Loop

De twee winterprojecten

Net als de vorige winters ben ik bezig met ‘loods Louise goed de winter door’ en doe ik daarvoor twee projecten:

  • Het ene is hetzelfde als de voorgaande jaren, mijn corona-ontdekking: project daglicht. Dat wil zeggen: ik ga in de tijd dat het wintertijd is elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal minstens zeven uur per week. Dit is jaargang 4. De derde week daarvan loopt nu bijna af en tot nu toe heb ik het probleemloos gehaald zonder iets extra’s te moeten doen. Ik kwam vanzelf veel buiten overdag, onder andere doordat ik net vijf dagen naar Terschelling geweest ben. We hebben daar veel gewandeld en op zondag, toen het prachtig weer was, een lange duurloop gedaan:

 

  • Het andere lijkt op dat van vorig jaar en is net even anders: ik zwem nog steeds elke week buiten, maar dit jaar zonder wetsuit. Nouja, zwemmen, het is dippen: even erin is genoeg. Ik vond het vorig jaar een enorm avontuur om door te zwemmen, maar ik vond het maar gedoe met dat wetsuit dat aan moet en later moet drogen voor maar een paar minuten zwemmen. Ook anders aan dit jaar is dat manlief meedoet. Het is opnieuw een avontuur. In de Schie bij ons achter moet ik elke keer over een fikse drempel om mezelf het water in te krijgen; eenmaal erin is alles prima en valt me op dat opnieuw mijn handen de beperkende factor zijn: die krijgen het het koudst. Afgelopen maandag in de schaatsbaan van Terschelling ging het eigenlijk makkelijker dan thuis. Manlief had zelfs tijd om foto’s te nemen vanuit het water:

 

Ondanks al die regen van de laatste tijd gaat het best goed. Als ik maar zulke leuke dingen kan doen, is de koude, grauwe en donkere tijd van het jaar goed te doen!

 

 

 

Door |2023-11-17T17:15:18+01:0017 november 2023|Loop, Waarom, Zwem|0 Reacties

Nieuwe plannen

Tussen de tijdrit en het seizoenstoetje in Zierikzee had ik op trainingsgebied gefreewheeld: het was overgangstijd. Na Zierikzee wilde ik de draad weer oppakken. Ik had plannen gemaakt – en liep er meteen in de eerste week al tegenaan dat ik daar niet goed genoeg over had nagedacht. Ik had twee fouten op elkaar gemaakt:

  • Ik had geen heldere keuze gemaakt. Ik had me, eenmaal terug uit Oostenrijk, met verrassend groot enthousiasme op de andere twee sporten gestort. Ik had veel zin in hardlopen, en had bedacht dat het misschien wel net kan lukken om eind november in duurlooptempo een leuke halve marathon te lopen. Daarnaast is de zwemcursus erg leuk en nuttig, en wil ik daarvoor ook oefenen. Ik heb de andere twee sporten meer gemist dan waar ik me bewust van was! Daarbij wilde ik toch ook mijn fietsen op peil houden, met in het achterhoofd het – nog vage – plan om volgend jaar opnieuw naar de Radweltpokal te gaan. Duurlopen vlot opbouwen is zwaar, de donderdagavond-zwemtraining is soms zwaar, en pittig fietsen is ook zwaar, of anders de krachttraining ervoor wel: ik had forse spierpijn van de eerste keer squats en lunges weer. Dat zouden dus drie zware trainingen per week zijn. Dat is te veel.
  • Ik was min-of-meer ‘vergeten’ dat ik minder belastbaar ben dan normaal, zeker in de slechte vlagen met mijn darmen. Ik was dat niet echt vergeten, maar het was een paar weken relatief goed gegaan en met freewheelen loop ik er ook niet zo tegenaan dat ik soms moe en futloos ben en/of slechter herstel dan ik gewend ben. Dat is echter wel nog steeds de realiteit.

Dus wat er gebeurde is dat ik een paar dagen lekker had getraind en toen op vrijdag ineens helemaal geparkeerd stond. Mijn eerste trainingsweek was al meteen te zwaar en er begon een slechte darmenvlaag, de slechtste sinds augustus op vakantie. Het voelde ook een beetje zoals in Oostenrijk: de ene dag gaat alles nog, de volgende dag wil er niks meer. Zwaar frustrerend, maar ook leerzaam natuurlijk.

