Fiets

Elk nadeel hep z’n voordeel

Gister wilden we niet te lang en niet te ver fietsen. We begonnen met het verkennen van de Ecovia Litoral, de fietsroute langs de Algarve-kust, vooral met het oog op plannen om een keer lang naar het westen te rijden en dan met de trein terug. Maar die fietsroute is voor een racefiets niet zo fijn, want meteen Monte Gordo uit was al maar halfverhard. Daarmee kwamen die plannen meteen op losse schroeven te staan, want de enige andere oost-west-verbinding is de N125 en dat is een drukke weg. Het voelt niet gevaarlijk, er wordt ook veel gefietst en de automobilisten gedragen zich keurig, maar fietsen in de uitlaatgassen van langsronkend verkeer is toch niet echt fijn en het wegdek is ook slecht. Nou goed, nog even over nadenken dus (wordt vervolgd).

We hadden op de kaart een doodlopend weggetje gezien naar een dorpje in de heuvels, Estorninhos, dat leek ons wel een aardige bestemming, zo’n einde van de wereld. Na 50 minuten fietsen reed Jo echter lek, dit keer haar achterband. Je zou denken: slechte banden op haar Jorbi Evolution. Maar dit was pure pech want ze haalde er een doornachtig stuk metaal uit.

En je gelooft het niet, maar deze band zat dus nog veel strakker dan de voorband. Echt niet normaal – ik heb wel vaker moeite met zo’n strak racebandje eraf krijgen, maar het lukt altijd maar dit dus écht niet. En Jo heeft van het klimmen veel sterkere handen dan ik. Met de Portugese huurbandenlichters ging het al helemaal niet, maar gelukkig had Jo haar eigen bij zich – die had ze de dag ervoor ook al nodig gehad.

Als de nood hoog is, is de redding echter nabij, en die zag er dit keer uit als twee Nederlandse kerels op mountainbikes die niet zozeer die brute mannelijke kracht hadden alswel een zakmes dat wél onder de band te krijgen was. Toen bleek echter ook nog het ventiel van Jo’s eigen Nederlandse binnenband stuk en (en dat is wel een blunder) een van onze twee huurpompjes doet het ook niet, dat is voor een ander type ventiel. Al met al waren we dus een uur bezig! 

Maar, om die net overleden grootheid te citeren, elk nadeel hep z’n voordeel, want die kerels hadden nog wel een goede tip voor onze lange tocht: 50 km naar het noorden is nog een bootje over de grensrivier en dan terug door Spanje is een mooi rondje.

Ons eerste fietsdoel was een fietsenwinkel, want we waren in één klap door onze reservebanden heen. Die winkel vonden we in Altura. En een zonovergoten terrasje met koffie van 70 cent ook. Overigens alleen maar Nederlanders op dat terrasje – het barst ervan, hier in de buurt. De toeristen op dit moment zijn oudere Nederlanders, deels overwinteraars, of atleten – er wordt hier heel wat afgerend, en hard ook, vooral door strakke, jonge Scandinaviërs.

Al met al waren we toen dus al heel lang bezig voor 16 slome kilometers. Ook de tweede poging schoot niet erg op, dit keer vanwege die hopeloze Portugese kaarten. Wegen zijn er in het echt maar die staan niet op de kaart en omgekeerd, ze staan als onverhard op de kaart maar blijken asfalt en omgekeerd, enzovoort. We liepen een paar keer dood, hebben zelfs even moeten lopen – en uiteindelijk bleek wat we bedacht hadden niet te kunnen.

En toen waren we eenmaal een keer op gang en stonden we alwéér stil, dit keer om een geinige reden: een overstekende kudde geiten die ook nog eens een heuse file veroorzaakte:

Geiten op de weg

Maar goed, ik (de kaartlezer – vind dat altijd erg leuk om te doen) moest me dus wel gewonnen geven (***frustratie***). Ook Jo zat niet heel relaxed want de nieuwe band hobbelde een beetje en na al dat lekkebandengeweld was ze haar vertrouwen wel kwijt natuurlijk. We zijn uiteindelijk over die drukke N125 teruggereden. In totaal hebben we toch nog dik 2 uur gefietst, maar daarin géén afstand afgelegd. Nou goed, zo gaat het dus wel eens.

