Fiets

Even snel

Even tussendoor maar weer: ik heb gister voor het eerst hardgelopen! Wel 1 hele minuut en 37 seconden, dat stelt geen ene drol voor, maar ik moest ergens beginnen. En geen pijn of napijn – jippie!

Verder ben ik een beetje druk maar dat heeft nu een goede reden: ik ben met werk aan het aftellen, afvinken en wegstrepen richting… vakantie! trainingsstage! Zondag vertrek ik naar Portugal om lekker veel te fietsen. Of ik voor die tijd nog aan dit weblog toekom, weet ik niet, maar anders daar wel, denk ik zo. Er moet nog van alles af, van werk tot een ingepakte tas plus aanwezigheid als vrijwilliger bij Zwemloop Het Lint van de Vrouwentriathlon. Drukdrukdruk, maar alles onder controle!

En oja: manlief blijft thuis; ik ga met fietsmaatje Jo.

Door |2016-03-22T15:58:55+01:0022 maart 2016|Fiets, Loop|0 Reacties

Voet gaat goed

Snelle update weer even: het gaat hartstikke goed met mijn voet. Donderdag op gewone schoenen gelopen en ’s avonds een half uur spinning, vrijdag de hele werkdag op nette schoenen doorgebracht (met de nieuwe inlegzolen), en dat leidde allemaal hooguit tot moeie voeten, niet tot pijn.

Die vermoeidheid komt deels doordat ik het nog moeilijk vind om weer normaal te lopen. Ik ben erg naar de sesamoïditis gaan lopen, over de buitenkant van mijn voet en mijn voetboog met mijn tenen stijf houdend. Ik vind het duidelijk nog moeilijk om erop te vertrouwen dat die plek géén pijn meer doet en dus ontspannen te lopen – typisch geval van lijf is eerder beter dan hoofd. Vrijdag liep ik in Amsterdam terug van m’n werkplek daar naar de metro en toen liep ik te denken ‘kijk eens hoe normaal ik loop!’ Maar dat denken is er nou juist een teken van dat het nog helemaal niet normaal is!

Deels komt de vermoeidheid ook simpelweg doordat ik een deel van mijn voet wekenlang heb ontzien, en dat deel moet nou weer werken. Bij spinning heb ik vooral daar last van, volgens mij, daarbij werd donderdag mijn voet doodmoe.

Of de ontsteking echt helemaal over is, weet ik niet, maar in elk geval houdt hij zich koest. Voor de zekerheid ga ik nog even door met ijs en Voltaren enzo. Als het zo doorgaat, wil ik aan het eind van deze week de hardloopschoenen eens aantrekken! Voor een paar stappen hardlopen, hoor, ik ga daar heel voorzichtig mee zijn. Maar ik zou blij zijn als het begin er is!

En het was lekker fietsweer vandaag natuurlijk. 3 uur in het zonnetje gereden. Ben ik al bruin?

 

Door |2016-03-13T19:03:15+01:0013 maart 2016|Fiets, Loop|0 Reacties

Voet

Toen ik vanochtend in het ziekenhuis was voor een bezoek aan de orthopedisch schoenmaker heb ik gevraagd of ik mijn röntgenfoto’s van 10 dagen terug kon krijgen, en dat mocht. Dit is mijn voet:

Röntgenfoto voet, van boven af

De twee sesambotjes zijn er goed op te zien: die twee erwtjes onder het meest rechter middenvoetsbeentje. Ertegenaan is nog een derde, kleinere en vagere ronde vorm te zien en dat is waarschijnlijk een spoor van de ontsteking, vocht ofzo.

Dit is ‘m nog een keer, van opzij:

Röntgenfoto voet van opzij

 

 

 

 

 

 

 

Met die voet en ook met de andere is niks mis, zo zei ook die schoenmaker (erg aardige kerel trouwens). Zo van: jij hebt alleen maar tijdelijk een aangepaste zool nodig, na een gevalletje dikke pech. Die zool is-ie nu aan het maken, met meer steun onder mijn voet en een uitsparing onder de sesambotjes en erop gericht om het afwikkelen wat meer over mijn hele voet te spreiden en niet alleen richting mijn grote teen te doen. Daarmee krijgt de ontstekingsplek meer rust en is de voet eerder belastbaar. De zooltjes worden zo gemaakt dat ze ook voor hardlopen geschikt zijn. Klinkt veelbelovend.

Wel zei hij dat ik mogelijk die zooltjes graag wíl blijven dragen, omdat het lekkerder is. Hij vond bijvoorbeeld dat ik weinig ‘kussentje’ onder mijn voorvoet heb, alleen maar dunne huid, en dan is een dempend zooltje daar wellicht wel prettig. Mijn gebrek aan ‘kussentje’ ken ik wel: ik ben al door meerdere fysiotherapeuten tot ideale oefen- en demonstratiepatiënt verklaard omdat bijvoorbeeld mijn rugwervels zo dicht aan de oppervlakte liggen en dus heel goed zichtbaar zijn.

Ondertussen gaat de sesamoïdits wel vooruit, maar het gaat me te langzaam natuurlijk (typisch sportersongeduld). Wat ik lastig vind, is dat ik het pas een dag later merk als ik de voet te veel belast heb. Ik vermoedde dat vorige week al, en dat vermoeden is versterkt: ik merk te veel doen in de vorm van napijn. Vorige week was 2X15 minuten wandelen (naar mijn Utrechtse werkplek) al/nog te veel. Ik ben dus weer terug op een streng regime van rust (in Utrecht voor dat lullige afstandje toch maar de OV-fiets). Dan heb ik in het dagelijks leven nauwelijks nog pijn. Daarbij ijs, rekken, onbelast bewegen en Voltarengel. En vooral hopen dat het opschiet.

Maar dat van die napijn, daar baal ik van – dat maakt opbouwen echt lastig, ook straks met het hardlopen. Bewegen zelf voelt namelijk prima, ik krijg dan geen enkel signaal van te ver gaan, en een dag later kan ik daar niets meer aan doen natuurlijk. Hopelijk is het na nog een week rust en straks met die zooltjes makkelijker.

Ondertussen heb ik de slag van het alternatieve, looploze trainingsprogramma aardig te pakken. Vrijdag enorm genoten van mijn eerste wat langere rit op de triathlonfiets, en ik ben volgens mij goed bezig om twee zwakke plekken (schouders en core stability) aan te pakken. Vanavond ga ik voor het eerst dit seizoen weer eens spinnen. Vandaag lijkt het weer even niet zo, maar toch: ik voel de lente af en toe kriebelen!

 

Door |2016-03-01T13:41:55+01:001 maart 2016|Fiets, Loop|0 Reacties

Ik lijk wel een zwemmert!

Als ik naar mijn Movescount-logboek van februari kijk, lijk ik ineens wel een zwemmer geworden:

Zwemmen met stip op 1

Dat is echt een raar overzicht, voor mijn doen, met zwemmen als veruit de grootste sport, qua tijd. Hardlopen is helemaal weg – de voetblessure. Het sterretje is trouwens bodybalance/krachttraining.

De weinige fietsuren is op zich  niet zo heel gek voor deze tijd van het jaar. Het is nog steeds wat hangen-en-wurgen qua weer om echt lange duurtrainingen op de fiets af te werken – dit hele weekend waait het te hard. Maar ik zit veel meer op de fiets dan uit deze getallen blijkt, want ik fiets erg veel, maar dat vooral op de stadsfiets. Week na week zit ik minstens vijf uur op de stadsfiets, deze week kom ik over de zes zelfs. Dat zijn weliswaar kleine stukjes (tot maximaal 35 minuten, als ik naar Bergschenhoek, Vlaardingen of de Erasmus Universiteit ga), maar ik werk zo wel aan mijn fietsbasis.

Op Movescount registreer ik alleen de sportieve fietsritten, al is die streep niet helemaal goed te trekken. Ergens boven die 35 minuten houdt vervoer op en begint trainen. Afgelopen dinsdag ben ik bijvoorbeeld (in stralende zon!) woon-werk naar Den Haag gefietst, en dat log ik dan wel. Dat is enkele reis een uur, dat is ver genoeg voor een andere, betere fiets en ik kleed me ervoor om. Ik kom deze week dus uit op in totaal meer dan 8 uur fietsen!

Dat ik zo veel op de stadsfiets zit, ligt deels aan hoe mijn dagelijks leven er op dit moment uitziet, maar het heeft ook wel met de blessure te maken. Ik moet op het ogenblik twee keer per week naar Utrecht voor werk, en dat is op normale loopafstand van het station, maar nu neem ik daar de OV-fiets voor. Deze week moest ik naar de orthopeed: het ziekenhuis is dik 10′ fietsen. Ik ga extra naar zwembad en sportschool, ook allebei op ruim 10′. Alles bij elkaar is dat goed voor minstens een uur extra fietsen in de week.

Ik heb mijn draai redelijk gevonden in hardlooploos trainen, met extra zwemmen en de crosstrainer, maar ik mis nu wel de lange buitentrainingen. Het kan me niet snel genoeg lente worden nu! Als ik naar de combinatie van Weeronline en mijn agenda kijk, moet het ergens verderop in de week weer een keer lukken (vrijdag?):

Vrijdag krijgt een 8

Enne, die t uit de titel, da’s Rotterdams, hè?!

Door |2016-02-21T14:57:17+01:0021 februari 2016|Fiets, Zwem|0 Reacties

Maximaaltest: de getallen

Hier zijn de getallen van afgelopen vrijdag. Eerst die over mijn conditie:

  • VO2-max: 84,1 ml/min/kg (dat is overigens gek hoog als je het vergelijkt met getallen op internet, dan zou ik een Indurain zijn, dat ligt aan het protocol: dit is bepaald met de Astrand-methode, niet met een masker, en er is ook nog iets met leeftijdscorrectie. Het is er vooral om te doen dat ik vergelijk met mezelf van eerder, en dan is het steeds dit of iets hoger – het is bij mij overigens toch echt ook wel redelijk hoog, heb ik begrepen, als maat voor duurconditie).
  • Maximale hartslag: 163 (hoger dan bij de vorige testen); omslagpunt: 154.
  • Vermogen maximaal 275 Watt (4,2 Watt/kg; voor mij normaal); bij omslagpunt 215 (3,3 Watt/kg, da’s wat lager dan eerder).

Trainingszones (hartslagfrequenties) – die liggen overigens laag, ik heb een lage hartslag van nature, maar dat zegt verder net zo veel als zeggen dat ik schoenmaat 41 heb, dat is gewoon een aanlegkwestie:

  • Herstel < 118
  • D1 (rustige duur): 118-129
  • D2 (intensievere duur): 129-140
  • D3 (wedstrijdtempo en extensieve intervallen): 140-154
  • Intensieve intervallen (‘in het rood’): > 154.

Een paar overige getallen:

  • Longinhoud: 4,8 liter (ietsje minder dan voorheen)
  • Bloeddruk: 134/79 (netjes)
  • Gewicht 65,4 (dat is 3 kilo meer dan thuis, maar dat is altijd!); vetpercentage: 21,8 (= precies goed voor mijn niveau van sporten, en stabiel).

Wordt vervolgd in mei, dan doe ik weer zo’n test, om het effect van mijn trainingen te meten. Ik verwacht dan dat het vermogen over de hele linie zal zijn gestegen, en dat moet in elk geval meetbaar zijn bij mijn omslagpunt.

Door |2016-01-26T15:17:27+01:0026 januari 2016|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Tot nu toe bevalt het uitstekend

Ik aan het flipperenTot nu toe bevalt het uitstekend, 50 zijn. Ik had woensdag een leuke dag (zie foto: feestje in het Dutch Pinball Museum), donderdag was ik daar nog een beetje moe van maar verder geen probleem, en gister had ik een fikse opsteker waar ik blij mee ben: een goede maximaaltest.

Ik ga al bijna 15 jaar voor mijn maximaaltesten naar Topvorm, wat als groot voordeel heeft dat het vertrouwd is, dat de gegevens vergelijkbaar zijn en dat trainingsbegeleider Coen mij door en door kent. Ik wilde nu vooral gaan om mijn trainingszones te bepalen, zo aan het begin van opbouwen naar de Ironman. En ik wilde weten hoe ik ervoor stond. Ik wilde twee weken geleden al gaan, maar toen was ik nog net te verkouden. Gister was het dan toch zo ver.

Ik had verwacht er sowieso niet zo heel geweldig voor te staan: het is nog maar het begin van opbouwen, ik heb vorig jaar een beetje moeizaam jaar gehad met de blessure en ik heb vooral weinig gefietst, terwijl de maximaaltest op de fiets is. Mijn vorige test was bovendien al bijna twee jaar geleden; vanwege die blessure heb ik vorig jaar over moeten slaan. Allemaal redenen om te verwachten dat het minder zou zijn.

De laatste weken was daar nog bijgekomen dat ik me wat kwakkelig gevoeld heb: die verkoudheid, veel slecht slapen, de wiebelige hormonen, de steeds vastdraaiende rug, andere kleine pijntjes hier en daar en een schrikbarend laag looptempo. Ik voelde me dramatisch uit vorm, maakte me daar ook wel wat zorgen over, ook al was het de laatste twee weken allemaal net weer wat beter, op dat looptempo na. Maar toen zei afgelopen maandag de overgangsconsulente ook nog eens dat veel vrouwen ergens in deze levensfase een abrupte achteruitgang in hun prestaties ervaren. Oeps. Het had me niet verbaasd als ik een heel slechte maximaaltest af zou leggen.

Niets was minder waar. Tot mijn verrassing en vreugde waren de resultaten vergelijkbaar met de vorige twee testen: die van maart 2014 en oktober 2013. Een paar dingetjes waren een fractie minder, maar andere juist weer net wat beter en samen komt dat op hetzelfde neer. En dat aan het begin van een nieuwe trainingsperiode én twee jaar ouder, dus relatief sta ik er alleen maar beter voor dan toen.

Jippie – niksniet dramatisch vormverlies of abrupte achteruitgang! Kennelijk voelt dat zo, maar dat vond Coen van Topvorm niet bepaald een probleem: het zou pas erg zijn als ik me nu op m’n best zou voelen. Dat moet pas eind augustus namelijk.

Zo’n maximaaltest is trouwens zelf eigenlijk helemaal geen pretje. Het gaat volgens een vast protocol waarin ik eerst een hele tijd met 60 omwentelingen per minuut moet fietsen, wat heel raar voelt. Zo traag trap ik alleen bij zwaar klimmen, maar dan is mijn hartslag veel hoger. Nu hangt-ie dan steeds rond de 140, D2, maar het voelt veel zwaarder dan dat. Vervolgens mag ik naar 90 rpm en daar moet ik ‘m dan op zien te houden terwijl langzaam-maar-zeker het vermogen dat ik moet leveren wordt opgevoerd tot op afknap-niveau.

Vooral die laatste minuut, als Coen aangeeft dat ik het nog zo lang vol moet houden om dat vermogen mee te mogen rekenen als maximaal – dan verengt de wereld zich tot dat rottige wijzertje dat ik op 90 rpm moet zien te houden terwijl dat eigenlijk niet meer gaat; de rest verdwijnt in een zwart gat. Als het dan niet meer hoeft, blijk ik ook zeer amechtig adem te halen – de eerste tellen zijn nog helemaal geen opluchting. Die komt even later wel, natuurlijk, en nog iets later voelt het eigenlijk hartstikke lekker, want ja, pijn is fijn, hè?

En nóg wat later stond ik dus helemaal blij weer terug op straat. Dik tevreden, met veel zin in het komende seizoen. Coen gaf ook nog wat trainingstips en ik ga binnenkort mijn trainingsschema wat meer in detail uitwerken. Meer daarover volgt, en de precieze getallen van de test ook.

Door |2016-01-23T15:15:01+01:0023 januari 2016|Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Cadeautjes

Ik heb afgelopen woensdag een aantal triathlon-gerelateerde cadeautjes gehad (hoe komen ze erbij, hè? 😉 ). Ik had het toen al over het ‘shorty’ wetsuit:

wetsuit

Ik heb dat meteen woensdag in het zwembad uitgeprobeerd, en het zwemt voor mij ideaal. Ik ervaar een heel wetsuit als zwaar rond mijn armen, en dat is hierbij niet, en ik heb ook voor het drijfvermogen geen wetsuit om mijn benen nodig, want mijn benen liggen al vrij hoog – maar dit pakje geeft wel net precies extra drijfvermogen waar het wél helpt. Ik ben er dan ook duidelijk sneller in dan helemaal zonder. En nou maar hopen dat het water straks in Vichy er niet te warm voor is!

Een ander handig dingetje waar ik blij mee ben is een verlichtingsarmbandje voor bij het lopen:

Lampje aan en uit

Lampje aan (kan ook nog in de verpakking) – lampje uit

Die zie je ineens steeds meer en ze zijn heel veel beter dan de lampjes van de vorige generatie. Ik had er bij clubgenoten dan ook al al jaloersig naar staan kijken, en het cadeautje kwam niet toevallig uit die hoek. Ik ga van deze extra zichtbaarheid zeker dankbaar gebruik maken!

De derde triathlonsport was op een bijzondere want kunstzinnige manier vertegenwoordigd, in dit prachtige beeld:

Fiets-beeldje

Verder waren er opvallend veel cadeaus die als strekking hadden dat ik ermee kan ontspannen. Dat zat ‘m in iets lekkers te snoepen, een goeie fles wijn, een uitnodiging voor relaxed wandelen of naar een concert, mooie boeken om rustig in te lezen, en ook in een heleboel lekkere dingetjes voor een lijf dat veel zweet, doucht en in chloorwater ligt:

Stilleven van o.a. douche- en scrubdingen

Lieve vrienden, die ontspan-boodschap is overgekomen!

Door |2016-01-23T11:41:29+01:0023 januari 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

2015 – de getallen

In mijn jaaroverzicht beloofde ik ook nog de getallen van 2015. Hier komen ze.

  • Fietsen: 54 keer (waarbij woon-werk als 2 telt, en dat heb ik, naar Den Haag, vrij veel gedaan dit jaar), 85 uur, 1910 km. Daarbij spinning en tacx samen 11 uur (13 keer). Stadsfiets naar schatting ongeveer 150 uur. Ik houd daarvan de afstand niet bij, maar dat gaat dik over de 2000 km natuurlijk. Nog geen 2000 kilometer als ‘echte’ fietsafstand is voor mijn doen lachwekkend weinig. Ter vergelijking: vorig jaar fietste ik alleen al op onze vakantie in Canada meer. Maar goed, dit was het jaar van investeren in de andere twee sporten.
  • Hardlopen: 101 keer, 153 uur, 1252 km, dat is zeker meer dan ooit. Vanaf  half februari is die tijd inclusief loopscholingsoefeningen e.d. bij de club. Ik zet m’n horloge aan als we beginnen en uit als we stoppen. Dat leidt soms tot hele lage gemiddeldes, maar die pauzetijd is wel ook trainingstijd natuurlijk.
  • Zwemmen: 94 keer, 73 uur, 165 km, waarvan 20 keer (dik 14 uur, 31,5 kilometer) in open water. Ik denk dat het totaal meer is dan ooit, maar dat weet ik niet zeker. Wel meer dan ooit in open water, ondanks het korte seizoen.
  • Triathlon: het op de goede knoppies drukken om te schakelen naar de andere sport ging  tijdens de wedstrijden niet altijd goed, dus hij heeft bij twee wedstrijden niet goed geregistreerd, maar wat hij wel heeft is 6 keer (waarvan 1 keer training/oefening met die knopjes), 15 uur en 314 km. Beter omgaan met de Suunto is een goed voornemen, ik deed ook de Movescount-labelling nog niet heel handig.
  • Fitness (incl. sinds de zomer trouw elke week bodybalance): 42 keer, 32 uur.
  • Wandelen, 12 keer, 50 uur, 215 km (maar niet alles geregistreerd).

Manlief heeft zijn getallen ook gepost. Hij heeft maar liefst 2515 kilometer gelopen!

 

Door |2016-01-02T12:17:15+01:002 januari 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Eind goed, al goed

Ik doe vandaag alvast mijn sportjaarterugblik, want morgen wil ik over de zwemvierdaagse schrijven die dan afgelopen is. En die ene dag maakt ook niet echt meer uit voor het algemene beeld van dit jaar, dat ik samenvat als ‘eind goed, al goed’. Daarmee druk ik enerzijds uit dat het geen makkelijk jaar was, en anderzijds dat ik nu toch sta waar ik wilde staan. Die twee kanten werk ik hieronder uit.

Geen makkelijk jaar

2015 was om vier redenen geen makkelijk sportjaar voor mij:

  • In de eerste plaats was er de blessure. Voor het eerst had ik iets vaags en langdurigs dat mijn hele wedstrijdseizoen in de war stuurde. Het begon rond 3 mei en half augustus heb ik mezelf beter verklaard, maar zelfs nu nog kamp ik met wat naweeën. Er wordt ook nog steeds aan gewerkt, zal ik maar zeggen, en ik ben allang blij dat ik weer alles kan. Want dat was tussen mei en half augustus niet het geval, en dat leidde onder andere tot 2 ‘DNF’s’ in het triathlonseizoen, in  Bilzen en in Krimpen. Af en toe was ik ook wel bezorgd dat het niet meer goed zou komen, en dat was misschien nog wel het allermoeilijkste.
  • In de tweede plaats heb ik mezelf niet kunnen verrassen op het gebied van lang lopen. Ik wist al langer dat dat niet makkelijk is voor mijn lijf: ik ben jaren bezig geweest met de stap van 10 kilometer naar de halve marathon. Dit jaar heb ik de stap gezet van de halve naar de hele marathon, en dat was hetzelfde beeld: ik moet die extra kilometers bijna één voor één bevechten. Ik heb tijdens de slechtere lange duurlopen ontzettend afgezien, en de marathon zelf was ook een wat ambivalente ervaring. Tsja, dat lijf dat graag eindeloos fietst, loopt niet makkelijk lang hard.
  • Wat ik dit jaar node heb gemist, is het topvormgevoel, het echte pieken, de kick van een wedstrijd doen waarin alles lukt. Dat zijn de allerbeste sportmomenten! In 2014 had ik dat gevoel een aantal keren, nu was het er nooit helemaal. Dat komt vooral door het eerste punt, de blessure, waardoor ik het hele triathlonseizoen lang al blij was als ik pijnvrij finishte (zoals bijvoorbeeld in Triathlon010, de Vrouwentriathlon in Beesd en in Binnenmaas). Ik heb gelukkig wel nog een paar keer aan die echte flow kunnen ruiken, bijvoorbeeld tijdens de laatste kilometers van de halve marathon in het Westland, en ook wel in trainingen. Maar het was een jaar zonder pieken, en dus wat vlak.
  • Dit jaar, vooral de laatste paar maanden, heb ik meer last gekregen van de hormonale disbalans richting de overgang. Daarover een andere keer meer, kort gezegd vind ik het vooral raarder dan ik vooraf had verwacht, dat hormonale gewiebel. En bij vlagen heel vervelend.

Ik sta waar ik wilde staan

Ik citeer mezelf even, van 1 januari:

ik verwacht nog minder fietskilometers. Want even vooruitblikken: ik wil de komende twee maanden de duurlopen uitbreiden naar 30 kilometer, waar alles boven de 21 kilometer onbekend terrein is, dus dat is best spannend. Ondertussen wil bij het zwemmen weer wat meer op duur en snelheid gaan trainen. Vanaf maart volgen de fiets- en triathlonmaanden, met wedstrijden in mei en juni. Daarna wil ik gaan trainen voor mijn eerste marathon, die in september of oktober gaan plaatsvinden. Vervolgens is het uitrusten, de balans opmaken, en plannen gaan maken voor het seizoen erna, dat van de hele triathlon in 2016.

Dat heb ik allemaal bereikt:

  • Ik heb mijn duurlopen uitgebreid, weliswaar eerst maar naar 25 kilometer, maar na de zomer naar de 30. En dat was inderdaad onbekend terrein en dat vind ik sowieso altijd geweldig, grenzen verleggen. Ik kan me nog herinneren dat ik bij de Heinenoordtunnelloop voorbij de 21,1 kwam en wist: zo ver heb ik nog nooit gelopen! De eerste keer 28 ging ook lekker – daarna kwam de klad er een beetje in, maar ik heb toch wel degelijk ook een paar keer 30 km hardgelopen. Geen 42: bij die marathon die er inderdaad kwam, zij het in november, heb ik moeten wandelen. Maar ik heb hem wel volbracht en ik vond het een geweldige belevenis!
  • Ik heb het zwemmen in duur uitgebreid. Ik heb in augustus 3,5 km gezwommen onder zware omstandigheden, en dat was een grote stap onderweg naar de Ironman. Die Beach-to-Beach Challenge was trouwens één van de hoogtepunten van dit jaar. Ook bij zwemmen heb ik de lol van het grenzen verleggen gehad. Sneller ben ik niet geworden. Ook daarin speelt de blessure een rol, ik zwem al maanden met pijn. Ik ben inmiddels wel weer bijna zo snel als twee jaar geleden toen ik mijn PR op de kilometer zwom (20’34), en dat is al heel wat, want ertussenin ben ik langzamer geweest.
  • Dat wedstrijdseizoen was weliswaar een beetje moeizaam, maar ik heb toch, against all odds, de halve triathlon kunnen volbrengen. Ik vind het nog steeds een mirakel! Bovendien was het een heel wijze les op mentaal gebied.
  • Die mindere fietskilometers, ja, klopt, want het was het jaar van investeren in die anderen twee sporten en het werd nog minder dan verwacht door de blessure. Maar toch was het een mooi fietsjaar vanwege het wennen aan de triathlonfiets. Die kwam op 2 januari, dus ik heb er inmiddels een jaar op zitten. En dat was fijn: ik ben moeiteloos aan het aerostuur gewend en ik rijd er heel lekker op, veel lekkerder dan ik had verwacht. Ik ben er bovendien aanzienlijk sneller op dan op mijn oude racefiets. Door het ontbreken van dat echte piekgevoel heb ik voor mijn gevoel nog steeds niet echt op kunnen knallen, dus ik weet nog niet eens wat we samen kunnen als ik op mijn best ben. Ik kijk dus uit naar volgend jaar! Sowieso eigenlijk, want zo weinig fietsen is maar niks.
  • De plannen zijn er, voor volgend jaar, en daarvoor waren de drie punten hiervoor  belangrijke input. Meer over de plannen op nieuwjaarsdag, maar in elk geval: het plan voor de Ironman in 2016 staat nog steeds fier overeind!

Dan tot slot nog wat andere memorabele zaken: ik liep dit jaar twee kleine PR’s, op de 5 kilometer en op de halve marathon, ik heb leren planken (zit inmiddels aan de 4′ maar doe het technisch beter dan toen), ik heb de Wicklow Way gelopen, ik heb veel plezier van mijn Suunto, en ik heb talloze bijzondere, leuke, gezellige en mooie sportmomenten meegemaakt. Daar heb ik op dit weblog regelmatig verslag van gedaan, en ook dat vond ik erg leuk om te doen.

* * *

In mijn dagelijks leven speelt sport een enorme rol. Daar ben ik me in 2015 nog maar eens extra van bewust geworden, toen het een tijdje niet lekker ging. Ik zal in januari eens kijken of ik wat getallen over 2015 uit m’n Movescount kan halen, maar eigenlijk gaat het daar niet om. Die kunnen niet vangen wat sport voor me betekent: betekend heeft in 2015 en zal betekenen in 2016. 

Goeie jaarwisseling gewenst allemaal! En ik eindig met wat dan toch de mooiste foto van het jaar is voor mij: het mirakel en de wijze les:

Finisher-shirt triathlon Bocholt

 

Door |2015-12-30T13:03:51+01:0030 december 2015|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|1 Reactie

Een slecht begin is…

Als een goed begin het halve werk is, wat is dan een slecht begin? Vorige week was mijn eerste opbouwweek richting de Ironman op 28 augustus. Nou moet je je daar niet meteen iets heel Groots bij voorstellen; belangrijkste wapenfeit was eigenlijk dat ik voor het eerst sinds de marathon weer eens wat langer zou lopen, 15 km. En vanwege het mooie weer kwam er, ook voor het eerst sinds lang, een stukkie serieus fietsen bij: een rondje op de triathlonfiets.

Maar o, wat ging het allemaal belabberd. Deels had ik dat zelf veroorzaakt door maandag bloed te geven (verslag). Dinsdag heb ik heel rustig gezwommen, dat was okee, en woensdag bodybalance ook. Donderdag wilde ik bij het zwemmen alweer iets meer gas geven, maar dat ging toch nog niet en ik was bovendien wat laat en dus maar kort in het zwembad en technisch zwom ik ook beroerd en m’n bovenrug zit af en toe nogal vast wat mijn schouder belemmert (ik snak naar fysiotherapiebezoek, even een manueel-therapie-kraakje en het is opgelost, dat heb ik sowieso regelmatig nodig – maar ik kan pas in het nieuwe jaar terecht) – en zo werd het eigenlijk helemaal niks.

Dat fietsen vrijdag voelde lekker, heerlijk na al die weken alleen maar op het stadsbarreltje te rijden weer eens een echt lekkere fiets onder de kont. Maar ik schrok van mijn gemiddelde na afloop: 22,5 km/u. Okee, het woei en ik heb bloed gegeven, maar zó sloom???

Zaterdag dan die beoogde 15 kilometer lopen. En dat ging helemaal voor geen meter. Ik raakte enigszins vertwijfeld, maar later begreep ik wel een beetje hoe het kwam. Wat ik had aangezien voor spierpijn in mijn lies bleek iets heftigers te zijn dan dat, onverklaarbaar pijntje, beetje verrekt? Vandaar dat mijn ene been maar niet voor mijn andere wilde. Denk ik/hoop ik. In elk geval: het werden er 14, die kilometers, waarin ik ook heb gewandeld en weer uitkwam boven de 7’/km. Hopelijk een incident.

De vertwijfeling zat hem er trouwens in dat ik me de hele week af en toe ook nogal raar voelde, volgens mij door hormonengewiebel, en soms ben ik wel eens bang dat de overgang me te grazen aan het nemen is. Vandaag kan ik dat weer beter relativeren, maar feit is wel dat ik de afgelopen paar weken op dat vlak heftiger zijn geweest dan voorheen. Mijn oog viel toevallig op mijn blogpost van een dik jaar geleden, en daar moet ik al bijna om lachen: me in de eerste helft van mijn cyclus beter voelen en in de tweede slechter, dat klinkt me nu al héél regelmatig in de oren, het is nog veel grilliger geworden dan toen. 

Nou goed, niet het halve werk dus, maar vandaag, na gister een leuke dag in Thialf bij het NK schaatsen, gewoon weer met nieuwe moed aan een nieuwe week beginnen. Met vooral ook leuke trainingsdingen op het programma: net als vorig jaar de zwemvierdaagse en morgen de jaarlijkse oliebollenloop bij RA, misschien zaterdag de nieuwjaarsloop bij Spirit. Best wel veel, maar ik heb dan ook de hele week vrij – lekker.

Tot slot nog een grappig dingetje. Vrijdag reed er een racefietster voor me op een smal fietspad in de Broekpolder die (nog) langzamer ging dan ik. Ze reed nogal in het midden en zelfs een beetje naar links, dus ik wist niet hoe ik haar moest passeren. ‘Pas op’ roepen – geen reactie. ‘Ga je naar rechts?’ roepen, inmiddels van vlak achter haar – geen reactie. Toen zag ik het pas: ze had oordoppen in. Dat had ik niet verwacht, want ze was met iemand samen. Okee, harder: ‘Oehoe!’ Nóg geen reactie. Daarna heb ik op mijn allerhardst ‘HEEEEEE’ gebruld, en dát hoorde ze. De adrenaline en krachtsinspanning die dat kostte, gaven een grappige hartslagpiek in de verder zo rustige duurtraining:

Piekje in hartslaggrafiek

Door |2015-12-28T11:51:02+01:0028 december 2015|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties
Ga naar de bovenkant