Loop

Lessen van twee kustpadwandelaars

Ik heb net een boek gelezen waarin een lange-afstandswandeling centraal staat: Het zoutpad, van Raynor Winn. Ik kreeg het van twee vriendinnen (los van elkaar) aangeraden toen ik vertelde dat het lopen van een kustpad op de Britse eilanden hoog op onze vakantie-verlanglijst staat. Het gaat dan ook over zo’n kustpad: het South West Coast Path.

Beiden vonden het de moeite waard en raadden het me aan, maar met voorbehoud: ze waren er allebei niet laaiend enthousiast over.  Dat snap en deel ik: ik vind het niet heel goed geschreven, waardoor ik de heftige inhoud wel begreep, maar niet voelde. Wel kreeg ik er de wandelkriebels van: heuse Fernweh.

Er zaten bovendien twee draadjes in die ik interessant vond in het licht van het boek dat ik zelf aan het schrijven ben over sporter blijven op leeftijd. (Dat ligt overigens op dit moment bij proeflezers, onder de voorlopige titel ‘Sporter ben je, sporter blijf je’.  Ik had hier geloof ik ook nog niet ‘hardop’ gezegd dat de uitgeverij Walburg Pers wordt, hè? Bij dezen!):

  • De twee hoofdpersonen, allebei 50+, hebben het aan het begin van het wandelen ontzettend zwaar. Ze wijten dat nogal aan ‘de leeftijd’, zo van: jonge mensen kunnen dit veel beter hebben, wij zelf vroeger ook. Ik zat toen al te denken: dat is niet de leeftijd, dat is de ongetraindheid, de jaren van onvoldoende beweging (en grote stress en zorgen) die hun tol vragen. En dan word je zonder rustdagen bovendien niet beter. Dat zat ik bijna tegen het boek te roepen: neem nou eens een dagje rust. Als je vanuit niets ineens heel veel gaat wandelen, elke dag, krijgt je lichaam onvoldoende kans om te herstellen. In plaats van beter wordt het dan alleen maar steeds moeier.
    Ik kreeg gelijk. Ze gaan er op een gegeven ogenblik een tijd tussenuit en merken dan daarna dat ze inderdaad veel sterker geworden zijn en dat het lange wandelen hen ineens veel makkelijker afgaat. Zie je wel: niks leeftijd. Gewoon een kwestie van goed trainen: jezelf prikkelen én rusten. Dan kun je op je 50e nog ongeveer net zo veel als op je 18e.
  • De man van het stel heeft een ernstige, degeneratieve ziekte, CBD. Hij slikt daar zware medicijnen voor en heeft van de artsen gehoord dat hij het ‘kalm aan’ moet doen en zeker niet al te lang moet wandelen. Al na een paar dagen op het pad stopt hij met de medicijnen, onder andere omdat het zijn geest te veel beïnvloedt. Hij gaat dan door een moeilijke periode, maar voelt zich daarna beter dan in heel lang, met minder pijn. Na de herstart ervaart hij het opnieuw: dat vele wandelen doet hem goed. De artsen blijven er echter maar op hameren dat hij het ‘kalm aan’ moet doen, ze vinden het gekkenwerk wat hij doet.
    Die ‘kalm aan’-boodschap, daar komen artsen al gauw mee. Ik begrijp dat wel: ze willen dat je voorzichtig bent. Maar ik vraag me af of het advies wel onderbouwd is. Ik bedoel: ik kan me voorstellen dat er geen onderzoek is naar het effect van elk dag urenlang lopen met een zware rugzak (volledige bepakking voor wildkamperen!) op het verloop van CBD. Misschien is dat echt wel beter dan ‘kalm aan’, wie weet. Of misschien zijn er grote individuele verschillen in wat optimaal is? 
    De ‘kalm aan’-boodschap horen ouderen ook veel, en als je er gehoor aan geeft, verouder je harder dan nodig is. Daarover gaat straks hoofdstuk 1 van mijn boek.

Marianne, bedankt voor het lenen van het boek!

 

Door |2022-06-02T19:21:19+02:002 juni 2022|Boeken, Loop|0 Reacties

Het seizoen gaat van start!

Vorige week liet ik mijn gedachten eens gaan over hoe ik ervoor stond, een week voor mijn eerste triathlon van dit seizoen, morgen: de kwart in Ter Aar. Ik kwam tot de conclusie dat dat best goed was: ik heb er zelden of nooit over de drie sporten gemiddeld zo goed voor gestaan aan het begin van het seizoen.

Ik ben in elk van de drie sporten al eens beter geweest, maar zo met z’n drietjes gelijk op en in balans, dat kan ik me niet heugen. Dat is immers best lastig aan triathlon. Meestal stort ik me in het voorjaar zo enthousiast op het fietsen dat de andere twee sporten daaronder lijden. Nu klopte de totale balans – ik heb vorig jaar wat geleerd op dat gebied.

Dat wil zeggen dat ik relatief weinig heb gefietst nog. Ik heb vooral nog niet zo veel echt lange dingen gedaan. De 100 kilometer nog niet aangetikt bijvoorbeeld, al lag dat ook wel aan de omstandigheden van de langste ritten (voorbeeld: alles tegenwind op een trage fiets met een zware tas achterop). Maar de trainingen waren wel goed: relatief veel intensief. Zoals altijd komt de fietsvorm dan vanzelf, lijkt het wel – dat zag ik aan mijn vermogensmeter.

Toen ik een paar weken geleden ook nog een nieuwe ketting en cassette op mijn triathlonfiets had, was daar ineens ook een boel extra snelheid. Dat had ik dus eerder moeten doen, dat had gescheeld bij m’n tijdrit vorig jaar, waarvan ik vond dat de snelheid achterbleef bij het vermogen. Maarja, vorig jaar waren er geen onderdelen. 

Over het zwemmen schreef ik onlangs al, dat had ik in die drie maanden niet beter of meer kunnen doen dan nu. Hardlopen heb ik goed kunnen onderhouden op de halvemarathontraining van de winter. Daar kwam toen misschien niet uit wat ik ervan had gehoopt, maar ik heb wel een goede basis gelegd. Ik heb voor verderop in het seizoen nog langere plannen dan een kwart (namelijk: een 1/3e triathlon en toch nog een halve marathon), dat motiveerde om wat langere duurlopen te blijven doen, van dik anderhalf uur (voorbeeld: de lekkerste van de laatste tijd). Dat ging allemaal probleemloos, hooguit kon ik merken dat die duurlopen wat harder aankomen op mijn benen nu ik ook weer meer fiets. Ik ben bepaald niet op m’n snelst nu, maar dat hoeft ook niet voor een triathlon.

Ik realiseerde me ook dat deze stand van zaken best wel goed is, gezien de omstandigheden. Het was niet de makkelijkste tijd. Na weer een taaie coronawinter moest ik wennen aan zo abrupt terug naar normaal, ik schreef daar eerder over. Mijn werk is veeleisend op het moment vanwege wat ‘gedoe’ op diverse fronten (het meest recente was het crashen van m’n Outlook, met daarin mijn archief van lopend werk, dat heeft me afgelopen week in totaal bijna een werkdag gekost) in combinatie met dat er ook nog een boek af moet eind augustus (dat gaat zonder gedoe, maar houdt me wel bezig natuurlijk). Ik vind een aantal ontwikkelingen in de wereld nog steeds zorgelijk, en mijn schoonvader heeft niet lang meer te leven, wat vooral veel van Henk vraagt maar mij ook niet onberoerd laat. Daarbij had ik ook nog een paar slechte nachten. Er was ook een boel leuks, gister nog bijvoorbeeld, maar ik vind toch dat ik mezelf best een schouderklopje mag geven voor hoe ik heb weten door te trainen. Nouja, dat wíl ik juist ook heel graag als het moeilijker is, want sporten is gewoon fijn. Maar toch.

Wat ik me vorige week ook nog realiseerde, is dat ik één steek had laten vallen: voeding uitproberen. Ik had de indruk dat bij die twee mislukte halve marathons dat een rol kan hebben gespeeld: mogelijk zakte na de gel en/of de sportwinegums m’n energie weg. Verdraag ik die niet meer zo goed? Dat had ik nader willen onderzoeken en dat ben ik vergeten. Morgen maar op safe spelen. Ik vond gelukkig nog één fruitreepje voor tijdens het lopen, onder in een tas, beetje verkreukeld.

Okee, tot zover de stand van zaken vorige week. Ik had er zin in: ik wilde er weer een echte Ter Huh van maken. Ik ben drie keer eerder gestart in Ter Aar en drie keer dacht ik huh toen ik over de finish kwam: huh, zó snel? Het was alledrie de keren een PR, en dat eerste, op de kwart in 2014, dat staat nog steeds. 2014 klinkt als mijn triathlon-prehistorie: ik ben beter gaan zwemmen, ik heb een snellere fiets en zo veel meer ervaring. Ik ben sindsdien ook al echt wel beter geweest op de kwart, maar dan op een trager parcours. Het zou moeten kunnen dus, een PR, ook al ben ik acht jaar ouder. Zeker omdat de weersverwachting goed was.

En toen… werd ik verkouden. Voor het eerst in meer dan twee jaar en drie maanden, een ongelofelijk record, ik schreef ook daar eerder over. Het is niet erg, het is voor mij een mild verkoudheidje, dus ik kan er niet mee zitten, behalve dan dat de timing voor morgen slecht uitkomt. Ik ga er sowieso heen, ook omdat Nicole met me meerijdt. Ik denk dat ik ook ga starten. Maar of er dan uitkomt wat ik eigenlijk had gehoopt?

Deze week heb ik dus extreem rustig gedaan: geen tapertrainingen voor fietsen of lopen, sinds dinsdag alleen maar een paar keer rustige yoga. Dat voelt wat onzeker, maar ik weet ook wel dat het op het totaal nauwelijks uitmaakt natuurlijk.

Het frappante aan dat oude PR is dat ik in de week daarvoor ook verkouden was. Heftiger dan nu zelfs. Het zat er iets verder voor wel, en ik voelde me op zaterdag alweer beter dan vandaag, begrijp ik uit mijn logboek. Uiteindelijk had ik er toen alleen bij het zwemmen last van, van slijm in mijn keel, herinner ik me. Ik had er toen uiteindelijk voor mijn gevoel baat bij dat ik de hele week rust had gehad. Ik ben benieuwd hoe het morgen gaat. Alles is goed eigenlijk.

* * *

Ondertussen realiseer ik me ook hoe bijzonder het eigenlijk is om in mei te kunnen schrijven ‘het seizoen gaat van start’. De afgelopen twee jaar kon dat niet. Vooral morgen daar ook van genieten dus. De tas is gepakt, de spullen liggen klaar:

 

 

Door |2022-05-21T11:27:16+02:0021 mei 2022|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Mooie sportdag in Zeeuws-Vlaanderen

Ik heb afgelopen zaterdag een bijzondere sportdag gehad in Zeeuws-Vlaanderen. Manlief liep daar de marathon, twee weken na Rotterdam, het was een doorgeschoven inschrijving uit 2020. Hij twijfelde tot donderdag maar hij voelde zich goed en zou kalm aan doen en van het parcours genieten.

Dus ik heb hem ’s ochtends in startplaats Hulst uit de auto gezet, ben doorgereden naar finishplaats Terneuzen en heb daar zelf gelopen: de ‘afwachtingsloop’, 10 kilometer, met start en finish op de finishlijn van de marathon.

Ons parcours was helemaal aan de buitenkant van de dijk van de Westerschelde, mooi uitzicht, maar dus eerst pal tegen windkracht 5 in naar het oosten buffelen, keren en dan terug wapperen:

Negatieve split gegarandeerd: ik was 3 minuten sneller op de terugweg!

