Trainer

Inspiratie geven en nemen

Vorige week gaf ik twee avonden na elkaar een Sportkunstenaar-workshop: eerst op donderdag bij Groen Wellness over sportmythes, de dag erna bij Bike4Travel over trainen voor een fietsvakantie. Het was allebei erg leuk om te doen, met kleine-maar-fijne gezelschappen die ik hopelijk wat mee heb kunnen geven en heb kunnen inspireren. Hier de twee hoofdlijnen:

  • Op de sportmythes-avond maakte het gedeelte over sporten en ouder worden de meeste indruk. De aanleiding was de mythe ‘als je ouder wordt, moet je het rustiger aan gaan doen’. Ik liet de aanwezigen raden hoe veel er nog van je beste conditie (= rond je 30e) over is op je 55e, in een percentage. Voor toekomstige workshops zal ik het percentage hier niet verklappen, maar duidelijk is wel dat iedereen het verval ontzettend overschat. Ons beeld van ouder worden is sterk negatief.
    Daar kon ik een verhaal tegenover zetten van dat je lichaam tot op zeer hoge leeftijd prima trainbaar is, en dat er dus talloze sporters bijvoorbeeld direct na hun pensioen beter zijn dan ooit, want eindelijk hebben ze dan voldoende tijd en energie om goed te trainen.
    Met trainen kun je nog heel lang (én met een beetje geluk) het verval compenseren.Als je op je 30e optimaal getraind was, word je nooit meer zo snel als toen. Maar voor de meesten van ons geldt dat we met slim trainen nog heel veel kunnen bereiken, ook al klimmen de jaren.

In actie bij Bike4Travel

  • Op de fietsvakantie-avond kwam ter sprake dat je zo kunt trainen dat je optimaal geniet, eerst van je trainingen en van je vakantie. De accenten liggen dan misschien een beetje anders dan wanneer de prestatie centraal staat, maar dat verschil hoeft helemaal niet zo groot te zijn. Van zowel rustige duurtrainingen als intensieve intervallen kun je enorm genieten.
    Tenzij je het belangrijk vindt om altijd indrukwekkende prestaties neer te zetten, iets wat onder veel racefietsers nogal speelt, sowieso, en zeker door apps als Strava. Dan krijg je van die dingen als: ‘Als je niet altijd minstens 30 km/uur gemiddeld rijdt, ben je geen echte fietser.’ Hoezo niet? Houd het alsjeblieft bij jezelf! Elkaar de maat nemen is sowieso nogal sneu, en al helemaal als je beseft hoe onbelangrijk de factor snelheid is, voor goed trainen. Zelfs voor racefietsers, laat staan voor vakantiefietsers! 

Ik ging een overeenkomst zien tussen de twee hoofdlijnen: in presteren, in de getallen (tijden, vermogens, afstanden, klasseringen) kan heel veel plezier en genot zitten. Maar een te eenzijdige focus daarop kan in de weg gaan zitten. Dat kan sowieso, maar zeker als je ouder wordt en je in die termen misschien niet de hele tijd meer verbetert.

Dan is het tijd om de prioriteiten goed te krijgen. Ik moest denken aan de vraag die ze wel stellen bij loopbaanbegeleiding: stel je je eigen uitvaart voor, hoe wil je dan dat er over je gepraat wordt? Niet alleen, lijkt me, in termen van ‘hij fietste altijd meer dan 30 km/u’. Wel: ‘hij heeft zijn hele leven met veel plezier gefietst, dat betekende veel voor hem, hij vond bij zijn fietsclub veel kameraadschap en hij heeft er ook anderen mee geïnspireerd’. Ofzoiets.

Presteren is mooi, maar uiteindelijk gaat het bij sporten om het plezier, het genot, en voor je groei als mens: als het goed is, word je van sporten stronger, wiser, smarter. Precies dat is wat ik met Sportkunstenaar wil doen. 

En zo inspireerden de beide avonden mij dus ook – aanwezigen, bedankt!

Door |2019-04-10T17:59:40+02:0010 april 2019|Fiets, Trainer|0 Reacties

Wegens succes herhaald: workshop trainen voor een fietsvakantie

In juni gaf ik ‘m ook al, en die avond was drukbezocht en geslaagd, dus hij gaat in de herhaling, dit keer onder de vlag van Sportkunstenaar: de workshop ’trainen voor een fietsvakantie’, op 5 april ’s avonds bij Bike4Travel in Rotterdam. 

In die workshop leer je hoe je met zo min mogelijk moeite zo goed mogelijk in vorm komt. We bespreken wat ‘conditie’ eigenlijk is en je krijgt alle ingrediënten waarmee je je eigen trainingsschema kunt maken. Voor een goede én leuke voorbereiding op een mooie reis.

De avond is gratis; aanmelden kan via Bike4Travel.

 

Door |2019-03-22T18:05:05+01:0022 maart 2019|Fiets, Trainer|0 Reacties

Waar of niet waar?

  • Als je ouder wordt, kun je het beste wat rustiger aan gaan doen
  • Als je spieren wilt kweken, moet je extra eiwitten eten
  • Als een trainingsaanpak goed werkt voor je vriend(-in), is het dus een goede methode en zal die ook werken voor jou.  

En zo hoor je nog wel meer verhalen… kloppen ze of niet? Over sportmythes en -verhalen organiseren Groen Wellness en Sportkunstenaar een gratis avond op 4 april. Ik zal daarin deze drie voorbeelden bespreken, en nog een heleboel meer. De bedoeling is dat het een leuke en leerzame quiz wordt. Wees van harte uitgenodigd – meld je aan bij mij.  

 

Door |2019-03-19T18:36:03+01:0019 maart 2019|Trainer|2 Reacties

Tsja

Afgelopen zaterdag is ook mijn tweede poging tot het lopen van een goede halve marathon geëindigd in een DNF. Mijn tijdsambities moest ik al binnen 3 kilometer laten varen, en rond de 13 km kon ik niet eens m’n normale duurlooptempo meer volhouden – ik was een leeggelopen ballonnetje. Ik voelde ’t al een beetje aankomen, al had het misschien ook mee kunnen vallen: ik was totaal uit vorm. Oorzaken:

  • Ik had alweer een tijdje behoorlijk last van het ‘scheeftrekken’ van bekken, heup en rug – dat blijft op en neer gaan, en de laatste tijd gaat het niet heel lekker. Vorige week kon ik zelf voelen dat mijn benen ongelijk van lengte waren (= scheefstand bekken), en daarom ben ik vrijdag naar de chiropractor  gegaan. Ik wist dat dat riskant was, want het geeft soms napijn. Maar met ongelijke benen lang hardlopen geeft groot blessurerisico – het zat misschien ook achter die verrekte kuitspier van eerder deze maand. Dus linksom of rechtsom was het een gok. Deze pakte verkeerd uit: ik verrekte dit keer van de napijn. M’n ischias-zenuw zat ergens in het nauw, en die voelde ik door mijn hele been trekken, vooral door bilspier en langs heup. Ik liep dus met vrij veel pijn. Daar kan ik me nog wel eens doorheen bijten, maar het was niet het enige. 
  • Ik was erg futloos. Dat was ik al een paar weken – het is sinds zaterdag opgeklaard. Ik had weer een heel rare hormonenvlaag, voor het eerst in maanden. Zaterdag had ik weer heel sterk dat uit 2017 bekende gevoel van het gaspedaal niet kunnen vinden, van een hoofd dat denkt met een wedstrijd bezig te zijn en een lijf dat daar ‘ja, doei, bekijk het maar’ bij denkt en ‘pompiedom’ doet – dus met mijn wilskracht mijn benen niet aan kunnen sporen. Daaraan vooraf ging dat ik wekenlang het gevoel heb gehad dat ik op het punt stond om ongesteld te worden – dus wekenlang PMS. Met z’n vadsigheid, zwaarte (2 kilo erbij), vlagen van chagrijn, buikpijn, slecht slapen en vermoeidheid. Ik kon ook slechter tegen werk- en reisdrukte en kwam in een paar weken tijd te vaak afgedraaid thuis, en zo werd ik nog moeier. Ik was zaterdag best een beetje op eigenlijk. 
  • Ik heb te vroeg gepiekt, ook echt wel. Nouja, dat kan ik achteraf makkelijk zeggen natuurlijk. Te snel opgebouwd (in een half jaar van 0 naar 21 kilometer), dat is een risico, dat wist ik. Ik was na die snelle 15 km over mijn beste vorm heen en toen kwam er bovendien gekwakkel – een veeg teken. Nouja, geprobeerd, niet gelukt met die halve marathon, en er wel dat PR aan over gehouden.

Ik schrok van de aversie tegen lopen die ik in mijn lichaam voelde – die had ik de hele trainingsperiode niet gevoeld, maar die herinnerde ik me wel, onder andere van de lange duurlopen in 2015 en van de mislukte marathon in 2017. Als lopen niet wil, voelt dat nog totaal anders dan wanneer ik niet lekker fiets of zwem – véél naarder. Ik dacht dat ik zo had getraind dat ik die aversie kwijt was gespeeld, maar dat was dus niet zo. Daar schrok ik van. 

Ik vond het even moeilijk, na zaterdag, vooral omdat ik in januari het gevoel had dat ik eindelijk wist hoe ik met dit lijf moet hardlopen. Een maand later en ik zit weer vol met twijfels. Was ik te pretentieus? Had ik als trainingsbegeleider beter moeten weten?

Nouja, op dat punt van te snel opbouwen/vroeg pieken misschien wel, al was het me de gok wel waard. Ik leer ook nog steeds hoe dat moet, pieken. Verder is het vooral ook pech geweest. Ik had deze maand ook griep kunnen krijgen, dan was het ook niet gelukt met die halve marathons.

En dat met die aversie, zo realiseerde ik me, dat heb ik het hele afgelopen jaar níet gevoeld. Zelfs niet bij de langere en zwaardere trainingen. Dus dat is juist grote vooruitgang. Ik heb goed en lekker getraind, dat blijft zo – tsjonge, wat ben ik blij met die evaluatie van begin februari! 

En, zo realiseerde ik me op zondag ook, nadat eerst een paar mensen het tegen me hadden moeten zeggen en nadat ik m’n hoofd had gelucht op de fiets: kunnen uitstappen is ook Sportkunstenaarschap. Accepteren van pieken (die komen weer, dat weet ik inmiddels ook wel) en dalen, van de teleurstelling en de frustratie, van de niet-maakbaarheid, van de weg die belangrijker is dan het doel. Geleerde lessen. Het ‘back to basics’ van na het uitstappen terugwandelend en -dribbelend wél kunnen genieten van de zon en het landschap. Weten dat mijn eigenwaarde niet afhangt van een tijd op de halve marathon.

Nu gaat het vizier eerst op fietsen en dan richting de halve triathlon. Ik moet nog bedenken hoe ik het trainen voor het lopen daarbij aan ga pakken. Als ik mezelf nu even looprust gun, kan ik misschien de draad oppakken en dan oefenen met wél goed pieken. Al is lopen in een triathlon heel anders. Of zal ik rond die tijd toch ook nog een losse halve marathon proberen te lopen? Of moet ik het nog verder loslaten dan dit?

 

Door |2019-02-27T17:30:04+01:0027 februari 2019|Loop, Trainer|2 Reacties

Sporten voor je hoofd

Sinds deze week ben ik gecertificeerd runningtherapeut – maar ik wil daar nog een ander woord voor bedenken. Ik leg het hieronder uit.
 
Certificaat opleiding runningtherapie
 
Ik heb woensdag de opleiding runningtherapie afgerond. Onderwerp is het inzetten van hardlopen of een andere duursport ten behoeve van iemands mentale gezondheid, bijvoorbeeld bij angst, somberheid, stress en vermoeidheid. De opleiding bestond uit leeswerk, twee lesdagen en een terugkomdag en tussendoor oefenen door iemand in de praktijk te begeleiden.
 
Ik heb er een boel van geleerd, al had dat ook wel in minder lestijd dan drie dagen gekund – de dagen waren lang, een effect dat nog versterkt werd doordat het in Groesbeek was en er reizen en een keer een overnachting voor me bijkwam.
 
Althans, het had korter gekund in formele zin, als je het beperkt tot wat ik zou moeten weten om runningtherapie te geven. Waar de opleiding wel heel nuttig voor is geweest,  zou ik meer zien als ‘sfeer snuiven’, of liever gezegd: kennismaken met de wereld van de zorg en de hulpverlening. Die ken ik natuurlijk wel, onder andere als gebruiker ervan en als krantenlezer. Maar dat is op behoorlijk grote afstand tot mijn sportwerk. Vooral de eerste twee dagen had ik moeite om van die woorden als ‘patiënt, ‘indicatie’ en ‘verwijzing’ te rijmen met mijn eigen ervaringen en mijn werk voor Sportkunstenaar.
 
Daarnaast vond ik het verbazingwekkend dat geen van de docenten vroeg naar ervaringsdeskundigheid binnen de groep. Statistisch gezien kan ik niet de enige geweest zijn met ervaring met het nut van sporten in, zeg, een burnout, en ik had daar graag wat over gedeeld (heb ik dat hier ooit ergens opgeschreven, dat ik altijd al wel sportte maar het belang ervan voor mijn hoofd ontdekte tijdens mijn burnout in 1999? Ik heb m’n eigen running-, nouja, fietstherapie uitgevonden toen, en kijk wat daarvan gekomen is!). Zo leek er dus een ‘wij’ van de hulpverleners/psychisch gezonden te zijn versus een ‘zij’ van ‘patiënten’.
 
Gaandeweg ging het me dagen: zo zie ik het niet, dat wil ik helemaal niet. Ik wil  een veel gelijkwaardigere relatie met de mensen met wie ik werk. Ik ben niet ‘de hulpverlener’ en mijn coachees zijn niet mijn ‘patiënten’. Ik heb misschien een beetje doorgeleerd, maar verder ben ik ook maar gewoon een sporter die zelf ervaren heeft en nog steeds doorlopend ervaart dat duursport goed is voor mijn hoofd. Ik heb zelf ook mijn lopen, fietsen en zwemmen nodig voor mijn geestelijke gezondheid, daarin verschil ik niet van runningtherapiedeelnemers.
 
Toen ben ik dus door een fase gegaan waarin ik dacht: nou, dat ga ik dus niet doen, runningtherapie aanbieden, ik ben geen therapeut. De praktijkervaring heb ik dan ook in eigen kring gezocht, en dat ging goed, dat was erg leuk en nuttig – en gezellig, voor mij ook, samen sporten.
 
En inmiddels ben ik ergens middenin terechtgekomen: wat als ik het nou anders noem? ‘Sporten voor je hoofd’ ofzoiets? Ik ben daar nog niet helemaal uit – wordt vervolgd. Zo heel veel anders dan wat ik met Sportkunstenaar al doe aan begeleiding voor sportende levenskunstenaars is het dan niet eens, behalve dat het wel degelijk gaat om samen sporten. En dat het hoofddoel je mentale welzijn is, niet per se de sportieve prestaties, al hoeft dat elkaar zeker niet uit te sluiten, integendeel zelfs.
 
Ondertussen geldt wel; mocht je dit lezen en geïnteresseerd zijn in runningtherapie of een andere vorm van sporten voor je hoofd, in Rotterdam Overschie en omgeving, neem dan contact op.
 
Door |2019-02-16T11:50:33+01:0016 februari 2019|Loop, Trainer, Waarom|1 Reactie

Al tevreden

Van het congres waarvan ik de vorige keer een foto postte en schreef dat ik er niet veel nieuws had gehoord, heb ik toch iets meegenomen dat is blijven hangen: evalueer je proces de dag vóór de wedstrijd. Dat vertelde Kirsten van der Kolk over de aanloop naar haar gouden medaille in Peking. Tijdens de wedstrijd zelf kan er van alles gebeuren wat je beeld van het proces kan beïnvloeden, terwijl dat misschien niet terecht is. 

Overmorgen loop ik de halve marathon waar ik sinds de zomer voor aan het trainen ben, althans, de eerste van de twee, en ik weet het ook nog niet 100 % zeker, want ik ben nog net niet helemaal fit: ik heb nog wat laatste restantjes van alweer een verkoudheid, geen ernstige, maar, zoals voor mij typerend: het duurt weer lang om er echt helemaal van af te komen.

En meteen heb ik daarmee ook het enige ding te pakken dat minder goed is gegaan, als ik terugkijk op mijn trainingsproces: ik ben sinds de zomer drie keer verkouden geweest, waarvan één keer lang en zwaar (november/december). Dat heeft me in totaal ongeveer twee trainingsweken gekost en ook heel wat gedub over wel-of-niet. Mogelijk heb ik ook één of twee keer getraind terwijl ik dat beter niet kon doen, maar dat weet ik niet zeker. 

Nouja, als dat alles is, iets waar ik weinig controle over heb bovendien, dan heb ik dus verder gewoon goed en probleemloos getraind, en dat is ook zo. De aanloop heeft zelfs al wat mooie dingen opgeleverd: meteen op de eerste zaterdag van het jaar liep ik mijn snelste 10 kilometer in jaren, voor zover ik me kan herinneren mijn op-één-na-snelste ooit, en dus een Sara-PR, zoals dat heet: snelste sinds ik 50 ben. Erna ging ik met manlief en Nicole op de foto, alledrie in Sportkunstenaar-tenue:

Met z'n drieën in knalroze shirts

Twee weken later, op mijn 53e verjaardag, liep ik zelfs een echt heus PR: mijn snelste 15 kilometer ooit. Ik postte hier al: er is hardloophoop! Het was toen wel schitterend weer, dat moet gezegd: het was, op vorig jaar in Nieuw-Zeeland na, mijn zonnigste verjaardag ooit. (Leuk was dat ook manlief aantoonde dat ‘age is just a number’: hij werd, op z’n 61e, 2e, tussen kerels van 33 en 22!)

Ik ben dus erg tevreden met hoe mijn trainingsschema heeft uitgepakt. Ik omschreef dat in december, in het kort: veel aandacht voor techniek, 1 lange, rustige duurtraining op gevoel, 1 middellange training met intervallen van 1 km op halve-marathonsnelheid, 1 korte training met kortere intervallen royaal boven die snelheid, en af en toe een wedstrijd. Die korte trainingen heb ik een aantal keren met Nicole gedaan, één keer in de sneeuw:

Nicole en ik in sneeuw met zon

Dat ritme heb ik tot in het nieuwe jaar volgehouden, met daarbij als langste duurloop eentje van precies 2 uur (18,3 km), die me relatief makkelijk afging. Echt een feest wordt zo lang lopen nooit, maar het is zeker wel moeilijker geweest.

De laatste maand was de regelmaat eruit vanwege al die bijzondere weekends. Tussen de twee wedstrijden zat ook nog een zware training: nog een keer 2 uur lopen maar dan in die tijd 20 km, als snelle duurloop, ook nog eens onder zware omstandigheden. Dat was een georganiseerde duurloop van de Road to Rotterdam, dus in een gepacete groep met verzorging. Hier komt mijn ’treintje’ aan:

Groepje lopers op atletiekbaan

Tussendoor deed ik dan alleen maar zo’n korte training. Desalniettemin werd het pittig en net de laatste weken ga ik dat wel voelen, vooral aan m’n hamstrings en zeker de linker. Beide hamstrings moeten harder werken dan voorheen vanwege mijn andere techniek, met een groter accent naar achter (hielopzwaai) en die linker heeft het zwaarder omdat die heup (al jaren) minder lekker meebeweegt (wordt nog steeds aan gewerkt ook, de laatste tijd met een osteopaat). Ik denk dat ik met mijn opbouw maximaal ver ben gegaan, wat sowieso best wel ver is,  want in de zomer kon ik een paar weken niet hardlopen door een achillespeesblessure, en binnen een half jaar van 0 naar 21,1 km is niet niks, maar het is dus prima gegaan.

Goed, en nou dus op naar twee halve marathons, zondag en – in principe – op 22 of 23 februari. Ik had een tijd rond en liefst net onder de 2 uur in gedachten, en met een PR van 1:58:12 is ook dat mogelijk. Ik heb geen idee wat eruit gaan willen komen. En ook als het niet lukt, kijk ik dus toch met tevredenheid terug op het trainen: ik ben nog nooit zo ver gekomen, met relatief weinig (zwaar) werk. Ik heb bovendien met veel plezier getraind. En dat is dus sowieso mooi.

 

Door |2019-02-01T17:43:42+01:001 februari 2019|Loop, Trainer|1 Reactie

Weer eens actiefoto’s

Ik stond er afgelopen week twee keer leuk op. Allereerst bij het Nationale Coach Congres van NLCoach waar ik vrijdag was, hier op de eerste rij tijdens de beste van de workshops waar ik bij was, van Kelly Dekker over ACT in de sport:

In zaaltje met andere deelnemers met tennisbal op muur achtergrond

Ik heb op het congres trouwens niet zo veel nieuws gehoord waar ik zelf wat mee kan voor Sportkunstenaar, maar het was wel een leuke dag, voor een groot deel door het spotten van beroemdheden. Ik reed bijvoorbeeld achter Ronald Koeman de parkeerplaats op en moest nog speciaal stoppen zodat hij rustig kon inparkeren op z’n VIP-plek. 

Zondag heb ik een beetje moeizame tien kilometer gelopen in de dikke mist en restanten sneeuw in Spijkenisse – wel een leuke loop trouwens. Hier doe ik druk-knoppie op de finish, in een okee tijd maar die had wel veel moeite gekost:

Lopen, atletiekbaan, mist en de klok staat op 55:52

(en die haklanding en dat gestrekte been, hopelijk heb ik dat de andere 9999 stapjes niet gedaan!)

Door |2018-12-20T17:30:00+01:0020 december 2018|Loop, Trainer|0 Reacties

Vertellen over Tasmanië en fitheid

Even een schopje, dit is bijna zo ver en er is nog plek!

——————————————————————————————————–

In september ga ik twee keer kort achter elkaar presentaties geven:

  • Op donderdag 13 september verzorg ik samen met drie andere vrouwen hier uit de buurt een avond over wat ontgiften kan doen met je lichaam. Mijn deel gaat over de rol van sport en bewegen. Ik ga vertellen over wat iedereen wel weet: dat bewegen je fitter maakt, in combinatie met detoxen nóg fitter – al moet je er qua afvallen geen wonderen van verwachten. Sporten bij het ontgiften doe je bovendien het  beste weloverwogen. En met plezier! De andere vrouwen vertellen over voeding, massage en cosmetica. Zie hier voor de info.
  • Op vrijdag 14 september vertel ik bij Bike4Travel over hoe gaaf én heftig fietsen op Tasmanië is.

Beide bijeenkomsten zijn gratis, maar je moet je wel even aanmelden. Dat kan via de links, en voor de eerste avond ook rechtstreeks bij mij

Door |2018-09-12T15:50:10+02:0012 september 2018|Fiets, Trainer, Vrouwensport|0 Reacties

Aanpassing zelfbeeld

Op 25 juli postte ik hier al wat over het nieuwe horloge en andere nasleep van de inbraak. De impact is groter (geweest?) dan het daar misschien overkomt: ik ben de tussenliggende weken bepaald niet in goeden doen geweest. Bovendien heb ik mijn zelfbeeld moeten aanpassen.

Ik schreef toen al dat het nieuwe horloge geen goede waardes gaf met de vermogensmeter, die ik nog maar net een week wel probleemloos had kunnen gebruiken. Ik heb er in de tijd daarna een heleboel tijd in gestopt en frustratie over gehad, totdat uiteindelijk van beide kanten bleek dat er net een compatibiliteitsprobleem zit tussen de nieuwere Suunto’s en Powertap. Ik ben ervoor met de vermogensmeter bij TriPro, de verkoper ervan, langs geweest en ook de Suunto-importeur kreeg het uit Finland bevestigd.

Dat was even slikken, want op de Suunto-site stond anders, en ik was gehecht aan Suunto en aan het achterliggende online logboek Movescount. Inmiddels heb ik me daaroverheen gezet, ik heb een boel reviews gelezen,  informatie gezocht, geld geteld en de balans opgemaakt – en toen bij TriPro een ander horloge gekocht, een Coros Pace.

Coros Pace blauw

Die geeft wel weer goede waarden met de Powertap, het heeft verder ook een paar sterke punten maar ook een paar tegenvallers.

Even de details over de horloge-vergelijking, voor wie het interesseert – je kan dit cursieve stuk ook overslaan.
De sterke punten van de Coros Pace ten opzichte van beide Suunto’s (de gestolen Ambit 2S en de inmiddels teruggestuurde Spartan) zijn het lichte gewicht, het display, de hartslagmeting aan de pols, de levensduur van de batterij, het bedieningsgemak en de hardloop-metronoom.
Tegenvallers zijn dat er geen stopwatch op zit, dat je geen andere sporten kunt registeren dan de drie triathlonsporten (dus geen krachttraining bijvoorbeeld), en dat je het backlight niet op het horloge zelf kunt instellen – door dat laatste zat ik gister in de bioscoop (steengoeie film trouwens) elke keer als ik ging verzitten met een lichtje aan mijn pols. Je kunt het backlight sowieso niet met een knopje bedienen, het gaat aan door beweging, of anders is het helemaal uit.
De open-water-GPS heeft het afgelopen zondag ook nog niet zo goed gedaan, maar dat kan wel eens gebeuren, daar moet ik nog verder mee experimenteren. Start en finish waren op dezelfde plek en ik ben niet over stukjes land heen gezwommen – het is een soort mirakel dat hij als totale afstand nog in de buurt is gekomen van de 2,5 km die het volgens de organisatie was. (Leuke en gezellige zwemtocht trouwens!)

GPS track met start en finish ver uit elkaar
Overigens maakte de Suunto Spartan helemaal een potje van open water zwemmen – ik leek daarmee wel straalbezopen:

Lijkt wel dronken - GPS
Terug naar de Coros Pace. Daarvan  vind ik het logboek niet zo handig: het is alleen een app op de telefoon en dat is priegelig, je kunt er niks bijschrijven, hij geeft geen gemiddelde hartslagen per interval en hij zet het vermogen niet door naar Strava – waar ik mee begonnen ben om het gemis van Movescount te compenseren. Strava geeft de gemiddelde hartslag wel, maar dus weer niet het vermogen. Dat betekent dat als ik testjes fiets, ik de app naast Strava moet leggen, dat is niet zo elegant. Gemiddelde hartslag per interval is bovendien zo basaal dat ik het raar vind dat de app het niet geeft – moet ik nog even achteraan, of dat aan te passen is.
Wat ook nog verder uit te zoeken is, is dat de vermogensmeting toch ook nog lijkt te haperen. Ik zie dan tijdens het fietsen op het horloge een tijd lang dezelfde waarde, en in de vermogensgrafiek in de app een recht streepje. Dat gebeurde zaterdag vier keer in een uur. Ik ga zometeen opnieuw proberen en als het weer zo is, ga ik TriPro maar weer eens bellen…
Het lastige is dat ik de vermogensmeter ook nog maar heel kort heb, sindsdien aan het klooien ben, en dus niet precies weet wat ik kan verwachten.

[ Edit paar uur later: het is nog steeds zo, van die haperingen in de vermogensmeting, ik heb er nu een screenshot van weten te maken, het gaat om die vier rechte streepjes:

Grafiek met horizontale stukjesBovendien raakte het horloge in de Beneluxtunnel, waar ik ‘hill repeat’-intervallen in doe, het GPS-signaal kwijt, weer wat nieuws… ] 

De Suunto moest op tijd retour en zo had ik vorige week een paar sporthorlogeloze dagen. Die noopten me om mijn zelfbeeld aan te passen. Waar ik mijn telefoon soms rustig urenlang kan vergeten en mezelf als totaal niet verslaafd beschouw en sowieso dus niet zo afhankelijk van gadgets, heb ik het zonder sporthorloge moeilijk.

Een deel daarvan heeft recht-toe-recht-aan met de inbraak te maken: de lege pols en het gehannes met de vervangers confronteert me elke keer daarmee. Wat zou ik het graag achter me laten.

Ik ben me er bovendien ook wel van bewust dat ik eigenlijk het liefst gewoon het gestolen horloge terug wil, en de noodzakelijke verandering dus nog niet helemaal accepteer, zeker niet als ik daar dik 200 (de Suunto Spartan) of bijna 300 (de Coros Pace) euro voor neertel.

Maar het gaat verder dan dat. Zonder sporthorloge was ik voor mijn gevoel álle houvast kwijt. En ik heb al zo weinig houvast, c.q. ik ervaar al zo veel controleverlies de afgelopen tijd. De inbraak natuurlijk, maar er is meer. Ik heb een fikse opeenstapeling van pech en ander gedoe gehad.  

Hier komt een opsomming van wat er allemaal tegen heeft gezeten sinds we terug zijn van Down Under – wie daar geen zin in heeft, kan deze cursieve opsomming overslaan:

  • Mijn Afrika-fiets was total loss en inmiddels vervangen/verbouwd.

  • Ik heb in het tweede kwartaal knetterhard gewerkt, wat ook voordelen had want ik heb een recordomzet gedraaid die welkom was na vier maanden zonder inkomsten, maar samen met de onbezoldigde dingen én het uitwerken van de ideeën voor mijn activiteiten als trainingsbegeleider was het wel veel.

  • Van het uitwerken van die ideeën heb ik de vruchten nog niet kunnen plukken omdat het niet is gelukt om de website al in de lucht te krijgen. Het laatste wat ik heb gehoord van mijn webbouwer was ‘ik maak het volgende week op mijn vakantie-adres af, als de wifi daar goed genoeg is’. Dat was eind juli.

  • Thuis: er ging een koelkast stuk en onze koffiemachine en mijn e-reader; de combi-magnetron is op sterven na dood. Het lukt niet om een uitvoerder te krijgen voor het opknappen en vocht-bestendiger maken van onze gevel, wat wel echt gaat dringen.

  • We zijn nog bezig met de afhandeling van de inbraak. Zo is het raam in de achterdeur nog een plank, want onze klusjesman ging net op vakantie toen de nieuwe ruit geleverd werd. We hebben ook nog maar net de lijst met gestolen spullen aangeleverd bij politie en verzekering,en we weten dus ook nog niet wat we terugkrijgen van die laatste; we houden rekening met een fikse financiële schadepost. We hebben ook nog geen nieuwe camera, dus foto’s maken is behelpen met de telefoons. Nouja, en dat sporthorloge-gedoe dus, dat was een grote tijd- en energievreter de afgelopen weken.

  • Buitenkunst was er lekker een weekje tussenuit eerder deze maand, maar ook pittig. Ik had een lichte blaasontsteking ofzoiets waardoor ik twee nachten weinig sliep, de hoosbui die een einde maakte aan de hittegolf zette m’n tent onder water en de workshop was geen onverdeeld succes. (gelukkig was het wel gezellig).

  • Fysiek deel 1: achillespeesblessure. De stress van de inbraak was daarin geschoten – m’n kuitspieren stonden zo strak als snaren, c.q. ze waren zo hard als beton. 2,5 week lang kon ik helemaal niet hardlopen, sindsdien heb ik een paar keer okee gelopen, tot 4 km, maar gister ging het ineens weer een stuk minder, bleef ik weer op 4 moeizame kilometers steken en vandaag is de pees weer wat gevoeliger. Tsja, herstel is geen rechte lijn omhoog, dat snap ik ook wel, maar leuk is anders. De september-triathlons, twee kwarten nog, kunnen wel eens in DNF’s eindigen, waarmee het triathlonseizoen wel heel mager wordt, en ik durf ook nog niet zo goed plannen te maken voor volgend jaar. Eerst moet die blessure echt over zijn. Dat gáát zo’n blessure ook, alleen naar mijn smaak te langzaam natuurlijk. 

  • Fysiek deel 2: De kermis die overgang heet. Nadat ik dit voorjaar een keer na 2 weken alweer ongesteld was, is het net hiervoor 10 weken weggebleven. In die tijd heb ik de hartkloppingen gehad die tot ijzer bijslikken leidden, ik schreef daar eerder over, ze zijn er nog steeds af en toe. Plus voor het eerst serieuze opvliegers. Die werden langzaam-maar-zeker frequenter en heftiger, met die bloedhete dagen eind juli als hoogtepunt – toen heb ik meermalen zitten druipen van het zweet en dat vrat energie. Een paar dagen daarna verdwenen ze ineens weer helemaal, wat fijn is natuurlijk, maar wel aangeeft hoe grillig het allemaal is. Een opvlieger als zodanig is al iets wat je overkomt, en hun komen en gaan is dus tot nu toe ook onvoorspelbaar. Sinds ze zijn gegaan voel ik me redelijk okee, maar niet topfit – beetje moeïig soms.

  • Fysiek 3 of 2b: Last van vingergewrichten. Eentje is ontstoken en een ander is al een paar keer uit de kom geweest. Veel last heb ik er niet van, maar het is wel vervelend. Ik heb af en toe ook zere voeten vooral ’s ochtends, maar ik denk inmiddels dat dat een soort spierpijn is van het heftige rekken van m’n kuiten vanwege de achillespeesblessure (de ’traptree-oefening’). Daarvoor ben ik wel even bang geweest dat ik misschien reuma of artrose aan het ontwikkelen was, maar daar ben ik nu wel weer gerust op. Mogelijk ook een overganskwaaltje?

  • Fysiek 4 of 2c: Hartslagonduidelijkheid. In juli daalde mijn al jarenlang stabiele rusthartslag plotseling, met vier à vijf slagen (van 50 naar 45). Een effect van het extra ijzer? Ook iets hormonaals? Ik kan er googlend niks over vinden. En daalt dan m’n omslagpunt ook? Het omslagpunt dat in mijn laatste maximaaltesten bepaald is, 149, haal ik op de fiets niet. En/of ligt m’n omslagpunt sowieso lager op de triathlonfiets dan op de gewone racefiets – op die instellingen doe ik die testen? Ook dat vind ik nergens. Ik had net m’n trainingsaanpak veranderd: spinning vervangen door twee korte maar intensieve fietstrainingen. Maar zo heel intensief zijn die dus niet, althans, niet qua hartslag. Lopen kan op het ogenblik nauwelijks, dus train ik dan wel intensief genoeg om in vorm te blijven?

  • En oja, het was natuurlijk bij vlagen snik- en snikheet, in deze extreme zomer. Daarom hebben we bijvoorbeeld een gepland dagje fietsen in Limburg vorige maand maar uitgesteld – naar volgende week, hopelijk komt dat goed.

  • Enne… terwijl ik dit zit te schrijven, komt Henk thuis met nieuws over droevige familieomstandigheden.

Ik kan het allemaal relativeren. Het zijn geen wereldrampen, veel is alleen maar materieel, het was allemaal leerzaam (ik ben bijvoorbeeld ineens heel deskundig op het gebied van triathlon-sporthorloges) en het meeste heeft vooral tijd nodig en voorzichtig zijn met mezelf, en er waren ook leuke dingen.

Maar het is wel véél allemaal. Af en toe werd het me de afgelopen tijd zelfs een beetje te veel. Te veel om nog te trainen bijvoorbeeld – als dat als ‘moeten’ gaat voelen, kan ik het beter laten.

Dan ben ik wel eens bang dat ik aan het instorten ben.

Dat is niet zo. Mijn vorm van de dag fluctueert  sterk, maar dat doet-ie al jaren. Verder is er niet zo veel aan de hand.

Ik heb een paar weken terug zonder veel moeite mijn snelste 400 meter ooit gezwommen, in 7’33. Dat kan ik nog wel zien op de zwembadklok. Maar afgelopen zaterdag had ik er de nieuwe Coros voor nodig om te zien dat ik nog hetzelfde vermogen trap als half juli.

Zulke bevestiging is welkom op het ogenblik.

Ben ik toch gadget-afhankelijker dan ik dacht.

 

Door |2018-08-21T18:04:41+02:0021 augustus 2018|Fiets, Loop, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Zwem|2 Reacties
Ga naar de bovenkant