Druk weekend
De laatste weken waren op sportgebied druk en leuk. Er was van alles te beleven hier in de buurt en we grappen al dat we wel bezig lijken met een sportieve inburgeringscursus. Daarover echter een andere keer meer. Dit weekend hadden we twee evenementen die niet met onze verhuizing te maken hadden en die we allebei al eerder gedaan hadden: de Dordtse Biesbosch Triathlon en de Koppeltijdrit Hoeksche Waard.
Die dubbele planning was een beetje per ongeluk: we hadden ons al ingeschreven voor de triathlon toen de datum van de koppeltijdrit bekend werd, en die wilden we echt heel graag doen. We vinden dat sowieso leuk om te doen, vorig jaar konden we niet want ziek, en we komen graag bij De Hoekse Renners. Al is het alleen maar omdat we elkaar hebben leren kennen bij hun cyclo in 2002. Bij de verhuizing doken de handdoekjes die we toen kregen weer op, en we hebben er eentje laten inlijsten. Sinds vrijdag hangt die op een mooi plekje in ons nieuwe huis:
Ik ging het weekend echter in vol met twijfels. Ik schreef een paar weken geleden al over de ‘niet in de koude kleren’ van de afgelopen tijd, en de verkoudheid die ik daar omschreef als ‘een van de zwaarste ooit’ duurt nog steeds voort. Ik heb dus al kennisgemaakt met de nieuwe huisarts en met de andere ontstekingsremmende neusspray die ik van hem kreeg, verbetert het wel, maar het gaat traag. Ik ben nu dik zes weken bezig, waarvan ik er vijf niets ruik. De lange duur en de combinatie van volle holtes, vermoeidheid en het effect van niet ruiken (kort samengevat: sterk verminderd genot, onder andere doordat ik bijna niets proef; vervreemding doordat ik niet ruik waar ik ben) maakte me de afgelopen tijd af en toe ook somber. Wat gek is, want ik heb het reuze naar mijn zin op onze nieuwe plek.
Ik verlangde vorig jaar al naar onbevangenheid (zie die link naar ‘want ziek’ van hierboven), nou, het aantal weken sindsdien dat dat het geval is geweest, is ergens rond de vijftien. Écht fit is van september 2022. Er is de hele tijd wat. Dat frustreert. Nou weet ik wel dat ik kort na een verhuizing niet kan verwachten in topvorm te zijn, maar ik mis op mijn slechtere dagen ook het perspectief erop. Het is op dit moment vooral een geduldskwestie – waar de huisarts ook voor waarschuwde. Ik en m’n freaky verkoudheden… Gelukkig gaat sporten op zich wel, beetje aangepast soms.
Nou goed, en daar kwamen nog een paar andere kleine pijntjes bij in de aanloop naar zaterdag, vandaar de twijfels. Oja, en het is ook de hele tijd behelpen met het weer natuurlijk. Wat een voorjaar, zeg, of meteorologische zomer sinds gister. Nou, de lucht zag eruit als in november. Gelukkig bleef het wel droog, en de watertemperatuur was okee, met een dikke 18 graden.
De Dordtse Biesbosch Triathlon is een zeer breed evenement, waar het vooraan knetterhard gaat, maar waar ook een boel debutanten aan meedoen, een enkeling op stadsfietsen enzo. Dat zijn de leukste triathlons! We kwamen bovendien nog bekenden tegen ook, het lijkt dan soms een kleine wereld.
Het ging eigenlijk verrassend goed. Zwemmen gewoon okee, in precies elf minuten, daar is nooit veel over te zeggen in buitenwater, maar het voelde goed. Fietsen ging zoals ik had gehoopt (dus beter dan gevreesd), met een vermogen dat leek op wat ik vorig jaar (beter getraind maar en fit maar met gekneusde ribben achter de rug) reed.
Het woei zo hard dat ik met zijwind het stuur niet durfde los te laten om te drinken, maar verder ging het lekker. Bij het binnenkomen van de wisselzone had ik even een moment van glorie want ik was op dat moment derde dame. Ik wist dat dat van korte duur zou zijn. Ik werd al voorbij gewisseld, en ben ook nog stevig ingehaald bij het lopen. Dat ging bij mij niet hard, maar wel gestaag, en geheel pijnvrij – dat viel weer alles mee, ik had wat last gehad van een voet namelijk. Tijdens het lopen kon ik ook het beste van het fraaie parcours genieten, dat was leuk.
Ik finishte zo in 1:22:54, in het linkerrijtje bij de dames, en met nog één andere 50+-dame voor me. Ik hoef me nog steeds nergens voor te schamen.
En het leverde een erg leuke medaille op:
Met ’s avonds nog bezoek was het een drukke maar leuke dag. De fietsschoenen waren nog niet eens helemaal droog toen ze vanochtend bij een vroege start weer in de auto verdwenen op weg naar de Hoeksche Waard. De koppeltijdrit van de Hoekse Renners is een leuk, klein evenement. Met bekenden weer natuurlijk – manlief is een Hoekschewaarder. Met jeugd en dus ouders die twee keer meedoen: voor zichzelf en als gangmaker voor zoon (vooral) of dochter. Of andersom: de enige andere oudere vrouw die meedeed (voor zover ik zag) werd gegangmaakt door haar volwassen dochter, erg leuk. Bovendien met relatief veel handbikers, en die startten ook gewoon tussen de rest in. Terwijl ook hier ‘vooraan’ knetterhard gereden werd.
Ik voelde de dag ervoor wel hier en daar in mijn benen, dus ik had opnieuw geen idee wat ik kon verwachten. Gezien de omstandigheden ging het best wel goed, alleen blies ik mezelf in de tegenwind in het derde rondje op. Toen moest manlief even de kop overnemen, daarna ging het weer. Met 33,9 hebben we harder gereden dan in 2019, en opnieuw kwam mijn vermogen goed in de buurt van dat van vorig jaar, minus de triathlon gister, die ik echt nog wel voelde.
Het was ook leuk om te doen: je gaat een soort tunnel in, van 21,5 kilometer hard doorstampen. En zo veel voor écht met z’n tweeën is er verder niet. Ik kwam wel vrij dood over de finish. Gelukkig zei manlief dat hij af en toe best moeite had gehad om in m’n wiel te blijven.
Wat ik wel merkte, allebei de dagen, is dat mijn hartslag niet zo hoog oploopt. Dat is de verkoudheid, denk ik. Dat is jammer maar het biedt ook perspectief: ik rijd dezelfde vermogend bij een iets lagere hartslag dan vorig jaar. Als ik weer fit ben… Als ik weer eens wél helemaal fit ben. En als ik dan eens echt lekker door zou kunnen trainen de komende tijd. Als….
Nou goed, dit was gewoon een leuk weekend. Lekker moeie benen nu. En ondertussen is de zon nog gaan schijnen ook!
(de twee triathlon-actiefoto’s met dank aan de organisatie)
De eerste nieuwe-thuiswedstrijd
Vanochtend heb ik meegedaan aan de Zwemloop Stellenplas, bij Heinkenszand, 13 kilometer hiervandaan. Dat kon dus makkelijk op de fiets en het telt als ’thuiswedstrijd’: de eerste vanuit het nieuwe huis.
Ik ging erheen met veel zin vanwege het prachtige weer en grote nieuwsgierigheid naar de omgeving en het parcours, en met lage verwachtingen qua prestatie. De laatste weken zijn me niet in de koude kleren gaan zitten, met de verhuizing en de verkoudheid die ik in mijn vorige blogpost nog omschreef als ‘pittig’, maar die ik nu kan classificeren als een van de zwaarste ooit. Op de koorts en het hoesten volgde nog problemen in mijn bijholtes. Die zijn nog niet helemaal over, mijn energieniveau kruipt omhoog maar is zeker nog niet normaal, en ik ruik nu al meer dan twee weken helemaal niets, waardoor ik ook vrijwel niets proef. De combinatie van symptomen is voor mij zeldzaam, terwijl ik toch zeer ervaringsdeskundig ben op verkoudheidsgebied. Dit is een ‘ouderwets’ slecht voorjaar op dat gebied, met eerder al wekenlang keelpijn. Tsja, rottig virus en te druk gehad. Ik kan het allemaal wel relativeren en gemiddeld gaat het altijd nog veel beter met m’n luchtwegen dan vroeger, maar vervelend is het wel. Niet kunnen ruiken is echt ruk, en ik weet van een eerdere keer dat het nog wel weken kan duren.
De keerzijde is dat we hard opgeschoten zijn qua dozen leegruimen en het nieuwe huis inrichten, dat dat allemaal leuk en mooi wordt, en dat het vooral nu met het mooie weer werkelijk heerlijk is om hier te wonen. Vandaag onderstreepte dat. Het was een vroege start om via de kortste route naar Heinkenszand te fietsen – een schitterend tochtje, met onder andere een kievit die een buizerd achterna zat en een haas. Manlief was mee, voor de gezelligheid, het supporteren en de foto’s. We waren al vroeg bij het zwembad, in een recreatieoord. Dus op het gemakje nog koffie gedronken en de eerste startserie bekeken.
M’n spulletjes klaargelegd en om half 10 kon ik starten, voor 500 meter zwemmen in een buitenbad met water van ongeveer 20 graden, en daarna 5 kilometer lopen.
We waren maar met z’n tweeën in de baan, wat een luxe! Desalniettemin zwom ik niet echt lekker: het voelde zwaar en traag en ik raakte hem niet echt. Als ik harder probeerde te zwemmen, had ik meteen geen lucht meer en wel een boel slijm. Ik til hier echt m’n hoofd veel te ver op, urgh:
Gelukkig zag ik vanuit mijn ooghoeken dat ik niet al allerlaatste aan het ploeteren was. Ik was wel blij toen ik het ’tikje’ kreeg en het er dus bijna op zat.
Wel viel het me tegen toen de banenteller tegen me zei toen ik eruit kwam dat ik 10:28 had gezwommen. Dat is veruit het langzaamste ooit in een zwembadwedstrijd over 500 meter en meer dan een minuut langzamer dan in februari in Vlissingen (wat een uitschieter was, maar toch).
En toen moest ik dus ook nog gaan lopen… Maar dat viel ineens heel erg mee! Ik vond het een prachtig parcours, om de plas door een bosje en daarna over een dijkje met zicht op het Zeeuwse platteland. Er zat voor mijn gevoel veel zuurstof in de lucht. En ik liep voor het eerste in weken weer echt lekker – ik had twee weken niet hardgelopen toen ik op z’n ziekst was, en daarna ging het twee keer best moeizaam. Ik haalde twee anderen in, toch altijd ook wel zeldzaam voor mij.
In de tweede ronde heb ik kunnen ‘jagen’ op een jong meisje uit de startserie erna, dat voelde wel een beetje gek (kan je wel, oma, achter zo’n grietje aan) maar het hielp wel. 27’51 is voor mij onder deze omstandigheden best wel okee. En zo kon ik gaan finishen, in 40’39 in totaal, sneller dan in Vlissingen, vooral door een handigere wissel.
Na even bijkomen met een bolus zijn we terug naar huis gereden via een ‘zwerfroute’ – over wat dijkjes ruwweg in de goede richting. Dat was een prachtige tocht. Het is hier zo mooi nu! Om half 12 alweer thuis, met een tevreden gevoel. Het was een kleinschalig en uitstekend georganiseerd evenement op een mooie plek – voor herhaling vatbaar.
En nu door! Hopelijk trekken de laatste restjes snot nu gauw weg, en ga ik een fijne en goeie (sport-)zomer tegemoet!
Henk in beeld
Onze verhuizing betekende voor manlief dat hij na bijna 18 jaar afscheid nam van Rotterdam Atletiek. Bij een etentje van zijn B-groep kreeg hij afgelopen vrijdag deze fraaie prent, die zijn sportleven uitdrukt, met een centrale plek voor zijn recente 35e finish van de Rotterdamse marathon:
De eerste blogpost vanuit Kapelle!
De verhuizing zit erop en ik kom een klein beetje uit de ’tunnel’ daarvan. Het waren intensieve weken. Alles is goed gegaan en we vorderen best wel snel (sneller dan verwacht) met het uitpakken en inrichten. Het wordt leuk en mooi en we zijn blij met het nieuwe huis en de nieuwe omgeving.
Er kwam alleen één complicatie bij: we hebben per ongeluk ook een naar virus meeverhuisd uit Rotterdam. Manlief werd eerst ziek, die hoestte al tijdens zijn 35e marathon in Rotterdam (!) en was op z’n ziekst precies toen de verhuizers bezig waren (17-19 april). Ik volgde een paar dagen later, en heb vorige week zelfs een dag in bed gelegen met koorts, nergens toe in staat. Nu hoesten we allebei nog steeds, om en om of soms in stereo. Het slijt maar langzaam, maar gelukkig gaat het weer de goede kant op en was het niet meer dan een (ongelukkig getimede) pittige verkoudheid. Wel de tweede daarvan, na die in februari.
Waar ik tot aan de verhuizing zelve nog best wel enige regelmaat had in het sporten, is die sindsdien verdwenen. Op de 17e liep ik nog een soort afscheidsrondje vanuit het oude huis, over m’n meest geliefde parcours daar, van tussen de verhuisdozen vandaag (we hebben laten inpakken):
De zon kwam net door na een heel slechte dag, dus dat was prachtig.
De dag erna, toen onze spullen allemaal waren weggereden in de verhuisauto’s en we op het punt stonden het lege, kale huis te verlaten richting Kapelle, heb ik nog een afscheidsduik gedaan in de Schie. Ik vond het afscheid van het oude huis best emotioneel. Het huis zelf roept gemengde gevoelens op, maar van de directe omgeving zelf nam ik met een eenduidige knoop in mijn maag afscheid. Wat heb ik daar veel sporen liggen en veel genoten!
Daarna verhuisden we onszelf naar Kapelle! Daar is het tot nu toe bij wat yoga’en en een paar kleine ommetjes gebleven. Met ook wel weer veel leuke dingen, zoals de ontdekking van het Abbekinderse bos:
Het is hier sowieso in korte tijd ontzéttend groen aan het worden. Dat betekent wel dat die schitterende bloesems al weg zijn, dat is maar kort – volgend jaar erg in hebben!
Mijn beweging heb ik wel gehad, want ik heb vanaf de 19e heel veel heen en weer gelopen in het grote huis, al dan niet met dozen of andere spullen in mijn handen, en ik heb in totaal een fiks gewicht aan spullen (vooral boeken) op hun plek gezet, met een boel op en neer en heen en weer en bukken en tillen en sjouwen en kruipen (op zolder). Vorige week hebben we bovendien ook nog het oude huis opgeruimd (grof vuil, waaronder een versleten kast, eruit) en schoongemaakt. Dat was een loodzware dag omdat ik ook helemaal niet fit was, maar het ging wel en het was goed om het zelf te doen. Ik heb het allemaal af en toe wel gevoeld, maar afgezien van een wat stijve nek/schouder af en toe goed doorstaan. Nouja, vrijdag hoestspierpijn, dat wel, urgh.
Ik ga nu heel rustig de sportdraad weer oppakken en steeds meer terugschakelen naar een normaal leven. Het is toch een soort aardverschuiving, zo’n verhuizing!
‘Ouderdom is iets om te vieren’
In de Psychologie Magazine van maart stond een mooi artikel met die titel (p. 54-58). Het gaat over het werk van Becca Levy van de Yale universiteit. Zij zegt dat ons negatieve beeld van ouder worden op de schop moet, want als je je doemgedachten over veroudering laat varen, leef je langer, 7,5 jaar maar liefst, en gezonder.
Natuurlijk kent ouder worden problemen, maar in onze maatschappij zien we alleen die kant, zo lijkt het wel: aftakeling, gebrek, ziekte, knorrigheid, hulpeloosheid. Dat maakt ons bang voor het ouder worden en daar profiteert de anti-aging-industrie van. Het kan echter echt anders. Levy citeert een Chinese van 82 die bij ouderdom vooral denkt aan kleinkinderen voorlezen, wandelen en vriendelijkheid. In Japan wordt ouderdom geëerd en gevierd. Als een oudere hier in een winkel over een krat struikelt, ligt het aan ‘de leeftijd’ (ouderen vallen nou eenmaal). In Japan zien ze dat die krat daar niet had moeten staan – een voorbeeld van Levy en haar oma.
Met de jaren word je wijzer, zelfverzekerder en emotioneel stabieler. Stel dat we dat nou eens meer zouden zien… Dat zou echt lonen! Misschien zelfs meer dan een gezond gewicht, laag cholesterol of de goede genen.
Ouderen met een positief beeld van veroudering herstellen zelfs sneller van blessures. En daar komt natuurlijk de aap uit de mouw van mijn enthousiasme: precies dat beweer ik ook in Optimaal blijven sporten. Dit artikel onderschrijft het eerste hoofdstuk daarin helemaal, namelijk dat dat optimale sporten begint met het hebben van een realistisch en optimistisch beeld van veroudering.
Dat wil zeggen dat je je leeftijd niet te gauw de schuld geeft van wat er mis gaat met je sporten of in je leven, en dat je ook ziet waar je steeds beter in wordt. Ik blijf die boodschap herhalen, op dit blog en ook in het dagelijks (sport-)leven. Fijn om in zo’n mooi tijdschrift bijval te krijgen van een Yale-professor (;
Verhuisupdate: so far so good
De eerste verhuismaand zit erop en het gaat allemaal hartstikke goed:
- Met het nieuwe huis: we schieten op met klussen, alles onder controle, en het wordt mooi! Het is wel wat rommelig en druk, leven verdeeld tussen twee incomplete huizen, met zo veel aan m’n hoofd dat ik alles vergeet wat ik niet opschrijf – maar het is ook erg leuk. Nog 2,5 week, dan gaan we over, ik zie ernaar uit!
- Met mijn ‘sportonderhoud’: het is goed gelukt om te blijven zwemmen (inclusief de openwaterdip), fietsen, lopen, wandelen, krachttraining en yoga te doen. Met wat minder focus dan normaal, en met hooguit een vage richting en prioriteit maar geen gericht schema ofzoiets. Motto: alles wat ik nu wél kan doen, is mooi meegenomen. En dat is nog best wel veel gebleken, deels vanuit het nieuwe huis. Ik ben daar de omgeving aan het verkennen en al aan het integreren: ik ben afgelopen dinsdag begonnen met een borstcrawlcursus van de Bevelanders. Ik ga er qua zwembad enorm op vooruit, dat is mooi, en ik heb ook al intens genoten van de rust en ruimte, vooral op de fiets (voorbeeld – mijn racefiets is al in het nieuwe huis). Als ik aan het inpakken ben voor weer een paar dagen Kapelle heb ik wel eens het gevoel dat ik op trainingskamp ga! Ondertussen ben ik echter ook afscheid aan het nemen van de omgeving hier, door nog wat geliefde routes te lopen (voorbeeld) of fietsen (voorbeeld).
- Met de rest van mijn lijf: ik voel me veel beter dan een paar weken terug. Die vijf weken verkoudheid na de stress van januari hadden er stevig ingehakt kennelijk, meer dan ik in de gaten had. Nu veer ik terug, zelfs met de verhuisdrukte. Ik doe dingen die ik anders niet doe, zoals behang afstomen schilderen en over een zolder kruipen om ‘m schoon te maken, en dat voel ik af en toe wel, maar steeds net niet zo erg dat het problemen geeft. Dan is het ook wel leuk om eens zo anders bezig te zijn. Het lukt zélfs ook om af en toe even helemaal niks te doen, culturele dingen te ondernemen (voorbeeld) of, zoals gister, uitgebreid wielrennen te kijken. Leuk en goed voor de balans!
- Met project daglicht – dat zit er weer op, nu de zomertijd is ingegaan. Ik heb het weer gehaald: sinds de wintertijd startte elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal minstens zeven uur per week. Nouja, ik moet wel bekennen dat ik, voor het eerst in de vier edities, één keer vergeten ben naar buiten te gaan, in een week waarin ik de totaaltijd royaal haalde. Ik heb er ook weer lol in gehad, het ging makkelijk en het heeft me door deze sombere winter geholpen, met al die regen. In de laatste maand heb ik al wat daglicht opgedaan in de vorm van buiten lunchen in onze nieuwe tuin – begin maart was het daar twee keer al warm genoeg voor!
Optimaal blijven sporten na een jaar
Vorig jaar maart verscheen mijn boek Optimaal blijven sporten voor 45+’ers. Tijd voor een kleine terugblik op dat jaar, in een dubbelpost met mijn andere blog, en in drie punten: twee die stemmen tot tevredenheid en eentje waarover ik minder tevreden ben. Bij elkaar opgeteld is de balans wel positief.
- Tevreden 1: Ik heb fijne, mooie en leuke reacties gehad. Per mail, via-via, rechtstreeks, van sporters en trainers. Daar ben ik superblij mee. Van een paar sporters hoorde ik dat het boek echt veel voor hen betekende, vooral in de zin van dat je niet knettergek bent als je na je, zeg, vijftigste, nog ‘fanatiek’ wilt sporten. Dat ging dan om mensen die bijvoorbeeld wat fysieke problemen hebben en al talloze keren hadden gehoord dat ze ‘niet meer zo veel moesten willen’ – een van de onderwerpen van hoofdstuk 1. Als het boek een beetje tegengas kan bieden tegen die voortijdige demping van oudere sporters, vind ik het helemaal geslaagd. Uiteindelijk vind ik dat het allerbelangrijkste.
- Tevreden 2: Het loopt met de verkoop goed, wat wil zeggen: naar de verwachting van de uitgever. Wat vooral opvalt is dat de verkoop gestaag doorloopt. Het boek heeft dus niet ‘gepiekt’ direct na verschijnen en is toen weer ingestort, maar het gaat juist steady z’n gangetje.
- Minder tevreden: Het boek heeft weinig publiciteit gehad. De uitgeverij en ikzelf hebben veel geprobeerd, maar het is natuurlijk typische een geval van ‘you can lead a horse to the water but you can’t force it to drink’. En ik was ook oprecht benieuwd naar hoe andere mensen het zouden vinden – naar recensies dus. Maar die heb ik niet gezien. Dat heeft me wat frustratie gegeven: veel moeite voor niks en ik snapte soms echt niet waarom het niet lukte. Ik bedoel: ik snap echt wel dat tijdschriften en dergelijke stápels boeken aangeboden krijgen en dat ze dus moeten kiezen, maar er zijn wel een paar media geweest waarvan ik dacht dat het boek naadloos bij ze aansloot en wat kon betekenen voor hun lezers. Eén keer kreeg ik het verwijt te commercieel te ‘pluggen’, maar echt, daar gaat het me niet om: ten opzichte van mijn reguliere werk verdien ik aan de verkoop van zo’n boek echt afgerond niks. Het gaat mij om wat het kan betekenen – zie bullet 1.
Je kan niet alles hebben
Ik schreef hier een paar weken geleden al dat ik bezig was met de afsluiting van de wintertraining, waarna ik enerzijds vooral druk zou zijn met de verhuizing en anderzijds het vizier op het fietsen zou gaan richten. Er volgden na het snelle zwemmen nog twee seizoensdoelen die ik kon afstrepen, allebei krachttraining voor de fietsspieren:
- Vorige week deed ik een traptraining ’to the max’: 20X achter elkaar de 42 treden van de trap van de Giessenbrug op, de hoogste trap op loopafstand. Zo ver was ik vorig jaar in de verste verte niet gekomen. Ik heb het veel systematischer opgebouwd dit keer, met dit doel voor ogen. Dat ging lekker: ik vind het leukere krachttraining dan binnen. Ik deed om en om één tree en twee treden.
- Eerder vandaag deed ik alle squats en lunges van mijn ’thuiscircuitje’ krachttraining met 10 kilo in m’n rugzak. Dat zijn er een heleboel: ik doe een programmaatje van net geen 20 minuten met 3×40 lunges en 2X3X20 squats (met steeds iets andere uitvoering), en daartussenin planken ook met dat gewicht op m’n rug en sidestepsquat met dynaband. De zwaarte zit hem in de vele herhalingen – bij de laatste serie lunges trillen mijn benen. Maar het gewicht speelt natuurlijk ook een rol. Ter vergelijking: vorig seizoen deed ik de lunges op mijn best (in augustus) ook met 10 kilo, maar de squats en planken met 5 kilo. Opbouwen ging dit keer totaal probleemloos, waar ik vorig jaar soms last had van m’n knieën en rug. Blij mee!
Dat ging allemaal hartstikke goed dus.
Maar er is één winterdoel dat ik in de verste verte niet bereikt heb: weer eens lekker en goed hardlopen, liefst een 5 kilometer onder de 26 minuten. Vorig jaar liep ik dat een paar keer, net voordat het eindeloze gekwakkel van dat jaar begon. Kwakkelen doe ik eigenlijk nog steeds: mijn darmen zijn nooit helemaal de oude geworden, ik heb af en toe last van een oude stresskwaal in de vorm van buikpijn (geen idee wat het is, ik heb het al sinds m’n jeugd af en toe, alleen nu best wel vaak – er is medisch wel eens naar gekeken maar daar is nooit veel uitgekomen), de verkoudheid van tijdens de zwemloop sleepte daarna nog twee weken aan (vijf weken in totaal, tot afgelopen zaterdag), en ondertussen ben ik ook af en toe moe van het verhuizen (sinds vorige week zijn we aan de slag in het nieuwe huis en het oude huis is verkocht; alles onder controle, maar het is druk – ik heb een vol hoofd vooral). Ik heb me de afgelopen twee maanden weer maar af en toe een dagje echt helemaal fit gevoeld.
Alles bij elkaar ben ik eigenlijk al een heel jaar aan het kwakkelen, het een na het ander. Het is niet ernstig, ik functioneer in het dagelijks leven prima, maar bij het sporten ben ik regelmatig niet vooruit te branden. Ik weet niet eens altijd waardoor het nou weer komt.
Zoals gebruikelijk wreekt zich de futloosheid het meest op mijn lopen. Op goede dagen heb ik lekker en goed getraind, dus ergens zit het gewoon wel. Maar niet bij loopjes. In januari was ik bij twee Parkruns niet helemaal fit, bij de Zwemloop liep ik hooguit okee gezien de omstandigheden van die dag (keelpijn), en de afgelopen twee weken was ik op vrijdagavond, terug van een dag in het nieuwe huis, te moe om het te zien zitten om op zaterdag vroeg genoeg op te staan voor een Parkrun.
Toen kwam manlief zaterdag met het voorstel om de dag erop naar de halve marathon van Oostvoorne te gaan, daar was ook een 8 kilometer bij. Nou, vooruit dan, dacht ik, wie weet. Dat loop ik niet zo hard als een 5, maar met een tijd onder de 44 minuten zou ik toch een mooie wintertrainings-afsluiter hebben.
Dat is echter helemaal niet gelukt: het werd netto nipt binnen de 50 minuten. En het was een hele worsteling: buikpijn, moeie benen die totaal niet wilden en die de dag erna voelden alsof ik weet-ik-veel-wat gepresteerd had, in plaats van iets wat neerkomt op een kort veredeld duurloopje. Een complete off-day.
Achteraf vond ik eigenlijk de grootste prestatie nog dat ik niet in de berm een potje was gaan zitten janken. Ook wel van frustratie en zelfmedelijden: ik zou me zó graag weer eens echt fit willen voelen, en dat dan voor wat langer achter elkaar en een beetje voorspelbaarder. Please. Het blijven harde lessen in het nemen zoals het komt.
Voor wat betreft het afsluiten van de wintertraining laat ik de loopprestatie nu los: hardlopen gaat in de onderhoudsstand. De komende weken is ontspannen het belangrijkste, en het is mooi meegenomen als het lukt om een beetje vorm te behouden voor na de verhuizing.
Ik kan het allemaal ook echt wel relativeren: de fitheid is niet ver weg en die komt wel weer, het is niet erger dan gekwakkel, ik functioneer verder prima, ik heb m’n basisconditie behouden, zoiets als een verkoudheid komt altijd wel weer goed, verhuizen vraagt veel. Ik herinner me van de vorige keer, 18 jaar geleden, dat ik nog veel minder voor elkaar kreeg op sportgebied en gekke lichamelijke klachten had. Je kan niet alles hebben immers, en met het nieuwe huis ben ik hartstikke in mijn nopjes. Nog even doorbijten, dan wonen we lekker daar én wordt het zomer!
Foto’s zwemloop
Hier twee leuke foto’s van zaterdag, met dank aan de fotografen van Dynamica:
Die tweede is net na mijn inhaalactie; de andere dame was een baangenoot en we hadden het nog even over het snelle zwemmen. Ook zij had nog nooit zo hard gezwommen!
Wat ik zaterdag niet had geschreven, even over m’n outfit: ik had best wat hoofdbrekens gehad over de kou en dus ook over mijn kleding. Uiteindelijk was een tip van manlief om van mijn tweedelige tri-suit alleen de onderkant aan te trekken, en te zwemmen in sport-bh – een zwarte, dus dat past er prima bij. Dat ging goed en het scheelde nattigheid op m’n bovenlijf. Daarna dus dit best dikke maar goed ademende shirt aan, een dierbaar en nuttig souvenir van een trainingsweek in Italië van heel lang geleden. M’n startnummer (aan band) is niet zichtbaar omdat dat klapperde in de wind. En anders dan anders in multisport-wedstrijden: ik liep met bril. Ik wilde m’n lenzen nog niet in vanwege de ontstoken ogen door de verkoudheid.
Hard zwemmen met een zere keel
Ik schreef hier vrijdag dat de verkoudheid ‘net op tijd over’ was voor de zwemloop. Dat dacht ik toen echt, vandaar dat ik het amper kon geloven toen ik ’s avonds weer keelpijn kreeg, nu aan de andere kant. Ik weet nu nog steeds niet of er iets nieuws bezig is of dat de verkoudheid na drie weken met een soort toegift kwam, maar ik voelde me gister in elk geval verre van jofel. Niet ziek, hoor, maar ook bepaald niet op m’n energiekst. Ik twijfelde zelfs nog over wel of niet starten, ook vanwege de kou. Maar het leek me toch te leuk en ik dacht: ik zie wel hoe het gaat. Dus ik stapte toch maar gewoon in de auto: op naar Vlissingen.
Leuk was het inderdaad weer. Ook al was het veel drukker dan twee jaar geleden, het blijft een kneuterig en overzichtelijk evenement met een breed niveau en ook een boel kinderen (derde startserie). Ik heb even zitten kijken bij de start van de eerste serie; deze foto is van tijdens hun briefing:
Daarna ben ik wat gaan loslopen buiten, bij de bloempot die de ingang vormt van het zwembad (waar overigens veel over te doen is: ik noem het nog het Vrijburgbad maar zo heet het niet meer na een overname die tot een grote kostenstijging heeft geleid):
Ik voelde me nog steeds niet heel jofel maar ook zeker niet te slecht om te starten. Om kwart voor 2 was het zo ver. In mijn baan hoopten we allemaal in 10 minuten te zwemmen, of net eronder. We startten en ik had meteen in de eerste baan het gevoel dat het zwembad maar 20 meter was ofzoiets. De baantjes vlogen voorbij, wat ik me herinnerde van de vorige keer: zo 500 meter zwemmen lijkt veel sneller te gaan dan een interval van 400 meter in het zwembad. Ik werd nog wel twee keer ingehaald en kwam daarbij tegen de kurken en achteraan, maar eigenlijk zwommen we allemaal even hard, dus in een perfect treintje (dank, baangenoten!). En allemaal harder dan verwacht dus.
De tijd vloog om, en het ging goed. Ik kon halverwege de heen-baan steeds de klok zien en die kon ik amper geloven: ik was op weg naar 9:30 ofzoiets. Waar kwam dat ineens vandaan? Ja, het treintje, maar zelf raakte ik hem ook gewoon hartstikke goed. Met dank aan de cursus bij TriExperience van afgelopen herfst, en mogelijk ook aan mijn lage verwachtingen, dat helpt wel vaker.
Eenmaal afgetikt zag ik dat het nóg sneller was: 9’17. Wat? Ik ben in de verste verte nog nooit zo snel geweest! Ik heb bij zwembad-evenementen een soort abonnement op 10-blank en in m’n beste zwemperiodes had ik 500 meter in ongeveer 9’30 gekund, schat ik in, maar dat heb ik nooit geklokt, laat staan ‘officieel’ in een wedstrijd (ik heb er jarenlang last van gehad juist in trainingen op m’n snelst te zijn, op een achternamiddag in de kerstvakantie bijvoorbeeld). Ik was 40 seconden sneller dan de vorige keer, 2 seconde per baantje – en dat is in het zwembad een reuzestap! Ik was met een halve minuut langzamer al blij geweest, dus nu zweefde ik het zwembad uit.
Misschien was het de euforie, in elk geval: ik verprutste de wissel (weer) totaal. M’n shirt zat binnenstebuiten, ik zat te prutsen met m’n brillenkoker en met m’n schoenveters (weer de snelveters vergeten), ik deed de rest klunzig en verstrooid – en iedereen was dus het zwembad al uit en toen kwam ik er nog achteraan. Rumpf, m’n zoveelste slechte wissel. Onthouden: als ik later dit jaar weer triathlons ga doen, dan moet ik écht m’n wissel oefenen van tevoren, want dit slaat helemaal nergens meer op.
Het lopen – over een echt Walchers parcours met meidoornhagen, weilanden en een bunker – ging matigjes. Of eigenlijk moet ik zeggen: het ging zoals ik zou verwachten bij niet helemaal fit. Ik loop dan al maanden telkens ongeveer 5’30/km, en nu dus ook. Dat betekende bijna 1,5 minuut trager dan de vorige keer en dan ik eigenlijk zou willen en waar ik voor getraind heb. 27’33, dat liep ik in november ook al, toen ik weer net aan het opbouwen was. Tsja. M’n krentenbollen zaten ook nog een beetje in de weg. Lastige starttijd, zo net na de lunch.
Nouja, ik heb het maar te nemen zoals het komt. En dat was verder wel okee. Ik had het niet koud, het bleef droog en het woei niet al te hard – dat viel alles mee. Ik haalde nog één of twee dames in en lag dus niet meer laatste van m’n startserie, en ik kon eerst jagen en later samen oplopen met een Vlaamse deelnemer op de lange afstand, dat was leuk. Hij liep me er op het allerlaatst wel uit.
Ik finishte in 41:48 en dat is dus geen persoonlijk parcoursrecord, maar die gedachte had ik eerder al laten varen. Wel zag ik vandaag in de uitslag dat ik m’n leeftijdscategorie heb gewonnen. Dat had ik gister niet gezien want ik had nog gezellig wat staan ouwehoeren en daarna moest ik snel weg omdat ik met m’n broer had afgesproken.
Al met al was het zo een leuke dag. Ik ben buitengewoon in mijn nopjes met m’n zwemtijd. Ik heb best wel last soms van m’n grillige prestatieniveau en sterk wisselende vorm van de dag. Vaak ben ik daardoor gefrustreerd, maar een heel enkele keer weet ik mezelf ook gigantisch te verrassen. Ineens wil het dan wél.
Vandaag voel ik aan mijn lijf dat er gister niet meer in had gezeten. M’n benen zijn verrassend moe zelfs, m’n schouders een beetje stijf. Dat is best een lekker ‘day after’ gevoel. Nou die keel nog…