Fiets

Gedachten over sporten en weerstand

In de oproepen die ik dinsdag linkte, staat ook dat het goed is om zo te trainen dat het geen grote aanslag doet op je immuunsysteem, om dat zo goed mogelijk te hebben als je besmet raakt met het corona-virus. Dat is een wijs advies, het is alleen de vraag wat het precies betekent. Ik heb begrepen dat sommige sporters het vertalen in ‘alleen kort en rustig trainen’. Ik doe dat niet: ik doe ook intensieve intervallen, zowel lopend als op de fiets. Ik fiets nog niet lang, het is nog maar maart, maar ik hoop dat wel uit te gaan breiden. Hier mijn gedachten daarover.

Waarom?

Waarom zo ‘onvoorzichtig’? Nou, de belangrijkste reden is dat ik denk dat mijn aanpak geen kwaad kan. Volgens mij gaat het om goede individuele dosering. Belangrijkste is dat ik me niet helemaal leegtrek en over mijn grenzen jaag – dat geeft zeker een immuun-dip. Helemaal als het gepaard gaat met zware omstandigheden en/of een uitputting van de koolhydraatvoorraden in mijn spieren (hongerklop).

Maar als ik doe wat ik goed kan hebben, is dat geen probleem. Ik verteer lang fietsen goed, en ik ben weliswaar gewend aan pittige intervallen, maar loodzware, lange (anaerobe) intervallen doe ik nooit (zie dit recente artikeltje over mijn manier van hardloop-intervallen). Ik kom van trainingen dan ook niet total loss of uitgeput terug. Want ik weet wel hoe dat voelt, van wedstrijden bijvoorbeeld, of loodzware tochten.

Tot zover de belangrijkste reden – hier gaat het om, zal ik maar zeggen: gezondheid voorop. De volgende redenen wegen daar dan nog extra in mee:

  • Ik wil goed blijven op de langere termijn. Mijn inschatting is dat de huidige situatie lang gaat duren. Als ik lang alleen maar kort en rustig train, raak ik veel kwijt wat ik mogelijk nooit meer terug krijg, want ik ben op de ‘use it or lose it’ leeftijd.
  • Ik heb op dit moment extra rust- en hersteltijd omdat ik verder niet zo veel te doen heb buitenshuis. Ik hoef op dit moment niet, bijvoorbeeld, om 6 uur op, om me dan door het donker en slecht weer op de fiets naar het station te haasten om in een volle spitstrein naar Amsterdam te reizen, staand met een zware tas met laptop op m’n nette schoenen, dan 8 uur lang druk in de weer om een groep schrijvende professionals wat te leren, tussendoor eten in een lawaaierige kantine, en aan het eind van middag weer door spits terug – 12 uur van huis (ik kan daar wel eens over mopperen, maar ik zou er wat voor geven nu…). Ik merk nu dat ik fysieke energie over heb aan het eind van de dag. Gelukkig kan ik sporten, en soms ook pittig ook – dan houd ik nog steeds energie over.
  • Ik heb leuk sporten nodig voor mijn hoofd, en alleen maar kort en rustig is niet leuk. Er is maar weinig leuk op het moment, dus laat me af en toe lekker knallen, vooral als er wat woede of frustratie uit moet. Na de ergerlijke woorden van minister Wiebes zondag over dat zelfstandigen er zelf voor gekozen hadden, liep ik een paar kogelharde kilometer-intervallen – heerlijk. Lange fietstochten doen wonderen voor mijn hoofd. Ik heb dat knetterhard nodig.

Niet in de hand

Er komt nog iets bij. ik weet dat de invloed die ik zelf heb op mijn weerstand maar beperkt is. Je kan ‘m helemaal niet ‘optimaliseren’, je kan alleen voorkomen dat je ‘m ondermijnt.

Bovendien: in het advies ‘houd je weerstand op peil’ zit de maakbaarheidsgedachte opgesloten. Kort door de bocht: ‘als ik maar kort en rustig train, kom ik hier wel goed doorheen’ en in de venijnige variant: ‘iemand die wel heel ziek wordt, heeft te zwaar getraind’. Zo is het gewoon niet.

We zitten in een soort loterij, dat is het akelige van het coronavirus: bij de meesten verloopt het mild, sommigen worden er erg ziek van. Voor zover ik begrepen heb, tast de medische wetenschap nog in het duister wat het verschil is tussen die twee groepen. Ja, oud zijn en al iets hebben, maar dat is niet het hele verhaal.

Ik hoop natuurlijk ook dat ik, als ik het krijg, zo’n mild geval word, en ik zie zeker het nut van het op peil houden van mijn weerstand. Maar ik weet ook dat ik het niet in de hand heb.

Nader weerstandsonderzoek

Dit alles op een rijtje zettende, realiseerde ik me dat ik natuurlijk best wel ervaringsdeskundig ben op het gebied van weerstand tegen verkoudheden. Immers, ik ben nogal eens verkouden, ik schreef daar in november 2018 over – dat was een slecht seizoen op dat gebied. Wat ik daar al schreef over wat ik zelf kan doen aan mijn weerstand, weet ik al lang:

  • Van zwaar of lang trainen word ik niet vaker verkouden.
  • Ik word zieker als ik mezelf erg vermoei als ik al iets heb, zoals verkouden op stedentrip gaan of verkouden terug komen reizen uit Australië.

Dat is dus niks nieuws.

