Fiets

Ook de week thuis liep anders dan verwacht

Toen ik afgelopen maandag schreef dat ik me na de vakantie fit voelde, dacht ik daar al stiekem ‘voor zo lang als het duurt’ achter. Manlief was namelijk zondag al snotterig en moe, en ik vreesde al dat ik de dans niet zou ontspringen, want dat gaat meestal zo. Inderdaad: dinsdag had ik keelpijn, woensdag koorts. Vrijdag kwam de aap uit de mouw, al vermoedde ik het al: het bleek corona.

Ik had woensdag al getest, toen was-ie negatief, maar wilde het nog eens overdoen omdat ik er bijna van overtuigd was dat het wel corona was. Ik herkende wat frappante dingen van de vorige keer (2022), vooral de voor mij ongebruikelijke balans tussen de luchtwegsymptomen enerzijds en de koorts en lamlendigheid anderzijds. Ook de tombola aan verschijnselen ken ik bij mezelf niet van gewone griep en verkoudheid: ik ben een paar uur misselijk geweest, heb een paar uur hoofdpijn gehad, een paar uur brandende ogen, een paar uur veel geniest, ’s nachts een keer keelpijn en een keer gehoest… en dan verdwijnt dat zomaar weer, er is geen peil op te trekken. Ik was bijna blij dat de tweede test me gelijk gaf, zal ik maar zeggen. Het maakt op zich  niet zo veel uit, het is sowieso een kwestie van uitzieken nu, maar met corona ben ik extra voorzichtig met mezelf en anderen. En ik hoef voorlopig niet gevaccineerd natuurlijk.

Enfin, ik had me de week extra thuis vanwege eerder terug van vakantie anders voorgesteld. Het contrast was zo wel erg groot: van dagelijks fietsen in een onbekende omgeving naar bankhangen in de eigen woonkamer. Ik ben er zowaar niet eens heel erg stijf van geworden. En gelukkig was er de Vuelta en had ik nog een paar leuke boeken.

Ik ben inmiddels duidelijk aan de beterende hand, maar dat gaat altijd te traag natuurlijk. Manlief is alweer zo’n beetje okee; de vorige keer ging dat bij hem ook sneller dan bij mij.

Wat het ziekzijn ook betekent: definitieve punt achter het seizoen. Ik had op de boot terug uit Ierland zitten kijken of er deze maand nog ergens iets leuks te doen was, tijdrit, triathlon, wie weet. Maar dat zit er dus niet in, en dat is jammer, maar het had slechter uit kunnen komen. De vorige keer bijvoorbeeld nam het een hap uit het seizoen. Ook qua werk kwam het niet slecht uit, want ik was toch nog vrij. En gelukkig waren we al thuis.

Ik ga uitzieken, beetje freewheelen, nieuwe plannen maken en dan in de loop van de herfst het trainen weer oppakken. Hopelijk krijgen we weer een mooie oktobermaand en kan ik dan nog een paar keer lekker fietsen! Of moet ik dat nou juist níet denken? Want het lijkt wel een rode draad deze zomer, het gold voor deze week, de vakantie en mijn wedstrijdseizoen: het loopt anders dan ik had verwacht en dan ik eigenlijk had gewild. Het is niet anders!

 

Door |2025-09-06T19:54:38+02:007 september 2025|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Zadelhoogte, of: stel je fiets goed af

Op sommige plekken in Ierland (en we zagen het later ook in België) wordt best veel gefietst op huurfietsen, vooral e-bikes. Op de Aran-eilanden bijvoorbeeld, daar komen geen auto’s, en de fietsverhuur deed denken aan de Waddeneilanden:

Ik kan het niet laten om te kijken hoe mensen op hun fiets zitten, dat is een van mijn hobbies, en wat me opviel, was hoe veel van die huurders, en dan vooral de vrouwen, hun zadel veel te laag hadden staan. Ik kreeg van de aanblik al kniepijn. Ik zou ze wel toe willen roepen: gun jezelf een betere fietservaring en zet dat zadel hoger! Of als je dat niet durft, leer dan eerst echt fietsen voordat je met een e-bike op pad gaat.

