Loop

60+’ers zijn goede wandelaars

Een tijdje geleden kreeg ik van een vriend (dank, Arno!) een interessante Tweet doorgestuurd. Strekking: van vijf leeftijdscategorieën lukte het in de oudste (60+) het beste om een Kennedymars uit te lopen. Dat is een mooie statistiek, en interessant natuurlijk. In de reacties worden verschillende verklaringen gegeven voor het succes op hoge leeftijd, ik vat ze in vijf categorieën samen, die, volgens mij, allemaal zouden kunnen kloppen, op basis van wat ik weet over ouder wordende duursporters:

  • Ouderen hebben meer tijd om te trainen.
  • Ouderen hebben meer routine/ervaring; ze wandelen/bewegen hun hele leven al.
  • Duurvermogen (lang en rustig bewegen) gaat tot op hoge leeftijd nauwelijks achteruit, in elk geval pas later en minder hard dan het intensieve werk, zoals snelheid en kracht.
  • Ouderen hebben goede mentale vaardigheden: ze maken een betere inschatting van hun eigen kunnen in verhouding tot de zwaarte van de mars, ze nemen het serieuzer, ze hebben meer doorzettingsvermogen.
  • Zelfselectie speelt mogelijk een rol – alleen de besten doen het, en dat zie je niet in zo’n statistiekje (het gaat mogelijk niet om een hoog absoluut aantal).

Nou, dat zijn toch een boel positieve dingen! Wandelen is, vind ik, een onderschatte sport. Doe het ze maar eens na, die 60+’ers – 80 kilometer wandelen is bepaald geen peuleschil!

 

Door |2023-08-08T15:08:49+02:002 augustus 2023|Extra, Loop|0 Reacties

Verbetering

Ik ben sinds vorige week een stuk opgeknapt. Zo gaat het wel vaker: bodem van de put bereikt, beelden en verwachtingen loslaten – en weer vooruit kunnen. Ik heb deze week lekker kunnen trainen, waarbij ik voor mijn gevoel alleen wat moeier word dan normaal, zeker in de opeenvolging van dagen. Maandag was mijn vermogen op de fiets tot mijn verrassing weer normaal, in de zin van: hetzelfde als eind mei, net voordat ik ziek werd. Dat was een meevaller. Het lijkt erop dat ik wel iets slechter herstel dan normaal, door de darminfectie. Die zich al een tijdje redelijk kost houdt. De laatste slechte vlaag (het gaat steeds met ongeveer zeven dagen goed en daarna een paar dagen slecht), halverwege afgelopen week, was veel minder erg dan hiervoor en duurde ook maar twee dagen. Hopelijk betekent dat dat het echt aan het overgaan is.

Ik hoefde amper te werken, afgelopen week, dat was lekker. Daardoor kon ik een boel leuke dingen doen: woensdag van mijn broer in Vlissingen naar huis gefietst met een straf windje mee, donderdag Wout Poels de Profronde Westland zien winnen….

gister het tweede deel van van het Voetstappenpad rond Hilversum gelopen, en vanochtend vrijwilliger geweest bij de Parkrun, waarbij vriendin Marianne in het voorbijgaan deze foto’s van me maakte terwijl ik aan het tijdregistreren was:

 

Nog één klein dingetje over het gekwakkel: natúúrlijk heb ik weer gehoord dat het aan ‘de leeftijd’ zou liggen dat het niet meer zo lekker gaat. Zoals ik in mijn boek beweer, is dat de allerlaatste verklaring die je moet aannemen. In dit geval speelt mijn leeftijd hooguit een rol in misschien wat trager herstellen dan vroeger, maar verder is het toch echt allemaal pech. Sterker nog, eigenlijk word ik qua kwaaltjes jonger: gekneusde ribben kunnen je op elke leeftijd overkomen, darminfecties is meer iets voor kinderen/jongeren (vandaar eigenlijk ook dat het onduidelijk is wat ik heb, de parasiet die werd aangetroffen komt zo veel voor dat het onwaarschijnlijk is dat ik er op mijn leeftijd ineens last van krijg; de artsen die ik erover gesproken heb vermoeden iets resistents of exotisch), en de spruw die ik laatst had, bij mij als gevolg van de antibiotica, dat is vooral een babykwaaltje!

(Hamster Robbie mis ik nog wel. Ik wil pas een nieuwe hamster als ik echt helemaal beter ben. Hopelijk duurt dat niet te lang.)