Maar toen ging ik eens na hoe het zat met de verkoudheden van de afgelopen twee jaar. Waren er in de voorafgaande dagen weerstands-ondermijnende zaken aan te wijzen? Ja, dat was zo:

  • Drie keer heb ik in de voorafgaande dagen in een slechte airco gezeten; de laatste twee zelfs bij dezelfde opdrachtgever – ik heb daar al eens geklaagd over het binnenklimaat.
  • Vier keer had ik mezelf  ervoor – inderdaad – uitgeput. Eén keer door extreme overprikkeling, drie keer door sport: twee keer bij een loop waarbij ik tot het gaatje gegaan was (zoals mij PR op de 15 kilometer vorig jaar – de dag erna werd ik verkouden), één keer bij de heroïsch koude triathlon van Alphen – een kleine week later werd ik verkouden.
  • Het enige resterende geval, dus de enige zonder mogelijk verklarende voorafgaande omstandigheden, was sowieso afwijkend: andere symptomen waaronder koorts. Dat noem ik dan ook griep en geen verkoudheid. Mogelijk was dat gewoon een heftiger virus.

Ik weet dat ik nu het gevaar loop om in de post hoc ergo propter hoc valkuil te vallen: ik redeneer terug vanaf een verkoudheid en vind dat overeenkomsten in de voorafgaande dagen. Dat wil niet zeggen dat die omstandigheden de infectie veroorzaakt hebben. Er kwam altijd nog iets aan te pas, namelijk een virus, en ik kan talloze voorbeelden vinden van dezelfde omstandigheden zónder daarna een verkoudheid. Dus er is geen duidelijk causaal verband.

Voornemens

Maar ik leer er wel wat van. Het lijkt erop dat ik in corona-tijden vijf dingen niet moet doen:

  • Wedstrijden waarbij ik tot het gaatje ga, en al helemaal niet in de kou. Geen probleem: er zijn geen wedstrijden, en de betere tijd van het jaar breekt aan. Het kan wel nog steeds koud en nat zijn natuurlijk, daar moet ik voor oppassen.
  • In de airco gaan zitten. Ook geen probleem, want ik kom op het ogenblik nergens waar dat zo is. Ik ben vooral thuis immers, of buiten.
  • Mezelf anders uitputten, bijvoorbeeld door overprikkeling. Daar kan sporten juist bij helpen: even weg van alles.
  • Hongerklops en koolhydratenuitputting veroorzaken. Daar lette ik trouwens al goed op. Het is ook een reden waarom ik nooit nuchter train, bijvoorbeeld, ook al is dat effectief voor de vetverbranding: te groot risico voor mijn weerstand.
  • Doortrainen als ik niet fit ben. Niet dat ik dat zo fanatiek wél deed, maar in geval van twijfel ga ik nu strenger zijn voor mezelf.

En laten we er verder het beste van hopen. Voor ons allemaal.

* * *

PS Ik had deze blogpost in concept al klaar toen ik vanochtend de nieuwsbrief van Growth Equation kreeg. Steve Magness betoogt daarin iets soortgelijks als ik, en voegt er nog aan toe dat plotseling veel minder gaan doen je weerstand óók ondermijnt. Dus, zegt hij, doe niet te gek, maar blijf zeker wél in je routine!

Door |2020-03-19T15:31:00+01:0019 maart 2020|Fiets, Loop, Waarom|0 Reacties

Gas eraf X3

Net als veel andere sporters kwam er vorige week bij mij een abrupt einde aan een doelgerichte trainingsopbouw. ik was in eerste instantie bezig voor de zwemloop in Vlissingen van volgend weekend, waar ik een PR op de kilometer hoopte te zwemmen. Lopen ging ook lekker: ik zou net deze week m’n maximale intervalomvang bereiken. Na de zwemloop zou ik die twee sporten op een iets lager pitje zetten, om meer ruimte te maken voor het fietsen, richting twee triathlons in mei en daarna op fietsvakantie naar Mongolië.

Daar kunnen allemaal strepen door. Tenminste, de triathlons in mei en die reis zijn nog niet definitief geannuleerd, maar ik acht de kans dat ze doorgaan nihil. En dus is mijn eerstvolgende doel pas eind augustus, als ik start aan een serie van vier of vijf kwart triathlons achter elkaar.

Vijf maanden is nog heel ver weg, te lang eigenlijk om al gericht naar toe te kunnen opbouwen. Zeker omdat het ‘maar’ om kwartjes gaat, en al helemaal omdat ik een pieken-en-dalenmens ben dat niet lang goed kan zijn. Er moet dus nu enig gas af, om straks weer dusdanig op te kunnen bouwen dat ik dan goed ben.

  • Gas eraf met zwemmen gaat vanzelf: de zwembaden zijn dicht, het buitenwater is nog te koud. En dat betekent ook vanzelf dat ik straks weer moet opbouwen.  Dat is sowieso niet anders – en dat gaat wel lukken.
  • Gas eraf met fietsen hoeft niet zo, ik moet het er alleen niet echt óp doen nu. Ik was nog niet aan het opbouwen immers, ik stond nog in de winter-onderhoudsstand: wekelijks een duurtraining buiten bij goed genoeg weer en anders een intensieve spinningles binnen. Dat laatste kan niet, en ik ben dus deze week rustigjes begonnen met buiten intensieve intervallen te gaan doen. Daar kan ik voorlopig wel mee verder. Daarnaast minstens één rustige lange rit, ook voor het hoofd, en eventueel nog een, ook om het gebrek aan dagelijkse stadsfiets- en andere beweging te compenseren. Daarmee doe ik véél meer dan nodig is voor een kwart triathlon over vijf maanden, maar dat geeft niet – ik vind het lekker en leuk en ik kan qua fietsen veel hebben.
  • Gas eraf met lopen vind ik nog het lastigste, omdat dat het meest voelt als ‘zonde’. Maar het is wel het belangrijkste, want juist lopen kan ik niet lang doorzetten, zeg maar, dat is echt een piek-kwestie. Ik heb nog niet echt een plan, heb tot nu toe maar wat gedaan met de intervallen, een beetje schipperend. Dat is trouwens ook prima: het lijkt me nu goed om niet al te doelgericht te zijn, niks te moeten en het vooral leuk te houden.

