Waarom

Bekenden in het nieuws

Deze week zag ik in twee nieuwsbrieven die ik ontvang bekende oudere sporters. Nouja, nogal verschillend bekend: de een sprak ik slechts twee keer, namelijk om haar te interviewen voor de Vrouwentriathlon, en later nog eens als mede-deelneemster in het parc fermé van TriRotterdam; met de ander fietste ik in 2008 vier maanden lang dwars door Afrika en daarna zagen we elkaar ook nog een aantal keren, aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, tot een paar jaar terug (jammer dat Canada zo ver weg is). Het zijn allebei inspirerende verhalen:

 

Door |2024-12-13T10:15:16+01:0013 december 2024|Extra, Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

Verschenen: Tot je 90ste op het podium

Het nummer was al even uit, maar mijn exemplaar was kwijtgeraakt in de post. Ik had de drukproef gezien en wist dus hoe mooi het zou worden, maar ik kreeg het net pas echt onder ogen: mijn artikel ‘Tot je 90ste op het podium’ in Fiets Magazine nr. 11 (november, p. 94-97). Ik schrijf mijn, maar ik moet eigenlijk zeggen ons, want mijn man maakte de foto’s.

Het artikel is een verslag van de Radweltpokal, het fietsfestival voor masters in Oostenrijk waar ik nu twee keer ben geweest. Op het maken ervan kijk ik met veel plezier terug. In het artikel komt een aantal draden samen die belangrijk voor mij zijn: sporten met plezier en prestaties als je ouder wordt, sport en zingeving, de strijd tegen de dominantie van de auto, het principe van ‘winner takes all’ in de huidige economie… en schrijven. Het was leuk om met een journalistiek doel bezig te zijn en zo met een boel mensen in gesprek te komen. De samenwerking met Fiets was ook prettig. Voor herhaling vatbaar dus!

(dit is een dubbelpost met lhcornelis.nl)

Door |2024-11-15T13:30:31+01:0015 november 2024|Fiets, Vrouwensport, Waarom|1 Reactie

Wat een heerlijke sportmaand!

Met de triathlon van Zierikzee eind september kwam er een einde aan mijn seizoen en begon ik aan wat in trainingsleer ‘overgangsperiode’ heet. Komt neer op: in oktober even geen schema, niet doelgericht sporten, binnen mijn grenzen blijven. Dat klinkt misschien wat niksig, maar het werd juist een heerlijke sportmaand.

Geen doel/schema klopt niet helemaal, want ik had wel degelijk een doel en dat kleurde de hele maand: afgelopen zondag plus maandag ben ik samen met vriendin Marijke rond het Veerse Meer gewandeld, 60 kilometer in totaal. Voor twee dagen van 30 kilometer moest ik wel een beetje trainen, en dat deed ik in de vorm van twee prachtige andere wandelingen: meteen op 1 oktober van het Veerse Meer Meer naar huis en op 13 oktober met manlief van Krabbendijke naar huis over het Grenslandpad (LAW 11).

De tweedaagse rond het Veerse Meer was top. We maakten de afspraak al een tijdje geleden en toen zeiden we nog: hopelijk is het dan nog fatsoenlijk weer, zo laat in oktober. Nou, het leek op zondag wel zomer!

Marijke was op zaterdagavond al hier, en mede dankzij de wintertijd konden we zondag vroeg starten. We fietsten naar de Zandkreekdam en wandelden eerst over Noord-Beveland, een gebied dat ik nauwelijks ken. Paar mooie stukken, en ook interessante op het gebied van de verroompottisering – het gebied in de buurt van Kamperland dat ik uit mijn kindertijd ken, is opgeslokt door luxe villa’s, en waar je op de ‘goedkopere’ plekken nog wel langs de oever kunt lopen, is die daar allemaal privé-terrein.

Na de voor mij wel bekende Veerse Dam kwamen we in overnachtingsplek Vrouwenpolder, precies halverwege. Daar ontdekte ik dat ik letterlijk gaten in mijn sokken had gelopen:

Dat had tot een blaar geleid, maar dat was dan ook de enige fysieke malheur, verder hebben mijn benen het prima gedaan, ben ik blij mee. Ik had wat zorgen gehad om mijn rechterheup, maar dat kwam net op tijd in orde, dankzij de chiropractor. Toen werd echter vorige week manlief verkouden, dus ik dacht ‘nee hè?’  Maar voor het eerst ooit heeft hij mij niet besmet – dat geeft vertrouwen in mijn weerstand, ben ik ook blij mee, gezien mijn verkoudheidgevoeligheid. En ik heb dus heerlijk gelopen.

Manlief kwam naar Vrouwenpolder met boodschappen, we kookten zelf en hij at mee. Op maandag liepen we het mooiste stuk van de wandeling naar en door Veere.

Het ging een beetje regenen maar in Veere was gelukkig een hotel open voor koffie. Daarna volgde een wat taaier stuk over asfalt, maar wel leuk om terug te kunnen kijken naar het traject van de dag ervoor, en met de ontdekking van natuurgebied de Middelplaten. Ik kwam daarna op bekender terrein, maar het laatste stuk verraste me weer met buitendijkse en onverharde stukken. We werden toen wel moe, mijn blaar werd vervelend ook, en we waren dus blij om na het laatste knooppunt van het wandelnetwerk….

…de fietsen terug te zien, na hun nachtje in de eenzaamheid van Katse Veer.

We waren vooral ook trots, tevreden en blij! Bovenal was het ook erg gezellig.

Alles bij elkaar wandelde ik deze maand 130 ‘geklokte’ kilometers. Ik liep een boel aan elkaar zo, en kan nu zeggen dat ik van geboorteplaats Vlissingen naar het oosten via nieuwe woonplek naar Steenbergen en naar het noorden over het Kustpad via oude woonplek Rotterdam naar nog oudere woonplek Amsterdam (Pelgrimspad) en ook nog naar twee Noordzeehavens en de Duitse grens (via het Grote Rivierenpad) ben gewandeld.  Jaren over gedaan en veel plezier mee gehad. Volgende plannen zijn in de maak.

Zonder horloge wandelde ik nog ongeveer 25 kilometer in kleine stukjes van en naar stations: hier, en in Middelburg, Amsterdam, Leiden en Rotterdam. Daaruit blijkt al: het was ook druk met werk, met onder andere twee keer naar de Randstad voor boekpresentaties, en een paar andere leuke dingen. Toch heb ik kans gezien om nog meer te sporten. Hieronder de hoogtepunten.

Ik maakte een paar geweldige fietstochten, mede dankzij het heerlijke weer.

  • Op 19 oktober deden manlief en ik mee aan Jo off the Roo’t, een georganiseerde gravelrit in de Zak van Zuid-Beveland. Dat was erg leuk en een prachtige route. Er kwam nog een interessante wandeling achteraan en al met al was ik die dag bijna 9 uur non-stop buiten. Het was een zware werkweek geweest, met drie keer naar de Randstad en diverse frustraties – vrijdagavond kon ik niet meer uit mijn ogen kijken – maar van zo’n dag knapte ik enorm op!
  • Op de 25e fietste ik een grote ronde over de Grevelingendam, met een stuk waar ik nog nooit was geweest, langs Sint Philipsland en over Tholen. En met een net echte blik op de verdronken stad Reymerswaal, ooit de derde stad van Zeeland:

Het was zulk mooi weer dat ik nog weinig gebruik heb gemaakt van m’n nieuwe spinningfiets. Desalniettemin verkende ik Watopia, het virtuele land van Zwift (links), versloeg ik al eens iemand in een eindsprint om de derde plek (midden) en reed ik twee keer in een vrouwen-trainingsgroepje (rechts):

 

Ik ben ook nog de hele maand in de weer geweest met de leverancier van de spinningfiets vanwege de te lage output. Dat werd een frustrerende kastje-muur, waarbij ik vind dat het een fiets met een rekenfout is en zij dat het aan mij ligt (even kort door de bocht). Ik heb bedacht hoe ik toch kan  meedoen op Zwift: als ik mijn gewicht ook 30 % naar beneden aanpas, heb ik een realistisch vermogen/kilo lichaamsgewicht, en dat is Zwifts rekeneenheid. Groepsritten gaan goed, ik wil binnenkort ook nog een FTP-test en een wedstrijd uitproberen. Ik weet nog steeds niet zeker of ik hem wil houden.

Met zwemmen schakelde ik over van het open water naar het winterprogramma: zwembad en dippen. De laatste keer open water was op een bijzondere plek: het badstrand in Vlissingen, waar ik ooit met mijn ouders voor het eerst de zee in ging. Het was mijn kennismaking met het clubje zeezwemmers daar. Zij zwemmen wekelijks op zondag. Voor herhaling volgend seizoen vatbaar.

Ik ben de derde van rechts, met gele badmuts en bivakmuts eronder

Dippen is nu nog heel comfortabel. Erg leuk was de eerste keer lopend naar Wemeldinge en daar het water in, de combi waar ik me al op verheugde sinds we dit huis kochten.

Voor hardlopen had ik niet veel tijd, maar wel bijzonder was de Light Kustrun, onderdeel van het Kustmarathonweekend, met Lilian. Prachtige avond, de lichtjes was een fraai gezicht, en wij gingen als skeletten:

En of dat allemaal nog niet genoeg was, ben ik ook nog wezen zwemmen in good-old Zwembad West in Rotterdam (‘sentimental zwemjourney’), wandelde ik met een Eversdijk (vriendin Jolanda) door Eversdijk (gehuchtje vlakbij Kapelle), fietste ik met Bastiaan vanuit Haarlem een rondje door de duinen, hield ik m’n yoga aardig bij… ik zou er bijna moe van worden, als ik het zo lees, maar het tegendeel is het geval. Het meeste wat ik deed was rustige duur, en in dat opzicht was het dus wel een overgangsmaand. Ik voel me topfit, mede dankzij zo veel naar buiten in de herfst.

Het was bovenal een heerlijke maand, en wat ben ik vaak blij geweest met m’n nieuwe woonomgeving!

 

Door |2024-10-30T17:56:59+01:0031 oktober 2024|Fiets, Loop, Waarom, Zwem|0 Reacties

‘Extreem’ sportende millennials?

Nicole attendeerde me op een aflevering van Stand van Zaken over ‘sportfanaten‘: millennials die extreme sporten doen. Leuk om te zien, vooral omdat er van alles bekends in zat: de Wassenaarse zwemloop (die deed ik twee keer, waarvan één keer met Nicole), de marathon van Rotterdam, een vleugje triathlon én een van mijn hardlooptrainersopleiders, Dave Baars.

Maar om nou te zeggen dat dat allemaal zo extreem was… Beetje vreemd om een zwemloop op één hoop te gooien met de Marathon des Sables. Het leek wel alsof alles wat anders was dan drie keer per week naar de sportschool ‘extreem’ was. Eens een keertje tien kilometer of meer hardlopen maakt je toch bepaald nog geen fanaat. Wees blij dat die lui sporten, en nog lekker buiten ook, zou ik zeggen.