Ik ben relatief slecht in tegenwind, had niemand om achter te schuilen want het was maar een klein loopje (35 deelnemers op de 10, nog zoiets op de 5). Op de terugweg kon ik zo een stuk of zes lopers inhalen, dat is altijd wel leuk natuurlijk. Desalnietemin geen snelle 10, het was ook nog eens iets te lang (de speaker noemde het een kwart marathon, maar zo lang was het niet – wel net iets langer dan 10 kilometer). Maar ik heb lekker gelopen en werd 5e van 12 vrouwen, als oudste deelneemster ???? Als aandenken kregen we een mooie zeegroene handdoek, erg leuk:

Daarna kon je douchen in het sportcentrum met de briljante naam ‘Vliegende Vaart’ 😆  Mooi centrum, groot zwembad ook. Dat was een stukje lopen (2,5 km), vond ik wel leuk (leuker dan de pendelbus): ontdek-je-plekje Terneuzen. Het was geen heel verheffende route, maar met wel een klein stukje intens voorjaarsgroen:

Het was voorjaar, luid en duidelijk:

 Ik was maar net op tijd terug om manlief te zien finishen, met een mooie medaille:

Hij was maar 10 minuten langzamer dan in Rotterdam en had eigenlijk lekkerder gelopen dit keer. Inderdaad een mooi parcours, veel onverhard. Wel warm ook.

Ik vond het een prettig evenement, met een aangenaam relaxte sfeer. Het is allemaal heel kleinschalig: marathon met 750 deelnemers; aan de kidsrun die ik zag starten deden er maar 7 mee. Klein maar fijn!

We zijn daarna nog wezen eten in Phillippine. ’s Avonds moe maar voldaan terug thuis!

 

Door |2022-04-28T18:51:01+02:0028 april 2022|Loop|0 Reacties

Paasthuistrainingskamp, editie 3

In 2014 en 2015 deed ik in het lange Paasweekend iets wat ik ’thuistrainingskamp’ noemde. (In 2014 had ik nog geen blog, in 2015 schreef ik er twee stukken over: tijdens en na.) Dit jaar leek dat me ook wel weer wat: de laatste tijd was het zoeken naar regelmaat en structuur in het trainen en het seizoen nadert met rasse schreden. Het leek me fijn om een paar dagen prioriteit te geven aan het trainen. Zeker toen het weerbericht zich zo gunstig ontwikkelde!

Ik kon er zes dagen van maken: donderdag lukte het ook al om overdag wat langer te trainen en morgen komt er ook nog achteraan. Anders dan in die vorige twee jaren heb ik niet alleen maar veel gefietst. Ik had juist behoefte aan een allround programma: de drie sporten én yoga, zowel lang en rustig als kort en hard. Daardoor werden het gemiddeld per dag minder uren dan in die eerdere jaren, maar het was wel leuk en goed. 

Het was wat puzzelen om een goed gedoseerd programma op te stellen, met de trainingen die ik wilde doen in samenhang met de openingstijden van de zwembaden en met wat er verder leuk (Parijs-Roubaix, mijn lievelingskoers, kijken!) en nodig (donderdag en dinsdag werk, daartussen huishoudelijke klussen en werk aan het boek) was, maar dit werd het:

  • Donderdag: de eerste brick-training van het seizoen: eerst een uur fietsen op de triathlonfiets met langere intervallen net onder FTP, daarna 13 km rustige duurloop, in de stralende polder Schieveen, met kwetterende vogels en alles groen – heerlijk gelopen.
  • Vrijdag: 50′ zwemmen (techniek) en 2u40 rustige duur op de racefiets, lekker zwerfrondje over Putten, langs het Spui en de Bernisse, onder andere genoten van het koolzaad in bloei:

  • Zaterdag: de tweede brick-training van het seizoen: iets langer op de triathlonfiets, met power-intervallen (maximaal omhoog op de macht) in de Beneluxtunnel, op de viaducten van Pernis en de Botlekbrug (de eerste van het seizoen – oef, daar heb ik nog wat werk aan de winkel), daarna 45′ hardlopen met intervallen van 300 of 400 meter.
  • Zondag: paaszwem en paasyoga. Zwemmen: uurtje techniek, met kinderliedjes op de achtergrond want het was tegelijk ook peuter-zwemmen. Yoga: uurtje rekken en strekken met yoga (relatieve hersteldag)
  • Maandag: paasloop en paascore. Eerst de 10 kilometer Paasloop in Numansdorp. Die bepaalde de planning nogal: ik wilde in deze tijd ergens een keer een lekkere tien lopen, en dat kon dus vandaag in Numansdorp, te combineren met een bezoek aan pa, Henks vader die daar woont. Dus dan moest de dag ervoor rustig en met altijd een dag ertussen ‘moesten’ de andere hardlooptrainingen op donderdag en zaterdag, en de dag erna niet meer iets intensiefs. Het was een leuk klein loopje, met inschrijven in een school:

Het lopen zelf ging goed. Het was stralend zonnig weer, maar wel warm, met een droge lucht en ook nog wel een duidelijk voelbaar windje. Het parcours was wel grappig: eerst door de velden van de Hoeksche Waard, een keerpunt in het niks, en op de terugweg nog een extra rondje door het industriegebied. Ik finishte in 54’07, maar het was wel iets te kort. Voor zo’n ’tussendoortje’ prima. Manlief deed ook mee, hij had z’n camera bij zich en zette me dus een paar keer op de foto: voor de start, net voor het keerpunt, op tweederde ongeveer en in m’n eindsprint (let op de mooie bloesems):

En daarna dus op bezoek bij pa:

En nog later 48′ core stability training (ook yoga: kracht en een beetje rekken).

  • Vandaag ben ik op de fiets naar Amsterdam gegaan, waar ik om half 4 moest zijn voor werk. Met een omweg via de bollenvelden,  90 kilometer. Op de Afrika-fiets (want spullen mee), met wat moeie benen van gisteren, en met steeds hardere tegenwind – bij Schiphol was ik dat wel een beetje zat. Er 4u45 over gedaan, mijn langste rit tot nu toe dit seizoen. Het was daarna even haasten om me om te kleden enzo, dus wel wat gedoe, maar al met al was het toch wel erg leuk zo. Ik maak deze blogpost af in de trein terug naar huis.

 

Ik heb alles kunnen doen wat ik had gepland. In totaal was het zo’n 17 uur en drie kwartier, als je alles meetelt, dus ook stadsfiets en yoga. Ik ben nu wel een beetje moe, allround, dat is wel een lekker gevoel. Met ook goed eten, net wat langer slapen, een boel rust toch ook nog en al dat mooie weer waren het heerlijke dagen! 

Door |2022-04-19T19:05:32+02:0019 april 2022|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Project daglicht jaargang 2 √

Met het ingaan van de zomertijd heb ik de tweede jaargang van #projectdaglicht volbracht: in de wintertijd elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal minstens zeven uur per week. Het is weer gelukt, ik vond het makkelijker dan vorig jaar. Ik heb daar drie redenen voor bedacht:

  • De corona-omstandigheden waren minder taai. De lockdown duurde maar kort en daarna kwamen uiteindelijk drastische versoepelingen. Als ik alleen al naar het lunchzwemmen kan, is dat 2X10′ stadsfiets-daglicht, en de laatste weken fietste ik zelfs naar het station om naar opdrachtgevers toe te gaan en naar etentjes in Den Haag – dat soort dingen, die vorig jaar onmogelijk waren.
  • Het weer was beter, vooral de laatste weken: de zonnigste maart ooit. Wat was dat lekker, zeg! Ik heb zelfs al royaal buiten gezeten: op terrasjes, en thuis bij de lunch en koffie. Februari was wat taaier, met al die storm en regen, maar daarvoor was het vaak ook prima buitenweer. Hooguit zo grijs dat ik me afvroeg wat ‘daglicht’ eigenlijk was, maar goed.
  • Ik liep langer hard, door te trainen voor een halve marathon, vorig jaar tien kilometer. Die lange duurlopen voegen aardig wat daglicht-uren toe.

Ik heb dus veel minder vaak speciaal een ommetje moeten maken om aan het daglicht van de dag of het totaal aantal uren van de week te komen. Desalniettemin was het wandelen ook weer de moeite waard. Hier zijn een paar wandelfoto’s van de afgelopen tijd.

Reeuwijkse plas, januari, met Bastiaan

Stormschade in Park Zestienhoven na Eunice

Gewoon op het Veerhuiseiland – ben ik minder geweest dan vorig jaar, maar blijft leuk

De Schiedamse ijsvogel, afgelopen vrijdag, ommetje met Arno en Marjon – foto van Marjon

Weer een corona-winter goed doorgekomen dus. Net als vorig jaar voel ik me voor maart goed, beter dan gemiddeld. Beetje hooikoorts, meer dan vorig jaar, dat is het effect van de zachte winter. Nog steeds covidloos, ben ik blij mee. Het is wel duidelijk drukker dan vorig jaar, ik zit al af en toe weer te puzzelen met m’n agenda, dus het werk op de openingstijden van het zwembad leggen enzo. Dat is ook lang geleden! Maar al met al komt wel de betere tijd van het jaar er weer aan, en dat is fijn.

 

Door |2022-03-27T21:23:18+02:0027 maart 2022|Loop, Triathlon algemeen, Waarom|0 Reacties

Eindelijk!

Ik vond een zwemloop altijd een nogal masochistische bezigheid: fietsen is immers m’n beste en dierbaarste sport van de drie, en net die doe je dan niet. Ik had ooit eens één kort informeel zwemloopje gedaan in buitenwater op een trainingsdag van de Vrouwentriathlon, dat was toen toch wel leuk.

Al jaren wilde ik een keer toch zoiets masochistisch doen maar dan op een voor mij bijzondere plek: in mijn geboorteplaats. Zwemmen in het mooie Vrijburgbad waar ik sowieso wel eens kom en dan lopen daar in de buurt, net een stukje Vlissingen dat ik niet zo goed ken.

Aan de hand van mijn logboek kan ik nagaan dat ik tussen 2016 en 2019 nooit kon op de dag van de Zwemloop Vlissingen. In 2020 stond ik ingeschreven, maar toen kwam corona ertussen, en ook vorig jaar ging het niet door. Gister was het dan ein-de-lijk zo ver.

Manlief en ik hadden allebei gekozen voor de korte afstand: 500 meter zwemmen, 5 kilometer lopen. Hij zwemt nooit in het zwembad en dus ook niet buiten het openwaterseizoen en verwachtte met z’n schoolslag als laatste uit het water te komen – en dat was ook zo. Ook ik had gezien dat het niveau hoog was, en mijn zwemconditie is nog niet op peil na de zwembadsluiting van deze winter. Verder gaat het wel al heel lekker, maar een kilometer leek me nog een pleuriseind.

Bovendien had ik geen idee van m’n loopvorm, een week na de frustrerende halve marathon. Ik heb in die week veel rust genomen, voelde me tot woensdag vreemd moe, maar sindsdien opgeknapt – voor mijn gevoel heb ik toch echt wat onder de leden gehad ofzoiets.

Er kwam nog bij dat het met Henks vader niet goed gaat: die ligt sinds vrijdag in het ziekenhuis. Henk wilde toch wel mee, maar het werd een bliksembezoek aan Vlissingen: meteen na de finish terug naar Rotterdam voor het bezoekuur.

Dus met wat mitsen en maren aan de start. Leuk om voor het eerst in het seizoen in de weer te zijn met spulletjes klaarleggen voor de wissel, m’n wedstrijd-zwembrilletje op te graven, talkpoeder in m’n loopschoenen te doen, en een badmuts van de organisatie te krijgen. Het gaat weer kriebelen! De startnummers waren overigens medisch geheim, nouja, de doos:

Toen het zwembad in, heel even kunnen inzwemmen. Beetje gek dat de banen gemengd waren – je had je verwachte zwemtijd moeten op moeten geven, en meestal zijn ze dan gesorteerd met ongeveer even snelle zwemmers. De snelste in mijn baan raffelt 500 meter af onder de 7 minuten, zei hij, en inderdaad kwam hij mij na 100 meter al voor het eerst voorbij. Ik leek vooraf de langzaamste te zijn, ik hoopte net boven de 10 minuten uit te komen. Ik heb de rest dus even weg laten stormen en ben toen steady erachteraan gegaan.

Lekker gezwommen verder, nouja, beetje rommelig is het altijd zo, maar iedereen gedroeg zich keurig. Het vloog voorbij. Als ik in het zwembad een interval van 500 meter zwem, vind ik dat lang en saai. Nu was het zó gebeurd. Ik tikte aan in 10-blank, ben ik blij mee, en een fractie voor een baangenote die kennelijk langzamer had gezwommen dan voorspeld. Ik sprintte haar er in het laatste baantje net uit.

Daarna kwam een buitengewoon trage wissel. Eigenlijk moest je in je baan uit het zwembad klimmen over de rand, maar dat zag ik niet zitten: die rand is net te hoog en ik kan mezelf daar misschien wel net uithijsen, maar dat kost veel moeite en bij zoiets blesseer ik makkelijk m’n hypermobiele polsen, is mijn ervaring. Ik zag dat dus niet zitten – meerdere vrouwen in mijn baan niet, trouwens. Ik ben dus naar het trapje gezwommen. Daarvoor moest ik drie banen oversteken en voorrang geven aan de zwemmers die daar nog bezig waren – waaronder Henk.

Vervolgens was ik even aan het klunzen met m’n spullen en m’n schoenen, zo’n typische net-niet-scherp-wissel. Deels zelf gekozen: vanwege de koude wind wilde ik een shirt aan over m’n natte pakje en ik had gekozen voor mijn lekkerste en snelste schoenen, maar daar kom ik met natte voeten niet razendsnel in.

Enfin, toen gaan lopen en dat ging meteen superlekker: straffe bries in de rug, stralende zon, veel zuurstof in de lucht, en erg leuk: meteen een fietspad op waar ik nog nooit geweest was. Ik zei het nog tegen een mede-loper: ik ben in Vlissingen geboren en getogen en ik kom er nog vaak, en toch was ik precies hier nog nooit geweest. Deels is dat omdat dat hele gebied nieuw is. Ik kan me niet herinneren wat er was toen ik opgroeide – niks, denk ik, weilanden. Ik zette het fietspad na de finish op de foto; rechts is het hek van de sportvelden van onder andere organiserende vereniging Dynamica:

Het was een echt Walchers parcours: langs bunkers, met uitzicht op de Lange Jan, we schampten langs Middelburg en de tegenwind werd gebroken door meidoornhagen. Opnieuw vlogen de kilometers voorbij. Ik haalde zowaar een paar andere lopers in – maar werd al heel gauw ingehaald door manlief, die voor zijn doen best goed had gezwommen. Bij het keerpunt stond een fotograaf (dank!):

En hier komt manlief:

Ik liep in 26:13, dat is voor mij gewoon een goeie 5 kilometer, en finishte in 39’24. Voor mijn gevoel ging het gewoon hartstikke goed allemaal, zo anders dan vorige week, en dat is wel erg lekker. Dus, we gingen dik tevreden op de selfie; die bloempot achter ons is de entree van het zwembad:

Ik vond het heel erg leuk om te doen: het heeft iets speels en flitsends. Beetje kneuterig ook: heel kleinschalig, met een stuk of vijftig deelnemers. Niks-niet masochistisch, voor herhaling vatbaar!

 

Door |2022-03-20T11:15:11+01:0020 maart 2022|Loop, Zwem|0 Reacties

Terug naar de tekentafel

Ook vandaag kwam er op de halve marathon in Dordrecht in de verste verte niet uit waar ik voor heb getraind. Met een tijd van 2 uur 15 heb ik de halve marathon gemiddeld zo ongeveer op duurlooptempo gelopen, maar dat kwam neer op 15 kilometer net wat harder dan dat en daarna mezelf voortslepen tot de finish – eigenlijk net als de vorige keer, met als verschil dat ik toen nog gezellig met Robin kon keuvelen, en nu was het alleen maar een eenzame martelgang.

Ik was wat meer op gevoel begonnen dan de vorige keer, zo van: ontspanning vinden en een prettig tempo, en dan zie ik wel wat eruit komt. Dat was al vanaf het begin langzamer dan de 5’37 die me tot net onder de 2 uur zou brengen, de tijd waar ik voor heb getraind en die ik op basis van m’n recente 5 en 10 kilometers ongeveer zou moeten kunnen lopen. Maar goed, dan maar iets langzamer, geen ramp. Met een tijd rond de 2 uur zou ik tevreden zijn.

Het bleef lange tijd okee voelen maar ik zag al dat m’n tempo terugzakte en ik kon dat ook wel merken aan het ingehaald worden. Nouja, ook nog goed, als ik het maar zou kunnen volhouden. En ook daaraan kwam rond de 15 kilometer een einde. Toen moest ik gaan wandelen en als ik nog wat kon hardlopen, was dat meer dribbelen.

Wel weer wat verklaring: waar het vorige maand hard woei, was het nu heel warm. De gevoelstemperatuur liep zelfs op tot boven de 20 graden. Ik kan daar best aardig tegen, maar ik ben ook nog niks gewend natuurlijk – vorige week in Gorinchem lag de gevoelstemperatuur in de wind nog rond het vriespunt. Waar ik vooral last van kreeg, was van voetenbrand – een pijnlijke gloeiende rechtervoetzool. Dat heeft zeker een deel van m’n energie opgeslurpt.

Dus ja, omstandigheden. Maar het is ook steeds ongeveer hetzelfde, het gevoel dat ik omschrijf als ‘het gaspedaal niet kunnen vinden’: een soort wegzakken van m’n energie, een futloosheid, die lopen tot iets buitengewoon onaangenaams maakt. Die laatste zes kilometer, die waren alleen maar naar. Het wandelen is dan om even te ontsnappen aan hoe k*t het voelt.

Dat blijft toch bijzonder aan hardlopen met mijn lijf, dat kapotgaan van een totáál andere orde is dan op de fiets. Ik voel me nu ook nog brak: m’n benen doen pijn, ik ben licht misselijk en m’n hoofd voelt katerig. Wat ook wel een beetje van de frustratie en teleurstelling is, maar ook wel iets fysieks.

En nu? Ik heb sinds m’n PR in 2015 vijf halve marathons gelopen (nouja, gestart – twee werden een DNF, zo erg was het dit jaar gelukkig niet), plus nog een stuk of vier in triathlons. Het was elke keer een teleurstelling, op die ene keer na in Bocholt dat ik eigenlijk niet had verwacht te kunnen finishen na blessureleed – dus het werd alleen géén teleurstelling als mijn verwachtingen tot het nulpunt waren gedaald. Een goede halve marathon heb ik al in geen zeven jaar meer gelopen. 

Ik weet dus nu niet hoe het verder moet, hoe ik verder wil. Ik heb de afgelopen maanden bijna steeds heel lekker getraind, dat moet ik vooral niet vergeten. Maar ik krijg geen loon naar werken, het wil er niet uitkomen, en ik weet niet of ik het nog aandurf om te starten in een halve marathon of triathlon. Ik weet niet waar ik de moed vandaan moet halen om er wel in te blijven geloven. Me zo voortslepen als in die laatste kilometers, ik heb geen idee waarvoor ik dat doe, waarom ik dat zou blijven herhalen. 

De frustratie is ook nog extra omdat ik tot half januari een aantal maanden lang het gevoel had dat ik beter liep dan ooit – waarvan m’n PR op de 5 km het bewijs was. Waar is dat heen, waarom is het weg? Wat ik kan bedenken, is dat ik misschien een tijdje een soort uitzonderlijk goede vorm heb gehad. Ik schreef er toen over: dat mijn Hb bijvoorbeeld torenhoog was. Ik schreef dat net op de piek, sindsdien heb ik het bij de maandelijkse plasmadonaties langzaam-maar-zeker zien dalen tot voor mij veel normalere waarden. Mogelijk went mijn lichaam aan niet meer ongesteld zijn? Waar niks mis mee is, maar ik ben dus ook niet meer zo niet kapot te krijgen als toen. Ik heb me misschien rijk gerekend?

Wat ik bij m’n mislukte marathon ook al ervoer: de frustratie is erger omdat ik denk dat ik als hardlooptrainer mezelf beter zou moeten kunnen adviseren. Toen raadde ik mezelf aan om de marathon te vergeten. Moet ik mezelf nu aanraden om ook de halve maar te vergeten? Of moet ik mezelf peptalk geven (zie ook wat ik schreef over die keer in 2015 – toen was het daarvoor ook niet allemaal goed gegaan) – een keer gaat het toch wel meezitten?

Kan ik mezelf nog iets aanraden qua training? Ik heb in elk geval niet te weinig gedaan, was het toch te veel, te zwaar? Kan er nog iets beter met voeding, drinken, die schoenen?

Kortom: ik moet echt terug naar de tekentafel. Me herbezinnen over hoe ik verder wil met hardlopen, en bijvoorbeeld ook over of ik het zie zitten me in te schrijven voor een halve triathlon. Ik lees net het commentaar van Robin onder de post over de DNF uit 2019: ik moet nu sowieso eerst m’n emotionele spaarrekening op sportgebied weer aanvullen. Dat gaat de komende tijd prioriteit hebben. Dit zo opschrijven is er al een stapje in.

Wordt vervolgd dus.

En oja, het was ook wel gezellig en een prima georganiseerde loop, met een mooi parcours trouwens, en dus mooi weer – ik krijg al een bruin hoofd!

Naschrift op zondagochtend: ik heb ondertussen beter naar mijn data gekeken, en wat opvalt is dat mijn hartslag gek hoog is geweest in vergelijking met mijn tempo: al na een kilometer liep die op tot rond mijn omslagpunt, en ja, dat kan ik maar een uur volhouden natuurlijk – al zou ik dan een stuk harder moeten kunnen lopen.
Er was dus ‘iets’ aan de hand – die warmte, de hooikoorts, nog iets anders (nee, geen covid, of althans: ik heb vrijdag nog een zelftest gedaan en geen andere symptomen)? Meestal als ik gaspedaal niet kan vinden, blijft mijn hartslag raar laag. Misschien was het dus ‘gewoon’ een slechte dag? Dat geeft wel weer wat hoop.

 

Door |2022-03-12T18:19:49+01:0012 maart 2022|Loop|4 Reacties

Procesevaluatie –> halve marathon (2)

Morgen loop ik de tweede halve marathon van dit seizoen. Vier weken geleden was de eerste, die een leuke dag opleverde maar nog niet zo’n geweldige prestatie. Er is in die vier weken veel gebeurd, bijna meer dan in de maanden daarvoor:

  • De oorlog in Oekraïne natuurlijk. Die houdt me zeker bezig, ik vind het afschuwelijk en verder vooral verwarrend. Gelukkig kan ik het ook loslaten, ik heb er geen last van, slaap er niet slecht van ofzoiets, wat ik om me heen wel hoor.
  • Het weer: we zijn een storm of drie verder, waarvan Eunice ingrijpend was en tot stormschade leidde aan ons huis. Op het hoogtepunt vond ik het ook wel even eng. Daarna was het hordelopen over de omgewaaide bomen. En toen… werd het record-zonnig. Dat heb ik opgezogen als een spons; ik knapte daar merkbaar van op. Hier is een foto van het Parkrun-parcours, de day after Eunice, Parkrun afgelast toen; op alle foto’s hieronder is de zon:

 

  • De corona-versoepelingen. Ik ben weer gaan zwemmen, dat is leuk en gaat verrassend lekker. Ik heb in het algemeen ineens weer een leven: ik ga zelfs af en toe de deur uit voor werk en ik doe leuke dingen, variërend van loopjes tot theater, film en borrelen bij een opdrachtgever. Ik geniet daar met volle teugen van, maar heb ook al een paar keer de incubatietijd afgeteld en daarna opgelucht ademgehaald. Nee, nog steeds geen covid gelukkig. Hier zijn foto’s van de twee loopjes:

Kustcross Walcheren: door de blubber in het bos waar ik als kind ook al speelde

Nicole en ik op een medaille-selfie, na de prachtige Vestingloop Gorinchem – ons eerste weer wat grotere evenement

  • Wat dingen met werk en familie, zowel leuke als zorgelijke en sowieso vrij intensief – voor hier houd ik het daarbij, al komt een leuk dingetje hier binnenkort wel langs hopelijk. Ik moest ook nog halsoverkop naar de fietsenmaker omdat mijn Afrika-fiets na een tijdje stilstaan niet meer in beweging was te krijgen – nog niet opgelost overigens. En ik moet zo nog de deur uit voor een werkmiddag op locatie in Amsterdam!
    Dat ik veel aan mijn hoofd heb, is trouwens niet per se slecht voor mijn prestaties – ik heb wel eens wat ‘overfocus’, en dat is nu zeker minder dan vier weken geleden. Dat is misschien juist goed. Al moet ik dat dus eigenlijk ook juist weer niet verwachten, want ik presteer vaak juist het beste op onbevangen momenten.
  • Ik voel me weer beter. Ik heb af en toe een klein vlaagje hooikoorts, maar waar ik toen een beetje dipje leek te hebben, is dat gevoel van vadsigheid weg, zit ik niet meer scheef, herstel ik merkbaar beter en heb ik voor mijn gevoel meer energie. Niet zoals vorig jaar in de zomer, ik zou denken: ertussenin.
    Alle trainingen gingen goed. Ik had een kleine week rust nodig na die vorige poging, deze week was weer voor het taperen, en zo bleef er net iets meer dan één trainingsblokje van twee weken over: ik deed het reguliere programma (zie die vorige post), met zesde training (die Vestingloop van de foto hierboven, een rustige maar leuke 5 kilometer) en een extra lange duurloop. Samen was dat flink pittig: ik had de herstelweek wel nodig. Aan het eind van die extra duurloop liep ik manlief tegen het lijf die deze actiefoto van me maakte:

Voor mijn gevoel ben ik er opnieuw klaar voor en dus misschien net wat beter dan vier weken geleden. De omstandigheden lijken ook gunstiger: minder wind, zacht. Desalniettemin heb ik geen idee of waar ik voor heb getraind, een tijd rond de 2 uur, er morgen wél uit wil komen. Dat is en blijft bij mij de vraag.

Anders dan vier weken geleden heb ik geen privé-haas, maar is het wel een officieel georganiseerde loop. Dus: op naar Dordrecht!

Door |2022-03-11T09:50:36+01:0011 maart 2022|Loop|0 Reacties

Gastblog Robin over zondag

Robin schreef over ons gemeenschappelijke avontuur zondag een stukje op het Triathlonforum, en dat vond ik zo mooi dat ik hem heb gevraagd of ik het hier mocht doorplaatsen als gastblog. Dat mocht, dus hier komt het:

Ja, dat was leuk met Louise. We kwamen er al heel snel achter dat er onderweg weinig te vertellen was omdat ik al heel veel weet van Louise. Via Strava, de websites en dit forum. Dus het was best wel stil onderweg. Ook de wind deed een duit in het zakje, ik werd toch een paar keer flink opzij geduwd dus praten had sowieso niet zoveel zin.

Maar terug naar het begin. Ik gunde het Louise zo erg dat ze een keer haar doel haalde op de HM. Waarom, omdat ik zelf zo veel moeite moest doen. Ik kon me goed voorstellen hoe ze zich voelde: na de zoveelste poging weer stoppen, daarna weer opladen. De twijfel etc. Halverwege COVID kreeg ik een dialoog met haar over schrijven en adviseren en ze was zo aardig om haar boek hierover aan mij op te sturen. Gratis. Dus de deal was toen al beklonken: ik een boek, zij een haas.

Als voorbereiding had ik het mijzelf wel weer lastig gemaakt. Door mijn Marmotte avontuur op 30 december en mijn cinglé mt. Ventoux avontuur een maand later op 30 januari bleven er maar 2 weken over als voorbereiding. Ik koos ervoor om vorige week op lage hartslag 1u:45min uur te lopen. Die ging goed dus ik wist dat het wel oké zat. Maar ik kneep hem wel want stel je voor dat ik moet uitstappen!

Pas later zag ik dat ik half september mijn laatste HM had gelopen. (Sorry Louise, ik zal het niet meer zo spannend maken een volgende keer)

De route was super. Ik hou er van langs bekende gebouwen en plaatsten te lopen. En ik werd op mijn wenken bediend doordat we langs vliegveld Zestienhoven liepen. Helaas is de naam veranderd. We liepen om het vliegveld heen richting de A13, RWS, mijn oude werkgever is daar flink aan het bouwen. En ik zag de A13 nu vanaf een hele andere kant dan normaal in de auto.

Daarna liepen we langs een kanaal dat van Schiedam naar Delft loopt. Af en toe zag ik waterbouwkundige werken waar ik dan allerlei vragen over had. (Sorry, beroepsdeformatie) Ik herkende ook veel onderweg omdat Louise daar regelmatig foto’s van op Strava plaatst.

Ze had het zwaar rond km 14, we hebben daar even gewandeld en wat gegeten. We liepen inmiddels aan de andere kant van het kanaal richting Delft. Daar hadden we zeker een half uur wind mee en de vaart zat er weer goed in. We liepen op smalle dijkjes richting de Kandelaarsbrug. Dat is best wel een hoge brug en door de wind vond ik het wel frisjes worden. Het hoogte verschil met de omgeving is daar ook fenomenaal: het kanaal ligt al een meter of 4 hoger dan de omgeving en tel daar dan nog eens een meter of 5 bij op. Ik sla weer door, ik merk het. Eenmaal de brug over liepen we richting de finish. Weer tegen de wind in. Voor zover ik kon zien had Louise zich wel verzoend met het idee dat een Sarah PR goed genoeg was vandaag. Ze vroeg zich hardop af of ze het niet nog eens zou moeten proberen mits ze aan deze geen pijntjes over hield. Gelukkig gaf ze zelf het antwoord een tijdje later: Waarom niet? En ik begrijp dat wel. Als je deze loop ziet als een training van 2 uur en 10 minuten dan is je lichaam goed gewend aan lange afstanden. Dan is geen kwesties van of je hem loopt. Maar wanneer je hem loopt. Daarnaast gun ik het haar nog steeds.

Nadat we langs een lokale Afrikaanse dansstudio van dhr W. Engel gelopen waren stopte het winderige avontuur en was het tijd voor de nazit. Tja, zet drie mensen bij elkaar die van zwemmen, fietsen en lopen houden dan gaat het al snel over bier drinken, facturen en de overheid, muziek luisteren en auto’s… Ik kreeg van Louise en haar man ook nog een Rotterdams bierpakket als bezoldiging. Dat wordt tijdens mijn herstelweekje genieten!

Louise, dank je voor je gastvrijheid en het kijkje in jullie leven!

 

 

(Paar annotaties:

  • Ik heb heel de voorafgaande tijd een rotsvast vertrouwen gehad in Robins capaciteiten!
  • Mijn boek over schrijven en adviseren: Adviseren met perspectief.
  • De vragen over de waterbouwkundige werken: gelukkig vind ik dijken, bruggen en sluizen zelf ook interessant, maar Robin stelde een vraag over een oude sluis in de Poldervaart waar ik het antwoord niet op wist, sterker nog: dat daar een niet meer werkende sluis zit, was me nooit opgevallen. Via Google leerde ik zo zelf ook nog wat nieuws: ja, er heeft een sluis gezeten tussen de Poldervaart en de Schie (overigens een in de vroege Middeleeuwen gekanaliseerd veenriviertje, geen echt kanaal) door de scheepvaart die daar toen nog was, en de Watergeuzen hebben daar in 1574 zelfs nog zwaar om geknokt!
  • Willem Engel woont hier inderdaad op steenworp afstand. 
  • Over auto’s ging het alleen in de zin van ‘is jouw grijze Opel Corsa nog ouder dan die van ons?’ en qua bier wist ik van Strava e.d. al lang dat ik voor het bierpakket voor Robin geheel en al op mijn eigen smaak kon afgaan.)

 

Door |2022-02-16T16:48:49+01:0016 februari 2022|Loop|0 Reacties

Memorabele loop

Nadat ik Robin gister terug naar het station had gebracht, realiseerde ik me dat ik vergeten was een foto te maken. Onderweg had ik nog gedacht: meteen na aankomst, nog in hardloopkleding. Niet meer aan gedacht. Dus resteert qua foto’s alleen dit stilleven met lege blikjes getuigen van een memorabele loop:

Het werd niet memorabel qua prestatie. Daarvoor woei het sowieso te hard. Ik had Robin daarvoor gewaarschuwd: hier in de omgeving heb je geheid last van de wind, qua kracht en gebrek aan beschutting. Het was windkracht 5 en op de kale Hofweg stond die bijvoorbeeld pal tegen – oef. Ik kon goed in Robins zuchtje kruipen en daar had ik merkbaar voordeel van – maar dan nog.

Bovendien had ik ook geen topdag, en die heb ik nodig om in de buurt van (en liefst net onder) de 2 uur uit te komen – wat ik op basis van mijn 5 en 10 kilometertijden en mijn recente trainingen zou moeten kunnen. Maar ik weet ook wel van de jaren waarin ik vaker een halve marathon liep: het valt vaker tegen dan mee. Het ging nu redelijk tot aan 14 kilometer, toen moest ik even wandelen en was de batterij een end leeg, al ging het daarna nog wel weer enigszins. We kwamen uit op een tijd van ongeveer 2 uur 11 – niet slecht, maar ook niet waar ik voor getraind had. Ik doe volgende maand nog een poging. Het moet gewoon een keer mee zitten.

Memorabel was de dag vanwege de doe-het-zelf-halve-marathon met haas. Want dat was Robin dus. Ik ken hem al jaren van het Triathlonforum, Strava, reacties op dit blog en meer, maar allemaal online. Toen ik drie jaar geleden twee keer uitstapte uit halve marathons reageerde hij dat hij me wel een keer naar een goed resultaat wilde hazen. Dat heb ik onthouden, het was er sindsdien nog niet van gekomen, maar gisteren eindelijk dus wel. Ik vond het heel erg leuk om hem in het echt te zien, en toen ik achter hem aan liep dacht ik: het is alsof we elkaar al jaren kennen. Wat dus ook zo is, maar niet in die hoedanigheid.

Robin is voor mij een geschikte haas. Manlief heeft me in trainingen ook wel gehaasd de laatste tijd, maar die heeft een veel lagere pasfrequentie dan voor mij goed is, en ik moet me voor dat beeld afsluiten, anders pas ik me automatisch aan. Bovendien is manlief kleiner en laat hij makkelijker een gat vallen, dus heb ik minder aan hem in de tegenwind. Robin bood ook nog eens steeds precies op tijd water aan uit de bidon die hij voor me meedroeg. Erg fijn.

Ik had hem natuurlijk graag ‘beloond’ met een beter resultaat maar aan de andere kant weet hij als geen ander dat sportresultaten niet zomaar maakbaar zijn. Dus in plaats daarvan maar een beloning in de vorm van een echt Rotterdams biertje – zie foto dus.

Robin, je leest dit ongetwijfeld, dus ook hier nog een keer: hartstikke bedankt, voor het lopen en de gezelligheid, en ik vond het voor herhaling vatbaar!

 

 

 

 

Door |2022-02-14T09:43:55+01:0014 februari 2022|Loop|1 Reactie
Ga naar de bovenkant