 

 

Door |2023-07-29T15:11:36+02:0029 juli 2023|Fiets, Loop, Uncategorized|0 Reacties

Terug uit Berlijn

Ik ben sinds donderdagavond terug van een week Berlijn. De aanleiding was niet iets sportiefs, maar een concert, en wel van mijn grote helden The Who, afgelopen dinsdag. Dat was geweldig (zie deze recensie of dit stuk met filmpjes en setlist) en de moeite van de reis al waard. We hadden besloten om er een week in de stad aan vast te knopen om die (beter) te leren kennen, en daarvan hebben we ook genoten. Natuurlijk zijn we actief bezig geweest, dus hier een verslag daarvan. Het hele reisverhaal staat op Polarsteps.

De meest uitgesproken sportieve bezigheid was hardlopen. We proberen tegenwoordig altijd als we op reis zijn een Parkrun mee te pakken, en dat lukte in Berlijn prima, in park Hasenheide. Grappig en pittig parcours: eerst grote ronde, dan kleine ronde met een nog kleiner rondje met een fikse klim erin:

Manlief finishte voor mij en maakte deze actiefoto van m’n eindsprint:

We hebben ook een dag gefietst. Berlijn barst van de huur- en deelfietsen, we hebben gekozen voor die van het hotel en die reden prima, op een tik na in Henks trap-as op de terugweg. We zijn via Wannsee naar Potsdam gefietst en terug, 60 relaxte kilometers in totaal, met heel veel villa’s en kastelen. Heen door het bos van Grünewald:

En verder hebben we heel veel gewandeld. We maakte drie langere wandelingen om de stad te bekijken (dwars erdoorheen, terug van de Parkrun en een zwerftochtje vooral langs hofjes), en het bleek een fantastische stad om te voet te verkennen! Met nog wat kortere stukken en de  heen-en-weertjes naar metro- en tramhaltes hebben we ruim meer dan 80 kilometer gewandeld. Beetje moe daarvan wel, ook omdat het soms fiks warm was. Maar het was vooral heerlijk. Berlijn is mooi, groen, historisch interessant, contrastrijk, boel te ontdekken (hofje in, hofje uit), gezellig, relaxed… Ik ben een paar keer in de beide stadshelften geweest toen de Muur er nog stond, en hoe de stad nu is, vind ik uitermate hoopgevend: dingen kunnen echt ten goede veranderen.

We hebben ook nog sport gekeken: in Berlijn vinden de Special Olympic World Games plaats, voor sporters met een verstandelijke beperking. Zondag hebben we gekeken bij het tijdrijden en dinsdag bij atletiek. Het fietsen vond ik wat ongemakkelijk omdat dat een niveau-bepalings-wedstrijd was met alles door elkaar en sommigen die kilometer amper rondkwamen, maar dinsdag vond ik het hardlopen indrukwekkend: het waren de finales van de 200 meter en de snelsten liepen die binnen de 24 seconden!

Alles bij elkaar hadden we een heerlijke week. Nu terug thuis is het even taai want mijn darmen spelen weer stevig op – in Berlijn nauwelijks last van gehad gelukkig en ik dacht dat het over was. Maar dat was te vroeg gejuicht: vooral gister was een slechte dag. Een parasieten-besmetting zou binnen vier weken vanzelf over moeten zijn, daar zit ik bijna aan. Ik wacht het nog heel even af en anders is het terug naar de dokter voor medicijnen. Ik baal ervan maar ben blij dat ik in Berlijn goed ben weggekomen!

 

 

Door |2023-06-24T12:05:04+02:0024 juni 2023|Fiets, Loop|0 Reacties

Mijn seizoentje gaat beginnen

Morgen doe ik mijn eerste triathlon van het seizoen, en dan meteen zondag nog een, allebei de 1/8e.  En dat is het dan ook voorlopig. Nouja, ik doe er ook nog een als fietser in een duo of trio, en misschien eind september ook nog wel een. Maar na zondag gaat ook hardlopen in de onderhoudstand en gaat de focus dus nog meer op het fietsen, met nog drie maanden tot aan mijn hoofddoel. Van de twee aanstaande triathlons is die van morgen een opwarmertje, om er weer even in te komen, en vooral ook: genieten van het parcours. Zondag wil ik in Ter Huh zo hard mogelijk fietsen, als tussentijds testje weer.

Dit is dus opnieuw een schakelmoment in het seizoen. Het zit voor mijn gevoel kort op het vorige, en helaas heb ik in de tussenliggende weken weer niet onbekommerd kunnen trainen. Waar ik tussen eind februari en 9 april last had gehad van drukte, familieomstandigheden en gekneusde ribben, had ik sindsdien nog steeds wel wat drukte en omstandigheden, last van m’n rug als gevolg van die ribben, een zo-zo trainingsweekend en meteen daarna, jawel, werd ik verkouden. Dat was ik de hele winter nog niet geweest, sterker nog, het was op de dag af 51 weken geleden, voor mij nogal bijzonder, zeker in een winter waarin er nogal wat virussen zijn rondgegaan.

Dus op dat punt mag ik niet mopperen, maar door de timing kreeg ik wel wat zelfmedelijden: wéér niet lekker kunnen trainen, ik krijg de regelmaat er maar niet in. Ik moest bovendien leuke dingen afzeggen en had enkele saaie en hangerige dagen. Vorige week had ik zelfs een dagje verhoging en ik snotter nog steeds – wat bij mij altijd lang duurt.

Nou goed. Ondertussen kregen twee mensen in mijn omgeving veel slechter gezondheidsnieuws, dus waar zeur ik over. Ik heb het al vaker gezegd: als op mijn leeftijd verkoudheid je grootste gezondheidsprobleem is, valt het allemaal nogal mee.

En oja, over het gebrek aan onbekommerd trainen: het is ook nog eens heel vaak slecht weer. Met – gelukkig – een enkele uitzondering, zoals afgelopen zondag, toen ik gelukkig net weer genoeg was opgeknapt om samen met Nicole mee te doen aan de Vestingloop Hellevoetsluis, een werkelijk schitterend parcours:

Nicole in actie op de vesting

Morgen wordt ook gewoon koud, voor een triathlon op Hemelvaartsdag. Ik heb zin in het verzetje, ben benieuwd naar het parcours; als ik kan sporten, gaat dat best wel lekker. Ondanks alles heb ik er dus gewoon zin in!

 

Door |2023-05-17T15:57:35+02:0017 mei 2023|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

2 x in Natuurlijk in Overschie

Ik sta twee keer in de nieuwste editie van Natuurlijk in Overschie, ons glossy wijkblaadje: op p. 19 sta ik (oranje jasje, rugzakje, zwarte hoofdband) in het midden van de bovenste foto over de Nighttrail van Unltd, het sportkledingbedrijf van buurman Olaf….

…en op p. 33 staat mijn boek aangekondigd. Dat is al de tweede grote aankondiging; er stond er ook al een in Fiets Magazine!

Door |2023-04-06T17:07:06+02:006 april 2023|Boeken, Loop|0 Reacties

Project daglicht jaargang 3 ✅

Met het ingaan van de zomertijd is er een einde gekomen aan de derde jaargang van mijn #projectdaglicht: in de wintertijd elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal elke week minstens zeven uur. Het is weer gelukt!

Ik ben ermee begonnen in coronatijd en had gedacht dat het deze winter veel makkelijker zou zijn, maar dat viel zeker de eerste maanden nog best tegen. Bij veel van de dingen die deze winter wel weer mochten kwam ik nog steeds niet overdag buiten. In de donkerste maanden is mijn woon-werk-verkeer op de fiets naar station en opdrachtgevers veel in het donker, en naar sportschool en theater ga ik ’s avonds. Dan ‘moest’ ik overdag nog even naar buiten dus, en een enkele keer ‘moest’ dat op zondag ook nog minstens een bepaalde tijd om aan het weektotaal te komen.

Ik merkte dus dat het project nog steeds z’n functie had. Voor mijn gevoel kom ik zo echt beter de winter door.

Ik vond het een taaie winter. Eigenlijk vind ik het nog steeds taai, want voor mijn gevoel is het te vroeg dat het stopt – echt lente wil het maar niet worden, met al die grauwe nattigheid. Grauw en nat is het veel geweest. Die enkele keer dat het dan wel zonnig was, genoot ik er extra van. Op 28 februari bijvoorbeeld maakte ik tijdens een daglicht-ommetje deze foto gewoon recht omhoog:

Project daglicht, ik houd het erin.

En kom nou alsjeblieft maar door met de lente!

 

 

Door |2023-03-26T12:43:09+02:0026 maart 2023|Loop, Waarom|0 Reacties

Tijdritgericht trainen (3): hardlopen

Huh, hardlopen voor een tijdrit? Ja! Mijn training hoeft nu nog niet heel specifiek te zijn. Ik wil hardlopen sowieso onderhouden, maar het dient ook echt wel twee tijdritgerichte doelen:

  1. Basisconditie onderhouden, vooral rustige duur. Ik heb al jaren de ervaring dat de duurconditie van hardlopen uitstekend ’transfereert’ naar het fietsen. Als ik voor een halve marathon train bijvoorbeeld, met duurlopen van twee uur, fiets ik daarna makkelijk twee uur of meer. Het enige waar ik dan aan moet wennen is de zit, maar mijn benen geven geen krimp. Ik loop op het moment om de week een duurloop van zo’n 15 kilometer (ruim 1,5 uur). Daarmee kan ik dus prima mijn conditie onderhouden in de tijd van het jaar dat fietsen minder aangenaam is. Hardlopen kost minder tijd, dus ben je minder blootgesteld aan de elementen, het kan zelfs in het donker, en bij slechter weer (hardere wind, stukjes glad).
  2. Oefenen met wedstrijden ‘in het rood’. De tijdrit straks is zo kort dat dat een inspanning wordt boven mijn omslagpunt/anaerobe drempel. Dat doet pijn – al na een paar minuten gaan mijn benen dan ‘niet zo hard! dit houden we niet vol’ roepen, en de kunst is om dat te negeren. Dat kan ik goed oefenen hardloopwedstrijdjes tot maximaal een kilometer of zes. De vijf kilometer van de Parkrun is er ideaal voor. Ik wilde die dit seizoen minstens elke maand lopen, en dat is in september, oktober en november gelukt, en dat leverde inderdaad inzicht op over hoe ik dat kan doen, dik 25 minuten die benen negeren. Sindsdien zit de klad er een beetje in: ik was een keer te moe, het was een andere keer te slecht weer, en ik had andere hardloopplannen. Dat is geen probleem – het voornemen staat nog voor de komende maanden.

Die andere hardloopplannen, die dienen ook een belangrijk doel: de wintertraining leuk houden. Daartoe heb ik vanaf november een boel leuke loopjes gedaan. Ik schreef er al eerder over, de vier die ik daar in het vizier had waren ook allemaal leuk: de Tankloop, de Nieuwsjaarsloop van Spirit (1e, dubbele, foto hieronder), de Gorzentrailrun (samen met Nicole, 2e foto) en de Kraanvogelloop.

Ik loop twee keer in de week, en met die leuke dingen, de duurlopen en af en toe een vijf kilometer blijft er niet eens zo heel veel gewone trainingstijd over. Als ik ga trainen, doe ik een intervaltraining, ik verwerk daarin de traptraining en houd het verder licht, om ervoor te zorgen dat de totale belasting niet te groot wordt – wat wil zeggen: om ervoor te zorgen dat ik steeds voldoende hersteld ben om bij spinning diep te gaan.

Ik blijf hardlopen omdat ik wel degelijk triatleet blijf en niet straks weer bij nul wil moeten beginnen met opbouwen, en ook omdat ik van vroeger weet dat alleen fietsen voor mijn lijf te eenzijdig is. Hardlopen houdt mijn heupen en onderrug soepeler, dat kan ik voelen, en wat ik wéét is dat hardlopen goed is voor mijn post-menopauzale botten – de beste osteoporosepreventie die er is.

Maar bovenal blijf ik hardlopen omdat het lekker is. Diepgaan op vijf kilometer is lekker, die loopjes zijn hartstikke leuk, en hardlopen blijft een heerlijke manier van luchten en van invullen van #projectdaglicht. Dat dat dan deze winter ook nog helpt voor de sportieve fietsdoelen is helemaal mooi.

Door |2023-02-22T14:16:17+01:003 februari 2023|Fiets, Loop|0 Reacties

Tijdritgericht trainen (1): krachttraining

Ik kondigde het al aan: mijn hoofddoel voor 2023 (trefwoorden: tijdrit, kort, fietsen) vraagt om anders trainen dan de afgelopen heleboel seizoenen. Ik ga een serietje blogposts daaraan wijden. Eerst maar over datgene wat me de afgelopen weken de meeste hoofdbrekens heeft gekocht: krachttraining.

Eerst een beetje historie: ik doe al jaren krachttraining, deels voor sterkere fietsbenen en deels voor ‘de rest’: bovenlijf, buikspiere, core stability. Eerst deed ik dat in de sportschool op fitness-wijze, later met bodybalance erbij, en sinds de coronacrisis thuis, in yoga-vorm. Voor de fietsbenen deed ik toen echter geen aparte oefeningen meer, daar had ik thuis de spullen niet voor. Ik trainde op de fiets wel krachtgericht, vooral door een aantal keer maximaal de Beneluxtunnel uit te raggen. Eigenlijk ging dat allebei hartstikke goed.

Met het oog op de tijdrit wilde ik deze wintermaanden, qua trainen de aanloopperiode, toch weer wat gerichtere krachttraining gaan doen. Oefeningen, dus. Althans, ik was daar ambivalent over: sterke benen, ja graag! Maar ik heb er eigenlijk ook de schurft aan, aan oefeningen doen in de sportschool. Ik wil daar zeker niet vaker dan één keer per week heen, voor spinning, en dan kan ik daarvoor wel wat doen. Maar één keer per week zet geen zoden aan de dijk. Dus ook thuis wat. Maar wat dan?

Eerst maar eens die ene keer in de sportschool. Dat viel niet helemaal mee. Ik betrapte mezelf erop dat ik het te zwaar maakte. Ik had een paar keer nare spierpijn, ik kreeg last van mijn rug, de training erna viel in het water want nog niet hersteld, mijn totale trainingsbelasting werd te hoog. Dat ging niet goed. Daar zaten twee dingen achter:

  • Mijn gevoel van: krachttraining hoort zwaar te zijn. Drie sets van 20 herhalingen is al veel, en als je die herhalingen niet een stuk zwaarder maakt dan fietsen, voegt het niks toe. Immers, op de fiets maak je duizenden herhalingen. Ik heb die gedachte mogelijk in mijn hoofd wat uitvergroot vanwege die hekel aan oefeningen. Immers, als het niet leuk is, moet het nuttig zijn, en hoe zwaarder, des te nuttiger – zo redeneerde ik. Dat was wel een wijs inzicht, vond ik: aha, dus daarom sporten sommige mensen te zwaar. Het werd wel ook nog gevoed door een paar dingen die ik las over krachttraining voor fietsen, zo van: plan het goed ten opzichte van je fietstrainingen, want herstel duurt lang. Dat impliceert ook dat het heftig is.
  • De totale keten is bij mij niet in balans. Uiteindelijk zijn het mijn quadriceps die op de fiets de grote krachtleveranciers zijn, maar bij oefeningen is de hele keten van kuiten tot aan mijn rug betrokken. Van onder naar boven wordt die steeds minder sterk. Die spierpijn had ik dus vooral in mijn bilspieren, en mijn rug werd er ook niet happy van. Vooral niet, denk ik, van de legpress. Daarvan heb ik inmiddels begrepen (o.a. van masseur Marcel) dat die veelal wordt afgeraden omdat je daarmee je bekken en dus ook rug in een bepaalde stand dwingt, in plaats van die onderdelen hun eigen houding te laten vinden. Maar daarmee trainde ik wel die quadriceps optimaal. Als ik de andere oefeningen, squats en lunges, licht genoeg maak voor mijn bilspieren en rug, doen mijn quadriceps niet zo veel. Dilemma…

Maar goed, verstand laten prevaleren: legpress exit, oefeningen lichter (dan maar eerst die bilspieren en rug optrainen, het is niet anders), en vooral voor ogen houden dat ‘a little goes a long way’ – Adriene’s motto, en iets wat ik ondervonden heb door de yoga. Die twee coronawinters met veel yoga, daarvan kreeg ik sterkere schouders, zonder dat ik me hoefde af te beulen.

Geen gebeul meer dus, liever consistente, kleine stapjes.

Met kleinere stapjes werden twee andere krachttrainingen per week mogelijk: eentje thuis, waar ik voor de lunges en de squats de gewichten vervang door een rugzak of een tas (oude sporttas van manlief) met zand erin:

En de andere buiten: traptraining. Hard bijvoorbeeld de trap van een van de vele bruggen hier in de omgeving oplopen tijdens een hardlooptraining komt wél vooral aan op mijn quadriceps, en is ook nog eens wél leuk om te doen. Hier ben ik bezig op de trap van de – aftandse – loopbrug over de Van Hogendorpweg:

Ik hoop dat ik zo een goede krachtroutine te pakken heb, en dat die vruchten gaat afwerpen!

 

Door |2023-02-22T14:23:47+01:0021 januari 2023|Fiets, Loop|0 Reacties

2022 was een goed jaar, X 7

Tijd voor mijn gebruikelijke sportieve jaaroverzicht. Het was een goed sportjaar, in zeven opzichten. Die zet ik hieronder op een rijtje, elk voorzien van een toepasselijke foto, en samen met de mitsen en maren die er ook waren maar duidelijk ondergeschikt aan de goede grote lijn.

1. Het was weer veel gewoner dan de voorgaande twee jaren, en wat was dat fijn. Gelukkig: er kon vanaf het vroege voorjaar weer wél van alles doorgaan. Lekker gewoon weer naar het zwembad kunnen, de sportschool herontdekt, en vooral: ik heb met volle teugen genoten van mijn vele loopjes, zwemevenementen en triathlons van dit jaar.
De ‘gewoonheid’ vertaalde zich bovendien in weer veel meer stadsfietsritjes. Hoe veel, dat weet ik niet precies, want ik klok die niet, maar ik denk dat het vanaf april vaak weer de gebruikelijke gemiddeld 3-3,5 uur per week is geweest.
Desalniettemin had corona nog invloed op dit sportjaar, vooral in de vorm van mijn eigen besmetting, begin juni. Daardoor kon ik niet meedoen aan de laatste Vrouwentriathlon en liep ik voor mijn gevoel een tijd nogal achter de feiten aan. Ik was, met net ervoor ook nog verkouden, zeven weken lang in meer of mindere mate beperkt in het sporten. Ik vond dat best wel spannend, vanwege de vele verhalen over langdurige covid-gevolgen. Maar ik herstelde gewoon helemaal. Daarna was ik een tijdlang wel steeds trainingsachterstanden aan het wegwerken (voorbeeld). Uiteindelijk kwam alles op z’n pootjes terecht en raakte ik vanaf augustus goed in vorm.

Tijdens mijn eerste triathlon na de covid, in Oud Gastel in juni – ik zou even later uitstappen maar wel toch heel tevreden

2. Ik heb de goede dingen uit de coronatijd behouden: ik doe nog steeds regelmatig yoga (in totaal 94 uur dit jaar), onder andere voor rekken, buikspieren en core stability, die routine doet me nog steeds veel goed. Ik heb het regelmatige wandelen, voor het lekker, op het Pelgrimspad, bij de stiltewandelingen en in het kader van #projectdaglicht (inmiddels in seizoen 3), erin gehouden.
Mede daardoor is de grootste kwantitatieve uitschieter van dit jaar het wandelen: 744 km, meer dan ooit. Daar zat de vakantie op de Brabantse Wal bij, met 125 km in vijf dagen, maar de rest was allemaal ‘tussendoor’. Wandelen heeft voor mijn gevoel nu echt mijn vierde sport. Zodoende deed ik die erbij op mijn grote-definitie-van-fit-dag, op 1 september – een van de leukste sportdagen van het afgelopen jaar.

Streekpad Brabantse Wal in september, etappe 2. Henk kan me zo wel uittekenen, denk ik: met routeboekje

3. Ik heb mooie prestaties behaald. De duidelijkste is het PR op de kwart triathlon, ondanks een verkoudheid, op 22 mei in Ter Aar. Dat PR was een langgekoesterde wens. Andere mooie prestaties vond ik de 1/3e in Leiderdorp (waarin ik ‘revanche’ nam voor het uitstappen in mijn eerste post-covid-triathlon, de 1/3e in Oud Gastel), de kwart triathlon in Hengstdijk, waar ik onverwacht vloog op de fiets, en in het najaar twee goede vijf kilometers bij de Parkrun (in de buurt van mijn PR van vorig jaar, volgens mijn horloge zelfs een keer sneller, maar misschien is dat een meetfout).
Bij de triathlons viel me dit jaar op dat de sporten goed in balans waren: in Ter Aar alledrie, later vooral de verhouding tussen fietsen en lopen. Ik was daar de afgelopen jaren wat mee aan het klooien en daar heb ik van geleerd. De ‘midzomerse’ loopimpuls van de halve marathon pakte goed uit. De vele rustige duur daarvoor tranfereerde mooi naar het fietsen, iets wat ik vaker heb gemerkt, en was natuurlijk ook gewoon goed voor het lopen tijdens de erop volgende triathlons. Vooral in Leiderdorp heb ik voor mijn doen opvallend goed gelopen, na ook hard fietsen.

Hengstdijk

4. Het zwemmen kwam aan het eind goed. Ik vond dat namelijk misschien wel de grootste teleurstelling van het sportjaar: dat mijn zwemmen zo snel stagneerde. Ik had de hoop dat ik met eindelijk weer wat lijn erin en met een herhaling van de cursus Powerstroke de techniek en snelheid zou kunnen terugvinden van net voor de eerste lockdown. Toen, februari 2020 dus, zwom ik op mijn snelst en was ik op weg naar een kilometer in 19 minuten – wat nooit is gelukt, want toen sloten de zwembaden. Ik begon dit seizoen lekker, maar rond de tijd van mijn covid-besmetting in juni stagneerde de snelheid en daarna ging die zelfs behoorlijk achteruit. Mogelijk heb ik toen te veel energie gegeven aan het lopen en het fietsen?
Zodoende heb ik weliswaar bij dat PR in Ter Aar in mei het hardst ooit gezwommen in een triathlon (precies 20 minuten over een kilometer), maar in Bodegraven in september, ook in het zwembad, had ik 10’30 nodig voor de halve afstand… Ik heb ook voor mijn gevoel nooit de techniek teruggevonden die ik had in de winter van ‘19/’20. Dat was frustrerend.
Ik heb wel leuke zwemdingen gedaan, waaronder de Jan de Koele zwemtocht en – samen met Niels – zwemmen in de sneeuw in Amsterdam en in de Bosbaan. Het zwembad van Pernis bleek ook een ontdekking.
En uiteindelijk werd kwam het winterse doorzwemmen en werd het zo toch nog een bijzonder zwemjaar. Dat is voor mij altijd een grote kick: nieuwe dingen doen, mijn grenzen verleggen. Niet met snelheid dit jaar, maar dus wel met koud water ervaren.
Mijn zwemgetallen zijn overigens onbetrouwbaar omdat m’n horloge die sport stelselmatig slecht meet. Ik kom uit op 120 kilometer, het is ongetwijfeld heel wat meer geweest.