Want dat is het denk ik: angst, en dus altijd met je voeten bij de grond willen kunnen. Royaal en met platte voet, kennelijk, want de zadels stonden vaak lager dan voor ’teen aan de grond’ nodig is. Voordeel is dat je dan bij een rood stoplicht niet van het zadel hoeft, dat zag ik in België zo iemand doen. Scheelt weer een beweging…

Ik had zelf net de ervaring gehad dat ik last van mijn knieën krijg als mijn zadel maar een centimetertje te laag staat. In Engeland al bleek namelijk de vering van mijn 18 jaar oude Thudbuster (parallel verende zadelpen, zodat je altijd dezelfde afstand hebt tussen zadel en pedalen) stuk: de veren (stukjes rubber) waren verteerd. Suf, dat had ik niet gemerkt, ze zaten netjes ingepakt in hun hoesje. Zo kwamen ze eruit:

Dat was in Belfast, waar een behulpzame fietsenmaker ze (gratis en voor niets – we betaalden alleen onze koffie) heeft vervangen voor twee stukken hard plastic en dat heeft het prima gedaan. Thuis hebben we nog reserve-veren, die gaan er weer op, want een beetje vering is soms toch wel lekker.

Maar daarvoor had ik dus een paar dagen lang én maximaal ‘ingeveerd’ én iets te laag gezeten. Toen ik het in de gaten kreeg (onder andere door mopperende knieën), had ik mijn zadel al hoger gezet, en het was verder zonder erg, maar zo bleek maar weer eens wat ik vaker had ervaren: een klein beetje te laag zadel geeft al een te grote belasting op mijn knieën.

Na Belfast gebeurde even het omgekeerde: met dat nieuwe harde plastic stond mijn zadel net iets te hoog. Prompt kreeg ik last van iets aan de achterkant boven mijn rechterknie (hamstring of aanhechting kuit). Ook dat was gauw opgelost en hersteld, en toen heb ik verder lekker kunnen fietsen.  Nouja, beetje hobbelig af en toe dus, op slechtere en onverharde wegen.

Ik wil maar zeggen: afstelling van een fiets is knetterbelangrijk. Nou deden wij natuurlijk iets heel anders dan die huurders, maar toch: je kunt al gauw de indruk krijgen dat fietsen retezwaar is, of dat je er de knieën niet voor hebt, en dat je dus zeker een e-bike nodig hebt om fietsen mogelijk te maken. Dan heb je dus een negatievere fietservaring dan nodig is.

We reden ergens ook nog een tijdje achter twee fietsers aan waarvan er eentje niet schakelde. Die heb ik in het voorbijgaan gezegd: shift eens gears, joh, maak het jezelf makkelijker en leuker. Ik geloof niet dat dat aankwam.

Het doet me verdriet als mensen fietsen zelf vervelender maken dan het is.

 

Door |2025-09-05T11:11:34+02:005 september 2025|Fiets|0 Reacties

Rondje Ierland gefietst

De posts sinds eind juli verschenen ‘achter mijn rug’: ik had ze vooruit geplaatst, was er zelf niet, want ik was fietsen! Manlief en ik hebben een rondje Ierland gefietst: heen via Europoort-Hull en Liverpool-Belfast, terug via Rosslare-Duinkerke. We hebben 1782 kilometer gefietst, in 33 dagen. Dat was minder fietsen en korter weg dan gepland, want we hebben nogal wat aanpassingen moeten maken: eerst door slecht weer, daarna door de drukte in het zuidwesten in het hoogseizoen (geen accommodatie, erg druk met auto’s), en in het algemeen ook wel door te weinig campings. Een paar keer wisten we niet waar we ’s avonds zouden slapen. En toen moesten we plan B, terugvaren naar Cherbourg in Normandië en vanaf daar naar huis fietsen, ook nog aanpassen omdat die boot geannuleerd werd. Met andere woorden: het was een van onze avontuurlijkste fietsvakanties ooit.

Desalniettemin: alles is steeds goedgekomen en we hebben een mooie tijd gehad. Fietsen in Ierland is prachtig, het landschap bleef maar mooi, het was zeker uitdagend met de vele hoogtemeters, maar niet te zwaar, we hebben het fysiek goed doorstaan en een boel erg aardige mensen ontmoet.

Het deed me goed om te merken dat ik ook op mijn 59e en  manlief op zijn 68e nog steeds graag zwerf, fiets en kampeer – dat we daar nog steeds fit en flexibel genoeg voor zijn. Met de aanpassingen heb ik wel geworsteld (ik voer altijd graag mijn plannetjes uit), en toen het aan het begin zwaar was door navigatieproblemen en eindeloze koude tegenwind heb ik wel gedacht dat mijn bereidheid tot dat type afzien kleiner aan het worden is. Zo van: waarom doe ik mezelf dit aan? Er was één dag waarop een te lange fietsdag in de tegenwind eindigde op een slechte camping zonder beschutting – toen wilde ik ontzettend graag naar huis, meer dan ooit eerder tijdens een vakantie. Maar we hebben doorgezet, en daarna is het verbeterd en goedgekomen.