Ik heb nu op twee fronten weer perspectief:

  • Fietsen wordt de sluitpost en gaat echt even de onderhoudsstand in. In december zie ik dan wel weer verder. Ik bedacht dat allemaal al nadat ik die vrijdag op de fiets had geconstateerd dat intervallen fietsen op FTP er niet in zat. Ik toerde toen verder en had het eigenlijk meteen al op een rijtje. Met het weer van de afgelopen dagen is minder fietsen ook niet zo erg, moet ik zeggen – het seizoen speelt zeker ook een rol. Ik kan me erbij neerleggen dus, ook bij het onvermijdelijke teruglopen van m’n fietsspecifieke conditie.
  • Voorlopig moet ik me blijven aanpassen aan hoe het met mijn darmen gaat. Maar: het gaat nog even duren, maar er gloort voorzichtig weer wat hoop. Ik ben er heel vasthoudend voor moeten zijn, veel voor moeten doen, heel wat stress om gehad en ik ben geconfronteerd geweest met de ernst van het zorginfarct (wachtlijst darmspecialist: 12-15 maanden, en er is zelfs wachttijd voor wachtlijstbemiddeling), maar ik heb afgelopen week voor elkaar weten te krijgen dat ik andere medicijnen krijg tegen de parasiet. Hopelijk gaan die hun werk doen en is dat ook echt de oorzaak van de narigheid (dat is niet zeker). Duimen jullie mee?

In het wikken en wegen van mijn trainingsaanpak realiseerde ik me dat het bij een chronisch gezondheidsproblemen dat op en neer gaat (en dat gaan ze meestal) niet veel zin heeft om mesocycli te plannen, dus het idee van ‘drie weken op, 1 week af’. Soms dwingt de beperkte energie tot meer rust in die drie weken, en stel dat de week af net in een goede periode valt, dan blijft er helemaal weinig tijd over om iets op te bouwen. Dat is weer een bevestiging van wat ik vaker ben tegengekomen: de traditionele trainingsleer gaat uit van gezonde mensen. Als je dat niet bent, is trainen veel minder te plannen. Ik zal het voorlopig nog veel meer moeten nemen zoals het komt. Ik ben daar al veel beter in geworden sinds de zomer, maar ik leer nog steeds bij!

 

Door |2023-10-15T17:37:03+02:0015 oktober 2023|Fiets, Loop, Trainer, Zwem|0 Reacties

Drie boekentips

Ik heb de laatste weken drie boeken gelezen die ik de moeite waard vond, maar ook weer niet van dien aard dat ze elk een aparte blogpost verdienen. Dus hier een verzamel-blogpost met drie boekentips.

1. Marathon van Theo Engelen.

Ik had een ander boek van Engelen gelezen en dat vond ik wel goed. Ik zag toen dit, en dat wilde ik wel lezen, zeker afgelopen weekend, rond manliefs deelname aan de Kustmarathon. Ook dit was wel goed. Leest lekker weg en het is spannend in de zin van dat ik graag wilde weten hoe het verder ging en afliep. Geen literair hoogstandje; de structuur is simpel: man loopt marathon, hoofdstukken per groepje kilometers, in elk hoofdstuk staan flashbacks en op de finish is de puzzel van zijn verleden compleet. Dat verleden is heftig en de marathon zwaar, dus dat gaat samen op. Het loopt mijns inziens net iets te goed af. Maar meeslepend is het wel, en de hoofdpersoon zou zó iemand uit mijn kennissenkring kunnen zijn, of iemand die ik coach: duursporter van middelbare leeftijd, eerste marathon, hardlopen hielp hem door een moeilijke tijd heen. Gewoon een lekker leesboek.

2. Master of Change, van Brad Stulberg.

Stulberg volg ik al jaren en zijn nieuwe boek is dus een ‘moetje’, overigens eentje waar ik naar uitkijk – ik had het al ge-pre-ordered, wat nog wat voordeeltjes opleverde. Mijn verwachtingen waren dus torenhoog. Ik vond de eerste helft erg goed. Stulberg introduceert daar het concept ‘rugged flexibility’ als levenswijze voor het omgaan met de alomtegenwoordige en onvermijdelijke verandering (waaronder hij overigens ook ouder worden schaart).  Belangrijk daarbij is dat je verandering en de onzekerheid die daarmee gepaard gaat ziet als iets wat erbij hoort, in plaats van iets om je tegen te verzetten of te ontkennen (‘change is not the exception, change is the rule’). Je wordt ook nooit meer echt helemaal ‘de oude’, er vindt re-ordering plaats. En ook dat is okee.

In de tweede helft werkt hij de houding uit in concrete acties en dat vind ik wat rommelig. Ik weet van Stulberg dat hij een achtergrond bij McKinsey heeft, en dan denk ik: heb je daar niet iets strakker leren structureren? Maar ik besef dat daar die torenhoge verwachtingen een rol spelen. Ook zegt een stemmetje: misschien moet Stulberg ervoor oppassen niet met te veel haast steeds een nieuw boek de markt in te slingeren?

Aan zijn vorige boek hield ik een paar concrete voornemens over die me hebben geholpen, dat is nu niet het geval. Maar interessant is het wel. En goed geschreven en onderbouwd verder ook.

3. Met de jaren van Arjan Videler en Rosalien Wilting

Voor dit boek werd ik getipt door Miriam, die contact met mij opnam naar aanleiding van mijn eigen boek – ze dacht dat het wel in mijn straatje zou passen. En inderdaad! Het boek betoogt dat therapie op oudere leeftijd zinvol is. Dat klinkt een beetje droog, maar dat is het boek juist niet, want er zitten uitgebreide voorbeelden in. Die las ik ademloos: wat een indrukwekkende levensverhalen, en wat maken sommige mensen toch een boel ellende mee. Het is ook echt niet zomaar even ‘eind goed, al goed’ met wat therapie of andere behandelingen, maar het kan wel veel schelen. Voor de oudere zelf, maar ook voor diens omgeving: partner, kinderen, vrienden, maar ook bijvoorbeeld verzorgenden.

Over het behandelen van psychische problemen van ouderen wordt vaak gedacht dat het zinloos is: dat heeft toch weinig nut meer en na zo lang zijn hun problemen toch niet meer op te lossen. Met zo’n negatieve manier van denken over ouderen zie je over het hoofd dat zij juist dankzij hun wijsheid en levenservaring misschien verder kunnen komen dan jongeren. En over dat nut: mentale gezondheid bevorderen is ook goed als zodanig. De auteurs leveren zo (overigens met niet heel veel woorden) ook kritiek op doorgeslagen rendementsdenken. Ik las het met instemming.

Het boek is vooral gericht op mensen die met ouderen werken en anderen in de geestelijke gezondheidszorg, maar ik vond het zeer toegankelijk. Hooguit is het denken in diagnoses voor mij altijd even vervreemdend, maar dat speelde geen grote rol. De (oudere) mens staat centraal. Gelukkig maar!

 

 

 

Door |2023-10-11T16:20:23+02:0011 oktober 2023|Boeken, Loop|0 Reacties

Over een halfvol of halfleeg glas

We zijn nu een maand terug uit Oostenrijk. Dat was een tijd met ups en downs.

Mijn darmproblemen duren voort, vier maanden inmiddels, met steeds een paar dagen op (alles normaal) en een paar dagen af, waarin mijn darmen onrustig zijn en ik me in meer of mindere mate brak en futloos voel. Ik ben een medische ronde verder maar dat heeft vooralsnog niks opgeleverd (conclusie in het kort: ‘afwachten’). Heel misschien verbetert het iets, maar dat is nog moeilijk te zeggen. Het is taai.

Daar kwam bij dat ik opnieuw last heb van mijn mond, iets wat lijkt op de spruw die ik na de eerdere antibioticakuur ook had (zie hier). En ik werd ook nog verkouden – niet erg en niks bijzonders voor mij, maar ik had er onder andere een nacht tussen met én hoesten én pruttelende darmen. Ik was dan ook de afgelopen weken vaak behoorlijk moe. En dat in de tijd van het jaar dat ik eigenlijk op m’n best zou moeten zijn.

Maar het gaat zeker niet alleen maar slecht. Ik heb van de zomer geleerd dat ik het over de hele linie wat kalmer aan moet doen dan gebruikelijk en dat lukt aardig, zo goed zelfs dat ik me af en toe bijna verveel. Ik heb het met sporten ook rustig aan gedaan, deels uit die snotterigheid enzo, maar ook wel omdat het een goede tijd was voor een overgangsperiode ná afgelopen seizoen.

Ik kan bovendien concluderen dat ik er eigenlijk helemaal niet zo slecht voor sta:

  • Ik ben weer begonnen met een cursus bij TriExperience, in de groep ‘Techniek & conditie’. Dat is leuk en het zwemmen gaat goed.
  • Ik ben het hardlopen weer wat aan het uitbouwen en ik heb ook nog wel lekker gefietst (voorbeeld 1, voorbeeld 2, voorbeeld 3) en gewandeld (voorbeeld).
  • Ook al leverde het fietsgerichte trainen van dit seizoen me niet op wat ik had gehoopt, ik merk wel dat ik makkelijk fiets. Ik trap nu ongeveer hetzelfde vermogen als vorig jaar om deze tijd (FTP van rond de 225 Watt), maar toen moest m’n overgangsperiode nog komen (wel liep ik toen veel harder, maar dat terzijde).
  • Ik ben nog steeds fit zoals ik dat vorig jaar ‘definieerde’: ik kan nog steeds 100 km fietsen, 10 hardlopen, 2 zwemmen of 20 wandelen. Dat toen zo voor mezelf geëxpliciteerd hebben helpt me nu. Want op de slechtste dagen voelt het alsof ik ‘instort’, maar dat is dus helemaal niet zo.

Dus: ik sport nog steeds lekker verder. Komende zaterdag doe ik zelfs nog een triathlon als ‘nakomertje’ van het seizoen.

Toch klopt er iets niet, en dat is dus vrij subtiel. Het is enerzijds de grilligheid: de goede en slechte dagen waardoor ik van tevoren niet weet wat er kan en hoe dat zal gaan. Dat lijkt overigens op wat ik ervoer tijdens de overgang, de bijbehorende frustratie ook.

Anderzijds mis ik al maandenlang net dat vleugje extra van me echt helemaal fit voelen. Terwijl het voelt alsof dat heel dichtbij is. Dat is deel van de frustratie: dat ik er zo dichtbij lijk, maar het wil maar niet. Dat is echt een geval van het glas dat halfvol (ik ben er dichtbij) of halfleeg (het is er steeds maar niet) is.

Hoe ik het ervaar, dus halfvol of halfleeg, hangt af van mijn humeur, en dat schommelt heen en weer met de fysieke problemen. Er zit voorlopig niets anders op dan het te nemen zoals het komt.

Hoe lang dat ‘voorlopig’ duurt, weet ik niet – en dat is misschien nog wel het allervervelendste. Kan ik doelen stellen voor de winter of voor volgend jaar, of ga ik dan tegen dezelfde frustratie aanlopen als de afgelopen maanden? Voorlopig train ik maar een beetje allround door, zonder specifieke doelen.

Op de halflege dagen heb ik het soms knap lastig met die onzekerheid. Op de halfvolle dagen blijf ik beter in het hier-en-nu, en dat is, zeker bij mooi weer, vaak gelukkig best wel fijn.

 

Door |2023-09-25T12:09:18+02:0026 september 2023|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|0 Reacties

Terugblik Oostenrijk (1): mijn verhaal

Ik schreef vorige week in mijn korte berichtje dat ik nog uitgebreider terug zou blikken op de Radweltpokal in het algemeen en mijn eigen tijdrit in het bijzonder. Ik ga dat in twee delen doen: mijn eigen verhaal apart van meer in het algemeen over het evenement. Hier mijn eigen verhaal, het algemene komt later.

Wat ik over mijn tijdrit nog kwijt wil, zijn een boel foto’s, manliefs werk, waarop mijn start en aankomst bijna als een filmpje te zien zijn. Hier is mijn start:

En de finish, eerst naderend en in het derde rijtje ga ik er daadwerkelijk over:

Kort daarna lustte een vlinder wel wat van mijn restjes sportdrank:

Verder wil ik nog kwijt dat ik met terugwerkende kracht eigenlijk tevredener ben geworden. Ik wist vorige week niet zo goed wat ik ervan moest denken: enerzijds was ik blij omdat ik harder had gereden dan ooit tevoren en ook harder dan ik gedacht had te kunnen (ik zou met 35 gemiddeld al in m’n nopjes geweest zijn), anderzijds wist ik dat dat nogal door het snelle parcours kwam, omdat ik zelf eigenlijk ondermaats had gepresteerd in termen van vermogen. Ik had gedacht en gehoopt 235 Watt te kunnen rijden, daarin had ik de hoogte al verdisconteerd – het werden er 225, vier procent minder. En 225 Watt, dat reed ik in april ook al. Dat stelde me toch echt teleur.

Ik had zelfs gehoopt op nog wat hoger, wat het effect kan zijn van een goede taper. Dat was wel al tegen beter weten in, want in de slechte vlagen van de darminfectie zit wel enige voorspelbaarheid en zo wist ik al dat de kans groot was dat ik weer net in een slechte vlaag zou zitten. De eerste twee keer fietsen in Oostenrijk voelde ik me goed en vloog ik bij mijn parcoursverkenningen. Maar op zaterdag wilde er ineens niks meer. Toen wist ik: redden wat er nog te redden valt door zo veel mogelijk te rusten.

Met de darmen zelf viel het op die maandag nog wel mee, maar de dagen erna, of vooral de nachten eigenlijk, waren best beroerd, met onrust die me uit mijn slaap hield of veel te vroeg wakker maakte. Dat had ik zo nog niet eerder gehad. Het was ook een lange vlaag, wat me wat bezorgd maakte voor de komende tijd en of het echt wel beter aan het worden is. Gelukkig had ik er overdag weinig last van, maar het drukte de vakantiepret soms best wel. De nachten waren ook nog eens heet – we maakten een heuse Oostenrijkse hittegolf mee. Uitslapen was er niet bij, want de kerkklok van Erpfendorf meldde zich elke ochtend stipt om 7 uur. Inmiddels is dit mijn ringtone en wekkergeluid:

 

Dat ik met zieke darmen maar vier procent minder presteer dan ik had gehoopt, dat is dan best wel goed. En dat ik daarmee harder rijd dan ooit tevoren, dat is helemaal mooi. Wat ik vorige week al schreef: ik ben benieuwd wat ik op dat parcours zou kunnen als ik wél fit ben en goed heb kunnen trainen.

Het blijft wel gek: als je me vorig jaar had verteld dat ik boven de 36 gemiddeld zou rijden, had ik gedacht: wauw! Maar als je me had verteld dat ik dat deed met 225 Watt NP, had ik gedacht: nou, dat valt dan ook tegen. Nou rijd ik liever hard met een laag gemiddelde dan omgekeerd, want uiteindelijk gaat het om de tijd.

En wat ik al schreef: alles wat ik zelf onder controle had, heb ik goed gedaan. Nouja, ik had eerder gedacht nog wat meer puntjes op de i te zetten voor wat betreft mijn fiets en aerodynamica, maar dat kon ik de afgelopen tijd niet goed opbrengen. Die tijdrit was net niet belangrijk genoeg. Maar het was me bijvoorbeeld volgens mij wel dankzij zeer grondig rekken gelukt om de al te grote bekkenproblemen van net voor de wedstrijd te beteugelen. Ik had in elk geval geen last meer van m’n hamstring tijdens het fietsen. Deze foto’s maakte manlief nog, van de vertrouwde, fijne extended child’s pose en van een nieuwe rek-oefening die ik eindelijk onder de knie heb, uit Adriene’s total body deep stretch:

Ik rek hier in het halletje van het appartement; yogamatje was mee. Die onderste oefening, dat is een balanceer-act en bovendien schoten eerst m’n hamstrings ervan in de kramp. Maar een paar keer herhalen, en kijk, vorderingen!

Na de tijdrit hebben we nog drie prachtige en soms behoorlijk pittige wandelingen gemaakt in de bergen om Erpfendorf heen.

 

Met weer een vlinder:

De terugreis hebben we onderbroken om in Mainz/Wiesbaden een Parkrun te lopen, erg leuk.

Alles bij elkaar was het een fijne vakantie, die door het grote verschil tussen Radweltpokal en wandelen uit twee delen leek te bestaan en daardoor ook langer leek dan hij was. Ik heb genoten van de zon, het landschap en het op reis zijn. Ik kom wel met een beetje bezwaard gemoed terug. Ik wacht het nog even af, en anders is het wellicht toch goed qua darmen om medisch op te schalen.

(Wie nog meer van onze vakantie wil zien (foto’s, kaart), lezen én horen (alpenhoorn!): zie onze Polarsteps.)

 

 

 

Door |2023-08-30T12:00:10+02:0028 augustus 2023|Fiets, Loop|0 Reacties

Hoe ouder worden als sporter niet moet

coverEr zijn soms van die boeken die ik wel móet lezen. Toen ik op het Triathlonforum las over De weg van de meeste weerstand van Lionel Shriver (die van We need to talk about Kevin) dacht ik dat meteen. Het gaat namelijk over ouder wordende duursporters en over de vraag hoe ver je kan, moet of wil gaan voor sport. Ik heb het onlangs ademloos uitgelezen, maar een echte aanrader vind ik het toch niet.

Het boek gaat over een echtpaar van in de zestig. Zij heeft altijd veel gesport, waaronder hardlopen, om fit te blijven, niet voor wedstrijden – ze is het liefst alleen. Haar knieën zijn echter versleten (het staat er niet zo letterlijk, maar ik denk: kapotgesport, haar hele leven te veel gedaan), hardlopen kan niet meer en de rest wordt ook steeds moeilijker. Net dan begint haar echtgenoot met sporten, met hoge ambities: hij traint eerst voor een marathon en daarna voor een hele triathlon. Dat roept natuurlijk spanningen op in het huwelijk, zeker omdat hij zich bij een fanatieke groep aansluit en zich ook nog eens intensief laat begeleiden door de trainer, een jonge, mooie vrouw. De echtgenoten hebben bovendien ook nog wat oud zeer te verwerken voor wat betreft hun kinderen.

Het verhaal werkt toe naar zijn grote triathlon. Dat is spannend, zeker als er van alles mis gaat met hem wat haar vermoeden (vermengd met jaloezie) dat hij veel te ver gaat bevestigt. De vragen die het boek oproept heb ik ook: over de de zin van sport, het risico op mateloosheid ervan, de rol van de commercie erin, de drang om bij een groep te willen horen, zoals de massa van een marathon of grote triathlon (het heet niet Ironman in het boek, maar het is net zoiets, inclusief mensen die het logo laten tatoeëren enzo). Ik kon daarom bijna niet stoppen met lezen.

En toch vond ik het boek onbevredigend. Dat zat hem er vooral in dat ik de hoofdpersonen niet zo sympathiek vond en ook niet goed begreep. Ondanks dat haar zieleroerselen breed worden uitgesponnen snapte ik haar niet en vond ik haar stomme dingen doen. Hij is al helemaal stom bezig, en bij elkaar wordt zo de sport- en triathlonwereld nogal negatief neergezet dus ook. De zingevingsvragen worden wel opgeroepen, maar niet of alleen negatief beantwoord: sporten is vooral een krampachtige poging om fit te blijven, hip te zijn en ergens bij te horen. Het einde onderstreept dat nog eens, op clichématige wijze. Daarmee is het ook bepaald geen positief beeld van de ouder wordende duursporter.

Het stomme van de hoofdpersonen en ook de soms mij veel te uitvoerige beschrijving van haar inwendige wereld en hun conversaties zaten hem misschien een beetje in de vertaling. Ik las het boek in het Nederlands en heb wel vaker meegemaakt dat het origineel beter te pruimen is – alsof ik de gekke neiginkjes van de Amerikaanse cultuur beter kan hebben in hun eigen taal. Want Amerikaans is het zeker, al is de thematiek net zo relevant voor hier. Actueel ook, en dat moet ik Shriver zeker nageven: ze heeft een goed oog voor de tijdgeest. Het gaat en passant bijvoorbeeld ook nog over het klimaat, woke en cancelen.

Het zet bovendien dus een heel groot vraagteken bij de fit-hype. Dat is welkom, maar het vraagteken is me wel wat te groot. Nog steeds vind ik dat ik het ‘moest’ lezen en dat heb ik dus toch met plezier gedaan. Maar de nasmaak is niet zo prettig.

 

Door |2023-08-15T16:00:34+02:0014 augustus 2023|Boeken, Extra, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Aankoop-avonturen

Ik schrijf hier niet zo heel vaak over spullen, maar nu maar weer een keer wel en – voor alle duidelijkheid – ik doe dat geheel onafhankelijk. Ik heb de laatste tijd namelijk een paar avonturen (nouja…) beleefd bij de aankoop van nieuwe dingen. Ik had nogal wat nodig, en dat ging niet allemaal zonder slag of stoot.

Het begon ermee dat ik een opvolger zocht voor de Tri-Slide die op was. Dat is spul om makkelijker uit een wetsuit te komen en schuren daarvan te voorkomen, zonder het neopreen te beschadigen en zonder dat je handen er ook vet van worden. Ik heb twee van die spuitbussen versleten, maar ik kon het nu niet meer vinden. Dan maar op zoek naar een alternatief. Bij Bol zocht ik op ‘body glide’, zo dacht ik dat het heette, maar dan krijg je, uhm, heel andere dingen in de resultaten, namelijk uit de categorie ‘erotiek’. ‘Anti-chafe balm‘ deed het – je moet het maar net weten – en zo bestelde ik  een stick. Die werd een paar dagen later bezorgd… zonder dop erop. De envelop was aan de binnenkant al vettig en bovendien is het onhandig meenemen zo natuurlijk. Dus retour. Die retourzending raakte kwijt, ofzoiets, in elk geval: ik kreeg m’n geld niet terug. Gelukkig had ik het verzendbewijs nog. Na wat ge-heen-en-weer met Bol en het verzendende bedrijf kwam het gelukkig goed, en meer dan dat: ik kreeg mijn geld terug en vanwege het ongemak gratis een stick opnieuw. Dit keer wel met dop:

Daarna bestelde ik bij Triathlonaccessoires een nieuwe triathlon-fietsbroek. Dat is eigenlijk de onderkant van een tweedelig triathlonpakje. Zo’n pakje heb ik al jaren (onlangs hier nog te zien). Ik vind het broekje met de dunne zeem fijn op de triathlonfiets, fijner dan een gewone fietsbroek, die in de aerohouding een beetje prop wordt. Het broekje gebruikte ik dus vaak en het was aan het verslijten. Gelukkig vond ik hetzelfde merk in een goede maat. Bestellen ging echter ook niet zonder slag of stoot, want in plaats van twee tot vijf werkdagen levertijd duurde het er acht, met dus ook wat mailen heen en weer. Maar het is er en ik ben er blij mee. Het is zelfs mooier dan het oude broekje, meer een gewone fietsbroek: egaal zwart met wat langere pijpen.

Die broek is natuurlijk fijn met het oog op de naderende tijdrit, en daarvoor had ik ook nog iets anders nodig: nieuwe buitenbanden. Als ik het me goed herinner, zitten op mijn triathlonfiets nog steeds de oorspronkelijke banden, Vittoria Rubino’s, van eind 2014. Sinds ik op Strava zit, halverwege 2018, gaat dat om bijna 6500 kilometer; in totaal misschien dus wel om 10.000. Ze zijn nog niet eens op, maar voor de tijdrit wilde ik toch nieuwe. Het was een aardige zoektocht naar wat de beste banden voor mij zouden zijn: snel, ja, maar ook stabiel in de bochten en niet te snel lek, graag. Uiteindelijk kwam ik, mede dankzij een topic op het forum van Fiets met daarin een verwijzing naar een tabel met testresultaten, tot de conclusie dat het in het hogere prijssegment allemaal niet zo veel uitmaakt. Dus in de buidel tasten – het werden uiteindelijk Michelins. Als die ook weer 10.000 kilometer meegaan, kosten ze 1,1 cent per kilometer.

M’n buik enigszins vol van online aankopen ben ik vorige week naar mijn favoriete fysieke winkel gegaan om nieuwe loopschoenen te kopen: Run2Day. Ik loop al jaren het lekkerste op de Nike Free schoenen die ik daar ook ooit heb gekocht: licht, halve drop, weinig demping, soepel rond mijn voeten. Ze hebben echter als nadeel dat ik er wat moeizaam in kom. Voor alleen hardlopen is dat geen probleem, maar voor het wisselen in de triathlon is het onhandig. Gelukkig was er nog net een overjarig paar van een vergelijkbaar type met een soepeler instap in mijn maat. Ze lopen heerlijk, de bovenkant is net een pantoffel. Vanwege dat overjarige kreeg ik ook nog eens een mooie korting.

Ondertussen was ik ook nog bezig met het kopen van een nieuwe telefoon – de oude was na drie jaar (al!) het loodje aan het leggen. Dat heeft minder met het sporten te maken, behalve dan dat ik er eentje wil die tegen vocht en schokken kan, dus die ik goed mee kan nemen op de fiets. Bovendien wil ik er niet al te veel geld aan kwijt zijn. Ik hoef niks superhips en statusvols en mijn geld  besteed ik liever aan leuke dingen doen (en aan sportspullen dus, op het moment). Het is gelukt, alles doet het en ik ben er blij mee, maar het oriënteren, kopen, installeren en ‘dresseren’ heeft me ruim twee werkdagen gekost en hier en daar wat ergernis. Zoiets doe ik dus het liefst in de zomerperiode, als het qua werk rustig is. Wat een gedoe.

Enigszins koopmoe moest ik wat moed verzamelen en toen volgde als slot nog de minst avontuurlijke aankoop: sportvoeding bij Duursport.nl, succes gegarandeerd. Dat doe ik namelijk al jaren, het gaat altijd goed, en ik bestelde niks nieuws: hun huismerk energierepen, de gels die me sinds vorig jaar goed bevallen voor tijdens wedstrijden (alleen dan te gebruiken, want ze zijn peperduur), en eiwitrepen waar je een freaky hero van wordt:

Had ik hier al eens geschreven dat ik dol ben op die eiwitrepen, vooral de triple chocolate? Ze zijn ook prijzig, maar ik eet ze echt als traktatie. Ik heb nauwelijks speciale herstelproducten nodig (in m’n gewone eten zit genoeg eiwit), maar ze zijn handig en zooooo lekker. ‘Goed voor mijn herstel’ is vooral een excuus om lekker te snoepen na het sporten 😉

 

Door |2023-08-08T14:52:06+02:009 augustus 2023|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

60+’ers zijn goede wandelaars

Een tijdje geleden kreeg ik van een vriend (dank, Arno!) een interessante Tweet doorgestuurd. Strekking: van vijf leeftijdscategorieën lukte het in de oudste (60+) het beste om een Kennedymars uit te lopen. Dat is een mooie statistiek, en interessant natuurlijk. In de reacties worden verschillende verklaringen gegeven voor het succes op hoge leeftijd, ik vat ze in vijf categorieën samen, die, volgens mij, allemaal zouden kunnen kloppen, op basis van wat ik weet over ouder wordende duursporters:

  • Ouderen hebben meer tijd om te trainen.
  • Ouderen hebben meer routine/ervaring; ze wandelen/bewegen hun hele leven al.
  • Duurvermogen (lang en rustig bewegen) gaat tot op hoge leeftijd nauwelijks achteruit, in elk geval pas later en minder hard dan het intensieve werk, zoals snelheid en kracht.
  • Ouderen hebben goede mentale vaardigheden: ze maken een betere inschatting van hun eigen kunnen in verhouding tot de zwaarte van de mars, ze nemen het serieuzer, ze hebben meer doorzettingsvermogen.
  • Zelfselectie speelt mogelijk een rol – alleen de besten doen het, en dat zie je niet in zo’n statistiekje (het gaat mogelijk niet om een hoog absoluut aantal).

Nou, dat zijn toch een boel positieve dingen! Wandelen is, vind ik, een onderschatte sport. Doe het ze maar eens na, die 60+’ers – 80 kilometer wandelen is bepaald geen peuleschil!

 

Door |2023-08-08T15:08:49+02:002 augustus 2023|Extra, Loop|0 Reacties

Verbetering

Ik ben sinds vorige week een stuk opgeknapt. Zo gaat het wel vaker: bodem van de put bereikt, beelden en verwachtingen loslaten – en weer vooruit kunnen. Ik heb deze week lekker kunnen trainen, waarbij ik voor mijn gevoel alleen wat moeier word dan normaal, zeker in de opeenvolging van dagen. Maandag was mijn vermogen op de fiets tot mijn verrassing weer normaal, in de zin van: hetzelfde als eind mei, net voordat ik ziek werd. Dat was een meevaller. Het lijkt erop dat ik wel iets slechter herstel dan normaal, door de darminfectie. Die zich al een tijdje redelijk kost houdt. De laatste slechte vlaag (het gaat steeds met ongeveer zeven dagen goed en daarna een paar dagen slecht), halverwege afgelopen week, was veel minder erg dan hiervoor en duurde ook maar twee dagen. Hopelijk betekent dat dat het echt aan het overgaan is.

