Fiets

Zelf trappen als daad van verzet

Het ging vorige week in de media veel over het rapport van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving over de ‘hypernerveuze samenleving’ en de negatieve invloed op de mentale gezondheid daarvan, een thema dat mij ook al  lang interesseert (en zorgen baart). Mij viel op dat in de NRC een geïnterviewde hoogleraar,  Floortje Scheppers, de e-bike daarbij noemde:

Ouderen hebben ook last van prestatiedruk. Die denken dat ze als kwieke ouderen op hun e-bikes mee moeten in het steeds hogere tempo van de maatschappij. Hoe meer mensen die norm overnemen, hoe meer mensen daar last van zullen krijgen.

Op vrijdag volgde daarop een ingezonden brief die daarbij aansluit:

Ik mijmerde daarover toen ik vrijdagmiddag uit Goes terug naar huis fietste en talloze malen werd ingehaald door fat- en e-bikes. Ja, waarom toch al die haast? Mijn stadsfietsritjes zijn voor mij wezenlijke momenten van ontspanning. En ja, die ‘kosten tijd’, net zoals mijn treinreizen. Nou en?

In Ierland hadden we ook weer zo’n ervaring, met andere Nederlandse vakantiefietsers – op e-bikes. Want anders ging je op de klimmetjes langzamer dan 10 km/uur en dat was zo’n ‘gezeul’. Wij brachten daar meteen tegenin dat niets voor ons het gevoel van eigen kracht kan evenaren. Dan is het af en toe zwaar, maar dat hoort erbij. Dat is een kwestie van accepteren en van je woorden goed kiezen. Klimmen ‘gezeul’ noemen, dat doe je immers zelf.

We zeiden daar iets over en we hadden de indruk dat dat confronterend was voor die e-bikers. We ondermijnden, zo was onze indruk, een bepaalde vanzelfsprekendheid. Die alomtegenwoordig is. Ik heb daar eerder over geschreven: als ik zeg dat ik fiets, is de aanname onmiddellijk dat dat op een e-bike is. Ik denk dat ik sinds onze thuiskomst uit Ierland al vijf keer heb moeten uitleggen dat dat niet zo is. Scheelt ons overigens ook het uitgeven van een boel geld aan een ding met een vervuilende en energie-slurpende accu, maar dat terzijde.

Later dacht ik over die Ierland-e-bikers: en wat is precies het probleem van zo langzaam fietsen? Wat is er erg aan langzamer gaan dan 10 km/u? Kijk gewoon niet op je metertje (ook iets wat ons onder druk zet: al dat meten, bij een e-bike ingebouwd). Of accepteer die traagte. Geniet ervan, zeker in zulk prachtig landschap als het Ierse. Wandelen is toch ook tof?

Ondertussen, terug in Nederland, ben ik me al twee keer wezenloos geschrokken omdat ik heftig moest uitwijken voor een e- en fatbike. In beide betrof het de buitenste van een groepje jongeren, die zonder te kijken ineens naar links afweek, dus vol op ramkoers met mij. Dus ik brullen, remmen, sturen… het ging goed, maar ik hield er beide keren knikkende knieën aan over. Zo is fietsen het tegenovergestelde van ontspannen.

De tweede keer was ik al niet helemaal in m’n hum en werd ik er erg somber van. Eén van de redenen waarom ik graag wilde wegverhuizen uit de Randstad was dat ik het verkeer in toenemende mate niet te harden vond. Daar kon ik met enige regelmaat maar net een ongeluk voorkomen, en dat werd steeds gekker. Maar gekker wordt het hier dus ook, in rap tempo. Wat de brievenschrijfster zich ook afvraagt: hoe moet dat verder, hoe is het over 25 jaar? Hoe lang blijft het fietspad nog enigszins leefbaar?

Tel het bij elkaar op en ik concludeer: zelf trappen gaat tegen de tijdgeest in. In zijn eenvoud, zwaarte en traagte is het een daad van verzet tegen de doldraaiende samenleving. Ik zal het blijven doen zo lang als ik kan.

 

Door |2025-10-06T11:14:01+02:006 oktober 2025|Fiets|0 Reacties

Draden oppikken

Voor mijn gevoel ben ik op het ogenblik bezig met het oppikken van allerlei draden. Ik had sinds eind juli niet meer hardgelopen en nauwelijks gezwommen – alleen een paar (overigens heerlijke) korte duiken in diverse zeeën op vakantie na. Op de foto zie je mij in actie tijdens de langste ervan, bij Gravelines:

En ook met fietsen had ik het gevoel dat ik een draad moest oppakken. Op een fietsvakantie doe ik niks intensiefs, maar bovendien: het ziek-zijn schoffelde m’n op vakantie opgedane fitheid onderuit. Dat vond ik wel zuur, moet ik zeggen: ik kwam fit en ontspannen thuis, dat gevoel heeft welgeteld één dag geduurd, toen sloeg corona toe. Ondertussen ben ik weer helemaal beter, sneller dan de vorige keer. Het duurde wel weer twee weken voordat de lamlendige vermoeidheid weg was, en dat ging, net als de vorige keer, getrapt: steeds een paar dagen stilstand en dan ineens een grote stap vooruit. De vermoeidheid zat dit keer vooral in mijn hoofd en mijn ogen, conditioneel had ik er minder last van dan in 2022. De eerste keer weer reizen en werken vorige week dinsdag hakte er nog flink ik, maar dat zat hem deels ook in de onwennigheid na een lange periode zonder bijvoorbeeld drukke treinen. Deze week was alles weer normaal.

Het oppikken van de draden gaat niet zonder slag of stoot, merk ik:

  • Fietsen gaat goed vooruit. Ik ben m’n trainingen geleidelijk weer wat intensiever aan het maken, grotendeels op Zwift, terug naar de lol daarvan van vorig jaar. Net vanochtend heb ik weer eens een wedstrijdje gereden, nog niet heel succesvol (ik werd halverwege gelost), maar wel voor het eerst weer echt intensief (hallo omslagpunt, long time no see!) (foto hieronder links). Vorige week deed ik een van de gezelligste ritjes ooit, in een klein vrouwengroepje – kletsen via de chat (foto rechts).

  • Hardlopen opbouwen gaat ook goed, al voel ik wel dat het hard aankomt. Het is toch echt een heel andere belasting dan fietsen. Ik voel m’n voeten, hamstrings, bovenbenen, rug en buikspieren. Ik heb nu drie keer hardgelopen, 3, 4 en 5 kilometer, alles rustig. En steeds met minstens twee dagen rust ertussen om de spierpijn helemaal weg te laten trekken. Die wordt wel al minder, dat is mooi. Steady verder zo voorlopig. Plan is om op te bouwen naar 11 kilometer rustige duur (dan is het dippen in de Oosterschelde in bereik), en verder wat aan snelheid te werken – dat heb ik vorig seizoen nauwelijks gedaan. Leuke loopjes doen weer ook, is het plan voor de winter.
  • Zwemmen ging even minder goed, tot mijn verbazing. De eerste keer weer naar het zwembad had ik lekker gezwommen, alleen rustige techniek. De tweede keer deed ik er een klein schepje bovenop: techniekoefeningen met paddles, één baantje vlinderslag (zwaar!) en 100 meter wat harder. Tijdens die 100 meter kreeg ik last van m’n schouder en dat werd tijdens rustig uitzwemmen best wel venijnig. Ik heb twee dagen pijn gehad – frappant dat ik zo snel over een grens ging, dat heb ik bij zwemmen nog nooit zo gehad. Mogelijk speelden de restantjes corona een rol, plus de belasting van de yoga die ik deze maand ook weer wat toegewijder doe. Het was wel een waarschuwingssignaal: voorzichtig! Ik heb voorlopig ook geen bijzondere zwemplannen, het openwaterzwemmen gaat ‘m niet meer worden dit seizoen.
  • Ook weer wat meer yoga deze maand dus. Op vakantie doe ik dat minimaal, alleen op rustdagen een beetje, en raak ik wat core-stability-kracht kwijt. Bovendien is een fietsvakantie nogal eenzijdig bewegen, en daar helpt zo’n maand ook mee. Bedoeling was om er weer een echte streak van te maken, maar die strandde al na twee dagen in de corona-koorts. Ik doe het deze maand wel bijna elke dag, en dat is lekker. Ik volg Adriene’s kalender losjes.

Ik voel me nog zeker niet zo goed als een maand geleden, maar er is wel een basis – ergens is die fietsvakantievorm natuurlijk nog wel. Ik heb nog een groot verlangen naar veel buiten zijn, waar het abrupte einde van zomer en vakantie achter zit. Ik heb ook altijd het gevoel dat ik een soort buffer moet opbouwen om de winter door te komen – al hoop ik dat die net zo goed te doorstaan wordt als de vorige. Zo hoop ik op nog wat lekker fietsweer voor buiten de komende tijd, het weerbericht ziet er goed uit. Morgen heb ik een lunchafspraak in Bergen op Zoom, ga ik lekker op de fiets!

Door |2025-09-25T13:46:44+02:0025 september 2025|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

Ook de week thuis liep anders dan verwacht

Toen ik afgelopen maandag schreef dat ik me na de vakantie fit voelde, dacht ik daar al stiekem ‘voor zo lang als het duurt’ achter. Manlief was namelijk zondag al snotterig en moe, en ik vreesde al dat ik de dans niet zou ontspringen, want dat gaat meestal zo. Inderdaad: dinsdag had ik keelpijn, woensdag koorts. Vrijdag kwam de aap uit de mouw, al vermoedde ik het al: het bleek corona.

Ik had woensdag al getest, toen was-ie negatief, maar wilde het nog eens overdoen omdat ik er bijna van overtuigd was dat het wel corona was. Ik herkende wat frappante dingen van de vorige keer (2022), vooral de voor mij ongebruikelijke balans tussen de luchtwegsymptomen enerzijds en de koorts en lamlendigheid anderzijds. Ook de tombola aan verschijnselen ken ik bij mezelf niet van gewone griep en verkoudheid: ik ben een paar uur misselijk geweest, heb een paar uur hoofdpijn gehad, een paar uur brandende ogen, een paar uur veel geniest, ’s nachts een keer keelpijn en een keer gehoest… en dan verdwijnt dat zomaar weer, er is geen peil op te trekken. Ik was bijna blij dat de tweede test me gelijk gaf, zal ik maar zeggen. Het maakt op zich  niet zo veel uit, het is sowieso een kwestie van uitzieken nu, maar met corona ben ik extra voorzichtig met mezelf en anderen. En ik hoef voorlopig niet gevaccineerd natuurlijk.

Enfin, ik had me de week extra thuis vanwege eerder terug van vakantie anders voorgesteld. Het contrast was zo wel erg groot: van dagelijks fietsen in een onbekende omgeving naar bankhangen in de eigen woonkamer. Ik ben er zowaar niet eens heel erg stijf van geworden. En gelukkig was er de Vuelta en had ik nog een paar leuke boeken.

Ik ben inmiddels duidelijk aan de beterende hand, maar dat gaat altijd te traag natuurlijk. Manlief is alweer zo’n beetje okee; de vorige keer ging dat bij hem ook sneller dan bij mij.

Wat het ziekzijn ook betekent: definitieve punt achter het seizoen. Ik had op de boot terug uit Ierland zitten kijken of er deze maand nog ergens iets leuks te doen was, tijdrit, triathlon, wie weet. Maar dat zit er dus niet in, en dat is jammer, maar het had slechter uit kunnen komen. De vorige keer bijvoorbeeld nam het een hap uit het seizoen. Ook qua werk kwam het niet slecht uit, want ik was toch nog vrij. En gelukkig waren we al thuis.

Ik ga uitzieken, beetje freewheelen, nieuwe plannen maken en dan in de loop van de herfst het trainen weer oppakken. Hopelijk krijgen we weer een mooie oktobermaand en kan ik dan nog een paar keer lekker fietsen! Of moet ik dat nou juist níet denken? Want het lijkt wel een rode draad deze zomer, het gold voor deze week, de vakantie en mijn wedstrijdseizoen: het loopt anders dan ik had verwacht en dan ik eigenlijk had gewild. Het is niet anders!

 

Door |2025-09-25T13:42:42+02:007 september 2025|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Zadelhoogte, of: stel je fiets goed af

Op sommige plekken in Ierland (en we zagen het later ook in België) wordt best veel gefietst op huurfietsen, vooral e-bikes. Op de Aran-eilanden bijvoorbeeld, daar komen geen auto’s, en de fietsverhuur deed denken aan de Waddeneilanden:

Ik kan het niet laten om te kijken hoe mensen op hun fiets zitten, dat is een van mijn hobbies, en wat me opviel, was hoe veel van die huurders, en dan vooral de vrouwen, hun zadel veel te laag hadden staan. Ik kreeg van de aanblik al kniepijn. Ik zou ze wel toe willen roepen: gun jezelf een betere fietservaring en zet dat zadel hoger! Of als je dat niet durft, leer dan eerst echt fietsen voordat je met een e-bike op pad gaat.

Want dat is het denk ik: angst, en dus altijd met je voeten bij de grond willen kunnen. Royaal en met platte voet, kennelijk, want de zadels stonden vaak lager dan voor ’teen aan de grond’ nodig is. Voordeel is dat je dan bij een rood stoplicht niet van het zadel hoeft, dat zag ik in België zo iemand doen. Scheelt weer een beweging…

Ik had zelf net de ervaring gehad dat ik last van mijn knieën krijg als mijn zadel maar een centimetertje te laag staat. In Engeland al bleek namelijk de vering van mijn 18 jaar oude Thudbuster (parallel verende zadelpen, zodat je altijd dezelfde afstand hebt tussen zadel en pedalen) stuk: de veren (stukjes rubber) waren verteerd. Suf, dat had ik niet gemerkt, ze zaten netjes ingepakt in hun hoesje. Zo kwamen ze eruit:

Dat was in Belfast, waar een behulpzame fietsenmaker ze (gratis en voor niets – we betaalden alleen onze koffie) heeft vervangen voor twee stukken hard plastic en dat heeft het prima gedaan. Thuis hebben we nog reserve-veren, die gaan er weer op, want een beetje vering is soms toch wel lekker.

Maar daarvoor had ik dus een paar dagen lang én maximaal ‘ingeveerd’ én iets te laag gezeten. Toen ik het in de gaten kreeg (onder andere door mopperende knieën), had ik mijn zadel al hoger gezet, en het was verder zonder erg, maar zo bleek maar weer eens wat ik vaker had ervaren: een klein beetje te laag zadel geeft al een te grote belasting op mijn knieën.

Na Belfast gebeurde even het omgekeerde: met dat nieuwe harde plastic stond mijn zadel net iets te hoog. Prompt kreeg ik last van iets aan de achterkant boven mijn rechterknie (hamstring of aanhechting kuit). Ook dat was gauw opgelost en hersteld, en toen heb ik verder lekker kunnen fietsen.  Nouja, beetje hobbelig af en toe dus, op slechtere en onverharde wegen.

Ik wil maar zeggen: afstelling van een fiets is knetterbelangrijk. Nou deden wij natuurlijk iets heel anders dan die huurders, maar toch: je kunt al gauw de indruk krijgen dat fietsen retezwaar is, of dat je er de knieën niet voor hebt, en dat je dus zeker een e-bike nodig hebt om fietsen mogelijk te maken. Dan heb je dus een negatievere fietservaring dan nodig is.

We reden ergens ook nog een tijdje achter twee fietsers aan waarvan er eentje niet schakelde. Die heb ik in het voorbijgaan gezegd: shift eens gears, joh, maak het jezelf makkelijker en leuker. Ik geloof niet dat dat aankwam.

Het doet me verdriet als mensen fietsen zelf vervelender maken dan het is.

 

Door |2025-09-05T11:11:34+02:005 september 2025|Fiets|0 Reacties

Rondje Ierland gefietst

De posts sinds eind juli verschenen ‘achter mijn rug’: ik had ze vooruit geplaatst, was er zelf niet, want ik was fietsen! Manlief en ik hebben een rondje Ierland gefietst: heen via Europoort-Hull en Liverpool-Belfast, terug via Rosslare-Duinkerke. We hebben 1782 kilometer gefietst, in 33 dagen. Dat was minder fietsen en korter weg dan gepland, want we hebben nogal wat aanpassingen moeten maken: eerst door slecht weer, daarna door de drukte in het zuidwesten in het hoogseizoen (geen accommodatie, erg druk met auto’s), en in het algemeen ook wel door te weinig campings. Een paar keer wisten we niet waar we ’s avonds zouden slapen. En toen moesten we plan B, terugvaren naar Cherbourg in Normandië en vanaf daar naar huis fietsen, ook nog aanpassen omdat die boot geannuleerd werd. Met andere woorden: het was een van onze avontuurlijkste fietsvakanties ooit.

Desalniettemin: alles is steeds goedgekomen en we hebben een mooie tijd gehad. Fietsen in Ierland is prachtig, het landschap bleef maar mooi, het was zeker uitdagend met de vele hoogtemeters, maar niet te zwaar, we hebben het fysiek goed doorstaan en een boel erg aardige mensen ontmoet.

Het deed me goed om te merken dat ik ook op mijn 59e en  manlief op zijn 68e nog steeds graag zwerf, fiets en kampeer – dat we daar nog steeds fit en flexibel genoeg voor zijn. Met de aanpassingen heb ik wel geworsteld (ik voer altijd graag mijn plannetjes uit), en toen het aan het begin zwaar was door navigatieproblemen en eindeloze koude tegenwind heb ik wel gedacht dat mijn bereidheid tot dat type afzien kleiner aan het worden is. Zo van: waarom doe ik mezelf dit aan? Er was één dag waarop een te lange fietsdag in de tegenwind eindigde op een slechte camping zonder beschutting – toen wilde ik ontzettend graag naar huis, meer dan ooit eerder tijdens een vakantie. Maar we hebben doorgezet, en daarna is het verbeterd en goedgekomen.

Ik heb er weer een boel van geleerd over mezelf. Maar ik heb vooral ook enorm genoten! Bovendien is me vooral bezighouden met ‘is het hier links of rechts en waar slapen we vanavond?’ erg ontspannend ten opzichte van de beslommeringen van alledag. Ik voel me nu ontspannen en fit. Het is bovendien even lekker rustig thuis door de vroege terugkeer, met een nog lege agenda. Daarna staan er onder andere een paar workshops voor lopers en trainers op het programma. Ik bezin me nog op nieuwe sportieve plannen. De komende dagen wat andere dingen oppikken dan fietsen: yoga, zwemmen, hardlopen. Misschien is er nog wat leuks te doen ergens, zo in het naseizoen?

Ons hele reisverslag is terug te lezen op Polarsteps, met foto’s en routekaart 

Door |2025-09-02T10:13:37+02:001 september 2025|Fiets, Waarom|1 Reactie

Boel nieuwe spullen

Ik heb dit jaar tot nu toe best wel veel spulletjes gekocht en dus geld uitgegeven voor het sporten. Voor het grootste deel waren dat vervangings- en inhaaluitgaven: dingen die kapot gingen of ooit gegaan waren en waarvan ik de nieuwe aankoop lang had uitgesteld. De afgelopen jaren beheerste de verhuizing nogal mijn hoofd én mijn portemonnee.

Zodoende wilde ik eigenlijk al langer een nieuwe fiets, en dat kwam er pas dit jaar van. Ik heb m’n blauwe graveler nu vijf maanden en hij bevalt erg goed. De laatste tijd zitten er snelle banden onder en gebruik ik hem als racefiets. Als er dan eens even wat moeilijker wegdek in het parcours zit, heb ik met m’n bredere banden voordeel, en een nadeel merk ik eigenlijk niet. Ik heb wat moeten sleutelen om het zadel op de goede hoogte te krijgen, maar ik zit er nu op als gegoten.

Ook zo’n lang uitgestelde aankoop: een goede sportbril.

Ik heb heel lang geen sportbril gehad, deed triathlons met daglenzen en verder alles met m’n gewone bril of zonnebril. Die zonnebril dateerde echter nog van 2010 en dat ging echt niet meer voor langer dan eventjes. Mijn ogen zijn in 15 jaar toch wel veranderd, vooral qua kippigheid dichtbij. Bij sporten is dat minder erg dan in het dagelijks leven, maar toch is dichtbij scherp zien handig voor het aflezen van het horloge en de navigatie enzo. De nieuwe sportbril is dan ook varifocus. De glazen kleuren mee, zodat ik niet de hele tijd van bril hoef te wisselen als ik even ergens naar binnen stap ofzo – dat moest met de vorige wel. Aan die eigenschappen hangt een stevig prijskaartje, oef. Maar ik ben er blij mee! Het is trouwens een Evil Eye (ik zou zelf m’n product nooit zo noemen, maar goed, Adidas wel) van Boone Optiek. Manlief heeft er al langer net zo een. Ik was ook een beetje jaloers dus.

Ook lang gedacht ‘dat moet ik eens kopen’: een stuurtas voor op de vakantiefiets. Die komt van de Zwerfkei, waar we waren omdat we ook nog een nieuwe tent hebben gekocht, maar dat terzijde. Nieuw uitzicht op de vakantiefiets zo dus:

Op die fiets moest ook nog een nieuw zadel, want ik bleef er zadelpijn op houden. Ik denk dat het net iets scheef geworden was, en mogelijk was het ook net iets te breed . Het is nu hetzelfde type zadel als dat van m’n nieuwe gravelaar. Daarvan dacht ik eerst dat het te hard zou zijn, maar ik zit er juist heerlijk op. Die druk zit namelijk precies op de goede plek: onder m’n zitbotjes. Van dezelfde onvolprezen winkel ook: de Kromme Spaak – we zijn erg blij met deze straatgenoot.

Tussen al dat kopen door ging m’n vermogensmeter stuk, ik schreef daar eerder over en ook dat ik hem al vervangen had. Het gaat  om een Favero Assioma, ik heb hem sindsdien gemonteerd, op de foto gezet….

… en in gebruik genomen. Bevalt ook weer helemaal prima. Het was even prutsen met cranklengte en vermogenshalvering, maar nu zie ik waardes die overeenkomen met hiervoor. Groot voordeel vind ik dat ik dit pedaal kan opladen en dat ik dus geen batterij hoef te verwisselen. Dat is sowieso handig, en zeker na de ervaring met de vorige. Ook grappig: dit pedaal knippert. Mijn pedaal knipoogt naar me!

Een iets ander verhaal was de fietscomputer die ik voor manlief had gekocht als verjaardagskado, bedoeld om mee te navigeren. De eerste, een Sigma, deed het niet goed: die bleef steeds hangen. De leverancier wilde geen nieuwe sturen, hij moest terug naar de fabriek. Dat ging eindeloos duren, dus kregen we van de Kromme Spaak gelukkig ons geld terug – zij vonden de service van Sigma net zo slecht als wij. Dan maar online, ondertussen heeft hij een Hammerhead Karoo en dat gaat allemaal goed. Het gaat om zíjn fietscomputer, maar als we samen fietsen, heb ik er ook wat aan natuurlijk. Beetje omgekeerde wereld is dat, want meestal ben ik de navigeerder.

Eerder schreef ik al over de nieuwe sportvoeding en dus de aankoop van gels van Sis. Die heb ik alweer bijgekocht, en er is nog een zak maltodextrinepoeder bijgekomen waar ik samen met electrolytentabletten sportdrank van kan maken. Dat gaat hartstikke goed: ik krijg het prima weg en mijn darmen blijven rustig. Althans, qua sportvoeding: ik ben nog aan het uitzoeken waar ze nog meer onrustig van worden. Dat gaat ook om geconcentreerde suikers, zoals in sommige soorten snoep en gebak.

Tel bij elkaar op mét de chiropractor erbij en ik heb de laatste tijd flink wat geld uitgegeven. Dat kan, sowieso wel, maar ook heb ik sinds onze verhuizing eigenlijk harder gewerkt dan ik wilde, dan de bedoeling was. Ik wilde het kalmer aan gaan doen, motto: ‘ik ben niet naar Zeeland verhuisd om de hele tijd in of voor de Randstad aan het werk te zijn’. Maar eigenlijk draait mijn bedrijf ‘business as usual’. Zeker afgelopen voorjaar zat er door een samenloop van omstandigheden een dikke piek, ik schreef daar eerder over. Voor mij als eigen baas betekent dat ook: goed verdienen. Dus geld uitgeven kon wel. En ik ben blij met m’n nieuwe spullen.

Oja, en ik neem me opnieuw voor minder hard te gaan werken.

 

Door |2025-07-28T18:07:56+02:0020 augustus 2025|Fiets, Triathlon algemeen|1 Reactie

Toerist in eigen streek

Vorig jaar had ik het over onze sportieve inburgeringscursus. Ook dit jaar zijn we weer volop bezig met het verkennen van onze nieuwe woonomgeving, maar nu voel ik me meer een soort toerist. Dit is een greep uit de leuke sportieve dingen van de afgelopen tijd:

  • Samen met Nicole wandelde ik langs de ‘murals’ van Goes: de grote muurschilderingen waarmee die stad zich onderscheidt. Dit vonden we de mooiste:
  • Henk en ik fietsten langs twee andere Kapelles, namelijk van Kapelle naar Westkapelle en Oostkapelle. Toen ik de dag erna in Oosterland moest zijn, ben ik voor de gein even over Capelle op Schouwen gefietst. Okee, dat is met een C, maar dat waren dus 4 Kapelles in twee dagen. Kapelle – Kapellen (B) – Kapelle staat nog op de verlanglijst!
  • We zijn samen met de stoomtrein van Goes naar Hoedekenskerke gereden, en van daar terug naar huis gelopen. Het ritje was erg leuk en de loop terug ook, alleen was ik qua lopen niet vooruit te branden: die sport staat in de onderhoudsstand.
  • We hebben een grote pontjesronde gefietst, met bootjes van Wolphaartsdijk naar Kortgene, van Zijpe (Bruinisse) naar Anna Jacobapolder en van  Tholen naar Yerseke. Dat zijn allemaal pontjes die alleen in het hoogseizoen varen, en niet elke dag, dus dat ws een beetje puzzelen, maar erg leuk. Ik vond het bijzonder om in Zijpe te zijn, waar de sporen van de vroegere grote veerverbinding nog zichtbaar zijn. leeftijdgenoten en ouderen herinneren zich ‘Anna Jacobapolder – Zijpe’ als het veer dat er altijd uit lag – ik was er nog nooit geweest. Een van de vrijwilligers die de huidige toeristenpont runt zette ons op de foto:

Twee blije Zeeuwen

Door |2025-07-23T16:37:30+02:0023 juli 2025|Fiets, Loop|2 Reacties

Kijk naar wie je voor je hebt

In het nieuws gister: SIRE lanceert een campagne ‘om te laten zien dat vijftigplussers nog volop in het leven staan’. In het artikel zegt hoogleraar Ridderinkhof: “Als je vaak hoort dat je ‘op’ bent, ga je je ernaar gedragen. (…) Mensen met een negatieve kijk op hun eigen ouder worden leven zelfs gemiddeld 7,5 jaar korter”. Dat is het idee van je vormen naar het stereotype beeld van ouderen dat ik voor het eerst leerde van Joe Friel en uitwerk in Optimaal blijven sporten: dat optimale sporten begint met een optimistisch en realistisch beeld van de ouder wordende sporter. Met verzet tegen het stereotype beeld dus.

Want ja, al dat gepraat over de ‘kwetsbare’ oudere heeft invloed op onze eigen beelden. Onlangs had ik het er nog over met een fietser van 60, dat die dacht dat zijn reactievermogen afnam, want dat gebeurt als je ouder wordt en daardoor lopen ouderen risico in het verkeer, daar gaat het vaak over (voorbeeld). Maar de andere kant is: het verkeer doet een steeds groter beroep op ieders reactievermogen. Twintig jaar geleden was die fietser 40, maar had hij niet de kampen met speed pedelecs of fatbikes en waren auto’s gemiddeld zo’n tien centimeter minder breed (autobesitas – echt merkbaar op smalle landweggetjes, vind ik).

Dat hij ervaart dat zijn reactievermogen nu overvraagd wordt, komt dus van twee kanten. Ik vermoed dat de toenemende drukte, ruimtegebrek en snelheid een grotere rol spelen. En dat vermoed ik omdat ook voor reactievermogen geldt ‘use it or lose it’. Hij fietst regelmatig dwars door Amsterdam, nou, dan use je je reactievermogen tot in de puntjes, hoor!

Ja, er zijn zestigers van wie het reactievermogen op de (e-)fiets eigenlijk onvoldoende is. Maar, en zo eindigt het artikel over de campagne ook, de verschillen zijn groot. “Kijk niet naar het getal, maar naar wie je voor je hebt.” Inderdaad.

 

Door |2025-07-02T12:50:10+02:002 juli 2025|Fiets|0 Reacties

Oud Gastel altijd goed voor mooie foto’s

Eén van de redenen waarom Oud Gastel een leuke triathlon is, is dat die mooie foto’s oplevert. Ook dit keer zijn er weer bij waar ik erg blij mee ben. Dit vind ik een erg mooie fietsfoto – je kan de haartjes op mijn armen tellen, zo scherp, en dat op volle snelheid:

En deze is ook tof: precies het moment waarop ik manlief voorbij ben gegaan:

Dit is ook nog eens een fraaie loopfoto:

Bijzonder is deze – met precies de zon op mijn horloge, en manlief nog in de achtergrond:

Henk zelf staat er ook prachtig op:

Nou, nog eentje dan:

 

Blij mee!

Door |2025-06-30T21:34:49+02:0024 juni 2025|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Alles doet het nog

Het was wel weer een belevenis, gister, de aangepaste triathlon –> run-bike-run in Oud-Gastel. Het leverde een recordje op, althans, voor zover we ons konden herinneren: onze vroegste finish ooit. Niet onze vroegste start; starts zijn we wel eens om 7 uur al, maar dat is dan altijd voor iets langs. Starten om half 8 en dan rond 9 uur al klaar zijn, dat was uniek.

Maar verder was het geen prestatie om over naar huis te schrijven. De wekker stond om half 5 en ik was zelfs al een half uur eerder wakker. Ik heb het slaapgebrek de hele dag gevoeld, en daar kwam de hitte nog bij – 🥱. Echt opladen voor de run-bike-run kon ik ook niet, en ik denk dat ik van zwemmen wakkerder geworden was dan van lopen, maarja.

Enfin, van start. Ik had bij het lopen meteen last van m’n hamstrings, op zo’n ‘doet-ie anders nooit’-manier. Ik bedoel: ik heb nooit stramme hamstrings, en al helemaal niet al vóór ik gefietst heb. Dat lopen voor het fietsen beïnvloedt m’n fietsen, dat voelt dan niet lekker, vandaar dat ik eigenlijk helemaal niet van run-bike-runs houd. Ik had platte pedalen gekozen, m’n pedalen zijn toch ‘in between’ de oude en nieuwe vermogensmeter, en fietsen met m’n loopschoenen scheelt nogal wat wisseltijd op zo’n korte afstand.

Maar ook dat fietst minder lekker natuurlijk. Alles bij elkaar kwam ik uit op 32,3 km/u gemiddeld, wat voor mijn doen nogal middelmatigjes is over 23 kilometer. Het woei voor de verandering niet hard, daar lag het niet aan. Wel is het parcours bochtig – bochtiger (en langer) dan dat waarop ik in Oud Gastel vorig jaar 34,5 km/u reed, een triathlon-PR toen. Maar dan nog: urgh, wat een verschil. Ik voelde onderweg dat ik geen heel goede benen had. Wel kon ik lekker een boel anderen inhalen, waaronder manlief.

Het tweede stuk lopen was ik niet meer vooruit te branden, met nog steeds protesterende hamstrings. Manlief kwam mij weer voorbij, en een zwikje anderen ook, maar het lukte mij nog wel om er op mijn beurt twee in te halen, goed voor de moraal. Het was ook al best warm, al was het nog goed te doen. Ik finishte in 1:31:25 – nadat ik vlak voor de finish nog tot stilstand was gekomen doordat een overijverige official of vrijwilliger me blokkeerde omdat hij dacht dat ik verkeerd liep. Wat raar was, want iedereen die nog aan het lopen was, ging finishen (de latere startserie was al van het loopparcours af).

Daarna zijn we vrij snel vertrokken. Er waren voor Oud Gastel weinig bekenden. Het valt ook op in de uitslag dat er relatief veel oudgastelaren in staan – van verder weg hebben er zich vast meer afgemeld. Het blijft sneu voor de organisatie dat ze juist hun feesteditie zo moesten aanpassen – al hadden ze het al wel over volgend jaar gewoon Oud Gastel 751 vieren – top!

Ik kreeg ’s middags een iets beter gevoel over mijn prestatie toen ik de snelste D50+’er bleek te zijn van mijn serie, van drie, en over de hele dag gerekend ook nog podium – dan was ik derde van vijftien, de 60+’ers meegeteld – ja, want die waren er, dus ik was eens een keer niet de oudste deelneemster. Op zich doen die klasseringen er niet toe, maar als het niet lekker gaat, denk ik wel eens ‘waarom doe ik dit nog, straks word ik overal alleen nog maar kansloos laatste’ – en dan realiseer ik me dat ik me juist nergens voor hoef te schamen.

Wel is dit triathlonseizoen niet geworden wat ik me erbij had voorgesteld. Dordtse Biesbosch was nog wel heel leuk, maar Stein hing van decepties aan elkaar, Line Crossers was memorabel maar ik had voor een beter resultaat getraind (ook al kan ik dat wel relativeren – manmanman wat een weer toen!), en Oud Gastel was ‘m dus ook niet helemaal. Ik had mijn collectie afstanden met twee willen uitbreiden (Stein en Oud Gastel 750), maar dat is niet gelukt. Geen enkel doel behaald dus. Door diverse omstandigheden vooral, maar ik was misschien eigenlijk ook te vroeg in beste doen, namelijk in februari en maart. Ik zal binnenkort op een rijtje zetten wat ik daarvan kan leren.

Enfin, we waren voor 11 uur thuis, dus voor de koffie, haha. Maar we zaten nog wel een beetje op onze honger, vandaar dat we ’s middags besloten om vandaag mee te doen met de Jo de Roo toertocht. Dat was weer niet uitslapen dus, maar we lagen er gisteravond al om 9 uur in, dus dat ging wel. Het was een mooie tocht. We hebben Jo, 87 en met broze gezondheid, zelf niet gezien, maar we kregen wel een fraaie bidon met zijn beeltenis:

Dik 100 kilometer gefietst, met 26 km/u gemiddeld, terwijl het wéér best wel hard woei. Dat gebeuk tegen de wind van de laatste weken ben ik wel zat. Maar ik kan aan het eind van dit weekend wel concluderen: alles doet het nog.

 

Door |2025-06-23T11:37:33+02:0022 juni 2025|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties
Ga naar de bovenkant