Met deze aanpak hoop ik zo goed mogelijk te zorgen voor mijn lichamelijke en geestelijke gezondheid, op een manier die me straks in staat stelt om weer lekker door te sporten. Dat vind ik het belangrijkste. Ik denk ook dat ik op deze manier goed zorg draag voor mijn weerstand, ook belangrijk nu – daarover morgen meer.

Door |2020-03-18T18:25:14+01:0018 maart 2020|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Thema: zooi

De periode van de feestdagen kenmerkte zich op sportief gebied voor mij door viezigheid: zooi in allerlei vormen. En dat was leuk, nouja, het meeste wel.

Het begon op 19 december met een ritje op de Afrika-fiets. Door de stad, onder andere langs Bike4Travel voor een langere stuurpen, waardoor ik nu eindelijk lekker zit op de fiets met het nieuwe frame, dat kennelijk een extreem korte reach heeft – voor mij te kort is écht heel kort.

Stuurpen

De foto laat de nieuwe stuurpen zien, maar als je goed kijkt, zie je ook dat band en voorkant van het frame vies zijn. Het was zacht weer met een beetje zon, maar heel veel derrie op de weg. Ik was frappant vies voor een stadsritje. Mijn schoenen ook, dus die heb ik schoongemaakt en te drogen gezet in de warme huiskamer, met krantenpapier erin. Dat vond hamster Kotiro bij het loslopen wel interessant: kranten zijn fijn nestmateriaal,dus hier gaat het haar wangzakken in:

Hamster met kranten en schoenen

Een paar dagen later kon ik opnieuw fiets en schoenen poetsen, dit keer de triathlonfiets, toen ik op eerste kerstdag onverwacht veel regen had op een verder fijn ritje naar de punt van de landtong van Rozenburg:

Schoenhoesjes met spetters

Maar dat viel allemaal totaal in het niet bij een dag later: de kerstcross in Spijkenisse, mijn eerste echte moddercross ooit. Ik vond het erg leuk, maar ik ben duidelijk niet goed in blubber! Adriaan maakte net op een moeilijk stuk aan het eind deze foto van me (dank!):

Ik in de modder

Hier is manlief na afloop bezig met het wegwerken van de ergste modder van zijn schoenen:

Henk schrobt in tobbe

Desalniettemin hadden we thuis ook nog wel wat werk, wat zelfs tot een verstopte gootsteen leidde – je moet er wat voor over hebben!

In de tussentijd had ik ook nog wat last gehad van andere rommeligheid: vanwege het vakantierooster was ik op dinsdag wezen zwemmen in het Van Maanenbad en daar was het zo druk dat ik het na 400 meter voor gezien heb gehouden. Op vrijdag was ik met Nicole naar het Zwemcentrum, dat ging iets beter maar was nog steeds rommelig, en dat kwam mogelijk mede doordat er eentje rondzwom met een ruikbare kegel… Ondertussen ben ik zelf nog steeds lekker bezig met de oefenstof van de cursus Powerstroke. Die even stil lag vanwege de vakantie, maar dat gaf dus wel meer oefentijd.

Op dinsdag volgde nog een cross: de Sylvestercross in Soest. Prachtig zonnig weer, mooie omgeving, fijne sfeer, hooguit wat druk.  Dit keer geen blubber, maar zand:

En dat blijft ook aan je schoenen plakken:

In mul zand ben ik ook niet handig, waardoor je je kunt afvragen: waarom doet ze dat, al dat crossen? Nouja, omdat het leuk is, meer in de natuur dan gewoon hardlopen, en omdat het goede training is, door de extra kracht en het vele balanceren. En ik blijk wel een goede bochten-nemer te zijn, dus relatief goed bij veel krap draaien en keren.

Twee crossen in één week bleek alleen wel net iets te veel te zijn voor mijn voeten, dus ik heb nu een – dubbele maar hopelijk lichte en tijdelijke – overbelastingsblessure. Jammer, want het ging allemaal heel lekker de laatste tijd. Misschien was ik daardoor een beetje overmoedig geworden.Helaas viel daardoor zaterdag de nieuwjaarsloop bij Spirit in het water – ik had toen bovendien een inmiddels zeldzame totale off-day (alles bij elkaar ben ik een stuk stabieler dan een tijd geleden, maar zo af en toe ‘wiebelt’ het nog, wat ik aan de hormonen wijt).

Gisteren heb ik dan nog de laatste zooi opgezocht, en dat was gravel, of nouja, zo heet het officieel: een ‘gravelride‘, Samen met Jo heb ik een ‘Wintergrill‘ gereden, een mooie route door bos en over hei rond Hilversum, over allerlei on- en halfverharde paden. Wat waterkoud, daardoor koude voeten, maar verder erg lekker. Wel wéér fiets poetsen na afloop, en er staan weer schoenen met krantenpapier klaar voor Kotiro, al heeft die het gister nog niet ontdekt.

