Jaararchieven: 2014

Terugblik: hoogte- en dieptepunten van 2014

Het is de dag van het jaar om terug te blikken, in dit geval op mijn sportjaar 2014. Het is niet echt een duidelijk hoogtepunt, maar toch belangrijk het afgelopen jaar: mijn beslissing om inderdaad te gaan trainen voor die ene hele triathlon in 2016. Ik had dat al eerder bedacht, en de beslissing afhankelijk gemaakt van mijn progressie in het afgelopen jaar: ik wilde met hardlopen en zwemmen een stap vooruit zetten, zonder in te leveren bij het fietsen, en dus in totaal een betere triatleet worden.

Dat laatste: niet inleveren bij het fietsen en dus een betere triatleet worden, dat is gelukt. Na al dat hardlopen in de winter hoefde ik mijn fiets maar te zien of de fietsvorm was er, en in de eerste de beste triathlon, die van Ter Aar in mei, verraste ik mezelf met een dik PR op de kwart triathlon: maar liefst 20 minuten sneller, hét hoogtepunt van het jaar. Ik was met lage verwachtingen gestart: mijn PR op de kwart stond nog niet bepaald scherp, maar ik was verkouden geweest en had pas op vrijdag besloten dat ik toch wel kon starten. In het gunstigste geval had ik verwacht 10 minuten sneller te kunnen zijn dan dat PR, en ik kon dus de klok niet geloven toen ik over de finish kwam.

Het was zo’n dag waarop op de fiets alles lukt: ik reed 40 km lang rond mijn omslagpunt zonder een centje pijn. En zonder mijn benen zo uit te putten dat ik daarna niet meer kon lopen, en ook dat ging goed. Verder was het ook een prachtige dag, zelfs de autorit naar Ter Aar was al mooi, met de zon die door nog wat mistflarden kwam. Later op de dag werd het zelfs echt warm, maar gelukkig was de start vroeg. De zwem- en fietsfoto’s bovenaan dit weblog zijn van die dag, en hier is om het compleet te maken dan een loopfoto (manlief was mee als fotograaf):

lopen ter aar
Later volbracht ik ook nog een 1/3 triathlon en verbeterde ik op de 1/8 ook mijn PR. Dus, die ervaringen gaven de doorslag om te zeggen: ik ga voor die hele. Ondanks dat die gewenste progressie bij lopen en zwemmen een beetje ‘mwah’ was. Ik had daar tijden aan verbonden: een halve marathon lopen onder de 2 uur en een kilometer zwemmen onder de 20 minuten. Dat eerste is gelukt, in februari, en onlangs nog een keer, maar met hangen en wurgen. Dat tweede is niet gelukt. Al bijna een heel jaar geleden, bij de eerste keer zwemmen in het nieuwe jaar, zwom ik 20’34” en daarna werd ik helaas alleen maar langzamer. Die stagnatie of zelfs achteruitgang bij het zwemmen is mijn grootste bron van frustratie op sportief gebied in 2014. .

Die 34 seconden waren voor mij echter geen aanleiding om niet voor die hele triathlon te gaan. Op zo’n hele maakt dat welgeteld twee minuten uit, op een omvang van waarschijnlijk meer dan 13 uur. En het zwemmen ging afgelopen jaar op een ander vlak juist heel goed: voor het eerst had ik de smaak van borstcrawlen in open water echt te pakken. Dat heeft toch ook een paar zomers geduurd.

Afgelopen seizoen leidde het zelfs tot een heus Heintje-Davids-effect. In de tweede helft van september begon ik witte vingers en tenen te krijgen van mijn retourtje Doenbrug (2,3 km zwemmen bij ons achter), en besloot ik oktober te willen halen en er dan op de eerste een punt achter te zetten. Dus op 1 oktober met lichte pijn in het hart nog een laatste keer en toen afscheid genomen van het open water. Twee dagen later stond ik al klaar om naar het zwembad te gaan toen ik dacht: het is prachtig weer en het kan niet veel kouder zijn dan eergisteren, dus ik ga lekker nóg een keer voor de laatste keer dit seizoen. En dat was fantastisch, en beslist ook één van de sportieve hoogtepunten van dit jaar. Het was een stralend zonnige, windstille en warme herfstdag – en zo had ik nóg een keer die pijn in mijn hart van het afscheid.

Op de valreep van 2014 lijkt er dan toch ook weer verbetering te zitten in mijn zwemmen, dus er is hoop voor 2015. Dat is dan het mooie zo aan het eind van het jaar, want met hardlopen was deze maand juist niet veel soeps. Terugblikkend concludeer ik dat het lastig is om op meer dan één front tegelijk vooruitgang te boeken, en dat er bij zwemmen en hardlopen bij mij niet altijd uitkomt waar ik voor train.

Op de fiets kwam er dit jaar eerder meer uit dan minder: ik was met heel weinig training goed. Het is duidelijk: ik ben en blijf in de eerste plaats fietser. Dus mag ik nog even? Met triathlon en prestaties qua tijd had het niets te maken, maar het fietsen van de Tour Arctic was beslist ook een hoogtepunt van afgelopen jaar. Als ik dan één dag moet kiezen, was het die waarop we, vers vanaf de veerboot van de Inside Passage van Alaska, over de White Pass gingen als mooiste dag. Het landschap was schitterend, het fietsen ging lekker en ik vond het bijzonder om in de voetsporen van de goudzoekers te treden. Hier ga ik:
whitepass
(Dat rare dingetje bovenop mijn helm is een lampje, dat hadden we net daarvoor nodig gehad en ik was vergeten het eraf te halen.)

Door |2014-12-31T12:39:10+01:0031 december 2014|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Zwemvierdaagse

Gelukkig ben ik qua verkoudheid weer voldoende uit de lappenmand om vandaag te starten met de zwemvierdaagse. Zwemvierdaagse? Ja, voor het eerst in jaren wordt die georganiseerd in mijn vaste zwembad. En voor mijzelf is het nóg langer geleden – ik herinner me vagelijk zoiets, uit de tijd van de lagere school. Ik heb nog gezocht of ik iets had van een diploma of certificaat daarvan, maar nee. Wel kwam ik bij die zoektocht mijn zwemdiploma tegen:

Zwemdiploma A (1973)

Toen ik de zwemvierdaagse aangekondigd zag staan in het zwembad, stond daar weliswaar bij dat het ‘voor alle leeftijden’ was (mét diploma, en dat heb ik dus), maar toch heb ik extra gevraagd of dat ook wel echt voor álle was, dus ook voor meisjes van 48. Maar ja, inderdaad, ook voor volwassenen. Toen leek het me wel heel leuk. Het kost geen drol, en bovendien zijn de zwembaden hier in de omgeving verder allemaal dicht en zwembad West zelf is ook alleen maar open voor die vierdaagse, dus dit is dé kans om in deze week toch nog te zwemmen.

En okee, je kon kiezen uit 10, 20 of 40 banen – zelfs 40 is nog weinig, maar prima, dat is per keer niet zo veel, maar vier keer in de week zwemmen doe ik dan weer nooit, en zo wordt het dan toch ook nog een beetje echt wat qua trainen. Plan werd om steeds non-stop door te zwemmen en dan al die baantjes keurig te zwemmen qua techniek.

Wel was ik bang dat het heel druk zou zijn, vooral vanwege de prijs. Het zwembad ligt niet bepaald in de beste buurt, en het is me al eens opgevallen dat bij het maandelijkse zwemmen op zaterdagochtend voor één euro het stervensdruk is met kinderen uit de omgeving. Dat vind ik altijd wel treurig, dat je kind voor één euro wel, maar voor drie euro niet kan gaan zwemmen, en een reden om dat eurozwemmen minstens elke week te doen.

Vanmiddag ben ik voor het eerst geweest. Tot mijn verrassing was het juist helemaal niet druk: de helft van de tijd had ik een baan voor mezelf alleen, en daarvoor zwom er één ander iemand in diezelfde baan (half zo snel als ik, ook wel komisch). Het waren bijna alleen maar volwassenen. Van anderen, bekende gezichten van het reguliere banenzwemmen, begreep ik dat het meteen om 1 uur wel druk geweest was.

Ik vond het wel leuk: lekker gezwommen, muziekje erbij, ander sfeertje dan anders, en ik was ook wel onder de indruk van het ontzéttend officiële bewijs van mijn eerste zelf getelde 40 baantjes:

Deelnemerskaart met kruisje

Op naar de vier kruisjes!

Door |2014-12-29T17:31:18+01:0029 december 2014|Zwem|0 Reacties

Lappenmand

Min-of-meer onvermijdelijk voor mij in deze tijd van het jaar en met alle virussen die rondgaan: ik ben snipverkouden. En misschien wel daarom heb ik ook nog steeds een zeer bovenbeen van de halve marathon van zondag, en misschien daarom ook die matige prestatie, twee dagen voordat het snotteren begon?

Dus helaas even niks-niet. Niet die 60 km lopen in één week, wat ik voor tussen kerst en oud&nieuw van plan was, in 5 keer 12 km, waar ik anders altijd maar drie keer per week loop. En ook niet vandaag mijn nieuwe fiets ophalen, want mijn hoofd is te wattebollerig om door de sneeuw naar Hilversum te rijden.

Bleh, maar goed, het had slechter uit kunnen komen, vooral qua werk. Met een beetje geluk ben ik met een paar dagen weer fit.

Door |2014-12-27T10:59:00+01:0027 december 2014|Fiets, Loop|0 Reacties

Junkies

Lees ik daar ineens twee boeken van junkies achter elkaar…. en eentje ervan gaat ook over triathlon, daarover straks meer.

Eerst over het andere boek. Dat is Christiane F. Mijn tweede leven. Ik wilde dat graag lezen, omdat Christiane F’s boek uit de tijd dat ze nog een Kind vom Bahnhof Zoo was diepe indruk op me heeft gemaakt. Toen ik het las, was ik 16. Christiane was op haar 14e al heroïnehoertje, en ik realiseerde me dat mij dat niet meer zou overkomen.

Ik leerde zo een les die me altijd is bijgebleven en die ik nog steeds ook wel vertel, met bronvermelding, want hij lijkt alleen maar relevanter te worden naarmate ik ouder word: we zijn geneigd het afsluiten van mogelijkheden door het ouder worden alleen maar negatief te interpreteren, als het verlies van kansen, maar het is ook positief: een verlies van risico’s.

Ik bedoel: ik zal nooit meer zo ver komen met sport als wanneer ik vroeger was begonnen, ik noem maar wat. Maar ik zal ook nooit meer zo diep zinken. Christiane is nog steeds maar ietsje ouder dan ik, en zij zit erop te wachten tot haar lever het definitief begeeft na al die jaren van drank en drugs. En zo zijn er op mijn leeftijd al heel wat meer mensen die bijvoorbeeld niet eens meer kunnen sporten omdat het leven zijn sporen heeft nagelaten. Ik ben dankbaar voor wat ik wel kan.

Nouja, dat inzicht dank ik dus aan Christiane F, en toen ik hoorde dat ze een vervolgboek had geschreven, wilde ik dat dus wel lezen. Zag ik het vrijdag ook nog voor een prikkie op de Lichtjesavond liggen… mooi!

Nouja, mooi… het is niks, vind ik. Jammer. Het is slecht geschreven (rommelig, hak-op-de-tak, weinig diepgang, herhalend, af en toe niet te volgen) en het is een onduidelijk jankverhaal over hoe alles misgaat in haar leven en dat komt onder andere door dat eerste boek. Had dan geen tweede geschreven, denk ik – terwijl ze van dat eerste rijk is geworden en haar verslaving voor de rest van haar leven heeft kunnen bekostigen. Vooral het einde, waarin ze paranoïde lijkt te zijn, is heel raar. Nou goed, gauw vergeten.

Ook het andere junkie-boek vond ik maar matigjes geschreven. Ook weer veel herhaling, vooral in de vele reflecties op ‘ojee wat was ik vroeger erg’. Toch kon het me wel meer boeien dan de volwassen Christiane F. Misschien heeft dat ermee te maken dat de levens van de twee auteurs zo verschillen: Christiane F heeft de drugs nooit achter zich kunnen laten. Shane Niemeyer lukt dat wel, en hij wordt vervolgens succesvol triatleet. Daarmee is het verhaal van The Hurt Artist. My journey from suicidal junkie to Ironman echter ook wel grotendeels verteld.

