Bij de les blijven in tijden van sport-influencers
Ik volg al lang en nog steeds met veel interesse Steve Magnuss en Brad Stulberg, ik heb het hier al vaker over hun werk gehad – voor het laatst eind 2023, volgens mij. In hun nieuwsbrief van deze week stond iets wat ik zo goed, waardevol én leuk vind dat ik er hier naar link: de Fitness Influencer Survival Guide. Het valt mij al langer op: het gemak waarmee mensen strooien met termen als Z2 en HIT, en die heilig verklaren zonder ze te definiëren, en, vooral, te nuanceren. Magness en Stulberg voorzien veelgebruikte ‘riedeltjes’ van influencers van repliek, en benadrukken waar goed trainen echt op neerkomt: veel rustig, af en toe (heel) hard, met variatie en vooral consistentie. Zo simpel is het eigenlijk.
Wat mij betreft ontbreekt er nog een onderwerp, al zweeft dat wel rond in het bericht: als een influencer met al te precieze getallen komt waar je je aan moet houden, weet dan ook beter. Dus alsof het uit zou maken of je traint bij hartslag 140 0f 141, of op 225 of 226 Watt – ik noem maar iets.* Dat is niet zo. En dan zou je zo door kunnen gaan, ik citeer:
All the training zones are just markers to help classify training. You do not enter a distinct zone where the adaptation is completely different. It’s a rough guess to say most of the work in this range of effort helps to elicit a particular adaptation. But that’s it.
* Zo moest ik onlangs grinniken toen ik zelf even wat opzocht over fiets-trainingszones** en toen op diverse plaatsen tabelletjes tegenkwam zoals in het voorbeeld rechts in de tabel hier, waar steeds een gaatje van een paar Watt valt tussen de zones. Alsof 158, 159, 215, 216 Watt enzovoort in niemandsland zitten. Daar heeft iemand klakkeloos percentages zitten invullen. Bovendien is het gek om een reusachtige zone (160-214 Watt, dat is een wereld van verschil) zo precies te begrenzen – denk rough guess uit het citaat van hierboven. Om die onderste zone, 7, die je ego verbetert, moest ik dan weer hardop lachen.
** Waar ik eigenlijk benieuwd naar was, maar wat ik niet heb kunnen vinden: is het zo dat bij het ouder worden, de percentages van FTP anders komen te liggen? Mijn redenatie was: je hoge vermogens lopen eerder en harder terug dan de lage, of anders gezegd: je rustige duurconditie blijft tot op hogere leeftijd overeind dan het harde, snelle werk. Betekent dat dan ook dat je rustige duurzone relatief hoger komt te liggen, dichterbij je FTP? Want als je standaard percentages neemt en je FTP zakt onder invloed van je leeftijd, dan zakt de rustige duurzone mogelijk te hard mee. Ik heb daar – helaas – niets over kunnen vinden: nergens is leeftijd een factor in de berekening van trainingszones uitgaande van FTP. Ik heb zelf nog te weinig data om er uit eigen ervaring iets over te kunnen zeggen: sinds ik een vermogensmeter heb (2018), fluctueert mijn FTP mee met m’n mate van getraindheid, dat is bepalender dan die zeven jaar leeftijdsverschil. Op dit moment bijvoorbeeld ligt mijn FTP hoger dan toen ik die meter net had. Goeie winter achter de rug – daar kom ik nog op terug.