Ik heb er weer een boel van geleerd over mezelf. Maar ik heb vooral ook enorm genoten! Bovendien is me vooral bezighouden met ‘is het hier links of rechts en waar slapen we vanavond?’ erg ontspannend ten opzichte van de beslommeringen van alledag. Ik voel me nu ontspannen en fit. Het is bovendien even lekker rustig thuis door de vroege terugkeer, met een nog lege agenda. Daarna staan er onder andere een paar workshops voor lopers en trainers op het programma. Ik bezin me nog op nieuwe sportieve plannen. De komende dagen wat andere dingen oppikken dan fietsen: yoga, zwemmen, hardlopen. Misschien is er nog wat leuks te doen ergens, zo in het naseizoen?

Ons hele reisverslag is terug te lezen op Polarsteps, met foto’s en routekaart 

Door |2025-09-02T10:13:37+02:001 september 2025|Fiets, Waarom|1 Reactie

Boel nieuwe spullen

Ik heb dit jaar tot nu toe best wel veel spulletjes gekocht en dus geld uitgegeven voor het sporten. Voor het grootste deel waren dat vervangings- en inhaaluitgaven: dingen die kapot gingen of ooit gegaan waren en waarvan ik de nieuwe aankoop lang had uitgesteld. De afgelopen jaren beheerste de verhuizing nogal mijn hoofd én mijn portemonnee.

Zodoende wilde ik eigenlijk al langer een nieuwe fiets, en dat kwam er pas dit jaar van. Ik heb m’n blauwe graveler nu vijf maanden en hij bevalt erg goed. De laatste tijd zitten er snelle banden onder en gebruik ik hem als racefiets. Als er dan eens even wat moeilijker wegdek in het parcours zit, heb ik met m’n bredere banden voordeel, en een nadeel merk ik eigenlijk niet. Ik heb wat moeten sleutelen om het zadel op de goede hoogte te krijgen, maar ik zit er nu op als gegoten.

Ook zo’n lang uitgestelde aankoop: een goede sportbril.

Ik heb heel lang geen sportbril gehad, deed triathlons met daglenzen en verder alles met m’n gewone bril of zonnebril. Die zonnebril dateerde echter nog van 2010 en dat ging echt niet meer voor langer dan eventjes. Mijn ogen zijn in 15 jaar toch wel veranderd, vooral qua kippigheid dichtbij. Bij sporten is dat minder erg dan in het dagelijks leven, maar toch is dichtbij scherp zien handig voor het aflezen van het horloge en de navigatie enzo. De nieuwe sportbril is dan ook varifocus. De glazen kleuren mee, zodat ik niet de hele tijd van bril hoef te wisselen als ik even ergens naar binnen stap ofzo – dat moest met de vorige wel. Aan die eigenschappen hangt een stevig prijskaartje, oef. Maar ik ben er blij mee! Het is trouwens een Evil Eye (ik zou zelf m’n product nooit zo noemen, maar goed, Adidas wel) van Boone Optiek. Manlief heeft er al langer net zo een. Ik was ook een beetje jaloers dus.

Ook lang gedacht ‘dat moet ik eens kopen’: een stuurtas voor op de vakantiefiets. Die komt van de Zwerfkei, waar we waren omdat we ook nog een nieuwe tent hebben gekocht, maar dat terzijde. Nieuw uitzicht op de vakantiefiets zo dus:

Op die fiets moest ook nog een nieuw zadel, want ik bleef er zadelpijn op houden. Ik denk dat het net iets scheef geworden was, en mogelijk was het ook net iets te breed . Het is nu hetzelfde type zadel als dat van m’n nieuwe gravelaar. Daarvan dacht ik eerst dat het te hard zou zijn, maar ik zit er juist heerlijk op. Die druk zit namelijk precies op de goede plek: onder m’n zitbotjes. Van dezelfde onvolprezen winkel ook: de Kromme Spaak – we zijn erg blij met deze straatgenoot.

Tussen al dat kopen door ging m’n vermogensmeter stuk, ik schreef daar eerder over en ook dat ik hem al vervangen had. Het gaat  om een Favero Assioma, ik heb hem sindsdien gemonteerd, op de foto gezet….

… en in gebruik genomen. Bevalt ook weer helemaal prima. Het was even prutsen met cranklengte en vermogenshalvering, maar nu zie ik waardes die overeenkomen met hiervoor. Groot voordeel vind ik dat ik dit pedaal kan opladen en dat ik dus geen batterij hoef te verwisselen. Dat is sowieso handig, en zeker na de ervaring met de vorige. Ook grappig: dit pedaal knippert. Mijn pedaal knipoogt naar me!

Een iets ander verhaal was de fietscomputer die ik voor manlief had gekocht als verjaardagskado, bedoeld om mee te navigeren. De eerste, een Sigma, deed het niet goed: die bleef steeds hangen. De leverancier wilde geen nieuwe sturen, hij moest terug naar de fabriek. Dat ging eindeloos duren, dus kregen we van de Kromme Spaak gelukkig ons geld terug – zij vonden de service van Sigma net zo slecht als wij. Dan maar online, ondertussen heeft hij een Hammerhead Karoo en dat gaat allemaal goed. Het gaat om zíjn fietscomputer, maar als we samen fietsen, heb ik er ook wat aan natuurlijk. Beetje omgekeerde wereld is dat, want meestal ben ik de navigeerder.

Eerder schreef ik al over de nieuwe sportvoeding en dus de aankoop van gels van Sis. Die heb ik alweer bijgekocht, en er is nog een zak maltodextrinepoeder bijgekomen waar ik samen met electrolytentabletten sportdrank van kan maken. Dat gaat hartstikke goed: ik krijg het prima weg en mijn darmen blijven rustig. Althans, qua sportvoeding: ik ben nog aan het uitzoeken waar ze nog meer onrustig van worden. Dat gaat ook om geconcentreerde suikers, zoals in sommige soorten snoep en gebak.

Tel bij elkaar op mét de chiropractor erbij en ik heb de laatste tijd flink wat geld uitgegeven. Dat kan, sowieso wel, maar ook heb ik sinds onze verhuizing eigenlijk harder gewerkt dan ik wilde, dan de bedoeling was. Ik wilde het kalmer aan gaan doen, motto: ‘ik ben niet naar Zeeland verhuisd om de hele tijd in of voor de Randstad aan het werk te zijn’. Maar eigenlijk draait mijn bedrijf ‘business as usual’. Zeker afgelopen voorjaar zat er door een samenloop van omstandigheden een dikke piek, ik schreef daar eerder over. Voor mij als eigen baas betekent dat ook: goed verdienen. Dus geld uitgeven kon wel. En ik ben blij met m’n nieuwe spullen.

Oja, en ik neem me opnieuw voor minder hard te gaan werken.

 

Door |2025-07-28T18:07:56+02:0020 augustus 2025|Fiets, Triathlon algemeen|1 Reactie

Toerist in eigen streek

Vorig jaar had ik het over onze sportieve inburgeringscursus. Ook dit jaar zijn we weer volop bezig met het verkennen van onze nieuwe woonomgeving, maar nu voel ik me meer een soort toerist. Dit is een greep uit de leuke sportieve dingen van de afgelopen tijd:

  • Samen met Nicole wandelde ik langs de ‘murals’ van Goes: de grote muurschilderingen waarmee die stad zich onderscheidt. Dit vonden we de mooiste:
  • Henk en ik fietsten langs twee andere Kapelles, namelijk van Kapelle naar Westkapelle en Oostkapelle. Toen ik de dag erna in Oosterland moest zijn, ben ik voor de gein even over Capelle op Schouwen gefietst. Okee, dat is met een C, maar dat waren dus 4 Kapelles in twee dagen. Kapelle – Kapellen (B) – Kapelle staat nog op de verlanglijst!
  • We zijn samen met de stoomtrein van Goes naar Hoedekenskerke gereden, en van daar terug naar huis gelopen. Het ritje was erg leuk en de loop terug ook, alleen was ik qua lopen niet vooruit te branden: die sport staat in de onderhoudsstand.
  • We hebben een grote pontjesronde gefietst, met bootjes van Wolphaartsdijk naar Kortgene, van Zijpe (Bruinisse) naar Anna Jacobapolder en van  Tholen naar Yerseke. Dat zijn allemaal pontjes die alleen in het hoogseizoen varen, en niet elke dag, dus dat ws een beetje puzzelen, maar erg leuk. Ik vond het bijzonder om in Zijpe te zijn, waar de sporen van de vroegere grote veerverbinding nog zichtbaar zijn. leeftijdgenoten en ouderen herinneren zich ‘Anna Jacobapolder – Zijpe’ als het veer dat er altijd uit lag – ik was er nog nooit geweest. Een van de vrijwilligers die de huidige toeristenpont runt zette ons op de foto:

Twee blije Zeeuwen

Door |2025-07-23T16:37:30+02:0023 juli 2025|Fiets, Loop|2 Reacties

Kijk naar wie je voor je hebt

In het nieuws gister: SIRE lanceert een campagne ‘om te laten zien dat vijftigplussers nog volop in het leven staan’. In het artikel zegt hoogleraar Ridderinkhof: “Als je vaak hoort dat je ‘op’ bent, ga je je ernaar gedragen. (…) Mensen met een negatieve kijk op hun eigen ouder worden leven zelfs gemiddeld 7,5 jaar korter”. Dat is het idee van je vormen naar het stereotype beeld van ouderen dat ik voor het eerst leerde van Joe Friel en uitwerk in Optimaal blijven sporten: dat optimale sporten begint met een optimistisch en realistisch beeld van de ouder wordende sporter. Met verzet tegen het stereotype beeld dus.

Want ja, al dat gepraat over de ‘kwetsbare’ oudere heeft invloed op onze eigen beelden. Onlangs had ik het er nog over met een fietser van 60, dat die dacht dat zijn reactievermogen afnam, want dat gebeurt als je ouder wordt en daardoor lopen ouderen risico in het verkeer, daar gaat het vaak over (voorbeeld). Maar de andere kant is: het verkeer doet een steeds groter beroep op ieders reactievermogen. Twintig jaar geleden was die fietser 40, maar had hij niet de kampen met speed pedelecs of fatbikes en waren auto’s gemiddeld zo’n tien centimeter minder breed (autobesitas – echt merkbaar op smalle landweggetjes, vind ik).

Dat hij ervaart dat zijn reactievermogen nu overvraagd wordt, komt dus van twee kanten. Ik vermoed dat de toenemende drukte, ruimtegebrek en snelheid een grotere rol spelen. En dat vermoed ik omdat ook voor reactievermogen geldt ‘use it or lose it’. Hij fietst regelmatig dwars door Amsterdam, nou, dan use je je reactievermogen tot in de puntjes, hoor!

Ja, er zijn zestigers van wie het reactievermogen op de (e-)fiets eigenlijk onvoldoende is. Maar, en zo eindigt het artikel over de campagne ook, de verschillen zijn groot. “Kijk niet naar het getal, maar naar wie je voor je hebt.” Inderdaad.

 

Door |2025-07-02T12:50:10+02:002 juli 2025|Fiets|0 Reacties

Oud Gastel altijd goed voor mooie foto’s

Eén van de redenen waarom Oud Gastel een leuke triathlon is, is dat die mooie foto’s oplevert. Ook dit keer zijn er weer bij waar ik erg blij mee ben. Dit vind ik een erg mooie fietsfoto – je kan de haartjes op mijn armen tellen, zo scherp, en dat op volle snelheid:

En deze is ook tof: precies het moment waarop ik manlief voorbij ben gegaan:

Dit is ook nog eens een fraaie loopfoto:

Bijzonder is deze – met precies de zon op mijn horloge, en manlief nog in de achtergrond:

Henk zelf staat er ook prachtig op:

Nou, nog eentje dan:

 

Blij mee!

Door |2025-06-30T21:34:49+02:0024 juni 2025|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

Alles doet het nog

Het was wel weer een belevenis, gister, de aangepaste triathlon –> run-bike-run in Oud-Gastel. Het leverde een recordje op, althans, voor zover we ons konden herinneren: onze vroegste finish ooit. Niet onze vroegste start; starts zijn we wel eens om 7 uur al, maar dat is dan altijd voor iets langs. Starten om half 8 en dan rond 9 uur al klaar zijn, dat was uniek.

Maar verder was het geen prestatie om over naar huis te schrijven. De wekker stond om half 5 en ik was zelfs al een half uur eerder wakker. Ik heb het slaapgebrek de hele dag gevoeld, en daar kwam de hitte nog bij – 🥱. Echt opladen voor de run-bike-run kon ik ook niet, en ik denk dat ik van zwemmen wakkerder geworden was dan van lopen, maarja.

Enfin, van start. Ik had bij het lopen meteen last van m’n hamstrings, op zo’n ‘doet-ie anders nooit’-manier. Ik bedoel: ik heb nooit stramme hamstrings, en al helemaal niet al vóór ik gefietst heb. Dat lopen voor het fietsen beïnvloedt m’n fietsen, dat voelt dan niet lekker, vandaar dat ik eigenlijk helemaal niet van run-bike-runs houd. Ik had platte pedalen gekozen, m’n pedalen zijn toch ‘in between’ de oude en nieuwe vermogensmeter, en fietsen met m’n loopschoenen scheelt nogal wat wisseltijd op zo’n korte afstand.

Maar ook dat fietst minder lekker natuurlijk. Alles bij elkaar kwam ik uit op 32,3 km/u gemiddeld, wat voor mijn doen nogal middelmatigjes is over 23 kilometer. Het woei voor de verandering niet hard, daar lag het niet aan. Wel is het parcours bochtig – bochtiger (en langer) dan dat waarop ik in Oud Gastel vorig jaar 34,5 km/u reed, een triathlon-PR toen. Maar dan nog: urgh, wat een verschil. Ik voelde onderweg dat ik geen heel goede benen had. Wel kon ik lekker een boel anderen inhalen, waaronder manlief.

Het tweede stuk lopen was ik niet meer vooruit te branden, met nog steeds protesterende hamstrings. Manlief kwam mij weer voorbij, en een zwikje anderen ook, maar het lukte mij nog wel om er op mijn beurt twee in te halen, goed voor de moraal. Het was ook al best warm, al was het nog goed te doen. Ik finishte in 1:31:25 – nadat ik vlak voor de finish nog tot stilstand was gekomen doordat een overijverige official of vrijwilliger me blokkeerde omdat hij dacht dat ik verkeerd liep. Wat raar was, want iedereen die nog aan het lopen was, ging finishen (de latere startserie was al van het loopparcours af).

Daarna zijn we vrij snel vertrokken. Er waren voor Oud Gastel weinig bekenden. Het valt ook op in de uitslag dat er relatief veel oudgastelaren in staan – van verder weg hebben er zich vast meer afgemeld. Het blijft sneu voor de organisatie dat ze juist hun feesteditie zo moesten aanpassen – al hadden ze het al wel over volgend jaar gewoon Oud Gastel 751 vieren – top!

Ik kreeg ’s middags een iets beter gevoel over mijn prestatie toen ik de snelste D50+’er bleek te zijn van mijn serie, van drie, en over de hele dag gerekend ook nog podium – dan was ik derde van vijftien, de 60+’ers meegeteld – ja, want die waren er, dus ik was eens een keer niet de oudste deelneemster. Op zich doen die klasseringen er niet toe, maar als het niet lekker gaat, denk ik wel eens ‘waarom doe ik dit nog, straks word ik overal alleen nog maar kansloos laatste’ – en dan realiseer ik me dat ik me juist nergens voor hoef te schamen.

Wel is dit triathlonseizoen niet geworden wat ik me erbij had voorgesteld. Dordtse Biesbosch was nog wel heel leuk, maar Stein hing van decepties aan elkaar, Line Crossers was memorabel maar ik had voor een beter resultaat getraind (ook al kan ik dat wel relativeren – manmanman wat een weer toen!), en Oud Gastel was ‘m dus ook niet helemaal. Ik had mijn collectie afstanden met twee willen uitbreiden (Stein en Oud Gastel 750), maar dat is niet gelukt. Geen enkel doel behaald dus. Door diverse omstandigheden vooral, maar ik was misschien eigenlijk ook te vroeg in beste doen, namelijk in februari en maart. Ik zal binnenkort op een rijtje zetten wat ik daarvan kan leren.

Enfin, we waren voor 11 uur thuis, dus voor de koffie, haha. Maar we zaten nog wel een beetje op onze honger, vandaar dat we ’s middags besloten om vandaag mee te doen met de Jo de Roo toertocht. Dat was weer niet uitslapen dus, maar we lagen er gisteravond al om 9 uur in, dus dat ging wel. Het was een mooie tocht. We hebben Jo, 87 en met broze gezondheid, zelf niet gezien, maar we kregen wel een fraaie bidon met zijn beeltenis:

Dik 100 kilometer gefietst, met 26 km/u gemiddeld, terwijl het wéér best wel hard woei. Dat gebeuk tegen de wind van de laatste weken ben ik wel zat. Maar ik kan aan het eind van dit weekend wel concluderen: alles doet het nog.

 

Door |2025-06-23T11:37:33+02:0022 juni 2025|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties

En (niet) door!

Direct na m’n halve triathlon dacht ik: “Voor de volgende triathlon schrijf ik een blogpost met als titel ‘En door!’, want de leuke dingen volgen elkaar wel heel snel op, dus ik ga niet stilzitten.” Die ‘volgende’ is morgen, maar dat ‘en door’, daar zaten wat haken en ogen aan. Er waren inderdaad een paar dingen heel leuk, met name:

  • Op 9 juni, Tweede Pinksterdag, organiseerde Jan Roose een speciale loop ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag. Dat was frappant: ook manlief was die dag jarig, die werd 68. Het supergezellige evenement bestond uit twee delen: eerst de ‘Alles piept en kraakt’-loop van 2,6 kilometer (twee rondjes om de Stelleplas) en daarna een uurloop: zo veel mogelijk rondjes lopen en na een uur het rondje afmaken. Manlief heeft dat uur aan het eind zo weten te rekken dat hij in precies 68 minuten finishte. Ik had daarvoor meegedaan aan ‘Alles piept en kraakt‘, want dat deed het toen zeer zeker nog, zo kort na de halve triathlon, en een dik kwartier lopen voelde als meer dan genoeg. Bij de uurloop heb ik Jan helpen administreren:
  • Afgelopen zondag zijn manlief en ik op excursie geweest door het Verdronken Land van Saeftinghe. Dat stond al lang op mijn verlanglijst, en het was inderdaad geweldig: lekker glibberen en glijden door geulen, slikken en schorren, en ondertussen genieten van het bijzondere landschap en de vogels:

Maar het waren ook twee best lastige weken. Het herstel van de halve triathlon viel me vies tegen. Ik had bij dat loopje van Jan piepende luchtwegen, daarna hield ik een paar dagen last van m’n bronchiën, dus mogelijk had ik iets onder de leden dat (gelukkig) niet doorzette. Ik bleef lang moe, met nog restanten spierpijn in mijn benen. Ook deze week was ik een paar dagen moe, futloos en uit m’n hum, na een paar keer slecht slapen en dinsdag weer door m’n heup zwikken met de bijbehorende pijn die doortrekt tot in mijn nek en schouder (urgh – die pijn en ook de frustratie zuigen energie weg). Ik heb een boel dagen dus niets anders gedaan dan wat yoga, stadsfiets en een korte duik in zee. En twee mogelijkheden om Kattendijke-Wemeldinge mee te zwemmen laten passeren: dat was me te veel (je kan daar niet halverwege stoppen hè).

Daartussenin zaten wel nog twee stevige inspanningen: de twee Rides for the Roses. Allebei zijn goed gegaan, mijn benen wilden dat net wel weer, en het was een fikse prestatie. Maar het was bepaald niet ontspannen fietsen en ik ervoer het als heel anders dan vorig jaar. Ik heb er dan ook gemengde gevoelens aan overgehouden:

  • Bij de Ladies Night Ride reed ik in een kopgroepje van drie, zonder moterbegeleiding (vorig jaar vond ik dat juist zo leuk), veelal gewoon in het verkeer en op drukke punten wel met verkeersregelaars, maar die zagen we overeind krabbelen als we eraan kwamen en die stonden dan net op tijd op hun plek. Dat voelde onveilig; ik reed niet op mijn gemak. Ik had ook sterk de indruk dat het niet de bedoeling was om hard te rijden. Echt best wel hard trouwens: in een uur terug over 30 km. Dat was wel een kick. En dat kan alleen met nul tussenstops; het hadden er vijf ofzoiets kunnen zijn! Over de finish verdwenen de andere twee snel, en daar stond ik dan, in m’n uppie, op een leeg plein, zonder verzorging, nouja, een doosje pepermuntjes – een hapje en een drankje waren er kennelijk alleen op die tussenstops. Gelukkig kwamen na een tijdje de resterende twee Kapelse dames als nummers 4 en 5 over de finish, en met hen was het terrasje wel heel gezellig.
    De Kapelse delegatie bij de Ladies Night Ride
  • Bij de Ride Midden-Zeeland van 120 kilometer (voor ons 137 in totaal) leidde het parcours eerst over Walcheren, waar het op een mooie zaterdagmiddag knetterdruk is met toeristen, en later viel het samen met de route van de korte afstanden, knetterdruk met e-bikes en aanverwanten. Dat gaat niet samen, allebei niet, met grote, rommelige pelotons racefietsers (inclusief enkele ongeleide projectielen). Ik heb me zowel geschaamd als geërgerd – het waren een boel Randstad-frustraties all over en ik vond het eigenlijk ook best wel gevaarlijk. Niet voor herhaling vatbaar eerlijk gezegd. Manlief was bovendien uit zijn hum, want zijn gloednieuwe fietscomputer (verjaarskado van mij) haperde – inmiddels is die terug naar de fabriek.

Over die haperende computer gesproken: mijn vermogensmeter (Powertap P1 uit 2018) heeft het ook begeven. Om iets kleins: het dopje van het batterij-vakje kan niet meer los zonder het te slopen, en nieuwe dopjes zijn niet meer verkrijgbaar, althans, niet in Europa. En mogelijk helpt dat ook niet omdat de batterij waarschijnlijk gelekt heeft – daardoor zit het dopje muurvast en de inbus draait dol. Het is een tijd van veel praktisch ‘gedoe’, ook buiten het sporten om. Dat zijn allemaal kleine dingen die per stuk niet zo belangrijk zijn, maar van allemaal bij elkaar ben ik ook moe. Of gewoon aan vakantie toe ofzoiets.

Nou goed, zo leefde ik dus toe naar de triathlon van morgen, eentje waar ik naar had uitgekeken: de bijzondere ter gelegenheid van Oud Gastel 750 jaar. Een unieke triathlon, Oud Gastel is altijd leuk, een mooie aanwinst voor mijn collectie afstanden (750 meter zwemmen, 75 kilometer fietsen, 7,5  kilometer lopen), en voor mij fijne verhoudingen, met dat lange fietsen. Ik had zelfs alweer een nieuwe vermogensmeter, de chiropractor had me uit de knoop gehaald die altijd samenkomt met die verzwikte heup en van het weinige sporten deze week ben ik nou toch wel echt uitgerust. Ik had er zin in. Hooguit had ik me wat zorgen gemaakt om 75 kilometer fietsen in de hitte met maar twee bidons.

Dat was naïef, dacht ik later – in het nieuws was het al gegaan over afgelastingen.

Want donderdagmiddag kwam ik thuis en zei manlief meteen: ‘heb je het slechte nieuws al gehoord?’ Nee, wat? Hele triathlon van Oud Gastel op z’n kop, vanwege de hitte en blauwalg in het water. Het meeste is afgelast, en de 750-afstand is veranderd in een korte run-bike-run die ook nog eens knettervroeg start.

Wat een deceptie. Het zit echt niet mee op het ogenblik – al kon ik dat na een paar minuten ook wel weer relativeren en het ook heel sneu vinden voor de organisatie. Blauwalg is duidelijk, dan kan zwemmen niet doorgaan. Maar het is  wel extreem – het was er eerdere jaren ook wel eens warm, dus ik had dit even niet zien aankomen. Ik had al wel begrepen dat dit een extreem blauwalgjaar is, vanwege de droogte en de warmte. En die hitte, tsja… ik denk dat we met z’n allen beter met hitte om moeten leren gaan, met het oog op het veranderende klimaat, in plaats van alles maar af te gelasten en in te korten – straks kan er ’s zomers niks meer. Maarja, stel dat er weer een dode valt ofzoiets. Lastig, dat snap ik wel.

Nou goed, we hadden even twijfels, maar na een nachtje slapen hebben we er toch wel weer een beetje zin in, motto ‘vooruit dan maar’. Omdat Oud Gastel leuk is, en omdat wél gaan ook een vorm is van ons aanpassen aan de omstandigheden. Op zo’n korte afstand kan manlief bovendien op z’n retrofiets, vindt-ie ook leuk.

Dus: wekker om half 5 morgenochtend…

 

Door |2025-06-23T12:24:04+02:0020 juni 2025|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport|1 Reactie

Lucile als zeldzaam vrouwbeeld

Alex attendeerde me erop dat in de aflevering van Koers van de Kameraden van afgelopen week (aflevering 9) een bijzondere leeftijdsgenote van me voorkomt. Lucile heeft pas op oudere leeftijd het wielrennen ontdekt, bleek daar heel goed in te zijn, en wist zich te plaatsen voor het WK Masters van afgelopen zomer in Denemarken, bij de vrouwen 55-60.

Ik denk dat het in de serie wel vaker over oudere sporters is gegaan, ik heb die niet helemaal gezien: na een paar afleveringen vond ik het te kabbelend: traag, versnipperd en te weinig interessant. Maar het portret van Lucile vond ik wel boeiend. Ik werd heen en weer geslingerd tussen ‘ze gaat wel heel erg ver’ en een gevoel van herkenning of anders gezegd: ik vond het bijzonder dat zo’n afwijkend vrouwbeeld bij omroep Max ruimte krijgt. Ik heb het er vaker over gehad: als het over 50+-vrouwen en fietsen gaat, gaat het over een beetje rondkakken op een e-bike. Dát is het ‘oudere-fietsvrouwbeeld’. Niet iemand op een tijdritfiets die gericht traint, zenuwachtig is voor de koers en haar eten afweegt. Dat laatste doe ik niet, zeer zeker niet, en ik eet ook echt geen dingen die ik niet lekker vind alleen maar voor de koolhydraten – dat valt wat mij betreft onder het ‘ze gaat wel heel erg ver’. Maar ik vind veel ook heel herkenbaar en dat is heel zeldzaam.

Nu ik de zestig nader en al een heel aantal keren de oudste deelneemster was, voel ik dat weer extra: er zijn maar heel weinig rolmodellen, heel weinig vrouwen van boven de 50 die prestatiegericht sporten en daar lol aan beleven. Goed dat Lucile in beeld was dus!

 

Door |2025-06-06T10:06:44+02:006 juni 2025|Fiets, Vrouwensport|0 Reacties
Ga naar de bovenkant