In de Schie in november, met m’n thermometer-eend

5. Ik heb een boel nieuwe dingen gedaan. Dat winterzwemmen dus, maar ik heb ook aan mijn verzameling triathlonafstanden de XS kunnen toevoegen en ik heb drie nieuwe multisportwedstrijden gedaan: de swimbike L en twee zwemlopen, eentje in het zwembad en eentje in zee en duinen, samen met Nicole. Die XS en de swimbike voerden manlief en mij naar Grevelingen (F), erg leuk. De triathlons van Bodegraven en Hengstdijk deed ik ook voor het nieuwe parcours, en vooral Hengstdijk was geweldig, met onze slaapplaats klem tegen het parc fermé. Sinds oktober ben ik ook ‘nieuw’ aan het trainen, daarover binnenkort meer, als ik het ga hebben over mijn plannen voor 2023.

Net uit het water tijdens de XS in Gravelines (juli)

6. Ik ben het hele jaar fit geweest. Okee, in het voorjaar kort achter elkaar dus die verkoudheid en covid, maar dat was het dan ook, en dat is voor mijn doen beter dan gemiddeld qua infecties, voor het vierde jaar op rij. Ik heb blessurevrij kunnen sporten, nouja, ook dat bijna: ik heb wat last van mijn pols gehad met nog steeds wat restantjes, en dat ganglion uit oktober zit er nog steeds. Dat hindert nauwelijks bij het sporten. De chiropractor houdt me nog steeds mobiel, maar daar kwam ik het afgelopen jaar beduidend minder dan de jaren ervoor, ook een goed teken. Ik voel me ook nog steeds stabieler worden voor wat betreft het ‘wegtrekken’ van de overgang.
Hoe goed het me vanaf de herfst is gegaan, is echt opvallend. Het wemelt van de luchtweginfecties en voor mij was het een drukke en soms ook stressvolle tijd. Maar mijn lichaam geeft geen krimp. Lekker hoor!
(Die drukke tijd had voor een deel te maken met een ander soort hoogtepunt van het jaar: dat mijn boek Optimaal blijven sporten er komt, dus dat ik een uitgever heb gevonden en dat boek ondertussen in het drukproefstadium is!)

Te verschijnen in maart 2023!

7. Sporten heeft me weer veel plezier gegeven. Nouja, niet alleen maar. Ik had het al over de zwemfrustratie en er was ook een loopfrustratie: dat het in het voorjaar niet lukte een goeie halve marathon te lopen. De tweede poging was mogelijk net op een slechte dag, maar de eerste, overigens wel een heel leuke dag met Robin, snap ik toch niet helemaal, ook achteraf niet. Het enige wat ik kan bedenken is dat ik toch weer net iets te zwaar had getraind, iets te vaak in de aversie – benen die niet meer willen.
Ik heb gelukkig ook heel veel heel lekker gelopen. Net iets meer dan vorig jaar: ik ging tien dagen geleden door de grens van de 1000 hardloopkilometers. Het is mijn op-een-na-hoogste kilometeraantal ooit, alleen in 2015 liep ik meer.
En ik heb ook weer lekker gefietst. Het voelde als een beetje mager fietsjaar, maar dat blijkt niet uit de cijfers: 4000 geklokte km is okee, te vergelijken met vorig jaar. Toen was het meer, maar dat zit ‘m vooral in de vakantie. Dit jaar was de fietsvakantie een stuk korter, maar wel een hoogtepunt: naar ons tiende Trappistenklooster in Engeland. Daarna was ik zomaar ineens in bloedvorm, ook erg lekker. De laatste paar maanden heb ik de lol van spinning weer teruggevonden (10 uur in totaal).
Uiteindelijk is dit punt het allerbelangrijkste. En dan niet de kilometers, de uren of de wattages, maar wel het plezier, de ontspanning, de zelfzorg, de gezelligheid met de sportmaatjes (met name: Henk, Nicole, Niels, Robin, Marijke, Leon en Jo, Henks groepsgenoten bij RA en de vaste mede-Parkrunners). Het was er weer allemaal dit jaar, en ik houd het er graag in.
Bij dit punt zou ik talloze foto’s kunnen plaatsen, van al die mooie en fijne dingen van het jaar. Ik heb gekozen voor een illustratie van de gezelligheid en de terugkeer van de evenementen:

Met Nicole na de finish van een van de eerste evenementen weer: de vestingloop in Gorinchem in maart

Hier zijn de getallen nog even, in vergelijking met de vorige twee jaren:

(kilometers)

2022

2021

2020

Zwemmen

?
(> 120 km)

   75

 132

Fietsen

4004

4863

4686

Hardlopen

1034

1003

 780

Wandelen

744

456

549

Door |2022-12-31T17:02:39+01:0031 december 2022|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Waarom, Zwem|2 Reacties

Doorlopen

Ik heb de afgelopen tijd blogposts geschreven over doorfietsen en doorzwemmen, dat vraagt om ook eentje over doorlopen. Want ja, dat doe ik ook nog, maar eigenlijk is dat niet zo bijzonder. Ik loop zelfs wat minder dan voorgaande jaren rond deze tijd, want ergens moet de tijd en energie voor dat doorfietsen wel vandaan komen natuurlijk.

Wat wel bijzonder is in vergelijking met de afgelopen jaren is hoe zeer ik de leuke evenementen aan elkaar rijg. Ik heb sinds oktober twee ‘eigen’ Parkruns gelopen, er eentje gewandeld als Parkwalker (want ja, je kan de Parkrun ook wandelen – zegt het voort!), nog een paar keer vrijwilliger geweest, en ik ben een keer ‘vreemdgegaan’ in Den Haag.

Verder heb ik meegedaan aan de Mosselloop, de Hobbeldebobbelloop, een cross in Maassluis (zie foto’s – met dank aan de organisatie, en te zien is dat het koud was!) en de kerstcross in Spijkenisse en de Oliebollenloop van RA.

De komende tijd heb ik nog in het vizier (ijs en weder dienende): de Tankloop, de Nieuwsjaarsloop van Spirit, een trail in Ridderkerk en de Kraanvogelloop.

Het kan allemaal weer, na de magere coronajaren, en het kan ook allemaal omdat ik niet aan het trainen ben voor een groot doel. Ik bedoel: als ik voor een halve marathon train, moet ik trainen, niet de hele tijd bezig zijn met allemaal leuke loopjes. Of anders gezegd: bij ontbreken van een groot doel zijn dit de dingen om lopen leuk te houden in de winter.

Eén ding wat mij opvalt bij de crossen is dat het niveau daar heel hoog is, zeker op de lange afstand. In Maassluis had ik al gezien aan de oude uitslagen dat er op de lange afstand door de achterhoede snelheden waren gelopen die ik op asfalt niet eens haal, en daarom had ik maar voor de middenafstand gekozen. Daarop werd ik net geen laatste. In Spijkenisse heb ik de maximum afstand (vier rondes) gelopen, ik had nog drie deelnemers achter me. Vorig jaar in Vlissingen waren het er nog twee.

Het verbaast me: ik ben bepaald geen toploper, en ik heb ook nog eens weinig crosservaring dus laat op techniek ongetwijfeld een boel liggen. Maar er zit wel nog een hele hardloopwereld achter mij – bij de Parkrun ben ik een paar keer snelste dame geweest bijvoorbeeld. Van wie ik dan achter me houd, loopt dus bijna niemand een langere cross – hoezo niet?

Nouja, dat houdt zichzelf in stand natuurlijk, als er meer lopers kijken naar eerdere uitslagen en dan denken: dat gaat me veel te hard. Maar dat is jammer, want het is hartstikke leuk: in Maassluis was het lopen door een schitterend winterlandschap, in Spijkenisse glibberen en glijden door de modder en de plassen. Op en top buitenspelen!

Overigens lijkt het alsof ook ik niet meedeed in Spijkenisse. Manlief pest me er nog steeds mee, en we weten niet hoe het is gekomen, maar ik sta in de uitslag als Louise Vermaas!

Door |2022-12-29T09:41:05+01:0029 december 2022|Loop|0 Reacties
Ga naar de bovenkant