Op die zere voeten na is 2020 dus goed begonnen, en ik zou zeggen: dat het maar een  mooi sportjaar moge worden, voor mijzelf en voor jullie, lezers!

 

 

 

Door |2020-01-06T14:42:59+01:006 januari 2020|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

We have to harmonize mind, body and soul

Afgelopen donderdag was de workshop ‘Sterk verhaal over ouder worden‘, die ik gaf samen met Babet. Er waren zeven deelnemers, wat precies mooi is in die ruimte. Kijk de deelnemers eens vlijtig aan de slag met één van de opdrachten:

Nu de workshop erop zit, kan ik hier ook wel een belangrijke inspiatiebron ervoor in het zonnetje zetten: Sister Madonna Buder, ook wel de Iron Nun genoemd. Zij is 89, is op haar 48e begonnen met hardlopen, en heet ondertussen 390 triathlons volbracht, waaronder een heleboel hele. Daarbij was ze regelmatig de oudste ooit, en heeft ze leeftijdscategorieën ‘geopend’. Bovendien heeft ze gaandeweg een boel wereld- en parcoursrecords voor haar leeftijdscategorie gevestigd, en is ze meervoudig wereldkampioen.

Ze inspireert talloze andere sporters, als vrouw, als oudere, als religieuze. Mij ook. Ik las onlangs haar autobiografie, maar ik vind het nog gaver om haar in actie te zien. Ik vind het alleen al superstoer om te zien hoe ze op een triathlonfiets rondrijdt. Dat vind ik, meer dan 30 jaar jonger, soms al op z’n minst ‘afwijkend’ – bij een 50+-vrouw denken mensen al eerder aan een e-bike. Laat staan bij 80+. Maar ze doet het!

Ik heb donderdag twee filmpjes van haar laten zien. In het eerste zegt ze (na 1 minuut) dat het wel degelijk ‘discouraging’ is om langzamer te worden, dat het discipline kost en een gevecht is om te blijven doen wat ze doet, en dat ze zich wel eens afvraagt waarom ze ermee doorgaat. Die vraag beantwoordt ze in het tweede prachtig (na 30 seconden):

No matter who we are….

We need to exercise

We have to harmonize mind, body and soul.

Het waarom van veel sporten heb ik nooit kernachtiger uitgedrukt gezien. Daarom neem ik ze mee. En gaf ik ze mee aan de deelnemers van afgelopen donderdag.

 

Door |2019-12-02T17:32:45+01:002 december 2019|Fiets, Trainer, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

Het leek wel een trainingskamp!

Ik was vorige week weg, voor werk: een schrijftraining geven op Sint Maarten! Ik heb drie dagdelen gewerkt en er kwamen nog wat sociale dingetjes bij (erg leuk), maar de rest van de tijd was vakantie. Manlief was mee, en dus hebben we lekker samen kunnen sporten. We hebben bijna elke dag in zee gezwommen:

Dat was natuurlijk superlekker, het water was een graad of 27! Ook al was het steeds maar kort, het heeft ook nog nut gehad voor mijn cursus Powerstroke, elke dag even oefenen, dat merk ik deze week in het zwembad.

We hebben op een van mijn vrije dagen een fiets gehuurd. Hier ga ik een van de steilste klimmetjes op, net over de Nederlands-Franse grens (!):

Dat fietsen was erg leuk en ging prima, ondanks het verkeer, dat op het Nederlandse deel van het eiland vaak bumper-aan-bumper staat. Daar moest je dan even geduld voor hebben. Verder was het heerlijk – de mooiste manier om het eiland te zien. Je fietst het in ongeveer 45 kilometer rond, we hebben er met een ommetje 60 van gemaakt. Daar de hele dag over gedaan, ondertussen sight-seeënd en aan de Franse kant café avec tarte aux pommes gedaan.

Hardlopen was een beetje behelpen: overdag was het te warm (> 30 graden, veel kracht van de zon), en als het afkoelde door de zonsondergang, was het snel pikkedonker (straatlantaarns zijn er niet meer sinds orkaan Irma). En dan was het spits. Eén keer hebben we langs de weg een rondje gelopen en daar kreeg ik hoofdpijn van: te veel uitlaatgassen. Bovendien was het uitkijken met al dat verkeer en de oneffenheden op de weg, dus niet zo relaxed.De tweede keer zijn we naar een netwerk van trails gelopen tegen een berg, verrassend leuk en goed onderhouden. Dat beviel beter.

Ook hebben we veel gewandeld. Eén lange, contrastrijke wandeling naar en door hoofdstad Philipsburg, en de dag na het hardlopen op de trails zijn we eer terug naartoe gegaan voor een wandelende top-beklimming van Sint Peter Hill (320 meter). 

We wandelden ook voor verplaatsingen, zoals tussen hotel en restaurant. Dat is er nogal ongebruikelijk. We hadden sowieso de indruk dat we de toeristen die ook buiten sportieve dingen wilden doen de hele tijd tegenkwamen: een Noors stel dat ook fietste, een Amerikaanse triatleet die ook de trails had ontdekt. De grote massa’s doen dat niet, en het is er ook niet de beste bestemming voor: te warm, te veel auto’s en bebouwing, te klein.

Maar voor zo’n weekje wel heel lekker! Ook in andere opzichten was het een geslaagde week: ik heb lekker gewerkt, en vond de kennismaking met de Cariben, met post-koloniaal Nederland en met de gevolgen van orkaan Irma heel interessant. Wie er meer van wil zien: we hielden weer een Polarsteps-journaal bij.

En het kan dus wel, zwemmen-fietsen-hardlopen op Sint Maarten. Mede dankzij het materiaal (prima huurfietsen) en de vele adviezen van een goede sportzaak: TriSport. Dank jullie wel!

Door |2019-11-27T10:44:59+01:0027 november 2019|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

Actie-miniatuurtjes

We hadden zelf dus geen actiefoto’s van mij op de fiets zaterdag, maar die zijn wel gemaakt door de professionele fotografen langs het parcours – heel veel zelfs, veel meer dan van Henk en helemaal veel meer dan van Marcel. Ze zijn bespottelijk duur om aan te schaffen, maar ik heb een paar leuke ‘uitgeknipt’ om hier toch wat te kunnen laten zien – in miniatuur en met letters door me heen:

Op deze is net een beetje te zien hoe druk het was – dat moet het eerste rondje geweest zijn, met de halve afstand ook nog op het parcours:

Door |2019-09-19T20:12:16+02:0019 september 2019|Fiets|0 Reacties

Beautiful Day – U2

Sinds een tijdje noemt manlief z’n Strava-activiteiten altijd naar een goed muzieknummer – iets wat hij overigens heeft afgekeken van mijn Mallorca-genoot Marcel (andere Marcel, niet onze zwemmer). Ik kijk het nu weer af voor deze blogpost.

Want een mooie dag was het, gister. Ik was erg blij met mijn eigen prestatie. Ik hoopte erop de 180 km in 6 uur te klaren, dus 30 km/u gemiddeld te rijden. Ik wist dat het daarvoor wel wat mee moest zitten met het weer (de wind vooral) en mijn eigen vorm van de dag. Allebei was niet eens helemaal optimaal, maar wel goed, en goed genoeg om mezelf te overtreffen: het werd 5:49:43, gemiddeld 30,88 (officiële eindtijd).

Voor mijn gevoel wilde er echt uitkomen wat ik er in de maanden voorbereiding in had gestopt, en dat voelde hartstikke lekker – zeker omdat dat bij mij ook wel eens anders is. Dit was voor mijn doen zeldzaam goed! 

Het weer was fantastisch natuurlijk, en mijn lijf deed waar ik het op had voorbereid: mijn raceplan pakte helemaal uit zoals ik wilde. Ik heb ook mooi vlak gereden, kon het vermogen (dikke 180 Watt) goed volhouden, zonder al te veel last van nek, schouders en rug. Aan het eind was ik het wel zat, werd het zwaar en zat ik te verlangen naar de ‘verlossing’ van er zijn, maar dat hoort erbij.

Het ‘niet eens optimaal’ zat hem erin dat de wind in de tweede ronde opstak en nergens echt helemaal meer mee was, en dat ik de nacht ervoor in een benauwde hotelkamer amper had geslapen. Maar dat deerde allebei dus niet ernstig.

Verder was het ook een mooie dag. Het begon al op vrijdagmiddag, toen we voor het eerst op het terrein rond konden kijken:

20190913_145926

Om 3 uur was de briefing door de race director, speciaal voor de ‘TriTogether’:

20190913_150357

Direct daarna de registratie, in een overzichtelijk kort rijtje (net daarvoor was het nog hartstikke druk geweest):

20190913_155102

En mijn fiets gestald, die een nachtje buiten logeerde:

20190913_165521

Daarna naar ons hotel, waar we Marcel en zijn vrouw Chré troffen en gegeten hebben.

Na die brakke nacht, een vroege wekker en een geïmproviseerd ontbijt (hotel was nog niet op dreef zo vroeg) en een fraai autoritje in de vroege ochtend (maan, witte wieven) waren we weer ter plekke. Marcel was er klaar voor:

IMG_0030

Om 10 voor 8 ging Marcel van start voor zijn 3,8 km zwemmen:

IMG_0036

Een uurtje later kon ik reikhalzend naar hem uit gaan kijken – dat was best een spannend moment!

IMG_0045

Jaaaa, daar was-ie al! Hij had hartstikke goed gezwommen!

We hadden afgesproken dat de ‘verse’ sporter zich steeds om de chip – ons estafettestokje – zou bekommeren (dat is handig om af te spreken, anders zit je elkaar maar in de weg te hannesen), dus ik haalde hem van zijn enkel:

IMG_0047

Gauw om mijn eigen enkel:

IMG_0048

Naar de fiets, en hops – gaan!

En daar zijn dus helemaal geen foto’s van. Henk moest zich sparen natuurlijk, en het fietsparcours komt niet in de buurt van de start en finish. Al die 180 kilometer lang… Henk, Marcel en Chré zijn een tijdje naar Renée geweest, mijn vriendin die vlak bij het parcours woont, en die mij trouwens in mijn eerste fietsmeters nog had aangemoedigd. Ze vonden daar wat welkome rust, even weg uit de herrie en drukte. Bedankt, Renée!

Ondertussen was ik dus lekker aan het fietsen, me vermakend met naar anderen kijken – het grote deelnemersveld van de halve afstand kwam me inhalen, met daarbij nog een bekende van het triathlonforum die me groette, en ik kende ook een jurylid, zij kwam ook voorbij op de motor, dat was wel leuk.

De polder lag er ook weer zeer fraai bij in de zon, en ik vond het leuk alles terug te zien na mijn verkenning van een paar weken terug. Toen reed ik op de fietspaden, nu op de weg – indrukwekkend hoe veel wegen er nu afgesloten waren, dat ze dat voor elkaar krijgen voor zo’n evenement. Op het grondgebied van Zeewolde reed wel een vrachtauto op de weg. Ik schrok daar alleen maar even van, maar ik zag dat er voor me een paar fietsers door gehinderd werden.

Ondertussen had Henk geen idee waar ik uithing, want de live tracker (app) deed het niet. Hij was zelfs bang dat ik was uitgestapt, maar omdat ik niet belde en ook andere teams problemen hadden met de tracker, trok hij de conclusie dat het daaraan moest liggen. Ik had zelf al gemerkt dat mijn chip soms geen piep gaf als ik over een mat reed. Hij blijkt het het hele eerste rondje niet gedaan te hebben, en dus bij wel meer teams. Toen hij het in het tweede rondje wel deed, konden Henk en Marcel er niet veel wijzer van worden, behalve dan dat ze tot de conclusie kwamen dat ik de gehoopte 30 gemiddelde net niet haalde.

Maar dat was dus niet zo: ik reed ondertussen bijna 31. Het had nog ietsje meer kunnen zijn als ik niet een keer had moeten plassen en twee keer had moeten stoppen omdat ik na het aannemen een bidon liet vallen en niet zonder door wilde rijden – het was vrij dorstig weer. Dus ik ging eigenlijk prima, nouja, wel met wat moeite met die wind en op het allerlaatst deed alles pijn, vooral toen ik stuiterde over het slechte wegdek van de Eemdijk dat ik me nog herinnerde van de tijdrit daar in april. Maar ondertussen desondanks ook gewoon superblij en aan het genieten – ik ging het halen, dik binnen die zes uur!

Het stukje lopen, nouja, strompelen, van m’n fiets naar de wisselzone toe was nog even helemaal niet fijn, en toen stond Henk nog net niet helemaal klaar. Hij had me nog niet verwacht!

Gelukkig kon hij wel meteen vertrekken. Ik was daarna even helemaal total loss, maar werd opgevist door Marcel en kon daarna bijkomen met Marcel, Chré en Renée. Ik had wel even Chrés oordopjes nodig omdat de muziek en omroeper iets te hard binnenkwamen – typisch geval van stuk! Ik wist ook niet wat ik met mijn rug aanmoest, niks voelde lekker. Lopen was ook niet zo’n succes – auw… nouja, dat wilde ik ook, ik had echt alles gegeven.

Henks marathon bestond uit zes rondjes van 7 kilometer, dus elke ongeveer 35 minuten moesten we op de uitkijk. Hij ging goed, kijk maar (foto’s Marcel):

IMG-20190915-WA0008

IMG-20190915-WA0005

Hij was onderweg naar een marathon in 3u35 – supergoed, en zoals gehoopt. .

Na zijn 5e doorkomst konden we ons dus opmaken voor onze gemeenschappelijke finish. Daar maakte Chré een leuk filmpje van, in twee delen. In het eerste deel zie je Henk (in het roze) aan komen lopen en dan voegen wij ons bij hem voor de finish, en je hoort de omroeper het hebben over Team Sportkunstenaars:

Deel 2 is net daarna, dan krijgen we onze medailles, zie je iemand in een blauw shirt een foto van ons maken en op mij aflopen, even smoezen en daarna gaan we voor haar poseren – dat is Sanne, het jurylid van de NTB dat ik ken. Daarna zie je Marcel zoeken naar zijn vrouw – en vinden!

Die foto’s van Sanne, die resulteerden onder andere hierin:

20190914_182914

Ik liep op blote voeten omdat ik bang was om met m’n brakke benen te struikelen over de birkenstock-slippers die ik aan had! Die zaten in de tas die Marcel op z’n rug draagt, met daarin ook onze warmere laagjes – we wilden in teamtenue finishen, maar het koelde wel af dus we hadden er daarvoor iets overheen aan.

Achter die ‘echte’ finish stond een uitgebreid snoepbuffet klaar. Marcel en ik hadden dat na onze finishes niet omdat wij in de wisselzone eindigden, maar zo konden we toch nog wat meepakken:

71185056_1121685494694708_5808586532151361536_n

Close-up van de medaille:

Medaille

Goed dat daarop, en op het finishersshirt, duidelijk staat dat het om TriTogether ging. Want dat is toch heel anders dan alles in je eentje – ik kon niet meer hardlopen na mijn finish, laat staan 42 kilometer. Toch is het ook heel anders dan een ‘los’ evenement in een van die drie sporten, al is het alleen maar om de ongewisse starttijd. En je doet het écht samen.

De spulletjes waren sowieso wel leuk. Mooi rugzakje zat erbij, en een komisch dingetje zoals voor aan je hoteldeur:

We vonden het, op die live tracker na, sowieso erg goed georganiseerd. Wat losser en gemoedelijker dan wat we bij onze Ironmans hebben meegemaakt.Voor de teams was bijvoorbeeld de wisseltassenlogistiek best wel vrij, dus onze drie kleuren (fietsspullen – loopspullen – kleren voor na afloop) hingen kriskras door elkaar:

IMG_0042

Ik vond het ook erg leuk om eindelijk eens ‘Almere’ mee te maken: de oudste nog bestaande triathlon van Europa en dé triathlon van Nederland. Gister was een memorabele editie, o.a. omdat het parcoursrecord dik werd verbroken. Van de strijd vooraan heb ik overigens alleen maar wat flarden meegekregen van wat er werd omgeroepen.

Na de finish hebben we nog erg lekkere frietjes gegeten op het terrein, en toen ging het huiswaarts. Vandaag ben ik, na een nacht wel heel lekker slapen, nog best wel brak. Het is alsof er beton zit in m’n rug en hamstrings. Maar dat gaat wel weer over,  en het voelt ook eigenlijk best wel lekker.

Nog één dingetje dan om het verhaal compleet te maken. We hadden vanaf vrijdag wat contact met de fietster van Team Wilhelmus, een vrouw van 58. Die uiteindelijk 20 minuten sneller was dan ik – chapeau! Ze deden het met z’n tweetjes, twee vrouwen, haar – jongere – ploeggenote had nog nooit een marathon gelopen en deed dat in 4u38 –  nadat ze vroeg op de ochtend ook al had gezwommen. Wauw! Hier zitten we samen, voor onze start:

IMG_0041

In de uitslagen van de teams wordt verder geen onderscheid gemaakt tussen de mannen-, vrouwen- en gemengde teams, en er is ook geen leeftijdsklasse-indeling. Het houdt ergens op natuurlijk, dat snap ik wel.

Nou, hier is-ie dan nog een keer, onze getallen:

UitslagTrots op, blij mee.

Maar nog blijer ben ik met zo’n geslaagde en ook heel gezellige dag!

Door |2019-09-15T20:12:25+02:0015 september 2019|Fiets, Triathlon algemeen|3 Reacties

Op naar Almere!

Nog één nachtje slapen… morgen rijd ik een tijdrit van 180 km, als onderdeel van de trio-triathlon (full distance mixed relay, om precies te zijn) van de Challenge Almere – na de halve triathlon van Klazienaveen mijn tweede grote seizoensdoel. Ik heb er zin in, het weerbericht ziet er goed uit, ik vind het bijzonder om eens onderdeel te zijn van een team, zo’n lange tijdrit wilde ik al langer wel eens doen, en ik vind het leuk om eindelijk ‘Almere’ eens mee te maken, en dat bij wat de grootste triathlon in Nederland ooit gaat worden en sowieso de oudste van Europa is.

Sinds dit jaar evalueer ik steeds mijn proces net voor het grote evenement waarvoor ik heb getraind. Welnu, dat is gewoon heel goed geweest: ik heb bijna helemaal kunnen doen wat ik gepland had aan trainingen, en ik voel me ook bijna helemaal topfit, en in elk geval beter dan in de aanloop naar Klazienaveen. Anders gezegd: het trainen heeft geleid tot de vorm die ik wilde, maar zoals altijd heb ik ook twijfels…

Trainen

Fietsen was deze hele zomer af en toe lastig door het extreem wisselvallige weer, waardoor ik trainingen heb moeten inkorten, aanpassen en zelfs schrappen vanwege hitte, regen, storm of onweer. De laatste lange training, vorige week woensdag, heb ik helemaal opgegeven, want het was toen koud, winderig en nat en de snelle omschakeling van hittegolf naar herfst verteerden lichaam en ziel niet zo goed – ik was moe en had geen zin, en besloot uiteindelijk om maar risico-mijdend te zijn (niet verkouden worden, niet verkouden worden, niet verkouden worden!).

Een training skippen is altijd lastig op zo’n moment waarop het voor het hoofd fijn is om er ‘alles aan gedaan’ te hebben, maar wel wijs, denk ik. In plaats daarvan ben ik naar de sauna gegaan, dat was lekker.

Ik heb ook met veel plezier getraind. Ik schreef het al eerder: ik word gelukkig van lange, rustige duurtrainingen. Mijn lijf verteert die prima, en ik heb heerlijk gezworven, mooie tochten gemaakt, veel de ‘wide open spaces’ van de eiland ten zuidwesten van hier opgezocht (voorbeeld). Ook het verkenningsrondje van het parcours bij Renée vandaan was leuk – de polder op z’n mooist die dag.

Het niet-doorgaan van die laatste lange training vorige week voelde als een abrupt afscheid van zowel het fietsen als het landschap, maar, zo realiseerde ik me, dat is onzin natuurlijk, want het ‘moet’ straks niet meer, maar het mag en kan nog zeker wel.

Vorm

Ik heb precies de aanpassing voor elkaar gekregen die ik wilde, zag dat in de afgelopen weken langzaam-maar-zeker ontstaan als ik naar hartslag- en vermogensmeter keek: ik trap in de rustige duurzone een fiks hoger vermogen dan een paar maanden terug. Dat is precies wat ik zaterdag nodig heb. Als het allemaal verder een beetje meezit, kan het gaan lukken met die 30 km/u gemiddeld, dus in 6 uur klaar.

Dat heb ik voor elkaar gekregen door veel lange, rustige duurtrainingen gecombineerd met kortere trainingen met langere intervallen in de ‘sweet spot’ (net onder m’n omslagpunt) of heel korte als kracht- en intensieve training, bijvoorbeeld de Beneluxtunnel uitknallen. Ik ben blij met hoe m’n eigen trainingsschema is uitgepakt.

Gek genoeg is m’n vermogen rond m’n omslagpunt niet zo zichtbaar toegenomen. Die sweet spot trainingen gingen al een tijdje niet helemaal lekker, en bij 1/8e, die ik rond m’n omslagpunt fiets, reed ik die van Binnenmaas vorige week maar met een marginaal hoger vermogen dan in mei in Ter Aar (Strava geeft het vermogen niet goed aan, trouwens: het was 216 om 207 Watt).

Dat tunnel-uitknallen daarentegen, dat ging wel ook hard vooruit. Misschien was het iets mentaals, met die langere intervallen, of was het ook wel de vermoeidheid af en toe, want ik heb wel veel getraind natuurlijk. Mijn hartslag wilde ook niet lekker doorklimmen vaak, nouja, niet voor die langere intervallen.

De laatste weken deed ik alles op de Felt, waarmee ik nog dikkere maatjes geworden ben. Het kostte even wat moeite om m’n nek en bovenrug eraan te laten wennen om langer dan 3 uur in de aero-houding te zitten, maar ook die aanpassing is gekomen. Ik heb hem gisteren gepoetst, dus ook hij (zij?) is er klaar voor:

Fiets met doek aan standaard

Ik heb al een dikke week veel rust gehad, en sta zo langzamerhand dus echt wel te popelen om weer een lekker eind te gaan fietsen!

Twijfels

Ik ben er dus wel klaar voor, maar ik zou ik niet zijn zo vlak voor een groot evenement om niet toch wat twijfels te hebben. Die betreffen enerzijds m’n nek en schouders, waar de hele tijd iets net niet helemaal lekker zit. Ik ben deze week een paar keer naar de chiropractor geweest ervoor en ik hoop dat de zes uur in de aerohouding niet te vervelend worden.Overigens ben ik verder blessure-vrij; met bekken/heup gaat het al een tijd goed vooruit.

Anderzijds heb ik al een paar onrustige nachten achter de rug met opvliegers en andere overgangs-ongein. Dat is dus net weer even flink raak, al voel ik me verder, overdag dus, prima. Mogelijk komt de onrust door het taperen: de combinatie van wedstrijdspanning en opgehoopte energie van plotseling zo veel rust knalt er dan ’s nachts uit.

* * *

Ook van de beide teamgenoten heb ik goede geluiden ontvangen over hoe ze ervoor staan, dus we gaan ervoor – onderr de 11 uur binnen, hopen we. Als Team Sportkunstenaars, startnummer 1828. Almere, here we come!

 

Door |2019-09-13T12:15:28+02:0013 september 2019|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Zomer-drukdrukdruk

Al een paar weken lang heb ik heel weinig werk, zoals meestal in de zomer, wat ik eigenlijk wel lekker vind. Dus ik ben niet druk met werk. Dus je zou zeggen: dan heeft ze wel tijd om te bloggen. Maar kijk eens aan: m’n laatste post is al meer dan 3 weken geleden. Dat komt: ik ben zo in de zomer wél druk met andere dingen:

  • Ik ben veel aan het trainen. Ik ben ineens weer helemaal fietser, als ik naar mijn logboek kijk. Ik maak lange ritten, als voorbereiding op de 180 kilometer tijdrit op 14 september, als fietser bij de trio-triathlon van Almere. Het gaat goed, al is het soms wel behelpen met het weer. Ik schrijf op dit moment eigenlijk tegen wil en dank: Jo en ik hadden vandaag in Limburg willen gaan fietsen, maar met het voorspelde onweer hebben we dat  maar niet gedaan. Het waait ook heel veel, af en toe onaangenaam veel op de fiets, en een paar weken terug was het te snikheet om ook maar iets te doen. Dus het is wat passen en meten, maar op zich gaat het trainen gewoon goed. Van veel fietsen word ik bovendien gelukkig! 
    Zwemmen en hardlopen staan op een wat lager pitje, maar ik heb wel onder andere de Boulevardloop kunnen toevoegen aan mijn palmares (ook al winderig) en een zeezwemclinic gedaan (ook al, pff… ik kwam niet tegen wind en stroming in, erg frustrerend). 
  • Ik heb genoten van de Tour de France, de wedstrijd zelf en de ‘bijverschijnselen’: de praatprogramma’s en vorige week het criterium van Wateringen. En sindsdien alweer van Remco Evenepoel (Classicá San Sebastian en EK tijdrijden) – wat een kerel. En ja, ook het overlijden van Bjorg Lambrecht liet me niet onberoerd. Ik had zelf net die dag met windkracht 5 achter mijn snelste tijd ooit gereden op het traject Vlissingen (broer) – thuis, ik kwam thuis en mijn broer appte het en op dat moment realiseerde ik me maar weer eens hoe kwetsbaar een fietser eigenlijk is.
  • Ik ben lekker aan het lezen, boel mooie en interessante sportboeken, en het is de hoogste tijd dat ik daar eens wat meer over ga bloggen. Wordt vervolgd dus.
  • Ik ben ook nog bezig met wat gezondheidsdingetjes. Ik kom bij een nieuwe chiropractor die een nieuwe diagnose heeft gesteld voor mijn bekken-heup-scheeftrekken en van wie ik nu vooral mijn linkerlies heel fanatiek moet rekken. Ik ben benieuwd wat dat me op gaat leveren. Het ging al best wel goed, maar echt weg of over was het niet. Wie weet. Ik heb ook nog steeds overgangsgedoe, of althans: ik zit nu ook in een medische mallemolen vanwege de hartkloppingen die ik daaraan wijt, dat is wel vervelend. Maar het belemmert mijn functioneren niet; ik voel me prima. De huisarts wil het alleen verder uitzoeken.
  • En verder doe ik wat zomerklusjes en ik rommel wat rond op m’n gemakje. Want ook daarvoor is het zomer!

 

Door |2019-08-09T14:12:13+02:009 augustus 2019|Fiets, Loop, Vrouwensport, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant