Zwem

Er schiet er altijd eentje bij in

De kunst van de triathlon is dat je de drie sporten in balans met elkaar ontwikkelt. Je kunt je een ongeluk fietsen, maar als dat ten koste gaat van de andere twee sporten, is het toch niet handig. Het lijkt er bij mij op dat er altijd wel één sport in de verdrukking zit. In de winter is dat bewust: dan fiets ik niet om ruimte te maken voor de andere twee. Dat gaat prima: ik pik het fietsen makkelijk op. Maar nu ik daar weer mee begonnen ben, schiet het zwemmen erbij in.

Deels is dat een rechtstreeks gevolg van het fietsen, dat de meest tijdrovende van de drie sporten is. Een Paasthuistrainingskamp van 16 uur fietsen met ook nog eens beperkte openingstijden van zwembaden vanwege de feestdagen, dat kost me een zwemtraining. Deels is het ook een kwestie van een paar andere omstandigheden:

  • Een training overgeslagen en nog één heel voorzichtig gedaan vanwege een iets pijnlijke schouder. Is nog niet 100 %, volgende week naar de fysiotherapeut, misschien heeft het een andere oorzaak dan zwemmen, er zit wel eens vaker iets vast daar.
  • Een beetje motivatiedip omdat ik weer een seizoen en een cursus verder ben en alles beter gaat (of lijkt te gaan) behalve net datgene waar het om gaat: lange afstanden zwemmen. Ik ben daarop eerder trager dan sneller geworden weer, bleh, ik snap er niks van. Want ik zwem losse baantjes harder, ik zwem met minder slagen per baantje, ik ga met pullbuoy harder, voor mijn gevoel ‘stuw’ ik beter en ben ik technisch dus echt beter gaan zwemmen… maar het lijkt allemaal niet uit te maken als het langer duurt dan zo’n 250 meter.
  • Ik ‘moet’ al op 17 mei in open water zwemmen, en met de huidige watertemperatuur heb ik daar een hard hoofd in. Gedachten daaraan spelen me ook parten. Misschien gaat het zwemmen dan nog wel  niet door, misschien wordt het overleven – als het nét door mag gaan, kan ik amper borstcrawlen, want in heel koud water kan ik dan niet ademhalen. Dan moet ik schoolslag zwemmen, maar dat gaat weer amper in mijn wetsuit. En zonder wetsuit bevries ik helemaal. Dus ik moet hopen op een dijk van een hittegolf in de komende weken!

En dan zit ik dus al in de sukkel en dan gaat het zoals gister: kom ik om 3 uur bij het Van Maanenbad, is dat dicht. Ze zijn nog bezig met de verhuizing van de tijdelijke zwemtent terug naar het gewone zwembad, dat net gerenoveerd is. Ik dacht dat dat al achter de rug was. En ’s avonds kon ik niet. Urgh, weer een zwemtraining kwijt. Vast niet helemaal toevallig…

Tweet @vanmaanenbad dat ze over 2 nachtjes slapen weer open gaan

Deze tweet zag ik pas toen ik alweer thuis was…

 

Door |2015-04-10T16:34:39+02:0010 april 2015|Zwem|0 Reacties

Een nieuwe lente en een nieuw geluid

Nouja, mei is het nog niet en ik vond het van de week af en toe nog best frisjes, maar soms ook al heel lekker en het weerbericht voor het weekend is veelbelovend (bron):

weerberichtDie piekjes gaan naar 14 à 15 graden! In ieder geval heb ik deze week mijn seizoen laten kantelen, zo voelt het: van winter naar zomer. Dat wil zeggen dat ik overstap van 2-0-3 (+1) naar 2-2-2 en liefst zelfs naar 3-2-2, als dat lukt. De getallen slaan op het aantal trainingsmomenten per sport, in de triathlonvolgorde. Dat wil zeggen:

– Ik blijf twee keer zwemmen maar liefst drie keer in de week. Nouja, tenminste…Vorige week was ik zo enthousiast, en toen dacht ik: en nu doorpakken. Maar vandaag, bleh… nouja, het blijft zoeken. Die derde keer brengt met zich mee dat ik combi’s van sporten moet maken of twee keer op één dag moet gaan trainen om ook nog een rustdag over te houden. Ik doe dat sowieso wel eens, maar als het ‘moet’, maakt dat de planningspuzzel een stuk ingewikkelder, dus dat zal niet altijd lukken.

– Ik ga weer fietsen, met één keer spinning en minstens één duurtraining in de week, zo gauw mogelijk richting de vier uur die ik dit seizoen nodig heb (wat ik als niet zo veel ervaar). Ik ben gister wezen spinnen en dat was de echte aftrap van het seizoen dus. Het ging hartstikke goed, althans, voor zover ik kon bepalen, want op zo’n spinningfiets heb je geen idee van snelheid of vermogen. Maar ik kon prima diepgaan. Zondag ga ik op de fiets naar Den Haag, daar ben ik vrijwilliger bij City Pier City. En nee, dat is niet op de nieuwe fiets, dat is daarvoor niet zo handig. Bovendien: die staat nog in winterstand, op de tacx. Ik hoop hem daar volgende week uit te verlossen – ik popel, maar heb dit weekend verder geen tijd. Morgen lange duurloop, en dan is het ook nog WK allround én Strade Bianche. Drukdrukdruk!

– Ik ga van drie naar twee keer in de week hardlopen, en dat betekent dat het echte opbouwen erop zit en dat ik de komende tijd behoud wat ik heb. Af en toe een lange duurloop, verder nog eens per week een training bij RA meer op snelheid.

En de (+1), dat was krachttraining en planken, die training is geen losse meer, maar die doe ik in verkorte vorm vóór spinning, als ik dan toch in de sportschool ben. Ook niet meer opbouwend, maar gericht behoud van wat ik nu heb. Nouja, met planken wil ik nog één stapje zetten: ik ben gevorderd tot 4,5 minuut, mijn doel was 5. Maar goed, dat lukt nog wel natuurlijk. Sowieso ben ik dik tevreden over de progressie qua krachttraining, maar daarover een andere keer meer.

(Zie ook mijn eerste blogpost, over mijn wintertrainingsschema en trainingsdoelen)

Door |2015-03-06T16:14:46+01:006 maart 2015|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Het komt als je het niet verwacht

Zit ik al de hele middag in mijn hoofd met dat belegen nummer van de Tröckener Kecks: Danig in de war. Vanwege die ene regel erin: ‘Want het komt als je het niet verwacht’. Dat dacht ik toen ik tussen de middag uit het zwembad kwam.

Ik had van dat zwemmen namelijk niks verwacht. Het ging de laatste tijd sowieso wat moeizaam: enorm zoeken naar de techniek, en maar al te vaak vond ik hem niet. Ik had het idee eerder langzamer dan sneller te worden, en ik had daarover al contact met Roy, mijn leraar van Zwemanalyse. Bovendien ben ik verkouden, niet ernstig, alleen gister net erg genoeg om niet te trainen. Vandaag fit genoeg om wel te gaan, ik had er weer zin in, maar ik hoestte nog wel, en dat maakt zwemmen niet zo makkelijk.

En tot slot was ik op de fiets onderweg naar het zwembad bijna van mijn sokken gereden door een auto van wie ik ondanks haaientanden geen voorrang kreeg. Dat was echt op het nippertje, en toen ik me omkleedde, trilden mijn handen nog van de schrik.

Dus, dacht ik: therapeutisch zwemmen. Als het maar lekker is. Verwacht geen enkele prestatie.

En toen ging het dus geweldig. Voor het eerst sinds de laatste les van de Zwemanalyse-cursus, een dikke maand geleden, had ik het gevoel dat ik ‘m weer echt raakte – want daar gaat het om, dat ik met mijn onderarm en hand echt stuw, tégen het water, in plaats van die arm met mijn elleboog naar achter te trekken, dóór het water. Ik heb op vrijdag altijd een vaste baangenoot, en die zei dat hij me nog nooit zo hard had zien zwemmen. Terwijl ik bewust heel rustig zwom vanwege de rochel in mijn keel.

Vandaar: het komt als je het niet verwacht. En dat heb ik met sporten wel vaker: dat ik het beste presteer op momenten dat ik het het minste verwacht. Zo deed ik mijn beste triathlon op een zondag nadat ik de week ervoor verkouden was geweest en pas op vrijdag had besloten te gaan starten, zo van: we zien wel.

Als ik die ‘we zien wel’ en ‘als het maar lekker is’-houding nou eens zou kunnen meenemen naar momenten dat het er wél om gaat… da’s nog een hele mentale uitdaging!

Door |2015-02-27T17:17:14+01:0027 februari 2015|Zwem|0 Reacties

Taaie week met aan het eind hulp van een knechtje

Een taaie trainingsweek deze week, en dat komt dan vooral neer op mentaal trainen, in de zin van: de moed erin houden. Dinsdag en donderdag liep ik voor geen meter, en daar waren misschien wel wat verzachtende omstandigheden voor (moe en uit mijn hum van andere dingen, iets last van mijn darmen), maar de twijfel slaat makkelijk toe: mijn progressie ten opzichte van vorig jaar valt tegen, en ik hoef toch niet van één keer 25 kilometer lopen een hele week bij te komen? En zwemmen ging ook maar matigjes, waarbij ik dan óók denk: waar blijft toch de progressie, en zwem ik nou zelfs na de derde cursus nog steeds niet wezenlijk makkelijker/sneller?

Maar dit weekend leefde ik wel weer wat op. Gister een okee trainingsloop gelopen, in Vlaardingen weer, vandaag bedacht dat ik me met zwemmen echt alleen maar op techniek moet richten en niet in de bekende valkuil moet vallen van te snel weer te hard of te lang willen zwemmen. Dat hielp wel, zo schep ik ruimte om bewuster naar die betere techniek te zoeken.

En het weekend werd helemaal leuk omdat ik vrijdag mijn verjaarskado kreeg van manlief, ik kondigde het al eerder aan en nu was het dan zo ver: een witte Suunto Ambit 2S multisporthorloge:

Het horloge, van de Suunto-site

Zo kon ik gister het tempo van de pacers controleren, en vandaag voelde het helemaal sjiek, want hij telt mijn baantjes voor me, en dat voelt alsof ik een knechtje langs de zwembadrand heb zitten met een telraam. Erg leuk dus! En het betekent ook dat vanaf nu mijn ‘moves’ te volgen zijn: online trainingslogboek.

Door |2015-02-15T18:38:12+01:0015 februari 2015|Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Zwembed

Ik lig tegenwoordig elke nacht urenlang in het zwembad:

Zwembed-dekbedovertrek

Lachen, hè, zo’n dekbedovertrek? Het was een tip van HermanB van het Triathlonforum. de dekbedovertrek is van Snurk, en het is niet alleen grappig, maar ook gewoon een prima overtrek met lekker lange instopstrook.

Nu nog kurken in het midden en nachtkastjes als startblokjes!

Door |2015-02-08T16:23:21+01:008 februari 2015|Zwem|0 Reacties

Lekker

Ik heb deze week een lekkere trainingsweek, zo realiseerde ik me gister. En met dat lekker bedoel ik dan wel twee verschillende dingen; de betekenis van het woord verschilt per sport:

