Triathlon algemeen

Mijn collectie afstanden uitgebreid tot 11

Vanochtend heb ik bij de Vrouwentriathlon de 1/16e aan mijn collectie verschillende triathlon-afstanden toegevoegd. Die bestaat nu uit 11 stuks:

Mede op basis van deze collectie heb ik voor volgend jaar inmiddels een echte halve als één van mijn doelen, mogelijk de nieuwe Ironman 70.3 in Noord-Holland en/of de – ook nieuwe – halve op de Brouwersdam. In Stein is nog een 1-60-10, dat is misschien ook wel eens leuk en dat zou afstand nummer 12 zijn in mijn verzameling. 

De 1/16e vanochtend ging trouwens erg goed. De Vrouwentriathlon blijft een geweldig evenement, en voor het eerst dit jaar was ik helemaal op dreef met een hartslag op de fiets ver boven mijn omslagpunt en eindelijk echt tempo in mijn lopen. Het water was alleen wel wat frisjes: 18 graden, zonder wetsuit, want dat kost te veel tijd om uit te trekken – ik ben toch al zo’n slome wisselaar, dat blijkt wel uit de resultaten. Nu ik op minimalistische hardloopschoentjes loop (ik ben daar inmiddels succesvol op overgestapt en het bevat tot nu toe prima, al blijft het experimenteel), is mijn tweede wissel er niet op vooruit gegaan, want ik sta daar behoorlijk mee te pielen, compleet met schoenlepel. Dat heb ik er overigens tot nu toe nog graag voor over, maar ik ga wel kijken of het beter kan.

Nou goed, ik had mezelf wel afgehard in zwemmen onder frisse omstandigheden, en eenmaal op gang ging het ook wel. Het ziet er sloom uit in de resultaten, maar ik heb zelf  350 meter geklokt en de mat lag een stuk op het land.

Over de resultaten: ik werd 10e overall (van 60), 2e bij de D40+ (van 32, er was geen aparte D50+-ranking) en ik had ook de 2e fietstijd overall. Ik ‘scoor’ lekker dit seizoen, manlief en ik hadden ons in Herkingen zelfs allebei geplaatst voor het EK voor ‘age groupers’, hahaha! Niet dat we dat gaan doen, maar het is wel grappig natuurlijk – en ik blijf zeggen: heel relatief.

Vooralsnog ben ik vooral blij dat ik m’n slome vakantiefietsbenen heb weten om te turnen in snelle fietsbenen, en dat drie maanden na van nul af aan terug gaan opbouwen met lopen daar ook weer muziek in zit! 

Door |2018-06-24T17:28:56+02:0024 juni 2018|Triathlon algemeen|0 Reacties

Zoek de verschillen

Een dikke maand geleden postte ik hier over mijn rouw om mijn vakantiefiets. Vandaag deed ik een soort oefening ‘zoek de verschillen’: de fiets is bij Snel omgebouwd naar een nieuw frame, met een combi van oude en nieuwe onderdelen. Ik herkende hem meteen als mijn fiets:

Oude-nieuwe fietsHet frame is anders van kleur en ietsje anders van vorm, een aantal onderdelen is vervangen wat gewoon onderhoud is (ketting en cassette bijvoorbeeld) of waarvoor ombouwen onmogelijk was (geen onderdelen  meer voor leverbaar bijvoorbeeld – die zijn dertien jaar oud) en twee dingen zijn structurele verbeteringen: de standaard zit verder naar achter en de cranks zijn korter. Die laatste aanpassing is hetzelfde als wat ik met mijn triathlon- en racefiets heb gedaan, ter blessurepreventie. 

Hij rijdt ook ongeveer even lekker, al ging het vandaag nog maar om kleine stukjes en moet het zadel nog wat hoger. een dezer dagen een grondiger proef op de som. Ik ben in elk geval bij dat ik hier weer mee vooruit kan!

Ik  weet alleen niet precies hoe ik ‘m moet noemen. Het is niet echt een nieuwe fiets, maar het is ook de oude niet meer. Mijn oude-nieuwe fiets?  

 

 

Door |2018-06-14T16:23:42+02:0014 juni 2018|Triathlon algemeen|0 Reacties

PR en winst – met relativering

Gister bij Triathlon010 een mooi resultaat behaald: een PR op de sprint (750 meter zwemmen, 20 kilometer fietsen, nouja, het was 21, 5 kilometer lopen), 1u30’11, en ik was de snelste in de D50+-categorie. In de uitslagen per categorie zie je dat niet, want daar staat iedereen van 40+ op één hoop. Wel leuk om daarin de 2e fietstijd te hebben (10e eindtijd). In de overall uitslagen onderscheiden ze wel 50+, en daarvan ben ik de eerste vrouw. 

