Fiets

Kuiper, Moerenhout, Den Bakker en…. Cornelis&Vermaas!

Een paar weken geleden stond in de nieuwsbrief van Hellevoet Heroes dat er op 8 juli een koppeltijdrit in Abbenbroek was.  Manlief en ik schreven ons meteen in. We hadden onze kans op een koppeltijdrit eerder gemist door de darmproblemen, dus dit was een mooie herkansing en voor mij nog een oefentijdrit. Want we zouden hem niet als echte koppeltijdrit rijden: ik zou gangmaker zijn, Henk mijn volger. Dat past ook goed bij de huidige verhoudingen: ik ben sneller, deels vanwege mijn gerichtheid op het fietsen, deels door m’n snellere fiets.

Zo togen we dus gister naar Abbenbroek. Ik had geen idee wat ik kon verwachten: het was heet (al verdween de zon net en was het dus goed te doen), ik weet niet of de darminfectie over is (fingers crossed), aan de antibioticakuur heb ik spruw overgehouden wat net gistermiddag op z’n hoogtepunt was, en de afgelopen (werk-)week was loodzwaar, eigenlijk te zwaar bij mijn huidige energieniveau, maarja, m’n ziekmelddrempel ligt heel hoog en ik heb het overleefd.

Maar ik betaal er ergens wel een prijs voor natuurlijk – al maanden. Ik bedoel: ik ben al maanden enigszins aan het overleven, met doorwerken en -leven bij een door al het gekwakkel minder hoog energieniveau dan normaal. Dat voel ik echt wel. Het gaat, maar er zijn momenten, zoals donderdagavond bijvoorbeeld, dat ik niet meer uit mijn ogen kan kijken. Onder wat gunstigere omstandigheden knap ik echter steeds ook weer heel snel op gelukkig.

Enfin, Abbenbroek. Ik had de uitslagen van vorig jaar gezien en op basis daarvan gedacht: misschien worden we wel laatste. Gisterochtend keek ik naar de deelnemerslijst (staat nou niet meer online), en toen zag ik dat er dit keer meer deelnemers waren, dus toen dacht ik ‘of een na laatste’. Bovendien zag ik een aantal beroemde namen: Koos Moerenhout, Maarten den Bakker, Hennie Kuiper, Kenny van Hummel. Nou, dat is toch wel bijzonder: samen met hen in één deelnemersveld starten!

We waren vroeg genoeg voor een verkenning van het parcours en dat zag er allemaal goed uit om lekker hard te rijden.  Daarna hebben we een tijdje gekeken bij de start, gezellig pratend met andere deelnemers en plaatselijke toeschouwerd. Ondertussen zagen we onder andere bondscoach Koos Moerenhout en zoon

Maarten den Bakker (de local hero)

en wielerlegende Hennie Kuiper (74)

vertrekken. Kuiper gaf ook het eerste en enige startschot, hieronder nog te zien, en ook zie je daar een van het fikse aantal jonge kinderen dat deelnam:

Natuurlijk waren er ook snelle mannen met punthelmen enzo. Alles door elkaar! Heel gemoedelijk en met respect voor elkaar. Wat een leuk evenement, zo zijn er in het fietsen niet veel.

Wij startten pas om 18:41, als 72e koppel van de dik 90. Het ging goed: ik raakte hem best wel lekker, voor mijn gevoel, en Henk kon in mijn wiel blijven en hij had zicht op eventueel achteropkomende koppels waarmee we in de bochten rekening moesten houden. We werden wel een paar keer ingehaald, maar konden in de eindsprint één koppel ook net weer terugpakken.

Het voelde alsof ik het gaspedaal net niet helemaal maximaal in kon drukken, maar aan het eind was ik wel redelijk total-loss en had ik voor mijn gevoel de drie rondjes goed gedoseerd. Mijn beschimmelde tong voelde als gebarsten oud leer, maar verder hinderde dat niet. Hooguit moest ik de neiging om te drinken onderdrukken, want dat kost tijd en helpt toch nauwelijks.

Ik had onderweg al eens gekeken en gezien dat:

  • Onze snelheid hoog lag – we hebben 34,7 km/u gereden zelfgeklokt, in de uitslag zelfs 34,79. Het is van ongeveer 20 jaar geleden dat ik zo hard heb gereden!
  • Mijn vermogen tegenviel (gemiddeld 216 Watt, 220 genormaliseerd – 10 Watt onder wat ik volgens mij zou kunnen nu). Ik heb eerder dit seizoen in tijdrit en triathlons steeds een hoger genormaliseerd vermogen gereden. Dat het tegenviel, dat kon ik me voorstellen gezien mijn vorm – afgelopen week is me niet in de koude kleren gaan zitten. Maar hoe kan ik dan zo hard rijden? Dat snap ik nog niet helemaal.

Eenmaal thuis zag ik ook nog dat mijn hartslag precies lag zoals ik ‘m wil hebben in zo’n tijdrit: net boven m’n omslagpunt. Zo voelde het ook wel, al denk ik dat ik nog net iets dieper zou kunnen gaan als ik in vorm ben. Ik ken dat wel van mezelf: als er iets is, is de bereidheid tot ‘sterven’ van mijn lichaam minder groot. Eigenlijk viel dat gister (en zeker vorige week) best wel mee, gezien de omstandigheden.

Aan de uitslag te zien is dat:

  • We relatief vlak hebben gereden, ook dat is goed.
  • We lang geen laatste zijn geworden! Met leeftijdsbonificatie zijn we 9e van 13 in het dames-klassement, wat eigenlijk geen goede vergelijking, want ik zou daarin natuurlijk hoger kunnen eindigen in het zuchtje van een snelle gangmaker. Daar ging het ons ook helemaal niet om.

We gingen, met verhitte koppies…

hartstikke tevreden naar huis. Naar een fijne avond thuis: avondeten in de vorm van een bezorgpizza om 9 uur, de Tour-etappe terugkijken, en voor mij het eerste biertje in bijna twee weken, want ik mocht bij de antibiotica geen alcohol.

Een erg leuk evenement zo! Een aanrader, en voor herhaling vatbaar.

 

Door |2023-07-09T16:03:22+02:009 juli 2023|Fiets|0 Reacties

Team Sportkunstenaar bij Hellevoet Heroes

Dit is het dertiende seizoen waarin manlief en ik allebei aan triathlon doen. Desalniettemin hadden we gister een primeur: we hebben voor het eerst ooit met z’n tweetjes een team gevormd om mee te doen aan een trio-triathlon. Het was die van Hellevoetsluis, Hellevoet Heroes, een sprint. Henk heeft gezwommen en gelopen, ik heb gefietst. Ik sloeg zo twee vliegen in één klap: een mooie oefentijdrit en uitbreiding van mijn collectie triathlons in Zuidwest-Nederland.  Henk vond het wel een leuk idee. Zodoende vormden we Team Sportkunstenaar.

Toen ik me in het parcours verdiepte, was ik wel een beetje jaloers op Henk, want het zwemmen was door de historische haven van Hellevoetsluis en het lopen over de vesting. Het fietsen zou voor mij allemaal bekend terrein zijn en ik fiets daar graag, onder andere naar Vlissingen of op een rondje Voorne-Putten, maar ik zag ook dat het heel bochtig was, en dat in drie rondjes.

In contrast met de vorige weken was het gister herfstig. Het werd gelukkig net op tijd droog en goed sportweer. Hier is m’n teamgenoot in het – overigens zeer langgerekte – parc fermé:

Er stond wel nog steeds een forse windkracht 4. Dat maakte het zwemmen zwaar, begreep ik van Henk en anderen, vooral het stukje de haven uit en het Haringvliet op, met stevige golven. Wel was het inderdaad een mooi parcours, ook voor toeschouwers. Deze foto maakte ik van de start van onze serie:

De series zaten kort op elkaar en het was me al opgevallen dat het op een gegeven moment hartstikke druk was in de wisselzone. En, zo bleek, daarna ook op het fietsparcours. Dat was inderdaad bochtig, maar ook smal, en het 180-graden-keerpunt het krapste dat ik ooit heb meegemaakt. Grote snelheidsverschillen tussen de debutanten op hybrides en de snelle mannen op tijdritbolides met dichte wielen. En dat dus met z’n allen tegelijk in drie rondjes, waarvan een stuk heen-en-weer. Zo druk en chaotisch heb ik slechts één keer eerder meegemaakt, in Kopenhagen. Ik heb voorzichtig gedaan, wilde voor alles heel blijven, en kon pas in het derde rondje een beetje vrijuit fietsen. Gelukkig heb ik geen ongelukken ofzo gezien. Maar het was wat mij betreft wel over het randje.

Ik was benieuwd wat mijn benen konden na een maand darminfectie en nog bezig met antibiotica (maandag mee begonnen, ik weet nog niet of het helpt, gelukkig weinig bijwerkingen) plus de week Berlijn, en dat viel niet tegen, dat is een opsteker. Ik zit naar schatting ongeveer op hetzelfde niveau als bij de twee triathlons net ervoor (FTP in de buurt van 230), en dat is al heel wat. Nouja, ik heb dus de afgelopen zes weken geen progressie geboekt en dat is jammer natuurlijk, maar het valt me eigenlijk mee dat ik ook niet achteruit ben gegaan, ik heb kennelijk net genoeg kunnen blijven doen. Hopelijk kan ik de komende tijd weer verder gaan opbouwen.

Vanwege het parcours was het maar beperkte tijdrittraining en eerder een stevige intervaltraining, maar ik stak er toch een paar dingen van op: ik heb met succes een shirt getest om het windvangen te voorkomen wat in april gebeurde en ik realiseerde me dat ik bij zo’n inspanning niet gauw tevreden ben. Ik ben ofwel voor mijn gevoel niet diep genoeg gegaan, ofwel ik krijg zere benen en dan denk ik: oei, zere benen. Gister leerde ik dat ik dan dus niet ‘oei’ moet denken, maar ‘fijn’. Alles eruit persen is de bedoeling natuurlijk. Ik ben niet helemaal tot de bodem gegaan, dat kon niet, maar wel genoeg om vandaag wat kramperige kuiten te hebben. Mooi zo.

Henk was wat moeizaam op gang gekomen met lopen na die lange pauze en er zat wat hoogteverschil in het loopparcours op de vesting, maar hij was wel tevreden. We finishten als 4e van 7 teams, en dat lijkt me niet verkeerd als team met een gemiddelde leeftijd (waarbij Henk twee keer telt) van 63 en een vrouw erbij!

Het was ook een gezellige, kleinschalige triathlon, en zo heb ik ze het liefste. Leuke dingen in de (drie!) goodybags ook:

Het was de tweede editie. Aan de logistiek mogen ze wat mij betreft nog sleutelen, maar verder is het een aanwinst.

 

 

Door |2023-07-02T16:12:45+02:002 juli 2023|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Terug uit Berlijn

Ik ben sinds donderdagavond terug van een week Berlijn. De aanleiding was niet iets sportiefs, maar een concert, en wel van mijn grote helden The Who, afgelopen dinsdag. Dat was geweldig (zie deze recensie of dit stuk met filmpjes en setlist) en de moeite van de reis al waard. We hadden besloten om er een week in de stad aan vast te knopen om die (beter) te leren kennen, en daarvan hebben we ook genoten. Natuurlijk zijn we actief bezig geweest, dus hier een verslag daarvan. Het hele reisverhaal staat op Polarsteps.

De meest uitgesproken sportieve bezigheid was hardlopen. We proberen tegenwoordig altijd als we op reis zijn een Parkrun mee te pakken, en dat lukte in Berlijn prima, in park Hasenheide. Grappig en pittig parcours: eerst grote ronde, dan kleine ronde met een nog kleiner rondje met een fikse klim erin:

Manlief finishte voor mij en maakte deze actiefoto van m’n eindsprint:

We hebben ook een dag gefietst. Berlijn barst van de huur- en deelfietsen, we hebben gekozen voor die van het hotel en die reden prima, op een tik na in Henks trap-as op de terugweg. We zijn via Wannsee naar Potsdam gefietst en terug, 60 relaxte kilometers in totaal, met heel veel villa’s en kastelen. Heen door het bos van Grünewald:

En verder hebben we heel veel gewandeld. We maakte drie langere wandelingen om de stad te bekijken (dwars erdoorheen, terug van de Parkrun en een zwerftochtje vooral langs hofjes), en het bleek een fantastische stad om te voet te verkennen! Met nog wat kortere stukken en de  heen-en-weertjes naar metro- en tramhaltes hebben we ruim meer dan 80 kilometer gewandeld. Beetje moe daarvan wel, ook omdat het soms fiks warm was. Maar het was vooral heerlijk. Berlijn is mooi, groen, historisch interessant, contrastrijk, boel te ontdekken (hofje in, hofje uit), gezellig, relaxed… Ik ben een paar keer in de beide stadshelften geweest toen de Muur er nog stond, en hoe de stad nu is, vind ik uitermate hoopgevend: dingen kunnen echt ten goede veranderen.

We hebben ook nog sport gekeken: in Berlijn vinden de Special Olympic World Games plaats, voor sporters met een verstandelijke beperking. Zondag hebben we gekeken bij het tijdrijden en dinsdag bij atletiek. Het fietsen vond ik wat ongemakkelijk omdat dat een niveau-bepalings-wedstrijd was met alles door elkaar en sommigen die kilometer amper rondkwamen, maar dinsdag vond ik het hardlopen indrukwekkend: het waren de finales van de 200 meter en de snelsten liepen die binnen de 24 seconden!

Alles bij elkaar hadden we een heerlijke week. Nu terug thuis is het even taai want mijn darmen spelen weer stevig op – in Berlijn nauwelijks last van gehad gelukkig en ik dacht dat het over was. Maar dat was te vroeg gejuicht: vooral gister was een slechte dag. Een parasieten-besmetting zou binnen vier weken vanzelf over moeten zijn, daar zit ik bijna aan. Ik wacht het nog heel even af en anders is het terug naar de dokter voor medicijnen. Ik baal ervan maar ben blij dat ik in Berlijn goed ben weggekomen!

 

 

Door |2023-06-24T12:05:04+02:0024 juni 2023|Fiets, Loop|0 Reacties

Dientamoeba fragilis

Ik weet amper hoe je het uitspreekt, maar het zat (zit?) wel in mijn darmen: de parasiet dientamoeba fragilis. Hoeft niet behandeld te worden, want gaat meestal vanzelf over, en daar lijkt het ook op: ik voel me langzaam-maar-zeker beter worden, zowel qua darmen zelf als in z’n algemeenheid. Energieniveau laat nog wel wat te wensen over, maar daar zit ook de hitte achter natuurlijk.

Onduidelijk hoe ik eraan ben gekomen, aan die dientamoebaatjes, in elk geval kan ik niet zomaar zwemwater de schuld geven. In het vervolg toch nog beter m’n handen wassen – als dat kan, want ik herinner me wel sportevenementen met dixies zonder handenwasmogelijkheid.

Ik kon de afgelopen dagen wel weer wat sporten, zij het nog niet intensief. Daarvoor was ik nog te futloos, maar ook gaf het rare druk in mijn buik. Ik hoop de komende tijd echt helemaal op te knappen en dan een tijdje vooruit te kunnen zónder pech!

Ondertussen is mijn plannetje van ‘kijken hoe ver ik op mijn 57e nog kan komen als ik weer alles op het fietsen zet’ enigszins in het water aan het vallen, want ik heb sinds eind februari vaker niet dan wel goed kunnen trainen. Het wordt dus hooguit ‘kijken hoe ver ik op mijn 57e nog kan komen als ik zo goed en zo kwaad als het gaat het fietsen train’.

Tot nu toe viel het me eigenlijk nog mee wat ik wél voor elkaar kreeg, onder andere bij de twee triathlons, maar sindsdsien heb ik niet veel meer kunnen doen. Desalniettemin: gister heb ik een rustige duurrit gereden en toen leken m’n benen nog prima in orde. Hopelijk kan ik op die basis straks lekker verder bouwen. De tijdrit komt sowieso niet in het geding.

 

Door |2023-06-12T15:19:28+02:0012 juni 2023|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Verlangen naar onbekommerdheid

Ik vraag me echt af hoe ik het voor elkaar krijg: zo veel gekwakkel achter elkaar. Ik schreef hier op 17 mei, in de aanloop naar de twee triathlons:

Waar ik tussen eind februari en 9 april last had gehad van drukte, familieomstandigheden en gekneusde ribben, had ik sindsdien nog steeds wel wat drukte en omstandigheden, last van m’n rug als gevolg van die ribben, een zo-zo trainingsweekend en meteen daarna, jawel, werd ik verkouden.

Kort daarna schreef ik opnieuw over twee dagen waarop ik iets onder de leden leek te hebben:

En misschien was ik ook in iets minder goede doen: de twee tussenliggende dagen voelde ik me wat brak: moe, onrustig geslapen, gister verhoogde rusthartslag. Ik twijfelde toen zelfs nog of ik wel zou kunnen starten, maar vandaag is beter.

Ik heb me toen welgeteld een week okee gevoeld, en toen kreeg ik last van mijn darmen: gerommel, winderig, opgeblazen, lichte diarree, vaak naar de wc, met een vaag ‘niet lekker’ gevoel. Eerst dacht ik dat het door lactose kwam waar ik soms gevoelig voor ben (geweest?), al leek het wel ongebruikelijk heftig daarvoor. Donderdag leek het over, maar gister laaide het weer op en bovendien werd ook manlief toen ziek, hij nogalliefst met koorts erbij. Dat heb ik niet gehad. Wel heb ik een aantal slechte nachten gehad doordat ik vroeg wakker werd van de onrust in mijn buik. En kennelijk hebben we dus een virus of bacterie of parasiet te pakken. Ook weer niet heel erg: we kunnen gewoon eten bijvoorbeeld.

Alles bij elkaar betekende het vanochtend echter wel dat we helaas niet mee konden doen aan de koppeltijdrit van de Hoeksche Renners. Met koorts was dat voor Henk sowieso uitgesloten en ik voelde me toch ook te futloos. Het was de vorige keer erg leuk (ook niet onder het beste gesternte, lees ik zelf terug, dat was ik alweer vergeten). Het was nu voor mij bovendien als oefentijdrit bedoeld, vervelend en jammer dat dat niet kon doorgaan, maar top presteren had toch niet gekund. Beter uitzieken.

En zo heb ik dus een heleboel gekwakkel op rij te accepteren. Ik heb niet het gevoel dat het iets anders is dan pech. Ik bedoel: er is volgens mij niet iets structureels. Nouja, ik sleep me wel een beetje voort, ik voel wel dat ik voorzichtig moet zijn met m’n lijf – het heeft veel te verduren gehad. Ik blijf maar moeïg ook, maar dat is meer gevolg dan oorzaak. Op de dagen dat er niets aan de hand is, voel ik me goed. Alleen zijn die dagen dus al sinds eind februari zeldzaam, en daar baal ik wel van.

Ik kan ontzettend verlangen naar onbekommerd sporten. Naar wel gewoon twintig kilometer kunnen racen, of naar een lekkere zwerftocht op de fiets, zoals ik die voor afgelopen woensdag van plan was, toen ik had afgesproken met een vriendin in Alkmaar. Ik zou daar op de fiets heen en met de trein terug, maar dat kon niet doorgaan. Daar speelde de noordoosten wind ook wel een rol in, maar toch vooral de futloosheid, het slaapgebrek en de onrust in mijn darmen – het zou te zwaar worden.

Gewoon onbezorgd lekker sporten, het is al maandenlang de uitzondering. Terwijl het voor mijn gevoel dus om de hoek ligt: er is niet heel erg iets mis. Dat houd ik mezelf ook maar voor: het komt allemaal weer goed. Nog steeds ben ik natuurlijk in wezen kerngezond en heb ik eigenlijk niks te klagen. Ik heb alleen een boel pech achter elkaar. Eens gaat het tij weer keren!

 

Door |2023-06-04T16:05:02+02:004 juni 2023|Fiets|2 Reacties

Mijn seizoentje zit erop

Ik ben twee triathlons verder dan woensdag. Ze waren leuk! Het ging allebei goed, en er waren contrasten: donderdag was een nieuwe triathlon, vanochtend mijn vijfde deelname in Ter Aar, dus op vertrouwd terrein. Donderdag was het warmer dan gevreesd dankzij de zon die er net doorheen kwam, vanochtend was het koeler en winderiger dan gedacht; de zon liet zich niet zien.  Manlief deed donderdag zelf ook mee; vandaag was hij chauffeur, soigneur, supporter en hij maakte foto’s, dus die in deze post zijn allemaal van Ter Aar en niet van de Biesbosch.

Het gaat me op het ogenblik vooral om het fietsen, en dat ging allebei wel goed, al viel vandaag me een beetje tegen. Dat lag deels aan de wind. Ik had donderdag 33,7 km/u gemiddeld gefietst, niet helemaal voluit gaand, en ik had gehoopt vandaag wel voluit en dan door de grens van de 34 te gaan, voor het eerst ooit. Maar daarvoor woei het dus te hard. En misschien was ik ook in iets minder goede doen: de twee tussenliggende dagen voelde ik me wat brak: moe, onrustig geslapen, gister verhoogde rusthartslag. Ik twijfelde toen zelfs nog of ik wel zou kunnen starten, maar vandaag is beter. Ik kwam uit op een NP van 5 Watt hoger dan donderdag, en beide triathlons braken eerdere vermogens-records. Maar dus nog geen snelheidsrecord. Naar omstandigheden heb ik gewoon goed gefietst. Het voelde ook lekker. Donderdag ook trouwens.

Zwemmen was allebei de keren okee. De watertemperatuur donderdag viel me mee (graad of 17) en het was een mooi plasje. Vandaag raakten we op het laatst met z’n vieren in de baan in een inhaal-veldslag verwikkeld, maar dat is in het zwembad altijd wel even zo.

Relatief heb ik vandaag beter gelopen, mede dankzij het koele weer – 1 seconde per kilometer langzamer dan donderdag, maar ik had meer gegeven op de fiets, dus dat is okee. Het harde fietsen voel ik sowieso wel, dat moet ik bij het lopen bekopen, maar dat was dit seizoen de bedoeling. Net zoals het ook okee was dat wisselen beide keren traag ging, daar laat ik toch wel veel liggen. Vandaag kreeg ik m’n schoenen niet aan. Daar ben ik totaal niet mee bezig geweest; als ik weer serieus met triathlon aan de slag wil, moet ik daarom andere hardloopschoenen.

Waar ik donderdag heb genoten van het parcours, met hardlopen over een klein paadje langs uiterwaarden met ganzen en schapen, moest ik vandaag accepteren dat voor het eerst Ter Aar geen Ter Huh werd. Nouja, dat is dan maar zo. Het blijft een leuke triathlon, kleinschalig en overzichtelijk en van alles wat. Het was wel iets anders omdat er minder startseries op de 1/8e en kwart waren, en in plaats daarvan jeugdcompetitie. Daardoor was het veel drukker, want jeugd heeft meer toeschouwers en begeleiders.

Grappig: mijn buurman in de wisselzone, en dus ook baangenoot bij het zwemmen, was steeds in de buurt. Dat heb ik nooit eerder meegemaakt, dat iemand anders op alledrie de onderdelen ongeveer even hard gaat als ik. Uiteindelijk heb ik hem met een paar seconden verslagen. Het was beide keren gezellig, donderdag met veel debutanten ook.

Donderdag keek ik een beetje op mijn neus dat ik in het kleine startveld drie leeftijdsgenotes voor me had, waarvan er één ook nog harder had gefietst. Vandaag eindigde ik in het linkerrijtje van de vrouwen (12e van 27). Ik doe nog steeds lekker mee! En nu het vizier dus nog meer richting fietsen. Hopelijk onder wat gunstigere omstandigheden van weer en lijf dan de afgelopen maanden.

Tot slot toch nog één foto van donderdag: de leukste medaille ooit, voor mij als knaagdierliefhebber:

 

Door |2023-05-21T17:00:19+02:0021 mei 2023|Fiets, Triathlon algemeen|1 Reactie

Mijn seizoentje gaat beginnen

Morgen doe ik mijn eerste triathlon van het seizoen, en dan meteen zondag nog een, allebei de 1/8e.  En dat is het dan ook voorlopig. Nouja, ik doe er ook nog een als fietser in een duo of trio, en misschien eind september ook nog wel een. Maar na zondag gaat ook hardlopen in de onderhoudstand en gaat de focus dus nog meer op het fietsen, met nog drie maanden tot aan mijn hoofddoel. Van de twee aanstaande triathlons is die van morgen een opwarmertje, om er weer even in te komen, en vooral ook: genieten van het parcours. Zondag wil ik in Ter Huh zo hard mogelijk fietsen, als tussentijds testje weer.

Dit is dus opnieuw een schakelmoment in het seizoen. Het zit voor mijn gevoel kort op het vorige, en helaas heb ik in de tussenliggende weken weer niet onbekommerd kunnen trainen. Waar ik tussen eind februari en 9 april last had gehad van drukte, familieomstandigheden en gekneusde ribben, had ik sindsdien nog steeds wel wat drukte en omstandigheden, last van m’n rug als gevolg van die ribben, een zo-zo trainingsweekend en meteen daarna, jawel, werd ik verkouden. Dat was ik de hele winter nog niet geweest, sterker nog, het was op de dag af 51 weken geleden, voor mij nogal bijzonder, zeker in een winter waarin er nogal wat virussen zijn rondgegaan.

Dus op dat punt mag ik niet mopperen, maar door de timing kreeg ik wel wat zelfmedelijden: wéér niet lekker kunnen trainen, ik krijg de regelmaat er maar niet in. Ik moest bovendien leuke dingen afzeggen en had enkele saaie en hangerige dagen. Vorige week had ik zelfs een dagje verhoging en ik snotter nog steeds – wat bij mij altijd lang duurt.

Nou goed. Ondertussen kregen twee mensen in mijn omgeving veel slechter gezondheidsnieuws, dus waar zeur ik over. Ik heb het al vaker gezegd: als op mijn leeftijd verkoudheid je grootste gezondheidsprobleem is, valt het allemaal nogal mee.

En oja, over het gebrek aan onbekommerd trainen: het is ook nog eens heel vaak slecht weer. Met – gelukkig – een enkele uitzondering, zoals afgelopen zondag, toen ik gelukkig net weer genoeg was opgeknapt om samen met Nicole mee te doen aan de Vestingloop Hellevoetsluis, een werkelijk schitterend parcours:

Nicole in actie op de vesting

Morgen wordt ook gewoon koud, voor een triathlon op Hemelvaartsdag. Ik heb zin in het verzetje, ben benieuwd naar het parcours; als ik kan sporten, gaat dat best wel lekker. Ondanks alles heb ik er dus gewoon zin in!

 

Door |2023-05-17T15:57:35+02:0017 mei 2023|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Soms loopt het anders

Ik ben vandaag onverwacht een rustig dagje thuis. Ik zou eigenlijk nog met maatje Jo in Limburg fietsen, maar het liep anders.

Het begon eigenlijk al anders te lopen eind maart. We zouden namelijk eigenlijk vanaf 30 maart vier dagen gaan, lekker fietsen in de heuvels. Maar we waren toen allebei niet in goeden doen, en de weersverwachting was dramatisch slecht, met veel regen en kou. We hebben toen kort van tevoren geannuleerd en daar geen spijt van gekregen.

Het tripje verzet naar de afgelopen dagen, en vanwege de hogere kosten in de mei-vakantie een andere overnachtingsplek gekozen. Opnieuw hadden we een beetje zorgen over het weer: veel regen in de voorspellingen, vrijdag zelfs ‘code geel’, maar de Buienradar gaf ons ook wel goede hoop.

Ik had er zin in. Het is in meerdere opzichten een veeleisende tijd geweest, fijn om er even tussenuit te gaan. Ik voelde dat meteen bij vertrek: ah, lekker! Ik was ook net weer uit de kreukels en had dus zin in veel fietsen, lekker buiten zijn en de gezelligheid van samen op stap.

Jo opgepikt bij het station en koers gezet richting Limburg. We hadden vanwege die weersverwachting geen haast. In de auto regen, maar uiteindelijk een aardig rondje Meinweg kunnen doen. Beetje regen, de enige heftige bui viel toen we net in de buurt waren van een riante bushalte waar we konden schuilen. Mooi tochtje, het meest in Duitsland, onder andere langs een voormalige munitie-opslagplek (foto).

Alleen schakelde mijn fiets voor geen meter en moest ik twee keer lopen toen het wat serieuzer omhoog ging. Fiets is net 21 geworden en tobt al een tijdje met weigerachtige achterderailleur. Dat gaf wat zorgen voor de volgende dagen, maar ik had wel goede hoop op een Limburgse fietsenmaker.

Toen we aan het eind van de middag doorreden naar Zuid-Limburg, kwamen we wel in serieuze hoosbuien terecht, maar toen zaten we zelf droog natuurlijk. Genoeglijk avondje in de herberg, met een lekker biertje erbij.

Relaxed naar bed, en ik dacht: ik val zo lekker om voor een lange nacht.

Niet dus.

Om middernacht ben ik maar eens een tijdje naar buiten gegaan voor de verandering, en om twee uur ben ik er ook nog even uit gegaan. Daarna, rond een uur of half 3, ben ik in slaap gevallen, tot half 8. Toen werd ik wakker met een ochtendhumeur van jewelste. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Ik ben geen heel goede slaper, maar de laatste tijd gaat het eigenlijk gewoon goed. Het was een beetje benauwd en het bed was niet super, maar ik heb wel eens onder slechtere omstandigheden geslapen, of korter geslapen zonder zo’n donderbui om m’n hoofd bij het wakkerworden. Jo had ook beroerd geslapen, frappant.

Enfin, na een goed ontbijt afgedaald naar Mechelen en daar overtrof de fietsenmaker m’n stoutste verwachtingen: voor acht euro m’n derailleur afgesteld en en passant ook nog even m’n ketting gesmeerd en de voorrem rechtgezet. Hulde, Hub Nix!

Daarna onderweg voor een langere tocht Wallonië in, langs de stuwmeren van Gileppe (foto – in het echt indrukwekkend!) en Wesertal.

Lekker gefietst, ondanks wat miezerregen en de beruchte kwaliteit van het wegdek in Wallonië. Het is een hoek van België die ik eigenlijk amper ken. Prachtig en afwisselend landschap. Veel rustiger dan in Limburg. Schakelen ging goed, al duurde het lang voor ik er weer echt vertrouwen in kreeg. Daar zal dat maar langzaam opklarende ochtendhumeur ook achter gezeten hebben.

Eind van de middag terug. Opnieuw een genoeglijk avondje in de herberg.

En opnieuw een beroerde nacht.

Nog veel beroerder eigenlijk: dit keer was ik om half 5 nog wakker, daarna ben ik in slaap gevallen, tot tegen achten. Het was weliswaar eerst gehorig, zowel uit het restaurant als van de bovenburen, maar dat was ook weer niet zo erg dat het de slapeloosheid kon verklaren, en na middernacht was het stil. Ik snapte er weer niks van. Dit was zelfs voor mijn doen in slechte tijden zeer extreem – mijn slechtste nacht sinds de allerergste vlaag tijdens de overgang, in 2016.

Ergens om een uur of 2 bedacht ik ineens: ik wil hier weg, ik wil naar huis. Er is iets helemaal niet pluis hier, dat vertelt mijn lichaam mij; ik weet niet wat het is, maar ik ga mezelf dit niet nog een derde nacht aandoen.

Wat daar zeker een rol in speelde was dat ik nog 225 kilometer moest autorijden. Twee slechte nachten is daardoor eigenlijk al geen porem, dat weet ik, maar een derde, oef… Ik durfde er niet op te vertrouwen dat ik die derde nacht wel zou slapen, en ik weet ook dat de gedachte ‘ik moet wel slapen want anders kan ik morgen niet autorijden’ funest is voor je slaap. Ik ben best wel ervaringsdeskundig in mezelf door slechte nachten loodsen, maar hier hield het voor mij op.

Jo moest er even over denken, maar ook zij had opnieuw een slechte nacht gehad, en ze wilde dus wel mee. We hebben eerst nog een kort rondje gefietst over een paar van de klassieke Limburgse klimmetjes: Camerig/Vijlenerbos, Vaalserberg/Drielandenpunt (foto) en Schweiberg.

Dat is altijd leuk en Limburg lag er prachtig bij, met de fruitbloesem en opvallend veel paardebloemen. Het was droog maar wel wat dreigend en dus ook een beetje drukkend warm. Ik had brakke benen: de dag ervoor was best lang geweest voor mijn huidige getraindheid, en ik was natuurlijk niet goed hersteld. Slapen is daar nogal belangrijk voor.

We zijn ’s middags teruggereden. Gelukkig ging dat allemaal goed – wel met opnieuw een hoosbui. Jo ontdekte dat er geen treinen reden tussen hier en Den Haag en besloot toen om bij ons vandaan naar huis in Haarlem te fietsen. Gelukkig hoefde ik zoiets niet meer – ik was thuis en bij manlief, en ik voelde een nog grotere opluchting dan vrijdag bij vertrek.

Ik heb in m’n eigen bed dik 9 uur geslapen en voel me vandaag een ander mens, zeker na de herstel-yoga ‘XL’ (anderhalf uur) van vanochtend (veel rekken en losmaken, beetje core met Adriene’s upper back love, yoga for the spine en runners yoga). Daar had ik zomaar alle tijd voor.

Waar ik gister nog dacht: ‘waarom zit het nou de hele tijd maar niet mee?’ denk ik vandaag vooral: ‘weggaan was een goede beslissing’. Het liep anders dan verwacht, maar ja, ik heb óók lekker gefietst, ben veel buiten geweest (bij aangename temperatuur en qua regen goed wegkomend), en ik heb gezelligheid ervaren.

En tot slot was het goed om te merken dat thuis zo fijn kan zijn.

 

Door |2023-05-09T09:05:49+02:008 mei 2023|Fiets|1 Reactie

Uit de kreukels komen

Het ‘makkelijke’ aan fysiek ongemak na vallen is dat het in principe gewoon geneest. Dat is simpeler dan een overbelastingsblessure of iets onduidelijks. ‘Gewoon’ wil echter niet zeggen dat het herstel in een rechte lijn gaat, dat vond ik wel interessant om te zien. Hier de ups en downs van de laatste weken:

  • De gekneusde ribben begonnen eenmaal ingetapet (na een week – zie foto – de tape heeft twee weken gehouden) aan een weg omhoog maar wel met betere en slechtere dagen. In die weken kon ik steeds meer, op sportgebied, en dat was dan ook steeds met ongemak, maar dat leek een soort noodzakelijk kwaad. Het diepere ademhalen bijvoorbeeld, dat was steeds ongemakkelijk omdat ik dan tegen stijfheid aan ademde, maar daardoor kwam het wel los.
  • Na een week of vier was de kneuzing wel zo’n beetje hersteld, maar toen zat er nog iets muurvast in m’n rug. Bij de tijdrit heb ik die spier (?) een beetje geweld aangedaan, dus toen hield ik een flinke tijd last van mijn rug. Uiteindelijk kon ik op 21 april naar de chiropractor die mijn rug los heeft gemaakt. Wat een verademing (ook letterlijk).
  • Maar…. die ontspanning in m’n rug schoot een beetje door en prompt trok m’n bekken hartstikke scheef. Zo scheef was het in jaren niet geweest. Ik liep er bijna mank van en ik kreeg last van een knie. Dat voelde ik bij elke stap. Een paar dagen kon ik toen helemaal niks, uit angst die knie verder te beschadigen. Dat was mentaal een paar dagen superzwaar, want dacht ik er eindelijk te zijn, was ik ineens nog verder van huis. Ik had verder ook een paar stressvolle dagen en juist dan kan ik enorm verlangen naar ‘de wei in’, maar dat ging dus niet. Vorige week maandag klotste m’n chagrijn hier tegen de plinten, zal ik maar zeggen.
  • De dinsdag erna, vorige week dus, kon ik terug naar de chiropractor, bekken rechtgezet, en ze had wat peptalk: die knie beschadigen zou niet zo gauw gebeuren, dus ik mocht wel sporten. En dat ging ook, dus ik heb net een lang weekend achter de rug waarin ik lekker kon trainen, kon doen wat ik wilde, met vooral een boel fietsen. Heerlijk, zeker zondag, eindelijk ook eens een dag mooi weer en dus onbekommerd voor een lange rit op weg.
  • Tijdens die lange rit voelde ik wel nog steeds behoorlijke stijfheid aan de gekneusde kant en daardoor moet die heup harder werken dan normaal. Vandaag daarvoor nog een keer naar de chiropractor geweest. Het is nu zeven weken geleden en nog steeds niet helemaal over, maar ik kan wel alles weer.
  • Toen de ribben zo ver genezen waren dat ik weer wat mobieler werd, ging me opvallen dat de bij mijn eerste val gekneusde pink nog steeds zeer deed. Er leek helemaal geen schot in te zitten, maar de laatste twee weken lijkt het toch te verbeteren, mede dankzij het intapen dat ik weer ben gaan doen. Desalniettemin ben ik net naar de huisarts geweest om te checken of er niet toch meer nodig is. Mogelijk is er inderdaad ergens een beetje iets gescheurd geweest ofzoiets, daar zou ik een foto voor kunnen laten maken, maar vervolgens is de behandeling niet anders. Get vergt gewoon geduld….
  • Bij de huisarts heb ik ook nog even laten kijken naar een ander plekje dat zeer blijft doen, al heb ik daar heel weinig last van: de onderkant van m’n elleboog. Die doet zeer als ik op mijn onderarm rust, wat ik niet veel doe, maar bijvoorbeeld wel bij de onderarm-plank. Daar heeft de zenuw kennelijk een tik gehad en dat kan inderdaad heel lang duren.

Alles bij elkaar kan ik nog steeds wel voelen dat het een zware tijd is geweest. De drie weken tussen het overlijden van mijn schoonvader en het verschijnen van mijn boek, met de twee vallen erin en dus ook een week waarin ik veel pijn had van die ribben, behoren tot de meest veeleisende uit mijn leven. Ook leuk dus, met het boek, maar het was alle zeilen bijzetten. Er kwam nog een boel achteraan ook, deels gewoon weer suffe pech, zoals het stukgaan van mijn computer vorige week. Het is gewoon niet mijn beste tijd. En dan ook nog qua weer zo’n prutvoorjaar….

Wat er aan vorm onder alle pijntjes vandaan komt, is echter helemaal niet zo slecht. Dankzij wat ik zo goed en zo kwaad mogelijk toch heb kunnen doen de afgelopen weken. Bovendien ga ik voelen dat ik meer tijd heb dan in heel lang doordat het boek af is. Ik merk aan mijn werkagenda ook dat ik een tijd te druk ben geweest voor relatiebeheer – het is nogal rustig. Dat kan financieel gelukkig wel even lijden, en het maakt tijd voor nog meer herstel, ook van mijn hoofd. Ik hoop vooral heel erg dat het nu een tijdje allemaal een beetje mee blijft zitten!

 

Door |2023-05-03T08:46:42+02:002 mei 2023|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Push-ups alleen tegen de saaiheid

Toen ik in 2006 uit Amsterdam wegverhuisde, vond ik het afscheid van mijn oude sportschool moeilijk. Ik had het bij Jerry’s (bestaat niet meer, dus geen link) naar mijn zin, voelde me er thuis. In m’n nieuwe omgeving ging ik een heleboel sportscholen af voor proeflessen. Nergens vond ik wat ik achtergelaten had. Uiteindelijk koos ik voor de sportschool met de beste spinninglessen – want daar gaat het me vooral om.

Ik was net lid geworden toen ik tijdens de spinningles erop aangesproken werd door de instructeur dat ik niet meedeed met de push-ups. Opgelet: push-up is helemaal niet het goede woord, het is meer slingeren, want dat doe je met je bovenlijf, heen en weer richting je stuur.

Ik kende push-ups helemaal niet van waar ik in Amsterdam had gespind: niet bij Jerry’s, en daarvoor niet bij voor zover ik weet de eerste sportschool in Nederland waar je spinning kon doen (ik heb het over 2001, ik herinner het me niet precies, was het Fitness First?) Ik heb daar hartstikke goed leren spinnen, ik pluk daar tot op de dag van vandaag de vruchten van, maar push-ups, homaar. Ik vond het dan ook maar ‘raar’.

Het was vervelend om het op m’n gloednieuwe plek meteen ‘fout’ te doen. Ik zei iets als ‘dat kan ik niet met een hartslag rond m’n omslagpunt’ en toen ging ik volgens die instructeur ook nog eens veel te diep te vroeg in de les. Huh?

Hij zei ook nog: Lance Armstrong (daar kon je het toen nog gewoon over hebben) doet ook push-ups.

Waarop ik dacht: maar toch echt niet op de fiets.

En wat ik ook dacht: laat me toch. Wat maakt het voor de anderen uit als ik in een hoekje even iets niet doe?

Ik ben gebleven, ik ben later bij een andere ‘juf’ gaan spinnen en die liet me mijn gang gaan als ik niet meedeed. Die gaf sowieso veel vrijheid, iets wat ik zeer waardeerde maar wat helaas maar weinig instructeurs doen – bijvoorbeeld een vrij nummer aan het eind. Dat je dan naar eigen inzicht rustig aan kunt doen of juist nog even diepgaan, al naar believen staand of zittend met hoge of lage trapfrequentie. Voor mijn trainingsdoelen zou dat fijn zijn. Afgelopen dinsdag bijvoorbeeld kon ik in de les m’n ei niet helemaal kwijt en had ik graag aan het eind nog even alles eruit gegooid.

Sinds mijn spinning-herstart in oktober train ik weer regelmatig bij die instructeur van 17 jaar geleden – helaas zijn de lessen van die andere juf uit het rooster. Nog steeds zijn de lessen goed, maar nog steeds zitten er push-ups in. Ik doe dan halfslachtig mee: op half tempo. Dat vind ik beter te coördineren en heeft wat nut voor souplesse in m’n rug.

Tot nu toe geen commentaar, maar afgelopen dinsdag sprak de instructeur me er weer op aan: m’n push-ups moesten sneller. Dat schoot bij mij nogal verkeerd, want ik was er net voor het eerst in vier weken weer, na de gekneusde ribben, met een rug die nog niet helemaal de oude is. Dus ik vond het al heel wat dat ik er weer was.

Dus ik zei iets als: ik kom net terug van gekneusde ribben en ik ben toch al niet zo van de push-ups, dus ik doe voorzichtig.

Met de muziek op de achtergrond weet ik niet of de instructeur dat verstond. Hij zei iets als ‘push-ups horen er wel bij’, waarop ik zei ‘vind jij’, maar dat heeft hij echt niet gehoord, denk ik. Zelf moest ik er meteen om gniffelen: Louise heeft weer eens een autoriteitsconflict. Dat ik kracht bijzette door de push-ups vervolgens maar helemaal te laten zitten.

Nou heb ik sinds 2006 een boel bijgeleerd over trainen, en zodoende kan ik veel beter dan in 2006 beargumenteren waarom ik push-ups bij spinning maar niks vind:

  • Je traint er niks mee. Echte push-ups, op de grond, zijn zware krachttraining, maar met je kont op een zadel is het niks anders dan je bovenlijf heen en weer slingeren. Het enige wat dat eventueel toevoegt, is wat souplesse aan je rug, maar dan kan het beter rustig.
  • Het is een ongecoördineerde beweging, omdat je ondertussen doortrapt. Dat geeft een relatief hoog blessurerisico. Dat is wat ik als eerste aanvoelde: bij zo’n hoge hartslag houdt coördinatie van andere dingen dan trappen nogal op. Maar elke oefening die niet direct met fietsen te maken heeft is maar ongelukkig op een fiets natuurlijk.
  • Het hindert het fietsen. Dat is de andere kant van het vorige punt: als je je bovenlijf heen en weer beweegt, kun je niet fatsoenlijk doortrappen. Als je iets niet moet doen bij goed fietsen is het wel wild met je bovenlijf heen en weer schudden.

Daar ben ik allemaal redelijk van overtuigd, maar toch heb ik de ochtend erna maar eens gegoogled op ‘spinning push-ups’ en wat blijkt? Ik heb gelijk. Volgens een aantal Amerikaanse deskundigen zitten push-ups alleen maar in een spinningles om ‘m minder saai te maken. Ze noemen dezelfde nadelen als ik.

(Ik heb het er de afgelopen maanden al vaker over gehad: ik zet m’n zoektocht naar een andere sportschool voort. Of misschien moet ik beslissen het zonder te doen, in elk geval zonder spinning, dat lukte in de coronajaren ook goed. De komende tijd ga ik minder spinnen, omdat ik meer buiten ga fietsen. Dat zal wel schelen.)

 

Door |2023-04-13T18:01:48+02:0013 april 2023|Fiets|0 Reacties
Ga naar de bovenkant