Blog2023-10-12T13:20:50+02:00

Dientamoeba fragilis

Ik weet amper hoe je het uitspreekt, maar het zat (zit?) wel in mijn darmen: de parasiet dientamoeba fragilis. Hoeft niet behandeld te worden, want gaat meestal vanzelf over, en daar lijkt het ook op: ik voel me langzaam-maar-zeker beter worden, zowel qua darmen zelf als in z’n algemeenheid. Energieniveau laat nog wel wat te wensen over, maar daar zit ook de hitte achter natuurlijk.

Onduidelijk hoe ik eraan ben gekomen, aan die dientamoebaatjes, in elk geval kan ik niet zomaar zwemwater de schuld geven. In het vervolg toch nog beter m’n handen wassen – als dat kan, want ik herinner me wel sportevenementen met dixies zonder handenwasmogelijkheid.

Ik kon de afgelopen dagen wel weer wat sporten, zij het nog niet intensief. Daarvoor was ik nog te futloos, maar ook gaf het rare druk in mijn buik. Ik hoop de komende tijd echt helemaal op te knappen en dan een tijdje vooruit te kunnen zónder pech!

Ondertussen is mijn plannetje van ‘kijken hoe ver ik op mijn 57e nog kan komen als ik weer alles op het fietsen zet’ enigszins in het water aan het vallen, want ik heb sinds eind februari vaker niet dan wel goed kunnen trainen. Het wordt dus hooguit ‘kijken hoe ver ik op mijn 57e nog kan komen als ik zo goed en zo kwaad als het gaat het fietsen train’.

Tot nu toe viel het me eigenlijk nog mee wat ik wél voor elkaar kreeg, onder andere bij de twee triathlons, maar sindsdsien heb ik niet veel meer kunnen doen. Desalniettemin: gister heb ik een rustige duurrit gereden en toen leken m’n benen nog prima in orde. Hopelijk kan ik op die basis straks lekker verder bouwen. De tijdrit komt sowieso niet in het geding.

 

12 juni 2023|Categories: Fiets, Triathlon algemeen|0 Comments

Ik lees te veel

Toen ik vorige maand snotterig op de bank hing, heb ik bijna in één ruk The Female Body Bible uitgelezen. Het was net verschenen en ik had het ge-pre-orderd, want ik wist: dat boek, dat móet ik lezen.

Ik schrijf dan altijd graag kort erna hier een recensie, maar dat duurde even. Ik moest echt even nadenen over hoe ik er hier over wilde schrijven. Ik vind het namelijk enerzijds een goed en belangrijk boek, en anderzijds ben ik teleurgesteld. Ik realiseer me dat die teleurstelling mogelijk meer zegt over mij dan over het boek, maar ik wil er wel eerlijk over zijn.

Eerst het goede. Dat blijkt grotendeels al uit hoe snel ik het uitgelezen heb: het is goed geschreven en het gaat over het ene na het andere relevante onderwerp voor sportvrouwen. Ik dacht steeds: nog één hoofdstuk. En dan had ik dat uit, en dan zag ik de volgende hoofdstuktitel en dan dacht ik: nou, nog eentje dan. Repeat. Het is de manier van lezen die ik eigenlijk het liefste heb, ook al leidde die in mijn leven wel eens tot slaapgebrek en werk-ontwijkend gedrag.

Het gaat om onderwerpen als de menstruatiecyclus, voorbehoedsmiddelen, bekkenbodem, sport-bh’s, eten, slapen, psyche, levensfasen, de sportomgeving. En dat alles dus door een ‘female filter’. Daar is in de sport nog altijd baanbrekend werk te doen, en dat doet dit boek. Smullen. Hopelijk vindt het boek zijn weg naar vrouwelijke sporters, maar ook naar bijvoorbeeld coaches en beleidsmakers.

Vanwaar dan toch teleurstelling? Dat zit hem in dingen waar het boek misschien weinig aan kan doen. Zo leerde ik weinig nieuws. Ik volgde al een aantal webinars bij The Well HQ dus ik heb al veel van ze geleerd en het is te hopen dat ze via de verschillende kanalen verschillende groepen bereiken. Ik leerde nog wel over een nieuw onderwerp: de grotere gevoeligheid van vrouwen voor hersenschuddingen. En daarnaast hier en daar een nieuw detail.

Iets anders waar het boek misschien ook weinig aan kan doen is dat het het verschil met mannen uitvergroot. Ik weet niet hoe je dat met zo’n boek kunt vermijden. Maar ik krijg er wel een beetje jeuk van. Eerder deze week las ik een post die die jeuk voor wat betreft de invloed van de menstruatiecyclus mooi uiteenzet. Die post constateert: we schieten een beetje door van het eerdere negeren van de vrouwelijke geslachtshormonen naar alles eraan ophangen, zonder dat dat op onderzoek is gebaseerd:

(…) the trend has gotten ahead of the research by positioning hormones as the key to women’s fitness. “The message right now is that we’re defined entirely by our menstrual cycle or hormonal status,” says Alyssa Olenick, an exercise physiologist at the University of Colorado, as if that’s the only factor that matters when it comes to exercise. “But we’re more than just periods and hormones.” There are, for example, many things that can go into making you feel sluggish, and a little less able to complete a HIIT workout.

De uitvergroting van vrouw-specificiteit en daarmee het reduceren van sportvrouwen tot hun vrouw-zijn, is misschien een noodzakelijke tussenstap en onvermijdelijk als je een boek over vrouwen schrijft, maar wat ik wel echt problematisch vind aan The Female Body Bible is dat het daarbij aan ‘cherrypicking’ doet uit de wetenschap. De auteurs beweren evidence-based te werken, maar te stuiten op hiaten in onderzoek (ja, die zijn er, veel zelfs, gezien het weinige onderzoek onder vrouwen), en die hebben ze dan ingevuld op basis van eigen ervaringen en waarnemingen. Ergo adviezen over cyclus-gericht trainen die niet door onderzoek worden onderbouwd. Dat vind ik lastig. Je baseert je op wetenschap of je doet dat niet; het kan niet half-half al naar gelang het je uitkomt, vind ik.

En helaas zijn er zo meer inconsistenties die ik problematisch vind. Ik geef twee voorbeelden die mij opvielen (en waarvan ik vind dat proeflezers of redacteuren ze hadden moeten zien):

  • Het hoofdstuk over de psyche opent met een verhandeling over dat de gemiddelde verschillen tussen mannen en vrouwen kleiner zijn dan die binnen mannen respectievelijk vrouwen, en dat je geen typische vrouwelijk hersenen hebt. Vervolgens gaat het hele hoofdstuk over man-vrouw verschillen, zelfs met woorden als ‘andere bedrading’ erin. Hoe zit dat?
  • De twee levensfasen van hormonale onrust, puberteit en overgang, worden niet als ziekte gezien, zo staat aan het begin van het hoofdstuk daarover. Maar verderop is hormoonsuppletie toch dé oplossing voor overgangsproblemen, voor bijna alle vrouwen, en zou het goed zijn als we de overgang en menopauze zien als ‘oestrogeentekort’. Want, zo betoogt het, bij diabetes los je het insulinetekort toch ook op met medicijnen. Dus is het wel een ziekte, denk ik dan. Nee, toch niet, zo staat er letterlijk een paar alinea’s verder nog een keer. Dat snap ik niet.

Maar wat me uiteindelijk in het boek de meeste jeuk geeft, daar is-ie weer, is al dat ‘moeten’ – ik schrijf dat hier heel vaak als het gaat om publicaties over vrouwen en sport (voorbeeld 1, voorbeeld 2, voorbeeld 3). Als je niet je cyclus, je slaap en je eten bijhoudt in een app en als je niet je bekkenbodemoefeningen, je krachttraining en je activiteiten voor de slaaphygiëne doet, dan gaat het mis. Een positief mens- of vrouwbeeld vind ik dat niet.

Het is wel heel gangbaar. Die manier van denken past netjes in het huidige systeem, noem het maar het neoliberale kapitalistische paradigma, van individuele verantwoordelijkheid, maakbaarheid en optimalisatie. Daar wordt veel aan verdiend.

Of als je daar niet aan wil: het past keurig in een wereld waarin vrouwen al zo veel moeten: minstens werken, zorgen en sexy, slank en gezond blijven. Kan dat niet wat minder?

Dan kan je dus best zeggen dat we inderdaad niet in een vrouw-vriendelijke (sport-)wereld leven en dat we met z’n allen ons best moeten doen om dat te verbeteren, en dat klinkt dan best wel ferm feministisch, maar ergens laat je toch een kans liggen om te kijken naar de invloed van die manier van denken op ons hele wezen en handelen. En precies op dat punt had ik toch zeker meer verwacht van dit boek. Nog niet zo lang geleden las ik Good for a Girl en dat vond ik op dit punt activistischer en interessanter. Ook Fit at mid-life vond ik kritischer en feministischer.

Maarja, misschien heb ik gewoon al te veel gelezen op het gebied van vrouwen en sport.

Als je dat nog niet hebt, is The Female Body Bible een aanrader.

 

8 juni 2023|Categories: Boeken, Vrouwensport|0 Comments

Verlangen naar onbekommerdheid

Ik vraag me echt af hoe ik het voor elkaar krijg: zo veel gekwakkel achter elkaar. Ik schreef hier op 17 mei, in de aanloop naar de twee triathlons:

Waar ik tussen eind februari en 9 april last had gehad van drukte, familieomstandigheden en gekneusde ribben, had ik sindsdien nog steeds wel wat drukte en omstandigheden, last van m’n rug als gevolg van die ribben, een zo-zo trainingsweekend en meteen daarna, jawel, werd ik verkouden.

Kort daarna schreef ik opnieuw over twee dagen waarop ik iets onder de leden leek te hebben:

En misschien was ik ook in iets minder goede doen: de twee tussenliggende dagen voelde ik me wat brak: moe, onrustig geslapen, gister verhoogde rusthartslag. Ik twijfelde toen zelfs nog of ik wel zou kunnen starten, maar vandaag is beter.

Ik heb me toen welgeteld een week okee gevoeld, en toen kreeg ik last van mijn darmen: gerommel, winderig, opgeblazen, lichte diarree, vaak naar de wc, met een vaag ‘niet lekker’ gevoel. Eerst dacht ik dat het door lactose kwam waar ik soms gevoelig voor ben (geweest?), al leek het wel ongebruikelijk heftig daarvoor. Donderdag leek het over, maar gister laaide het weer op en bovendien werd ook manlief toen ziek, hij nogalliefst met koorts erbij. Dat heb ik niet gehad. Wel heb ik een aantal slechte nachten gehad doordat ik vroeg wakker werd van de onrust in mijn buik. En kennelijk hebben we dus een virus of bacterie of parasiet te pakken. Ook weer niet heel erg: we kunnen gewoon eten bijvoorbeeld.

Alles bij elkaar betekende het vanochtend echter wel dat we helaas niet mee konden doen aan de koppeltijdrit van de Hoeksche Renners. Met koorts was dat voor Henk sowieso uitgesloten en ik voelde me toch ook te futloos. Het was de vorige keer erg leuk (ook niet onder het beste gesternte, lees ik zelf terug, dat was ik alweer vergeten). Het was nu voor mij bovendien als oefentijdrit bedoeld, vervelend en jammer dat dat niet kon doorgaan, maar top presteren had toch niet gekund. Beter uitzieken.

En zo heb ik dus een heleboel gekwakkel op rij te accepteren. Ik heb niet het gevoel dat het iets anders is dan pech. Ik bedoel: er is volgens mij niet iets structureels. Nouja, ik sleep me wel een beetje voort, ik voel wel dat ik voorzichtig moet zijn met m’n lijf – het heeft veel te verduren gehad. Ik blijf maar moeïg ook, maar dat is meer gevolg dan oorzaak. Op de dagen dat er niets aan de hand is, voel ik me goed. Alleen zijn die dagen dus al sinds eind februari zeldzaam, en daar baal ik wel van.

Ik kan ontzettend verlangen naar onbekommerd sporten. Naar wel gewoon twintig kilometer kunnen racen, of naar een lekkere zwerftocht op de fiets, zoals ik die voor afgelopen woensdag van plan was, toen ik had afgesproken met een vriendin in Alkmaar. Ik zou daar op de fiets heen en met de trein terug, maar dat kon niet doorgaan. Daar speelde de noordoosten wind ook wel een rol in, maar toch vooral de futloosheid, het slaapgebrek en de onrust in mijn darmen – het zou te zwaar worden.

Gewoon onbezorgd lekker sporten, het is al maandenlang de uitzondering. Terwijl het voor mijn gevoel dus om de hoek ligt: er is niet heel erg iets mis. Dat houd ik mezelf ook maar voor: het komt allemaal weer goed. Nog steeds ben ik natuurlijk in wezen kerngezond en heb ik eigenlijk niks te klagen. Ik heb alleen een boel pech achter elkaar. Eens gaat het tij weer keren!

 

4 juni 2023|Categories: Fiets|2 Comments

Acceptatie na de menopauze

Ook al is het voor mij tegenwoordig niet meer zo actueel, toch interesseert de overgang me nog steeds, en dan natuurlijk vooral in relatie tot sport. Ik heb er op dit blog vaak over geschreven en in mijn boek gaat er een paragraaf over. Voor die paragraaf heb ik extra mijn best gedaan om er bronnen in op te nemen, om andere vrouwen op weg te helpen in de zoektocht naar informatie. Ik heb daar mogelijk de neiging aan overgehouden om graag te lezen over de overgang.

Vandaar dat ik met belangstelling het themanummer van Psychologie Magazine over hormonen las (mei 2023). Zowaar stond er een van de beste stukken in over de overgang die mij onder ogen zijn gekomen, op pagina 38-49. Het betreft een interview met gynaecoloog Dorenda van Dijken en het viel me vooral op door de nuance en het oog voor verschillen tussen vrouwen. Een voorbeeld is het stukje over hormoonsuppletie. Van Dijken zegt daarover dat dat niet voor iedereen is en ook niet zonder risico’s, maar dat het wel kan helpen om te voorkomen dat je leven door de overgang een hel wordt.

Ik ben blij met goede stukken, ik zie nog steeds wel een positieve ontwikkelingen in de inmiddels al meer dan tien jaar dat het onderwerp me bezighoudt. Betere informatie, minder taboe. Hopelijk hebben veel vrouwen daar wat aan.

Aan het eind komt het artikel zelfs ineens toch nog dichtbij. De interviewer vraagt:

Ik ken vrouwen die zich na de menopauze beter voelen dan ooit. Stabieler, zelfverzekerder. Gloort er een beloning?’

Van Dijken antwoordt:

Dat ligt er erg aan hoe je daarmee omgaat. De menopauze is een kantelpunt: je komt in één klap in een volgende levensfase. Vrouwen worden denk ik veel harder geconfronteerd met het verouderingsproces dan mannen. (…) Dus, het klinkt soft, maar er hoort ook acceptatie bij. Als je daartoe in staat bent, kan de menopauze ook veel moois brengen. Sommige vrouwen zijn heel blij dat ze (…) geen hormonale schommelingen meer hebben. (…) De overgang kan een bevrijding zijn.

Dat herken ik, en iets soortgelijks schrijf ik ook in Optimaal blijven sporten: na de overgang kan er een betere, stabielere periode aanbreken, met bijvoorbeeld een boel sportplezier. Ik had daar al wel eens als reactie op gekregen dat dat niet voor iedereen geldt. Als je je bijvoorbeeld sterk identificeert met je vruchtbaarheid en met een sexy, jeugdig uiterlijk is veroudering in het algemeen en de overgang in het bijzonder alleen maar narigheid. De rimpels en de verdwijnende taille zijn dan heel erg. Acceptatie ervan is echter cruciaal om weer fijn verder te kunnen.

Ik heb het altijd al belangrijker gevonden wat ik met mijn lijf kan doen dan hoe het eruit ziet, en dat maakt het makkelijker om deze levensfase te accepteren. Zo lang ik lekker kan sporten, kan ik niet zitten met een rimpeltje hier en een grijze haar daar. Die toegenomen stabiliteit maakt het sporten juist weer makkelijker dan het in de overgang was, en daar ben ik blij mee.

Misschien is dat, zo realiseer ik me nu, de opbrengst van de moeilijkere jaren: dat het fijn is dat ze voorbij zijn. Ik heb in die ene klap (nouja, het duurde jaren) een grote horde genomen in het verouderings-acceptatieproces. Er zullen er nog meer volgen, ongetwijfeld, maar deze levensles heb ik alvast binnen.

 

1 juni 2023|Categories: Boeken, Vrouwensport|0 Comments

Bullshitdetectie

Ik heb gister een webinar gevolgd dat, tot mijn verrassing, vandaag tot een dubbelpost kan leiden op dit blog en mijn andere over tekst en communicatie. Het was een webinar van Mysportscience Academy over pseudo-wetenschap in sport- en gezondheidsadviezen. Ik vond het erg leuk: inhoudelijk interessant, met een aanstekelijke dosis maatschappijkritiek, en goed gepresenteerd met fraaie visuals. Ik moest bijvoorbeeld lachen om de grote foto van een poepend rund toen het ging over de vele bullshit die er rondgaat.

Want daar ging het dus over: bullshit. Die is alomtegenwoordig. Gezondheids- en prestatieclaims die niet gefundeerd zijn op gedegen wetenschappelijk onderzoek en waar veel geld aan wordt verdiend. Die claims, die zijn talig, en daar is het raakvlak tussen mijn twee vakken.

Je bullshitdetector moet bijvoorbeeld afgaan bij vage woorden die wetenschappelijk klinken. Een voorbeeld was keto-adaptation: onduidelijk wat dat is, dus niet te meten; niet te testen.

Een voorbeeld dat mij erg aansprak ging over ‘oxygenated’ water, met zuurstof verrijkt. In een reclame daarvoor staat dat veel mensen een tekort hebben aan ‘schone’ zuurstof. Dat woord suggereert dat er ook ‘vieze’ zuurstof is. Maar dat is onzin.

Een tweede raakvlak is het domein van de drogredenen. Zo wordt er veel gepromoot met een beroep op vuistregels als ‘iets wat natuurlijk is, is goed’, de ad populum (‘als veel mensen het gebruiken is het goed’) en de autoriteitsdrogreden (‘als een succesvolle topatleet het gebruikt, is het goed’). Meer in het algemeen exploiteert de commercie onze gevoeligheid voor de ‘quick fix’. Die trucjes kun je leren doorzien.

Om een ander deel van de onzin te detecteren, moet je logisch nadenken. Bijvoorbeeld: hoe moet die zuurstof uit dat verrijkte water in je bloed komen? Dat gaat niet via de weg die water neemt, namelijk via je maag en darmen, maar via je longen. Voor andere claims heb je soms behoorlijk wat vakkennis nodig, en daar is dus een belangrijke rol weggelegd voor integere deskundigen.

Tot slot speelt media-wijsheid een rol. Media geven soms een heel rare draai aan onderzoek, en veel onzin wordt via de sociale media eindeloos herhaald.

Het is goed om sceptisch te blijven om niet in die onzin te trappen. Gebrek aan scepsis heeft zelfs vergaande consequenties. Al die niet-werkende nepmiddelen leiden af van het echte werk en kosten geld en tijd die je niet aan wel-werkende oplossingen kunt besteden. En er is echte schade. Op basis van holle claims is de omzet van de dieet-industrie bijvoorbeeld 71 miljard per jaar, en worden we gemiddeld alleen maar dikker – en ongelukkiger. Het belangrijkste effect van al die diëten is immers het beruchte jo-jo’en.

De sprekers, Asker Jeukendrup en Nick Tiller, waren zeer eensgezind in hun – voor mij dus verrassende – conclusie dat onderwijs in kritisch denken onontbeerlijk is. Daar begint het detecteren van bullshit. Ja, op de basisschool al, tot en met het hoger onderwijs. Ze zien dat echter veel te weinig. Ik kan het belang alleen maar beamen. En mijn ‘andere’ vak heeft daar een rol in te spelen: leren de sturende kracht van taal te doorzien.

 

25 mei 2023|Categories: Trainer|0 Comments

Mijn seizoentje zit erop

Ik ben twee triathlons verder dan woensdag. Ze waren leuk! Het ging allebei goed, en er waren contrasten: donderdag was een nieuwe triathlon, vanochtend mijn vijfde deelname in Ter Aar, dus op vertrouwd terrein. Donderdag was het warmer dan gevreesd dankzij de zon die er net doorheen kwam, vanochtend was het koeler en winderiger dan gedacht; de zon liet zich niet zien.  Manlief deed donderdag zelf ook mee; vandaag was hij chauffeur, soigneur, supporter en hij maakte foto’s, dus die in deze post zijn allemaal van Ter Aar en niet van de Biesbosch.

Het gaat me op het ogenblik vooral om het fietsen, en dat ging allebei wel goed, al viel vandaag me een beetje tegen. Dat lag deels aan de wind. Ik had donderdag 33,7 km/u gemiddeld gefietst, niet helemaal voluit gaand, en ik had gehoopt vandaag wel voluit en dan door de grens van de 34 te gaan, voor het eerst ooit. Maar daarvoor woei het dus te hard. En misschien was ik ook in iets minder goede doen: de twee tussenliggende dagen voelde ik me wat brak: moe, onrustig geslapen, gister verhoogde rusthartslag. Ik twijfelde toen zelfs nog of ik wel zou kunnen starten, maar vandaag is beter. Ik kwam uit op een NP van 5 Watt hoger dan donderdag, en beide triathlons braken eerdere vermogens-records. Maar dus nog geen snelheidsrecord. Naar omstandigheden heb ik gewoon goed gefietst. Het voelde ook lekker. Donderdag ook trouwens.

Zwemmen was allebei de keren okee. De watertemperatuur donderdag viel me mee (graad of 17) en het was een mooi plasje. Vandaag raakten we op het laatst met z’n vieren in de baan in een inhaal-veldslag verwikkeld, maar dat is in het zwembad altijd wel even zo.

Relatief heb ik vandaag beter gelopen, mede dankzij het koele weer – 1 seconde per kilometer langzamer dan donderdag, maar ik had meer gegeven op de fiets, dus dat is okee. Het harde fietsen voel ik sowieso wel, dat moet ik bij het lopen bekopen, maar dat was dit seizoen de bedoeling. Net zoals het ook okee was dat wisselen beide keren traag ging, daar laat ik toch wel veel liggen. Vandaag kreeg ik m’n schoenen niet aan. Daar ben ik totaal niet mee bezig geweest; als ik weer serieus met triathlon aan de slag wil, moet ik daarom andere hardloopschoenen.

Waar ik donderdag heb genoten van het parcours, met hardlopen over een klein paadje langs uiterwaarden met ganzen en schapen, moest ik vandaag accepteren dat voor het eerst Ter Aar geen Ter Huh werd. Nouja, dat is dan maar zo. Het blijft een leuke triathlon, kleinschalig en overzichtelijk en van alles wat. Het was wel iets anders omdat er minder startseries op de 1/8e en kwart waren, en in plaats daarvan jeugdcompetitie. Daardoor was het veel drukker, want jeugd heeft meer toeschouwers en begeleiders.

Grappig: mijn buurman in de wisselzone, en dus ook baangenoot bij het zwemmen, was steeds in de buurt. Dat heb ik nooit eerder meegemaakt, dat iemand anders op alledrie de onderdelen ongeveer even hard gaat als ik. Uiteindelijk heb ik hem met een paar seconden verslagen. Het was beide keren gezellig, donderdag met veel debutanten ook.

Donderdag keek ik een beetje op mijn neus dat ik in het kleine startveld drie leeftijdsgenotes voor me had, waarvan er één ook nog harder had gefietst. Vandaag eindigde ik in het linkerrijtje van de vrouwen (12e van 27). Ik doe nog steeds lekker mee! En nu het vizier dus nog meer richting fietsen. Hopelijk onder wat gunstigere omstandigheden van weer en lijf dan de afgelopen maanden.

Tot slot toch nog één foto van donderdag: de leukste medaille ooit, voor mij als knaagdierliefhebber:

 

21 mei 2023|Categories: Fiets, Triathlon algemeen|1 Comment

Mijn seizoentje gaat beginnen

Morgen doe ik mijn eerste triathlon van het seizoen, en dan meteen zondag nog een, allebei de 1/8e.  En dat is het dan ook voorlopig. Nouja, ik doe er ook nog een als fietser in een duo of trio, en misschien eind september ook nog wel een. Maar na zondag gaat ook hardlopen in de onderhoudstand en gaat de focus dus nog meer op het fietsen, met nog drie maanden tot aan mijn hoofddoel. Van de twee aanstaande triathlons is die van morgen een opwarmertje, om er weer even in te komen, en vooral ook: genieten van het parcours. Zondag wil ik in Ter Huh zo hard mogelijk fietsen, als tussentijds testje weer.

Dit is dus opnieuw een schakelmoment in het seizoen. Het zit voor mijn gevoel kort op het vorige, en helaas heb ik in de tussenliggende weken weer niet onbekommerd kunnen trainen. Waar ik tussen eind februari en 9 april last had gehad van drukte, familieomstandigheden en gekneusde ribben, had ik sindsdien nog steeds wel wat drukte en omstandigheden, last van m’n rug als gevolg van die ribben, een zo-zo trainingsweekend en meteen daarna, jawel, werd ik verkouden. Dat was ik de hele winter nog niet geweest, sterker nog, het was op de dag af 51 weken geleden, voor mij nogal bijzonder, zeker in een winter waarin er nogal wat virussen zijn rondgegaan.

Dus op dat punt mag ik niet mopperen, maar door de timing kreeg ik wel wat zelfmedelijden: wéér niet lekker kunnen trainen, ik krijg de regelmaat er maar niet in. Ik moest bovendien leuke dingen afzeggen en had enkele saaie en hangerige dagen. Vorige week had ik zelfs een dagje verhoging en ik snotter nog steeds – wat bij mij altijd lang duurt.

Nou goed. Ondertussen kregen twee mensen in mijn omgeving veel slechter gezondheidsnieuws, dus waar zeur ik over. Ik heb het al vaker gezegd: als op mijn leeftijd verkoudheid je grootste gezondheidsprobleem is, valt het allemaal nogal mee.

En oja, over het gebrek aan onbekommerd trainen: het is ook nog eens heel vaak slecht weer. Met – gelukkig – een enkele uitzondering, zoals afgelopen zondag, toen ik gelukkig net weer genoeg was opgeknapt om samen met Nicole mee te doen aan de Vestingloop Hellevoetsluis, een werkelijk schitterend parcours:

Nicole in actie op de vesting

Morgen wordt ook gewoon koud, voor een triathlon op Hemelvaartsdag. Ik heb zin in het verzetje, ben benieuwd naar het parcours; als ik kan sporten, gaat dat best wel lekker. Ondanks alles heb ik er dus gewoon zin in!

 

17 mei 2023|Categories: Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Comments

Zwemverval valt mee

Van de drie triathlonsporten is zwemmen er de laatste tijd bij mij bekaaid afgekomen: naast het winterzwemmen, dat meer om de temperatuur ging dan om het zwemmen zelf, ging ik nog één keer per week naar het zwembad voor onderhoud. Ik had in de herfst nog wel wat tempo’s gezwommen, maar toen zakte m’n snelheid voor mijn gevoel zo hard weg dat dat wat pijnlijk werd. Ik wist: het is een keuze om voluit voor het fietsen te gaan. Maar toch deed het auw.

Dus dan maar geen tempo’s meer. Ik heb steeds vooral techniek gedaan en verder wat aangeklooid, daarbij wel steeds een aardig volume (1500-2000 meter) zwemmend. Steeds rekening houdend met de relatie tot de andere sporten, dus het soms doelbewust als hersteltraining gebruikend: benen in de pullbuoy. Me er wel mee vermaakt, onder andere door een paar keer ‘buiten de deur’ te zwemmen (Barendrecht, Schiedam). Maar dat was wel zoeken.

En toen kwam er vanaf eind februari ook nog een lastige tijd met gekneusde eerst pink en daarna ribben. Ik heb een week of zes niet of aangepast gezwommen.

Ik was benieuwd hoe ik ervoor sta, vooral met het oog op de zwembad-triathlon die eraan zit te komen. Daar delen ze de banen in op basis van verwachte zwemtijd. Haal ik de tijd nog wel die ik had opgegeven, 10:30?

Vorige week heb ik de schade bepaald door een testje te zwemmen. Waar ik op m’n snelst op de lange afstanden op een duurtempo van 29″/baantje uitkwam en vorig jaar nog op zo’n 30″ kwam ik nu uit op 31″. Dat valt me echt alles mee!

En ja, dat komt dan goed qua baan. Ik zou dan ongeveer 10:20 moeten kunnen zwemmen zelfs, al wil ik het kalm aan doen om vervolgens te knallen op de fiets.

Het blijft toch gek met dat zwemmen. Vorig jaar viel het me tegen dat m’n snelheid stagneerde, achteruit ging zelfs, ondanks toegewijd trainen. De afgelopen maanden klooide ik maar wat aan, en valt het verval me alles mee!

 

9 mei 2023|Categories: Zwem|0 Comments

Soms loopt het anders

Ik ben vandaag onverwacht een rustig dagje thuis. Ik zou eigenlijk nog met maatje Jo in Limburg fietsen, maar het liep anders.

Het begon eigenlijk al anders te lopen eind maart. We zouden namelijk eigenlijk vanaf 30 maart vier dagen gaan, lekker fietsen in de heuvels. Maar we waren toen allebei niet in goeden doen, en de weersverwachting was dramatisch slecht, met veel regen en kou. We hebben toen kort van tevoren geannuleerd en daar geen spijt van gekregen.

Het tripje verzet naar de afgelopen dagen, en vanwege de hogere kosten in de mei-vakantie een andere overnachtingsplek gekozen. Opnieuw hadden we een beetje zorgen over het weer: veel regen in de voorspellingen, vrijdag zelfs ‘code geel’, maar de Buienradar gaf ons ook wel goede hoop.

Ik had er zin in. Het is in meerdere opzichten een veeleisende tijd geweest, fijn om er even tussenuit te gaan. Ik voelde dat meteen bij vertrek: ah, lekker! Ik was ook net weer uit de kreukels en had dus zin in veel fietsen, lekker buiten zijn en de gezelligheid van samen op stap.

Jo opgepikt bij het station en koers gezet richting Limburg. We hadden vanwege die weersverwachting geen haast. In de auto regen, maar uiteindelijk een aardig rondje Meinweg kunnen doen. Beetje regen, de enige heftige bui viel toen we net in de buurt waren van een riante bushalte waar we konden schuilen. Mooi tochtje, het meest in Duitsland, onder andere langs een voormalige munitie-opslagplek (foto).

Alleen schakelde mijn fiets voor geen meter en moest ik twee keer lopen toen het wat serieuzer omhoog ging. Fiets is net 21 geworden en tobt al een tijdje met weigerachtige achterderailleur. Dat gaf wat zorgen voor de volgende dagen, maar ik had wel goede hoop op een Limburgse fietsenmaker.

Toen we aan het eind van de middag doorreden naar Zuid-Limburg, kwamen we wel in serieuze hoosbuien terecht, maar toen zaten we zelf droog natuurlijk. Genoeglijk avondje in de herberg, met een lekker biertje erbij.

Relaxed naar bed, en ik dacht: ik val zo lekker om voor een lange nacht.

Niet dus.

Om middernacht ben ik maar eens een tijdje naar buiten gegaan voor de verandering, en om twee uur ben ik er ook nog even uit gegaan. Daarna, rond een uur of half 3, ben ik in slaap gevallen, tot half 8. Toen werd ik wakker met een ochtendhumeur van jewelste. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Ik ben geen heel goede slaper, maar de laatste tijd gaat het eigenlijk gewoon goed. Het was een beetje benauwd en het bed was niet super, maar ik heb wel eens onder slechtere omstandigheden geslapen, of korter geslapen zonder zo’n donderbui om m’n hoofd bij het wakkerworden. Jo had ook beroerd geslapen, frappant.

Enfin, na een goed ontbijt afgedaald naar Mechelen en daar overtrof de fietsenmaker m’n stoutste verwachtingen: voor acht euro m’n derailleur afgesteld en en passant ook nog even m’n ketting gesmeerd en de voorrem rechtgezet. Hulde, Hub Nix!

Daarna onderweg voor een langere tocht Wallonië in, langs de stuwmeren van Gileppe (foto – in het echt indrukwekkend!) en Wesertal.

Lekker gefietst, ondanks wat miezerregen en de beruchte kwaliteit van het wegdek in Wallonië. Het is een hoek van België die ik eigenlijk amper ken. Prachtig en afwisselend landschap. Veel rustiger dan in Limburg. Schakelen ging goed, al duurde het lang voor ik er weer echt vertrouwen in kreeg. Daar zal dat maar langzaam opklarende ochtendhumeur ook achter gezeten hebben.

Eind van de middag terug. Opnieuw een genoeglijk avondje in de herberg.

En opnieuw een beroerde nacht.

Nog veel beroerder eigenlijk: dit keer was ik om half 5 nog wakker, daarna ben ik in slaap gevallen, tot tegen achten. Het was weliswaar eerst gehorig, zowel uit het restaurant als van de bovenburen, maar dat was ook weer niet zo erg dat het de slapeloosheid kon verklaren, en na middernacht was het stil. Ik snapte er weer niks van. Dit was zelfs voor mijn doen in slechte tijden zeer extreem – mijn slechtste nacht sinds de allerergste vlaag tijdens de overgang, in 2016.

Ergens om een uur of 2 bedacht ik ineens: ik wil hier weg, ik wil naar huis. Er is iets helemaal niet pluis hier, dat vertelt mijn lichaam mij; ik weet niet wat het is, maar ik ga mezelf dit niet nog een derde nacht aandoen.

Wat daar zeker een rol in speelde was dat ik nog 225 kilometer moest autorijden. Twee slechte nachten is daardoor eigenlijk al geen porem, dat weet ik, maar een derde, oef… Ik durfde er niet op te vertrouwen dat ik die derde nacht wel zou slapen, en ik weet ook dat de gedachte ‘ik moet wel slapen want anders kan ik morgen niet autorijden’ funest is voor je slaap. Ik ben best wel ervaringsdeskundig in mezelf door slechte nachten loodsen, maar hier hield het voor mij op.

Jo moest er even over denken, maar ook zij had opnieuw een slechte nacht gehad, en ze wilde dus wel mee. We hebben eerst nog een kort rondje gefietst over een paar van de klassieke Limburgse klimmetjes: Camerig/Vijlenerbos, Vaalserberg/Drielandenpunt (foto) en Schweiberg.

Dat is altijd leuk en Limburg lag er prachtig bij, met de fruitbloesem en opvallend veel paardebloemen. Het was droog maar wel wat dreigend en dus ook een beetje drukkend warm. Ik had brakke benen: de dag ervoor was best lang geweest voor mijn huidige getraindheid, en ik was natuurlijk niet goed hersteld. Slapen is daar nogal belangrijk voor.

We zijn ’s middags teruggereden. Gelukkig ging dat allemaal goed – wel met opnieuw een hoosbui. Jo ontdekte dat er geen treinen reden tussen hier en Den Haag en besloot toen om bij ons vandaan naar huis in Haarlem te fietsen. Gelukkig hoefde ik zoiets niet meer – ik was thuis en bij manlief, en ik voelde een nog grotere opluchting dan vrijdag bij vertrek.

Ik heb in m’n eigen bed dik 9 uur geslapen en voel me vandaag een ander mens, zeker na de herstel-yoga ‘XL’ (anderhalf uur) van vanochtend (veel rekken en losmaken, beetje core met Adriene’s upper back love, yoga for the spine en runners yoga). Daar had ik zomaar alle tijd voor.

Waar ik gister nog dacht: ‘waarom zit het nou de hele tijd maar niet mee?’ denk ik vandaag vooral: ‘weggaan was een goede beslissing’. Het liep anders dan verwacht, maar ja, ik heb óók lekker gefietst, ben veel buiten geweest (bij aangename temperatuur en qua regen goed wegkomend), en ik heb gezelligheid ervaren.

En tot slot was het goed om te merken dat thuis zo fijn kan zijn.

 

8 mei 2023|Categories: Fiets|1 Comment

Recente berichten

Ga naar de bovenkant