Afgelopen weekend waren manlief en ik naar Grevelingen in Frankrijk: Gravelines, een stadje met een Vlaams verleden. Aanleiding was vooral dat ik daar de SwimBike wilde doen: eens een keer alleen mijn twee beste sporten, dat leek me leuk. Ch’tri, Le triathlon made in Flanders, is een tweedaags multisportevenement, met triathlons over diverse afstanden, van XS tot XXL (de hele Ch’triman) en voor kinderen, en op zondag twee andere combi’s van de drie sporten: naast de SwimBike ook een run-bike-run. Voor de gein deed ik op zaterdag ook nog de XS erbij. Manlief ging voor de halve triathlon, op zondag. Het werd een mooi weekend!

Zaterdag

Mijn deelname aan de XS triathlon, 400m  zwemmen – 10 km fietsen – 2,5 km lopen, had nogal wat voeten in de aarde, want ik kwam er pas daar achter dat het een stayerwedstrijd was. Dat was me in al het Frans (het is niet bepaald internationaal geöriënteerd qua taal) niet opgevallen, misschien ook wel omdat ik dat niet verwacht: in Nederland heb je op recreantenniveau geen stayerwedstrijden, ik had er dan ook nog nooit een gedaan.

Op zich leuk dus, maar ik had m’n triathlonfiets mee met aerostuur, en dat is bij stayerwedstrijden verboden… we zijn razendsnel terug naar ons appartement gereden, dat was niet ver, manliefs fiets gehaald, net op tijd weer terug. Oef!

Ik kan op Henks racefiets rijden, maar ik kan dan niet inklikken dan (ander systeem pedalen) en op het herenzadel moet ik m’n bekken ver naar achter kantelen om m’n edele delen te ontzien, wat voelt alsof ik een remparachute ben. Nou goed, voor 10 km gaat dat wel, maar het niet kunnen gaan staan op de pedalen heeft me wel het enige mogelijke stayervoordeel gekost (ik werd één keer ingehaald). Er kwam ook niemand in mijn wiel van wie ik zelf inhaalde, dus van het stayeren zelf heb ik eigenlijk niks gemerkt. Mijn eerste wissel was wel erg traag, want met m’n natte voeten kom ik lastig in m’n loopschoenen. De tweede daarentegen… 

Al met al was het wel tof om te doen: een nieuwe afstand voor mijn collectie triathlonafstanden, mijn eerste stayerwedstrijd, en ik werd nog derde bij de dames-masters ook (van 17), in 49’48. Voor mijzelf was ik vooral blij dat ik harder kon lopen dan duurlooptempo, voor het eerst sinds covid weer. Ik heb me zelfs ingehouden, met het oog op de dag erna. Prestatiedoelen had ik verder niet.

Henk was mee als fotograaf, zo is mijn hele wedstrijd te volgen:

Zondag

Op die dag erna was de SwimBike inderdaad leuk. Gaaf om alles te kunnen geven op de fiets, vooral tegen het eind, dus dan niet in te hoeven houden met het oog op het lopen. Het was wel een bijzonder parcours: 

  • Het zwemmen was veel te kort. Het kan niet meer dan 1600 meter geweest zijn. De vele snelle zwemtijden waren me al opgevallen in uitslagen, en ik heb zelf ook maar 32 minuten gezwommen, nou, dat kan ik echt niet over 1,9 km. Het is wel gek, want het is in een roeibaan, ruimte zat.
  • In het fietsparcours (90 km) zit precies op de helft een ongelofelijk steile klim, echt een muur. Met het verzet van m’n triathlonfiets, de laatste restanten covid die m’n maximale vermogen nog begrenzen en pech met wat er om me heen gebeurde (iemand met materiaalpech en een auto in de weg) moest ik eraf, ik belandde zelfs tegen de heg eer ik uit kon klkikken, en daarna moest ik te voet verder. Oef, dat heb ik nog nooit eerder gedaan in een wedstrijd.

Met ook nog aantrekkende tegenwind op de terugweg reed ik niet harder dan 28,6 – maar daar was ik naar omstandigheden zeer tevreden mee en met de uitslag ook (9e bij de dames-masters, van 31). Verder vond ik het een mooi parcours en heb ik lekker gereden, en me vermaakt met de Vlaamse plaatsnamen (Watten, Noordpeene, Zuidpeene enzo).

Kort na mijn aankomst startte Henk, ik kon het startschot net horen vallen. Hij was vervolgens dik zes uur bezig met zijn halve triathlon (ook zwaar gehad, ook tevreden). Het was zo een lange maar erg leuke dag. De sfeer was geweldig, die Fransen moedigen fanatiek aan! Het was ook goed georganiseerd, ondanks de complexe logistiek van al die afstanden. Mijn enige puntje van commentaar zou zijn dat ik vond dat je je handen moet kunnen wassen of minstens reinigen na gebruik van de dixies – dat had ik zelfs voor corona al gevonden.

Groot pluspunt was de hoeveelheid trofeeën die we kregen: shirt, medaille, drinkbeker, thermosfles (zondag) en klein Sig-flesje (zaterdag). Hier showen we wat:

Uitstekende badmuts, ook voor mijn grote hoofd. De verzorging was ook prima, dus we hebben ook nog souvenir-bidons. Het is ook nog eens geen heel dure wedstrijd (in vergelijking met de Ironman), en weinig opdringerige commercie, dus dat is heel knap gedaan. Als evenement vind ik het een dikke aanrader.

We zijn in totaal vijf dagen naar Frankrijk geweest, zie ons Polarsteps-journaal, met ook nog een duik in zee en een fraaie wandeling op maandag en op dinsdag de Tour-etappe in de buurt. We hebben die zien passeren op de ‘achterkant’ van onze steile klim: de côte de Cassel. Minder steil dan voor ons, maar op kasseien. Eer was steeds zon en een luchtig windje, dus perfect weer om buiten actief te zijn. Echt een mini-vakantie zo!