Vrouwensport

Schandalig sexistisch

Het is al lang geleden dat ik hier iets postte over de beeldvorming van vrouwen in de sport, vandaag vind ik het hoognodig.

Daarbij speelt een rol dat ik hier en daar al wat kritische geluiden heb vernomen over dat het kennelijk nogal voor de hand ligt voor velen om in deze uitzonderlijke situatie terug te vallen in stereotype verhoudingen tussen de sexen. Eén voorbeeld uit de sport was dat voor de UCI het vrouwenwielrennen er duidelijk maar bijbungelde voor de nieuwe kalender. Waakzaamheid is geboden.

Het gaat om een filmpje op de site van de NOS. Het is op zich een leuk filmpje: polsstokhoogspringer Vloon laat zien hoe hij in de tuin van zijn trainer een opstelling heeft om toch te kunnen springen.

Maar.

Vrouwen komen er drie keer in voor: twee keer zijn eigen, en één keer de buurvrouw.  Zijn eigen vrouw (althans, dat neem ik aan) zien we meteen aan het begin in beeld terwijl ze haar haar loopt te kammen. Kort daarna gaat het erover dat Vloon en zij ‘lang’ hebben moeten praten voordat ze hun intrek namen in het tuinhuisje van de trainer. Aan het eind gaat het erover dat Vloon zo hoog springt dat hij de ’topless zonnende buurvrouw’ zou kunnen zien, en of die geen bezwaar heeft tegen Vloons acties.

Daar komt bij dat in het filmpje alleen mannen actief zijn: naast Vloon zelf en zijn trainer zie je ook nog een jongetje springen.

Hoe krijg je het voor elkaar: de man als presteerder, de vrouw als op het uiterlijk gerichte zeurpiet die niets nuttigs te doen heeft en die mannelijke prestaties in de weg staat. En die je ook niet echt serieus hoeft te nemen, getuige Vloons gegrinnik als het gaat over het lange gesprek.

Het kan best zijn dat er op dit moment andere, belangrijkere dingen spelen. Maar dit blijft gewoon schandalig. Van de publieke omroep nogalliefst…

 

Door |2020-04-20T09:48:42+02:0020 april 2020|Vrouwensport|6 Reacties

Klein leed

Met een vorm van voortschrijdend inzicht ga ik er inmiddels van uit dat het hele triathlonseizoen geannuleerd gaat worden. Sportevenementen zullen, zo neem ik aan, als laatste weer genormaliseerd worden. Ik zie niet voor me hoe zoiets leuk of ook maar haalbaar kan zijn in de 1,5-meter-samenleving. Met wat ik zoal lees, zal ik blij zijn als we volgend jaar weer onbevangen kunnen triathlonnen.

Ik vind het superjammer van dit seizoen, maar ik kan er, zeker gezien de omstandigheden, mee leven. Er is voor mij zeer zeker een sportleven zónder wedstrijden.

Twee dingen hebben me echter wel een klein knauwtje van pijn gegeven toen ik me ervan bewust werd, beide overigens in de categorie ‘klein leed’:

  • Het was mijn laatste seizoen in de leeftijdscategorie 50-55; ik word in januari 55. Dat is helemaal niet erg, vooral ook niet omdat er vaak alleen maar onderscheid gemaakt wordt tussen boven en onder de 40, of dat 50+ tot 60 doorloopt. Het is vooral een gek besef: dat het er zomaar op zit.
  • Het zou mijn eerste ‘postmenopauzale’ seizoen worden, of althans: na jaren van hormonaal gerommel voel ik me nu al een hele tijd wonderbaarlijk stabiel, op een dagelijks opvliegertje en een enkele hartklopping na. Dat is sowieso heel lekker, en ik ben heel benieuwd wat die stabiliteit me op gaat leveren voor m’n sportprestaties. In januari en februari heb ik nog wat gesukkeld met een voetblessure, maar sinds die echt over is, gaat het eigenlijk heel lekker allemaal – mogelijk nu ook wat geholpen door de extra rust die de beperkingen opleggen en hier en daar wat stress die er in intensieve intervallen uit komt knallen. Het is wel jammer dat ik nu niet kan ervaren wat het me zou brengen, maar ik weet: als ik nu goed voor mezelf zorg, komt dat later wel weer.

En in de categorie klein leed nog iets anders: ik heb vandaag met een haarband gelopen, om m’n haar uit mijn ogen te houden als ik ga zweten. Dat is geen ramp, en ik was anders mogelijk ook nog niet naar de kapper gegaan. Maar het voelt toch anders dat dat niet eens kán.

 

Door |2020-04-12T16:33:51+02:0012 april 2020|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Dit boek verdient een remake

In 1967 was Kathrine Switzer de eerste vrouw die deelnam aan de marathon van Boston. Dat moet ik soms even tot me door laten dringen: dat nog tijdens mijn leven de eerste vrouwen gingen pionieren op dat gebied. Zo kort geleden nog maar! En ze kon niet eens officieel meedoen, dat duurde nog vijf jaar. Officials hebben haar zelfs nog van de weg proberen te halen.

Switzer bleef hardlopen, ook toen ze ouder werd, en ze schreef in 1998 een boek om andere vrouwen van boven de 40 met de sport kennis te laten maken: Running and Walking for Women over 40. The road to sanity and vanity.

Want dat is het wel, haar boek: een inleiding. Aan ervaren loopsters hoef je immers niet uit te leggen wat er zo fijn en zo goed is aan lopen – dat et een weg is naar sanity (gezond zijn, je goed voelen) en vanity (er slank en gezond uitzien) dus. Ze schrijft hoe je dat het beste aan kunt pakken, vanaf het begin tot het lopen van wedstrijden.

Ook al is het een beginnersboek, Switzer schrijft wel dingen die voor mij nieuw waren – die ik vagelijk aan de rand van mijn bewustzijn had, maar nog nooit ergens gelezen. Kern daarvan is dat lopen houvast kan geven in woelige tijden, zoals tijdens de overgang. Door te lopen ben je weer ‘in control’. Dat herken ik – zo werkte sporten voor mij ook in de lastigste jaren. Maar ik heb het nog nooit ergens gelezen.

Want ja, dit boek gaat dus ook over de overgang. Het is het enige sportboek dat ik ken dat het zo uitgebreid daarover heeft. De oplossing die het daarvoor biedt is echter helaas achterhaald: Switzer doet wel erg makkelijk over hormoonsuppletie. Ze doet ook simpeltjes alsof de overgang simpelweg ‘oestrogeentekort’ is, aan te vullen op doktersvoorschrift en door de farmaceutische industrie. Daar kun je sowieso kritisch op zijn, maar bovendien was in 1998 nog niet bekend dat hormoonsuppletie de kans op borstkanker vergroot, en had het in haar ogen dus alleen voordelen.

Het boek is sowieso verouderd, en dat is hartstikke jammer. Lopen is natuurlijk onverminderd goed en leuk, maar er staan bijvoorbeeld evenementen in en kleding en andere spullen en dat is na meer dan 20 jaar niet meer up-to-date natuurlijk. Het zou een ‘remake’ verdienen. De lay-out kan dan ook opgefrist, en mogelijk zou je nu ook net wat andere accenten leggen, en mogelijk ook iets minder juichend zijn over het gewéldige effect van lopen op de slanke lijn. 

Die remake verdient het omdat het een leuk boek is, met een boel praktische handvatten voor zowel beginnende als half-gevorderde loopsters.

Eén van de dingen die ik eruit oppik kwam uit wat onverwachte hoek: Switzer is niet bepaald dogmatisch over het dragen van een BH. Ik moest even grinniken als ze schrijft dat ze jarenlang had gehoord dat je een BH moest dragen, omdat anders je borsten ‘collapse and sag’. Niet alleen bij het hardlopen dus, hè, maar altijd.

Ik heb dat vroeger ook gehoord: als je geen BH draagt, gaan ze hangen. Terwijl ik altijd een hekel heb gehad aan het strakke gevoel van BH’s en ze alleen maar droeg – en draag – als het moest. Dat is wat Switzer ook zegt: ‘Whatever feels all right can’t be wrong’. Comfort op de eerste plaats.

Voor comfort draag ik een sport-BH bij hardlopen en spinning. En een gewone als ik netjes moet. Maar verder sport en leef ik liever zonder, met m’n cup A. En inmiddels kan ik echt wel stellen dat ze zeker niet ‘collapsed and sagged’ zijn.

Die bangmakerij noemt Switzer ‘puriteins’.  Ik denk dat dat inmiddels al heel feministisch gezien wordt, als je ziet hoe sexy én preuts jonge vrouwen tegenwoordig zijn.

Nou had Switzer trouwens nog geen beschikking over goede sport-BH’s – waar had ze die vandaan moeten halen, als vrouwen nog niet eens een marathon mogen lopen?

Gelukkig verbeteren sommige dingen wél. Nog steeds zijn vrouwen bij zware sportevenementen een kleine minderheid, en boven de 40 helemaal. Maar we mógen wel. Gelukkig maar.

 

Door |2020-02-25T20:16:14+01:0025 februari 2020|Loop, Vrouwensport|0 Reacties

Gaat het eens over oudere vrouwen en sport, ben ik het zeer oneens

In de NRC van 9 januari stond een interview met Isa Hoes. De kop viel me meteen al op: ‘Ik doe niet aan stress’ – huh, alsof je dat zelf in de hand hebt, en mij lijkt het maar een saai leven, maar goed. Ik heb me wel vaker verbaasd over uitlatingen van Hoes; het boek van haar en Medina Schuurman over de overgang vond ik bijvoorbeeld tenenkrommend vanwege de persoonlijke meningen en ervaringen die als algemene waarheid en feit werden gepresenteerd.

En jahoor, ook in dit interview staat weer een passage waarin ik het hartgrondig oneens ben. Hoe is het mogelijk – wordt er eens iets gezegd over oudere vrouwen en sport, is het van dat niveau. Dit is het citaat:

Als je ouder wordt, moet je bijvoorbeeld anders gaan sporten, dat weten veel vrouwen niet. Krachttraining is goed voor de ouder wordende vrouw, maar vijf keer per week trainen zorgt voor stress en dat willen we juist niet.

Nog een keer met de woorden waar ik over struikel vetgemaakt, en daaronder licht ik toe waarmee ik het oneens ben:

Als je ouder wordt, moet je bijvoorbeeld anders gaan sporten, dat weten veel vrouwen niet. Krachttraining is goed voor de ouder wordende vrouw, maar vijf keer per week trainen zorgt voor stress en dat willen we juist niet.

Moet – wat mij betreft ‘moet’ een ouder wordende vrouw helemaal niets, en zeker niet op sportgebied. En ‘moeten’, hoezo dan? In wat eraan vooraf gaat, schemert door dat het gaat om ‘mooi blijven’ – is dat dan voor vrouwen het grote doel, waarvoor sporten ‘moet’? Is dat niet wat betrekkelijk, boven de 50 nog steeds zo geobsedeerd zijn door je uiterlijk en het schoonheidsideaal? Ik zou toch altijd zeggen: het begint met wat je wilt, als ouder wordende vrouw.

Anders – hoezo zou ik ‘anders’ moeten gaan sporten, weet Isa Hoes wat ik doe? Of wat andere vrouwen doen? En waar ik of zij misschien veel plezier aan beleven – oud mee willen worden?

Weten veel vrouwen niet – en Isa Hoes heeft wel de wijsheid in pacht? Nogal badinerend tegenover haar sexe-genoten, vind ik. Als ouder worden nou één voordeel heeft, is het immers juist toenemende wijsheid.

Krachttraining – Ah, dus we ‘moeten’ naar de sportschool? En andere vormen van sport zijn dus niet goed? Om maar iets te noemen: drie keer in de week rustige duursport helpt bewezen tegen stress, somberheid en dergelijke. Lijkt me toch ook zeer de moeite waard. Inderdaad wordt ouderen aangeraden om hun spieren te onderhouden, maar dat hoeft niet in de sportschool (zware boodschappentassen tillen kan ook) en het geldt voor mannen net zo goed. Maar nog veel belangrijker lijkt mij: doe qua sport en beweging iets wat je leuk vindt. Alleen dan houd je het vol, en consistentie in sport/bewegen is dé sleutel tot gezond blijven.

Goed – sowieso een problematisch woord, want wat is de norm? Opnieuw: om ‘mooi’ te blijven? Ik zou trouwens niet goed weten wat je daarvoor moet doen. Eén voorbeeldje: ik weeg nog steeds hetzelfde als altijd en ik heb loeisterke buikspieren. Desalniettemin kan ik mijn strakste broeken en rokken niet meer aan: mijn taille is weg en ik heb meer buik dan vroeger – typische gevolgen van de hormonale veranderingen waardoor het vet op andere plekken gaat zitten. Ik zou niet weten hoe je dat weg kunt sporten. Maar is het niet mooi? Dan zeg je dus eigenlijk dat elke vrouw boven een bepaalde leeftijd ‘lelijk’ is. Ik vind dat niet, hoor.

Vijf keer per week – wat mij betreft een volstrekt willekeurig getal. Ik heb op dit moment in een ideale moment 8 trainingen per week, verdeeld over 6 dagen (ik maak combi’s, doe twee dingen op één dag, en/of laat wat vervallen). De stadsfiets, goed voor 3-6 uur per week, reken ik dan niet mee. Te veel? Welnee, het zijn relatief korte trainingen op dit moment en met mijn trainingservaring is het prima te doen, alleen de planning is soms lastig. Als ik zie hoe sommige oudere vrouwen er alle kantjes van aflopen in de sportschool – dat kan enerzijds best zeven dagen in de week, maar anderzijds kun je het bijna net zo goed laten. Als je je tegen heug en meug naar de sportschool sleept als zijnde een ‘gevangenis’ (zoals ik eens een paar vrouwen in de kleedkamer hoorde zeggen), vind ik één keer per week eigenlijk al te veel. Als je, zoals veel bodybuilders, per training een andere spiergroep pakt, is vijf keer ook niet zo veel. Kortom: het hangt er maar vanaf. Goed of fout sporten zit niet in uren of aantallen trainingen. Wel in wat je doet en hoe je daar tegenover staat.

Trainen – In het verlengde van het vorige punt, want ja, wat is trainen dan? Jezelf naar de sportschool slepen? En zoja, voor een uurtje yoga of er anderhalf uur lang kogelhard tegenaan met gewichten? Of, zeg, een 6 uur durende fiets-duurtraining, zoals ik graag doe? Echt intensief trainen, hoeveel oudere vrouwen kunnen dat? Met andere woorden: ’trainen’ is een vaag begrip.

Stress – Over vage begrippen gesproken… Ja, trainen zorgt voor stress, dat is het hele idee ervan, want als gevolg van die stressprikkel verbetert je lichaam. Als onze lichamen voor één ding gemaakt zijn, is het wel daarvoor: de stress (adrenaline) van sport verwerken en er mooie dingen mee doen. Mits het trainen in balans is met rust en herstel. Dus stress? Ja graag! Mits goed in balans. Stress+rest=growth, om het in de woorden van Peak Performance uit te drukken. Zonder stress geen groei, geen effect van je sporten ook.

We – Ik zou zeggen: praat voor jezelf, Isa. Ik wil wél stress. Zie het vorige punt, en helemaal bovenaan: zonder stress word je leven saai en groei je niet meer. Ik wil niet langdurig te veel stress of te weinig rust – maar dat is iets anders.

***

Door stress alleen negatief te gebruiken en te koppelen aan sport boezem je vrouwen angst in. Die angsten zie ik terug bijvoorbeeld op overgangsforums, waar vrouwen beweren dat je in de overgang niet ‘mag’ sporten want sporten = stress en stress ‘moet’ je vermijden. Dat is gewoon onzin. Mogelijk is het wel stressvol om tegen heug en meug te proberen er jonger uit te zien dan je bent. Maar dat is een ander verhaal…

Door |2020-02-03T15:39:29+01:003 februari 2020|Vrouwensport|0 Reacties

Uitnodiging: Door de overgang fietsen (workshop)

Voor alle vrouwen met interesse in de overgang organiseren wij op 13 maart (nieuwe datum!) een workshop ‘Door de overgang fietsen’. Fietsen? Ja, daar bedoelen we twee dingen mee:


Letterlijk: De workshop gaat over sport en beweging, voeding en veel meer – allemaal gerelateerd aan de veranderende hormonen.
Als het over het thema sport gaat, gaat het zeker (even) ook over fietsen. Al is het alleen maar omdat één van ons, Louise, in de overgang 5000 kilometer door Nieuw-Zeeland en Australië fietste. In die dikke 3 maanden was ze vijf keer ongesteld en kreeg ze hartkloppingen – maar ze had wel een fantastische tijd!

Figuurlijk: Voor veel vrouwen is de overgang een lastige periode, met klachten op lichamelijk en/of geestelijk gebied. Hoe ‘fiets’ je daar zo goed mogelijk doorheen? We hopen je informatie aan te reiken en samen aan het denken en aan de slag te gaan. Geen onderwerp is daarbij taboe.


Voor wie? Elke vrouw met interesse in de overgang is welkom, ongeacht je leeftijd, en of je er wel of niet in zit. Je kunt zeker ook meedoen als je de menopauze al achter de rug hebt – wie weet wat we hebben aan jouw ervaringen. Maar kom ook als je er nog geen ervaring mee hebt. Eén van ons, Babet, is zelf nog een groentje op overgangsgebied, maar dat houdt haar niet tegen om er nu al mee bezig te zijn.

Interesse? Meld je aan bij mij (Sportkunstenaar, trainingsbegeleiding
en sportadvies) of bij mede-organisator Babet (Eigen Kracht, leefstijlcoach en -trainer).

Wanneer: donderdag 20 februari van 19.00 uur tot 21.00 uur, inloop vanaf 18.45 uur.
Waar: Groen Wellness massagepraktijk aan de Burgemeester Baumanlaan 110A, Rotterdam (Overschie)
Kosten: € 5,- per persoon, contant te betalen bij binnenkomst.

Door |2020-01-18T13:44:11+01:0018 januari 2020|Trainer, Vrouwensport|0 Reacties

We have to harmonize mind, body and soul

Afgelopen donderdag was de workshop ‘Sterk verhaal over ouder worden‘, die ik gaf samen met Babet. Er waren zeven deelnemers, wat precies mooi is in die ruimte. Kijk de deelnemers eens vlijtig aan de slag met één van de opdrachten:

Nu de workshop erop zit, kan ik hier ook wel een belangrijke inspiatiebron ervoor in het zonnetje zetten: Sister Madonna Buder, ook wel de Iron Nun genoemd. Zij is 89, is op haar 48e begonnen met hardlopen, en heet ondertussen 390 triathlons volbracht, waaronder een heleboel hele. Daarbij was ze regelmatig de oudste ooit, en heeft ze leeftijdscategorieën ‘geopend’. Bovendien heeft ze gaandeweg een boel wereld- en parcoursrecords voor haar leeftijdscategorie gevestigd, en is ze meervoudig wereldkampioen.

Ze inspireert talloze andere sporters, als vrouw, als oudere, als religieuze. Mij ook. Ik las onlangs haar autobiografie, maar ik vind het nog gaver om haar in actie te zien. Ik vind het alleen al superstoer om te zien hoe ze op een triathlonfiets rondrijdt. Dat vind ik, meer dan 30 jaar jonger, soms al op z’n minst ‘afwijkend’ – bij een 50+-vrouw denken mensen al eerder aan een e-bike. Laat staan bij 80+. Maar ze doet het!

Ik heb donderdag twee filmpjes van haar laten zien. In het eerste zegt ze (na 1 minuut) dat het wel degelijk ‘discouraging’ is om langzamer te worden, dat het discipline kost en een gevecht is om te blijven doen wat ze doet, en dat ze zich wel eens afvraagt waarom ze ermee doorgaat. Die vraag beantwoordt ze in het tweede prachtig (na 30 seconden):

No matter who we are….

We need to exercise

We have to harmonize mind, body and soul.

Het waarom van veel sporten heb ik nooit kernachtiger uitgedrukt gezien. Daarom neem ik ze mee. En gaf ik ze mee aan de deelnemers van afgelopen donderdag.

 

Door |2019-12-02T17:32:45+01:002 december 2019|Fiets, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

De spagaat

Afgelopen zaterdag leverde ik een van mijn beste sportprestaties ooit. Ik was daar naartoe gepiekt met toegewijd trainen en ik voelde me dan ook topfit. Fitter dan in heel lang zelfs, of liever gezegd: stabieler fit dan in heel lang.  

Woensdag zat ik bij de…. cardioloog. Die me geruststelde – inderdaad heb ik, zoals ik al dacht, de afgelopen zes weken meer last gehad van panikerende artsen dan van m’n hart zelf.

Wat is er gebeurd? Welnu, ik had hier vorig jaar al eens geschreven dat ik af en toe last had van hartkloppingen. Of nouja, last… ik merkte hartkloppingen op, last had ik er nauwelijks van. De huisarts had toen onder andere gezegd: als je ze nou een keer hebt, kom dan even langs om een ECG te laten maken, dan weten we meer.

Prompt had ik ze daarna tien maanden niet meer, en daarna een paar keer alleen maar midden in de nacht. Ik had ondertussen geleerd hoe ik m’n hart weer rustig kon krijgen, dus dan deed ik dat en sliep ik gewoon weer verder. Soms was me omdraaien in bed, hoesten of wat drinken al genoeg, en als het moest, ging ik uit bed, liep ik een paar rondjes door de huiskamer, deed wat burpees en jumping jacks en zodra ik dan ging hijgen, was het over. Dat was wel eens vervelend natuurlijk, om 3 uur ’s nachts lig ik liever in bed dan dat ik door de woonkamer hups, maar dat was dan ook alles.

Tot de ochtend van 9 augustus. Toen werd ik met die hartkloppingen wakker en dacht ik: nu is de kans voor dat ECG. Zo gezegd, zo gedaan. Moest ik nog voorzichtig naar de huisarts toe schuifelen ook, want het stopt dus als mijn hartslag oploopt. Maar het lukte, en inderdaad was er op dat ECG iets te zien: boezemfibrilleren.

Achteraf gezien leek het wel alsof op dat moment alle alarmbellen gingen rinkelen. Ik vat het kort samen: later op de ochtend had ik de Eerste Harthulp aan de lijn die me sommeerde onmiddellijk te komen, dat heb ik geweigerd (ik zat met een heel rustige hartslag te werken), toen ‘moest’ ik terug naar de huisarts, die schreef bloedverdunners en bètablokkers voor en zei nog een paar andere alarmerende dingen.

Ik snapte er niks van. Eerst leek er niet zo veel aan de hand, ik had ook eigenlijk afgerond nergens last van, ik voelde me hartstikke fit – vanwaar die paniek? Mijn huisarts ging ook nog net op vakantie, dus daar kon ik niet terecht met mijn vragen.

Ik in spagaat, in finishersshirt Challenge Almere TriTogetherDe week erna heb ik urenlang gegoogled, ik ben bij de apotheek gaan praten (omdat in de bijsluiter van de bloedverdunners stond dat ze voorgeschreven worden bij boezemfibrilleren ‘plus een andere risicofactor’ – van die andere factor was ik me niet bewust), ik heb gebeld met de Infolijn van de Hartstichting en ik heb gepraat met een aantal ervaringsdeskundigen.

Langzaam-maar-zeker werd me helder dat ik inderdaad boezemfibrilleren heb, maar dan wel in een zeer lichte vorm: ik heb het maar heel sporadisch, mijn hartslag blijft binnen de perken, ik kan het zelf stoppen en ik voel me er niet slecht bij. Ik was blij dat ik de bètablokkers meteen had geweigerd, omdat mijn hartslag 99 % van de tijd rustig en laag is – in rust onder de 50. En fatsoenlijk sporten is er moeilijk mee (zie hier). Met de bloedverdunners ben ik op eigen houtje gestopt – ik was er niet van overtuigd dat het nodig was, en ik wilde niet leeglopen als ik bij al dat fietsen eens een keer op mijn oren zou gaan.

Ondertussen had ik dat boezemfibrilleren niet meer. Wel is mijn hart ’s nachts vaak onrustig, nu meer met overslagen – nog onschuldiger dan boezemfibrilleren, hooguit vervelend. Volgens mij zijn het de jongste overgangsgrillen. Want die hartkloppingen heb ik steeds in dezelfde periode als opvliegers, en dat valt ook samen met het wegblijven van m’n cyclus. Ik ben nu dik drie maanden niet ongesteld geweest, een record, en ik moet zeggen: op de hartkloppingen na is dat een verademing.

Volgens de cardioloog, waar ik woensdag dus eindelijk mee sprak, kan het wel zo zijn dat mijn hart door het vele sporten gevoeliger is voor boezemfibrilleren. Duursporters hebben het relatief vaak, zelfs een paar beroemde, waaronder Robert Gesink, al is de relatie niet eenduidig (zie bijvoorbeeld hier). Ik ben benieuwd, ik krijg nog een echo van mijn hart, en daar is dat misschien uit af te leiden.

Verder: geen medicijnen, ik kan en mag alles, niks om me zorgen over te maken – wat ik nooit heel erg gedaan heb, want ik bleef ervan overtuigd dat mijn hart het goed deed – of mijn leven of sporten aan aan te passen. Volgens de cardioloog kan ik er gewoon honderd mee worden. En als het door de overgang komt, gaat het vast wel weer voorbij, denk ik zelf.

Met de huisarts heb ik het inmiddels uitgepraat – er zijn inderdaad die vrijdag in augustus wat dingen fout gegaan. Dat kan gebeuren natuurlijk.

Ik heb de afgelopen weken veel geleerd. Maar dat heeft me dus wel veel tijd en stress gekost. Precies in dezelfde weken als dat ik eerst topvorm aan het kweken was en later een superprestatie leverde. Dat was een heel gekke spagaat.

 

Door |2019-09-20T16:52:02+02:0020 september 2019|Triathlon algemeen, Vrouwensport|3 Reacties

En dan: winnen!

Schrijf ik hier zaterdag een blogpost over dat begrenzen, genieten en accepteren van elke prestatie veel belangrijker zijn bij het sporten dan presteren, en wat doe ik dan de dag erna?

Winnen.

Ik heb gisteren de 50+-vrouwen-categorie gewonnen van de 1/8e triathlon Hoeksche Waard (voorheen Binnenmaas)! Althans, zo leek het, maar daarover verderop meer.

En ja, dat is leuk. Ik heb vaker m’n leeftijdscategorie gewonnen, maar nog niet eerder van zo veel vrouwen (20) en mét prijsuitreiking.

En dat terwijl het eigenlijk helemaal niet heel goed ging. Zwemmen ging eigenlijk zelfs gewoon belabberd. Achteraf hoorde ik van zo’n beetje iedereen hetzelfde verhaal: het was een partij vrij worstelen. Ik ben halverwege de heenweg maar om de meute heen gaan zwemmen, daarna ging het beter. Maar bijna 14 minuten – zo langzaam ben ik nog nooit geweest op die afstand, volgens mij, zelfs niet bij mijn triathlondebuut, in hetzelfde water, in 2011. Lopen ging dan weer wel okee en steeds lekkerder, ondanks dat ik veel had gegeven bij het fietsen.

Het maakte me allemaal niet zo veel uit: met het oog op de 180 kilometer tijdrit in Almere over twee weken wilde ik maar één ding: hard fietsen. En dat ging wel goed. (Nouja, ik had eerlijk gezegd nog op een iets hoger vermogen gehoopt – de lagere trainingszones, die ik in Almere nodig ga hebben, hebben duidelijk meer progressie geboekt dan de hogere. Dat is hoe ik het wil en waar ik voor getraind heb, dus dat is okee. Afgezien van gister ben ik daar zelfs superblij mee, met hoe m’n training aan het uitpakken is. Maar daarover later meer.)

Eén ding? Nee, ik wilde twee dingen: hard fietsen en lol hebben. Dat tweede is ook gelukt, op dat eerste stuk zwemmen na. Ik heb lekker gesport, daar was het prima weer voor, de Hoeksche Waard lag onder een fraaie wolken-en-zonlucht. Daarna was ik vrijwilliger-parcourswachter tijdens het fietsen op de kwart afstand, en daarna supporter en fotograaf langs het loopparcours van manlief en een hoop andere bekenden, onder andere van het Triathlonforum. Hier loopt Henk voorbij:

Altijd gezellig bij deze ‘moeder aller triathlons’ die voor ons voelt als een thuiswedstrijd (zie eerdere verslagen). Die een andere naam heeft, voor het eerst op zondag was, een prachtig parc fermé heeft gekregen (kunstgras hockeyveld) en gelukkig minder tumultueus verliep dan vorig jaar.

Ik heb bovendien genoten van de prestaties van anderen. Van Nicole, die een vlekje (nare zwem-DNF) van een paar jaar geleden wegpoetste door nu wél prima te finishen.Hier staan we samen te glunderen:

Van die boel bekenden. En van manlief, die tot zijn verrassing tweede werd bij de H60+.

Dus we gingen met twee trofeeën naar huis:

Ik weet hoe relatief het is. De winnares van de 60+-categorie was een stuk sneller dan ik!

Er zijn ook heus een boel snellere 50+-vrouwen. Gister misschien zelfs wel. De uitslagen waren namelijk een zootje en werden vanmiddag nog gecorrigeerd. Als de nieuwe versie klopt, was ik maar derde. Dat vind ik zelf een beetje katerig, en ook lullig tegenover die andere twee vrouwen. Maar geen idee wat er nou wel echt klopt.

Voor de rest, en hoe dan ook: 1e, 3e, wat maakt het uit; het gaat er niet om.

Gaan doet het veel meer om die glunderende koppies op de foto’s hierboven!

 

Door |2019-09-02T17:26:04+02:002 september 2019|Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties
Ga naar de bovenkant