Wat leren we  hiervan? De volgende keer fietsen in Portugal niet zonder (1) een goede eigen reparatieset (2) betrouwbare GPS-routes (ook die twee reddende engelen hadden alleen maar slechte kaart-ervaringen) en eventueel (3) toch maar liever met een mountainbike.

En ook dit nadeel had z’n voordeel: ik had nog puf genoeg om weer een stukje opbouw-hardlopen te doen. Qua sesamoïditis gaat dat prima, ik zak alleen met m’n andere voet langs de nieuwe inlegzool en dat schuurt. Daarna zelfs ook nog netjes geplankt en buikspieroefeningen gedaan en als beloning de hotel-sauna in. Lijf vond dat best zo, ik ben sowieso zeer tevreden over hoe mijn benen het doen. Schouders lijken al een stuk gewend aan de andere fiets dus ook dat gaat goed. Ik ben heel licht snotterig, maar verder voel ik me fit. Slapen kan nog steeds beter maar is zeker ruim voldoende. En ik heb het verbranden weten te beperken tot mijn onderlip. 

En het fietsen was tussen de bedrijven door ook weer heel mooi. Ja, zon-zon-zon weer. De heuvels in het achterland hier zijn schitterend, af en toe keken we ineens ver terug naar de kust, en we kwamen ook nog door een beeldig dorpje, Santa Rita, met dit kerkje:

Kerkje

 

Door |2016-03-31T11:01:40+02:0031 maart 2016|Fiets|0 Reacties

Dagje Spanje

Het is inmiddels donderdag=rustdag dus tijd om te bloggen en ik blik nog even terug. Dinsdag hebben we een dagje Spanje gedaan. De veerboot over de grensrivier Guadiana is 5 km hiervandaan. Desalniettemin haalden we niet de beoogde pont van half 10, want Jo’s fiets stond met een platte voorband en de buitenband bleek ongehoord strak om het wiel te zitten, echt niet normaal, dus dat kostte even tijd. Geen probleem, om half 11 het volgende pontje:

Onze fietsen op het pontje

Op de kaart ziet de kust van West-Andalusië eruit als natuurgebied van zoute wetlands, maar daar hebben ze dan wel vrij recentelijk heel veel toeristisch beton voor gezet, dus daar zagen we maar af en toe een glimp van. Meer landinwaarts vond ik het landschap typisch agrarisch Andalusië, met veel sinaasappelboomgaarden:

Sinaasappelboomgaard

Landschappelijk was het dus wat minder fraai dan de dag ervoor, maar verder was het wel aangenaam: de kaart klopte precies, de wegen waren goed (op de bandas sonoras na, de talloze verkeersdrempels, dat Spaanse woord kende ik nog en dat is veelzeggend) en vlak zodat we lekker konden rouleren (dat was de bedoeling van deze trainingsweek: lang maar extensief fietsen), ze hadden van die heerlijke Spaanse cafe con leche met lekkers voor heel erg weinig geld, en het was de hele dag stralend weer. Zo stralend zelfs dat ik met mouwstukken heb gereden om verbranden te voorkomen! 

Dik 100 Spaanse kilometers later waren we terug bij de pont, en ach wat vervelend nou, toen moesten we een uur wachten en tsja, dan móet je wel aan het bier, hè, met deze selfie als gevolg:

bier-selfie

De overtocht terug was ook nog bijzonder fraai vanwege het mooie avondlicht. Het was een lange dag, die we terug in Monte Gordo hebben afgerond met een lekkere pizza! Komisch trouwens hoe gauw zo’n stadje ’thuis’ wordt – waar we nu dus ‘uit het buitenland’ naar terugkeerden.  

 

Door |2016-03-31T10:27:50+02:0031 maart 2016|Fiets|0 Reacties

Groeten uit Monte Gordo

Als ik de berichten uit Nederland hoor, kan ik jullie vast jaloers maken met de omstandigheden hier: zon, tegen de 20 graden, briesje, fietsen in korte broek en mouwen, het eerste bruin op de benen en om ons heen duidelijk zichtbare lente, met uitlopende wijnranken en bloeiende rozen, mimosa en ander klein grut – heerlijk! Ik ben sinds gisteren in Monte Gordo, aan de Portugese Algarve-kust vlakbij de Spaanse grens. Vandaag de eerste 70 km gefietst met 900 hoogtemeters!

montegordo

Om hier te komen was gister nog wel even pittig. Ons vliegtuig vertrok om 7 uur zomertijd. Dat betekende, ondanks dat het vanaf Rotterdam was, om 3 uur wintertijd uit bed! We waren om half 10 plaatselijke tijd (weer een uur tijdsverschil) op het vliegveld van Faro en tegen 12 uur hier bij ons hotel in Monte Gordo. Maar dat was meteen niet verkeerd, want we hebben op een terrasje aan het strand, met blote voeten in het zand en uitzicht op zee, zitten lunchen. Wel de rest van de dag wat moeite met traag werkende hersenen, en voor 9 uur lagen we al in bed. Tussendoor was ik wel nog 10 minuten wezen hardlopen, ik blijf opbouwen, al was dit keer na die korte nacht niet zo heel dynamisch.

Vanochtend was best spannend, want toen zouden onze huurfietsen komen. Nou, die bleken geweldig. Ik rijd op een Specialized Roubaix,zo’n fiets met vering voor op de kasseien. Hij zit perfect, behalve dan dat ik iets ver naar voren moet reiken voor het stuur, maar dat is altijd op niet-mijn-eigen-fiets. Ik heb nu na het eerste ritje dan ook geen last van mijn benen, maar wel een beetje van mijn schouders/bovenrug.

Nou, en toen onderweg dus. Altijd even wennen aan het verkeer en hoe alles hier gaat, ojee, een stukje kasseien, een stukje een wel heel smal fietspad! Maar verder goed te doen. Dan de eerste klim. Even later bleken we ook nog behoorlijk te moeten puzzelen op de route omdat wat op de borden stond soms niet zo logisch was met onze kaart. Achteraf, met de GPS-gegevens erbij, blijkt onze kaart helemaal niet goed te zijn, oeps. Waar we er helemaal niets meer van snapten, bleken we te zitten op iets wat op de kaart een onverhard mini-weggetje was, terwijl het in het echt een grote weg was. We hebben dus niet precies gereden wat we van plan waren geweest, maar wel ongeveer – zie Movescount.

Met wat meer klimmen dan verwacht en vaak stoppen om op de kaart te kijken hebben we vandaag maar 70 km gefietst, maar die waren wel prima om mee te beginnen en dus erg lekker. Het klimmen heb ik voorzichtig gedaan: vorig jaar heb ik mezelf vroeg in het fietsseizoen uit elkaar getrokken (tenminste, dat denk ik, als oorzaak voor die vage blessure van toen), dus nu niet te veel op de macht. Morgen doen we een vlakkere rit: met de pont naar Spanje.

En dat jullie niet denken dat het alleen maar afzien is hier… dit stilleven zette ik gister op de foto:

bier met olijven

 

Door |2016-03-28T20:48:46+02:0028 maart 2016|Fiets|0 Reacties

Even snel

Even tussendoor maar weer: ik heb gister voor het eerst hardgelopen! Wel 1 hele minuut en 37 seconden, dat stelt geen ene drol voor, maar ik moest ergens beginnen. En geen pijn of napijn – jippie!

Verder ben ik een beetje druk maar dat heeft nu een goede reden: ik ben met werk aan het aftellen, afvinken en wegstrepen richting… vakantie! trainingsstage! Zondag vertrek ik naar Portugal om lekker veel te fietsen. Of ik voor die tijd nog aan dit weblog toekom, weet ik niet, maar anders daar wel, denk ik zo. Er moet nog van alles af, van werk tot een ingepakte tas plus aanwezigheid als vrijwilliger bij Zwemloop Het Lint van de Vrouwentriathlon. Drukdrukdruk, maar alles onder controle!

En oja: manlief blijft thuis; ik ga met fietsmaatje Jo.

Door |2016-03-22T15:58:55+01:0022 maart 2016|Fiets, Loop|0 Reacties

Voet gaat goed

Snelle update weer even: het gaat hartstikke goed met mijn voet. Donderdag op gewone schoenen gelopen en ’s avonds een half uur spinning, vrijdag de hele werkdag op nette schoenen doorgebracht (met de nieuwe inlegzolen), en dat leidde allemaal hooguit tot moeie voeten, niet tot pijn.

Die vermoeidheid komt deels doordat ik het nog moeilijk vind om weer normaal te lopen. Ik ben erg naar de sesamoïditis gaan lopen, over de buitenkant van mijn voet en mijn voetboog met mijn tenen stijf houdend. Ik vind het duidelijk nog moeilijk om erop te vertrouwen dat die plek géén pijn meer doet en dus ontspannen te lopen – typisch geval van lijf is eerder beter dan hoofd. Vrijdag liep ik in Amsterdam terug van m’n werkplek daar naar de metro en toen liep ik te denken ‘kijk eens hoe normaal ik loop!’ Maar dat denken is er nou juist een teken van dat het nog helemaal niet normaal is!

Deels komt de vermoeidheid ook simpelweg doordat ik een deel van mijn voet wekenlang heb ontzien, en dat deel moet nou weer werken. Bij spinning heb ik vooral daar last van, volgens mij, daarbij werd donderdag mijn voet doodmoe.

Of de ontsteking echt helemaal over is, weet ik niet, maar in elk geval houdt hij zich koest. Voor de zekerheid ga ik nog even door met ijs en Voltaren enzo. Als het zo doorgaat, wil ik aan het eind van deze week de hardloopschoenen eens aantrekken! Voor een paar stappen hardlopen, hoor, ik ga daar heel voorzichtig mee zijn. Maar ik zou blij zijn als het begin er is!

En het was lekker fietsweer vandaag natuurlijk. 3 uur in het zonnetje gereden. Ben ik al bruin?

 

Door |2016-03-13T19:03:15+01:0013 maart 2016|Fiets, Loop|0 Reacties

Voet

Toen ik vanochtend in het ziekenhuis was voor een bezoek aan de orthopedisch schoenmaker heb ik gevraagd of ik mijn röntgenfoto’s van 10 dagen terug kon krijgen, en dat mocht. Dit is mijn voet:

Röntgenfoto voet, van boven af

De twee sesambotjes zijn er goed op te zien: die twee erwtjes onder het meest rechter middenvoetsbeentje. Ertegenaan is nog een derde, kleinere en vagere ronde vorm te zien en dat is waarschijnlijk een spoor van de ontsteking, vocht ofzo.

Dit is ‘m nog een keer, van opzij:

Röntgenfoto voet van opzij

 

 

 

 

 

 

 

Met die voet en ook met de andere is niks mis, zo zei ook die schoenmaker (erg aardige kerel trouwens). Zo van: jij hebt alleen maar tijdelijk een aangepaste zool nodig, na een gevalletje dikke pech. Die zool is-ie nu aan het maken, met meer steun onder mijn voet en een uitsparing onder de sesambotjes en erop gericht om het afwikkelen wat meer over mijn hele voet te spreiden en niet alleen richting mijn grote teen te doen. Daarmee krijgt de ontstekingsplek meer rust en is de voet eerder belastbaar. De zooltjes worden zo gemaakt dat ze ook voor hardlopen geschikt zijn. Klinkt veelbelovend.

Wel zei hij dat ik mogelijk die zooltjes graag wíl blijven dragen, omdat het lekkerder is. Hij vond bijvoorbeeld dat ik weinig ‘kussentje’ onder mijn voorvoet heb, alleen maar dunne huid, en dan is een dempend zooltje daar wellicht wel prettig. Mijn gebrek aan ‘kussentje’ ken ik wel: ik ben al door meerdere fysiotherapeuten tot ideale oefen- en demonstratiepatiënt verklaard omdat bijvoorbeeld mijn rugwervels zo dicht aan de oppervlakte liggen en dus heel goed zichtbaar zijn.

Ondertussen gaat de sesamoïdits wel vooruit, maar het gaat me te langzaam natuurlijk (typisch sportersongeduld). Wat ik lastig vind, is dat ik het pas een dag later merk als ik de voet te veel belast heb. Ik vermoedde dat vorige week al, en dat vermoeden is versterkt: ik merk te veel doen in de vorm van napijn. Vorige week was 2X15 minuten wandelen (naar mijn Utrechtse werkplek) al/nog te veel. Ik ben dus weer terug op een streng regime van rust (in Utrecht voor dat lullige afstandje toch maar de OV-fiets). Dan heb ik in het dagelijks leven nauwelijks nog pijn. Daarbij ijs, rekken, onbelast bewegen en Voltarengel. En vooral hopen dat het opschiet.

Maar dat van die napijn, daar baal ik van – dat maakt opbouwen echt lastig, ook straks met het hardlopen. Bewegen zelf voelt namelijk prima, ik krijg dan geen enkel signaal van te ver gaan, en een dag later kan ik daar niets meer aan doen natuurlijk. Hopelijk is het na nog een week rust en straks met die zooltjes makkelijker.

Ondertussen heb ik de slag van het alternatieve, looploze trainingsprogramma aardig te pakken. Vrijdag enorm genoten van mijn eerste wat langere rit op de triathlonfiets, en ik ben volgens mij goed bezig om twee zwakke plekken (schouders en core stability) aan te pakken. Vanavond ga ik voor het eerst dit seizoen weer eens spinnen. Vandaag lijkt het weer even niet zo, maar toch: ik voel de lente af en toe kriebelen!

 

Door |2016-03-01T13:41:55+01:001 maart 2016|Fiets, Loop|0 Reacties

Ik lijk wel een zwemmert!

Als ik naar mijn Movescount-logboek van februari kijk, lijk ik ineens wel een zwemmer geworden:

Zwemmen met stip op 1

Dat is echt een raar overzicht, voor mijn doen, met zwemmen als veruit de grootste sport, qua tijd. Hardlopen is helemaal weg – de voetblessure. Het sterretje is trouwens bodybalance/krachttraining.

De weinige fietsuren is op zich  niet zo heel gek voor deze tijd van het jaar. Het is nog steeds wat hangen-en-wurgen qua weer om echt lange duurtrainingen op de fiets af te werken – dit hele weekend waait het te hard. Maar ik zit veel meer op de fiets dan uit deze getallen blijkt, want ik fiets erg veel, maar dat vooral op de stadsfiets. Week na week zit ik minstens vijf uur op de stadsfiets, deze week kom ik over de zes zelfs. Dat zijn weliswaar kleine stukjes (tot maximaal 35 minuten, als ik naar Bergschenhoek, Vlaardingen of de Erasmus Universiteit ga), maar ik werk zo wel aan mijn fietsbasis.

Op Movescount registreer ik alleen de sportieve fietsritten, al is die streep niet helemaal goed te trekken. Ergens boven die 35 minuten houdt vervoer op en begint trainen. Afgelopen dinsdag ben ik bijvoorbeeld (in stralende zon!) woon-werk naar Den Haag gefietst, en dat log ik dan wel. Dat is enkele reis een uur, dat is ver genoeg voor een andere, betere fiets en ik kleed me ervoor om. Ik kom deze week dus uit op in totaal meer dan 8 uur fietsen!

Dat ik zo veel op de stadsfiets zit, ligt deels aan hoe mijn dagelijks leven er op dit moment uitziet, maar het heeft ook wel met de blessure te maken. Ik moet op het ogenblik twee keer per week naar Utrecht voor werk, en dat is op normale loopafstand van het station, maar nu neem ik daar de OV-fiets voor. Deze week moest ik naar de orthopeed: het ziekenhuis is dik 10′ fietsen. Ik ga extra naar zwembad en sportschool, ook allebei op ruim 10′. Alles bij elkaar is dat goed voor minstens een uur extra fietsen in de week.

Ik heb mijn draai redelijk gevonden in hardlooploos trainen, met extra zwemmen en de crosstrainer, maar ik mis nu wel de lange buitentrainingen. Het kan me niet snel genoeg lente worden nu! Als ik naar de combinatie van Weeronline en mijn agenda kijk, moet het ergens verderop in de week weer een keer lukken (vrijdag?):

Vrijdag krijgt een 8

Enne, die t uit de titel, da’s Rotterdams, hè?!

Door |2016-02-21T14:57:17+01:0021 februari 2016|Fiets, Zwem|0 Reacties

Maximaaltest: de getallen

Hier zijn de getallen van afgelopen vrijdag. Eerst die over mijn conditie:

  • VO2-max: 84,1 ml/min/kg (dat is overigens gek hoog als je het vergelijkt met getallen op internet, dan zou ik een Indurain zijn, dat ligt aan het protocol: dit is bepaald met de Astrand-methode, niet met een masker, en er is ook nog iets met leeftijdscorrectie. Het is er vooral om te doen dat ik vergelijk met mezelf van eerder, en dan is het steeds dit of iets hoger – het is bij mij overigens toch echt ook wel redelijk hoog, heb ik begrepen, als maat voor duurconditie).
  • Maximale hartslag: 163 (hoger dan bij de vorige testen); omslagpunt: 154.
  • Vermogen maximaal 275 Watt (4,2 Watt/kg; voor mij normaal); bij omslagpunt 215 (3,3 Watt/kg, da’s wat lager dan eerder).

Trainingszones (hartslagfrequenties) – die liggen overigens laag, ik heb een lage hartslag van nature, maar dat zegt verder net zo veel als zeggen dat ik schoenmaat 41 heb, dat is gewoon een aanlegkwestie:

  • Herstel < 118
  • D1 (rustige duur): 118-129
  • D2 (intensievere duur): 129-140
  • D3 (wedstrijdtempo en extensieve intervallen): 140-154
  • Intensieve intervallen (‘in het rood’): > 154.

Een paar overige getallen:

  • Longinhoud: 4,8 liter (ietsje minder dan voorheen)
  • Bloeddruk: 134/79 (netjes)
  • Gewicht 65,4 (dat is 3 kilo meer dan thuis, maar dat is altijd!); vetpercentage: 21,8 (= precies goed voor mijn niveau van sporten, en stabiel).

Wordt vervolgd in mei, dan doe ik weer zo’n test, om het effect van mijn trainingen te meten. Ik verwacht dan dat het vermogen over de hele linie zal zijn gestegen, en dat moet in elk geval meetbaar zijn bij mijn omslagpunt.

Door |2016-01-26T15:17:27+01:0026 januari 2016|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Tot nu toe bevalt het uitstekend

Ik aan het flipperenTot nu toe bevalt het uitstekend, 50 zijn. Ik had woensdag een leuke dag (zie foto: feestje in het Dutch Pinball Museum), donderdag was ik daar nog een beetje moe van maar verder geen probleem, en gister had ik een fikse opsteker waar ik blij mee ben: een goede maximaaltest.

Ik ga al bijna 15 jaar voor mijn maximaaltesten naar Topvorm, wat als groot voordeel heeft dat het vertrouwd is, dat de gegevens vergelijkbaar zijn en dat trainingsbegeleider Coen mij door en door kent. Ik wilde nu vooral gaan om mijn trainingszones te bepalen, zo aan het begin van opbouwen naar de Ironman. En ik wilde weten hoe ik ervoor stond. Ik wilde twee weken geleden al gaan, maar toen was ik nog net te verkouden. Gister was het dan toch zo ver.

Ik had verwacht er sowieso niet zo heel geweldig voor te staan: het is nog maar het begin van opbouwen, ik heb vorig jaar een beetje moeizaam jaar gehad met de blessure en ik heb vooral weinig gefietst, terwijl de maximaaltest op de fiets is. Mijn vorige test was bovendien al bijna twee jaar geleden; vanwege die blessure heb ik vorig jaar over moeten slaan. Allemaal redenen om te verwachten dat het minder zou zijn.

De laatste weken was daar nog bijgekomen dat ik me wat kwakkelig gevoeld heb: die verkoudheid, veel slecht slapen, de wiebelige hormonen, de steeds vastdraaiende rug, andere kleine pijntjes hier en daar en een schrikbarend laag looptempo. Ik voelde me dramatisch uit vorm, maakte me daar ook wel wat zorgen over, ook al was het de laatste twee weken allemaal net weer wat beter, op dat looptempo na. Maar toen zei afgelopen maandag de overgangsconsulente ook nog eens dat veel vrouwen ergens in deze levensfase een abrupte achteruitgang in hun prestaties ervaren. Oeps. Het had me niet verbaasd als ik een heel slechte maximaaltest af zou leggen.

Niets was minder waar. Tot mijn verrassing en vreugde waren de resultaten vergelijkbaar met de vorige twee testen: die van maart 2014 en oktober 2013. Een paar dingetjes waren een fractie minder, maar andere juist weer net wat beter en samen komt dat op hetzelfde neer. En dat aan het begin van een nieuwe trainingsperiode én twee jaar ouder, dus relatief sta ik er alleen maar beter voor dan toen.

Jippie – niksniet dramatisch vormverlies of abrupte achteruitgang! Kennelijk voelt dat zo, maar dat vond Coen van Topvorm niet bepaald een probleem: het zou pas erg zijn als ik me nu op m’n best zou voelen. Dat moet pas eind augustus namelijk.

Zo’n maximaaltest is trouwens zelf eigenlijk helemaal geen pretje. Het gaat volgens een vast protocol waarin ik eerst een hele tijd met 60 omwentelingen per minuut moet fietsen, wat heel raar voelt. Zo traag trap ik alleen bij zwaar klimmen, maar dan is mijn hartslag veel hoger. Nu hangt-ie dan steeds rond de 140, D2, maar het voelt veel zwaarder dan dat. Vervolgens mag ik naar 90 rpm en daar moet ik ‘m dan op zien te houden terwijl langzaam-maar-zeker het vermogen dat ik moet leveren wordt opgevoerd tot op afknap-niveau.

Vooral die laatste minuut, als Coen aangeeft dat ik het nog zo lang vol moet houden om dat vermogen mee te mogen rekenen als maximaal – dan verengt de wereld zich tot dat rottige wijzertje dat ik op 90 rpm moet zien te houden terwijl dat eigenlijk niet meer gaat; de rest verdwijnt in een zwart gat. Als het dan niet meer hoeft, blijk ik ook zeer amechtig adem te halen – de eerste tellen zijn nog helemaal geen opluchting. Die komt even later wel, natuurlijk, en nog iets later voelt het eigenlijk hartstikke lekker, want ja, pijn is fijn, hè?

En nóg wat later stond ik dus helemaal blij weer terug op straat. Dik tevreden, met veel zin in het komende seizoen. Coen gaf ook nog wat trainingstips en ik ga binnenkort mijn trainingsschema wat meer in detail uitwerken. Meer daarover volgt, en de precieze getallen van de test ook.

Door |2016-01-23T15:15:01+01:0023 januari 2016|Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Cadeautjes

Ik heb afgelopen woensdag een aantal triathlon-gerelateerde cadeautjes gehad (hoe komen ze erbij, hè? 😉 ). Ik had het toen al over het ‘shorty’ wetsuit:

wetsuit

Ik heb dat meteen woensdag in het zwembad uitgeprobeerd, en het zwemt voor mij ideaal. Ik ervaar een heel wetsuit als zwaar rond mijn armen, en dat is hierbij niet, en ik heb ook voor het drijfvermogen geen wetsuit om mijn benen nodig, want mijn benen liggen al vrij hoog – maar dit pakje geeft wel net precies extra drijfvermogen waar het wél helpt. Ik ben er dan ook duidelijk sneller in dan helemaal zonder. En nou maar hopen dat het water straks in Vichy er niet te warm voor is!

Een ander handig dingetje waar ik blij mee ben is een verlichtingsarmbandje voor bij het lopen:

Lampje aan en uit

Lampje aan (kan ook nog in de verpakking) – lampje uit

Die zie je ineens steeds meer en ze zijn heel veel beter dan de lampjes van de vorige generatie. Ik had er bij clubgenoten dan ook al al jaloersig naar staan kijken, en het cadeautje kwam niet toevallig uit die hoek. Ik ga van deze extra zichtbaarheid zeker dankbaar gebruik maken!

De derde triathlonsport was op een bijzondere want kunstzinnige manier vertegenwoordigd, in dit prachtige beeld:

Fiets-beeldje

Verder waren er opvallend veel cadeaus die als strekking hadden dat ik ermee kan ontspannen. Dat zat ‘m in iets lekkers te snoepen, een goeie fles wijn, een uitnodiging voor relaxed wandelen of naar een concert, mooie boeken om rustig in te lezen, en ook in een heleboel lekkere dingetjes voor een lijf dat veel zweet, doucht en in chloorwater ligt:

Stilleven van o.a. douche- en scrubdingen

Lieve vrienden, die ontspan-boodschap is overgekomen!

Door |2016-01-23T11:41:29+01:0023 januari 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant