Jaararchieven: 2024

Sportjaar 2024: mijn getallen

Hier zijn zoals gebruikelijk de getallen van dit jaar:

(kilometers)  2024 2023 2022 2021 2020
Zwemmen*  133? 92? 120? 75? 132?
Fietsen**  4843 3618 4004 4863 4686
Hardlopen  600*** 617 1034 1003 780
Wandelen  630 640 744 456 549

 

*Bij benadering. De weinig precieze zwemkilometers ligt aan mijn horloge, dat soms een paar en soms een heleboel baantjes niet registreert en openwaterzwemmen – meestal – overschat.

**Zonder stadsfietskilometers. Dat waren er dit jaar minder dan vroeger in gewone jaren, want in Kapelle heb ik de stadsfiets minder nodig. Maar het zijn er meer dan in de corona-jaren.

*** De teller staat op het moment van schrijven nog op 593, maar ik ga vanmiddag als familielid meedoen aan de oliebollenloop bij AV56. Dat is 5 kilometer, ik zal zorgen voor 2 kilometer warming-up.

Duidelijk: het was een goed fiets- en zwemjaar. Nouja, voor zwemmen vooral in omvang, voor een groot deel te danken aan het Kattendijke-Wemeldinge-zwemmen; ik ben al een tijdje frustrerend traag en op zoek naar het ‘lek’ in mijn techniek. Wel was het juist in  het zwemmen dat ik dit jaar nog twee PR’s boekte: mijn snelste 500 meter ooit bij een zwemloop in februari en m’n snelste kilometer in een triathlon in september. Van allebei vraag ik me af hoe ik het voor elkaar heb gekregen! En waar die snelheid heen is. Nouja, ik begin eind januari weer met een techniekcursus, hopelijk helpt dat.

Op de fiets is het getal vooral opvallend veel doordat (1) mijn seizoen eigenlijk pas eind mei op gang kwam en (2) er geen echte fietsvakantie in zat, anders dan in de andere jaren van boven de 4000 kilometer. In vergelijking met andere jaren heb ik vooral in het naseizoen nog veel kilometers gemaakt, dankzij de mooie oktober-maand en  het zwiften.

Hardlopen en wandelen liggen frappant dicht bij vorig jaar. Qua hardlopen was het opnieuw een mager jaar, maar dat was ingecalculeerd, en net de laatste tijd gaat het wel weer lekker en ben ik de omvang aan het uitbouwen. Ik had verwacht op meer wandelkilometers uit te komen, maar ook daarin vertekenen denk ik deze laatste maanden, met oktober vooral (130 kilometer in één maand). Yoga en krachttraining registreer ik niet zo precies, maar dat ging ook gewoon goed.

Ik zal me van dit sportjaar vooral herinneren de sportieve inburgeringscursus (die begon met een borstcrawlcursus in het zwembad) en de Radweltpokal:

Maar bovenal is het het jaar van onze verhuizing van Rotterdam naar Kapelle natuurlijk:

dozen

Een hele klus – we zijn er nog steeds mee bezig. Net gister ging de gloednieuwe regel-installatie van de vloerverwarming stuk, kinderziekte – hopen we. En alles is nog steeds ‘voor het eerst’, zoals nu de jaarwisseling. Gewend is het dus nog niet. Maar we zijn er heel blij mee, en niet alleen op sportgebied!

2024 is ook ook nog wel een beetje: het jaar dat ik niet kon ruiken. Nouja, mijn reukvermogen komt langzaam-maar-zeker weer terug, gelukkig, maar het gaat meer dan een jaar duren voor het weer helemaal okee is. Geur en smaak heb ik in 2024 enorm gemist. Ik heb ook relatief veel last gehad van een stressgerelateerde buikpijn die ik al m’n hele leven af en toe heb (nooit duidelijke diagnose voor gesteld, dus heet het dan prikkelbaredarmsyndroon). Die hinderde het sporten soms, vooral in januari. Daar staan dan weer tegenover dat ik eigenlijk geen noemenswaardige blessures gehad heb: niets wat verder ging dan ‘even voorzichtig aan’ of een bezoekje aan de chiropractor.

Ik ben fit en sta er voor de tijd van het jaar goed voor, zeker ook dankzij die goede laatste drie maanden. Zo ligt er al een eerste basis voor het nieuwe jaar. Daarmee corrigeer ik meteen dat wat ik van 2024 leerde: dat ik in augustus kon merken dat mijn basis onvoldoende was. Dat was niet anders: door een verhuizing en een paar keer ziek waren december tot en met mei op sportgebied gemankeerde maanden. Nouja, je kan niet alles hebben in een jaar. Ik ben heel tevreden met wat dit jaar me wél bracht.

Op naar 2025 dus. Daarin ga ik één ding missen: het Triathlonforum. Dat houdt na vandaag op te bestaan. Ik begrijp dat,  maar ik vind het wel superjammer – ik heb daar heel veel aan gehad en fijne mensen door leren kennen. Dat stemt vandaag dus ook wat weemoedig.

* * *

Fijne, veilige jaarwisseling allemaal, en een mooi 2025 gewenst!

 

Door |2024-12-31T11:49:06+01:0031 december 2024|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

De lol van zwiften

Ik dacht altijd dat virtueel fietsen niks voor mij was. Iemand vergeleek het een keer met gamen, en toen dacht ik: ja, zie je wel, dat doe ik ook niet. Toen het ineens sterk opkwam in de tijd van de corona-lockdowns, moest ik er niet aan denken om nóg meer van mijn tijd door te brengen in mijn eigen huis, tussen vier muren, koekeloerend naar een schermpje. Ik dacht: er gaat niets boven buiten fietsen: de vrijheid en ruimtelijkheid daarvan, de elementen aan den lijve ervaren, echt in het landschap zijn en dat met eigen benen bedwingen.

En dat is ook zo. Nog steeds. Ik bedoel: er gaat niets boven buiten fietsen, ook niet in tijden zonder beperkingen. Dan zit ik nog steeds soms meer binnen naar een scherm te kijken dan me lief is, en dan is nog steeds niets zo goed voor mijn geest en ziel als buiten fietsen.

Eén van de dingen die anders zijn komen te liggen door onze verhuizing is dat ik plek heb om buiten virtueel te fietsen en daar staat dan ook sinds een paar maanden m’n spinningfiets. Dat is weliswaar een plek onder de overkapping:

In de mist van begin november

…. met een beperkt uitzicht op de tuin, en ook nog met een regen- en windscherm ervoor:

, maar het is wel buiten en dat maakt het voor mij al aantrekkelijker dan een zweetkamertje. Ik reken de tijd op de spinningfiets overdag voor de helft mee voor #projectdaglicht: echt helemaal het licht zoals buiten is het niet, maar wel een beetje.

Zo kan ik toch naar buiten als het slecht weer is, en dat is fijn. Dat voorkomt bijvoorbeeld wat er ’s winters vaak nodig is na buiten fietsen, namelijk fiets poetsen. Dit was het resultaat van een deels onverhard ritje met kerstmis (erg leuk trouwens):

 

Zelf zag ik er ook zo uit. Voordat dat weer allemaal schoon is… dat maakt rijden op de spinningfiets wel efficiënt natuurlijk.

Mijn idee was meteen de combi: een eigen spinningfiets en Zwift. Virtueel een beetje koersen leek me wel wat, vooral om het fietsen op de spinningfiets minder saai te maken en als alternatief voor spinning: een manier om intensief te trainen in de winter. Daarom koos ik voor Zwift en niet voor een van de andere platforms die er inmiddels zijn. Zwift is marktleider en daardoor het drukst; over de andere platforms begreep ik dat je er soms in je uppie rondfietst of een wedstrijd noodgedwongen moet rijden tegen veel sterkere of zwakkere fietsers, omdat er te weinig zijn voor aparte categorieën.

In Zwift is de keuze uit wedstrijden en andere sociale evenementen reusachtig: er zijn op elk moment van het etmaal toertochten, groepstrainingen en wedstrijden van diverse lengte en voor allerlei niveaus, uitgedrukt in vermogen per kilo lichaamsgewicht. Sommige evenementen zijn alleen voor vrouwen. Enige beperking voor mij is dat je voor sommige wedstrijden geavanceerder apparatuur nodig hebt dan ik. Maar dan nog is de keuze duizelingwekkend. En dan kun je ook nog op eigen houtje zomaar wat rondfietsen, een losse training doen of een schema volgen, en met virtuele tempomakers aan de slag. Ik ben de afgelopen maanden bezig geweest met het verkennen, ik ben daar nog lang niet mee klaar. Dus deze post is slechts een eerste impressie.

Belangrijkste: je bent inderdaad nooit alleen, en dat is leuk. Hier waren we bijvoorbeeld in een groepstraining met 89, ik ben die in het midden met een licht randje eromheen (Zwift genereert dit soort ‘stills’ van het scherm automatisch en die kun je dan achteraf downloaden):

Allemaal met een oranje trainingsschemaatje voor onze snufferd, haha. Zwift is dan zo ingesteld dat ieder op eigen niveau kan trainen en de groep toch bij elkaar blijft. Ik moest die keer onverhoopt even van de fiets af (ik had manlief per ongeluk buitengesloten), en toen zat ik er wel achter, maar ben ik er uiteindelijk wel weer bij terug kunnen komen, en dat is toch lekker. Het was een zwaar programma, en dan geldt toch: gedeelde smart is halve smart.

En dat is gek. Ik bedoel: waar gaat het eigenlijk helemaal om? Dat om mijn avatar op het scherm andere avatars te zien zijn  – lekker belangrijk. Echt gezellig is dat niet: contact heb je niet. Het lukt mij niet om te fietsen en toetsjes te bedienen tegelijk, dus chatten gaat niet. Ik kan wel ‘ride ons’ geven (Zwift’s likes), maar meer is het niet. Verder weet je amper met wie je fietst, je ziet hooguit namen en het vlaggetje van hun nationaliteit erachter. Wat dan wel weer grappig is, want de hele wereld komt voorbij:

Ik kan ondertussen wel de chats lezen, en dat is soms wel vermakelijk. Ik heb nu een paar keer meegemaakt dat een groep uit elkaar viel, en dat er gemor ontstond daarover: dat het tempo vooraan te hoog lag, hoger dan afgesproken. Dat bij elkaar blijven wordt afgedwongen, dat is namelijk niet altijd, dat hangt af van de instellingen van het evenement. Dat gemor, dat klinkt dan net echt, dus net zoals ik dat ken uit trainings- en toergroepjes. Dat is dan wel vermakelijk om te lezen.

Een keer ervoer ik het als terecht. We startten met z’n 57’en, ik werd toen al snel gelost en dacht: hallo, dit zou toch een groepsrit zijn, wat doe ik hier dan in mijn eentje, terwijl ik braaf het opgegeven vermogen aanhoud? Ik zag niemand meer. Maar, zowaar, toen kwam er uit de achterhoede iemand aan bij wie ik aan kon pikken (Zwift geeft drafting voordeel) en vervolgens keurig kop over kop verder kon rijden:

Dat voelt dan toch een beetje als kameraadschap. Maf hè, eigenlijk? Want in het echt zit ik gewoon  nog in m’n uppie op de fiets in de achtertuin. Maar kennelijk vereenzelvig ik me zo met dat poppetje op het scherm dat een ander poppetje in de buurt als gezellig voelt. Zo voelde het ook lullig toen hij uiteindelijk van me weg reed in het wiel van iemand die ons inhaalde. Kijk eens hoe ‘eenzaam’ ik daarna was:

Hij reed zich toen kennelijk over de kop, want ik heb hem later ingehaald en ben voor hem gefinisht. Net goed. Denk ik dan.

Slaat allemaal helemaal nergens op, maar verrassend echt dus, die ervaringen. Ik val soms helemaal samen met dat plaatje. Als mijn avatar een scherpe bocht neemt, hel ik wel eens mee, merk ik. Maar ik kan haar ook nog wel ‘stom’ vinden als ze net op de pedalen gaat staan terwijl ik af wil remmen om in een wiel te komen. Dat in een wiel rijden vergt namelijk nogal uitgekiend temporiseren, want mijn vermogensmeter reageert niet zo snel. Voor ik het weet, schiet ik iemand voorbij, of moet ik juist meteen weer lossen. En dan zeg ik wel eens ’trut’ tegen m’n avatar. Dus het ene moment val ik ermee samen en het volgende moment beslist niet.

Ik had bij die uit-elkaar-vallende-groepsrit overigens wel kunnen aanpikken, maar ik wilde dat niet. Het was voor mij bedoeld als rustige duurtraining, en dan begrens ik mezelf. Er zitten in dat sociale aspect prikkels die uitnodigen tot over je grens gaan, en ook dat is net echt.

Dat begrenzen is best wel eens lastig en het is leuk om me wel te mogen laten gaan. Voor de gein zeg ik wel eens dat Zwift zo leuk is omdat mijn avatar hartstikke competitief is. Waarmee ik bedoel: ik vind het stiekem heel leuk om in die virtuele wereld iemand te verslaan. Dat is me nog niet vaak gelukt, maar dit was zo’n momentje:

Hier finishen we in een vrouwen-toertocht, ik ben die links. We waren niet meer nummers 1 en 2, hoor, maar toch leuk om die andere dame te verslaan.

Los van de speciale vrouwen-evenementen valt me op dat er weinig vrouwen meedoen. Zodoende is het me ook al een heel aantal keren gelukt om in een evenement de groene dan wel bollentrui voor vrouwen te pakken te krijgen, dus om ergens dan de snelste dame van de groep te zijn, in een sprint of berg-op:

Verder past het tenue zich deels  aan aan het evenement, zoals je hierboven ziet. Als ik ‘los’ fiets, draag ik een paars shirtje:

Waar je qua outfit uit kunt kiezen, wordt bepaald door je verzamelde punten. Mijn sokken en helm bijvoorbeeld heb ik zelf uitgekozen uit mijn nog beperkte ‘garage’. Dat doet me niet zo heel veel, maar ik moest wel een keer grinniken toen ik een Fransman of -vrouw met baret op langs zag komen, en toen ik, uh, m’n avatar een keer zomaar ineens op een mountainbikeje reed:

Waar haalde ze dat fietsje nou ineens vandaan? Dat zijn geinige dingetjes.

Wat je in enkele plaatjes in deze post ook kunt zien, is dat Zwift af en toe bemoedigende peptalk door de trainingen heen gooit. Dat is ook best wel okee; Zwift blijft zelfs positief als je er een potje van maakt. De virtuele kilometers komen bovendien frappant makkelijk. Ik heb in een toertocht al eens boven de 35 km/u gemiddeld gereden – mocht ik willen, zeg, in het echt! Alles bij elkaar zitten er dus best wel wat motiverende en ego-strelende dingetjes in het programma ingebakken. Ik probeer daar wel wat los van te blijven en mijn eigen keuzes te maken.

De concurrerende platforms ‘verslaan’ Zwift tegenwoordig vooral op het visuele aspect, zo heb ik begrepen – Zwift wordt op dat punt wat gedateerd gevonden. Ik vind dat op zich niet zo belangrijk, want het blijven toch allemaal variaties op nep – het is hoe dan ook altijd toch maar een scherm, en nooit de echte wereld. Zwift heeft z’n eigen virtuele wereld, Watopia, en nagebouwde stukjes echte wereld. Ik kan me maar één parcours herinneren dat me als wel leuk opviel: een nagebouwde versie van landelijk Frankrijk. Dat landschap, tijdens een vrouwen-trainingsritje, was wel lieflijk en vagelijk herkenbaar als Frans:

Alleen werd mijn waardering ervan teniet gedaan toen de Mont Ventoux om de hoek bleek te liggen van Mont St. Michel, de Gotthardpas daar weer naast, het wegdek op die klim felle kleuren had die het stijgingspercentage visualiseerden, en dit uiteindelijk de kaart van Frankrijk bleek:

 

Dat is me dan toch allemaal te nep. Dat kriebeltje naar boven, dat is dus de Gotthardpas met de eerste haarspeldbochten. In het water. Huh? Nou goed, dat zal verder wel.

De lol zit hem in samen trainen en koersen en het maakt me weinig uit tegen welke achtergrond dat dan is. Er valt nog een boel te ontdekken. Zo heb ik bijvoorbeeld nog niet meegedaan aan een evenement dat georganiseerd wordt door een bekende sporter, en ben ik ook nog geen bekende tegengekomen onderweg. Ik zwift dus vrolijk verder. Behalve als het buiten lekker fietsen is.

 

Door |2024-12-29T17:23:39+01:0029 december 2024|Fiets|2 Reacties

Plannen-update

Update van mijn post over (geen) nieuwe plannen van 1 december:

– Ik heb nog steeds geen nieuw hoofddoel voor het seizoen. De laatste tijd neigde ik naar de Ironman 70.3 in Knokke, in het kader van alle Zeeuwse triathlons willen doen – het fietsparcours daarvan loopt door Zeeland. Maar vanochtend keek ik eens en zag ik staan dat dat € 435,52 kost en toen hoefde ik meteen niet meer. Het is niet alleen de decadentie van dat belachelijke bedrag, het is ook het weten dat de winst naar Chinese aandeelhouders gaat – bleh.

– De eerste wandeling van het Floris 5-pad zou afgelopen maandag van Steenbergen naar Dinteloord zijn. Maar….:

We konden niet over de brug bij de sluizen bij de monding van de Steenbergsche Vliet. Dat stond alleen heel kort van tevoren vermeld, en ook nog op een manier dat wij hoopten er te voet wel overheen te kunnen:

Er was geen alternatief, en zo werd dat dus een heen-en-weertje Steenbergen. Nog nooit zoiets meegemaakt, al helemaal niet in Nederland!

– Ik heb de adventsyoga-streak volbracht: tot gister heb ik elke dag yoga gedaan van Adriene’s decemberkalender. Ik heb die trouw gevolgd en maar één keer twee dagen omgewisseld omwille van de tijd. Het was leuk en goed, alleen was de laatste dikke week me te veel alleen maar mak en tam en op kalmte en ontspanning gericht. Het is voor mij ook wel eens goed om niet prestatiegericht bezig te zijn, maar op het laatst was het me toch te veel. Maandagavond was dat een sessie die ik al kende en die ik niet zo leuk vind (het is een van de weinige filmpjes met een fout, dus dat Adriene iets eerst op rechts doet en dan op links iets vergeet, en ze praat te druk voor de aard van de sessie), en toen meteen dinsdagochtend erachteraan een voor mij onbekende die wel het summum van rustig was, met ook heel langdurige instructies, en toen had ik het helemaal gehad. Dat lag ook wel een beetje aan het tijdstip: ’s ochtends wil ik liever m’n bloed laten stromen. Ik heb ook geen last van kerststress, ben zelfs relaxter dan anders, mede dankzij een heerlijke midweek uitwaaien op Schiermonnikoog vorige week, dus al dat ontspannen hoeft niet. Het deed me denken aan waarom ik yoga vroeger niet leuk vond: dat ik het er niet warm van kreeg. Dus ik was blij dat de streak erop zat. Ik ga terug naar de gebruikelijke yoga-regelmaat, met zeker ook ontspannen, maar ook wat meer pit.

– Ik heb besloten de Festive500 niet te gaan doen. Ik had het dagelijkse yogaën al een beetje als ‘moeten’ ervaren en ging 500 kilometer afleggen tussen gister en 31 december ook te veel zo zien. Het weer is op zicht zacht en rustig genoeg om veel te fietsen, maar ook wel erg grijs en vochtig, en ik had moeite om m’n andere dingen los te laten: zwemmen, dippen, hardlopen. Dat allemaal inpassen ging te veel knetteren in mijn hoofd. Ik ga nog wel een paar keer lekker fietsen, maar zonder kilometerplicht.

– De wekelijkse ‘streak’ van leuke loopjes zet zich lekker voort. Nouja, eentje ervan was niet zo leuk: bij de Inkelcross werd ik kansloos laatste, op grote achterstand. Het niveau van dat crosscircuit is erg hoog, dusdanig dat het niet leuk voor mij is. Bij de JARO-crossen heb ik steeds nog wel minstens één andere dame achter me, en meerdere heren in de andere startserie. Bovendien kom je daar nooit op achterstand binnen, want de opzet is een bepaalde tijdsduur en dan het rondje afmaken. De tragere lopers lopen dus minder rondjes. Ik vind dat circuit erg leuk om te doen – nog één cross te gaan.

Verder gaat alles eigenlijk best wel lekker op het moment. Nouja, zwemmen wat minder: ik ben veel snelheid kwijt en kan het nog steeds niet goed terugvinden, plus ik zit met wat frustratie vanwege de drukte in de zwembaden hier. Daarover een andere keer meer. Maar ik ben de laatste anderhalve week heel veel buiten geweest en ik voel me hartstikke fit voor de tijd van het jaar. Hier tot slot nog even een mooie Schiermonnikoog-foto:

Zonnige feestdagen gewenst!

Door |2024-12-25T16:12:09+01:0025 december 2024|Uncategorized|0 Reacties

Bekenden in het nieuws

Deze week zag ik in twee nieuwsbrieven die ik ontvang bekende oudere sporters. Nouja, nogal verschillend bekend: de een sprak ik slechts twee keer, namelijk om haar te interviewen voor de Vrouwentriathlon, en later nog eens als mede-deelneemster in het parc fermé van TriRotterdam; met de ander fietste ik in 2008 vier maanden lang dwars door Afrika en daarna zagen we elkaar ook nog een aantal keren, aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, tot een paar jaar terug (jammer dat Canada zo ver weg is). Het zijn allebei inspirerende verhalen:

 

Door |2024-12-13T10:15:16+01:0013 december 2024|Extra, Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

Stoppen met sporten na blessures?

Interessant artikel op nos.nl deze ochtend: https://nos.nl/artikel/2547871-zorgwekkend-aantal-sporters-stopt-na-blessure Het was net alsof ze bij de NOS naar manlief en mij hadden zitten meeluisteren gisteravond, want toen hadden we het over dusdanig ernstig blessureleed dat hardlopen er niet meer in zit. Net als het artikel dachten wij dat je het dan te ver hebt laten komen, dus dat je lichaam echt wel waarschuwingssignalen afgeeft voordat het echt zo ver mis is – grote pech uitgezonderd.

Wat we er ook nog aan toevoegden was dat veel hardlopers te hard van stapel lopen als ze terugkeren van een blessure. Ik heb zo iemand een keer gesproken, die sukkelde al jarenlang met achillespeesproblemen en als ze daardoor maanden niet had kunnen lopen, bouwde ze ‘rustig’ op, zei ze. Ik denk dan aan: beginnen met 5 keer 1 minuut en dan netjes het Sportzorg-schema volgen. Voor haar betekende ‘rustig’: meteen vijf kilometer hardlopen. En dan zat ze binnen de kortste keren weer in de penarie. Ook bij terug-opbouwen geldt wat in het artikel staat: geduld!

De pleitbezorger van geduld in het artikel is Dave Baars, bij wie ik mijn hardlooptrainersopleiding volgde. Én hij timmert enorm aan de weg, want onlangs zag ik hem ook al op tv. Goeie zaak, want hij zegt belangrijke dingen. Waar hij mee eindigt zeer zeker ook: het belang van plezier en genot. Als je voldoende lol hebt in het sporten, zoek je wel naar alternatieven als één sport niet meer kan. Lijkt mij dan. Zo gaan een boel voormalige hardlopers en voetballers fietsen. Misschien niet hun eerste liefde, maar beter dan niets.

Eén dingetje zou ik nog aan het artikel toe willen voegen, of liever gezegd: dat zou ik als journalist uit willen zoeken. Volgens mij spelen namelijk artsen en andere zorgmedewerkers ook een rol in het stoppen met sporten. Dat is de grote ambivalentie immers, zeker als je een dagje ouder wordt: we moeten allemaal meer bewegen, maar als je daardoor iets oploopt, moet je het juist weer kalmer aan gaan doen. En nog los daarvan krijgen ouderen vaker te horen dat er niets te doen is aan, bijvoorbeeld, een zere knie. Ik heb net in mijn omgeving een paar van zulke verhalen gehoord, zo van: meniscus opereren doen we niet meer boven de 50 en fysiotherapie heeft dan geen zin. En daar zit je dan…

 

Door |2024-12-11T10:29:08+01:0011 december 2024|Loop|0 Reacties

Hardlopen in de overgang, een hartstikke goed idee

(In samenwerking met Bewegen voor je Brein schreef ik twee artikelen over hardlopen in de overgang. Dit is deel 1; deel 2 volgt.)

In de overgang kun je het moeilijk hebben. Als je dan op zoek gaat naar adviezen, kom je op veel plaatsen het advies tegen dat sporten moet in die jaren, omdat het helpt bij overgangsklachten. In dit artikel houd ik dat advies tegen het licht en zal ik betogen dat hardlopen in de overgang een hartstikke goed idee. En juist als jij nu denkt ‘hardlopen? Daar moet ik niet aan denken!’ dan daag ik je uit om verder te lezen. (En als je denkt: ‘ik loop al hard, en dat gaat nu juist niet meer zo lekker’ – daar kom ik binnenkort op terug.)

Geen enkele vrouw kan eromheen: je vruchtbare jaren zijn een keer voorbij. Dat gaat gepaard met hormonale veranderingen die kunnen zorgen voor klachten van lichaam en geest. Opvliegers zijn het meest bekend, maar je kunt ook last krijgen van bijvoorbeeld spieren en gewrichten, van slapeloosheid, en van moe zijn, prikkelbaar, somber of angstig. Kenmerkend is dat dat allemaal anders is dan voorheen: je oude routines werken niet meer. Dat kan best wel ongrijpbaar zijn, voor jouzelf en je omgeving, en alleen al daarover piekeren zorgt weer voor meer spanning.

De kunst van goed door de overgang komen is dan ook: nieuwe routines zoeken. Bewegen bijvoorbeeld. Bij overgangsklachten is (meer) bewegen vaak goed. Bewegen is namelijk voor iedereen goed. De gezondheidsvoordelen ervan zijn legio, dat weten we allemaal wel. Specifiek voor de overgang en daarna kun je denken aan de bijdrage aan het krijgen of behouden van een gezond gewicht, stevige botten en een gezond hart, en aan het positieve effect op je slaap.

Bewegen in de overgang hoeft geen sporten te zijn in de zin van: je hoeft er niet voor naar de sportschool en je hoeft ook niet diep te gaan. Sterker nog: je regelmatig met tegenzin naar de sportschool slepen om je daar uit te putten in een poging zo veel mogelijk calorieën te verbranden, dat is in deze levensfase geen goed idee. Door de veranderende hormonen heeft je lichaam het al zwaar genoeg. Mat het niet nog verder af.

Bewegen in de overgang is dus goed als je het met mildheid doet. Houd daarbij in de gaten dat het nut van bewegen relatief is. Ja, bewegen is goed en je voelt je dan beter, ook in de overgang. Maar verwacht er geen wonderen van. Je kunt, om maar iets te noemen, opvliegers heus niet wegsporten. Sporten lost ook problemen in je leven niet zomaar op. Je valt er niet zomaar kilo’s van af. En die hormonen, die rommelen ook gewoon door.

Dat is ook allemaal niet waar het om gaat. Waar het wél om gaat, dat zag ik laatst weer eens voor mijn ogen gebeuren. Een groep kinderen stak het plein over tussen hun schoolgebouw en het zwembad. Ze holden allemaal. Ik zag een wirwar van jassen, tassen, armen en benen langs me vliegen. Ik zag lachende gezichten, ik hoorde vrolijke stemmen. Het plezier spatte ervan af.

Dát is waar bewegen om gaat: plezier maken, spelen, je lichaam vrijheid geven, je bloed voelen stromen, de wind door je haren, de zon in je gezicht, in elke vezel voelen dat je leeft … Dat is wat je in de overgang nodig hebt. En ja, dat doet goed. Natúúrlijk doet dat goed! Alle kinderen weten dat!

De drie belangrijke ingrediënten van zo bewegen zijn buiten (liefst in daglicht en in het groen), vrij (dus zonder trainingsschema of prestatiedoelen, en ook zonder telefoon of meetapparatuur) en een tikkie uitdagend. Niet loodzwaar, niet uitputtend – maar wel zo dat je bloed echt gaat stromen. Dat maakt dat je voelt dat je leeft. Je komt uit je hoofd en je lichaamsbewustzijn verbetert.
Hardlopen kent alle drie de elementen, plus nog wat andere voordelen: je kunt het doen op je eigen niveau en op een tijd en plek die jou uitkomt; alleen, maar ook samen of in een groep (houd dan wel je grenzen in de gaten). Wat je ervoor nodig hebt, is bescheiden: goede schoenen, gemakkelijke en ademende kleding, en een goed passende sport-BH.

En dan: gá! Maak er een ontdekkingsreis van. Die niet elke keer alleen maar leuk en prettig zal zijn, dus waar je een beetje voor moet doorzetten af en toe, maar die wel voldoende plezier en positieve ervaringen geeft. Die een gunstige uitwerking zal hebben op je lichaam en op je geest. Die – wie weet – zorgt voor minder stress, een beter humeur, beter slapen. Niet voor niets bestaat er zoiets als ‘runningtherapie’. Dat is helemaal geen therapie, het is gewoon lopen. Buiten, vrij, en niet hard of lang – maar je mag het wel voelen. En dat werkt! (Als je daar meer over wilt weten, neus dan rond op Bewegen voor je Brein).

Bouw het wel rustig op. Hardlopen is een zware sport – daarom heeft het juist zo veel effect. Maar daarom kan het ook tot overbelasting leiden als je te hard van stapel loopt. Dat geldt voor iedereen, maar helemaal in de overgang, waarin je lichaam het toch al zwaar heeft door de veranderende hormonen. Met een geduldige, geleidelijke opbouw met voldoende herstel tussendoor geef je je lichaam gelegenheid om zich aan het lopen aan te passen. Zo kun je zelfs hardlopen als je wat zwaarder bent of je knieën niet meer 100 procent zijn. Vraag zo nodig advies aan een arts – wel eentje die in principe positief tegenover hardlopen staat, dat is soms zoeken.

Geduld is dus cruciaal, en vasthoudendheid. De positieve effecten van hardlopen merk je als je het over een langere periode regelmatig doet – als hardlopen een nieuwe routine wordt. Als je die nu opbouwt, heb je er de rest van je leven profijt van. Bedenk daarbij: de overgang gaat ook weer een keer over, fijn om dan lekker in je lijf verder te kunnen. Hier is een geduldig stappenplan:

  1. Als je jaren niets gedaan hebt, is wandelen je start. Begin met een kort ommetje en breid dat geleidelijk uit naar drie keer verspreid over de week een half uur. Dat maakt je lichaam al sterker en bovendien schep je gaandeweg ruimte in je tijd.
  2. Gaat dat goed, ga dan in zo’n half uur 5 keer 1 minuut heel rustig hardlopen, verspreid over de tijd. Tussendoor en de rest van de tijd blijf je wandelen. Je mag in die minuutjes niet buiten adem raken. Spierpijn krijgen is ook niet de bedoeling, doe dan weer een stapje terug.
  3. Gaat dat ook weer goed, doe het dan nog een keer. De week erna 5 keer 2 minuten, met minder wandelen eromheen. Enzovoort: elke week ga je een beetje meer hardlopen en een beetje minder wandelen. Nog steeds rustig, zonder ademnood of spierpijn, en altijd met minstens één rustdag ertussen. (Als je meer houvast zoekt voor je opbouw, laat je dan inspireren door schema 1 van Sportzorg).
  4. Pas als je – en dat kan maanden duren – een half uur non-stop kunt hardlopen, kun je eventueel één keer per week wat harder gaan lopen, maar dat hoeft niet. Blijf wel gaan!

Als je zo ver bent, wie weet vind je het dan leuk om eens aan een loopje mee te doen? Tip: de Parkrun. 5 kilometer, in steeds meer Nederlandse steden op een mooie plek, zaterdagochtend om 9 uur; gratis, gezellig en écht voor alle leeftijden en elk niveau. Er wordt bij gewandeld en er is sowieso een ‘sluitloper’, dus je komt nooit als laatste over de finish.

Daarom: als jij denkt: ‘de overgang is al rot, moet ik nou ook nog gaan hardlopen?’, dan zou ik zeggen: ‘nou, van mij niet – je moet al genoeg’. Maar als je denkt: ‘ik wil wel op zoek naar een nieuwe routine, gebaseerd op wat ik als kind kon en wist: gewoon lekker buiten bewegen’. Dan zeg ik: ‘Dat lijkt mij een hartstikke goed idee! Wel zwaaien als je me tegenkomt, hè?’

 

Door |2024-12-09T18:23:49+01:009 december 2024|Loop, Trainer, Vrouwensport|0 Reacties

Ik kan weer 20 jaar vooruit

Afgelopen woensdag heb ik drie nieuwe ondershirtjes gekocht: twee dunne zweethempjes, eentje met korte en eentje met lange mouwen, en een dikker thermisch hemd, van Craft:

Het was mijn kennismaking met de dichtstbijzijnde sportwinkel, en die viel niet tegen. Fysieke winkel, want zulke spullen wil ik passen omdat ze nauw moeten aansluiten. Dat bleek terecht, want de maatinflatie had toegeslagen: de twee dunnetjes zijn XS!

Dat is allemaal op zich niet zo bijzonder, maar wel als je bedenkt dat de twee dunne vervangers zijn voor Odlo-hemdjes die ik jaren geleden kocht. Zo veel jaren geleden dat ik niet meer precies weet hoe veel, maar dik meer dan 20, misschien wel 30 jaar geleden. Eén van die ‘generatie’ leeft nog, een hemd dat ik heel graag draag:

Maar dat ook aan het eind van zijn lange levensduur is, want bij een zijnaad is het verval zichtbaar, precies bij het label:

Van de twee collega’s liet vorig jaar allebei de halsnaad los, met een gat als gevolg. Dat vond ik toen jammer – ik woonde in die hemden. Frappant genoeg is het juist de lekkerste die het nog doet, die had als enige een colletje en dat vind ik wel lekker in de kou.

Ik ben benieuwd hoe lang de nieuwe meegaan. Volgens de verkoper weer lang, maar niet zo lang als die oude: Odlo presteert daarin beter dan Craft. Bovendien is de algemene tendens dat kleding minder lang meegaat tegenwoordig (helaas).

Wel zei hij na het afrekenen: ‘Tot over 20 jaar!’

Over 20 jaar… Dan ben ik 78. Ik hoop dat ik dan nog een nieuw setje nodig heb!

 

 

 

Door |2024-12-08T17:26:00+01:008 december 2024|Triathlon algemeen|0 Reacties

(geen) Nieuwe plannen 😢

In mijn post over oktober schreef ik dat ‘nieuwe plannen in de maak zijn’. Ik doelde daarbij specifiek op lange-afstandswandelen als meerjarenproject. Welnu, dat is helder: ik wil vanuit Steenbergen over het Floris-V-pad tot Woerden lopen en dan ‘aftakken’ naar Utrecht. Zodoende verbind ik ook nog Henks geboortedorp Numansdorp en mijn eigen nog ontbrekende woonplaats Utrecht aan de rest van het netwerk dat ik al aan elkaar gewandeld heb. Maar dat gaat wel even duren dus. Eerste keer staat gepland voor net voor kerstmis.

Ondertussen was ik bezig met het volgende fiets- en triathlonseizoen. Het leek me tof om voor de derde keer mee te doen aan de Radweltpokal, dit keer in de vorm van een wegwedstrijd. Dat zou dan mijn hoofddoel zijn. Ik wist dat dat onzeker was – ik heb zelf in mijn onlangs verschenen artikel geschreven over het bedreigde voortbestaan van het evenement.

Maandag kwam het bericht dat de Radweltpokal in elk geval niet doorgaat in St. Johann volgend jaar. Ze zijn op zoek naar een andere plek, maar of dat wat wordt, geen idee.

Het nieuws deed me verdriet. Omdat ik het dit en vorig jaar zo leuk vond, maar ook omdat het betekent dat een betekenisvol wielerevenement het aflegt tegen de dominantie van de auto en de macht van het grote geld (‘winner takes all’). Dat laatste staat niet zo duidelijk op de site of op Facebook, maar dat zit er ook achter. Het gaat om de UCI, lees de rest maar in Fiets Magazine.

Dus: ik ben even doelloos. Nouja, er lonkt ook een mooie fietsvakantie, maar ik zou graag iets competitiefs doen op de fiets tegen het eind van de zomer ook. Wordt vervolgd.

Ondertussen was ik bezig met de weg naar optimale fietsvorm uitstippelen, daarbij rekening houdend met uitstapjes naar leuke triathlons. Twee van die uitstapjes staan al gepland, allebei goed voor mijn verzameling afstanden en allebei ook met relatief veel fietsen, wat voor mij fijn is:

  • Ik ga eindelijk eens de triathlon in Stein doen. Daar had ik al vaker naar gekeken, het is een bekende/bijzondere, door de afstand (1 km zwemmen, 60 fietsen, 11 lopen) en door het klimmen dat er in het fietsparcours zit.
  • In Oud Gastel organiseren ze een bijzondere dit jaar, vanwege het 750-jarig bestaan van het dorp. De triathlon gaat daarom over 750 meter zwemmen, 75 kilometer fietsen en 7,5 kilometer lopen. Lijkt me erg leuk, dat is daar altijd en zeker, lijkt me, zo’n bijzondere.

Voor die optimale fietsvorm wist ik, met de ervaring van dit jaar in mijn achterhoofd: voorlopig is mijn prioriteit het leggen van een degelijke basis. Veel rustige duur, maar dat is net lastig in de winter. Wat fietsen betreft dan, hardlopen kan natuurlijk wel. Ik weet uit de jaren dat ik trainde voor een halve marathon in het vroege voorjaar, dat ik dan vervolgens de overstap naar het fietsen makkelijk maakte. Dus: lange duurlopen. Dit jaar wel met meer fietsen ernaast, wat ’s winters makkelijker is geworden dankzij mijn ontdekking van Zwift.

Zodoende kwam ik  uit op 2-2-2 als basisrecept voor het wintertrainen: 2 keer zwemmen (tempo en techniek), 2 keer fietsen (een keer rustige duur van minstens 2 uur, de andere keer kort en intensiever, voorlopig nog zonder echt programma), 2 keer lopen: een keer lange, rustige duur, opbouwend naar ongeveer de halve-marathonafstand, en de andere keer een leuk evenementje, mag harder. Verder yoga ter ondersteuning en vast ook nog wel eens een keer wandelen. Dat is samen best veel, het is nog even zoeken naar een goed ritme – maar het hoeft ook niet elke week perfect natuurlijk.

Tegelijkertijd zit ik nu eigenlijk in een fase die ik het beste kan omschrijven als ‘help Louise de winter door’. Dat wil zeggen: ik heb een aantal projectjes tegelijk lopen. Twee ervan doe ik al langer:

  • Project daglicht gaat jaargang 5 in: zo lang de wintertijd duurt elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal per week minstens zeven uur. Ik moest daarbij nog iets beslissen over het zwiften. Dat is buiten, maar met een dakje boven m’n hoofd en een scherm voor mijn neus – allebei nou net niet het idee. Afgelopen woensdag, in de uitlopers van storm Conall, zat ik zelfs achter een soort tentzeil waarmee we een stuk van de overkapping dicht kunnen maken:
    Dat ging prima trouwens, het hield de regen op afstand, en veel daglicht was er toen sowieso niet (november was sowieso nogal grauw). In elk geval: ik heb besloten de uren op de spinningfiets overdag voor de helft mee te tellen voor het project.
    Tot nu toe loopt het project op rolletjes. Er was een week dat ik nog een uurtje ‘moest’ toen we in België waren voor een vintage fietsbeurs (leuk), en zodoende wandelden we even later langs de Kleine Nete, een naam die we kenden van het bord waar de snelweg het riviertje oversteekt, een fijn ommetje:
  • Winterdippen zit in jaargang 3. Ik heb de Schie verwisseld voor de Oosterschelde, en dat is heel anders, maar wel tof ook! Eén van de nieuwe dingen is dat ik zo’n dip kan opnemen in een duurloop. Ik heb dat nu twee keer gedaan, en dat is heerlijk. Over de nieuwe winterzwemervaringen later apart een keer.

Nieuwe projecten voor deze winter zijn:

  • Elke week een leuke loop. Ik heb vanaf half november tot eind februari een boel leuke loopjes op het programma staan. Bijna elke week, maar dat ‘moet’ niet per se – dit moet vooral leuk  blijven. We hebben er al drie achter de rug:
    – We zijn begonnen met de Hobbeldebobbelloop, altijd geweldig. Het is en blijft het zotste en mooiste parcours dat ik ken, op en af de duinen rond Zoutelande en over het strand. Hier kom ik net uitgebobbeld op de finish af:
    – Vorige week liepen we de unieke Tunnelrun over de gloednieuwe Blankenburgverbinding. We hebben ooit eerder over de nieuwe A4 bij Steenbergen gelopen, zoiets blijft je altijd bij. Als we er met de auto rijden, kunnen we tegen elkaar zeggen: weet je nog, hier hebben we hardgelopen! Zo zag dat eruit:– Gister was de eerste cross van ‘hardlooprebel’ Jaro. Dat was voor ons een thuiscross, in het Abbekindersebos: we konden er lopend naartoe. Het was leuk om te doen en heel kleinschalig: het startveld bij de vrouwen bestond uit negen loopsters (waarvan ik zo te zien de langste).
    Het is net gelukt daar niet laatste in te worden. Het crossen is leuk in de natuur en gister lekker beschut tegen een waterkoude wind. Het was zo een fijne middag buitenspelen, die met kijken naar de mannen (met manlief van de partij) en heen en weer lopen vanaf huis 2,5 uur opleverde voor #projectdaglicht.
    Er volgen nu nog – ijs en weder dienende – vier crossen: de Den Inkel cross en de drie volgende van JARO. In het nieuwe jaar onder andere de Wallenloop in Goes, nog meer crossen, een trainingsloop, de zwemloop van Vlissingen en wie weet een halve marathon of nog ergens een parkrun. Elke week een loopje is niet de ideale trainingsopbouw, maar wel heel leuk – en daar gaat het me deze winter om. Ik heb verder geen hardloopambities, dat kan ook niet met fietsen serieuzer nemen dan in andere winters. Daarom hoeft het ook niet hard allemaal – al mag dat wel. Maar veel vaart zit er nog niet in. Door allerlei omstandigheden is het best lang geleden dat ik écht gas heb gegeven met lopen, dat merk ik wel.
  • Adventsyoga. Ik wil vanaf vandaag tot minstens kerst Adriene’s maandkalender weer eens volgen, thema ‘Reflect’. Liefst dagelijks, eventueel met wat schuiven. Dat is weer eens even een nieuwe impuls en ik heb tijd want werk is niet zo druk.
  • Misschien de Festive 500 – 500 kilometer fietsen tussen kerst en Oud&Nieuw. Bestaat als ‘challenge’ al jaren, ik heb het nooit eerder gedaan. Lijkt me leuk, maar ik ga het af laten hangen van het weerbericht, want 500 kilometer Zwiften is me te veel. Zwiften is leuk, maar ook weer niet zó leuk. ik krijg al zadelpijn bij het idee!

In afwachting van nieuwe doelen vermaak ik me hier voorlopig wel mee. Na januari mag er wel weer iets meer richting in gaan komen. Hopelijk weet ik dan welke.

 

Door |2024-12-03T14:28:46+01:001 december 2024|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Prutsen aan Wattjes

In mijn stuk over het fijne sporten in oktober schreef ik kort dat ik problemen had met mijn in september gekochte spinningfiets. Die gaf namelijk steeds een veel te lage output (vermogen en snelheid) bij mijn mate van inspanning. Ik moest me voor 20 km/u behoorlijk uit de naad trappen en dan reed ik zo’n 65 % van vergelijkbare vermogens op een ‘echte’ fiets. Het probleem is opgelost inmiddels, dankzij Dies, hier komt het verhaal. Wie weet is dat nuttig voor andere gebruikers van een Virtufit Etappe 2.0i indoor cycle.

In de mist van begin november

Eerst even over het probleem. Op zich is het natuurlijk niet erg dat de output van een stationaire fiets niet klopt. Het is hooguit ontmoedigend om hard te trappen en dan zo’n lage snelheid te zien. Ook betekent het dat ik weinig effectieve verzetten had: het kleinste verzet was niet piepklein, daar had ik nog best wat af gewild, en de grootste waren veel te zwaar. Ik kreeg van de leverancier een tabel met daarop de verzetten met bijbehorende snelheden. Die gingen tot 55 km/u, wat bij mij dus neerkwam op 70 km/u – daar heb je niks aan, dat krijgt niemand rond.

Bovendien is zo’n fiets in de virtuele wereld niet stationair. Ik had voor dit type fiets gekozen vanwege de mogelijke koppeling met Zwift. Dat doet het goed, maar om ergens aan mee te doen is zo’n laag vermogen nogal beperkend natuurlijk.

Over het probleem had ik een aantal keer contact met de leverancier. Deels was dat nuttig – ik kon nagaan dat de snelheid per verzet klopte bijvoorbeeld. Deels was het tenenkrommend: de eerste reactie was dat als het fietsen te zwaar was, ik lichter moest schakelen. Dûh. Ik heb geen moment het gevoel gehad dat ze het probleem echt snapten. Bovendien was er niks aan te doen, zo zeiden ze, een monteur langssturen was niet nuttig.

Dus, zo concludeerde ik, had ik een fiets gekocht met een ingebouwde rekenfout. Dat vond ik raar. En was ik de enige met dat probleem? Online vond ik er niets over – alleen maar lovende recensies.

Oja, en tussendoor was ook een pedaal al uit de crank losgeraakt en bleek de schroefdraad beschadigd. Een nieuwe crank kreeg ik gelukkig wel zonder mankeren. Goed voor mijn vertrouwen was dat echter niet.

De leverancier suggereerde dat ik voor grotere precisie maar naar een veel duurdere smartbike moest kopen. Maar het gaat mij niet om precisie tot het laatste procent, het ging bij mij om een fout van zo’n 35 procent. Ongeveer de afwijking die je krijgt als je mijlen voor kilometers aanziet. Achteraf gezien bleek dat toeval, maar een van de dingen die ik wilde nagaan, was of dat het probleem kon zijn bij een fiets van Amerikaanse makelij. Leverde ook niets op.

Ik heb ook nog contact gehad met de NRC-webwinkel. De levering van de fiets was ook al een idiote soap geweest waarin bij het transportbedrijf tamelijk willekeurig namen aan adressen en postcodes waren gekoppeld (onze straat lag die week onder andere in Wijk bij Duurstede en Drachten) en ik tot drie keer toe vergeefs zat te wachten én onaangename hakketak-gesprekken had gevoerd met de dame van de helpdesk die de schuld elders legde natuurlijk. Het heeft me die week uren gekost. En ineens viel het pakket op de maandag erna uit de lucht – gelukkig waren we thuis. Samen met die ingebouwde rekenfout vond ik het van een kwaliteit die de NRC onwaardig is. Maar ook zij zeiden: lever hem dan maar weer in.

Ondertussen had ik voor Zwift een ‘workaround’ gevonden. De belangrijkste rekeneenheid van Zwift is vermogen per kilo lichaamsgewicht. Door mijn virtuele zelf aan te passen naar 42 kilo klopte dat. Zo reed ik als petieterig vrouwtje mee, en dat ging goed. Goed genoeg om er lol in te hebben (daarover een andere keer meer) en te besluiten de fiets te houden.

Ik deed een FTP-test in Zwift, waar een FTP van 153 Watt uitkwam. Moet zijn: om en nabij de 220. Maar goed dan. Hier is een plaatje van tijdens de test:

Op mijn Strava-activiteit van die test reageerde Dies. We appten nog even verder en toen bleek hij online iemand tegengekomen te zijn bij wie dezelfde spinningfiets in het begin juist helemaal geen weerstand gaf. Dat bleek een afstellingsprobleem te zijn, op te lossen door te draaien aan de weerstandskabel. Ik dacht: ‘???’ – geen idee hoe dat moet, maar ook omdat ik meteen dacht: en waarom zei de leverancier dat dan niet?

Enfin, Dies heeft verstand van techniek, hij is langsgekomen, ik heb een pedaal met vermogensmeting op de fiets gezet om te vergelijken, en zo is het gelukt om vermogen en snelheid veel meer in lijn te brengen met de realiteit. De weerstandskabel bleek maximaal strak aangedraaid. Het is het ding zo ongeveer in het midden van deze foto van het open achterwiel:

Je ziet de schroefdraad zitten waar je aan kan draaien. Dat ding dus, maar zelfs nu ik het weet, kan ik het nog niet aanwijzen op deze tekening uit de handleiding:

Knap dat Dies dat wel kon! Het probleem is daarmee opgelost, nouja, min-of-meer. De vermogens zijn niet zo precies, zeker niet de hoge. Maar rond FTP klopt het aardig. Er zijn nuttige kleine verzetten bijgekomen. In Zwift weeg ik ondertussen gewoon weer 63 kilo, en doe ik dusdanig mee dat 175 Watt rustig is, ook op een geinig virtueel mountainbikeje:

Dankzij het grotere absolute vermogen kan ik op het vlakke in een groep nu beter meekomen. Er zijn nog wel andere beperkingen: die onnauwkeurigheid van de hoge vermogens, het trage reageren van de vermogensmeter, het feit dat het eigenlijk geen echte meting is maar een berekening. Door dat laatste – denk ik – kan ik in Zwift aan sommige wedstrijden niet meedoen en werkt helaas ook de erg-modus niet. Maar dat zijn dingen die horen bij deze beperkte investering, dat snap ik wel.

Als ik zwiften zo leuk blijf vinden als nu, wil ik op termijn wel iets beters kopen. Maar dit is een prima begin. Dankzij Dies, dus, en niet dankzij winkel of leverancier.

 

Door |2024-11-25T19:46:20+01:0025 november 2024|Fiets|1 Reactie

Verschenen: Tot je 90ste op het podium

Het nummer was al even uit, maar mijn exemplaar was kwijtgeraakt in de post. Ik had de drukproef gezien en wist dus hoe mooi het zou worden, maar ik kreeg het net pas echt onder ogen: mijn artikel ‘Tot je 90ste op het podium’ in Fiets Magazine nr. 11 (november, p. 94-97). Ik schrijf mijn, maar ik moet eigenlijk zeggen ons, want mijn man maakte de foto’s.

Het artikel is een verslag van de Radweltpokal, het fietsfestival voor masters in Oostenrijk waar ik nu twee keer ben geweest. Op het maken ervan kijk ik met veel plezier terug. In het artikel komt een aantal draden samen die belangrijk voor mij zijn: sporten met plezier en prestaties als je ouder wordt, sport en zingeving, de strijd tegen de dominantie van de auto, het principe van ‘winner takes all’ in de huidige economie… en schrijven. Het was leuk om met een journalistiek doel bezig te zijn en zo met een boel mensen in gesprek te komen. De samenwerking met Fiets was ook prettig. Voor herhaling vatbaar dus!

(dit is een dubbelpost met lhcornelis.nl)

Door |2024-11-15T13:30:31+01:0015 november 2024|Fiets, Vrouwensport, Waarom|1 Reactie
Ga naar de bovenkant