  • Lekker lopen is dat ik deze week gelopen heb zonder hinder, dus zonder beperkingen. En dat was alweer even geleden. Ik heb ongeveer twee maanden doorlopend iets gehad, allemaal niks echt ergs, maar toch: overbelaste kuiten na een techniektraining, iets zere knie nadat ik me thuis op de trap verstapt had, lang zere benen na een matige halve marathon, verkouden, en toen dat er allemaal op zat, had ik ‘gewoon’ twee weken waarin ik wat moeïg was door een paar keer slecht slapen en enige werkstress. Ik zei al: niks bijzonders allemaal. Maar wel heel lekker om een week te hebben waarin ik weer helemaal de oude ben en dus zonder pijn, zonder zorgen, zonder futloosheid loop.
    Lekker is dan dus vooral de afwezigheid van ongein.
  • Lekker zwemmen was deze week: stappen vooruit. Maandag zwom ik, in het toch al lekkere zwembad van Vlissingen, mijn snelste 100 meter ooit, in 1’54; vandaag evenaarde ik die tijd.
    Maar beter nog: woensdag had ik mijn derde en laatste les van de Zwemanalyse-elitecursus, en daar viel een groot kwartje, of de puzzelstukjes kwamen samen. Ik was al wekenlang aan het zoeken naar de goede coördinatie van vooral mijn linkerarm bij het stuwen, het wegduwen van het water in het tweede gedeelte van de doorhaal. Soms lukte het, vaak niet. Ik had al het idee dat het lag aan mijn ademhaling, en inderdaad hielp woensdag eerst zwemmen met een snorkel, maar later vooral ook: mijn benen bewust nog véél rustiger houden. Ik ben net weer gaan uitproberen, en als ik bewust vanaf mijn heupen mijn lef met of zonder pullbuoy even rustig houd, verstoor ik mijn slag niet en kan ik zowel links als rechts beter druk opbouwen.
    Volgens Roy van Zwemanalyse lukt dat nu trouwens alleen maar omdat ik in de afgelopen weken beter heb leren stuwen, want dat is het ingewikkelde bij zwemmen: alles hangt met alles samen. Maar woensdag had ik dus het idee dat dat alles ineens een stuk beter met de andere alles samen kwam te hangen. Ik heb de cursus dan ook met een zeer tevreden gevoel afgesloten, en ik vind hem ook voor herhaling vatbaar.
    Lekker betekent hier dus: ik heb wat geleerd en ik boek progressie. Ik kan het zelfs voelen bij het zwemmen, en die krachtigere doorhaal, dat gevoel van mezelf voortduwen ten opzichte van het water, dat alleen al is lekker.

Twee keer lekker, lekkerlekkere week dus!

 

Door |2015-01-23T14:50:32+01:0023 januari 2015|Loop, Zwem|1 Reactie

Spulletjes

Ik ben denk ik voor een triathleet niet eens zo heel erg op spulletjes gericht, maar de afgelopen weken kon ik er niet omheen: ik heb bakken met geld uitgegeven. Dat hing vooral samen met de nieuwe fiets. Dat klinkt al meer recht-toe-recht-aan dan het is, want daar ging een bike-fitting aan vooraf, er moest een ander zadel op en zo’n fiets wordt geleverd zonder pedalen, dus die kwamen er ook nog bij.

Nouja, en toen dacht ik: goed om binnen aan de houding te wennen, dus toen kwam er ook nog een tacx, met een speciaal trainingsbandje. En bij de bike-fitting waren me andere schoenen geadviseerd, met een ophoging van mijn rechter-schoenplaatje, dus toen kwamen er nieuwe schoenen en twee sets (ook voor de oude) van die ophoog-dingetjes. En toen ik toch bij Tri-Run was, nam ik ook maar een elastiek mee om de zwembeweging ‘droog’ mee te oefenen. En toen was ik op dreef, dus bij de Zesdaagse viel mijn oog op een mooi dames-fietsshirt. Kassa!

Allemaal geen probleem zo lang het met mijn omzet goed gaat. Je kan maar een hobby hebben, hè, en triathlon is sowieso een dure sport, met materiaal én voorzieningen voor drie sporten.

Maar over dat ‘geen probleem’: die nieuwe pedalen, daar is er al één van stuk. Ik had BBB-pedalen gekocht, ‘road dynamic’, want die zijn compatibel met mijn stokoude Look-pedalen die op mijn racefiets zitten en die niet meer gemaakt worden. Die nieuwe pedalen zaten extreem strak: ik kwam er zelfs op de tacx niet mee uitgeklikt. Het ene kon ik nog wel losser draaien, maar zelfs in de loste stand durf ik er niet mee de weg op. Het andere, daar zat geen beweging in, en in een poging het stelschroefje los te draaien, brak het af.

pedaal met afgebroken stelschroefjeGrumble.

Nouja, ik ga ermee terug natuurlijk, en ondertussen ben ik via het Fiets-forum een setje tweedehands Look-pedalen aan het regelen, want ik heb niet meer zo veel vertrouwen in die BBB’s, daar waar die oude Looks mij al bijna 13 jaar trouw van dienst zijn.

Ondertussen ben ik ook nog aan het koekeloeren voor een nieuw sporthorloge, maar dat koop ik niet zelf, dat krijg ik van manlief voor mijn verjaardag. Dus wat het precies wordt, is aan hem, maar ik denk, na enig wikken en wegen, de Suunto Ambit 2S. Dat is de concurrent van de Garmin Forerunner 910, en dat is weer de marktleider bij de triathlon-horloges. Manlief zelf heeft veel betere ervaringen met Suunto dan met Garmin, dus dat hakt de knoop door, en bovendien zijn de horloges min-of-meer gelijkwaardig. Tenminste, dat haal ik uit de review van DC Rainmaker.

Ga er even voor zitten, voor die review. Want het is al nogal grondig, en dan volgen er ook nog 1500 reacties. Die DC Rainmaker doet ongelofelijk grondig review- werk in de triathlon-materiaal-wereld. En dat is wat ik bedoel met: ik ben niet eens zo heel erg van de spulletjes.

En nog een argument daarvoor: van zowel Suunto als Garmin zijn er nieuwere modellen, maar die hebben allemaal ‘fratsen’ waar ik niks aan heb, vooral vanwege de bluetooth-verbinding met je telefoon. Ik heb niet eens een smartphone! Maar nu dus wel een gloednieuwe fiets, zadel, pedalen, tacx, schoenplaatjes, wiggetjes, elastiek, shirt, nog een shirt (nog een verjaardagscadeautje), en wat vergeet ik nog? Oja, bijna dat horloge dus. Daarover later meer.

Door |2015-01-20T21:55:35+01:0020 januari 2015|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Zwemvierdaagse (slot)

Kijk nou:

Medaille zwemvierdaagse

De Zwemvierdaagse volbracht dus, en het was verder ook erg leuk. Het bleef in dat laatste uur steeds erg rustig, en zo kon ik elke dag lekker m’n baantjes trekken.

Ik heb alle vier de keren 40 baantjes rustig achter elkaar doorgezwommen, de hele tijd bezig met techniek. Ik ben tevreden over hoe die zich ontwikkelt. Vallend kwartje deze week was dat het zou kunnen zijn dat het links minder goed gaat dan rechts omdat ik tijdens de doorhaal met links ademhaal, en dan dus met mijn aandacht meer bij dat ademhalen zit dan bij het goed plaatsen en stuwen met m’n rechterhand (een tip in de meest recente analyse van Roy van Zwemanalyse.nl). Vandaag heb ik me tien baantjes achter elkaar op die linkerhand gericht, en dat hielp. Mijn linkerarm werd er wel moe van, misschien laat ik die anders net iets te veel zwabberen.

En elke dag was er wel iets bijzonders:

  • Dinsdag zwommen we overdwars, want de beweegbare bodem van het ondiepe was stuk, er stond maar een paar centimeter water op en ze waren bezig met een spoedreparatie. Dat was een boel keerpunten en piepkleine baantjes, want het zwembad is maar vier banen breed. Het vele keren wende echter wel.
  • Woensdag waren er naderhand oliebollen en heb ik een babbeltje gemaakt met de badmeester, die onder andere vertelde dat ze voor zo’n eerste keer tevreden waren met de 55 deelnemers. Ze hopen dat het evenement bekender en populairder wordt, zeker ook in de buurt.
  • Vandaag was er dus die medaille, waarmee ik door een luikje in de tijd stapte: ik weet zeker dat ik vroeger ook zo’n medaille gehad heb, ze zijn sinds de jaren zeventig niet van vormgeving veranderd! Dit is de bronzen, want het is de eerste keer. Op naar zilver, want ik vond het beslist voor herhaling vatbaar.
Door |2015-01-02T17:12:32+01:002 januari 2015|Zwem|0 Reacties

Terugblik: hoogte- en dieptepunten van 2014

Het is de dag van het jaar om terug te blikken, in dit geval op mijn sportjaar 2014. Het is niet echt een duidelijk hoogtepunt, maar toch belangrijk het afgelopen jaar: mijn beslissing om inderdaad te gaan trainen voor die ene hele triathlon in 2016. Ik had dat al eerder bedacht, en de beslissing afhankelijk gemaakt van mijn progressie in het afgelopen jaar: ik wilde met hardlopen en zwemmen een stap vooruit zetten, zonder in te leveren bij het fietsen, en dus in totaal een betere triatleet worden.

Dat laatste: niet inleveren bij het fietsen en dus een betere triatleet worden, dat is gelukt. Na al dat hardlopen in de winter hoefde ik mijn fiets maar te zien of de fietsvorm was er, en in de eerste de beste triathlon, die van Ter Aar in mei, verraste ik mezelf met een dik PR op de kwart triathlon: maar liefst 20 minuten sneller, hét hoogtepunt van het jaar. Ik was met lage verwachtingen gestart: mijn PR op de kwart stond nog niet bepaald scherp, maar ik was verkouden geweest en had pas op vrijdag besloten dat ik toch wel kon starten. In het gunstigste geval had ik verwacht 10 minuten sneller te kunnen zijn dan dat PR, en ik kon dus de klok niet geloven toen ik over de finish kwam.

Het was zo’n dag waarop op de fiets alles lukt: ik reed 40 km lang rond mijn omslagpunt zonder een centje pijn. En zonder mijn benen zo uit te putten dat ik daarna niet meer kon lopen, en ook dat ging goed. Verder was het ook een prachtige dag, zelfs de autorit naar Ter Aar was al mooi, met de zon die door nog wat mistflarden kwam. Later op de dag werd het zelfs echt warm, maar gelukkig was de start vroeg. De zwem- en fietsfoto’s bovenaan dit weblog zijn van die dag, en hier is om het compleet te maken dan een loopfoto (manlief was mee als fotograaf):

lopen ter aar
Later volbracht ik ook nog een 1/3 triathlon en verbeterde ik op de 1/8 ook mijn PR. Dus, die ervaringen gaven de doorslag om te zeggen: ik ga voor die hele. Ondanks dat die gewenste progressie bij lopen en zwemmen een beetje ‘mwah’ was. Ik had daar tijden aan verbonden: een halve marathon lopen onder de 2 uur en een kilometer zwemmen onder de 20 minuten. Dat eerste is gelukt, in februari, en onlangs nog een keer, maar met hangen en wurgen. Dat tweede is niet gelukt. Al bijna een heel jaar geleden, bij de eerste keer zwemmen in het nieuwe jaar, zwom ik 20’34” en daarna werd ik helaas alleen maar langzamer. Die stagnatie of zelfs achteruitgang bij het zwemmen is mijn grootste bron van frustratie op sportief gebied in 2014. .

Die 34 seconden waren voor mij echter geen aanleiding om niet voor die hele triathlon te gaan. Op zo’n hele maakt dat welgeteld twee minuten uit, op een omvang van waarschijnlijk meer dan 13 uur. En het zwemmen ging afgelopen jaar op een ander vlak juist heel goed: voor het eerst had ik de smaak van borstcrawlen in open water echt te pakken. Dat heeft toch ook een paar zomers geduurd.

Afgelopen seizoen leidde het zelfs tot een heus Heintje-Davids-effect. In de tweede helft van september begon ik witte vingers en tenen te krijgen van mijn retourtje Doenbrug (2,3 km zwemmen bij ons achter), en besloot ik oktober te willen halen en er dan op de eerste een punt achter te zetten. Dus op 1 oktober met lichte pijn in het hart nog een laatste keer en toen afscheid genomen van het open water. Twee dagen later stond ik al klaar om naar het zwembad te gaan toen ik dacht: het is prachtig weer en het kan niet veel kouder zijn dan eergisteren, dus ik ga lekker nóg een keer voor de laatste keer dit seizoen. En dat was fantastisch, en beslist ook één van de sportieve hoogtepunten van dit jaar. Het was een stralend zonnige, windstille en warme herfstdag – en zo had ik nóg een keer die pijn in mijn hart van het afscheid.

Op de valreep van 2014 lijkt er dan toch ook weer verbetering te zitten in mijn zwemmen, dus er is hoop voor 2015. Dat is dan het mooie zo aan het eind van het jaar, want met hardlopen was deze maand juist niet veel soeps. Terugblikkend concludeer ik dat het lastig is om op meer dan één front tegelijk vooruitgang te boeken, en dat er bij zwemmen en hardlopen bij mij niet altijd uitkomt waar ik voor train.

Op de fiets kwam er dit jaar eerder meer uit dan minder: ik was met heel weinig training goed. Het is duidelijk: ik ben en blijf in de eerste plaats fietser. Dus mag ik nog even? Met triathlon en prestaties qua tijd had het niets te maken, maar het fietsen van de Tour Arctic was beslist ook een hoogtepunt van afgelopen jaar. Als ik dan één dag moet kiezen, was het die waarop we, vers vanaf de veerboot van de Inside Passage van Alaska, over de White Pass gingen als mooiste dag. Het landschap was schitterend, het fietsen ging lekker en ik vond het bijzonder om in de voetsporen van de goudzoekers te treden. Hier ga ik:
whitepass
(Dat rare dingetje bovenop mijn helm is een lampje, dat hadden we net daarvoor nodig gehad en ik was vergeten het eraf te halen.)

Door |2014-12-31T12:39:10+01:0031 december 2014|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Zwemvierdaagse

Gelukkig ben ik qua verkoudheid weer voldoende uit de lappenmand om vandaag te starten met de zwemvierdaagse. Zwemvierdaagse? Ja, voor het eerst in jaren wordt die georganiseerd in mijn vaste zwembad. En voor mijzelf is het nóg langer geleden – ik herinner me vagelijk zoiets, uit de tijd van de lagere school. Ik heb nog gezocht of ik iets had van een diploma of certificaat daarvan, maar nee. Wel kwam ik bij die zoektocht mijn zwemdiploma tegen:

Zwemdiploma A (1973)

Toen ik de zwemvierdaagse aangekondigd zag staan in het zwembad, stond daar weliswaar bij dat het ‘voor alle leeftijden’ was (mét diploma, en dat heb ik dus), maar toch heb ik extra gevraagd of dat ook wel echt voor álle was, dus ook voor meisjes van 48. Maar ja, inderdaad, ook voor volwassenen. Toen leek het me wel heel leuk. Het kost geen drol, en bovendien zijn de zwembaden hier in de omgeving verder allemaal dicht en zwembad West zelf is ook alleen maar open voor die vierdaagse, dus dit is dé kans om in deze week toch nog te zwemmen.

En okee, je kon kiezen uit 10, 20 of 40 banen – zelfs 40 is nog weinig, maar prima, dat is per keer niet zo veel, maar vier keer in de week zwemmen doe ik dan weer nooit, en zo wordt het dan toch ook nog een beetje echt wat qua trainen. Plan werd om steeds non-stop door te zwemmen en dan al die baantjes keurig te zwemmen qua techniek.

Wel was ik bang dat het heel druk zou zijn, vooral vanwege de prijs. Het zwembad ligt niet bepaald in de beste buurt, en het is me al eens opgevallen dat bij het maandelijkse zwemmen op zaterdagochtend voor één euro het stervensdruk is met kinderen uit de omgeving. Dat vind ik altijd wel treurig, dat je kind voor één euro wel, maar voor drie euro niet kan gaan zwemmen, en een reden om dat eurozwemmen minstens elke week te doen.

Vanmiddag ben ik voor het eerst geweest. Tot mijn verrassing was het juist helemaal niet druk: de helft van de tijd had ik een baan voor mezelf alleen, en daarvoor zwom er één ander iemand in diezelfde baan (half zo snel als ik, ook wel komisch). Het waren bijna alleen maar volwassenen. Van anderen, bekende gezichten van het reguliere banenzwemmen, begreep ik dat het meteen om 1 uur wel druk geweest was.

Ik vond het wel leuk: lekker gezwommen, muziekje erbij, ander sfeertje dan anders, en ik was ook wel onder de indruk van het ontzéttend officiële bewijs van mijn eerste zelf getelde 40 baantjes:

Deelnemerskaart met kruisje

Op naar de vier kruisjes!

Door |2014-12-29T17:31:18+01:0029 december 2014|Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant