Jaararchieven: 2020

Sportschoolhuiver

Ik kom nog even terug op wat ik hier al vaker schreef: dat ik sinds de zomer niet meer in de sportschool kom. Waarom eigenlijk niet?

Het geldt voor meer mensen, begreep ik, maar vooral voor ‘ouderen’. Ik herken mezelf niet in het beeld van bange oudere. Ik ben niet bang om dood te gaan of op de IC terecht te komen, die kans acht ik piepklein. Wel wil ik liever geen covid-19 krijgen omdat het een geniepig virus is en ik ook liever niemand wil besmetten. Ik houd me daarom aan de regels en let wel op, maar het is niet zo dat ik elk risico vermijd. Ik ben de afgelopen maanden tamelijk onbevangen naar zwembaden, restaurants, theaters, een bioscoop, winkels enzovoort geweest. Ik ben op vakantie geweest, ik heb een beetje OV gebruikt, ik heb met vrienden afgesproken en blijf dan buiten niet krampachtig op 1,5 meter. Ik ga naar masseur en – zo nodig – chiropractor. Ik schrok wel een keer toen ik diens adem in mijn gezicht voelde. Dat was een paar weken terug; sindsdien draag ik een mondkapje – en zij ook.

Waarom dan niet de sportschool? Die vraag drong zich deze week nogal op, nu een boel van die dingen die ik wél deed, niet meer mogen, maar nou net de sportschool wel.

De ene kant is dat ik het gewoon echt minder leuk vind dan normaal. Onder normale omstandigheden vind ik het net leuk genoeg. Het is zeker niet die ‘uitlaatklep’ uit de overheidscommunicatie van deze week. Dat woord is sowieso het mijne niet, maar als ik iets op sportgebied zo moet benoemen is dat sowieso buiten, met fietsen voorop.

Ik ga vooral naar de sportschool om dat buiten sporten te ondersteunen. Rechtstreeks:  krachttraining voor m’n benen. Of als compensatie, om eenzijdigheid van m’n ‘echte’ sporten te compenseren. Bodybalance is een tegenhanger voor m’n recht-toe-recht-ane duursporten, het haalt me uit mijn eigen bewegingspatroon en voorkomt daarmee eenzijdigheid. Ik heb er veel baat bij, volgens mij. Mijn sportschoolbezoek is dus vooral functioneel. En ik vind het leuk genoeg om ongeveer een keer per week te doen. Al meer dan twintig jaar inmiddels, waarvan 14 bij Fitsportland, net over de gemeentegrens in Schiedam.

Een aantal veranderingen onder de corona-maatregelen duwen het sportschoolbezoek net over het randje van niet-leuk. De lessen zijn ingekort; bodybalance is ontworpen voor een uur en daar 45 minuten van maken trekt iets scheef. Dieptepunt daarin was toen de juf een keer riep ‘we hebben nog twee minuten voor de relaxation’. ‘Laat dan maar’ dacht ik. Als ik thuis een filmpje van YouTube gebruik (nu dit), heb ik wel het volle uur. Op een moment dat mij uitkomt, zonder te hoeven reserveren. Want dat is het ook: ik heb ontdekt dat ik veel prima thuis kan doen.

Ook het niet mogen douchen en omkleden speelt een rol, vooral voor spinning. Daar wijk ik naar uit als het weer te slecht wordt om lekker buiten te fietsen. Voor een intensieve les dan, want het is kort zelfs een uur al, laat staan drie kwartier. Ik werk mezelf dan dus finaal in het zweet, en dan zou ik in drijfnatte kleding naar huis moeten – door dat slechte weer. En nee, de auto is geen optie – voor dat soort dingen pak ik de auto niet, dat heb ik nooit gedaan, daar houdt het voor mij op. Met een boel mensen tegelijk hard hijgen binnen lijkt me trouwens sowieso iets wat je niet zou moeten willen nu, zelfs niet op 1,5 meter van elkaar, dus spinning in een groep doe ik voorlopig niet.

Verder mis ik ook het nababbelen in de kleedkamer. Ik ga niet naar de sportschool voor de gezelligheid. Ik ging mijn eigen gang en hoorde bij geen enkel vast groepje. Vaak babbelde ik dus zelf niet eens mee, maar ik luisterde wel en deed zo talloze interessante observaties – een inkijkje in een voor mij verder vreemde wereld van elk jaar met de caravan naar dezelfde camping gaan tot sporten tegen heug en meug.

Soms ergerde ik me aan de juffen, maar hun lessen waren wel gewoon goed, en je ergeren is niet zo erg als je verder niks met die mensen moet. Het kan zelfs een band scheppen, en zo heb ik aan wél meebabbelen na spinning ooit wel nog een vriendin overgehouden, die al jaren geen lid meer is omdat de ergernis te hoog opliep. Nu sta ik meteen na de laatste oefening in m’n eentje buiten – dat lijkt wel bijna op thuis in m’n eentje aan de slag.

Spinning kan ik thuis niet opvangen, en ook de fitness niet helemaal. Ik doe bijvoorbeeld nu al sinds maart dezelfde krachtraining voor mijn benen: lunges, met in elke hand een emmer met zand. Dat zand heb ik nog niet bijgevuld, dat is meer gehannes dan gewoon een beetje zwaarder gewicht pakken. Maandenlang hetzelfde doen is okee voor onderhoud, maar echt trainen is het niet. Ook dat kriebelt wel, nu het allemaal zo lang gaat duren. In de aanloop naar volgend jaar wil ik misschien toch wel weer wat opbouwen.

Sportschoolbezoek zou bovendien net een beetje extra dynamiek kunnen geven aan mijn bestaan. Ik zit al zo veel thuis naar mijn eigen beeldscherm te koekeloeren, dat bodybalancen thuis terwijl ik naar datzelfde scherm kijk saai is. Afhankelijk van m’n stemming vind ik dat dan ook wel eens wat deprimerend. In het algemeen mis ik de ‘reuring’ in mijn bestaan nog het meest van allemaal. Sportschoolbezoek is dan een klein verzetje – een uitje.

Maar wat houdt me tegen? Toen ik daar eens over doordacht, realiseerde ik me dat er een paar momenten zijn geweest die mij het gevoel hebben gegeven van ‘ze hebben geen idee’. Het zit ‘m dus vooral in hoe de andere bezoekers zich gedragen.

Dat is meteen in maart begonnen. Op donderdag 12 maart stond mijn wereld al op z’n kop. Twee dagen ervoor had een opdrachtgever mijn grootste klus van het voorjaar geannuleerd – mijn bedrijf stond ineens op instorten, zo voelde het (dat valt wel mee, weet ik nu, maar het was zeker heftig en dit is financieel een zeer mager jaar). Ik voelde de bui al hangen – ’s middags begon het grote strepen in mijn agenda: het regende annuleringen van leuke dingen. Die avond werd de lockdown afgekondigd. 

Op die dag was ik ’s ochtends naar de sportschool. Ambivalent: dat is een fijn tijdstip, maar ik had op dat moment eigenlijk in Amsterdam een training moeten geven. Die was dus geannuleerd. Ik was als de dood voor wat er op ons af kwam denderen – ik voelde me een konijn dat in de koplampen staarde.

Maar in de fitness zag ik niemand anders de aanwezige handontsmetter gebruiken. Het nababbeltje in de kleedkamer ging van kabbel-de-kabbel en had als meest zorgelijke strekking ‘jammer dat we niet naar Italië op vakantie kunnen nu’.

Ik was verbijsterd. Ik dacht: ‘ze hebben geen idee’.

Dat bezoek is licht traumatisch geweest, zal ik maar zeggen. Van de zomer heb ik kleinere soortgelijke ervaringen gehad, allebei in de tijd dat er in Schiedam fikse uitbraak was, aan het begin van de tweede golf.

  • Een keer moest ik me na een bodybalance-buitenles (buiten was nog relatief wél leuk) ongeveer door een meute babbelende dames heenwringen die klaar stonden voor de volgende les. Anderhalve meter, wat is dat?
  • Voor de enige binnen-bodybalanceles die ik nog wel heb gedaan, liep ik de kleedkamer in – dat is de toegangsroute naar de zaal. Die zat en stond vol met wachtende vrouwen – weer zo’n beeld van een meute. Ik deinsde terug, en toen zei nogalliefst de juf: ‘kom er maar bij, Louise, we gaan zo beginnen’. Ik heb mijn adem ingehouden en ben langs die groep rechtstreeks doorgelopen naar de zaal.

Kennelijk gaat het goed, want ik heb niks vernomen van besmettingen via die sportschool. Maar ik voel me er gewoon niet senang bij, en meer buitenstaander dan ooit.

Misschien moet ik daar toch maar eens overheen stappen. Op dit moment heb je er veel ruimte om individueel te trainen, omdat de groepslessen niet doorgaan – ja, ik houd de communicatie rond de corona-aanpassingen nog in de gaten. En ik kan niet zwemmen, dus de sportschool zou wat extra beweegmogelijkheden bieden.

En anders moet ik m’n abonnement maar eens gaan opzeggen. Dat heb ik ook nog niet gedaan. Daarvoor trekt er iets toch nog. Dat heeft ook wel met die 14 jaar te maken: zo’n relatie zeg ik niet zomaar op.

Ik ben er nog niet uit. Ik wil wel voor het nieuwe jaar begint de knoop doorhakken. Maar dan moet ik het toch echt nog wel een keer gaan proberen, vind ik. Het heeft me in elk geval geholpen dit zo op een rijtje te zetten!

 

Door |2020-11-06T18:06:29+01:006 november 2020|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Project daglicht

Sinds het wintertijd is, ben ik doelbewust begonnen met ‘Project daglicht’. Dat wil zeggen dat ik ernaar streef om elke dag in het daglicht naar buiten te gaan, en per week op in totaal minstens 7 uur uit te komen, dus gemiddeld 1 uur per dag.

Ik weet dat ik daglicht nodig heb, voor lichaam en geest – om de wintersomberheid te voorkomen. En ik merkte meteen toen het herfst was dat ik er moeite voor moet doen om op tijd en voldoende naar buiten te gaan.

Ik ben door het thuiswerken en de andere corona-beperkingen bijna al mijn vanzelfsprekende blootstelling aan daglicht in de donkere maanden kwijt. Een goed voorbeeld is het college geven in Leiden dat ik op het ogenblik doe. Nouja, niet in Leiden dus: het is vanuit huis, online. Als het daar zou zijn, zou ik naar het station fietsen en in Leiden van het station naar de faculteit lopen, en later beide in omgekeerde richting. In totaal is dat goed voor 45 minuten daglicht. Nu zijn het er 0.

Dus: naar buiten moet ik zelf initiëren. En dat kost moeite. De verleiding is groot om bijvoorbeeld eerst mijn werk af te maken en dan pas te gaan hardlopen. Maar met een beetje pech is het dan al donker. Nu al, laat staan straks in december. Werk afmaken kan ook als het donker is. Eerst naar buiten!

Andere verleiding is om na het afronden van een online training of overleg aan de computer te blijven hangen – nog even e-mail, even nieuws lezen, even zus, even zo…. en voor ik het weet, is het donker. Of moet ik door naar de volgende online afspraak. Terwijl ik van al dat beeldschermen moe word, een vermoeidheid die zich heel snel oplost als ik naar buiten ga. Tien minuten is dan al genoeg. Moet ik echt doen!

Dus het vraagt discipline om de verleidingen te weerstaan, en precies dat is de essentie van ‘Project daglicht’. De urgentie daarvan is deze twee weken ook nog eens groter omdat met de zwembadsluiting nóg weer meer wegvalt. Het zwemmen zelf, al telde dat niet mee voor daglicht, maar het fietsritje erheen en terug soms wel. In een week drie keer overdag heen en weer naar Zwembad West is precies een uur daglicht.

Tot nu toe gaat het goed met #projectdaglicht. Op een dag als vandaag is het simpelweg heerlijk om overdag een uurtje buiten te wandelen. Ik deed dat voor corona nooit, en het gaf me een soort vakantiegevoel.

Zon door herfstbomenZonnnige herfstbomen, weerspiegeld in waterVorige week leidde het daglicht-voornemen er echter al een keer toe dat ik totaal doorwaternat thuiskwam van een rondje hardlopen. Ook op dinsdag was het toen guur:

Kerk aan de Schie, uitgebloeide bloemen, donkere luchtOf wat te denken hiervan, foto gemaakt op zo’n mini-ommetje na het videobellen:

Grote plasDe nattigheid eerder in de herfst leidde ook tot een bijzonder paddenstoelenjaar –  ik schreef er al over. Deze foto maakte ik zaterdag op paddenstoelenexpeditie met Nicole in de Broekpolder – zulke gesuikerde-dropjes-paddenstoelen had ik nog nooit gezien:

Paddenstoelen die op gesuikerde drop lijkenHet is wel zo dat ik in de weekends en op m’n wekelijkse dag vrij (m’n ‘corona-arbeidstijdverkorting’) het gemiddelde moet opkrikken. Die dag vrij is daar ook voor bedoeld. Al meteen in maart had ik in de gaten dat ik vijf dagen achter elkaar aan m’n eigen beeldscherm gekluisterd zitten niet ging trekken. Die – wisselende – dag vrij werkt prima. Twee weken terug bijvoorbeeld ging ik op vrijdag wandelen met vriendin Jo in de Kennemerduinen, dat was schitterend:

Duinen met bosjes en HooglandersEn ja, het is dus veel wandelen. Alleen, maar ook samen – een prettige manier om in deze tijd toch vrienden te zien. En ik kan het veel doen, waar meer dan drie keer per week hardlopen te belastend is – daarmee haal ik het beoogde aantal uren dus bij lange na niet. Fietsen is in deze tijd van het jaar alleen maar lekker als het weer een beetje meewerkt. Morgen dus, want ik zet net een punt achter de werkweek – en dan hopelijk het gemiddelde aantal daglichturen voor deze week flink opkrikken!

 

Door |2020-11-05T19:02:22+01:005 november 2020|Fiets, Loop, Waarom, Zwem|1 Reactie

Inconsistentietolerantie

Dat woord in de titel heb ik vandaag geleerd, dankzij een tweet en een stuk in de NRC. Het is wel waar het om draait, c.q. waarvan op het moment het maximale gevraagd wordt.

Ik vond het de afgelopen weken steeds al spannend of we bij de nieuwe maatregelen nog mochten blijven zwemmen. Ik kon en kan begrijpen dat dat niet meer zou mogen – net zoals in de lockdown van dit voorjaar. Al vond ik het de afgelopen weken steeds al lastig dat er van alles niet meer mag wat volgens mij zo veilig als wat is. Bij zwemmen lijkt het besmettingsrisico me zeer gering – in het theater nog lager overigens, maar dat terzijde.

Al eerder schreef ik dat ik het moeilijk had met de steeds terugkerende dans rond nieuwe maatregelen, maar net deze week niet zo. Toen me maandag duidelijk werd dat sporten in de ogen van het kabinet zo belangrijk is dat sportscholen open mochten blijven, dacht ik: ‘dat zal dan voor zwembaden ook wel gelden’.

Niet dus.

Ik vind het hartstikke jammer en echt zo lastig te begrijpen. Je mag dus in muffe sportschoolzaaltjes met een heleboel tegelijk staan te hijgen en met je tengels aan dingen zitten, maar je mag buiten maar met z’n tweeën hardlopen. En niet zwemmen dus.

Ik vind de tegenstrijdigheid en de onbegrijpelijkheid van de corona-maatregelen al maanden moeilijk, zowel in hun uitwerking als in een algemeen gevoel van ’too little, too late’. Maar dit slaat alles. Mijn inconsistentietolerantie wordt op proef gesteld to the max. Ik kan me ook niet voorstellen dat de maatregelen van gister nog veel uit gaan maken.

In de persconferentie heb ik het gister niet gehoord, maar in de media kwam het ook nog eens zo over: sport is een belangrijke lichamelijke en mentale uitlaatklep en daarom blijven sportscholen open.

Alsof sportscholen zo verheffend zijn. Alsof sporten iets is wat je doet in een sportschool. Alsof niet een heleboel Nederlanders lid zijn van sportverenigingen die het nu hartstikke moeilijk hebben. Alsof zwemmen geen sport is – een zwembad is slechts een publieke ruimte.

Alsof het kabinet bepaalt wat mijn uitlaatklep is.

Alsof het niet een heel rare maatschappij is waar de bibliotheken en theaters dicht zijn, maar alle winkels en sportscholen open. We moeten commercieel consumeren kennelijk. Hyperindividualistisch dan ook nog, want in die sportscholen mogen groepslessen dan weer niet.

Fitnessend en consumerend, zo komen we corona wel door. Ofzoiets.

Ik ben niet tegen sportscholen, hoor. Ik gun ze nu hun omzet. Ik ben nog lid, al kom ik er zelf sinds de zomer opnieuw niet meer omdat ik het onder de maatregelen niet leuk meer vond (ingekorte lessen, reserveren, net meer na-babbelen, niet douchen) maar ook omdat ik het niet vertrouwde – ik voelde me er claustrofobisch. Maar voorheen kwam ik er wel, met net genoeg plezier om het te blijven doen, en naar die tijd verlang ik terug.

Mij is in die jaren in de kleedkamer echter wel opgevallen dat het voor veel andere vrouwen nou niet bepaald een ‘uitlaatklep’ is. Eerder het verplichte nummer waar ze zich tegen heug en meug heenslepen omwille van het verbranden van wat calorieën. Omdat ze ‘moeten’ bewegen en dan in vredesnaam maar daar.

Dat geldt natuurlijk niet voor iedereen, en ik gun iedereen z’n lolletje. Ik had het mijne echter ook graag behouden.

En het gaat niet alleen om mijzelf. Ik heb al diverse geluiden gehoord van sporters die vanwege fysieke problemen alleen maar kunnen zwemmen. Voor hen is het nog veel erger. Net zoals er aan al die andere inconsistenties voor mensen zeer pijnlijke kanten zitten.

Laten we hopen dat het echt maar voor twee weken is.

 

Door |2020-11-04T15:31:36+01:004 november 2020|Zwem|0 Reacties

QOM voor Duitse, vrouwelijke Zoetemelk

Ik kreeg dinsdag bericht dat ik mijn QOM op Mallorca kwijt ben geraakt. Daar kan ik niet mee zitten – het is natuurlijk sowieso absurd dat ik als 54-jarige QOMs heb – vier zelfs (en, tot mijn verrassing want ik was me er niet van bewust: één CR, dus hardlopend, dat is helemaal absurd). Het zegt meer over hoe weinig vrouwen er fietsen, zeker op sommige plekken, zoals in het Rotterdamse havengebied, waar twee van mijn QOM’s staan.

En op een achterafweggetje op Mallorca dus. Op Mallorca wordt veel getraind door fietsers van hoog niveau, veel profs ook, maar kennelijk niet op dat weggetje. Zo stond die QOM er sinds 11 maart 2019.

Tot dinsdag. Mijn QOM is overgenomen door een dame van meer dan 30 jaar jonger uit een heus elite-team, al kende ik het niet: Multum.

Dus dat is helemaal prima.

Maar ik vond het helemáál prima toen ik haar achternaam zag: Süßemilch.

Laura Süßemilch. Ik ben benieuwd of we nog meer van haar gaan horen!

Door |2020-10-22T10:13:23+02:0022 oktober 2020|Fiets|1 Reactie

Zwemmen in de gedeeltelijke lockdown (2)

Nog wat vervolg-gedachten en -observaties na gister. Ik ben vandaag alweer wezen zwemmen namelijk. Dinsdag is zwemdag, al een tijdje, en vanwege de herfstvakantie kon ik overdag qua werk en vervalt vanavond mijn clubje

Dat ik pijlen volgend in een bezette kleedkamer terechtkwam, lag eraan dat ik een ‘illegale’ route volgde. Wist ik veel. Ik ging gewoon naar binnen zoals hiervoor – door de ingang namelijk (hoe verzin je het, hè). Maar je blijkt dus sinds vorige week via de (dichte) kantine en dan een achterdeurtje naar de zwemzaal te moeten lopen. Dat had gister en vrijdag niemand mij verteld.

Naar binnen ga je dus niet door de ingang, en zo zijn er wel meer omkeringen van normaal. In de douche hangt nog steeds het bordje ‘douchen verplicht’, terwijl dat niet meer mag. Ook een gekke: ik heb in januari nog een aanvaring gehad in Zwembad Overschie waarin een rol speelde: het niet mee mogen nemen van mijn tas naar de zwemzaal. Nu moet dat, c.q. kan het niet anders. Corona is echt de wereld op z’n kop.

Wat ik ook nog bedacht: niet mogen douchen maakt zwemmen duurder. Nu moet ik thuis gas en water gebruiken, en nog meer wassen ook. Immers, van me twee keer afdrogen worden twee handdoeken nat.

Maar ondertussen mag ik in mijn handjes knijpen dat ik kan zwemmen in Zwembad West. De meeste andere Rotterdamse zwembaden zijn nog steeds aan het nadenken over de logistiek van zwemmen in de gedeeltelijke lockdown. Zoiets had ik gehoord en gezien op de sites (reserveren onmogelijk), vandaag hoorde ik er ook over praten door het zwembadpersoneel. Ik snapte ineens de drukte van vandaag – nouja, druk, met 16 is het niet bepaald overlopen, maar bij de huidige restricties wel uitverkocht. Dat zijn veel ‘uitwijkers’ van andere zwembaden natuurlijk. Vandaar ook dat ik geen bekende gezichten zag.

Ik voelde ineens trots op m’n zwembad! Het prestigieuze Zwemcentrum en de sjieke Wilgenring hebben niet voor elkaar wat het Zwembad West in Spangen al dagen doet: zwemmen in de gedeeltelijke lockdown mogelijk maken. Merci!

 

Door |2020-10-20T18:26:24+02:0020 oktober 2020|Zwem|0 Reacties

Zwemmen in de gedeeltelijke lockdown

Ik vond het spannend, vorige week – hoe ging het verder met het zwemmen in de gedeeltelijke lockdown?

Het was eerst een tijdje onduidelijk. Dinsdagavond had ik meteen na de persconferentie mijn trainingsclubje en niemand kon beredeneren wat de consequenties waren van het mogen trainen in groepjes van 4 en binnen met 30 maar wel met 1,5 meter ertussen – ofzoiets. De trainers hadden de instructie gekregen ons te zeggen dat we ‘morgen’, woensdag dus, meer zouden horen.

Woensdag – geen nieuws. De reserveringspagina’s van de Rotterdamse zwembaden gingen offline omdat ze de boel nog moesten uitzoeken verder.

Spannend, hoor – het hing voor mij ook af van de randvoorwaarden. Ik trek een streep bij me niet mogen omkleden – ik ga niet in een nat badpak naar huis, zeker niet in deze tijd van het jaar. Een inhaalverbod maakt fatsoenlijk banenzwemmen ook onmogelijk – en beide restricties waren er in juni op sommige plekken geweest.

Zo werd het zwemmen een symbool voor wat ik nu steeds als frustrerend ervaar vanwege de terugkomende herhaling van zetten: de besmettingen stijgen, er worden maatregelen en een persconferentie aangekondigd, maatregelen lekken uit, daar wordt over gespeculeerd, dan heb je de persconferentie, daar zitten ook altijd ergerlijke dingen in, daarna dagenlang onzekerheid over wat het precies betekent, dan is het even rustig en dan begint het weer van voor af aan. Ik kan me in die cyclus moeilijk losmaken van het nieuws en ik vind het erg beklemmend steeds. Specifiek keek ik woensdag en donderdag ook nog tig keer op de sites van de zwembaden om te kijken of er al nieuws was.

Donderdag in de loop van de middag kwam er nieuws. Ik kreeg bericht dat mijn trainingsclubje doorgaat en dat we eigenlijk alleen verder uit elkaar aan de kant moeten hangen – maar dat valt wel mee, bij 2 of 3 zwemmers. Bij ‘mijn’ zwembad West kon ik ook weer reserveren, ook al waren de teksten op de website niet aangepast en stond er nog steeds dat je geduld moest hebben. Ik denk dat ik daar mazzel mee had, want voor het Zwemcentrum en de Wilgenring kan reserveren nog steeds niet.

Het eerste wat me opviel: De capaciteit bleek teruggebracht van 30 naar 16. Dat betekende dat ik op vrijdagochtend om 9 uur het laatste kaartje boekte voor lunchzwemmen die dag. Voor het weekend was het op vrijdagmiddag al allemaal uitverkocht. Dat is even slikken: dat moet ik dus echt in de gaten houden.

Maar eenmaal in het zwembad was het juist wel lekker. Het is maar een klein zwembad: vier banen. De vrijdag ervoor, met een capaciteit van 30, had ik het als druk ervaren. Dat zwemt sowieso niet fijn, maar ik ervaar drukte nu ook eerder als claustrofobisch dan onder normale omstandigheden.

Verder was er niets veranderd – ik kon lekker zwemmen. Het was ook niet zo, wat ik had verwacht, dat we met niet meer dan vier in één baan mochten – in de borstcrawlbaan waren we met vijf.

Van andere zwembaden heb ik begrepen dat ze met het oog op de 1,5 meter weer eenrichtingverkeer hebben ingevoerd, wat ook geen porem is. In Zwembad West zwemmen we gewoon heen en weer, en ook bij mijn trainingsgroepje mag dat straks.

Eenrichtingverkeer is er in Zwembad West alleen buiten het bad. Vrijdag volgde ik braaf de pijlen en belandde zo in een kleedkamer waar kinderen zich aan het omkleden waren. En ook om deze pijl moest ik lachen:

De tijdelijke uitgang zie je rechts achter op de foto…

Vandaag was ik nog een keer in Zwembad West, op het ongebruikelijke tijdstip van 11 uur, maar dat is deze week misschien meer door de herfstvakantie dan door corona – geen idee, het rooster voor na deze week is er nog niet (wéér een beetje spannend…).

Weer belandde ik in die kleedkamer met kinderen, of nouja, ik had het nu in de gaten, maar de pijlen stonden nog hetzelfde. Het zwemmen was onveranderd, maar helaas deden vandaag de douches het niet meer.

Die bui had ik al zien hangen. Ik moet zeggen: ik snap het niet. Of nouja, ik snap vooral niet dat er onder de huidige regels geen maatwerk mogelijk is . De gloednieuwe doucheruimte van het verbouwde Zwembad West is namelijk ruim en zo druk is het nu niet, dus douchen kan prima op 1,5 meter afstand van elkaar. En dat zou wel zo praktisch én hygiënisch zijn. Soms denk ik wel eens: we mogen wel allerlei andere dingen oplopen, zo lang het maar niet corona is.

Maar goed, we mogen wel zwemmen, en vooruit dan maar. Dan maar uit het zwembad eerst afdrogen en aankleden, naar huis en daar weer uitkleden, douchen en aankleden – en dan pas het strakke bekkie opheffen met een dosis dagcrème.

Buiten de zwemzaal word je verzocht een mondkapje te dragen. Ik kreeg vandaag van manlief een passende daarvoor:

Ondertussen heb ik vandaag wel opvallend lekker gezwommen. Ik deed een testje en zwom 400 meter in 7’40. Dat betekent dat ik – ondanks nog vrij weinig en wat rommelig trainen soms – bijna terug ben op het niveau van voor de lockdown. Toen zwom ik op m’n hardst ooit.

Als ik nou de komende maanden lekker door kan trainen, wie weet waar ik dan uitkom. Ik hoop dat het blijft mogen!

 

Door |2020-10-19T19:51:19+02:0019 oktober 2020|Zwem|0 Reacties

Troostfoto’s (2)

Ik vond de laatste dagen bijzonder corona-chagrijnig, en net als in april ben ik er zojuist op uitgetrokken om m’n hoofd op te ruimen (geslaagd) en daarbij foto’s te maken – troostfoto’s dus. Het is een ander seizoen, dus ik wandelend in plaats van op de fiets en het onderwerp van de foto’s is ook echt herfstig.

Ik had eerder al gezien dat het een opvallend mooi paddenstoelenjaar is. Vorige week maakte ik met een vriendin een ommetje bij Lage Vuursche:

Afgelopen zondag maakte Babet een foto van me terwijl ik vlak voor de start van de stiltewandeling een foto nam van paddenstoelen:

Maar die foto zelf werd eigenlijk helemaal niet zo bijzonder. Dat realiseerde ik me al toen we iets later aan het wandelen waren. Ik zag toen elders in Park Zestienhoven schitterende paddenstoelen in grote hoeveelheden.

Toen ik vandaag behoefte had aan een ommetje voor m’n hoofd, wist ik dus wat me te doen stond. Hier het resultaat:

Niet alleen op hout, maar ook gewoon in het gras: En de mafste:

Wandelen, wandelen wandelen… ja, en dat ben ik ook de komende tijd veel van plan. Lekker voor mijn hoofd, lekker lang buiten zijn. Verder ‘moet’ er niks. Door de nieuwste maatregelen is er een abrupt einde gekomen aan toch al zo korte wedstrijdseizoen: de tijdrit die nog voor komende zaterdag op het programma stond, gaat niet door. Prima om het even kalm aan te doen.

Voor daarna weet ik het nog even niet. Fietsen gaat in de onderhoudsstand. Op dit moment is nog onduidelijk wat de maatregelen betekenen voor het zwemmen in het algemeen en mijn trainingsclubje in het bijzonder. Op mijn hardloopplannen bezin ik me nog – ook daarvoor heeft het niet-doorgaan van wedstrijden en evenementen invloed. Wordt vervolgd.

Mijn leven was nog steeds karig en wordt voorlopig weer nog kariger. Ik kom daar wel uit,  ik weet sinds dit voorjaar ook: ik red het wel. Groot voordeel is bovendien dat mijn werk nu wél doorloopt, nouja, net niet helemaal, en het is allemaal vanuit huis – maar dat is toch veel beter dan dit voorjaar. Mijn coronachagrijn betrof veel meer de frustratie uit woede, machteloosheid en schaamte om het bredere plaatje van falend beleid enerzijds en a-sociaal gedrag anderzijds. Het is een zootje, en daar zitten we allemaal mee.

Dan ben ik bij met een prachtig paddenstoelenjaar. Nog eentje dan:

 

Door |2020-10-14T14:54:01+02:0014 oktober 2020|Fiets, Loop, Waarom, Zwem|0 Reacties

Coronagehannes

Nog even door over coronazaken. Ik heb het er hier al vaker over gehad dat er enkele absurde haken en ogen zitten aan de maatregelen, al langer, maar sinds de meest recente verstrenging helemaal. Vrijdag stond ik weer eens paf. Ik zou denken dat alles wat je in een zwembad doet, ‘sport’ is, en dus onder de uitzonderingen valt. Maar nee, dit trof ik aan op de Facebookpagina van mijn zwembad:
 
Recreatief zwemmen wordt gezien als vrije tijd & spelen. Dit valt dus niet onder sportbeoefening. Dit betekent dat bij deze activiteiten maximaal 30 personen mogen deelnemen. Dit betreft bijvoorbeeld Gezinszwemmen, Vrijzwemmen, Dames/Herenzwemmen en Moeder- en Kind zwemmen.
Baby- en peuter zwemmen wordt gezien als een doelgroep activiteit, hier gelden geen maximum aantallen.
 
Moeder- en kindzwemmen is recreatie, baby- en peuterzwemmen niet. Wie het begrijpt, mag het zeggen.
 
Voor mijn eigen banenzwemmen heeft het geen consequenties overigens, dat is ‘sport’, net als ‘aquasporten’. Niet dat er dan meer dan dertig in mogen – het is maar een klein zwembad. Dertig is dus ook de limiet. Als het er echt zo veel zouden zijn, zou dat zelfs zonder corona hinderlijk druk zijn – dat is bijna acht per baan. De hele tekst is dus eigenlijk overbodig, althans, voor dit zwembad.

 

En nu we het toch over de haken en ogen van het beleid hebben: de organisatie van de Branderszwemtocht wordt nogal aan het lijntje gehouden door de gemeente. Dat concludeer ik uit hun mails die de afgelopen tijd binnenkwam over de plotselinge annulering. Eerst schreven ze daarover:

Dit was niet onze keuze, helaas werd dit ons opgelegd door de Gemeente Schiedam.

Zoals eerder gecommuniceerd zouden we alle zwemmers na het gesprek met de gemeente informeren over de stand van zaken. Dit gesprek heeft nog niet plaatsgevonden en staat gepland voor komende week. 

Afgelopen woensdag volgde:

Door de aangescherpte maatregelen omtrent COVID-19 is onze evalutie minimaal 3 weken uitgesteld. Helaas wil de gemeente Schiedam geen digitale evaluatie en moeten we wachten op een nieuwe afspraak. Als we een nieuwe datum krijgen laten we dit natuurlijk z.s.m. weten.

Gaat lekker… 

Door |2020-10-11T18:54:53+02:0011 oktober 2020|Triathlon algemeen|2 Reacties
Ga naar de bovenkant