Eén ding leerde ik er wel van: dat het voor die jongere generatie, grote doelgroep, een soort festival is. Dat verklaart wel de ‘gekkigheid’ en de luidruchtigheid bij veel evenementen, en het helemaal uit je dak gaan als je een loopje finisht.

Verder is het volgens mij helemaal niet zo generationeel. Als je ziet hoe veel mijn generatie uitgeeft aan multisport… althans, de welvarenden. Het is meer een klasse-verschijnsel volgens mij: hoogopgeleid, Randstad, goede banen.

Toch wel interessant dus, en vooral leuk om te zien!

 

Door |2024-10-26T17:56:36+02:008 oktober 2024|Loop, Trainer, Waarom, Zwem|2 Reacties

Kwallen. Of: een jeugdtrauma overwinnen

In zee zwemmen heb ik van huis uit meegekregen: mijn ouders deden dat ook graag. Het kan niet anders of ik heb ook angst voor kwallen van hen overgenomen. Ik herinner me in elk geval dat ik er van jongs af aan voor ben gewaarschuwd.

Nu is zo’n waarschuwing in Westerschelde wel op zijn plek. Daar komen namelijk soms gevaarlijke kwallen voor. We noemden ze ‘boterkwallen’, ik weet niet of dat biologisch helemaal klopt. Ik ben ooit één keer fors met zo’n gevaarlijkere kwal in aanraking gekomen. Hij zat toen tussen mijn arm en mijn lijf, en dus werd ik over een flink oppervlak gestraald. Dat deed meteen gemeen veel pijn, en eenmaal uit het water werd het me zwart voor ogen – ik viel bijna flauw en had de rest van de dag hoofdpijn.

De lessen uit mijn jeugd en die ene nare ervaring bezorgden mij stevige kwallenfobie. Die heeft in de loop van mijn leven wel heel wat zeezwemplezier in de weg gestaan. Als ik wilde zwemmen, liep ik eerst heen en weer langs water- en vloedlijn om te kijken of ik kwallen zag, en als dat er meerdere waren of zelfs maar één echt enge, dan was ik het water niet in te krijgen. Ik ben er ook wel uitgesprint als ik iets engs zag of voelde – of meende te voelen. Toen ik leerde duiken, kwamen we een keer op de weg terug naar de boot door een kwallenschool – ik ging ervan hyperventileren. Bij een zwemtocht voor de kust van Vlissingen en bij triathlon Brouwersdam waren de overige omstandigheden ook lastig, maar de kwallen gaven de doorslag: niet voor herhaling vatbaar.

Ook met die ene nare ervaring was ik me ervan bewust dat mijn angst toch vooral irrationeel was. Veel kwallen doen niks, en anders is het hooguit een beetje prik. Te vergelijken met brandnetel, en daar draai ik mijn hand niet voor om. Ach ja, sommige mensen hebben het voor muizen of spinnen, ik voor kwallen. Zelfs bij foto’s van enge kwallen voel ik wat draaien in m’n maag.

En toen verhuisde ik naar Kapelle en leek niks me leuker dan volop zwemmen in de Oosterschelde. Zo vaak mogelijk aansluiten bij het groepje dat wekelijks tussen Kattendijke en Wemeldinge zwemt – heerlijk, leek me, het ultieme openwaterzwemmen. Van de paar keer dat ik aan de zwemtocht had meegedaan, herinnerde ik me amper kwallen.

Maar. Toen ging ik mee, en toen bleek het werkelijk te barsten van de kwallen. Althans, in mijn perceptie – de doorgewinterde zwemmers hier vonden het allemaal nog wel meevallen. Sowieso zijn ze laconiek: volgens hen zijn er in de Oosterschelde geen echt gevaarlijke kwallen en is het hooguit even vervelend. Gewoon doorzwemmen, dan spoelt de netel ook al weg.

Okee dan. De eerste twee keer waren het alleen van die kleine witte, en die doen sowieso niks. Desalniettemin schrok ik me af en toe een hoedje van ze onder me te zien, of er zo ‘pok’ tegenaan zwemmen met je hand – het onverwachte daarvan speelt een rol natuurlijk.

Aangenaam vond ik het niet, ik moest op mezelf inpraten dat het geen kwaad kon, dat het niet erger was dan een brandnetel, dat het zwemmen verder heerlijk was en een fijn onderdeel van de sportieve inburgeringscursus. Dat ging wel, het kost wel veel mentale energie en ook wel fysieke, want van een forse schrik kom ik prompt stil te liggen.

Het hielp wel dat er niets gebeurde – ik werd niet gestraald. Mede dankzij de bescherming van het neopreen natuurlijk. Soms kon ik wel lachen om mezelf: aan het eind van lang zwemmen worden m’n kuiten steeds sowieso wat kramperig (door het wetsuit?), en als ik dan zo’n ‘pok’ had, schoot de kramp er soms spontaan in.

De derde keer Kattendijke – Wemeldinge heb ik echt peentjes gezweten. Niet alleen waren het nóg meer van die kleine witte, maar ook zag ik veel grotere, met van die ogen, en blauwe en bruinachtige. Sommige hadden zichtbare slierten en van die ‘blubber’ onder het lichaam. Mijn zelf-peptalk bereikte nieuwe hoogten, en dit keer werd ik wel een beetje gestraald: net een klein prikplekje op m’n enkel. Maar dat is op zich dus helemaal niet erg. Het was al over eer ik thuis was.

Tussendoor ben ik een paar keer op eigen houtje wezen zwemmen, met Henk en/of Marc, en toen waren er nauwelijks kwallen. Dat kan dus ook. Genieten!

Wel ging het volgende probleem dagen: het water wordt zo warm dat het lekkerder is om zonder wetsuit te zwemmen. Maar dat scheelt nogal in m’n gevoel van veiligheid en bescherming. Ik kreeg de tip van een badpak met lange mouwen en een zwemlegging. Online was dat nog een aardige zoektocht langs aanbieders voor andere doelgroepen (moslima’s en grote maten), maar ik heb ze gevonden. Ze zijn van Billabong, een Australisch merk, ja, daar kennen ze ook enge kwallen, al gaat het meer om surfers te beschermen tegen de zon, begrijp ik.

(voor de fans van Roan Atkinson: I’m a mime!)

Het zwemt goed, maar gister trok ik voor het lange eind toch nog graag m’n Zeilvis aan. We zwommen voor het eerst (voor mij dan)omgekeerd: met de ebstroom mee, van Wemeldinge naar Kattendijke. Even na de start kwamen we door een school van die kleine witte, dat ging goed, ik bleef rustig en accepteerde de paar ‘poks’. Daarna waren er een tijdlang helemaal geen en was het idyllisch zwemmen in helder water op een prachtige zomeravond.

Maar daarna…. zag ik de ene na de andere grote, bruinige met slierten en blubber. Ik stierf weer duizend doden. Het nadeel van dat heldere water is dat je ze hartstikke goed ziet. Gelukkig zitten ze vooral wat dieper en zie je ze dus onder je – aan zo’n geval in m’n gezicht moet ik toch echt niet denken. Nouja, die gedachte heb ik dan natuurlijk wél. Urgh.

Ik heb er minstens één geraakt, maar ook weer zonder erg. Dat scheelde wel: kennelijk doen ook die engerds niets. Weer een stap.

Poe. Ik was blij toen we er waren, de stroom werkte niet heel hard mee, dus we waren lang onderweg. Fysiek geen probleem, maar mentaal was ik wel toe aan kwalloosheid.

Elke keer als ik weer bezig ben met mezelf moed inpraten en kalm houden, komt er ook wel een gedachte op als ‘waarom doe ik mezelf dit aan?’ Ik kan me voorstellen dat er wel een moment komt dat het me te gek wordt, maar op dit moment geldt voor mij duidelijk: ‘feel the fear and do it anyway’. Als ik dit zwemmen opgeef omwille van m’n kwallenangst, dan is die angst me de baas. Terwijl het dus een irrationele angst is. Als ik hiermee doorga, kan ik doen wat ik op dit moment supergraag doe (op die kwallen na). Ik laat me niet inpakken door angst. Daar is sporten sowieso goed voor: het biedt een speelveld om je angst onder ogen te zien, en daarvan wordt je wereld groter.

En ik vorder dus echt. Ik wist dat een paar weken geleden al: ik sprint niet meer het water uit bij de eerste de beste kwal en ik hyperventileer er ook niet van. Dat is al een hele stap. Gister merkte ik dat ik rustig door een school witte kwalletjes heen kwam zwemmen, en dat ook enger geen kwaad kan. Ik ben druk bezig met het overwinnen van een jeugdtrauma. En ik ben hartstikke lekker aan het zwemmen!

Dus: feel de kwallenfear and swim in de Oosterschelde anyway!

(de kwallenfoto’s bij deze post maakte ik langs het strand van Egmond, half juni)

Door |2024-07-19T15:14:48+02:0019 juli 2024|Waarom, Zwem|0 Reacties

Sportieve inburgeringscursus

Vanaf onze verhuizing naar Kapelle, half april, zijn we onze nieuwe woonplek gaan ontdekken, zowel voor wat betreft de mensen als de omgeving. We waren er maar druk mee de afgelopen tijd – we gingen het onze sportieve inburgeringscursus noemen. En het was zonder uitzondering heel erg leuk:

  • Ik was al voor de verhuizing begonnen met sportief integreren, in de vorm van een borstcrawlcursus. Die werd georganiseerd in het zwembad van Kapelle bij zwemvereniging De Bevelanders door het groepje dat in het seizoen wekelijks tussen Kattendijke en Wemeldinge zwemt, en gegeven door Benjamin en Junior Vermeulen, twee jonge topzwemmers en broers. De eerste weken was het een beetje behelpen omdat ik niet altijd op dinsdag in het nieuwe huis bezig was. Ik heb de dag voordat de verhuizers kwamen gemist, toen vroeg het oude huis te veel aandacht. Later miste nog een keer doordat ik met de trein terug van werk in Den  Haag strandde in Bergen op Zoom. Maar dat viel me eigenlijk nogal mee: ik kon er 80 procent wél zijn. Het was wel een leuke en nuttige cursus, maar vooral was het een kans om mede-zwemmers te leren kennen. Zo ben ik al een paar keer met baangenoot Marc in de Oosterschelde wezen zwemmen. En aan het eind kregen we nog een diploma ook (we waren wel met meer, hoor, er waren er die laatste keer een paar ziek en druk met werk):

 

  • Op 17 mei gingen manlief en ik voor het eerst als kersverse Zeeuwen met de trein naar onze provinciehoofdstad, om daar mee te doen aan de stadsloop. Dat was een tip van de notaris bij de overdracht van ons nieuwe huis. We kwamen hem ook tegen, dat was leuk. Het waren drie rondjes door de prachtige stad. Middelburg moet toen ik opgroeide in Vlissingen ook al mooi geweest zijn, maar ik had daar toen duidelijk geen oog voor!

  • De dag erna wandelden we ruim 20 kilometer vanuit Kapelle: de Franse Slag Mars. We vonden het een prachtige wandeltocht. We maakten kennis met de Yerseke Moer en ontdekten nieuwe paadjes rond Kapelle. Het was uitstekend georganiseerd. Niet te druk maar wel gezellig. Manlief maakte een foto van een kluut waarvan ik niet geloofde dat die zo nat kon zitten broeden, maar met wat inzoomen bleek het toch echt zo te zijn:

  • Op 25 mei fietsten we naar Middelburg en terug, en liepen we daar mee in de Zeeuwse Klimaatmars. Weer een rondje door die mooie stad! Heen op de fiets volgden we de borden en dat was een vrij saaie route. Ik realiseerde me dat mijn beeld van Zuid-Beveland als kind nogal is bepaald door het Sloe, een polder uit de jaren vijftig – het eerste wat je ziet als je van Walcheren komt. Ik ben nu steeds verrast door hoe veel mooier Zuid-Beveland is dan dat! Op de terugweg bleek dat maar weer eens. We lieten toen Google onze route bepalen, en dat leidde over een smal fietspad door het Poelbos, erg leuk!

 

  • De dag erna reden we de 100 kilometer van de Meidoorntocht, georganiseerd door de plaatselijke toerclub TTC Kapelle ’79. Prachtig, alleen helaas bijna non-stop kille regen. Het was heel rustig, en ook niet zulk fotogeniek weer. Maar dus wel goed om nieuwe weggetjes te leren kennen.

 

  • Op 29 mei heb ik mijn letterlijke en figuurlijke koudwatervrees overwonnen en ben ik meegegaan met het Kattendijke-Wemeldinge-zwemgroepje. Op de kwallen na was dat heerlijk. We zwommen de 3,8 kilometer in een uur, met z’n zevenen, wind en stroming mee, op een heldere en zonnige avond, watertemperatuur 17 graden. Zout water – het ultieme openwaterzwemmen! Ondertussen ben ik nog een keer meegeweest, weer tof en gelukkig warmer water – maar nog meer kwallen (over wat ik daarvoor moet overwinnen schrijf ik nog wel een andere keer). Als het met de kwallen niet heel erg uit de hand loopt, ga ik vaker mee.

  • Op 4 juni ging Henk kennismaken met zijn nieuwe atletiekvereniging, meteen in de vorm van een wedstrijdje. Ondertussen is hij lid geworden al een paar keer gaan trainen.

 

  • Op 7 en 8 juni deden we in totaal drie keer mee aan de Delta Ride for the Roses: ik de Ladies Night Ride en de 120 kilometer, Henk alleen die 120. Bij de Ladies Ride waren we met een heuse delegatie van vier uit Kapelle:
    Corine (naast mij) en ik konden mee met de kopgroep van acht dames op de 30 kilometer, wat gaaf was: lekker doorrijden achter de motoren aan! Saskia en Annet zaten er vlak achter. Het was een prachtige avond met strakblauwe lucht en erg gezellig.
    De dag erna was het ook gezellig, op de 120 kilometer, met gezelschap van Dies uit Yerseke, die ik ken van het zwemmen:Gelukkig kon ik toen af en toe in het zuchtje van die twee mannen, want het ging eerst knoeperhard (min-of-meer gegroepeerd en gedoseerd over de Zeelandbrug, maar zo rommelig dat wij heel hard moesten rijden) en daarna hadden we op Schouwen langdurig de forse wind tegen. Bovendien is het van een paar jaar geleden dat ik nog eens 135 kilometer reed (de totaalafstand vanaf huis), en van nog veel langer geleden met een gemiddelde snelheid van 28 km/u! Ik baalde er af en toe van dat het me te hard ging en dat ik er behoorlijk doorheen kwam te zitten, totdat ik me realiseerde dat ik best wel met iets bijzonders bezig was. En dat nog bepaald niet in hoogvorm, kort na de verhuizing en met die aanhoudende luchtwegproblemen.

 

  • Op 12 juni was de jaarlijkse zwemtocht Kattendijke-Wemeldinge. Onder – relatief – barre omstandigheden: het Oosterscheldewater was net ervoor gedaald in temperatuur en kouder dan anders bij deze tocht (ja, het was lang maar een treurige lente/zomer, qua weer). Gelukkig was het verder wel okee weer, nouja, fris, en de wind kán gunstiger staan, maar het was rustig met zelfs wat zon. Ik heb gezwommen met handschoenen, dat had ik nog nooit over zo’n afstand gedaan. Misschien lag het daaraan dat ik het vrij zwaar vond, maar ik kreeg geen dode vingers en ik had verder ook geen last van de kou. Ik heb er 56 minuten over gedaan, en dat is het langste dat ik ooit in water van die temperatuur heb gezwommen. Dat ik het aandurfde en – kon, is mede dankzij het winterzwemmen en -dippen van de afgelopen winters. Ik kan beter tegen kou en weet ook beter waar mijn grenzen liggen. Dat was fijn, en qua inburgering was het helemaal leuk: heen met Marc en Geertje van de cursus, daar al allemaal bekenden van de cursus en de eerdere keer meezwemmen, gezellige nazit.
    Vlak voor de start maakte Marc een foto met manlief en mij erbij:

    Ik bedacht: wie had dit bij onze eerdere deelnames kunnen denken? De eerste keer wist ik amper waar Wemeldinge was, laat staan Kattendijke, en nu is het ’thuis’.

 

  • Gisteravond hebben we meegedaan aan een zwemmarathon in het zwembad van Kruiningen, als leden van het Kattendijke-Wemeldinge-team van zeven, met Henk als enige man, en verder Margareta, Geertje, Gerry, Alida en Anje. Het was voor ons een ontdekking van zwembad Den Inkel, met een prachtig 50-meter-buitenbad, waar we een baan bijna voor onszelf hadden. We zwommen drie uur lang om en om in estafettevorm, ruim 8 kilometer in totaal, waarvan ik 1200 meter voor mijn rekening nam. We werden daarmee zevende van acht teams – het was indrukwekkend om de snelle zwemmers bezig te zien. En het was hartstikke gezellig. Hier zijn onze teamfoto’s van voor en na:
    We fietsten terug met Margareta en haar man uit Hansweert, die ons de weg wezen over een route om Kruiningen heen en over de sluizen. Dat was ons eerste fietsritje in het donker, ook wel bijzonder.

Ik ben los van de evenementen ook al wezen zwemmen met Marc en fietsen met Corine, Henk is wezen lopen met Saskia. We zwerven echter ook heel wat op eigen houtje rond, samen of alleen, te voet en op de fiets. We kiezen daarbij doelbewust voor verkenningen: nieuwe weggetjes en paden, zeker als die er leuk uit zien. Ik schreef het hierboven al: en dat is verrassend mooi. Een prachtige plek is bijvoorbeeld het uitzicht over de Deesche Watergang, de favoriete plek van Hans Warren, van wie het gedicht ‘Thuiskeer in Zeeland’ daar dan ook vereeuwigd is:

Er zijn in Zeeland enkele permanent uitgepijlde wielerroutes. Ik reed ik een groot deel van de Jo de Roo route, vernoemd naar de coureur uit Schore, hier vlakbij. Prachtige route, en ook weer wat leuke nieuwe weggetjes ontdekt. Smaakt naar meer! (Jo de Roo zagen we ondertussen ook al een keer in het echt, en wel bij de signeersessie van Freek de Jonge in de Kapelse boekwinkel).

Ik ben ook op zoek geweest naar geschikte parcoursen voor mijn fiets-intervaltraining. Dat gaat bijvoorbeeld goed langs het kanaal door Zuid-Beveland en op de Postbrug, die net doet alsof het een heuse col is:

 

* * *

We hebben het, kortom, reuze naar onze zin. In de omgeving, maar vooral ook tussen de mensen. We treffen bij het sporten steeds hartstikke aardige en gezellige mensen, voor wie we er vanzelfsprekend bijhoren. Hartstikke bedankt allemaal, voor dit goede begin, en dat er maar meer mag volgen! Dank ook voor de foto’s, en het delen ervan.
Speciaal bedankje bij dit alles is voor Corine – dat we eind september, nog helemaal vol van ons net gekochte nieuwe huis, in Zierikzee naast haar stonden in het parc fermé van de triathlon, daarmee is onze sportieve inburgering begonnen!

 

Door |2024-06-29T16:03:45+02:0029 juni 2024|Fiets, Loop, Vrouwensport, Waarom, Zwem|3 Reacties

Filmtip: Nyad

Ik ben gister (19 november) in het Wennekerpand naar Nyad geweest. Ik vind het een dikke aanrader voor iedereen die zwemt, maar zeker ook voor iedereen die zich bezighoudt met sporten boven een zekere leeftijd, zeg, rond de 60, want dat is Diana Nyad in de film. De film is waargebeurd, hooguit wat geromantiseerd, begrijp ik. Het is een sensationeel verhaal, met ook nog wat relevante thema’s langs de zijlijn – er zit veel in de film.

Op haar 64e levert Nyad (‘waternimf’) een ongelofelijke prestatie: ze is de eerste persoon ooit die van Cuba naar Florida zwemt, 110 mijl, meer dan 50 uur non-stop zwemmen. Dat is al onvoorstelbaar, maar dat is dan ook nog in water met verraderlijke stromingen, haaien en levensgevaarlijke kwallen (brrr!). Gekkenwerk, en ja, dat is het ook, dat wordt in de film wel duidelijk. Maar het lukt haar – uiteindelijk – wel.

Wat haar drijft en wat dat kost is al heel interessant, maar dat ze dat doet als 60+-vrouw geeft er nog een extra dynamiek aan. Ze laat zich duidelijk niet inpakken door haar leeftijd. Dat is – lijkt mij – terecht. Ze was in haar jonge jaren al marathonzwemkampioen, en juist op die rustige duur die je voor zo’n monster-inspanning nodig hebt, heb je rond je 60e nog niet veel ingeboet. Ze zegt dat zelf ook in de film: wat ze aan fysieke vermogens heeft ingeboet, heeft ze mentaal gewonnen.

Bovendien: op het totaal van de lengte, de extreemheid en de gevaren van zo’n tocht is haar leeftijd bijna een verwaarloosbaar detail. Bijna niemand kan dit immers, ook mensen in de kracht van hun leven niet. En voor een haai of een kubuskwal maakt 30 of 60 jaar oud zijn echt niet uit. Desalniettemin denkt haar omgeving daar anders over – sponsoren bijvoorbeeld. Ik vond dat opvallend – ik ken zelf ook voorbeelden van de uitvergroting van de rol van leeftijd immers. Dus hoe leeftijd de schuld van alles krijgt.

Eén zo’n uitvergroting die ik frappant vond had ook op zwemmen betrekking. Ik deed vorig jaar in de zomer mee aan de Jan de Koele zwemtocht, die ik ook in 2016 had gezwommen. Tussen 2016 en 2022 ben ik beter gaan zwemmen, het gunstige gevolg van laat ermee begonnen zijn en dus lang nog kunnen doorontwikkelen. Desalniettemin was ik vorig jaar bijna een kwartier trager. Dat was omdat wind en stroming ongunstiger waren. Zwemmend raak ik altijd gevoel voor tijd en afstand kwijt, dus ik had geen idee. Ik kwam uit het water, zag m’n tijd en flapte er tegen de eerste de beste persoon in mijn omgeving, een oudere man, uit: ‘Sohee, bijna een kwartier trager dan in 2016’. Zegt hij: ‘Ach ja, de leeftijd hè?’ Nee dus.

Leeftijd krijgt makkelijk van alles de schuld, en Nyad gaat daar doelbewust niet in mee. Als je rond je zestigste nog ambitieus bent op sportgebied word je algauw voor gek uitgemaakt, mogelijk ook nog meer als vrouw dan als man. Een vrouw te zien die boven de zestig nog zo gedreven is (en zo fit), ik vond dat heerlijk verfrissend. Gek, ja – maar wel inspirerend!

 

 

Door |2023-11-20T16:55:58+01:0020 november 2023|Vrouwensport, Waarom, Zwem|1 Reactie

De twee winterprojecten

Net als de vorige winters ben ik bezig met ‘loods Louise goed de winter door’ en doe ik daarvoor twee projecten:

  • Het ene is hetzelfde als de voorgaande jaren, mijn corona-ontdekking: project daglicht. Dat wil zeggen: ik ga in de tijd dat het wintertijd is elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal minstens zeven uur per week. Dit is jaargang 4. De derde week daarvan loopt nu bijna af en tot nu toe heb ik het probleemloos gehaald zonder iets extra’s te moeten doen. Ik kwam vanzelf veel buiten overdag, onder andere doordat ik net vijf dagen naar Terschelling geweest ben. We hebben daar veel gewandeld en op zondag, toen het prachtig weer was, een lange duurloop gedaan:

 

  • Het andere lijkt op dat van vorig jaar en is net even anders: ik zwem nog steeds elke week buiten, maar dit jaar zonder wetsuit. Nouja, zwemmen, het is dippen: even erin is genoeg. Ik vond het vorig jaar een enorm avontuur om door te zwemmen, maar ik vond het maar gedoe met dat wetsuit dat aan moet en later moet drogen voor maar een paar minuten zwemmen. Ook anders aan dit jaar is dat manlief meedoet. Het is opnieuw een avontuur. In de Schie bij ons achter moet ik elke keer over een fikse drempel om mezelf het water in te krijgen; eenmaal erin is alles prima en valt me op dat opnieuw mijn handen de beperkende factor zijn: die krijgen het het koudst. Afgelopen maandag in de schaatsbaan van Terschelling ging het eigenlijk makkelijker dan thuis. Manlief had zelfs tijd om foto’s te nemen vanuit het water:

 

Ondanks al die regen van de laatste tijd gaat het best goed. Als ik maar zulke leuke dingen kan doen, is de koude, grauwe en donkere tijd van het jaar goed te doen!

 

 

 

Door |2023-11-17T17:15:18+01:0017 november 2023|Loop, Waarom, Zwem|0 Reacties

Hoera, ik kan zinken!

Een grote drijfveer voor mij bij het sporten is: nieuwe dingen doen, en in het bijzonder: nieuwe dingen leren. Iets kunnen wat ik eerder niet kon dus. Vandaag kwam ik dan ook triomfantelijk terug uit het zwembad: het was me gelukt te zinken! Ik leg het uit.

We zijn bij Techniek&Conditie bezig met het thema ademhaling. Vorige week donderdag deden we een oefening waarbij je eerst een flinke teug lucht moest nemen, dan voorover gaan ‘hangen’ in het water. De lucht in je longen werkt dan als een ballon: je blijft drijven. Daarna moesten we onze longen helemaal legen, en daardoor zak je naar de bodem. Dat was, voor mij althans, de theorie. In de praktijk bleef ik hangen aan het wateroppervlak, met m’n bovenkant. Het leek wel alsof m’n hoofd dreef, ook al zit daar geen lucht in (nouja, soms lijkt dat wel zo).

Ik had geen idee hoe ik mijn longen leger kon krijgen. Doel van de oefening was dan ook om te ervaren dat je nog meer reserve-lucht hebt dan je denkt. Nou, die had ik dus.

Eerste vallende kwartje was dat die lucht misschien niet in, maar áán mijn hoofd zat: onder m’n badmuts. Ik heb aan het eind van de training m’n badmuts afgezet. Eerder kon niet, want met natte handen een natte badmuts over m’n grote hoofd trekken lukt niet, en zonder badmuts gaat m’n haar slobberen en in m’n ogen hangen. Ik probeerde het toen nog snel even en dat leek beter te gaan.

Een paar dagen later ging ik in het zwembad zelf proberen. Inderdaad kon ik zonder badmuts wel op de bodem komen, maar ik moest daarbij wel smokkelen: mezelf met m’n handen naar beneden wapperen. Dat moest toch ook zonder kunnen, leek me.

Of nouja, eigenlijk dacht ik nogal fanatiek Ik! Wil! Dit! Kunnen! Ik denk namelijk dat ik best wel een aardige beheersing van m’n ademhaling heb, dankzij de zangles en stemvorming van vroeger en de yoga van de laatste jaren. Alleen is dat wel allemaal vooral buikademhaling, en ook zonder badmuts bleef ik vooral aan de bovenkant drijven, wat me het idee gaf dat de lucht bleef zitten in de toppen van m’n  longen. Daar krijg je ‘m met buikspieren niet uit. Hoe dan wel? Dat moet mij toch ook lukken?!

Op het droge bedacht ik dat het legen van de toppen van je longen lukt door jezelf klein te maken: schouders naar voren, bocheltje in bovenrug, kin naar borst, in elkaar kruipen – precies het tegenovergestelde van wat je moet doen als zanger of spreker dus. Ik dacht: onthouden voor in het water.

Gewapend met het nieuwe inzicht ging ik vandaag weer naar het zwembad. Eerst zwemmen, dan badmuts af en de badmeesters waarschuwen, dat ze niet denken dat ik lig te verdrinken op de bodem van het zwembad. De eerste poging mislukte nog, maar bij de tweede, jawel: ik zonk naar de bodem! Met m’n armen voor m’n borst gekruist, wat helpt bij het in elkaar kruipen, en dus zeker zonder te smokkelen.

Het lukt, ik zink! dacht ik triomfantelijk. En daar lag ik dan.

Nou is de volgende stap in de oefening dat je 10 seconden op de bodem blijft liggen, dan 10 seconden zitten en dan nog 10 seconden liggen. Dat is me nog diverse bruggen te ver en dat hoef ik niet per se te kunnen van mezelf. Ergens zijn oefeningen zonder adem natuurlijk ook heel onaangenaam. Ik heb vandaag ook gezwommen met een ademfrequentie van 1 op 6, 1 op 7 en 1 op 8. Dat is al onprettig genoeg, moet ik zeggen.

Maar ik ben heel blij met het onder de knie hebben van zinken!

 

Door |2023-10-23T17:18:47+02:0023 oktober 2023|Waarom, Zwem|0 Reacties

Danskunstenaar? (gastblog)

Hallo, ik ben Nicole, vriendin van Louise en ik mag weer een gastblog schrijven over een bijzondere ervaring met bewegen en genieten. Dat kan op allerlei manieren en voor de hand liggend als je het over sportkunstenaarschap hebt: óók door te dansen!

Louise kent deze voorgeschiedenis van mij niet zo goed, maar ik ben al op zeer jonge leeftijd aan ballet gaan doen en ben rond mijn 15e terecht gekomen bij een Indonesische dansgroep die de klassieke Javaanse dansen beoefende. Ik had dat  als kind eens op tv gezien en vond dat zo mooi dat ik dat heel graag wilde leren. Helaas was er toen nog (lang)  geen internet en was het puur toevallig dat ik samen met mijn moeder ergens was waar deze groep een opvoering gaf. Na kennismaking ben ik daarna jaren lang op en neer gereisd tussen Zaandam en Haarlem om te oefenen en verschillende dansen te leren, een geweldige tijd! Toen ik ging studeren kreeg ik dat niet meer rondgebreid qua tijd en energie, maar tot mijn grote plezier bleek er iemand les te geven in het Tropenmuseum in Amsterdam, waar ik toen om de hoek woonde op mijn studenten-etage. Maar daarna kwam er van alles op mijn, pad, op het bewegende vlak vooral ook allerlei sporten, later ook nog al dan niet samen met Louise. Dus dansen verdween een beetje naar de achtergrond. Het prikkelt ergens wel al heel lang, dansen is fijn. Misschien weer gewoon op ballet. Of een andere kinderdroom: flamenco leren.

Ik woon inmiddels in Rotterdam en heb een Rotterdampas. Twee keer per jaar krijg je dan een magazine waar allerlei leuke dingen in staan die je met korting kan doen of leren. Zo ben ik vorig jaar op 58(!)-jarige leeftijd nog eens met voetballen begonnen en tot mijn grote blijdschap bleek dat je in Rotterdam ook Balinese danslessen kan volgen, bij Nova Burdo-Marseline van Dwibhumi, in balletschool Staluse Pera. Ik was wel erg roestig en bovendien is Balinees dansen echt wel heel wat anders dan ik van vroeger gewend was maar ik vond het meteen geweldig. De muziek, de bewegingen, de kleding, ik vind het prachtig. De les duurt een  uur, en geloof me, als je flink je best doet is het echt een behoorlijke work-out waar je ook nog eens soepel van word. Het doet niet onder voor een uurtje sportschool hoor, en je leert ook nog een prachtige dans.

Toen kwam tot mijn verbazing de vraag of ik ook mee wilde doen aan een uitvoering ter gelegenheid van het 85-jarig jubileum van de balletschool waar we oefenen. Durf ik dat? Eh…eigenlijk niet maar het is wel ontzettend tof. Alleen al die kleding en sieraden aan doen, en de traditionele make-up. Ik kreeg daar gelukkig hulp bij want ik draag zo goed als nooit (nooit dus) make-up. En een compleet Balinees danskostuum aan doen is ook best een ding. Wel wat ingewikkelder dan een wetsuit. Ik herkende mijzelf niet meer terug! En dan nog een echte opvoering voor een echt publiek! Van dansliefhebbers ook nog. Het was minstens net zo spannend als mijn eerste triathlon ooit. Met wel heel andere kleding!

Foto gemaakt door Nova Burdo-Marseline

Iedere vrijdag wordt er geoefend in de balletschool. Niet alleen de bewegingen en de choreografie, maar ook de achtergrond van de dans en de betekenis komt aan bod. Volop genieten, ik ben heel blij dat ik het dansen weer heb terug gevonden. Die Rotterdam-pas toch, wordt je van triatleet een Balinese danseres, alles kan toch maar!

 

 

 

Door |2023-09-17T13:53:58+02:0017 september 2023|Triathlon algemeen, Waarom|0 Reacties
Ga naar de bovenkant