook minder erg.

Wat er net de laatste maanden bij is gekomen is dat ik ook halverwege mijn cyclus, dus rond de (voormalige?) ovulatie, enkele dagen met vergelijkbare symptomen heb. Dat scheelt wel heel veel, want ineens zijn (of waren?) de dagen per maand dat ik me een hormonale speelbal voel verdubbeld, en het aantal dagen dat ik op sportgebied niet vooruit te branden ben ook. Dat is sinds november zo, en ik doelde vooral daarop als ik hier een paar keer schreef dat ik de laatste maanden op dit gebied moeilijker vond (vind?) dan voorheen (ik aarzel over de werkwoordstijden vanwege die grilligheid).

Verschijnsel twee is het slechte slapen waar ik het hier al eerder over gehad heb. Soms slaap ik ‘zomaar’ slecht en waar ik bijvoorbeeld al heel lang een onrustige nacht had vlak voordat ik ongesteld moest worden, zijn dat er nu soms wel drie, of eentje waarin ik maar 2 uur slaap, dat had ik in september een keer. Meestal is het hanteerbaar, een enkele keer heb ik er overdag danig last van. Los van het effect op de dagen vind ik de nachten zelf soms ook taai om door te komen. Effect op het sporten is er zeker natuurlijk, als ik heel moe ben, maar ook is slapen essentieel voor een goed herstel. Gelukkig slaap ik nu alweer een week helemaal prima, erg lekker!

Dat slechte slapen is geen officieel erkend overgangsverschijnsel zo lang het niet komt door opvliegers, maar in mijn omgeving hebben wel frappant veel leeftijdsgenotes er last van. En een andere reden om de link te leggen is dat het tegelijk begon met de eerste merkbare hormonale veranderingen.

Dan het derde punt, en dat is dat ik sinds een jaar meer last heb van mijn spieren en gewrichten. De ‘grote’ blessure van het voorjaar is daar een voorbeeld van, ik had daarvoor al wat gesukkeld, en ook sindsdien heb ik relatief veel last van kleine dingetjes, en ook die zijn frappant grillig De grilligheid van kan ik niet relateren aan hormonen.

Zo heb ik al een paar maanden om de paar dagen last van mijn rug met symptomen die lijken op de blessure van vorig jaar. Er draait dan in mijn onderrug iets vast (ofzoiets) waardoor ik een zenuw door mijn hele linkerbeen voel lopen en daar ook net niet lekker mee beweeg, en vervolgens trekt dat door naar mijn bovenrug, met een vergelijkbaar effect op mijn linkerarm en –schouder. Precies dezelfde plekken als die ‘grote’ blessure dus – hardnekkige restantjes? Maar het duurt nooit heel lang: het gaat soms spontaan weg, en soms kan ik iets losmaken in mijn onderrug door de sfinx-positie aan te nemen. Bovendien hindert het nauwelijks bij het sporten, hooguit die zere schouder bij het zwemmen. Het is zelfs eerder vervelend bij lang stilztten, en, jawel, soms bij het slapen.

Wel voel ik me soms een beetje een wrak, als ik me een slome, opgeblazen hormonenbubbel voel, met slaapgebrek en een zere linkerkant, zeker als daar nog wat bijkomt ook, zoals vorige week gek heftige spierpijn en nu last van mijn andere pols bij het zwemmen. Want dat is dus wel frappant veel op het ogenblik, van die kleine pijntjes en gedoetjes. Ik heb geen idee of dat gewoon pech is of een winterdip, of dat het wel degelijk bij de overgang hoort. Volgens mijn fysiotherapeut zou het kunnen. Ik ga het maandag eens voorleggen aan een overgangsconsulente. Wie weet heeft die ook nog adviezen. Want er is prima mee te leven, maar iets meer stabiliteit zou ik wel prettig vinden, sowieso, maar zeker met een Ironman voor de boeg!

Door |2016-01-15T13:45:11+01:0015 januari 2016|Triathlon algemeen, Vrouwensport|2 Reacties

Die ene vraag

Vorige week werd ik op Twitter gevolgd door @TriathlonTutor, de ‘ultimate guide to completing your first’ hele Ironman. Dat klinkt voor mij wel interessant natuurlijk, dus ik ben hem gaan terugvolgen en heb me op zijn website aangemeld voor de mini-cursus, die bestaat uit zes lessen met veel gemaakte en dus te vermijden fouten.

Als reactie op die aanmelding kreeg ik een bevestigingsbericht met dit erin:

I’m always creating new content for the newsletter to answer your biggest questions. Could you take one minute, hit reply and let me know what your biggest questions are about completing your first Ironman Triathlon?
 
Dat had ik even net niet helemaal goed gelezen, ik had question gelezen in plaats van questions, en dat zette me nogal aan het denken: wat is nou mijn grootste vraag, richting mijn eerste Ironman?
 
Ongetwijfeld enigszins ingegeven door de laatste weken, waarin het helemaal niet lekker gaat (zie deze post, waaraan ik een deel 3 zou kunnen toevoegen), formuleerde ik uiteindelijk als grootste vraag hoe ik vertrouwen kan houden in moeilijke tijden, zoals op dit moment, met een opeenstapeling van ‘dingetjes’: verkouden geweest, veel slecht slapen, een rug die om de paar dagen vastdraait en ook wel weer loskomt, maar in de tussentijd heb ik veel ongemak, een paar andere kleine pijntjes dan weer hier en dan weer daar, een paar bar slechte trainingen, opvallend veel spierpijn, hormonengewiebel…. Ik heb de voor afgelopen vrijdag geplande maximaaltest uitgesteld, ik was niet fit genoeg – het gaat even helemaal niet lekker.
 
Er is nog niets aan de hand, ik heb nog zat tijd, verkouden zijn hoort erbij, en waarschijnlijk heb ik gewoon wat pech en/of iets winterdip-achtigs, maar ik verlies soms dat relativeringsvermogen, en dat kost me een boel energie. Vooral in die slechte nachten geloof ik er soms niet meer in, en ben ik bang mijn plannen op te moeten geven. Dat is ook niet het einde van de wereld, maar toch…
 
Ik kreeg geen antwoord op mijn vraag, of althans, ik kreeg wel een antwoord, maar op een andere vraag, namelijk hoe gemotiveerd te blijven. Dat is mijn probleem niet. Ik kan juist ontzettend verlangen naar probleemloos sporten. Hopelijk komt dat weer gauw!
 
Door |2016-01-10T18:28:34+01:0010 januari 2016|Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

Eind goed, al goed

Ik doe vandaag alvast mijn sportjaarterugblik, want morgen wil ik over de zwemvierdaagse schrijven die dan afgelopen is. En die ene dag maakt ook niet echt meer uit voor het algemene beeld van dit jaar, dat ik samenvat als ‘eind goed, al goed’. Daarmee druk ik enerzijds uit dat het geen makkelijk jaar was, en anderzijds dat ik nu toch sta waar ik wilde staan. Die twee kanten werk ik hieronder uit.

Geen makkelijk jaar

2015 was om vier redenen geen makkelijk sportjaar voor mij:

  • In de eerste plaats was er de blessure. Voor het eerst had ik iets vaags en langdurigs dat mijn hele wedstrijdseizoen in de war stuurde. Het begon rond 3 mei en half augustus heb ik mezelf beter verklaard, maar zelfs nu nog kamp ik met wat naweeën. Er wordt ook nog steeds aan gewerkt, zal ik maar zeggen, en ik ben allang blij dat ik weer alles kan. Want dat was tussen mei en half augustus niet het geval, en dat leidde onder andere tot 2 ‘DNF’s’ in het triathlonseizoen, in  Bilzen en in Krimpen. Af en toe was ik ook wel bezorgd dat het niet meer goed zou komen, en dat was misschien nog wel het allermoeilijkste.
  • In de tweede plaats heb ik mezelf niet kunnen verrassen op het gebied van lang lopen. Ik wist al langer dat dat niet makkelijk is voor mijn lijf: ik ben jaren bezig geweest met de stap van 10 kilometer naar de halve marathon. Dit jaar heb ik de stap gezet van de halve naar de hele marathon, en dat was hetzelfde beeld: ik moet die extra kilometers bijna één voor één bevechten. Ik heb tijdens de slechtere lange duurlopen ontzettend afgezien, en de marathon zelf was ook een wat ambivalente ervaring. Tsja, dat lijf dat graag eindeloos fietst, loopt niet makkelijk lang hard.
  • Wat ik dit jaar node heb gemist, is het topvormgevoel, het echte pieken, de kick van een wedstrijd doen waarin alles lukt. Dat zijn de allerbeste sportmomenten! In 2014 had ik dat gevoel een aantal keren, nu was het er nooit helemaal. Dat komt vooral door het eerste punt, de blessure, waardoor ik het hele triathlonseizoen lang al blij was als ik pijnvrij finishte (zoals bijvoorbeeld in Triathlon010, de Vrouwentriathlon in Beesd en in Binnenmaas). Ik heb gelukkig wel nog een paar keer aan die echte flow kunnen ruiken, bijvoorbeeld tijdens de laatste kilometers van de halve marathon in het Westland, en ook wel in trainingen. Maar het was een jaar zonder pieken, en dus wat vlak.
  • Dit jaar, vooral de laatste paar maanden, heb ik meer last gekregen van de hormonale disbalans richting de overgang. Daarover een andere keer meer, kort gezegd vind ik het vooral raarder dan ik vooraf had verwacht, dat hormonale gewiebel. En bij vlagen heel vervelend.

Ik sta waar ik wilde staan

Ik citeer mezelf even, van 1 januari:

ik verwacht nog minder fietskilometers. Want even vooruitblikken: ik wil de komende twee maanden de duurlopen uitbreiden naar 30 kilometer, waar alles boven de 21 kilometer onbekend terrein is, dus dat is best spannend. Ondertussen wil bij het zwemmen weer wat meer op duur en snelheid gaan trainen. Vanaf maart volgen de fiets- en triathlonmaanden, met wedstrijden in mei en juni. Daarna wil ik gaan trainen voor mijn eerste marathon, die in september of oktober gaan plaatsvinden. Vervolgens is het uitrusten, de balans opmaken, en plannen gaan maken voor het seizoen erna, dat van de hele triathlon in 2016.

Dat heb ik allemaal bereikt:

  • Ik heb mijn duurlopen uitgebreid, weliswaar eerst maar naar 25 kilometer, maar na de zomer naar de 30. En dat was inderdaad onbekend terrein en dat vind ik sowieso altijd geweldig, grenzen verleggen. Ik kan me nog herinneren dat ik bij de Heinenoordtunnelloop voorbij de 21,1 kwam en wist: zo ver heb ik nog nooit gelopen! De eerste keer 28 ging ook lekker – daarna kwam de klad er een beetje in, maar ik heb toch wel degelijk ook een paar keer 30 km hardgelopen. Geen 42: bij die marathon die er inderdaad kwam, zij het in november, heb ik moeten wandelen. Maar ik heb hem wel volbracht en ik vond het een geweldige belevenis!
  • Ik heb het zwemmen in duur uitgebreid. Ik heb in augustus 3,5 km gezwommen onder zware omstandigheden, en dat was een grote stap onderweg naar de Ironman. Die Beach-to-Beach Challenge was trouwens één van de hoogtepunten van dit jaar. Ook bij zwemmen heb ik de lol van het grenzen verleggen gehad. Sneller ben ik niet geworden. Ook daarin speelt de blessure een rol, ik zwem al maanden met pijn. Ik ben inmiddels wel weer bijna zo snel als twee jaar geleden toen ik mijn PR op de kilometer zwom (20’34), en dat is al heel wat, want ertussenin ben ik langzamer geweest.
  • Dat wedstrijdseizoen was weliswaar een beetje moeizaam, maar ik heb toch, against all odds, de halve triathlon kunnen volbrengen. Ik vind het nog steeds een mirakel! Bovendien was het een heel wijze les op mentaal gebied.
  • Die mindere fietskilometers, ja, klopt, want het was het jaar van investeren in die anderen twee sporten en het werd nog minder dan verwacht door de blessure. Maar toch was het een mooi fietsjaar vanwege het wennen aan de triathlonfiets. Die kwam op 2 januari, dus ik heb er inmiddels een jaar op zitten. En dat was fijn: ik ben moeiteloos aan het aerostuur gewend en ik rijd er heel lekker op, veel lekkerder dan ik had verwacht. Ik ben er bovendien aanzienlijk sneller op dan op mijn oude racefiets. Door het ontbreken van dat echte piekgevoel heb ik voor mijn gevoel nog steeds niet echt op kunnen knallen, dus ik weet nog niet eens wat we samen kunnen als ik op mijn best ben. Ik kijk dus uit naar volgend jaar! Sowieso eigenlijk, want zo weinig fietsen is maar niks.
  • De plannen zijn er, voor volgend jaar, en daarvoor waren de drie punten hiervoor  belangrijke input. Meer over de plannen op nieuwjaarsdag, maar in elk geval: het plan voor de Ironman in 2016 staat nog steeds fier overeind!

Dan tot slot nog wat andere memorabele zaken: ik liep dit jaar twee kleine PR’s, op de 5 kilometer en op de halve marathon, ik heb leren planken (zit inmiddels aan de 4′ maar doe het technisch beter dan toen), ik heb de Wicklow Way gelopen, ik heb veel plezier van mijn Suunto, en ik heb talloze bijzondere, leuke, gezellige en mooie sportmomenten meegemaakt. Daar heb ik op dit weblog regelmatig verslag van gedaan, en ook dat vond ik erg leuk om te doen.

* * *

In mijn dagelijks leven speelt sport een enorme rol. Daar ben ik me in 2015 nog maar eens extra van bewust geworden, toen het een tijdje niet lekker ging. Ik zal in januari eens kijken of ik wat getallen over 2015 uit m’n Movescount kan halen, maar eigenlijk gaat het daar niet om. Die kunnen niet vangen wat sport voor me betekent: betekend heeft in 2015 en zal betekenen in 2016. 

Goeie jaarwisseling gewenst allemaal! En ik eindig met wat dan toch de mooiste foto van het jaar is voor mij: het mirakel en de wijze les:

Finisher-shirt triathlon Bocholt

 

Door |2015-12-30T13:03:51+01:0030 december 2015|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|1 Reactie

Een slecht begin is…

Als een goed begin het halve werk is, wat is dan een slecht begin? Vorige week was mijn eerste opbouwweek richting de Ironman op 28 augustus. Nou moet je je daar niet meteen iets heel Groots bij voorstellen; belangrijkste wapenfeit was eigenlijk dat ik voor het eerst sinds de marathon weer eens wat langer zou lopen, 15 km. En vanwege het mooie weer kwam er, ook voor het eerst sinds lang, een stukkie serieus fietsen bij: een rondje op de triathlonfiets.

Maar o, wat ging het allemaal belabberd. Deels had ik dat zelf veroorzaakt door maandag bloed te geven (verslag). Dinsdag heb ik heel rustig gezwommen, dat was okee, en woensdag bodybalance ook. Donderdag wilde ik bij het zwemmen alweer iets meer gas geven, maar dat ging toch nog niet en ik was bovendien wat laat en dus maar kort in het zwembad en technisch zwom ik ook beroerd en m’n bovenrug zit af en toe nogal vast wat mijn schouder belemmert (ik snak naar fysiotherapiebezoek, even een manueel-therapie-kraakje en het is opgelost, dat heb ik sowieso regelmatig nodig – maar ik kan pas in het nieuwe jaar terecht) – en zo werd het eigenlijk helemaal niks.

Dat fietsen vrijdag voelde lekker, heerlijk na al die weken alleen maar op het stadsbarreltje te rijden weer eens een echt lekkere fiets onder de kont. Maar ik schrok van mijn gemiddelde na afloop: 22,5 km/u. Okee, het woei en ik heb bloed gegeven, maar zó sloom???

Zaterdag dan die beoogde 15 kilometer lopen. En dat ging helemaal voor geen meter. Ik raakte enigszins vertwijfeld, maar later begreep ik wel een beetje hoe het kwam. Wat ik had aangezien voor spierpijn in mijn lies bleek iets heftigers te zijn dan dat, onverklaarbaar pijntje, beetje verrekt? Vandaar dat mijn ene been maar niet voor mijn andere wilde. Denk ik/hoop ik. In elk geval: het werden er 14, die kilometers, waarin ik ook heb gewandeld en weer uitkwam boven de 7’/km. Hopelijk een incident.

De vertwijfeling zat hem er trouwens in dat ik me de hele week af en toe ook nogal raar voelde, volgens mij door hormonengewiebel, en soms ben ik wel eens bang dat de overgang me te grazen aan het nemen is. Vandaag kan ik dat weer beter relativeren, maar feit is wel dat ik de afgelopen paar weken op dat vlak heftiger zijn geweest dan voorheen. Mijn oog viel toevallig op mijn blogpost van een dik jaar geleden, en daar moet ik al bijna om lachen: me in de eerste helft van mijn cyclus beter voelen en in de tweede slechter, dat klinkt me nu al héél regelmatig in de oren, het is nog veel grilliger geworden dan toen. 

Nou goed, niet het halve werk dus, maar vandaag, na gister een leuke dag in Thialf bij het NK schaatsen, gewoon weer met nieuwe moed aan een nieuwe week beginnen. Met vooral ook leuke trainingsdingen op het programma: net als vorig jaar de zwemvierdaagse en morgen de jaarlijkse oliebollenloop bij RA, misschien zaterdag de nieuwjaarsloop bij Spirit. Best wel veel, maar ik heb dan ook de hele week vrij – lekker.

Tot slot nog een grappig dingetje. Vrijdag reed er een racefietster voor me op een smal fietspad in de Broekpolder die (nog) langzamer ging dan ik. Ze reed nogal in het midden en zelfs een beetje naar links, dus ik wist niet hoe ik haar moest passeren. ‘Pas op’ roepen – geen reactie. ‘Ga je naar rechts?’ roepen, inmiddels van vlak achter haar – geen reactie. Toen zag ik het pas: ze had oordoppen in. Dat had ik niet verwacht, want ze was met iemand samen. Okee, harder: ‘Oehoe!’ Nóg geen reactie. Daarna heb ik op mijn allerhardst ‘HEEEEEE’ gebruld, en dát hoorde ze. De adrenaline en krachtsinspanning die dat kostte, gaven een grappige hartslagpiek in de verder zo rustige duurtraining:

Piekje in hartslaggrafiek

Door |2015-12-28T11:51:02+01:0028 december 2015|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Dubbele overgang

De periode tussen een belangrijke wedstrijd en een nieuwe trainingsperiode heet in de trainingsleer wel een overgangsperiode. Daar zit ik nu in. Het betekent dat uitrusten met hoofd en lichaam prioriteit nummer 1 is, en dat er dus op gebied van sporten niets moet maar dat wel alles mag, zolang het die eerste prioriteit maar niet in de weg staat. Andere sporten bijvoorbeeld, of eens wat overslaan, of meer voor de gezelligheid, of prioriteit geven aan andere dingen. Het mag ongestructureerd.

Nou, lekker hoor! De eerste week na de marathon heb ik alleen maar door Istanbul gewandeld. Eenmaal thuis pikte ik de draad weer op, maar die eerste week nog niet zo enthousiast. De combinatie van nat en grauw novemberweer, een pittige werkweek, een paar keer slecht slapen en de post-Parijse-aanslagen-stemming viel me rauw op het dak. Ik heb wel wat gezwommen, gefietst en gebodybalancet, op een zacht pitje. Na het wandelen naar Nijmegen klaarde ik weer wat op.

Vorige week was dus al lekkerder, al merkte ik wel dat de druk echt even van de ketel is: voor het eerst in ik-weet-niet-meer-hoe-lang heb ik woensdagavond toen iets te veel gedronken. ’s Nachts last van gehad en zelfs de volgende ochtend even. Nouja, ook dat mag best wel eens een enkele keer. En het was gezellig, zal ik maar zeggen. Op dinsdagavond gaf ik nog prioriteit aan iets anders, namelijk een bijeenkomst van mijn vakbond, maar donderdag ben ik weer wezen lopen bij de club. Nouja, ik ben wezen lopend-ouwehoeren-bij-de-club. Bovendien was het een extreme stadsfietsweek, ik had nogal het heen-en-weer en kwam uit op meer dan 6 uur fietsen!

Zondag zou ik gaan zwemmen, maar ik twijfelde een beetje, want ik was iets moe en zou het zwembad weer zo druk zijn als de vorige keer op zondag? Maar ik had wel beweeg-zin. Halverwege realiseerde ik me echter dat ik mijn portemonnee vergeten was. Soms beslist de voorzienigheid: rustdag.

En  misschien was dat een kantelpunt, want ik heb nu drie dagen op rij weer echt lekker gesport en sinds maandag heb ik steeds zin om er weer tegenaan te gaan: maandag bij bodybalance, gister bij het lopen, vandaag bij het zwemmen. Ik was gister verrast hoe hoog mijn hartslag opliep bij het lopen, kennelijk ben ik inmiddels ook echt goed uitgerust.

Nouja, aangenaam rommelig, zo gaat dat dus, zo’n overgangsperiode. Wat een hilarische term is voor een vrouw van mijn leeftijd. Ik vertelde donderdag aan trainer Aad dat ik het rustig aan zou doen met lopen. ‘Ah,’ zei hij, ‘Je zit in de overgang’. Hij grijnsde erbij, en manlief zei er meteen achteraan: ‘Ja, dat weten we nou wel!’

Door |2015-12-09T18:12:24+01:009 december 2015|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties
Ga naar de bovenkant