Jaararchieven: 2023

Mijn seizoentje gaat beginnen

Morgen doe ik mijn eerste triathlon van het seizoen, en dan meteen zondag nog een, allebei de 1/8e.  En dat is het dan ook voorlopig. Nouja, ik doe er ook nog een als fietser in een duo of trio, en misschien eind september ook nog wel een. Maar na zondag gaat ook hardlopen in de onderhoudstand en gaat de focus dus nog meer op het fietsen, met nog drie maanden tot aan mijn hoofddoel. Van de twee aanstaande triathlons is die van morgen een opwarmertje, om er weer even in te komen, en vooral ook: genieten van het parcours. Zondag wil ik in Ter Huh zo hard mogelijk fietsen, als tussentijds testje weer.

Dit is dus opnieuw een schakelmoment in het seizoen. Het zit voor mijn gevoel kort op het vorige, en helaas heb ik in de tussenliggende weken weer niet onbekommerd kunnen trainen. Waar ik tussen eind februari en 9 april last had gehad van drukte, familieomstandigheden en gekneusde ribben, had ik sindsdien nog steeds wel wat drukte en omstandigheden, last van m’n rug als gevolg van die ribben, een zo-zo trainingsweekend en meteen daarna, jawel, werd ik verkouden. Dat was ik de hele winter nog niet geweest, sterker nog, het was op de dag af 51 weken geleden, voor mij nogal bijzonder, zeker in een winter waarin er nogal wat virussen zijn rondgegaan.

Dus op dat punt mag ik niet mopperen, maar door de timing kreeg ik wel wat zelfmedelijden: wéér niet lekker kunnen trainen, ik krijg de regelmaat er maar niet in. Ik moest bovendien leuke dingen afzeggen en had enkele saaie en hangerige dagen. Vorige week had ik zelfs een dagje verhoging en ik snotter nog steeds – wat bij mij altijd lang duurt.

Nou goed. Ondertussen kregen twee mensen in mijn omgeving veel slechter gezondheidsnieuws, dus waar zeur ik over. Ik heb het al vaker gezegd: als op mijn leeftijd verkoudheid je grootste gezondheidsprobleem is, valt het allemaal nogal mee.

En oja, over het gebrek aan onbekommerd trainen: het is ook nog eens heel vaak slecht weer. Met – gelukkig – een enkele uitzondering, zoals afgelopen zondag, toen ik gelukkig net weer genoeg was opgeknapt om samen met Nicole mee te doen aan de Vestingloop Hellevoetsluis, een werkelijk schitterend parcours:

Nicole in actie op de vesting

Morgen wordt ook gewoon koud, voor een triathlon op Hemelvaartsdag. Ik heb zin in het verzetje, ben benieuwd naar het parcours; als ik kan sporten, gaat dat best wel lekker. Ondanks alles heb ik er dus gewoon zin in!

 

Door |2023-05-17T15:57:35+02:0017 mei 2023|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Zwemverval valt mee

Van de drie triathlonsporten is zwemmen er de laatste tijd bij mij bekaaid afgekomen: naast het winterzwemmen, dat meer om de temperatuur ging dan om het zwemmen zelf, ging ik nog één keer per week naar het zwembad voor onderhoud. Ik had in de herfst nog wel wat tempo’s gezwommen, maar toen zakte m’n snelheid voor mijn gevoel zo hard weg dat dat wat pijnlijk werd. Ik wist: het is een keuze om voluit voor het fietsen te gaan. Maar toch deed het auw.

Dus dan maar geen tempo’s meer. Ik heb steeds vooral techniek gedaan en verder wat aangeklooid, daarbij wel steeds een aardig volume (1500-2000 meter) zwemmend. Steeds rekening houdend met de relatie tot de andere sporten, dus het soms doelbewust als hersteltraining gebruikend: benen in de pullbuoy. Me er wel mee vermaakt, onder andere door een paar keer ‘buiten de deur’ te zwemmen (Barendrecht, Schiedam). Maar dat was wel zoeken.

En toen kwam er vanaf eind februari ook nog een lastige tijd met gekneusde eerst pink en daarna ribben. Ik heb een week of zes niet of aangepast gezwommen.

Ik was benieuwd hoe ik ervoor sta, vooral met het oog op de zwembad-triathlon die eraan zit te komen. Daar delen ze de banen in op basis van verwachte zwemtijd. Haal ik de tijd nog wel die ik had opgegeven, 10:30?

Vorige week heb ik de schade bepaald door een testje te zwemmen. Waar ik op m’n snelst op de lange afstanden op een duurtempo van 29″/baantje uitkwam en vorig jaar nog op zo’n 30″ kwam ik nu uit op 31″. Dat valt me echt alles mee!

En ja, dat komt dan goed qua baan. Ik zou dan ongeveer 10:20 moeten kunnen zwemmen zelfs, al wil ik het kalm aan doen om vervolgens te knallen op de fiets.

Het blijft toch gek met dat zwemmen. Vorig jaar viel het me tegen dat m’n snelheid stagneerde, achteruit ging zelfs, ondanks toegewijd trainen. De afgelopen maanden klooide ik maar wat aan, en valt het verval me alles mee!

 

Door |2023-05-08T17:34:21+02:009 mei 2023|Zwem|0 Reacties

Soms loopt het anders

Ik ben vandaag onverwacht een rustig dagje thuis. Ik zou eigenlijk nog met maatje Jo in Limburg fietsen, maar het liep anders.

Het begon eigenlijk al anders te lopen eind maart. We zouden namelijk eigenlijk vanaf 30 maart vier dagen gaan, lekker fietsen in de heuvels. Maar we waren toen allebei niet in goeden doen, en de weersverwachting was dramatisch slecht, met veel regen en kou. We hebben toen kort van tevoren geannuleerd en daar geen spijt van gekregen.

Het tripje verzet naar de afgelopen dagen, en vanwege de hogere kosten in de mei-vakantie een andere overnachtingsplek gekozen. Opnieuw hadden we een beetje zorgen over het weer: veel regen in de voorspellingen, vrijdag zelfs ‘code geel’, maar de Buienradar gaf ons ook wel goede hoop.

Ik had er zin in. Het is in meerdere opzichten een veeleisende tijd geweest, fijn om er even tussenuit te gaan. Ik voelde dat meteen bij vertrek: ah, lekker! Ik was ook net weer uit de kreukels en had dus zin in veel fietsen, lekker buiten zijn en de gezelligheid van samen op stap.

Jo opgepikt bij het station en koers gezet richting Limburg. We hadden vanwege die weersverwachting geen haast. In de auto regen, maar uiteindelijk een aardig rondje Meinweg kunnen doen. Beetje regen, de enige heftige bui viel toen we net in de buurt waren van een riante bushalte waar we konden schuilen. Mooi tochtje, het meest in Duitsland, onder andere langs een voormalige munitie-opslagplek (foto).

Alleen schakelde mijn fiets voor geen meter en moest ik twee keer lopen toen het wat serieuzer omhoog ging. Fiets is net 21 geworden en tobt al een tijdje met weigerachtige achterderailleur. Dat gaf wat zorgen voor de volgende dagen, maar ik had wel goede hoop op een Limburgse fietsenmaker.

Toen we aan het eind van de middag doorreden naar Zuid-Limburg, kwamen we wel in serieuze hoosbuien terecht, maar toen zaten we zelf droog natuurlijk. Genoeglijk avondje in de herberg, met een lekker biertje erbij.

Relaxed naar bed, en ik dacht: ik val zo lekker om voor een lange nacht.

Niet dus.

Om middernacht ben ik maar eens een tijdje naar buiten gegaan voor de verandering, en om twee uur ben ik er ook nog even uit gegaan. Daarna, rond een uur of half 3, ben ik in slaap gevallen, tot half 8. Toen werd ik wakker met een ochtendhumeur van jewelste. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Ik ben geen heel goede slaper, maar de laatste tijd gaat het eigenlijk gewoon goed. Het was een beetje benauwd en het bed was niet super, maar ik heb wel eens onder slechtere omstandigheden geslapen, of korter geslapen zonder zo’n donderbui om m’n hoofd bij het wakkerworden. Jo had ook beroerd geslapen, frappant.

Enfin, na een goed ontbijt afgedaald naar Mechelen en daar overtrof de fietsenmaker m’n stoutste verwachtingen: voor acht euro m’n derailleur afgesteld en en passant ook nog even m’n ketting gesmeerd en de voorrem rechtgezet. Hulde, Hub Nix!

Daarna onderweg voor een langere tocht Wallonië in, langs de stuwmeren van Gileppe (foto – in het echt indrukwekkend!) en Wesertal.

Lekker gefietst, ondanks wat miezerregen en de beruchte kwaliteit van het wegdek in Wallonië. Het is een hoek van België die ik eigenlijk amper ken. Prachtig en afwisselend landschap. Veel rustiger dan in Limburg. Schakelen ging goed, al duurde het lang voor ik er weer echt vertrouwen in kreeg. Daar zal dat maar langzaam opklarende ochtendhumeur ook achter gezeten hebben.

Eind van de middag terug. Opnieuw een genoeglijk avondje in de herberg.

En opnieuw een beroerde nacht.

Nog veel beroerder eigenlijk: dit keer was ik om half 5 nog wakker, daarna ben ik in slaap gevallen, tot tegen achten. Het was weliswaar eerst gehorig, zowel uit het restaurant als van de bovenburen, maar dat was ook weer niet zo erg dat het de slapeloosheid kon verklaren, en na middernacht was het stil. Ik snapte er weer niks van. Dit was zelfs voor mijn doen in slechte tijden zeer extreem – mijn slechtste nacht sinds de allerergste vlaag tijdens de overgang, in 2016.

Ergens om een uur of 2 bedacht ik ineens: ik wil hier weg, ik wil naar huis. Er is iets helemaal niet pluis hier, dat vertelt mijn lichaam mij; ik weet niet wat het is, maar ik ga mezelf dit niet nog een derde nacht aandoen.

Wat daar zeker een rol in speelde was dat ik nog 225 kilometer moest autorijden. Twee slechte nachten is daardoor eigenlijk al geen porem, dat weet ik, maar een derde, oef… Ik durfde er niet op te vertrouwen dat ik die derde nacht wel zou slapen, en ik weet ook dat de gedachte ‘ik moet wel slapen want anders kan ik morgen niet autorijden’ funest is voor je slaap. Ik ben best wel ervaringsdeskundig in mezelf door slechte nachten loodsen, maar hier hield het voor mij op.

Jo moest er even over denken, maar ook zij had opnieuw een slechte nacht gehad, en ze wilde dus wel mee. We hebben eerst nog een kort rondje gefietst over een paar van de klassieke Limburgse klimmetjes: Camerig/Vijlenerbos, Vaalserberg/Drielandenpunt (foto) en Schweiberg.

Dat is altijd leuk en Limburg lag er prachtig bij, met de fruitbloesem en opvallend veel paardebloemen. Het was droog maar wel wat dreigend en dus ook een beetje drukkend warm. Ik had brakke benen: de dag ervoor was best lang geweest voor mijn huidige getraindheid, en ik was natuurlijk niet goed hersteld. Slapen is daar nogal belangrijk voor.

We zijn ’s middags teruggereden. Gelukkig ging dat allemaal goed – wel met opnieuw een hoosbui. Jo ontdekte dat er geen treinen reden tussen hier en Den Haag en besloot toen om bij ons vandaan naar huis in Haarlem te fietsen. Gelukkig hoefde ik zoiets niet meer – ik was thuis en bij manlief, en ik voelde een nog grotere opluchting dan vrijdag bij vertrek.

Ik heb in m’n eigen bed dik 9 uur geslapen en voel me vandaag een ander mens, zeker na de herstel-yoga ‘XL’ (anderhalf uur) van vanochtend (veel rekken en losmaken, beetje core met Adriene’s upper back love, yoga for the spine en runners yoga). Daar had ik zomaar alle tijd voor.

Waar ik gister nog dacht: ‘waarom zit het nou de hele tijd maar niet mee?’ denk ik vandaag vooral: ‘weggaan was een goede beslissing’. Het liep anders dan verwacht, maar ja, ik heb óók lekker gefietst, ben veel buiten geweest (bij aangename temperatuur en qua regen goed wegkomend), en ik heb gezelligheid ervaren.

En tot slot was het goed om te merken dat thuis zo fijn kan zijn.

 

Door |2023-05-09T09:05:49+02:008 mei 2023|Fiets|1 Reactie

Rond!

Vandaag een jaar geleden zwom ik voor het eerst dat seizoen in het open water. Ik kan nu dus zeggen dat ik, voor het eerst ooit, het jaar rond buiten heb gezwommen. Ik heb sinds oktober maar een paar keer gemist, bij mijn wekelijkse duik: een keer was de Schie dichtgevroren, twee keer was na mijn beide vallen van februari/maart.

Afgelopen maandag was het water in de Schie zelfs al weer 15 graden. Ik moet maar eens van het neopreen (muts, handschoenen) gaan afkicken. De grote kick en bijzonderheid is eraf, maar het is nog steeds wel lekker.

 

Ook de laatste maanden vond ik het nog zeer de moeite waard. In maart en april stagneerde de watertemperatuur een paar weken lang rond de elf graden, en daar wende ik zo aan dat ik me er helemaal op mijn gemak in ging voelen. Wie had dat ooit gedacht?

Elf graden toen voelde heel anders dan elf graden in de herfst, al was het alleen maar omdat ik het toen spannend vond of ik het zou gaan trekken. Nu ben ik zelfs weer wat gaan uitbreiden. De laatste paar keer zwom ik ruim een kwartier, en voor wat betreft de temperatuur had het makkelijk langer gekund. Tussen de pulletjes en de broed-activiteiten – lente-zwemmen is heerlijk!

Alles bij elkaar was het winterzwemmen een tof experiment waardoor mijn relatie met kou echt is veranderd. Ik ben aan meer kou gewend geraakt (overigens ook door wat zuiniger stoken thuis), ik kan kou beter accepteren (gewoon voelen en het verder laten) en ik kan er – denk ik – echt beter tegen. Ik kan doorzwemmen van harte aanbevelen!

 

Door |2023-05-02T19:03:27+02:005 mei 2023|Zwem|0 Reacties

Uit de kreukels komen

Het ‘makkelijke’ aan fysiek ongemak na vallen is dat het in principe gewoon geneest. Dat is simpeler dan een overbelastingsblessure of iets onduidelijks. ‘Gewoon’ wil echter niet zeggen dat het herstel in een rechte lijn gaat, dat vond ik wel interessant om te zien. Hier de ups en downs van de laatste weken:

  • De gekneusde ribben begonnen eenmaal ingetapet (na een week – zie foto – de tape heeft twee weken gehouden) aan een weg omhoog maar wel met betere en slechtere dagen. In die weken kon ik steeds meer, op sportgebied, en dat was dan ook steeds met ongemak, maar dat leek een soort noodzakelijk kwaad. Het diepere ademhalen bijvoorbeeld, dat was steeds ongemakkelijk omdat ik dan tegen stijfheid aan ademde, maar daardoor kwam het wel los.
  • Na een week of vier was de kneuzing wel zo’n beetje hersteld, maar toen zat er nog iets muurvast in m’n rug. Bij de tijdrit heb ik die spier (?) een beetje geweld aangedaan, dus toen hield ik een flinke tijd last van mijn rug. Uiteindelijk kon ik op 21 april naar de chiropractor die mijn rug los heeft gemaakt. Wat een verademing (ook letterlijk).
  • Maar…. die ontspanning in m’n rug schoot een beetje door en prompt trok m’n bekken hartstikke scheef. Zo scheef was het in jaren niet geweest. Ik liep er bijna mank van en ik kreeg last van een knie. Dat voelde ik bij elke stap. Een paar dagen kon ik toen helemaal niks, uit angst die knie verder te beschadigen. Dat was mentaal een paar dagen superzwaar, want dacht ik er eindelijk te zijn, was ik ineens nog verder van huis. Ik had verder ook een paar stressvolle dagen en juist dan kan ik enorm verlangen naar ‘de wei in’, maar dat ging dus niet. Vorige week maandag klotste m’n chagrijn hier tegen de plinten, zal ik maar zeggen.
  • De dinsdag erna, vorige week dus, kon ik terug naar de chiropractor, bekken rechtgezet, en ze had wat peptalk: die knie beschadigen zou niet zo gauw gebeuren, dus ik mocht wel sporten. En dat ging ook, dus ik heb net een lang weekend achter de rug waarin ik lekker kon trainen, kon doen wat ik wilde, met vooral een boel fietsen. Heerlijk, zeker zondag, eindelijk ook eens een dag mooi weer en dus onbekommerd voor een lange rit op weg.
  • Tijdens die lange rit voelde ik wel nog steeds behoorlijke stijfheid aan de gekneusde kant en daardoor moet die heup harder werken dan normaal. Vandaag daarvoor nog een keer naar de chiropractor geweest. Het is nu zeven weken geleden en nog steeds niet helemaal over, maar ik kan wel alles weer.
  • Toen de ribben zo ver genezen waren dat ik weer wat mobieler werd, ging me opvallen dat de bij mijn eerste val gekneusde pink nog steeds zeer deed. Er leek helemaal geen schot in te zitten, maar de laatste twee weken lijkt het toch te verbeteren, mede dankzij het intapen dat ik weer ben gaan doen. Desalniettemin ben ik net naar de huisarts geweest om te checken of er niet toch meer nodig is. Mogelijk is er inderdaad ergens een beetje iets gescheurd geweest ofzoiets, daar zou ik een foto voor kunnen laten maken, maar vervolgens is de behandeling niet anders. Get vergt gewoon geduld….
  • Bij de huisarts heb ik ook nog even laten kijken naar een ander plekje dat zeer blijft doen, al heb ik daar heel weinig last van: de onderkant van m’n elleboog. Die doet zeer als ik op mijn onderarm rust, wat ik niet veel doe, maar bijvoorbeeld wel bij de onderarm-plank. Daar heeft de zenuw kennelijk een tik gehad en dat kan inderdaad heel lang duren.

Alles bij elkaar kan ik nog steeds wel voelen dat het een zware tijd is geweest. De drie weken tussen het overlijden van mijn schoonvader en het verschijnen van mijn boek, met de twee vallen erin en dus ook een week waarin ik veel pijn had van die ribben, behoren tot de meest veeleisende uit mijn leven. Ook leuk dus, met het boek, maar het was alle zeilen bijzetten. Er kwam nog een boel achteraan ook, deels gewoon weer suffe pech, zoals het stukgaan van mijn computer vorige week. Het is gewoon niet mijn beste tijd. En dan ook nog qua weer zo’n prutvoorjaar….

Wat er aan vorm onder alle pijntjes vandaan komt, is echter helemaal niet zo slecht. Dankzij wat ik zo goed en zo kwaad mogelijk toch heb kunnen doen de afgelopen weken. Bovendien ga ik voelen dat ik meer tijd heb dan in heel lang doordat het boek af is. Ik merk aan mijn werkagenda ook dat ik een tijd te druk ben geweest voor relatiebeheer – het is nogal rustig. Dat kan financieel gelukkig wel even lijden, en het maakt tijd voor nog meer herstel, ook van mijn hoofd. Ik hoop vooral heel erg dat het nu een tijdje allemaal een beetje mee blijft zitten!

 

Door |2023-05-03T08:46:42+02:002 mei 2023|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Push-ups alleen tegen de saaiheid

Toen ik in 2006 uit Amsterdam wegverhuisde, vond ik het afscheid van mijn oude sportschool moeilijk. Ik had het bij Jerry’s (bestaat niet meer, dus geen link) naar mijn zin, voelde me er thuis. In m’n nieuwe omgeving ging ik een heleboel sportscholen af voor proeflessen. Nergens vond ik wat ik achtergelaten had. Uiteindelijk koos ik voor de sportschool met de beste spinninglessen – want daar gaat het me vooral om.

Ik was net lid geworden toen ik tijdens de spinningles erop aangesproken werd door de instructeur dat ik niet meedeed met de push-ups. Opgelet: push-up is helemaal niet het goede woord, het is meer slingeren, want dat doe je met je bovenlijf, heen en weer richting je stuur.

Ik kende push-ups helemaal niet van waar ik in Amsterdam had gespind: niet bij Jerry’s, en daarvoor niet bij voor zover ik weet de eerste sportschool in Nederland waar je spinning kon doen (ik heb het over 2001, ik herinner het me niet precies, was het Fitness First?) Ik heb daar hartstikke goed leren spinnen, ik pluk daar tot op de dag van vandaag de vruchten van, maar push-ups, homaar. Ik vond het dan ook maar ‘raar’.

Het was vervelend om het op m’n gloednieuwe plek meteen ‘fout’ te doen. Ik zei iets als ‘dat kan ik niet met een hartslag rond m’n omslagpunt’ en toen ging ik volgens die instructeur ook nog eens veel te diep te vroeg in de les. Huh?

Hij zei ook nog: Lance Armstrong (daar kon je het toen nog gewoon over hebben) doet ook push-ups.

Waarop ik dacht: maar toch echt niet op de fiets.

En wat ik ook dacht: laat me toch. Wat maakt het voor de anderen uit als ik in een hoekje even iets niet doe?

Ik ben gebleven, ik ben later bij een andere ‘juf’ gaan spinnen en die liet me mijn gang gaan als ik niet meedeed. Die gaf sowieso veel vrijheid, iets wat ik zeer waardeerde maar wat helaas maar weinig instructeurs doen – bijvoorbeeld een vrij nummer aan het eind. Dat je dan naar eigen inzicht rustig aan kunt doen of juist nog even diepgaan, al naar believen staand of zittend met hoge of lage trapfrequentie. Voor mijn trainingsdoelen zou dat fijn zijn. Afgelopen dinsdag bijvoorbeeld kon ik in de les m’n ei niet helemaal kwijt en had ik graag aan het eind nog even alles eruit gegooid.

Sinds mijn spinning-herstart in oktober train ik weer regelmatig bij die instructeur van 17 jaar geleden – helaas zijn de lessen van die andere juf uit het rooster. Nog steeds zijn de lessen goed, maar nog steeds zitten er push-ups in. Ik doe dan halfslachtig mee: op half tempo. Dat vind ik beter te coördineren en heeft wat nut voor souplesse in m’n rug.

Tot nu toe geen commentaar, maar afgelopen dinsdag sprak de instructeur me er weer op aan: m’n push-ups moesten sneller. Dat schoot bij mij nogal verkeerd, want ik was er net voor het eerst in vier weken weer, na de gekneusde ribben, met een rug die nog niet helemaal de oude is. Dus ik vond het al heel wat dat ik er weer was.

Dus ik zei iets als: ik kom net terug van gekneusde ribben en ik ben toch al niet zo van de push-ups, dus ik doe voorzichtig.

Met de muziek op de achtergrond weet ik niet of de instructeur dat verstond. Hij zei iets als ‘push-ups horen er wel bij’, waarop ik zei ‘vind jij’, maar dat heeft hij echt niet gehoord, denk ik. Zelf moest ik er meteen om gniffelen: Louise heeft weer eens een autoriteitsconflict. Dat ik kracht bijzette door de push-ups vervolgens maar helemaal te laten zitten.

Nou heb ik sinds 2006 een boel bijgeleerd over trainen, en zodoende kan ik veel beter dan in 2006 beargumenteren waarom ik push-ups bij spinning maar niks vind:

  • Je traint er niks mee. Echte push-ups, op de grond, zijn zware krachttraining, maar met je kont op een zadel is het niks anders dan je bovenlijf heen en weer slingeren. Het enige wat dat eventueel toevoegt, is wat souplesse aan je rug, maar dan kan het beter rustig.
  • Het is een ongecoördineerde beweging, omdat je ondertussen doortrapt. Dat geeft een relatief hoog blessurerisico. Dat is wat ik als eerste aanvoelde: bij zo’n hoge hartslag houdt coördinatie van andere dingen dan trappen nogal op. Maar elke oefening die niet direct met fietsen te maken heeft is maar ongelukkig op een fiets natuurlijk.
  • Het hindert het fietsen. Dat is de andere kant van het vorige punt: als je je bovenlijf heen en weer beweegt, kun je niet fatsoenlijk doortrappen. Als je iets niet moet doen bij goed fietsen is het wel wild met je bovenlijf heen en weer schudden.

Daar ben ik allemaal redelijk van overtuigd, maar toch heb ik de ochtend erna maar eens gegoogled op ‘spinning push-ups’ en wat blijkt? Ik heb gelijk. Volgens een aantal Amerikaanse deskundigen zitten push-ups alleen maar in een spinningles om ‘m minder saai te maken. Ze noemen dezelfde nadelen als ik.

(Ik heb het er de afgelopen maanden al vaker over gehad: ik zet m’n zoektocht naar een andere sportschool voort. Of misschien moet ik beslissen het zonder te doen, in elk geval zonder spinning, dat lukte in de coronajaren ook goed. De komende tijd ga ik minder spinnen, omdat ik meer buiten ga fietsen. Dat zal wel schelen.)

 

Door |2023-04-13T18:01:48+02:0013 april 2023|Fiets|0 Reacties

Hier kan ik mee verder

Vrijdagavond zei ik tegen manlief: dit wordt m’n slechtst voorbereide wedstrijd ooit. Ik ben niet alleen vier weken aan het kwakkelen geweest met gekneusde ribben, maar meer in het algemeen heb ik al een hele tijd zo veel andere dingen aan mijn hoofd dat ik weinig bezig was geweest met de tijdrit van gister.

Ik zei dat vrijdagavond toen ik erachter kwam dat de ventielen van m’n fiets verstopt zaten. Er zit antilekvloeistof in de banden en die hebben te lang stilgestaan. Gelukkig lukte het bij de stand met technische assistentie om m’n achterband op 7 bar te krijgen. Voor was nog net hard genoeg. M’n fiets heeft meer kleine mankementjes, de komende tijd maar eens mee aan de slag.

Gelukkig was het mooi weer – eindelijk zon, en beslist warm genoeg voor kort-kort.

Ik heb een korte warming-up gedaan bij de stand van TrueKinetix, die fiets wilde wel eens proberen.

Dat de warming-up te kort was, paste in het plaatje van de slechte voorbereiding. Ik had het ‘pielen’ met zo’n fiets onderschat, dus toen was ineens de tijd op. Nouja.

Toen na even ouwehoeren met andere deelneemsters van mijn serie…

… van start!

En eigenlijk ging het toen nog best wel goed. Ik vond 28 kilometer/51’30 nog best lang duren onderweg, maar eenmaal over de finish leek het in een flits voorbij gegaan te zijn. Wonderbaarlijk, die tijdsbeleving bij zoiets. Ik herinner me nog dat ik na het laatste keerpunt de vermoeidheid ging voelen en toen dacht: straks bij m’n hoofddoel ben ik er nu gelukkig al.

Ik heb een fatsoenlijk vermogen gereden, zeker gezien het gekwakkel met m’n ribben. Het is zo’n beetje wat ik andere jaren ook kon aan het eind van het seizoen: gemiddeld vermogen 225 Watt en NP van 232. Dus heeft mijn wintertraining inderdaad vruchten afgeworpen en dat is een mooie basis om mee verder te gaan.

M’n longen ontdekten nog een stijf stuk ribbenkast, wat hoger dan de kneuzing – maximaal ademhalen in de aerohouding ging steeds meer pijn doen. Ik heb dat eerder gehad in het genezingsproces, dat ik merkte dat mijn longen niet hun normale ruimte konden benutten. Daarna was het dan steeds los en had ik dus meer ruimte, hopelijk werkte dat nu ook zo. Verder ging het met die ribben en de stijve onderrug best okee. Vandaag wel fikse spierpijn in het midden van m’n rug, maar dat is deels ook het gebrek aan gewenning aan de aerohouding.

Bij het vermogen valt mijn snelheid tegen: 32,8 km/u, ik heb daar al eens harder gereden met minder vermogen. Het beetje wind dat er was, stond niet gunstig, en verder waren er die mankementjes, de zachte voorband, niet helemaal optimaal aerodynamisch zitten door rug en ribben. Bovendien zag ik later op de foto’s (overigens allemaal door m’n trouwe supporter, chauffeur en fotograaf manlief gemaakt) dat m’n shirt ook wind ving:

Oeps!

Dat mag allemaal wel wat beter.

Gelukkig waren er ook flatteuzere foto’s bij, zoals deze:

Ik werd zevende van negen D40+-vrouwen. Het niveau was weer eens knetterhoog, dat is steeds bij die wedstrijd. Ik zei nog tegen die dame voor de start: alleen al het materiaal is intimiderend.

Na mijn finish liep ik bijna recht tegen Jeanette aan, en zo kon ik haar inderdaad een exemplaar van Optimaal blijven sporten geven, waar zij onder andere in hoofdstuk 2 in staat:

Verder ook nog wat mensen gesproken over het boek, dus het was ook in dat opzicht welbesteed.

In de auto onderweg naar huis dacht ik al: ‘uh, m’n helm?’ En jahoor: die had ik laten liggen. Hij is terecht, begreep ik, hopelijk komt-ie snel weer thuis. Verstrooider zijn dan normaal, daar heb ik vaker last van als ik een vol hoofd heb.

Ik hoop voor de komende periode op een verder wat luwere tijd, zodat ik met meer aandacht kan sporten. Ik heb werk aan de winkel met m’n materiaal en met wennen aan de aerohouding, maar dat is ook precies wat er de komende tijd op het programma staat: vaker op de triathlonfiets. Er komt voorlopig wekelijks een keer zo’n training bij, ten koste van de ene week spinning en de andere week hardlopen. Zo wordt de training specifieker. Leuk!

 

Door |2023-04-10T11:26:03+02:009 april 2023|Boeken, Fiets|0 Reacties

Schakelpunt

Je kan het allemaal zo mooi plannen, hè… Morgen rijd ik mijn eerste tijdrit van het seizoen, als schakelpunt van basis- naar opbouwtrainingsperiode, en daaromheen zou ik de balans opmaken. Dat zou leiden tot een pre-wedstrijd-blogpost over de vraag waar heeft de wintertraining die ik hier uitvoerig beschreef me gebracht, dus wat voor basis heb ik nou, en wat verwacht ik van die eerste tijdrit? Dat laatste in het kader van mijn gebruikelijke ‘evalueer het proces voor de wedstrijd’.

Maarja, toen gebeurde er ineens van alles, met als gevolg dat ik zes weken lang niet normaal heb kunnen trainen, waarvan anderhalve week helemaal niet en daarna eerst zeer beperkt, met die gekneusde ribben. Het gaat daar weer goed mee: het is bijna over en ik kan weer alles – ik kan het zelfs af en toe helemaal vergeten. Ik kan dus zeker morgen starten, en dat is al heel wat.

Wat er nog bij kwam, was het vele slechte weer. Dat schoffelde uiteindelijk de laatste uitgebreide trainingsmogelijkheid onderuit: ik zou vorige week met maatje Jo vier dagen in Limburg gaan fietsen, maar het weerbericht was dramatisch en dat kwam dus bovenop de fysieke beperkingen (bij haar ook) en dan bleef er weinig over om al die moeite voor te doen. We hebben een alternatieve vierdaagse kunnen plannen in mei. De vier dagen rust bleken erg goed voor mijn lijf en hoofd – maar toch jammer ook.

Vervolgens moest ik me deze week óók nog aanpassen qua vervoer: woensdag moest ik naar Leiden, maar dat kon niet met de trein, nouja, dan had ik om moeten rijden doe ik er net zo lang over als op de fiets, in meer chaos. Dan liever fietsen, ook al was het in de aanloop naar de tijdrit beter geweest om een korte tapertraining te doen. Nood breekt wet en gelukkig scheen de zon.

Goed voorbereid op morgen ben ik dus niet. Er is hier en daar wel wat vorm onder die gekneusde ribben vandaan gekomen gelukkig, maar ik heb geen idee waar ik sta. Het had niet veel zin om nog te proberen er een FTP-test uit te persen afgelopen week, dat was zonde van de trainingstijd, ook vanwege de broodnodige rust ervoor. Ik heb wel weer op de triathlonfiets kunnen trainen, en daarbij met een schuin oog naar m’n vermogensmeter gekeken. Dat viel me niet tegen. Morgen dan maar ook zien als FTP-veldtest. Die wel wat, maar niet heel veel zegt over mijn progressie in de winterperiode.

Desalniettemin kijk ik er wel naar uit. Als vrolijke opsteker en oppepper richting het seizoen. Bovendien: Jeanette uit hoofdstuk 2 van Optimaal blijven sporten is er ook, en ik kan haar dan het boek geven 😀

 

Door |2023-04-08T18:06:52+02:007 april 2023|Fiets|0 Reacties

2 x in Natuurlijk in Overschie

Ik sta twee keer in de nieuwste editie van Natuurlijk in Overschie, ons glossy wijkblaadje: op p. 19 sta ik (oranje jasje, rugzakje, zwarte hoofdband) in het midden van de bovenste foto over de Nighttrail van Unltd, het sportkledingbedrijf van buurman Olaf….

…en op p. 33 staat mijn boek aangekondigd. Dat is al de tweede grote aankondiging; er stond er ook al een in Fiets Magazine!

Door |2023-04-06T17:07:06+02:006 april 2023|Boeken, Loop|0 Reacties
Ga naar de bovenkant