Ik hoefde amper te werken, afgelopen week, dat was lekker. Daardoor kon ik een boel leuke dingen doen: woensdag van mijn broer in Vlissingen naar huis gefietst met een straf windje mee, donderdag Wout Poels de Profronde Westland zien winnen….

gister het tweede deel van van het Voetstappenpad rond Hilversum gelopen, en vanochtend vrijwilliger geweest bij de Parkrun, waarbij vriendin Marianne in het voorbijgaan deze foto’s van me maakte terwijl ik aan het tijdregistreren was:

 

Nog één klein dingetje over het gekwakkel: natúúrlijk heb ik weer gehoord dat het aan ‘de leeftijd’ zou liggen dat het niet meer zo lekker gaat. Zoals ik in mijn boek beweer, is dat de allerlaatste verklaring die je moet aannemen. In dit geval speelt mijn leeftijd hooguit een rol in misschien wat trager herstellen dan vroeger, maar verder is het toch echt allemaal pech. Sterker nog, eigenlijk word ik qua kwaaltjes jonger: gekneusde ribben kunnen je op elke leeftijd overkomen, darminfecties is meer iets voor kinderen/jongeren (vandaar eigenlijk ook dat het onduidelijk is wat ik heb, de parasiet die werd aangetroffen komt zo veel voor dat het onwaarschijnlijk is dat ik er op mijn leeftijd ineens last van krijg; de artsen die ik erover gesproken heb vermoeden iets resistents of exotisch), en de spruw die ik laatst had, bij mij als gevolg van de antibiotica, dat is vooral een babykwaaltje!

(Hamster Robbie mis ik nog wel. Ik wil pas een nieuwe hamster als ik echt helemaal beter ben. Hopelijk duurt dat niet te lang.)

 

 

Door |2023-07-29T15:11:36+02:0029 juli 2023|Fiets, Loop, Uncategorized|0 Reacties

Terug uit Berlijn

Ik ben sinds donderdagavond terug van een week Berlijn. De aanleiding was niet iets sportiefs, maar een concert, en wel van mijn grote helden The Who, afgelopen dinsdag. Dat was geweldig (zie deze recensie of dit stuk met filmpjes en setlist) en de moeite van de reis al waard. We hadden besloten om er een week in de stad aan vast te knopen om die (beter) te leren kennen, en daarvan hebben we ook genoten. Natuurlijk zijn we actief bezig geweest, dus hier een verslag daarvan. Het hele reisverhaal staat op Polarsteps.

De meest uitgesproken sportieve bezigheid was hardlopen. We proberen tegenwoordig altijd als we op reis zijn een Parkrun mee te pakken, en dat lukte in Berlijn prima, in park Hasenheide. Grappig en pittig parcours: eerst grote ronde, dan kleine ronde met een nog kleiner rondje met een fikse klim erin:

Manlief finishte voor mij en maakte deze actiefoto van m’n eindsprint:

We hebben ook een dag gefietst. Berlijn barst van de huur- en deelfietsen, we hebben gekozen voor die van het hotel en die reden prima, op een tik na in Henks trap-as op de terugweg. We zijn via Wannsee naar Potsdam gefietst en terug, 60 relaxte kilometers in totaal, met heel veel villa’s en kastelen. Heen door het bos van Grünewald:

En verder hebben we heel veel gewandeld. We maakte drie langere wandelingen om de stad te bekijken (dwars erdoorheen, terug van de Parkrun en een zwerftochtje vooral langs hofjes), en het bleek een fantastische stad om te voet te verkennen! Met nog wat kortere stukken en de  heen-en-weertjes naar metro- en tramhaltes hebben we ruim meer dan 80 kilometer gewandeld. Beetje moe daarvan wel, ook omdat het soms fiks warm was. Maar het was vooral heerlijk. Berlijn is mooi, groen, historisch interessant, contrastrijk, boel te ontdekken (hofje in, hofje uit), gezellig, relaxed… Ik ben een paar keer in de beide stadshelften geweest toen de Muur er nog stond, en hoe de stad nu is, vind ik uitermate hoopgevend: dingen kunnen echt ten goede veranderen.

We hebben ook nog sport gekeken: in Berlijn vinden de Special Olympic World Games plaats, voor sporters met een verstandelijke beperking. Zondag hebben we gekeken bij het tijdrijden en dinsdag bij atletiek. Het fietsen vond ik wat ongemakkelijk omdat dat een niveau-bepalings-wedstrijd was met alles door elkaar en sommigen die kilometer amper rondkwamen, maar dinsdag vond ik het hardlopen indrukwekkend: het waren de finales van de 200 meter en de snelsten liepen die binnen de 24 seconden!

Alles bij elkaar hadden we een heerlijke week. Nu terug thuis is het even taai want mijn darmen spelen weer stevig op – in Berlijn nauwelijks last van gehad gelukkig en ik dacht dat het over was. Maar dat was te vroeg gejuicht: vooral gister was een slechte dag. Een parasieten-besmetting zou binnen vier weken vanzelf over moeten zijn, daar zit ik bijna aan. Ik wacht het nog heel even af en anders is het terug naar de dokter voor medicijnen. Ik baal ervan maar ben blij dat ik in Berlijn goed ben weggekomen!

 

 

Door |2023-06-24T12:05:04+02:0024 juni 2023|Fiets, Loop|0 Reacties
Ga naar de bovenkant