Na een zelfmoordpoging en afkicken verruilt Niemeyer de ene mateloosheid voor de andere, want hij gaat excessief sporten. Dat hij daar zo ver mee komt (deelname op Hawai, het summum voor triatleten en heel moeilijk om je voor te kwalificeren; zie hier) is een teken van zijn grote talent. Gelukkig leert hij ook wel een beetje beter met zichzelf omgaan, en zo eindigt dit boek dus juist hoopvol en ook ontroerend. Sowieso wist het me meer te raken dan de volwassen Christiane F.

Bij beide boeken speelt een vergelijking me parten: Christiane F met haar eerdere boek; The Hurt Artist met de twee geweldige triathlonboeken die ik kort ervoor gelezen had. En beide vallen dan dus tegen. Maar in een onderlinge vergelijking wint The Hurt Artist dan weer wel met vlag en wimpel.

Zo blijf ik dus bij mijn standpunt: over triathlon wordt mooi geschreven.

Door |2014-12-23T11:43:55+01:0023 december 2014|Boeken|0 Reacties

Hmm

Dat ‘Hmm’ in de titel is er niet eentje van jummie, lekker, maar meer van tsja, ik weet het even niet, dus een hmm waarbij je ook op je hoofd kan krabben. Dat is zoals ik me voel na mijn tweede halve marathon van het naseizoen, gisterochtend in Leiden.

Het was een leuke loop, een informele, kleinschalige, kneuterige en zelfs ietwat oubollige trimloop in Leiden over een aardig parcours, drie rondjes van 7 kilometer door Polderpark Cronesteijn. De start was om half 11 en toen woei het nog niet zo hard en bovendien zorgden de bosjes in het park voor wat beschutting.

De wind kan ik er dus niet echt de schuld van geven dat het slecht ging. Nouja, slecht… ik evenaarde zo ongeveer mijn PR van eerder dit jaar: 1uur58-nogwat (deze loop was net iets te kort eigenlijk). Dat was drie minuten sneller dan een paar weken geleden bij de A4Run. Maar toch was ik niet tevreden. Enerzijds was dat omdat ik denk dat ik harder zou moeten kunnen. Ik was weggegaan op 5’30 per kilometer, en dan zou ik op 1u56 uitgekomen. Dat lijkt me eigenlijk best reëel gezien hoe ik train en hoe ik een paar weken geleden 10 Engelse mijlen liep. Vooral de lange duurlopen gaan goed, beter dan ooit, dus dan zou er ook een betere halve marathon uit moeten rollen, ja toch?

Dat dat dan niet lukt, dat is op zich geen ramp en het gaat me ook niet om die paar minuutjes. Wat me meer dwars zit, is de manier waarop. Vanaf ongeveer halverwege al werd het per kilometer steeds zwaarder, en boven de 16 gingen mijn benen stevig pijn doen. De laatste twee kilometer heb ik meer gestrompeld dan hardgelopen, naar mijn idee, met veel pijn in linkerbovenbeen en rechterknie en trager dan op duurlooptempo. Ik heb vandaag ook nog fikse spierpijn – vooral de trap af is geen feest.

En dat bevalt me niet: ik doe geen duurtrainingen van twee uur om na een uur langzaam maar zeker af te branden. En mijn doel voor dit deel van het seizoen was om de halve marathon beter onder de knie te krijgen. Dat gevoel heb ik nu echter helemaal niet – beide halve marathons waren een worsteling.

Hoe komt dat toch? Die A4Run was een zware halve marathon, daar was iedereen het over eens. Gister kan ik zo’n omstandigheden-excuus niet bedenken. Ja, er was wind, maar om daar nou zo op leeg te lopen? En iets anders kan ik ook niet echt bedenken.

Vandaar: hmm. Ik weet het even niet. Morgen nog maar eens met de atletiek-trainer over hebben. En nóg maar een poging wagen binnenkort. Want misschien was het wel gewoon pech.

Door |2014-12-22T17:10:52+01:0022 december 2014|Loop|2 Reacties

Nog 7 nachtjes slapen

Gisteren kwam eindelijk het goede nieuws: mijn nieuwe fiets is geleverd! Aangezien dat in Hilversum en hij in details nog afgesteld moet worden, moest ik een afspraak maken om ‘m op te komen halen en die staat nu op volgende week zaterdag. Nog 7 nachtjes slapen, dan heb ik hem eindelijk!

Mooie gelegenheid nu om iets te laten zien van wat er aan vooraf is gegaan, namelijk de bike fit bij Tri-Run. Enerzijds is dat wat je je erbij voorstelt: op een pasfiets gaan zitten om te bepalen welke fietsen geschikt zijn en hoe ze dan afgesteld moeten worden. Bijzonder daaraan was wel dat dat bij Tri-Run behoorlijk geavanceerd gaat, met het Retül-systeem – het zag er zo uit:

bikefitting1

En dat gaat dan via die zwarte stippen op mijn gewrichten verder helemaal vanzelf en leidt tot data zoals deze:

gegevensbikefit

Aan de hand daarvan dus die nieuwe fiets, enfin, daarover vertelde ik eerder op dit blog.

Minstens net zo interessant was wat Jeroen van Tri-Run opmerkte aan mijn rechtervoet. Daar is hij/zijn we een hele poos mee bezig geweest tijdens die bikefit en dat verwachtte ik niet. Ik bedoel: je gaat voor een nieuwe fiets en het gaat vooral over één voet, da’s toch gek. Maar ook weer niet.

Ik vertelde hem namelijk dat ik al jaren bij het fietsen wel eens last krijg van mijn rug, en dat dat volgens mijn fysiotherapeut komt doordat ik dan een scheefstand in mijn S/I-gewricht heb. Zij zet dat dan weer recht en dat is het weer okee. Afgelopen jaar had ik voor het eerst het gevoel dat die rugpijn door het fietsen ontstond. Volgens Jeroen kon dat wel, en heeft het te maken met die rechtervoet, die iets scheef staat. Als ik zit en mijn voeten ontspannen bungelen, bungelt-ie rechts onder een grotere hoek met de voer dan links, zeg maar – iets wat overigens veel mensen hebben, en Jeroen zelf al helemaal, liet hij zien.

Maar als je dus die scheve voet via schoenplaatjes vastmaakt aan rechte pedalen die aan een stijve, rechte fiets vastzitten, en als je dan ook nog je kont op datzelfde rechte, stijve ding zet, dan kan die scheefheid ineens geen kant meer op. Sommige mensen krijgen dan zere knieën, ik ga met mijn bekken zitten wringen. Volgens Jeroen was dat zelfs zichtbaar. En ondertussen heb ik het er ook nog met mijn fysiotherapeut over gehad en die vond het een plausibel verhaal.

Nou, da’s al interessant, maar het ging nog verder: volgens Jeroen was het ook wel op te lossen. Ik heb nu een verhoginkje en een wig tussen mijn rechterschoen en het plaatje zitten, en dat voelde inderdaad op die pasfiets een stuk beter (voor een paar luttele eurootjes aan materiaaltjes).

Volgens Jeroen fietste ik bovendien op te slappe inlegzooltjes. Ik kon dat iets minder goed uitproberen, want met die zooltjes waren mijn schoenen ineens te krap. Maar het leek wel steviger en ook krachtiger te voelen. Mijn schoenen waren volgens hem sowieso te smal eigenlijk, dus er gaan ook nieuwe schoenen komen. Want ja, ik heb inderdaad heel brede voeten, en ja, ik ben ook heel lenig – van die dingen die ik al wist, maar altijd wel grappig om weer eens bevestigd te horen.

Zooltjes, wig en verhoging, andere schoenen – het is voor mij de moeite waard om komend seizoen mee te gaan experimenteren. Ik illustreerde zo even het ándere idee achter bikefitting aan den lijve: het gaat niet alleen om de maten, het gaat er óók om dat je een niet-symmetrisch lichaam aan een stijf, symmetrisch, recht ding koppelt.  Het lichaam gaat zich dan aanpassen, en dat kan tot problemen leiden. Nu heb ik dus tips gekregen om de dingen aan te passen, zodat mijn lijf dat niet hoeft te doen. Ik ben benieuwd hoe dat gaat uitpakken!

Door |2014-12-20T19:45:06+01:0020 december 2014|Fiets|0 Reacties

Zwemmen in Leuven

De afgelopen dagen was ik in Leuven voor een vak-conferentie. Het leek me leuk en lekker om na zo’n dag zitten en luisteren te gaan zwemmen. Vorige week googlede ik daarom op Leuvense zwembaden en toen moest ik lachen: het was alsof ik mijn Bed&Breadfast erop had uitgezocht! Dat was niet zo, maar zonder het te weten had ik de accommodatie het dichtst bij het zwembad uitgekozen. Hier een kaart van het centrum van Leuven met daarop mijn looproute:

Kaart Leuven met looproute

Nou bleek dit zelfs nog een omweg te zijn, er is een sluiproute en ik ontdekte ook nog hoe ik de stoplichten kon vermijden, dus ik liep het dik binnen de 7 minuten die Google Maps hiervoor geeft.

Want ik heb het vier keer gelopen: twee keer heen en weer. Ik ben twee keer wezen zwemmen, op de beide avonden. De eerste keer lang – het zwembad is onbeperkt open voor banenzwemmen, dus ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om eens langer dan een uur te zwemmen, iets wat in de zwembaden in mijn omgeving niet kan. De tweede dag voelde ik mijn armen dus nog, en heb ik het kort en rustig gehouden.

Ik vind het altijd erg leuk om elders te zwemmen, al is het alleen maar omdat altijd naar diezelfde tegeltjes op de bodem kijken saai is. En het is natuurlijk helemaal leuk als ‘elders’ in het buitenland is. Ik heb hier ook weer mijn ogen uitgekeken. Ik was één van de oudsten in het zwembad: Leuven is zeer luid en duidelijk een studentenstad. Het was druk, vooral woensdag, maar wel goed gedisciplineerd. Wat me opviel, was dat er steeds veel zwemmers langs de kant stonden, ook de snelleren. Van sommigen had ik de indruk dat ze meer stonden dan zwommen, zeg maar. Nouja, dat scheelde weer voor de drukte in de baan.

En wat me nog het allermeest opviel was de prijs. Ik betaalde € 6,60, waar ik in Nederland meestal tussen de € 3,50 en € 4 kwijt ben voor een los bad. Daarvoor was alles wel netjes verzorgd en schoon en in orde, en het was een groot bad (8 banen). Maar verder, op de openingstijden na, toch ook weer niet echt iets heel bijzonders. Zit er minder subsidie op zwemmen dan hier?

 

Door |2014-12-19T12:08:21+01:0019 december 2014|Zwem|0 Reacties

Buitenspelen voor volwassenen

Vandaag onder een lekker winterzonnetje heen en weer naar het zwembad gelopen. Vorige week zaterdag ook al in de zon een lange duurloop gedaan. Dat waren qua weer de beste dagen van de afgelopen twee weken, die ik verder best pittig vond: het is kennelijk weer even enorm wennen aan echte kou, na al die zachte maanden. Net boven nul met wind en regen, dat vind ik het ergste weer dat er is. Van de week ben ik zelfs een keer na een half uur uit bed gegaan om een kruik te maken: mijn voeten werden maar niet warm. Maar die twee zonnige hardloopmomenten verzoenen me dan weer met de winter.

Hardlopen is een heerlijke manier om zelfs bij winterse omstandigheden veel buiten te zijn. Door het trainen bij RA ben ik nu op dinsdag- en donderdagavond standaard urenlang buiten. Kom daar anders eens om, in november en december. Ja, natuurlijk, het kan altijd, maar zonder de stok achter de deur van het trainen zou ik toch aanzienlijk minder buiten komen, zeker in de winter. En fietsen is gevoeliger voor kou, wind en gladheid, en bovendien ga ik niet op de racefiets in het donker, dat is me te link.

Dus toen ik nog niet hardliep, kwam ik ’s winters minder buiten. Ik ging dan in de sportschool naar spinning, ook best leuk, maar er gaat toch echt niets boven buiten sporten. Ik vind veel buiten komen niet alleen lekker, het is volgens mij ook ontzettend goed voor mijn lijf. Niet voor niets voel ik me het best op fiets- of wandelvakanties, liefst met kamperen. Dat is non-stop buiten, heerlijk.

Maarja, zo’n vakantie is wat anders dan door de Nederlandse winter komen. Daarin maakt doelgericht trainen dus dat ik meer buiten kom dan ik anders zou doen. Dat klinkt eigenlijk helemaal niet zo speels, maar zo ervaar ik het toch wel. Zeker als ik net buiten kom, dan voel ik me wel eens zoals die koeien die na een lange winter weer de wei in mogen. Niet voor niets zit er in mijn inloopprogramma een stukje huppelen! Hardlopen, het is een soort buitenspelen voor volwassenen.

Het was trouwens eigenlijk de bedoeling geweest om vandaag 21,1 km buiten te spelen in de vorm van de halve marathon in Spijkenisse. Maar afgelopen dinsdag heb ik me verstapt, gewoon thuis op de trap, en daarbij mijn linkerknie bezeerd. Niks ernstigs, en het is alweer zo goed als okee, maar ik doe maar even voorzichtig. Vandaag op dat punt wel even getandenknarst, want de weersomstandigheden waren natuurlijk behoorlijk perfect. Zaterdag is er een halve marathon in Linschoten, volgende kans?

 

Door |2014-12-14T17:15:20+01:0014 december 2014|Loop, Waarom|0 Reacties

Zie me zwemmen

Ik postte woensdag over mijn Zwemanalyse-zwemles van die avond. Welnu, ik had mijn huiswerk goed gedaan (goed geoefend) en heb woensdag meteen ook weer een boel geleerd qua aanscherpen van mijn techniek. Dit is het laatste van vier filmpjes die woensdag van me gemaakt zijn: zwemfilmpje Louise 3 december. Ik kom daar links in beeld op de camera af gezwommen, zeg maar. Dat is technisch aardig, vooral rechts (links ‘zwabbert’ wat weg als mijn hand ter hoogte van mijn schouder is, en zeker beter dan vóór de eerste les op 22 oktober. Nou hier weer mee oefenen, vooral op druk houden of zelfs vergroten in het tweede gedeelte van mijn doorhaal.

Door |2014-12-09T17:17:54+01:009 december 2014|Zwem|0 Reacties

Seizoen krijgt al vorm

Gisteravond heb ik me aangemeld voor de halve triathlon van Bocholt. Dat kon vanaf 22 uur, maar dat lukte niet, want toen zaten we nog in het Oude Luxor bij NUHR. Om 22u35 logde ik in, en toen was de eerste afstand al vol, en waren er voor de halve nog maar ‘wenige Plätze’. Twee daarvan zijn naar manlief en mij gegaan. En nu, de volgende ochtend, is ook de halve vol. Van een wedstrijd in juni, hè?

Tsja, zo gaat dat dus, in triathlonland: je moet er als de kippen bij zijn om mee te kunnen doen aan je favoriete wedstrijden. De allerpopulairste, zoals de hele van Roth, zijn in een paar minuten uitverkocht. En dat voor niet weinig geld, en soms al een jaar van tevoren, dus dan begint de inschrijven de dag na de vorige editie. Er is ruimte op de markt voor veel meer, zou je dan denken. Ik vind het niet prettig, al is het natuurlijk wel leuk dat triathlon zo populair is.

Het betekent voor mij bijvoorbeeld ook dat ik al in de zomer moet beslissen welke hele triathlon ik in 2016 wil gaan doen. Nouja, voor Almere hoef je iets minder haast te maken, heb ik begrepen, maar voor een andere zal ik mijn best moeten doen om ertussen te komen.

Toen we toch bezig waren, hebben we ons ook maar ingeschreven voor de 111 van Bilzen. Die lijkt me leuk om te doen in de aanloop naar de halve, en hij heeft voor mij ideale verhoudingen, met extra fietsen. Ik hoop wel dat het zwemwater dan al een beetje op temperatuur is!

En zo krijgt mijn triathlonseizoen al aardig vorm.  Ik twijfel nog of ik in de tussenliggende weken nog iets zal doen, ofwel een tweede halve, ofwel juist een korte afstand. Maar daar kan ik dus niet te lang over twijfelen, anders is alles vol!

 

Door |2014-12-08T11:02:21+01:008 december 2014|Triathlon algemeen|0 Reacties
Ga naar de bovenkant