Vanochtend vertrokken Henk en ik welgemoed naar Schiedam, om 2,7 kilometer te gaan zwemmen bij de Branderszwemtocht. We hadden er zin in. Elk evenement in deze tijd is een welkome belevenis, de zon scheen, het water zou niet al te koud zijn en dit is elk jaar een leuke tocht met een prachtig parcours (zie vorig jaar).

Ik was zelfs bijzonder in mijn nopjes omdat het gelukt was om, na die karige maanden en alle afgelastingen, in september elk weekend een evenement te doen, en dat nog mooi verdeeld over de sporten ook: fietstoertocht, loopje, triathlon en zwemtocht. ‘En misschien zit het er nou wel weer op, gezien de corona-ontwikkelingen,’ zei ik nog. Er staat voor volgende week nog een triathlon op het programma, maar het zou me niets verbazen als die alsnog niet doorgaat.

Enfin, wij onderweg. We fietsten op het eind een stukje langs het parcours van de lange afstand, de zes kilometer, die eerder was gestart. We zagen de zwemmers langs de historische jeneverdistilleerderijen gaan – erg leuk.

Toen kwamen we bij de wegafzetting waar een vrouw de auto’s stond tegen te houden. En slecht nieuws voor ons had: de wedstrijd was zojuist verder afgelast.

Wat?

Uit wat er is gebeurd (zie ook Rijnmond), distilleer ik als verhaal dat de zwemmers van de 6 kilometer bij hun start, mogelijk onder invloed van slecht weer (er trok net een bui over), hebben staan dringen om het water in te komen. Op dat slechte weer had de organisatie misschien onvoldoende geanticipeerd – alles was buiten, met het oog op de zo belangrijke ventilatie. Ze hebben geprobeerd de deelnemers op te roepen tot het handhaven van de 1,5 meter, maar dat had weinig effect. Nadat de hele groep gestart was, heeft iemand van de gemeente gezegd: ho eens even, zo mag dat niet, de stekker moet eruit. De 6 kilometer mocht uitzwemmen, maar verder was het over en uit.

Tsja. Daar stonden we dan – met Marcel inmiddels ook. Van alle afgelastingen was dit wel de meest abrupte.

Ik had naast teleurstelling ook wel stoom uit mijn oren, moet ik zeggen. Drie kanten op: deelnemers (bedankt hoor, voor het geen afstand houden – en zwem vooral lekker verder), organisatie (niet anticiperen op slecht weer eind september is suf) en gemeente (vast bang voor reputatieschade als van de week in Tilburg).

Nouja, dat alles in afwachting van meer helderheid – de organisatie heeft vanavond gemaild dat ze zelf ook teleurgesteld zijn, gaan evalueren en ons dan nog nader gaan inlichten.

We zijn met z’n drietjes toen maar een stukje stroomopwaarts, namelijk achter ons huis, de Schie in gesprongen voor een iets kortere afstand. Lekker gezwommen, dat wel. Marcel en ik gingen eerst nog even samen op de foto – nee, je ziet niet dubbel, we hebben hetzelfde merk en type wetsuit:

Later realiseerde ik me dat dit in het klein een boel corona-maatregelen-ellende symboliseert:

  • Het is moeilijk voor mensen om zich aan de regels te houden. (Je ziet het op de foto hierboven trouwens ook: Marcel en ik staan ook niet op 1,5 meter, ik doe mijn best maar ben ook niet heel recht in de leer.)
  • De regels zijn soms moeilijk te begrijpen. Tijdens het sporten hoeft afstand houden niet, iedereen had een gezondheidscheck ingevuld, je temperatuur zou worden gemeten, buiten en bij kort contact loop je sowieso niet zo heel veel besmettingsrisico – en dan denk je: wat maakt dan dat moment vlak voor de start nog uit? Als je in de zeikregen staat te blauwbekken – een beetje begrip heb ik ook wel, toch, hoor.
  • De logistiek klopt niet altijd – ik ben al vaker in situaties geweest waarvan ik dacht: hier was dus duidelijk niet op geanticipeerd. Of andere onhandige dingen. Bij de vorige evenementen ging het trouwens wel goed, en ook deze zwemtocht wekte vooraf de indruk dat alles degelijk was georganiseerd.
  • Slecht weer maakt het allemaal nog veel moeilijker met die regels, het gedrag en de logistiek.
  • Onze bestuurders reageren inconsequent: het gaat van niks doen tot paniekreacties en ze lijken soms vooral bezig met hun eigen hachie. Ze weten het zelf ook niet, zo blijkt wel.
  • De goeden moeten onder de kwaden lijden – dat vond ik nog het allerzuurste. Kijk, hier in de verte zwemmen ze van de zes kilometer….