Het is wel op twee manieren relatief:

  • Ik kan nog een stuk beter, want het is nog steeds geen scherpe tijd ten opzichte van mijn PR op de 1/8e. Vooral mijn lopen is nog totaal niet op dreef. Het viel eigenlijk zelfs tegen ten opzichte van vorige week, misschien had ik iets te veel gegeven op de fiets. Zwemmen voelde ook wat zwaar, al had ik wel ruimte. Fietsen ging goed, al kan dat ook nog net wat sneller, want in de derde ronde van vier vielen m’n slokken sportdrank niet helemaal lekker, toen moest er even wat gas af. Wisselen kan vast ook nog wel sneller, maar daar ben ik nooit zo mee bezig. De grote mogelijke winst zit hem in het lopen, maarja, dat doe ik pas weer 2,5 maand en ik ben blij dat ik zonder problemen 5 kilometer kan lopen.
  • Het is sowieso een gemoedelijke breedte-triathlon (erg leuk altijd!), D50+ is geen heel competitieve categorie (er zijn niet zo heel veel oude vrouwen die dit doen), en die werd dan ook nog eens ‘afgeroomd’ doordat er in dat weekend ook twee NK’s waren en later op de dag nog een kwart. Veel sterkere atleten startten dus elders. 

Desalniettemin: erg leuk! Ik hoorde dat ik tot dan toe de snelste D50+ was toen ik finishte, in de tweede van vijf startseries. Ik was benieuwd, en ik ben dus de snelste gebleven!

 

Door |2018-06-04T09:21:15+02:004 juni 2018|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Foto’s TriathlonGO

Bij de Triathlon in Herkingen zijn zaterdag twee bijzondere foto’s gemaakt. De eerste is een zeldzame: manlief en ik tegelijk in actie:

Hij was 5 minuten na mij gestart en haalde mij, zoals verwacht, aan het eind van het lopen in. We zijn uiteindelijk zelfs samen gefinisht. 

De tweede is de eerste foto in m’n nieuwe wetsuit, net uit het water en onder de douche doorlopend om het zout van de Grevelingen af te spoelen:

(Ik ben bijna geneigd om m’n hoofd van die foto af te knippen – oef! Maar ik voelde me toen best prima, hoor!)

Met dank aan de twee fotografen, hun sites vind je door op de foto te klikken.

Door |2018-06-01T09:23:09+02:001 juni 2018|Loop, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Snelkookpan

De huidige periode doet me denken aan de periode na de Ironman, met z’n turbulentie waar ik in een terugblik over schreef. Kennelijk gaat dat zo, bij mij: ook nu zat er iets groots op (de Down-Underreis) en spettert en knalt er van alles uit. De afgelopen weken heb ik bijvoorbeeld ervaren als leer-snelkookpan. De volgende ingrediënten zijn die pan in gegaan:

  • Het meest ‘formele’ leren was de cursus Trainingsleer voor Gevorderden van NL Coach, met docent Henk Kraaijenhof. Certificaat voor deelnameHet was leuk en interessant! Ik heb er een boel van geleerd, te veel om even op te sommen of samen te vatten hier. Er waren ook dingen die ik al wist,  of vermoedde, wat ik nuttig vond omdat het goed is om te weten wat de status is van mijn kennis over trainen, zeg maar – zitten er nog heel grote gaten? Nou, nee.
    Allerbelangrijkste boodschap van Kraaijenhof was dat je niet zo veel als mogelijk is moet trainen maar zo veel als nodig is. Die kende ik al. Ik viel zelfs een enkele keer een beetje van mijn stoel omdat ze in de topsport kennelijk net ontdekt hebben dat het bij trainen belangrijk is om niet klakkeloos je schema te volgen maar rekening te ouden met de vorm van de dag. Heel veel niet-topsporters weten dat al heel lang heel goed – ze moeten wel (zie ook het laatste punt hieronder).
    Er waren ook dingen waar ik sceptisch over was, maar dat is ook leerzaam, vooral ter bepaling van mijn eigen positie. Ik vond het bijvoorbeeld opmerkelijk hoe makkelijk Kraaijenhof sommige trends, apparaten en methoden afkraakte (core stability, meten van hartritmevariabiliteit) en hoe kritiekloos hij was over andere (Omegawave, electromagnetische stimulatie). 
  • Ik ben weer een reuze-interessant boek verder: Endure, van Alex Hutchinson. Het gaat over de begrenzers van het menselijke inspanningsvermogen, die enerzijds maken dat we onszelf niet doodsporten maar anderzijds natuurlijk ook onze prestaties beperken. Het precieze mechanisme is nog altijd niet helemaal doorgrond. Wel is duidelijk dat het gaat om een delicate en intensieve wisselwerking tussen lichaam en geest. Met een heleboel beïnvloedingsmogelijkheden, die Hutchinson ook op een rijtje zet. Het is grondig en leuk geschreven, dus met zowel wetenschap als sprekende anecdotes. Mij ijkt Hutchinson een eigenzinnige denker. Ik vind hem opvallend goed in het kritisch volgen van wetenschappelijk onderzoek. Hij neemt wetenschap serieus maar niet alles kritiekloos aan. Kom daar nog eens om tegenwoordig! En bij probeert dingen zelf uit, waaronder bloedje-saaie hersengymnastiek. Echte aanrader! (En oja, Hutchinson is óók sceptisch over die eletromagnetische stimulatie – ik las daar toevallig net over in de trein terug van die cursus!)
  • Ik ben intensief aan het schrijven aan de teksten voor de website van mijn eigen praktijk als trainingsbegeleider, en ik leer veel van de feedback die ik kreeg van een aantal zeer betrokken meelezers. Door het praten erover en het slijpen aan de tekst wordt het helderder wat ik wil. Het is best een klus omdat ik een brede en deels ‘strijdige’ doelgroep aan wil spreken, namelijk zowel prestatiegerichte sporters als degenen die daar juist wars van zijn. Ik wil juist die kloof overbruggen. Ik denk dat de tekst grotendeels af is, en ik ben ook bezig met het ontwikkelen van een beeld erbij (of nouja, mijn vormgever van Frissewind doet dat vooral, ik denk mee). Ik hoop over niet al te lange tijd iets te kunnen presenteren.
  • Ik had zelf ook weer eens wat persoonlijks te leren op het gebied van acceptatie van grote pieken en dalen. Net zoals vorig jaar heb ik een wel heel erg wisselende vorm van de dag. Ik heb de afgelopen weken, op de basis van Down Under, de sterren van de hemel gefietst en mezelf verbaasd met gemiddelde snelheden die ik in geen tien jaar meer had gezien. Mijn eerste zwemtestje was ook ver boven verwachting. Ik voelde me beresterk!
    En toen ging ik een maximaaltest doen en dat was mijn slechtste ooit. Gevolgd door nog een aantal uitgesproken sukkeldagen. Het zijn wéér de hormonen. De kermis blijft maar doorgaan. Het afgelopen jaar heeft de lengte van mijn cyclus gevarieerd van 10 tot 75 dagen, en die dip zat in eentje van 14 dagen (wat ik toen nog niet wist). Ik heb verder niet heel veel last, maar die grote wisselvalligheid dwingt me wel tot een permanente bezinning op de rol van sport in het algemeen en prestaties in het bijzonder. 
    Accepteren dat ik niet precies weet waar ik sta. Mijn eigen hoop op stabiliteit de kop in blijven drukken (ondanks een groot verlangen daarnaar – die hoop zorgt voor teleurstellingen). Blijven genieten van het buiten-zijn en bewegen. Vertrouwen dat dips gevolgd worden door betere tijden. Genieten van de uitschieters naar boven maar die ook blijven relativeren. Geen focus op één evenement, dat risico is te groot. Voorlopig geen geplande tests, die zeggen meer over de vorm van de dag dan over hoe het met mij is.
    Ondertussen zit m’n eerste triathlon er ook op, en die ging okee: ik heb ervan genoten en ik was redelijk tevreden met het resultaat.

De snelkookpan suddert nog, de eerste soep die ik anderen ervan ga opdienen is de workshop Trainen voor een fietsvakantie

Door |2018-05-28T15:14:35+02:0028 mei 2018|Fiets, Trainer, Triathlon algemeen|0 Reacties

Ik ben er weer!

In mijn vorige post had ik mezelf in winterslaap gemeld. Dat was om niet luid en duidelijk voor iedereen hier neer te zetten dat ik lang weg zou zijn. Want dat was ik: helemaal niet in winterslaap, ik heb de winter zelfs overgeslagen – door naar de andere kant van de wereld te gaan! De afgelopen 3,5 maand hebben manlief en ik een geweldige reis gemaakt, met fietsen in Nieuw-Zeeland en op Tasmanië, en daarna nog even rondkijken op het vasteland van Australië. 4779 kilometer in totaal, met heel veel hoogtemeters! 

We hielden een dagelijks journaal bij op de mooie app Polarsteps. Dat is nu openbaar.

Hier een paar actiefoto’s, om te beginnen ik als miertje op één van de heftigste klimmen van Tasmanië, wegrijdend uit Queenstown:

Klim

In wat op mij misschien wel de meeste indruk heeft gemaakt: de oerbossen, hier tussen de grote, oude kauri-bomen van het Noordereiland van Nieuw-Zeeland:

Tussen grote bomen

De andere twee triathlonsporten schoten erbij in: ik heb wel wat gewandeld maar niet hardgelopen, en zwemmen bleef beperkt tot een recreatieve duik. Hier bereid ik me voor op een heerlijke golf op het lekkerste én grootste zwemstrand, de 90 mile beach (Noordereiland – overigens lang geen 90 mijl lang):

ik kijk om naar golfOok heel leuk was mijn bezoek aan de bakermat van de bodybalance: de eerste LesMills sportschool in Auckland:

Spiegel-selfieBodybalancen bleef beperkt tot die ene keer, maar ik heb wel mijn oefeningen volgehouden, zelfs op de boot van Tasmanië naar Melbourne:

Buikspieroefening aan dek

Op diezelfde boot, toen het grote fietsen erop zat, schreef ik deze terugblik:

Nu het grote fietsen erop zit, kunnen we concluderen dat dat ons goed is vergaan. In vergelijking met die vorige grote fietsreis, de Tour d’Afrique, hebben we half zo veel kilometers gemaakt, maar wel met bepakking en véél meer klimmen. Vooral Louise voelt zich nu veel fitter, minder vermoeid dan toen en het is ons allebei veel beter bevallen: we hadden het nu in eigen hand. Daardoor was de balans met rust beter – als het nodig of fijn was, namen we extra rust. Hygiëne was geen probleem en eten ging ook prima, dankzij kok Henk en de campingkeukens. Daardoor herstelden we goed.
Of we echt sterker zijn geworden gaandeweg kunnen we zonder vermogensmeter niet bepalen. Klimmen blijft zwaar immers, en een lange dag blijft taai. Maar we denken van wel. Louise merkte dat ze steeds sneller of beter herstelde. Het snelheidsverschil met Henk nam wel toe maar sinds ze vorig jaar diens progressie analyseerde voor de hardlooptrainersopleiding weet ze dat hij de uitzondering is, niet zij: hij viel buiten alle tabellen. Plus dat testosteron een handig stofje is als je bergen op wilt fietsen, handiger dan Louises nog steeds rommelige (maar verder niet hinderlijke) overgangshormonen.
Louise is er trots op dat ze haar oefeningen is blijven doen voor rug en bekken: elke dag (bijna toch) rekken en souplesse, op rustdagen ook kracht. Zelfs op de boot vandaag nog (foto’s, het wiebelde)! Rug ging dus ook prima en een paar keer naar de chiropractor is normaal. Voor haar lijf is een winter overslaan ook erg fijn, al is het alleen al voor de verkoudheidsvirussen!
Kortom: zo veel buiten zijn, bewegen, genieten, het heeft ons goed gedaan! Henk gaat straks thuis zijn fietsbenen in loopbenen omzetten voor de marathon van Rotterdam, 3 weken na onze thuiskomst, en Louise gaat het zwemmen en hardlopen rustig terug opbouwen voor een paar korte triathlons. Daarvoor is wat meer snelheid ook wel fijn, maar dat moet bovenop deze kracht- en duurbasis wel kunnen lukken.

Het verkoudheidsvirus heeft me uiteindelijk in Australië toch weten te vinden en het werd er door de terugreis (20 uur vliegen, 30 uur reizen, 48 uur niet slapen) niet beter op. Dus dat  opbouwen wacht nog even, maar dat kan nooit heel lang duren.

En ja, plannen om zelf trainer te worden heb ik ook nog steeds. Dus: wordt vervolgd! 

Door |2018-03-19T14:37:18+01:0019 maart 2018|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Winterslaap

De laatste twee posts zijn heel mooi om dit blog weer eens even een tijdje ‘on hold’ te zetten – een soort winterslaap. Met de post van 6 november blikte ik nog eens terug op het volbrengen van de Ironman en dat voelt als de definitieve terugblik, maar zeg nooit nooit. Met de post van 14 november blikte ik eigenlijk juist vooruit, althans, die sluit aan bij het thema dat voor mijn toekomst belangrijk wordt: zelf trainer worden. 

Plan is nu om in het voorjaar mijn eigen trainingsbegeleidingspraktijk te openen, compleet met website (ik heb al een mooie domeinnaam gereserveerd, maar die houd ik nog even voor me). Ik heb al wel ideeën, en de komende maanden ga ik benutten om die verder te doordenken.

Dit blog zal daarmee op een zachter pitje komen te staan, maar ik stop er nog niet helemaal mee. Vooral is het toch weer gaan kriebelen om misschien toch nog een keer een hele triathlon te doen. Almere 2019? Wie weet, ik ben er nog niet uit, en dat hoeft ook nog niet. Die ontwikkeling ga ik hier zeker melden. 

Ik meld me in het voorjaar weer, met verder uitgekristalliseerde plannen. Goede winter gewenst!

Door |2017-11-17T11:13:43+01:0017 november 2017|Trainer, Triathlon algemeen|0 Reacties

Uitgesudderd: een Ironman zegt niks

Kort nadat manlief van de zomer Ironman geworden was, schreef ik dat ik daar nog meer over wilde schrijven maar dat nog even moest sudderen. Het is nu wel gaar, zal ik maar zeggen, dus hier komt het uitgesudderde resultaat.

Kort na Henks finish realiseerde ik me dat we nu weliswaar allebei Ironman zijn, maar dat niet betekent dat we ‘hetzelfde’ hebben meegemaakt. Dat is wat Maarten Ducrot altijd zo mooi weet te omschrijven over het wielerpeloton na een Tour-etappe: 180 renners, 180 verhalen over die etappe. 

Henk en ik in onze finishersshirts

Twee Ironmen, twee verschillende verhalen.

Meer in het bijzonder zat het verschil erin dat een Ironman volbrengen voor mij veel meer op het randje van mijn kunnen is dan voor Henk. Voor hem is het op die dag nooit spannend geweest of hij het zou gaan halen binnen de limiet, en ook is hij er nooit bezorgd over geweest of hij wel zou kunnen starten – waar ik een half jaar voor de mijne twee maanden lang niet kon lopen en af en toe de vertwijfeling nabij was.

Ik zoek de grenzen van mijn kunnen op, met alle risico’s van dien voor dit lijf, dat kwetsbaarder, blessuregevoeliger is dan dat van Henk. Na zijn finish dacht ik ook even: ja, jeetje, als het zo makkelijk is… Ineens kon ik me voorstellen, beter dan voorheen, dat sterke sporters op zoek gaan naar grotere uitdagingen: sneller tijden, extremere parcoursen of omstandigheden, of nóg langer. Omdat een Ironman doen ze niet in de buurt van hun grenzen brengt, terwijl dat wel lonend is. Zoals ze van @ironmantri zelf eens twitterden:

If it doesn’t challenge you, it doesn’t change you.

Tegen je grenzen aanschurken maakt zo’n sportbelevenis bijzonder. Het hele proces heeft voor mij juist daarom zo veel betekend. Omdat ik er een groot risico mee nam, en ik ervan geleerd heb om dat risico goed te hanteren. De trouwe volgers van dit weblog hebben daar veel over kunnen lezen, en zie anders deze voorbeeldpost.

De keerzijde is dat ik – sowieso al een grotere stresskip dan Henk – veel zenuwachtiger was voor de Ironman dan hij. En misschien is het wel daarom dat ik die dag niet boven mezelf uit kon stijgen, wat Henk wel deed. Ik was daar wel een beetje jaloers op: Henk had in de verste verte nog nooit zo snel gezwommen als in Kopenhagen en de rest ging ook hartstikke goed, beter dan verwacht. Ik kan dat van Vichy niet bepaald zeggen. Daarvoor was het mogelijk te groot, te beladen.

Ik heb het daar wel moeilijk mee gehad, zeker in dit voor mij ook wat kwakkelige seizoen: waarom zit het voor mij nou nooit, nouja, bijna nooit, echt eens allemaal mee? Blader door dit weblog en dan zie je dat ik nogal eens wat teleurstelling te verpruimen heb. Neem dit seizoen: één echte topprestatie, een paar aardige (voorbeeld), tegenover meerdere sterk tegenvallende prestaties (voorbeeld 1, voorbeeld 2, voorbeeld 3) en teleurstellingen (voorbeeld). Het komt bij mij niet makkelijk ik denk wel eens: ik krijg niet altijd loon naar werken. Nouja, het hangt ervanaf met wie ik mezelf vergelijk natuurlijk, er zijn zat sporters die het ongelofelijk vinden wat ik wel presteer. Jezelf met anderen vergelijken is altijd link.

Het gebrekkige loon naar werken heeft niet alleen, maar wel óók te maken met het opzoeken van die grenzen. Als ik altijd alleen maar triathlons zou doen zoals die van laatst op de Bosbaan (korte afstand, weinig competitie), zou ik mogelijk een zonniger zelfbeeld hebben, voor wat betreft mijn prestaties. Maar dat bevredigt niet genoeg: ik daag mezelf dan onvoldoende uit, leer er niet genoeg van.

deel uitslag

Zegt niks

Mijn zelfbeeld wordt niet bepaald door absolute prestaties als een PR neerzetten, mijn leeftijdscategorie winnen en de snelste fietstijd van alle vrouwen realiseren. Dat is leuk, maar het zegt eigenlijk heel weinig. Van alles gaat het daar wel het minste om.

En zo ging het me uiteindelijk dagen: een Ironman volbrengen, het is maar een prestatie. En dat zegt helemaal niks.

 

Door |2017-11-06T16:30:22+01:006 november 2017|Triathlon algemeen, Waarom|0 Reacties

Einde seizoen (deel 2): maximaaltest gedaan en nu even inkakken

Met mijn vorige post zette ik natuurlijk al een punt achter het seizoen, en om het helemaal af te maken nog deze post. Ik heb vorige week namelijk ook nog een maximaaltest gedaan (zoals gebruikelijk bij Coen van Topvorm) om op die manier te kijken wat het seizoen me had opgebracht, dus wat trainen me aan (fiets-)conditie heeft opgeleverd, want dat is wat zo’n test meet.

Welnu, hetzelfde dubbele gezicht als waar ik vorige week over schreef. Ik sta er voor wat betreft mijn duurvermogen (lage intensiteit) ongeveer net zo goed voor als vorig jaar in mei, wat vrij goed is en beter dan dit jaar in mei, maar de hogere intensiteit is niet beter dan afgelopen mei en minder goed dan vorig jaar – al is het wel beter dan in januari vorig jaar. Op één ding na: ik kon de maximaaltest minder lang volhouden.

Als je goed puzzelt, is dat op deze grafiek allemaal te zien (korte uitleg: hoe verder naar rechts, des te beter; de meest recente test is die met de groene driehoekjes, die is te vergelijken met drie eerdere testen uit dit en vorig jaar):

Grafiekjes

Wat dat voor mij betekent, zijn dezelfde twee gezichten als het hele seizoen. Enerzijds heb ik redelijk kunnen trainen en is mijn basis prima, anderzijds is de progressie voor vijf maanden trainen nogal beperkt, helemaal voor het intensieve gebied.

De verklaring: ik heb minder intensief getraind dan voorgaande jaren. Enerzijds komt dat door wat ik in mijn wedstrijdseizoensevaluatie ook al schreef: ik ben voor het hardlopen gaan trainen volgens de souplessemethode en die is minder intensief dan wat ik voorheen deed, zeker omdat ik onvoldoende echt harde wedstrijden over vijf en tien kilometer heb gelopen. Waar ik vroeger bij hardlopen regelmatig met een hartslag boven de 150 liep, heb ik dat de afgelopen maanden amper gedaan. 

De andere kant is dat ik van die vijf maanden tussen de vorige maximaal test en nu maar twee maanden (juli en augustus) normaal en voluit heb kunnen trainen en hem dan ook regelmatig (niet eens altijd) goed raakte. De drie andere maanden heb ik vrijwel constant last gehad van overgangsgerommel en -vermoeidheid, soms met een heel directe fysiek probleem (de bloedarmoede van mei die tot mijn enige DNF van dit seizoen leidde), soms was ik zombie van slaapgebrek (zoals in Alphen), en vaak kon ik het gaspedaal niet vinden (zoals ik omschreef voor Oud Gastel).

Ik kón dus vaak niet zo intensief trainen als ik wilde. Net de laatste keer spinning bijvoorbeeld, maar een paar dagen voor de tekst. Met hangen en wurgen kwam ik toen één keer net boven mijn omslagpunt, in plaats van de twee tot drie keer royaal waar ik eigenlijk naar streef in zo’n training. De wedstrijden waren ook bedoeld als intensieve prikkel, maar mijn hartslag bleef vaak tien slagen onder mijn omslagpunt steken. Dan gingen mijn benen al te veel pijn doen.  

Eerlijk gezegd viel het me nog mee dat ik woensdag bij de maximaaltest wel en zelfs royaal boven mijn omslagpunt kon komen. Dat ik ‘m één stapje eerder dan anders afbrak, heeft volgens mij ook te maken met dat gaspedaal, met mezelf minder pijn kunnen doen dan anders – en het was woensdag dus al wel weer beter dan dat het zelfs nog maar kort daarvoor geweest is. 

Natuurlijk vind ik het niet zo fijn dat mijn training minder goed heeft gerendeerd dan anders en dat ik er in het intensieve gebied niet zo goed voorsta als had gekund. Maar aan de andere kant: voor maar twee maanden goed trainen is de progressie helemaal niet zo beperkt. De beperking is bovendien goed verklaarbaar en ook goed op te lossen: intensiever trainen. Dat kan prima bovenop deze basis.

Bovendien heb ik de hoop dat ik het volgend seizoen ook weer beter voor elkaar ga krijgen, dat intensieve sporten. Ik heb goede hoop dat de periodes van stabiliteit die ik van de zomer en ook sinds anderhalve week weer ervaar zich gaan uitbreiden. Het lijkt erop dat het einde van het hormonale geschommel in zicht komt: ik ben al een tijdje niet meer ongesteld geweest – hèhè, eindelijk. Het is nog niet constant, maar soms ervaar ik een ongekende stabiliteit. Dat ik denk: als het zo wordt, na de menopauze, wauw!  

Dus ik denk ook wel eens: als dit alles is… als ik door de overgang rol met wat gehannes en teleurstellingen maar met nog steeds een prima basis en vaak genoeg lol in het sporten, dan valt het allemaal nogal mee. 

En dan heb ik ook veel zin in wat er komt. Want voor onze grote fietsvakantie komende winter is juist die basisconditie het allerbelangrijkste, en bovendien zit er dus echt nog meer rek op mijn prestaties op de korte afstand, zoals ik de vorige keer al concludeerde. Eens kijken of ik volgend seizoen die rek kan vinden.

Ondertussen train ik voor het fietsen nog een beetje door, met het oog op onze reis. Afgelopen vrijdag heb ik me bijvoorbeeld van Vlissingen naar Rotterdam laten blazen door een stevige meewind (en helaas wat meer regen dan voorspeld). Verder ben ik wel een beetje ingekakt. Ik had nog plannen om een snelle kilometer of een CSS-test te zwemmen en/of een VIAD-test te lopen, maar dat komt er allemaal niet van. Ik ben nog een beetje moe, ik slaap veel, dat gaat gelukkig weer prima. En de drive is weg omdat ik straks vanwege onze grote reis maandenlang niet ga hardlopen en zwemmen, dus ik begin in het voorjaar toch weer bij nul. 

In plaats van trainen ben ik gister naar de sauna gegaan. Ook wel eens lekker, inkakken. Nouja, beetje strijd leveren met gedachten als ‘ojee, nou word ik lui, vadsig en dik’, maar dat lukt wel.

Belangrijkste is nu om rond Sinterklaas ontzettend veel zin te hebben in fietsen – Down Under! 

Door |2017-10-23T16:18:09+02:0023 oktober 2017|Triathlon algemeen|1 Reactie

Evaluatie wedstrijdseizoen

Lang leve de korte afstanden!

Wat mij betreft is de kern van een evaluatie altijd de vooruitblik, dus hier komt-ie meteen: ik ga me volgend jaar in het triathlonseizoen concentreren op de korte afstanden, 1/8e en sprint, en stel dus de langere wedstrijden minstens een seizoen uit.

Twee redenen hiervoor:

  1. Ik heb dit seizoen de meeste lol gehad bij die kortste afstanden. Mijn beste prestaties heb ik geleverd op de 1/8e (PR in Ter Aar, op hetzelfde niveau gepresteerd in Wilhelminadorp), de sprint (PR en overwinning in mijn leeftijdscategorie bij de Bosbaantriathlon en mijn beste jaarprestatie was de sprint-run-bike-run van Triathlon 010, die dag voelde het geweldig) en op een kwart (persoonlijk parcours record, vergelijkbaar met mijn PR, bij Binnenmaas, en dat leverde een heuse podiumplek op).

    Op het podium bij de V50+ kwarttriathlon Binnenmaas



    Deels was het een beetje pech dat twee langere afstanden, Oud-Gastel en Bocholt, alsmede twee andere kwarten (Krimpen en Alphen) samenvielen met vorm-dips. Nouja, met een vrij pittige vormcrisis in het voorseizoen en met een dipje eind september.
    Maar deels zijn die korte afstanden ook gewoon goed te behappen en is het lekker om zonder voorbehoud te kunnen knallen. Bovendien zijn het de leukste, gezelligste evenementen. Ik heb ook dit seizoen weer ondervonden: het leukst zijn de kneuterige triathlons met een gemêleerd deelnemersveld. En tot slot: er zit nog rek op die PR’s. In Ter Aar heb ik helemaal niet goed gelopen door inspanningsastma en de Bosbaan was geen heel snel parcours en koud zwemmen. Wie weet, ook op mijn 52e nog op naar nieuwe PR’s?
    Dus puur en alleen voor het sportplezier vind ik de korte afstanden het leukste. Er is meer, ik wil meer, maar daarover strakjes.
  2. Ik heb nog een keer een goede trainingswinter nodig om mijn hardlopen vooruit te helpen en dan weer langere afstanden aan te durven. Ik kan geneigd zijn dit seizoen te zien als een verloren seizoen voor het hardlopen. Ik had in het voorjaar al de mislukte marathon en het gebrek aan progressie te ‘verknagen’, en in die vormcrisis in het voorjaar zakte mijn hardlopen, voor mij de moeilijkste van de drie sporten, het verste weg. Ik heb het weer genoeg uit die dip weten te trekken om de triathlons te volbrengen, maar echt goed heb ik geen één keer gelopen, hooguit in een training. En nog wel vaker was er iets waardoor ik een looptraining moest overslaan: pijntje hier of daar, moe.
    Toch ervaar ik het niet helemaal als mislukt, want ik heb wel stappen gezet op het gebied van techniek en een andere trainingsaanpak. Dat draait echter eigenlijk pas sinds eind juni weer een beetje, en dat was volop in het triathlonseizoen. Met de andere twee sporten ernaast lukte het in die korte periode niet om progressie te boeken. Dat kan alleen in de winter, als ik fietsen op een laag pitje zet en drie keer per week kan trainen en regelmatig een wedstrijd kan doen – alleen lopen dan dus, als wedstrijd, en niet lopen als sluitpost van een triathlon, dan bouw ik onvoldoende tempo-hardheid op. Maar komende winter komt dat er niet van, omdat we dan op reis gaan. Ik ga straks 3,5 maand helemaal niet lopen, daarna begin ik weer bij nul. 5 kilometer is dan voor volgend seizoen ambitieus genoeg. Een stap vooruit hoop ik dan in de winter van 2018/2019 te zetten.

Tevredener ben ik trouwens over de andere twee sporten:

  • Ik heb dit jaar harder gefietst dan ooit tevoren in triathlons, daarbij geholpen door mijn al niet eens meer zo heel nieuwe fiets waarmee ik nooit eerder echt goed in vorm korte afstanden had gedaan. Ik ben trots op een paar fietsresultaten, zoals de 2e fietstijd van de 40+-dames bij Triathlon010, de snelste fietstijd van alle vrouwen bij de Bosbaantriathlon op vrijdag, en de 33,1 km/u gemiddeld die ik bij Binnenmaas reed. Af en toe voelde het ook superlekker!
  • Ik heb ook beter gezwommen dan ooit te voren, volgende op het derde PR van dit kalenderjaar: dat op de kilometer zwemmen in januari. Ik ben al sneller geweest dan toen zelfs, het is er alleen niet van gekomen om dat ook goed te klokken. Ook met zwemmen stop ik straks 3,5 maand, maar ik kijk er nu al naar uit dat weer op te pikken volgend jaar.

Ondanks een aantal best goeie prestaties heb ik me in een wedstrijd maar één keer echt helemaal top gevoeld en er alles uitgehaald waar ik voor trainde (Triathlon 010). Deze foto is dus van het beste sportmoment van het jaar:  

2017_07_16_0155

Een paar keer zat ik ertegenaan, zoals in Wilhelminadorp en Binnenmaas, en ook op sommige trainingen heb ik me supergoed gevoeld en enorm genoten. Nouja, misschien is één zo’n piekmoment per seizoen ook al heel wat? De vorige twee seizoenen had ik dat helemaal niet gehad zelfs. 

Het was ook af en toe een moeilijk seizoen. Krimpen, Bocholt en Oud-Gastel waren eerder diepte- dan hoogtepunten, al ben ik achteraf best trots dat ik die laatste twee toch nog heb volbracht – het is dit seizoen bij één DNF gebleven gelukkig, en dat was wijs toen. Ook aan het eind ging het weer niet helemaal lekker, al ben ik uit die dip nu alweer uit de weg omhoog (geloof ik). Allebei de keren was de oorzaak duidelijk: de hormonale kermis die overgang heet. Ik had daar ook andere symptomen van, en het meest kenmerkende op sportgebied was dat ik in die vlagen het gaspedaal niet kon vinden.

Maar er is meer…

Dan de rest. Ik sport niet alleen voor de uitslagen en voor de prestatie. Ik sport ook niet alleen voor dat pure sportplezier van de korte afstanden. Ik zoek ook de uitdaging op van de langere, en ik verleg graag mijn grenzen. Het was op dat punt geen groots seizoen, maar aan het eind toch zeer bevredigend omdat ik dit jaar in kouder water heb gezwommen dan ooit tevoren. Dat is het soort grenzen-verleggen waar het me om gaat.

Wat me ook drijft, is nieuwe dingen doen. Dit jaar waren er een boel nieuwe dingen: nooit eerder deed ik zo veel wedstrijden (12), daarbij zat mijn eerste door-de-weekse triathlon en er volgden er nog twee, een nieuwe afstand in een nieuw land en ook nog eens de rommeligste triathlon ooit, mijn eerste start als onderdeel van een duo dus een triathlon met een pauze erin, mijn eerste korte run-bike-run en later mijn eerste officiële run-bike-run (dus niet als gemankeerde triathlon), andere nieuwe en voor herhaling vatbare parcoursen (Wilhelminadorp, Terneuzen, Alphen, Bosbaan). Voeg daarbij mijn nieuwe rol als trainer en als supporter van ‘Ironhenk’ en als helft van een Ironcouple:

Ironmen Henk Vermaas en Louise Cornelis

Er was een boel nieuws en goeds en grensverleggends dus en daarvan heb ik genoten en geleerd. Ook van de minder prettige kanten. Ik heb vooral door Oud Gastel ook weer stappen gezet in het leren omgaan met en het accepteren van het nu soms zo grillige lijf. Als het nu niet lekker gaat heb ik meer vertrouwen dat dat maar tijdelijk is. Bovendien zat er tussen die twee slechte vlagen een veel stabielere periode waarin ik me juist fitter en sterker dan in heel lang. Ik hoop dat dat een vooruitblik is geweest op hoe het er na de menopauze uit kan komen te zien. Ga ik dan betere jaren tegemoet?

Voor de langere termijn kriebelt er wel nog wat. Ik wil sowieso graag in 2019 in Almere starten (zeg ik nu). Dat kan dan weer, omdat dan manliefs ’project’ om van ’14-’18 de In Flanders Fields marathon te lopen afgerond is, en die is altijd in hetzelfde weekend. Maar in 2019 heb ik mijn handen weer vrij. Ik weet nog niet wat ik daar dan wil gaan doen: de halve triathlon (ik wil sowieso graag eens een halve doen in goeden doen, dat is er tot nu toe nog niet van gekomen), de hele in mijn eentje, of de hele als onderdeel van een trio of duo. Daar heb ik nog royaal de tijd voor om over na te denken.

En ja, dus toch weer gedachten over een hele? Ja, soms, een beetje. Nog steeds omdat ik denk dat het beter kan dan in Vichy en omdat het voor het zwemmen en fietsen wel te overzien is. En ook wel omdat ik afgelopen zomer heb ervaren hoe veel beter het kan zijn als de overgangshormonen zich een tijdje koest houden. En omdat ik dat grote doel toch ook wel een beetje gemist heb – hoe leuk het ook was om zo veel kleine doeletjes te hebben.

* * *

Dit seizoen laat zich niet vergelijken met het vorige, met zo’n duidelijke piek als de Ironman. Het was goed, ik kan ermee vooruit, maar het smaakt ook ergens wel nog naar meer. Niet meteen – ik ben moe, nu, ik merkte vorige week na de run-bike-run dat ik traag herstelde. Van de winter ga ik lekker op reis. Maar daarna… de toekomst kriebelt al!  

 

Door |2017-10-16T14:54:27+02:0016 oktober 2017|Fiets, Loop, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant