Fiets

Bekenden in het nieuws

Deze week zag ik in twee nieuwsbrieven die ik ontvang bekende oudere sporters. Nouja, nogal verschillend bekend: de een sprak ik slechts twee keer, namelijk om haar te interviewen voor de Vrouwentriathlon, en later nog eens als mede-deelneemster in het parc fermé van TriRotterdam; met de ander fietste ik in 2008 vier maanden lang dwars door Afrika en daarna zagen we elkaar ook nog een aantal keren, aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, tot een paar jaar terug (jammer dat Canada zo ver weg is). Het zijn allebei inspirerende verhalen:

 

Door |2024-12-13T10:15:16+01:0013 december 2024|Extra, Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

(geen) Nieuwe plannen 😢

In mijn post over oktober schreef ik dat ‘nieuwe plannen in de maak zijn’. Ik doelde daarbij specifiek op lange-afstandswandelen als meerjarenproject. Welnu, dat is helder: ik wil vanuit Steenbergen over het Floris-V-pad tot Woerden lopen en dan ‘aftakken’ naar Utrecht. Zodoende verbind ik ook nog Henks geboortedorp Numansdorp en mijn eigen nog ontbrekende woonplaats Utrecht aan de rest van het netwerk dat ik al aan elkaar gewandeld heb. Maar dat gaat wel even duren dus. Eerste keer staat gepland voor net voor kerstmis.

Ondertussen was ik bezig met het volgende fiets- en triathlonseizoen. Het leek me tof om voor de derde keer mee te doen aan de Radweltpokal, dit keer in de vorm van een wegwedstrijd. Dat zou dan mijn hoofddoel zijn. Ik wist dat dat onzeker was – ik heb zelf in mijn onlangs verschenen artikel geschreven over het bedreigde voortbestaan van het evenement.

Maandag kwam het bericht dat de Radweltpokal in elk geval niet doorgaat in St. Johann volgend jaar. Ze zijn op zoek naar een andere plek, maar of dat wat wordt, geen idee.

Het nieuws deed me verdriet. Omdat ik het dit en vorig jaar zo leuk vond, maar ook omdat het betekent dat een betekenisvol wielerevenement het aflegt tegen de dominantie van de auto en de macht van het grote geld (‘winner takes all’). Dat laatste staat niet zo duidelijk op de site of op Facebook, maar dat zit er ook achter. Het gaat om de UCI, lees de rest maar in Fiets Magazine.

Dus: ik ben even doelloos. Nouja, er lonkt ook een mooie fietsvakantie, maar ik zou graag iets competitiefs doen op de fiets tegen het eind van de zomer ook. Wordt vervolgd.

Ondertussen was ik bezig met de weg naar optimale fietsvorm uitstippelen, daarbij rekening houdend met uitstapjes naar leuke triathlons. Twee van die uitstapjes staan al gepland, allebei goed voor mijn verzameling afstanden en allebei ook met relatief veel fietsen, wat voor mij fijn is:

  • Ik ga eindelijk eens de triathlon in Stein doen. Daar had ik al vaker naar gekeken, het is een bekende/bijzondere, door de afstand (1 km zwemmen, 60 fietsen, 11 lopen) en door het klimmen dat er in het fietsparcours zit.
  • In Oud Gastel organiseren ze een bijzondere dit jaar, vanwege het 750-jarig bestaan van het dorp. De triathlon gaat daarom over 750 meter zwemmen, 75 kilometer fietsen en 7,5 kilometer lopen. Lijkt me erg leuk, dat is daar altijd en zeker, lijkt me, zo’n bijzondere.

Voor die optimale fietsvorm wist ik, met de ervaring van dit jaar in mijn achterhoofd: voorlopig is mijn prioriteit het leggen van een degelijke basis. Veel rustige duur, maar dat is net lastig in de winter. Wat fietsen betreft dan, hardlopen kan natuurlijk wel. Ik weet uit de jaren dat ik trainde voor een halve marathon in het vroege voorjaar, dat ik dan vervolgens de overstap naar het fietsen makkelijk maakte. Dus: lange duurlopen. Dit jaar wel met meer fietsen ernaast, wat ’s winters makkelijker is geworden dankzij mijn ontdekking van Zwift.

Zodoende kwam ik  uit op 2-2-2 als basisrecept voor het wintertrainen: 2 keer zwemmen (tempo en techniek), 2 keer fietsen (een keer rustige duur van minstens 2 uur, de andere keer kort en intensiever, voorlopig nog zonder echt programma), 2 keer lopen: een keer lange, rustige duur, opbouwend naar ongeveer de halve-marathonafstand, en de andere keer een leuk evenementje, mag harder. Verder yoga ter ondersteuning en vast ook nog wel eens een keer wandelen. Dat is samen best veel, het is nog even zoeken naar een goed ritme – maar het hoeft ook niet elke week perfect natuurlijk.

Tegelijkertijd zit ik nu eigenlijk in een fase die ik het beste kan omschrijven als ‘help Louise de winter door’. Dat wil zeggen: ik heb een aantal projectjes tegelijk lopen. Twee ervan doe ik al langer:

  • Project daglicht gaat jaargang 5 in: zo lang de wintertijd duurt elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal per week minstens zeven uur. Ik moest daarbij nog iets beslissen over het zwiften. Dat is buiten, maar met een dakje boven m’n hoofd en een scherm voor mijn neus – allebei nou net niet het idee. Afgelopen woensdag, in de uitlopers van storm Conall, zat ik zelfs achter een soort tentzeil waarmee we een stuk van de overkapping dicht kunnen maken:
    Dat ging prima trouwens, het hield de regen op afstand, en veel daglicht was er toen sowieso niet (november was sowieso nogal grauw). In elk geval: ik heb besloten de uren op de spinningfiets overdag voor de helft mee te tellen voor het project.
    Tot nu toe loopt het project op rolletjes. Er was een week dat ik nog een uurtje ‘moest’ toen we in België waren voor een vintage fietsbeurs (leuk), en zodoende wandelden we even later langs de Kleine Nete, een naam die we kenden van het bord waar de snelweg het riviertje oversteekt, een fijn ommetje:
  • Winterdippen zit in jaargang 3. Ik heb de Schie verwisseld voor de Oosterschelde, en dat is heel anders, maar wel tof ook! Eén van de nieuwe dingen is dat ik zo’n dip kan opnemen in een duurloop. Ik heb dat nu twee keer gedaan, en dat is heerlijk. Over de nieuwe winterzwemervaringen later apart een keer.

Nieuwe projecten voor deze winter zijn:

  • Elke week een leuke loop. Ik heb vanaf half november tot eind februari een boel leuke loopjes op het programma staan. Bijna elke week, maar dat ‘moet’ niet per se – dit moet vooral leuk  blijven. We hebben er al drie achter de rug:
    – We zijn begonnen met de Hobbeldebobbelloop, altijd geweldig. Het is en blijft het zotste en mooiste parcours dat ik ken, op en af de duinen rond Zoutelande en over het strand. Hier kom ik net uitgebobbeld op de finish af:
    – Vorige week liepen we de unieke Tunnelrun over de gloednieuwe Blankenburgverbinding. We hebben ooit eerder over de nieuwe A4 bij Steenbergen gelopen, zoiets blijft je altijd bij. Als we er met de auto rijden, kunnen we tegen elkaar zeggen: weet je nog, hier hebben we hardgelopen! Zo zag dat eruit:– Gister was de eerste cross van ‘hardlooprebel’ Jaro. Dat was voor ons een thuiscross, in het Abbekindersebos: we konden er lopend naartoe. Het was leuk om te doen en heel kleinschalig: het startveld bij de vrouwen bestond uit negen loopsters (waarvan ik zo te zien de langste).
    Het is net gelukt daar niet laatste in te worden. Het crossen is leuk in de natuur en gister lekker beschut tegen een waterkoude wind. Het was zo een fijne middag buitenspelen, die met kijken naar de mannen (met manlief van de partij) en heen en weer lopen vanaf huis 2,5 uur opleverde voor #projectdaglicht.
    Er volgen nu nog – ijs en weder dienende – vier crossen: de Den Inkel cross en de drie volgende van JARO. In het nieuwe jaar onder andere de Wallenloop in Goes, nog meer crossen, een trainingsloop, de zwemloop van Vlissingen en wie weet een halve marathon of nog ergens een parkrun. Elke week een loopje is niet de ideale trainingsopbouw, maar wel heel leuk – en daar gaat het me deze winter om. Ik heb verder geen hardloopambities, dat kan ook niet met fietsen serieuzer nemen dan in andere winters. Daarom hoeft het ook niet hard allemaal – al mag dat wel. Maar veel vaart zit er nog niet in. Door allerlei omstandigheden is het best lang geleden dat ik écht gas heb gegeven met lopen, dat merk ik wel.
  • Adventsyoga. Ik wil vanaf vandaag tot minstens kerst Adriene’s maandkalender weer eens volgen, thema ‘Reflect’. Liefst dagelijks, eventueel met wat schuiven. Dat is weer eens even een nieuwe impuls en ik heb tijd want werk is niet zo druk.
  • Misschien de Festive 500 – 500 kilometer fietsen tussen kerst en Oud&Nieuw. Bestaat als ‘challenge’ al jaren, ik heb het nooit eerder gedaan. Lijkt me leuk, maar ik ga het af laten hangen van het weerbericht, want 500 kilometer Zwiften is me te veel. Zwiften is leuk, maar ook weer niet zó leuk. ik krijg al zadelpijn bij het idee!

In afwachting van nieuwe doelen vermaak ik me hier voorlopig wel mee. Na januari mag er wel weer iets meer richting in gaan komen. Hopelijk weet ik dan welke.

 

Door |2024-12-03T14:28:46+01:001 december 2024|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Prutsen aan Wattjes

In mijn stuk over het fijne sporten in oktober schreef ik kort dat ik problemen had met mijn in september gekochte spinningfiets. Die gaf namelijk steeds een veel te lage output (vermogen en snelheid) bij mijn mate van inspanning. Ik moest me voor 20 km/u behoorlijk uit de naad trappen en dan reed ik zo’n 65 % van vergelijkbare vermogens op een ‘echte’ fiets. Het probleem is opgelost inmiddels, dankzij Dies, hier komt het verhaal. Wie weet is dat nuttig voor andere gebruikers van een Virtufit Etappe 2.0i indoor cycle.

In de mist van begin november

Eerst even over het probleem. Op zich is het natuurlijk niet erg dat de output van een stationaire fiets niet klopt. Het is hooguit ontmoedigend om hard te trappen en dan zo’n lage snelheid te zien. Ook betekent het dat ik weinig effectieve verzetten had: het kleinste verzet was niet piepklein, daar had ik nog best wat af gewild, en de grootste waren veel te zwaar. Ik kreeg van de leverancier een tabel met daarop de verzetten met bijbehorende snelheden. Die gingen tot 55 km/u, wat bij mij dus neerkwam op 70 km/u – daar heb je niks aan, dat krijgt niemand rond.

Bovendien is zo’n fiets in de virtuele wereld niet stationair. Ik had voor dit type fiets gekozen vanwege de mogelijke koppeling met Zwift. Dat doet het goed, maar om ergens aan mee te doen is zo’n laag vermogen nogal beperkend natuurlijk.

Over het probleem had ik een aantal keer contact met de leverancier. Deels was dat nuttig – ik kon nagaan dat de snelheid per verzet klopte bijvoorbeeld. Deels was het tenenkrommend: de eerste reactie was dat als het fietsen te zwaar was, ik lichter moest schakelen. Dûh. Ik heb geen moment het gevoel gehad dat ze het probleem echt snapten. Bovendien was er niks aan te doen, zo zeiden ze, een monteur langssturen was niet nuttig.

Dus, zo concludeerde ik, had ik een fiets gekocht met een ingebouwde rekenfout. Dat vond ik raar. En was ik de enige met dat probleem? Online vond ik er niets over – alleen maar lovende recensies.

Oja, en tussendoor was ook een pedaal al uit de crank losgeraakt en bleek de schroefdraad beschadigd. Een nieuwe crank kreeg ik gelukkig wel zonder mankeren. Goed voor mijn vertrouwen was dat echter niet.

De leverancier suggereerde dat ik voor grotere precisie maar naar een veel duurdere smartbike moest kopen. Maar het gaat mij niet om precisie tot het laatste procent, het ging bij mij om een fout van zo’n 35 procent. Ongeveer de afwijking die je krijgt als je mijlen voor kilometers aanziet. Achteraf gezien bleek dat toeval, maar een van de dingen die ik wilde nagaan, was of dat het probleem kon zijn bij een fiets van Amerikaanse makelij. Leverde ook niets op.

Ik heb ook nog contact gehad met de NRC-webwinkel. De levering van de fiets was ook al een idiote soap geweest waarin bij het transportbedrijf tamelijk willekeurig namen aan adressen en postcodes waren gekoppeld (onze straat lag die week onder andere in Wijk bij Duurstede en Drachten) en ik tot drie keer toe vergeefs zat te wachten én onaangename hakketak-gesprekken had gevoerd met de dame van de helpdesk die de schuld elders legde natuurlijk. Het heeft me die week uren gekost. En ineens viel het pakket op de maandag erna uit de lucht – gelukkig waren we thuis. Samen met die ingebouwde rekenfout vond ik het van een kwaliteit die de NRC onwaardig is. Maar ook zij zeiden: lever hem dan maar weer in.

Ondertussen had ik voor Zwift een ‘workaround’ gevonden. De belangrijkste rekeneenheid van Zwift is vermogen per kilo lichaamsgewicht. Door mijn virtuele zelf aan te passen naar 42 kilo klopte dat. Zo reed ik als petieterig vrouwtje mee, en dat ging goed. Goed genoeg om er lol in te hebben (daarover een andere keer meer) en te besluiten de fiets te houden.

Ik deed een FTP-test in Zwift, waar een FTP van 153 Watt uitkwam. Moet zijn: om en nabij de 220. Maar goed dan. Hier is een plaatje van tijdens de test:

Op mijn Strava-activiteit van die test reageerde Dies. We appten nog even verder en toen bleek hij online iemand tegengekomen te zijn bij wie dezelfde spinningfiets in het begin juist helemaal geen weerstand gaf. Dat bleek een afstellingsprobleem te zijn, op te lossen door te draaien aan de weerstandskabel. Ik dacht: ‘???’ – geen idee hoe dat moet, maar ook omdat ik meteen dacht: en waarom zei de leverancier dat dan niet?

Enfin, Dies heeft verstand van techniek, hij is langsgekomen, ik heb een pedaal met vermogensmeting op de fiets gezet om te vergelijken, en zo is het gelukt om vermogen en snelheid veel meer in lijn te brengen met de realiteit. De weerstandskabel bleek maximaal strak aangedraaid. Het is het ding zo ongeveer in het midden van deze foto van het open achterwiel:

Je ziet de schroefdraad zitten waar je aan kan draaien. Dat ding dus, maar zelfs nu ik het weet, kan ik het nog niet aanwijzen op deze tekening uit de handleiding:

Knap dat Dies dat wel kon! Het probleem is daarmee opgelost, nouja, min-of-meer. De vermogens zijn niet zo precies, zeker niet de hoge. Maar rond FTP klopt het aardig. Er zijn nuttige kleine verzetten bijgekomen. In Zwift weeg ik ondertussen gewoon weer 63 kilo, en doe ik dusdanig mee dat 175 Watt rustig is, ook op een geinig virtueel mountainbikeje:

Dankzij het grotere absolute vermogen kan ik op het vlakke in een groep nu beter meekomen. Er zijn nog wel andere beperkingen: die onnauwkeurigheid van de hoge vermogens, het trage reageren van de vermogensmeter, het feit dat het eigenlijk geen echte meting is maar een berekening. Door dat laatste – denk ik – kan ik in Zwift aan sommige wedstrijden niet meedoen en werkt helaas ook de erg-modus niet. Maar dat zijn dingen die horen bij deze beperkte investering, dat snap ik wel.

Als ik zwiften zo leuk blijf vinden als nu, wil ik op termijn wel iets beters kopen. Maar dit is een prima begin. Dankzij Dies, dus, en niet dankzij winkel of leverancier.

 

Door |2024-11-25T19:46:20+01:0025 november 2024|Fiets|1 Reactie

Verschenen: Tot je 90ste op het podium

Het nummer was al even uit, maar mijn exemplaar was kwijtgeraakt in de post. Ik had de drukproef gezien en wist dus hoe mooi het zou worden, maar ik kreeg het net pas echt onder ogen: mijn artikel ‘Tot je 90ste op het podium’ in Fiets Magazine nr. 11 (november, p. 94-97). Ik schrijf mijn, maar ik moet eigenlijk zeggen ons, want mijn man maakte de foto’s.

Het artikel is een verslag van de Radweltpokal, het fietsfestival voor masters in Oostenrijk waar ik nu twee keer ben geweest. Op het maken ervan kijk ik met veel plezier terug. In het artikel komt een aantal draden samen die belangrijk voor mij zijn: sporten met plezier en prestaties als je ouder wordt, sport en zingeving, de strijd tegen de dominantie van de auto, het principe van ‘winner takes all’ in de huidige economie… en schrijven. Het was leuk om met een journalistiek doel bezig te zijn en zo met een boel mensen in gesprek te komen. De samenwerking met Fiets was ook prettig. Voor herhaling vatbaar dus!

(dit is een dubbelpost met lhcornelis.nl)

Door |2024-11-15T13:30:31+01:0015 november 2024|Fiets, Vrouwensport, Waarom|1 Reactie

Wat een heerlijke sportmaand!

Met de triathlon van Zierikzee eind september kwam er een einde aan mijn seizoen en begon ik aan wat in trainingsleer ‘overgangsperiode’ heet. Komt neer op: in oktober even geen schema, niet doelgericht sporten, binnen mijn grenzen blijven. Dat klinkt misschien wat niksig, maar het werd juist een heerlijke sportmaand.

Geen doel/schema klopt niet helemaal, want ik had wel degelijk een doel en dat kleurde de hele maand: afgelopen zondag plus maandag ben ik samen met vriendin Marijke rond het Veerse Meer gewandeld, 60 kilometer in totaal. Voor twee dagen van 30 kilometer moest ik wel een beetje trainen, en dat deed ik in de vorm van twee prachtige andere wandelingen: meteen op 1 oktober van het Veerse Meer Meer naar huis en op 13 oktober met manlief van Krabbendijke naar huis over het Grenslandpad (LAW 11).

De tweedaagse rond het Veerse Meer was top. We maakten de afspraak al een tijdje geleden en toen zeiden we nog: hopelijk is het dan nog fatsoenlijk weer, zo laat in oktober. Nou, het leek op zondag wel zomer!

Marijke was op zaterdagavond al hier, en mede dankzij de wintertijd konden we zondag vroeg starten. We fietsten naar de Zandkreekdam en wandelden eerst over Noord-Beveland, een gebied dat ik nauwelijks ken. Paar mooie stukken, en ook interessante op het gebied van de verroompottisering – het gebied in de buurt van Kamperland dat ik uit mijn kindertijd ken, is opgeslokt door luxe villa’s, en waar je op de ‘goedkopere’ plekken nog wel langs de oever kunt lopen, is die daar allemaal privé-terrein.

Na de voor mij wel bekende Veerse Dam kwamen we in overnachtingsplek Vrouwenpolder, precies halverwege. Daar ontdekte ik dat ik letterlijk gaten in mijn sokken had gelopen:

Dat had tot een blaar geleid, maar dat was dan ook de enige fysieke malheur, verder hebben mijn benen het prima gedaan, ben ik blij mee. Ik had wat zorgen gehad om mijn rechterheup, maar dat kwam net op tijd in orde, dankzij de chiropractor. Toen werd echter vorige week manlief verkouden, dus ik dacht ‘nee hè?’  Maar voor het eerst ooit heeft hij mij niet besmet – dat geeft vertrouwen in mijn weerstand, ben ik ook blij mee, gezien mijn verkoudheidgevoeligheid. En ik heb dus heerlijk gelopen.

Manlief kwam naar Vrouwenpolder met boodschappen, we kookten zelf en hij at mee. Op maandag liepen we het mooiste stuk van de wandeling naar en door Veere.

Het ging een beetje regenen maar in Veere was gelukkig een hotel open voor koffie. Daarna volgde een wat taaier stuk over asfalt, maar wel leuk om terug te kunnen kijken naar het traject van de dag ervoor, en met de ontdekking van natuurgebied de Middelplaten. Ik kwam daarna op bekender terrein, maar het laatste stuk verraste me weer met buitendijkse en onverharde stukken. We werden toen wel moe, mijn blaar werd vervelend ook, en we waren dus blij om na het laatste knooppunt van het wandelnetwerk….

…de fietsen terug te zien, na hun nachtje in de eenzaamheid van Katse Veer.

We waren vooral ook trots, tevreden en blij! Bovenal was het ook erg gezellig.

Alles bij elkaar wandelde ik deze maand 130 ‘geklokte’ kilometers. Ik liep een boel aan elkaar zo, en kan nu zeggen dat ik van geboorteplaats Vlissingen naar het oosten via nieuwe woonplek naar Steenbergen en naar het noorden over het Kustpad via oude woonplek Rotterdam naar nog oudere woonplek Amsterdam (Pelgrimspad) en ook nog naar twee Noordzeehavens en de Duitse grens (via het Grote Rivierenpad) ben gewandeld.  Jaren over gedaan en veel plezier mee gehad. Volgende plannen zijn in de maak.

Zonder horloge wandelde ik nog ongeveer 25 kilometer in kleine stukjes van en naar stations: hier, en in Middelburg, Amsterdam, Leiden en Rotterdam. Daaruit blijkt al: het was ook druk met werk, met onder andere twee keer naar de Randstad voor boekpresentaties, en een paar andere leuke dingen. Toch heb ik kans gezien om nog meer te sporten. Hieronder de hoogtepunten.

Ik maakte een paar geweldige fietstochten, mede dankzij het heerlijke weer.

  • Op 19 oktober deden manlief en ik mee aan Jo off the Roo’t, een georganiseerde gravelrit in de Zak van Zuid-Beveland. Dat was erg leuk en een prachtige route. Er kwam nog een interessante wandeling achteraan en al met al was ik die dag bijna 9 uur non-stop buiten. Het was een zware werkweek geweest, met drie keer naar de Randstad en diverse frustraties – vrijdagavond kon ik niet meer uit mijn ogen kijken – maar van zo’n dag knapte ik enorm op!
  • Op de 25e fietste ik een grote ronde over de Grevelingendam, met een stuk waar ik nog nooit was geweest, langs Sint Philipsland en over Tholen. En met een net echte blik op de verdronken stad Reymerswaal, ooit de derde stad van Zeeland:

Het was zulk mooi weer dat ik nog weinig gebruik heb gemaakt van m’n nieuwe spinningfiets. Desalniettemin verkende ik Watopia, het virtuele land van Zwift (links), versloeg ik al eens iemand in een eindsprint om de derde plek (midden) en reed ik twee keer in een vrouwen-trainingsgroepje (rechts):

 

Ik ben ook nog de hele maand in de weer geweest met de leverancier van de spinningfiets vanwege de te lage output. Dat werd een frustrerende kastje-muur, waarbij ik vind dat het een fiets met een rekenfout is en zij dat het aan mij ligt (even kort door de bocht). Ik heb bedacht hoe ik toch kan  meedoen op Zwift: als ik mijn gewicht ook 30 % naar beneden aanpas, heb ik een realistisch vermogen/kilo lichaamsgewicht, en dat is Zwifts rekeneenheid. Groepsritten gaan goed, ik wil binnenkort ook nog een FTP-test en een wedstrijd uitproberen. Ik weet nog steeds niet zeker of ik hem wil houden.

Met zwemmen schakelde ik over van het open water naar het winterprogramma: zwembad en dippen. De laatste keer open water was op een bijzondere plek: het badstrand in Vlissingen, waar ik ooit met mijn ouders voor het eerst de zee in ging. Het was mijn kennismaking met het clubje zeezwemmers daar. Zij zwemmen wekelijks op zondag. Voor herhaling volgend seizoen vatbaar.

Ik ben de derde van rechts, met gele badmuts en bivakmuts eronder

Dippen is nu nog heel comfortabel. Erg leuk was de eerste keer lopend naar Wemeldinge en daar het water in, de combi waar ik me al op verheugde sinds we dit huis kochten.

Voor hardlopen had ik niet veel tijd, maar wel bijzonder was de Light Kustrun, onderdeel van het Kustmarathonweekend, met Lilian. Prachtige avond, de lichtjes was een fraai gezicht, en wij gingen als skeletten:

En of dat allemaal nog niet genoeg was, ben ik ook nog wezen zwemmen in good-old Zwembad West in Rotterdam (‘sentimental zwemjourney’), wandelde ik met een Eversdijk (vriendin Jolanda) door Eversdijk (gehuchtje vlakbij Kapelle), fietste ik met Bastiaan vanuit Haarlem een rondje door de duinen, hield ik m’n yoga aardig bij… ik zou er bijna moe van worden, als ik het zo lees, maar het tegendeel is het geval. Het meeste wat ik deed was rustige duur, en in dat opzicht was het dus wel een overgangsmaand. Ik voel me topfit, mede dankzij zo veel naar buiten in de herfst.

Het was bovenal een heerlijke maand, en wat ben ik vaak blij geweest met m’n nieuwe woonomgeving!

 

Door |2024-10-30T17:56:59+01:0031 oktober 2024|Fiets, Loop, Waarom, Zwem|0 Reacties

Procesevaluatie: in 1 maand weer triatleet worden

Morgen doe ik mijn laatste wedstrijd van het zomerseizoen en meteen mijn langste triathlon in een hele tijd: de kwart van Zierikzee. Het is een maand nadat we terugkwamen uit Oostenrijk. Tot die tijd stond fietsen centraal, en ik had dus een maand om mezelf weer in een triatleet te veranderen. Dat vond ik best schipperen:

  • Ik vind september wel vaker een moeilijke trainingsmaand, zeker als het hoofddoel al voorbij is. Na een rustige zomer breekt er weer van alles los, zoals het culturele seizoen en werk. Dat maakt het druk, de prioriteiten verschuiven en dat  is even wennen, zeker dit jaar op de nieuwe plek. Bovendien dient de herfst zich aan: op het moment dat ik dit schrijf rukt de wind aan het huis, het was eerder al even uitgesproken baggerweer, de dagen worden korter; het seizoen vraagt om rust en inkeer. Het kostte me wat meer moeite dan in de zomer om voor sporten voldoende ruimte te maken.
  • Ik zat wat te hannesen met ambivalentie:
    • Aan de ene kant wilde ik graag het fietsen nog een beetje doorbouwen en anderzijds de andere twee sporten voldoende aandacht geven met het oog op die triathlon. Na een dag of tien kon ik de wens om m’n FTP nog te verhogen laten varen. Die sloeg ook eigenlijk nergens op: dat ging alleen maar om het getalletje. Voor mij is een FTP van 240 een soort magische grens, en die heb ik dit jaar net niet gehaald, vorig jaar op m’n goede dagen net wel. Nouja, jammer dan. Het doet niet af aan mijn tevredenheid over het afgelopen fietsseizoentje.
    • Aan de ene kant wilde ik sneller worden met zwemmen, waarvoor ik het beste naar het zwembad kan gaan, en aan de andere kant wilde ik van deze laatste weken Oosterschelde genieten. Dat heb ik toch maar opgelost in het voordeel van de Oosterschelde, zeker na een mindere zwembad-ervaring. Ik ging voor het eerst ’s avonds in Kapelle zwemmen op een woensdag dat Kattendijke-Wemeldinge werd afgelast vanwege te  slecht weer, en dat was druk met allemaal trage schoolslagzwemmers, zonder snelle of borstcrawlbaan en zonder dat die andere zwemmers veel rekening met me hielden. Doorzwemmen ging dus niet en ik raakte nogal geïrriteerd. Naar het zwembad om m’n techniek en tempo weer wat op te krikken kan de hele winter nog. Dat is wel nodig, want met wat weinig regelmaat en veel lang maar gemakzuchtig met de stroming meezwemmen ben ik niet bepaald sneller geworden. In open water verrommelt mijn techniek altijd wel, maar het lijkt dit jaar erger dan anders, ik denk vooral door het inkakken van m’n slagfrequentie.
    • Deze week wilde ik kalm aan doen en taperen, maar ik heb me toch laten verleiden tot te zwaar trainen. Ik had een krachttraining vorige week overgeslagen, en die wilde ik maandag inhalen. Daarbij ben ik iets te fanatiek tekeer gegaan, vooral bij de power-yoga na de reguliere benen-krachttraining. Ik voelde dat tot gister in m’n bovenbenen, oeps, en het dwong dus een paar dagen tot kalm aan doen met fietsen en hardlopen. Woensdag vond ik Kattendijke-Wemeldinge zwemmen toch echt te leuk (zie eerste bullet), maar het was al van 12 augustus geleden dat ik meer dan een uur had gezwommen, dus ook dat kwam hard aan. Gelukkig is alles net vandaag weer okee, net op tijd fit en uitgerust dus, maar taperen was het bepaald niet.
  • Ineens weer meer gaan hardlopen kwam even hard aan op m’n rug/bekken en dat trok door naar heup en hamstring. Ik kon blijven trainen, maar de chiropractor voorkwam wel erger, denk ik. Desalniettemin ben ik volgens mij in korte tijd best wel lekker gaan lopen, na maanden alleen maar onderhoud. Het voelde eerst wat ‘bonkig’ door het vele fietsen, maar het werd steeds lekkerder, met een heerlijke duurloop door de Kapelse Moer als hoogtepunt. Ik liep vorige week ook nog een 5 kilometer, samen met Nicole onze vierde vestingloop (nog één te gaan en we kunnen ons ‘vestingheld’ noemen). Dat was leuk: gezellig en mooi parcours. Maar mijn tijd viel me wel tegen. Nouja, na welgeteld drie weken opbouwen is gewoon lekker lopen al heel wat, ik moet morgen die tien kilometer maar aanvangen zonder tijdsambities.
    Het was er wel heel druk, met auto’s zowel als lopers. Op een foto van de organisatie (dank!) zie je mij door de berm proberen in te halen:
  • Ik had aan het begin van de maand wat ander fysiek ongemak, waarbij de stress van de terugreis uit Oostenrijk vast een rol speelde (het hele verhaal staat op onze Polarsteps). Ik leek verkouden te worden, maar dat zette gelukkig niet door. Ik kom tot nu toe nog goed weg qua virussen, wat ook wel mag, want ik zit nog steeds met de gevolgen van de verkoudheid in april. Het goede nieuws daarover is dat ik weer een klein beetje wat ruik. Het is nog lang niet wat het wezen moet, maar er is, na dik vier maanden, wel duidelijk verbetering.
  • Ik had wat materiaalpech. Ik ging een keer wel keurig netjes trainen en toen reed ik lek, waardoor ik kon fluiten naar een goede koppeltraining. Vervelender is dat mijn nieuwe spinningfiets meteen al onbruikbaar is: er viel zomaar een pedaal af en het lukt niet om dat er terug op te zetten, dan trekt het scheef. Dat verpestte alleen maar even losfietsen afgelopen week, maar het moet wel opgelost natuurlijk. Ik heb al een melding gedaan, het is nu afwachten, ook nog op een oplossing voor een ander probleem ermee: laag rare output-waardes (snelheid en vermogen). En dat na alle bezorgproblemen… ik ben tot nu toe dus nog niet bepaald enthousiast.

Maar er was ook een boel lol. Dat ik weer wat meer ruik, dat dat ene zintuig niet meer helemaal ‘doods’ is, draagt regelrecht bij aan mijn welbevinden. En er waren een boel leuke dingen, waaronder een voortzetting van de sportieve inburgeringscursus: loopje gedaan in Goes, gezwommen in Vlissingen, wezen fietsen met Annet, zelf weer gezworven en verkend, onder andere naar de dichtstbijzijnde grenspaal….

…. in de Oosterschelde gezwommen met Marc en nog een keer vorige week – heel idyllisch – met het Kattendijke-Wemeldinge-groepje.

We zwommen die keer makkelijk en snel door een stevige stroming en wind mee, en deze zon tegemoet (foto van Gerry):

Later die avond reed ik ook nog bij bijna volle maan terug naar huis, en dat was weer zo’n moment waarop ik me ongelofelijk gelukkig voelde dat ik hier woon. Het is dezer dagen precies een jaar geleden dat we dit huis vonden en kochten – daaraan terugdenken stemt dankbaar. Wat een jaar is het geweest ook!

Dus: ik ben wel eens beter voorbereid geweest op een triathlon, maar zeker ook wel eens slechter. Vorig jaar bijvoorbeeld was het slechter in aanloop naar Zierikzee. Maar daar houdt het vergelijken ook meteen op, want niet alleen deed ik vorig jaar de achtste en nu de kwart, maar ook zal het heel ander weer zijn. Afgaand op het weerbericht zullen wind en regen morgen geen grote rol spelen, maar 13 graden is wel echt fris. Ik heb bovendien niet net een nieuw huis gekocht (ik schreef daar bewust nog niet over toen, maar mijn hoofd was er vol van!) Ik ben benieuwd, hopelijk wordt het wel net zo leuk als vorig jaar!

 

Door |2024-09-27T11:02:48+02:0027 september 2024|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Kijk nou: spinningfiets!

Vandaag binnengekomen: een heuse spinningfiets!

Ik deed er meteen een korte warming-up voor de krachttraining van vandaag:

Ondertussen heb ik hem ook al aan weten te sluiten op een app, er moeten nog andere pedalen en misschien een ander zadel op, maar verder gaat het wel goed.

De volgende stap is eens gaan experimenteren met Zwift enzo. Daarmee ga ik dan voor het eerst fietsen in de virtuele wereld – ik ben bepaald geen trendsetter en ik denk nog steeds: m’n grote hobby gaat het niet worden, ik ga veel liever naar buiten. Maar ik was de laatste tijd op zoek naar manieren om de naderende winter door te komen, de eerste in het nieuwe huis, en daarbij had ik de volgende overwegingen:

  • Ik wil mijn fietsen graag onderhouden – de Radweltpokal smaakte naar meer.
  • Ik was de sportschool al heel lang zat. Ik ben de oude in Schiedam lang trouw gebleven, soms tegen heug en meug. Ik ben hier nog op één plek wezen kijken, en daar realiseerde ik me: ik vind sportscholen naargeestige plekken, ik wil dit niet meer. Ik wil meer mijn eigen gang kunnen gaan en niet meer tussen van die mensen zitten voor wie sporten een verplicht nummer is.
  • Het waait hier (nog) harder dan in m’n oude omgeving, dus ik ben bang dat ik vaker niet buiten zal kunnen fietsen.
  • Ik fiets hier minder voor de dagelijkse dingen dan in het oude huis. Het station bijvoorbeeld is op loopafstand en het zwembad half zo ver als in Rotterdam. Ik behoud dus minder als vanzelf een fietsbasis.
  • Dit huis leent zich ervoor. De fiets staat voorlopig onder de overkapping, semi-buiten dus, eens kijken of dat goed gaat en of dat ook in de winter lekker is. Anders is er binnen ook nog wel plek.

Net toen ik dat allemaal op een rijtje had, kwam de NRC met een mooie aanbieding. Knoop snel doorgehakt toen. Het was vervolgens nog een absurde soap om het ding hier bezorgd te krijgen, maar vandaag is dat dus – onverwacht – gelukt. Ik zou bijna zeggen: laat de winter maar komen! Over een tijdje zal ik hier evalueren.

 

Door |2024-09-23T21:42:29+02:0023 september 2024|Fiets|3 Reacties

Bij wijze van terugblik

Vorig jaar schreef ik een brede terugblik op de Radweltpokal. Dit jaar was nog leuker dan vorig jaar. Een deel daarvan zat ‘m in de reden waarom ik nu géén terugblik schrijf: ik was er ook als ‘reporter’, bezig met een artikel voor Fiets Magazine. Daar gaat dit keer mijn schrijf-energie in zitten; ik zal het hier melden als het stuk er is natuurlijk. Het was erg leuk om met een boel deelnemers en met de organisator te praten. Zonder het artikel als stok achter de deur was ik niet bij elk evenement gaan kijken en had ik ter plekke niet aan zo veel Nederlanders en Vlamingen gevraagd wat hen naar de Radweltpokal bracht en hoe ze het vonden. Zo had ik het ene leuke gesprek na het andere, en het erg gezellig gehad.

Want dat was het dus eigenlijk vooral: veel gezelliger nog dan vorig jaar, ook gewoon onderling. Die vintage fietsers zijn ook stuk voor stuk gezellige lui. Zie hier bijvoorbeeld de laatste avond, na de vintage wegwedstrijd, met mij achter de camera:

Van links naar rechts: de twee kleinzoons van Mathieu, van wie de meest linker ook Mathieu heet, Kris (eerder die dag 4e geworden bij de mannen 50-59), Freddy en Henk (aka manlief), respectievelijk 14e en 15e bij de mannen 60-69,  Mathieu zelf, kersvers wereldkampioen bij de mannen 80+, en zijn vrouw. Op Henk na allen Vlamingen. Dat alles in een van de weinig cafés van St. Johann die op zondag open zijn. Dat kopje thee links achter, dat is van mij – ik was de Bob!

Voor wie nog veel meer foto’s wil zien: we hebben die van ons openbaar gemaakt. We hebben er een heleboel gemaakt, van alle evenementen. Voor de lol en omdat we foto’s nodig hadden voor dat artikel. Dat gaat wel lukken, en hopelijk zijn andere deelnemers er blij mee.

 

 

Door |2024-09-02T16:54:07+02:002 september 2024|Fiets|1 Reactie

Airport sprint 🥇

Ik heb vorige week ook nog de Airport sprint van de Radweltpokal gedaan: 1 km in een heen-en-weertje op het prachtig gelegen sportvliegveldje van St. Johann. Ik had geen idee wat ik ervan kon verwachten. Ik had een paar keer een interval van een kilometer geoefend, maar er verder niet speciaal voor getraind. Ik hoopte dat alles goed zou gaan met start en keerpunt, en dat ik verder lekker kon knallen. Dat korte, felle werk lukt voor mijn doen de laatste tijd wel goed, ik schreef daar eerder over.

Welnu, het ging goed, ik vond het heel leuk om te doen en om daarna naar te kijken – het is een heel flitsend evenement. Met deelnemers van divers pluimage: van mannen met echte dikke sprintersbenen op snelle bolides tot een enkele dame op een vintage fiets.

Eén kilometer is net een heel gemene afstand, ook met dat keerpunt: halverwege de terugweg lopen je benen net helemaal vol.Ik deed er 1’46,46 over, daar was ik ook al dik tevreden mee. Het was bovendien genoeg voor de winst in mijn leeftijdscategorie: we waren maar met twee, en ik was net iets sneller. Dat was wel leuk natuurlijk, maar de eerlijkheid gebiedt me om te melden dat een 60+-vrouw sneller was. Maar ik deed hoe dan ook leuk mee, en dat is al lang genoeg.

Het was na afloop ook nog eens bere-gezellig met Freddy en Kris uit Vlaanderen – hele leuke dag weer, geweldig evenement, ook met manliefs vintage-wedstrijden. Verder ook een fijne tijd gehad in Oostenrijk, met onder andere nog een zware maar prachtige wandeling naar de top van de Steinplatte.

We zijn inmiddels weer thuis, maar dat had wel wat voeten in de aarde: op de terugweg woensdag begaf bij Stuttgart ons oude Opel Corsa’tje het. Door alle gedoe (we zijn met een huurauto naar huis gereden) en het gebrek aan een auto schoot vandaag helaas onze deelname aan de triathlon Hoeksche Waard erbij in. Maar goed, wel voldoende leuks in het verschiet ook nog.

 

Door |2024-08-31T15:56:04+02:0031 augustus 2024|Fiets|0 Reacties

Zeitgefahren 🥉

Dik tevreden over gister! Alles ging goed, en ik reed het vermogen dat ik zo’n beetje had verwacht: 237 Watt NP. Geen wonderdag, maar gewoon goed – sinds ik een vermogensmeter heb, heb ik niet eerder zo’n hoog vermogen gehaald over 20 kilometer.

En ik vond het leuk: ik kon voor mijn gevoel het maximale geven. Opnieuw denk ik: ik heb het maximale eruit gehaald, uit m’n korte seizoentje.

Bij dat hogere vermogen dan vorig jaar reed ik wel langzamer, ik denk vooral door de tegenwind op de terugweg. Mijn officiële eindtijd was 33’55; volgens Strava heb ik 35,4 gemiddeld gereden maar ik drukte m’n horloge wat te laat in.

Waar ik vorig jaar laatste werd van zeven vrouwen 55-59, werd ik dit jaar zowaar een-na-laatste van vier, en dat betekende: podium! En al weet ik dat dat héél relatief is, ik vond het toch leuk.

We hadden verder een drukke, lange, leuke dag. Manlief reed de tijdrit in de Vintage klasse, op z’n Gazelle uit 1982. Dat ging ook goed; ook hij kreeg een beker, ’s middags al. We praatten met een heleboel andere deelnemers en maakten talloze foto’s. Vooral die vintage fietsen en outfits blijven erg leuk om te zien. Maar daarover later meer.

Morgen mag ik weer aan de bak, voor een geintje: een sprint-tijdrit van 1 kilometer. #doetzeandersnooit maar als ik hier toch ben…

 

Door |2024-08-23T09:44:38+02:0023 augustus 2024|Fiets|1 Reactie
Ga naar de bovenkant