Fiets

Zeldzaam goede wintertijd 😀

Mooie boom met bloesems

Lente! Foto van tijdens een ommetje door Roosendaal vorig weekend.

Met het ingaan van de zomertijd dit weekend zit de vijfde jaargang van Project Daglicht er weer op, de opdracht aan mezelf die ik in coronatijd begonnen ben: in de wintertijd elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal minstens zeven uur per week. Het was een makkie dit jaar, zeker de laatste weken, met al die zon en warmte. Bijzonder was ook nog de verlengde kerstvakantie (de week voor de echte kerstvakantie waren we naar Schiermonnikoog): drie weken achter elkaar haalde ik, in het holst van deze grauwe, vochtige en kille winter, het dubbele aantal uren daglicht. Dat was een lekkere opsteker! Het blijft zo dat Project Daglicht me door de winter heen helpt. Ik houd ’t erin!

Het was in meer opzichten een opvallend goede winter. Ik hoorde veel over griep en langdurige verkoudheden enzo, maar bij mij bleven de luchtwegvirussen beperkt tot een weekje iets heel milds in november. Dat is voor mijn doen bijzonder. Geen idee waar ik dat aan te danken heb.  Nouja, vast wel aan de griep- en covidvaccinatie en een beetje opletten met m’n handhygiëne enzo. Plus de wekelijkse dip in de Oosterschelde? Ik kan me eigenlijk niet goed voorstellen dat zo iets korts echt veel bijdraagt aan m’n gezondheid, al blijft het wel een kick die me ook door de winter heen helpt. Ik ben qua luchtwegen wel nog steeds bezig met de gevolgen van het vorige seizoen, want ik ruik nog steeds niet alles (helaas – het is ook al een tijdje niet vooruit gegaan nu, dus ik weet niet of het echt weer helemaal goed gaat komen). Dus, zo dacht ik wel, ik verdiende een mild jaar. Maar zo werkt het niet. Het is ook gewoon geluk.

Verder was ik fit en ging het me goed – ik heb het in ons nieuwe huis en op onze nieuwe plek enorm naar mijn zin. Voor het eerst in jaren was het een ontspannen winter: zonder verhuizing, zonder gedoe met buren, zonder stervende schoonvader, zonder arbeidsongeschikte echtgenoot, zonder pandemie – ik heb de vier jaar ervoor best heel wat voor mijn kiezen gehad. Die werkstress van laatst, ach, dat hoort er gewoon bij.

En dat het goed met me gaat, dat levert merkbaar wat op. Ik bedoel: het is niet alleen dat ik me goed voel, ik kan er zelfs getallen aan koppelen. Ik ben uit de winter gekomen met een FTP van 227, zeven Watt hoger dan de voorgaande jaren, en ter vergelijking: in eerdere jaren haalde ik dat wel eens pas aan het eind van het fietsseizoen. Daarbij ben ik in staat om een halve marathon te lopen. Niet hard, mijn looptempo is het enige wat een beetje achterblijft. Maar dan nog: deze combinatie van loop- en fietsvorm heb ik nooit eerder gehad.

Die goede vorm is het gevolg van een hele winter lang, of eigenlijk al sinds juni, goed kunnen trainen. Dankzij die fit- en ontspannenheid, en ik leer ook nog steeds bij over wat voor mij het beste werkt. Het zwiften doet me goed bijvoorbeeld, en ik loop m’n lange duurlopen ontspannener en langzamer dan voorheen, waardoor ik ze beter verteer.

Net op het laatst van de wintertijd kreeg ik dankzij de cursus bij Zwemanalyse ook een zwemgevoel te pakken dat ik vijf jaar kwijt was geweest. Net voor de eerste lockdown zwom ik op m’n hardst én lekkerst, en dat gevoel had ik na die zwemloze periode nooit meer terug kunnen vinden. Ik zal er nog een keer apart over schrijven, maar in elk geval: het is er weer. Nog niet zo hard als toen, maar wel weer zo lekker. Ben ik erg blij mee!

 

Door |2025-03-24T18:02:44+01:0029 maart 2025|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Bij de les blijven in tijden van sport-influencers

Ik volg al lang en nog steeds met veel interesse Steve Magnuss en Brad Stulberg, ik heb het hier al vaker over hun werk gehad – voor het laatst eind 2023, volgens mij. In hun nieuwsbrief van deze week stond iets wat ik zo goed, waardevol én leuk vind dat ik er hier naar link: de Fitness Influencer Survival Guide. Het valt mij al langer op: het gemak waarmee mensen strooien met termen als Z2 en HIT, en die heilig verklaren zonder ze te definiëren, en, vooral, te nuanceren. Magness en Stulberg voorzien veelgebruikte ‘riedeltjes’ van influencers van repliek, en benadrukken waar goed trainen echt op neerkomt: veel rustig, af en toe (heel) hard, met variatie en vooral consistentie. Zo simpel is het eigenlijk.

Wat mij betreft ontbreekt er nog een onderwerp, al zweeft dat wel rond in het bericht: als een influencer met al te precieze getallen komt waar je je aan moet houden, weet dan ook beter. Dus alsof het uit zou maken of je traint bij hartslag 140 0f 141, of op 225 of 226 Watt – ik noem maar iets.* Dat is niet zo. En dan zou je zo door kunnen gaan, ik citeer:

All the training zones are just markers to help classify training. You do not enter a distinct zone where the adaptation is completely different. It’s a rough guess to say most of the work in this range of effort helps to elicit a particular adaptation. But that’s it.

 

* Zo moest ik onlangs grinniken toen ik zelf even wat opzocht over fiets-trainingszones** en toen op diverse plaatsen tabelletjes tegenkwam zoals in het voorbeeld rechts in de tabel hier, waar steeds een gaatje van een paar Watt valt tussen de zones. Alsof 158, 159, 215, 216 Watt enzovoort in niemandsland zitten. Daar heeft iemand klakkeloos percentages zitten invullen. Bovendien is het gek om een reusachtige zone (160-214 Watt, dat is een wereld van verschil) zo precies te begrenzen – denk rough guess uit het citaat van hierboven. Om die onderste zone, 7, die je ego verbetert, moest ik dan weer hardop lachen.

** Waar ik eigenlijk benieuwd naar was, maar wat ik niet heb kunnen vinden: is het zo dat bij het ouder worden, de percentages van FTP anders komen te liggen? Mijn redenatie was: je hoge vermogens lopen eerder en harder terug dan de lage, of anders gezegd: je rustige duurconditie blijft tot op hogere leeftijd overeind dan het harde, snelle werk. Betekent dat dan ook dat je rustige duurzone relatief hoger komt te liggen, dichterbij je FTP? Want als je standaard percentages neemt en je FTP zakt onder invloed van je leeftijd, dan zakt de rustige duurzone mogelijk te hard mee. Ik heb daar – helaas – niets over kunnen vinden: nergens is leeftijd een factor in de berekening van trainingszones uitgaande van FTP. Ik heb zelf nog te weinig data om er uit eigen ervaring iets over te kunnen zeggen: sinds ik een vermogensmeter heb (2018), fluctueert mijn FTP mee met m’n mate van getraindheid, dat is bepalender dan die zeven jaar leeftijdsverschil. Op dit moment bijvoorbeeld ligt mijn FTP hoger dan toen ik die meter net had. Goeie winter achter de rug – daar kom ik nog op terug.

 

Door |2025-03-21T13:55:03+01:0021 maart 2025|Fiets, Trainer|0 Reacties

De laatste eerste keren

Op 1 maart was het een jaar geleden dat we de sleutel kregen van ons nieuwe huis. In het afgelopen jaar hebben natuurlijk regelmatig mensen gevraagd of we al gewend waren. We zeiden toen altijd dat daar minstens een jaar overheen moet gaan, om alle seizoenen een keer mee te maken. Hoe is het hier in de winter, wat gebeurt er in de tuin – dat soort dingen. Vanaf nu gaan er dingen op herhaling, althans, deels – we verhuisden pas echt half april, en dus moeten we bijvoorbeeld nog gaan ervaren hoe het is om als niet-Rotterdammers bij de marathon te zijn, manlief als loper en ik als supporter. Dat lijkt me ook wel echt een mijlpaal: dan zitten de ‘eerste keren’ er echt op.

De afgelopen tijd was ik me weer extra bewust van de ‘eerste keren’, vooral omdat het voor het eerst in het nieuwe huis lente wordt. Hoe fijn is dat! Nouja, dat is het elk jaar, maar dit keer hing er dus die ‘eerste keer’ omheen. De eerste keer weer alles open kunnen zetten en de zon naar binnen laten stromen, aaah! Sowieso slurp ik de zon op, als die er is, het is al lange tijd zo vaak nat, grijs, mistig en grauw.

Ook zo’n momentje was de ‘eerste keer’ weer buiten trainen: intervallen rijden op de triathlonfiets. Ik moet me daar altijd een beetje toe zetten. Er komen van die dingen bij kijken als: hoe heeft de fiets de winter doorstaan, waar zijn mijn spullen, en hoe reed dat ook alweer, in die houding? Die houding was nog geen 5 minuten gek, met wat geschuif op m’n zadel. Daarna was het weer lekker als altijd. En kon ik de rit als feestelijk weerzien ervaren, met het parcours dat me vorig al zo dierbaar geworden is: de Postbrug en het jaagpad langs het kanaal door Zuid-Beveland. Daar vaak fijn gereden vorig jaar, en ook nu ging het lekker.

Totdat het jaagpad afgesloten bleek te zijn:

Na deze winter in Zwift dacht ik nog: dat heb je in Watopia nou nooit! Want ook in dat opzicht was het een eerste keer: na een winter op Zwift. Ik ben die goed doorgekomen, kon ik concluderen, blij mee!

 

Door |2025-03-04T10:13:12+01:005 maart 2025|Fiets|0 Reacties

Kijk nou!

Ik heb…. een nieuwe fiets! Ik had er niet over geblogd, maar ben er sinds november mee bezig geweest, en dit is het resultaat:

Vrijdag de 21e in de winkel, net geleverd

Afgelopen vrijdag, de eerste echte rit, in de Zak van Zuid-Beveland

 

Eenmaal thuis, met blij baasje! Die daarna wel moest poetsen.

Dit is het resultaat van een zoektocht die vorig jaar om deze tijd begon. Eigenlijk wilde ik een nieuwe vakantiefiets. Met m’n oude ben ik nooit meer helemaal dikke vrienden geworden sinds het vervangen van het frame.  Bovendien wilde ik een lichtere fiets, zo mogelijk met een ‘krom’ stuur (zoals van een racefiets). Dat bleek lastig. Door de eisen die ik stel aan de geometrie (lange benen, korte armen, bekken relatief rechtop) kwam ik er toen bij Bike4Travel niet uit: de fietsen die pasten, waren net zo zwaar als de oude én peperduur. Veel geld uitgeven alleen maar voor een beter fietsgevoel, dat ging me te ver.

De zoektocht stagneerde – eerst verhuizen.  Eenmaal hier in Kapelle geland, veranderden er een paar dingen:

  • We hebben hier verderop in de straat een goede fietsenzaak, de Kromme Spaak. We werden daar al gauw klant, en een van de dingen die ze voor me deden was een stevige beurt van die oude Afrika-fiets. Helemaal zoals vroeger rijdt hij niet, dat ligt echt aan het frame, maar eindelijk ‘bolde’ hij weer. Dat was een van de problemen namelijk: voor mijn gevoel ging er een boel energie verloren en lukte het me maar niet om ‘m lekker op gang te krijgen. Dat lag voor een groot deel aan het materiaal, zo blijkt nu: een inferieure ketting, nog uit de tijd met de grote leveringsproblemen, en lompe banden, eentje nog uit Tasmanië. Zoals hij nu rijdt, wil ik er nog wel langer mee weg. Al blijft het punt van het gewicht.
  • Ik kreeg wel lol in het gravelen. Hier vlakbij ligt een erg leuke gravelroute, en ik ben ook snel bij de Brabantse Wal, waar je heerlijk onverhard kunt rijden. Een speciale gravelfiets leek me altijd overdreven, en ik deed dat tot nu toe op die Afrika-fiets. Maar als ik nou toch een nieuwe fiets wil…
  • Mijn stokoude racefiets is echt wel een beetje overjarig. Ik rijd er nog steeds heel lekker op, en hij mag nevernooitniet weg (zó veel meegemaakt samen – ik reed daarop toen ik manlief leerde kennen!), maar ik verwen mezelf natuurlijk bepaald niet door in dik 22 jaar geen nieuwe racefiets te kopen. (Ik denk sowieso dat voor hoe veel ik fiets en hoe belangrijk die sport voor me is, ik ondergemiddeld geld aan materiaal uitgeef. De laatste nieuwe fiets dateert van het begin van dit weblog, tien jaar geleden. Ik hecht erg aan dit type spullen, ben niet statusgevoelig en de lol zit ‘m daar ook niet primair in, ook is een nieuwe fiets wel leuk natuurlijk.)

Ik leerde door wat rond te neuzen dat het mogelijk is om de wensen van de drie bullets met elkaar te verzoenen: er is in geometrie eigenlijk nauwelijks verschil tussen een gravelfiets en wat tegenwoordig een ‘endurance’ racefiets genoemd wordt, een racefiets voor langere afstanden. Het verschil zit hem in de wielen en banden. En als je dan een frame kiest met voldoende ‘nokjes’ erop, is het uitbreidbaar met een bagagedrager, lowrider en andere parafernalia die je nodig hebt als je op vakantie gaat. Nou, dat ging écht kriebelen

Ik stond dit hele verhaal ergens in de nazomer of vroege herfst een keer te vertellen aan Dirk-Jan van de Kromme Spaak, en toen vertelde hij dat hun ‘huismerk’ van opbouw-fietsen, Velo de Ville, in november met een betaalbare gravelfiets op de markt zou komen. Hij vermoedde bovendien dat we er met de geometrie wel uit zouden komen. Ik spitste mijn oren!

Vanaf november ben ik een paar keer gaan praten, passen en meten, en gaan kiezen. Het was zo een geleidelijke beslissing, voor het geheel (de G400) als de onderdelen, zoals de groep en de kleur. Rond de feestdagen heb ik de bestelling geplaatst, en toen was het aftellen!

De eerste indruk is erg goed. Ik vind hem er mooi en stoer uitzien en ik heb vrijdag heerlijk gefietst – in de zon nog ook! Het stuur is iets breder dan ik gewend ben, dat voelt robuust en het is niet of nauwelijks extra belastend. De remgrepen en omgeving zijn fijn en liggen lekker in de hand – dat is een groot verschil in ergonomie met die oude racefiets. Schakelen en remmen enzo gaat allemaal prima. Ik kom er makkelijker mee over onverharde wegen dan met de Afrika-fiets, al moet ik in diepe blubber nog wel m’n meerdere erkennen.

Wat nog gaat volgen, is een tweede wielset, zodat ik makkelijk tussen race- en gravelfiets kan wisselen, klikpedalen, wat kleine dingetjes, en een bagagedrager. Dan kan ik gaan experimenteren met bagage en een keuze gaan maken voor de volgende fietsvakantie.

En wat zéker ook nog gaat volgen, is een boel fietsplezier!

 

 

 

 

 

Door |2025-03-03T15:46:17+01:003 maart 2025|Fiets|1 Reactie

Schemageneuzel in week 2a

Met het hoofddoel voor komend seizoen helder heb ik zitten puzzelen aan mijn trainingschema. Hier het resultaat ervan. Het is een beetje neuzelig, maar wellicht bruikbaar voor andere a-typische tratleten op weg naar een halve.

Met a-typisch bedoel ik dat ik een veel betere fietser dan loper ben. Daarom zijn standaard trainingsschema’s voor mij niet geschikt. Die gaan uit van een veel gelijkere verdeling van talenten, zal ik maar zeggen. Voor mij is het verschil in zowel zwaarte van trainen als prestatie nogal groot, veel groter dan bij de gemiddelde triatleet. De halve straks in juni staat of valt met hoe ik het lopen doorkom, sowieso, en ook vanwege de limiettijden.

Overwegingen

Het is alweer van 2019 geleden dat ik ambitieus inzette op het triathlonseizoen, toen ook voor een halve. Ik heb sindsdien weer bijgeleerd over hoe ik optimaal kan trainen. Belangrijk moment daarin was de 1/3e triathlon in Leiderdorp in 2022.  Dat beschouw ik als mijn beste ‘langere afstand dan een kwart’ voor wat betreft het lopen. Net daarvoor had ik veel gelopen, lange, rustige duurlopen vooral. Dus: die heb ik nodig.

Wat ik ook nodig heb voor het lopen, is goed fietsen. Ik wil die limiettijd halen en dan nog met nog zo veel mogelijk energie aan het lopen beginnen. Bovendien ‘verteer’ ik fietsen goed, zowel lange duur als hoge intensiteit. Dat kan ik benutten.

Veel lopen én veel fietsen, dat wordt al gauw te veel. Dus het is zaak goed te doseren. De afgelopen tijd heb ik ‘2 om 2’ getraind: beide sporten twee keer per week. Dat is me goed bevallen, dus ik zet dat voort. Maar ik wil wel verschillende trainingen doen. Wat ik uitpuzzelde, was dat dat kan in een micro-cyclus van twee weken. Dat wil zeggen dat alle trainingen die ik wil doen in twee weken passen.

Twee-weken-schema fietsen en lopen

4XFietsen: Fietsen heb ik maandenlang alleen maar onderhouden, wel op een okee niveau overigens. Net vorige week kon ik voor het eerst buiten trainen –heerlijk. En nu door, op naar de lente, op naar langere ritten! Met deze aanpak:

  • Een lange, rustige duurtraining, waarbij ik idealiter wil uitkomen op zes uur als langste training – dat geeft een lekkere basis onder mijn conditie voor de totale duur van de halve triathlon. Idealiter, want als het weer zo’n slechte lente wordt als vorig jaar gaat dat niet lukken, en als het trainen te zwaar wordt, hoeft het ook niet per se. Ik heb de rustige duur in de winter onderhouden op 2 uur zwiften en in de kerstvakantie had ik al 3 uur en (veel) langer gefietst, dus ik hoop een vliegende start te kunnen maken. Kom maar door met die lente!
  • Een middelllange duurtraining op de triathlonfiets, om te wennen aan die houding en later wat ‘blokjes’ op wedstrijdintensiteit te doen.
  • Twee korte intervaltrainingen rond FTP en nog intensiever. Dat type trainingen trekt m’n hele conditie omhoog. Het hoog-intensieve heb ik ook op Zwift onderhouden, en bij mijn eerste ritje buiten zag ik veelbelovende vermogens. Binnenkort maar eens een FTP-veldtest doen, ik ben benieuwd.

3-4X Lopen: het is me gebleken dat ik met maar twee keer per week hardlopen probleemloos kon opbouwen naar lange duurlopen. Ik heb zo makkelijk eigenlijk al de maximale omvang bereikt, met onlangs mijn langste duurloop in tijden, dik 23 kilometer – meer dan genoeg. Nu is het zaak dat volume te onderhouden, en wie weet nog een heel klein tikje sneller worden gaandeweg, want op snelheid heb ik nog weinig getraind. En vooral ook niet te veel doen, het me niet tegen maken, niet mijn kruit al verschieten – dat is nog best lastig op zo’n lange termijn. Dat is het onzekere aan de plannen. Dit is mijn aanpak:

  • Een lange, rustige duurtraining van ongeveer 2 uur. Dat geeft een lekkere basis! Alleen die lange laatste was zwaar, maar toen liep ik ook iets te hard, om aan te kunnen sluiten bij een groepje. Dat moet ik niet te vaak doen; dat is wat ik dit seizoen heb geleerd: als ik in een lange duurloop telkens naar ontspanning zoek en me niet bekommer om de snelheid, verteer ik ze beter.
  • Een intensievere maar kortere duurtraining op beoogd wedstrijdtempo of met langere intervallen daarop, 1-1,5 uur. Dat wedstrijdtempo ligt overigens niet veel hoger dan m’n duurlooptempo, maar een verschil met de echt rustige duurtraining is wel dat tempo er daarin helemaal niet toe doet. Vorige week zaterdag heb ik al zo’n intensieve duurloop gelopen, te hard zelfs. Het was in een groep en die liep harder dan afgesproken. Dat eigenlijk net iets te hard lopen, dat kan nu nog omdat fietsen nog ‘on hold’ staat. Het ging prima, maar dat moet ik niet blijven doen.
  • Een of twee korte trainingen op een hoger tempo, bijvoorbeeld een loopje van vijf kilometer (zoals afgelopen zaterdag bij de zwemloop, foto) of intervallen volgens de souplessemethode. Hopelijk heeft dat ook effect op mijn conditie, maar anders dan bij fietsen zijn deze trainingen vooral gericht op mijn hardlooptechniek. Anders ga ik van al die rustige duur lopen sjokken.

In actie bij de zwemloop in Vlissingen, 22 februari. Foto: Sandy Pleyte, met dank, via Facebook van de organisatie

Rust en herstel

Nou, dat had ik uitgedokterd en netjes gepland, en toen dacht ik: maar als daar geen rust- en herstelweken tussen zitten, wordt dat veel te zwaar. Gut, ja, geplande rust- en herstelweken – daar deed ik niet meer aan. In het jaar dat ik sukkelde met de darminfectie was dat zinloos, want toen kon ik beter meebewegen met de ups en downs van die ziekte. Vorig jaar trainde ik licht genoeg om nauwelijks extra hersteltijd nodig te hebben. Of liever gezegd: ik herstelde toen steeds heel makkelijk tussendoor, wat een voordeel is voor mij van fietsen tegenover lopen. En ook tot nu toe deze winter nam ik het zoals het kwam. Maar dat is bij zulke ambities net iets te vrijblijvend.

Okee, dacht ik, dus na elke cyclus een rust- en herstelweek. Dat is een mesocyclus van drie weken, twee-op-een, dat kan prima. Maar dat geeft ineens wel heel weinig tijd  om op te bouwen. Dan moet ik wel heel grote stappen gaan zetten om de omvang te halen die ik wil bereiken. Hmm.

De oplossing was natuurlijk: drie-op-een, in een mesocyclus van vier weken. Dus drie weken opbouwend trainen, één week gas terugnemen. Dat is een heel gebruikelijk ritme, ik heb daar het vaakst mee getraind.

Dat betekent alleen dat ik een gekke mismatch krijg tussen de micro- en mesocyclus. In elke periode van drie weken opbouw doe ik anderhalf keer het programma van hierboven. Niks mis mee, alleen even wennen. Om en om splitst zo’n tweewekelijkse microcycus dus in een a- en een b-week. Dit is week 2a. Dat wil zeggen dat ik microcyclus 1 achter de rug heb: de eerste ’tweeweekse’. Volgende week rust- en herstelweek, en daarna volgt de tweede week van microcyclus 2. (Gekke gedachte trouwens dat ik er al 1/6e van de opbouw-trainingen op heb zitten.)

En de rest

En oja, zwemmen, dat zit er ook nog bij. 1,9 kilometer zwemmen lukt altijd wel – als ik naar het zwembad ga, zwem ik dat al. Het is alleen wel fijn als ik er energie mee spaar. Dus focus op techniek en ontspannen zwemmen. Met het oog daarop ben ik nog wel even zoet met de cursus bij Zwemanalyse en bijbehorend trainingsschema. Hopelijk lukt het om voor 7 juni een paar keer in het open water te zwemmen, zo mogelijk al een keer 2 kilometer en/of Kattendijke-Wemeldinge (dat is langer, maar met de stroming mee). Ik houd zwemmen op twee keer per week. Met nog vaker zwemmen word ik misschien ietsje sneller, maar haal ik mezelf forse planningsproblemen op de hals, en wat ik al eerder schreef: zo leuk is het zwembad niet altijd.

Een permanent onderdeel van mijn trainingen dat ik er zeker in houd is de yoga, voor core stability (krachttraining buik, heupen, rug, schouders), lenigheid en mijn hoofd.

De afgelopen seizoenen deed ik ook nog vrij zware krachttraining voor m’n benen, maar dat doe ik voorlopig niet: te zwaar, te haaks op het lange lopen, niet per se nodig voor 90 kilometer fietsen, en vorig jaar rendeerde het eigenlijk niet zo. Ik kon toen weliswaar kort een veel hoger vermogen halen dan ooit tevoren, maar daar had ik voor mijn type wedstrijden niet veel aan. Ik verwerk wel wat krachttraining in de fietsintervallen.

* * *

Een schema is een routekaart, ik zal in het dagelijkse sportleven zelf de weg moeten vinden. Heel blijven en lol houden blijven hoe dan ook de prioriteit. Ik heb er zin in, en ben benieuwd hoe het gaat lopen en waar het me dan gaat brengen!

 

Door |2025-02-24T14:39:17+01:0026 februari 2025|Fiets, Loop, Trainer, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Het gaat lekker

Het is alweer even geleden dat ik hier wat postte, maar dat was typisch een geval van geen nieuws = goed nieuws. Het gaat al een tijdje best wel lekker allemaal:

  • Met stip op 1 staat het hardlopen. Ik heb een heleboel leuke loopjes gedaan (gemiddeld elke week 1), gestaag kunnen opbouwen tot 21 kilometer (ging zeldzaam goed, blij mee – mijn duurlooptempo is gezakt, ik loop onstpannener, en ik denk dat dat zijn vruchten afwerpt), en er komt af en toe ook weer een beetje tempo in. Apotheose tot nu toe was de Midwinter Halve Marathon in Cadzand van afgelopen zondag: lekker gelopen en bij mijn huidige vorm ook in een goed tempo, op een zwaar maar werkelijk schitterend parcours in dito weer. Genoten – en dat is voor mij op een halve marathon wel eens anders! Op de foto van de organisatie ziet het er overigens anders uit, maar verkijk je daar niet op – er riep iemand, dat bleek de fotograaf te zijn, ik tuurde in zijn richting maar werd verblind door die heerlijke zon.

    Let ook nog even op: rechts achter mij zie je over de duinen heen nog net de vage contouren van ‘de overkant’ – Vlissingen. Ik heb enorm lopen genieten van hoe mijn geboorteplaats lag te blinken in de zon. Ik dacht nog: zo is het de mooiste stad van Nederland (maar vergis je niet: het is een stad met twee gezichten – zie dit recente voorbeeld).
  • Fietsen staat nog even een beetje in de wachtstand, al lukt het me de meeste weken wel om zowel een duur- als intervaltraining op Zwift af te werken. Dat blijft onverminderd leuk. Eigenlijk is het nog leuker geworden zelfs, want ik heb voor mijn verjaardag een iPad gekregen en daarop draait Zwift beter en is het beeld groter en helderder. Ondertussen popel ik wel van verlangen naar fietsen in de lentezon.
  • Zwemmen zit eindelijk weer in de lift. Aan het eind van 2024 had ik wat frustratie omdat progressie uitbleef en ik dus de in de loop van dat jaar kwijtgeraakte snelheid maar niet terugvond. Daarnaast had ik wat zwembadergernissen – een heuse cultuurshock tussen de Randstad en Zeeland, daarover een andere keer meer. Maar sindsdien is er wel wat progressie gekomen toch, en bovendien ben ik vrijdag begonnen met een  cursus bij Zwemanalyse in Goes. Ik dacht al dat het de hoogste tijd was dat er weer eens iemand naar mijn techniek keek en dat bleek meteen al de moeite waard. We zijn bij de gevorderden met een groepje van drie en de persoonlijke aandacht is precies wat ik nodig had.

Bovendien is mijn seizoen aan het uitkristalliseren. Ik was zoekende sinds ik van de afgelasting van de Radweltpokal had vernomen. Ik had ook even wat tijd nodig om me neer te leggen bij het ontbreken van een vervangend fietsdoel. Zodoende kwam er ruimte voor een andere invulling dan de afgelopen twee jaar: triathlon wordt weer het belangrijkste, althans qua wedstrijdsport, en mijn piek gaat vroeg in het seizoen liggen. Tussen 29 mei (Hemelvaartsdag) en 21 juni doe ik kort na elkaar vier wedstrijden, waarvan de nieuwe halve triathlon ‘De Line Crossers’ het hoofddoel wordt. Het is fijn om dat helder te hebben. De andere drie zijn Dordtse Biesbosch, Stein en Oud Gastel 750.

Die halve is een ambitieus doel gezien de tijdslimieten, maar dat is okee. Ik hoop namelijk eindelijk eens een halve triathlon te doen in goede vorm. Ik heb er eigenlijk maar één gedaan en toen voelde ik me die dag wel goed en ik was ook tevreden, maar als ik terugkijk denk ik: ja, dat was ‘goed’ naar omstandigheden in de maanden ervoor, waarin ik twee keer ziek was en de laatste heftige vlaag overgangsellende had. Maar ook als ik de ‘Mitteldistanz’ meetel was ik nooit in goeden doen. Ik denk nog steeds: het zou moeten kunnen, rond de zes uur, als het eens meezit. Daar ga ik voor! In elk geval sneller dan die 6:08 uit 2019. Mijn huidige lopen geeft goede moed.

Na 21 juni gaat het vizier dan wel op het fietsen, met een fietsvakantie in het verschiet. Ik heb er zin in!

 

 

Door |2025-02-04T15:38:45+01:004 februari 2025|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Sportjaar 2024: mijn getallen

Hier zijn zoals gebruikelijk de getallen van dit jaar:

(kilometers)  2024 2023 2022 2021 2020
Zwemmen*  133? 92? 120? 75? 132?
Fietsen**  4843 3618 4004 4863 4686
Hardlopen  600*** 617 1034 1003 780
Wandelen  630 640 744 456 549

 

*Bij benadering. De weinig precieze zwemkilometers ligt aan mijn horloge, dat soms een paar en soms een heleboel baantjes niet registreert en openwaterzwemmen – meestal – overschat.

**Zonder stadsfietskilometers. Dat waren er dit jaar minder dan vroeger in gewone jaren, want in Kapelle heb ik de stadsfiets minder nodig. Maar het zijn er meer dan in de corona-jaren.

*** De teller staat op het moment van schrijven nog op 593, maar ik ga vanmiddag als familielid meedoen aan de oliebollenloop bij AV56. Dat is 5 kilometer, ik zal zorgen voor 2 kilometer warming-up.

Duidelijk: het was een goed fiets- en zwemjaar. Nouja, voor zwemmen vooral in omvang, voor een groot deel te danken aan het Kattendijke-Wemeldinge-zwemmen; ik ben al een tijdje frustrerend traag en op zoek naar het ‘lek’ in mijn techniek. Wel was het juist in  het zwemmen dat ik dit jaar nog twee PR’s boekte: mijn snelste 500 meter ooit bij een zwemloop in februari en m’n snelste kilometer in een triathlon in september. Van allebei vraag ik me af hoe ik het voor elkaar heb gekregen! En waar die snelheid heen is. Nouja, ik begin eind januari weer met een techniekcursus, hopelijk helpt dat.

Op de fiets is het getal vooral opvallend veel doordat (1) mijn seizoen eigenlijk pas eind mei op gang kwam en (2) er geen echte fietsvakantie in zat, anders dan in de andere jaren van boven de 4000 kilometer. In vergelijking met andere jaren heb ik vooral in het naseizoen nog veel kilometers gemaakt, dankzij de mooie oktober-maand en  het zwiften.

Hardlopen en wandelen liggen frappant dicht bij vorig jaar. Qua hardlopen was het opnieuw een mager jaar, maar dat was ingecalculeerd, en net de laatste tijd gaat het wel weer lekker en ben ik de omvang aan het uitbouwen. Ik had verwacht op meer wandelkilometers uit te komen, maar ook daarin vertekenen denk ik deze laatste maanden, met oktober vooral (130 kilometer in één maand). Yoga en krachttraining registreer ik niet zo precies, maar dat ging ook gewoon goed.

Ik zal me van dit sportjaar vooral herinneren de sportieve inburgeringscursus (die begon met een borstcrawlcursus in het zwembad) en de Radweltpokal:

Maar bovenal is het het jaar van onze verhuizing van Rotterdam naar Kapelle natuurlijk:

dozen

Een hele klus – we zijn er nog steeds mee bezig. Net gister ging de gloednieuwe regel-installatie van de vloerverwarming stuk, kinderziekte – hopen we. En alles is nog steeds ‘voor het eerst’, zoals nu de jaarwisseling. Gewend is het dus nog niet. Maar we zijn er heel blij mee, en niet alleen op sportgebied!

2024 is ook ook nog wel een beetje: het jaar dat ik niet kon ruiken. Nouja, mijn reukvermogen komt langzaam-maar-zeker weer terug, gelukkig, maar het gaat meer dan een jaar duren voor het weer helemaal okee is. Geur en smaak heb ik in 2024 enorm gemist. Ik heb ook relatief veel last gehad van een stressgerelateerde buikpijn die ik al m’n hele leven af en toe heb (nooit duidelijke diagnose voor gesteld, dus heet het dan prikkelbaredarmsyndroon). Die hinderde het sporten soms, vooral in januari. Daar staan dan weer tegenover dat ik eigenlijk geen noemenswaardige blessures gehad heb: niets wat verder ging dan ‘even voorzichtig aan’ of een bezoekje aan de chiropractor.

Ik ben fit en sta er voor de tijd van het jaar goed voor, zeker ook dankzij die goede laatste drie maanden. Zo ligt er al een eerste basis voor het nieuwe jaar. Daarmee corrigeer ik meteen dat wat ik van 2024 leerde: dat ik in augustus kon merken dat mijn basis onvoldoende was. Dat was niet anders: door een verhuizing en een paar keer ziek waren december tot en met mei op sportgebied gemankeerde maanden. Nouja, je kan niet alles hebben in een jaar. Ik ben heel tevreden met wat dit jaar me wél bracht.

Op naar 2025 dus. Daarin ga ik één ding missen: het Triathlonforum. Dat houdt na vandaag op te bestaan. Ik begrijp dat,  maar ik vind het wel superjammer – ik heb daar heel veel aan gehad en fijne mensen door leren kennen. Dat stemt vandaag dus ook wat weemoedig.

* * *

Fijne, veilige jaarwisseling allemaal, en een mooi 2025 gewenst!

 

Door |2024-12-31T11:49:06+01:0031 december 2024|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

De lol van zwiften

Ik dacht altijd dat virtueel fietsen niks voor mij was. Iemand vergeleek het een keer met gamen, en toen dacht ik: ja, zie je wel, dat doe ik ook niet. Toen het ineens sterk opkwam in de tijd van de corona-lockdowns, moest ik er niet aan denken om nóg meer van mijn tijd door te brengen in mijn eigen huis, tussen vier muren, koekeloerend naar een schermpje. Ik dacht: er gaat niets boven buiten fietsen: de vrijheid en ruimtelijkheid daarvan, de elementen aan den lijve ervaren, echt in het landschap zijn en dat met eigen benen bedwingen.

En dat is ook zo. Nog steeds. Ik bedoel: er gaat niets boven buiten fietsen, ook niet in tijden zonder beperkingen. Dan zit ik nog steeds soms meer binnen naar een scherm te kijken dan me lief is, en dan is nog steeds niets zo goed voor mijn geest en ziel als buiten fietsen.

Eén van de dingen die anders zijn komen te liggen door onze verhuizing is dat ik plek heb om buiten virtueel te fietsen en daar staat dan ook sinds een paar maanden m’n spinningfiets. Dat is weliswaar een plek onder de overkapping:

In de mist van begin november

…. met een beperkt uitzicht op de tuin, en ook nog met een regen- en windscherm ervoor:

, maar het is wel buiten en dat maakt het voor mij al aantrekkelijker dan een zweetkamertje. Ik reken de tijd op de spinningfiets overdag voor de helft mee voor #projectdaglicht: echt helemaal het licht zoals buiten is het niet, maar wel een beetje.

Zo kan ik toch naar buiten als het slecht weer is, en dat is fijn. Dat voorkomt bijvoorbeeld wat er ’s winters vaak nodig is na buiten fietsen, namelijk fiets poetsen. Dit was het resultaat van een deels onverhard ritje met kerstmis (erg leuk trouwens):

 

Zelf zag ik er ook zo uit. Voordat dat weer allemaal schoon is… dat maakt rijden op de spinningfiets wel efficiënt natuurlijk.

Mijn idee was meteen de combi: een eigen spinningfiets en Zwift. Virtueel een beetje koersen leek me wel wat, vooral om het fietsen op de spinningfiets minder saai te maken en als alternatief voor spinning: een manier om intensief te trainen in de winter. Daarom koos ik voor Zwift en niet voor een van de andere platforms die er inmiddels zijn. Zwift is marktleider en daardoor het drukst; over de andere platforms begreep ik dat je er soms in je uppie rondfietst of een wedstrijd noodgedwongen moet rijden tegen veel sterkere of zwakkere fietsers, omdat er te weinig zijn voor aparte categorieën.

In Zwift is de keuze uit wedstrijden en andere sociale evenementen reusachtig: er zijn op elk moment van het etmaal toertochten, groepstrainingen en wedstrijden van diverse lengte en voor allerlei niveaus, uitgedrukt in vermogen per kilo lichaamsgewicht. Sommige evenementen zijn alleen voor vrouwen. Enige beperking voor mij is dat je voor sommige wedstrijden geavanceerder apparatuur nodig hebt dan ik. Maar dan nog is de keuze duizelingwekkend. En dan kun je ook nog op eigen houtje zomaar wat rondfietsen, een losse training doen of een schema volgen, en met virtuele tempomakers aan de slag. Ik ben de afgelopen maanden bezig geweest met het verkennen, ik ben daar nog lang niet mee klaar. Dus deze post is slechts een eerste impressie.

Belangrijkste: je bent inderdaad nooit alleen, en dat is leuk. Hier waren we bijvoorbeeld in een groepstraining met 89, ik ben die in het midden met een licht randje eromheen (Zwift genereert dit soort ‘stills’ van het scherm automatisch en die kun je dan achteraf downloaden):

Allemaal met een oranje trainingsschemaatje voor onze snufferd, haha. Zwift is dan zo ingesteld dat ieder op eigen niveau kan trainen en de groep toch bij elkaar blijft. Ik moest die keer onverhoopt even van de fiets af (ik had manlief per ongeluk buitengesloten), en toen zat ik er wel achter, maar ben ik er uiteindelijk wel weer bij terug kunnen komen, en dat is toch lekker. Het was een zwaar programma, en dan geldt toch: gedeelde smart is halve smart.

En dat is gek. Ik bedoel: waar gaat het eigenlijk helemaal om? Dat om mijn avatar op het scherm andere avatars te zien zijn  – lekker belangrijk. Echt gezellig is dat niet: contact heb je niet. Het lukt mij niet om te fietsen en toetsjes te bedienen tegelijk, dus chatten gaat niet. Ik kan wel ‘ride ons’ geven (Zwift’s likes), maar meer is het niet. Verder weet je amper met wie je fietst, je ziet hooguit namen en het vlaggetje van hun nationaliteit erachter. Wat dan wel weer grappig is, want de hele wereld komt voorbij:

Ik kan ondertussen wel de chats lezen, en dat is soms wel vermakelijk. Ik heb nu een paar keer meegemaakt dat een groep uit elkaar viel, en dat er gemor ontstond daarover: dat het tempo vooraan te hoog lag, hoger dan afgesproken. Dat bij elkaar blijven wordt afgedwongen, dat is namelijk niet altijd, dat hangt af van de instellingen van het evenement. Dat gemor, dat klinkt dan net echt, dus net zoals ik dat ken uit trainings- en toergroepjes. Dat is dan wel vermakelijk om te lezen.

Een keer ervoer ik het als terecht. We startten met z’n 57’en, ik werd toen al snel gelost en dacht: hallo, dit zou toch een groepsrit zijn, wat doe ik hier dan in mijn eentje, terwijl ik braaf het opgegeven vermogen aanhoud? Ik zag niemand meer. Maar, zowaar, toen kwam er uit de achterhoede iemand aan bij wie ik aan kon pikken (Zwift geeft drafting voordeel) en vervolgens keurig kop over kop verder kon rijden:

Dat voelt dan toch een beetje als kameraadschap. Maf hè, eigenlijk? Want in het echt zit ik gewoon  nog in m’n uppie op de fiets in de achtertuin. Maar kennelijk vereenzelvig ik me zo met dat poppetje op het scherm dat een ander poppetje in de buurt als gezellig voelt. Zo voelde het ook lullig toen hij uiteindelijk van me weg reed in het wiel van iemand die ons inhaalde. Kijk eens hoe ‘eenzaam’ ik daarna was:

Hij reed zich toen kennelijk over de kop, want ik heb hem later ingehaald en ben voor hem gefinisht. Net goed. Denk ik dan.

Slaat allemaal helemaal nergens op, maar verrassend echt dus, die ervaringen. Ik val soms helemaal samen met dat plaatje. Als mijn avatar een scherpe bocht neemt, hel ik wel eens mee, merk ik. Maar ik kan haar ook nog wel ‘stom’ vinden als ze net op de pedalen gaat staan terwijl ik af wil remmen om in een wiel te komen. Dat in een wiel rijden vergt namelijk nogal uitgekiend temporiseren, want mijn vermogensmeter reageert niet zo snel. Voor ik het weet, schiet ik iemand voorbij, of moet ik juist meteen weer lossen. En dan zeg ik wel eens ’trut’ tegen m’n avatar. Dus het ene moment val ik ermee samen en het volgende moment beslist niet.

Ik had bij die uit-elkaar-vallende-groepsrit overigens wel kunnen aanpikken, maar ik wilde dat niet. Het was voor mij bedoeld als rustige duurtraining, en dan begrens ik mezelf. Er zitten in dat sociale aspect prikkels die uitnodigen tot over je grens gaan, en ook dat is net echt.

Dat begrenzen is best wel eens lastig en het is leuk om me wel te mogen laten gaan. Voor de gein zeg ik wel eens dat Zwift zo leuk is omdat mijn avatar hartstikke competitief is. Waarmee ik bedoel: ik vind het stiekem heel leuk om in die virtuele wereld iemand te verslaan. Dat is me nog niet vaak gelukt, maar dit was zo’n momentje:

Hier finishen we in een vrouwen-toertocht, ik ben die links. We waren niet meer nummers 1 en 2, hoor, maar toch leuk om die andere dame te verslaan.

Los van de speciale vrouwen-evenementen valt me op dat er weinig vrouwen meedoen. Zodoende is het me ook al een heel aantal keren gelukt om in een evenement de groene dan wel bollentrui voor vrouwen te pakken te krijgen, dus om ergens dan de snelste dame van de groep te zijn, in een sprint of berg-op:

Verder past het tenue zich deels  aan aan het evenement, zoals je hierboven ziet. Als ik ‘los’ fiets, draag ik een paars shirtje:

Waar je qua outfit uit kunt kiezen, wordt bepaald door je verzamelde punten. Mijn sokken en helm bijvoorbeeld heb ik zelf uitgekozen uit mijn nog beperkte ‘garage’. Dat doet me niet zo heel veel, maar ik moest wel een keer grinniken toen ik een Fransman of -vrouw met baret op langs zag komen, en toen ik, uh, m’n avatar een keer zomaar ineens op een mountainbikeje reed:

Waar haalde ze dat fietsje nou ineens vandaan? Dat zijn geinige dingetjes.

Wat je in enkele plaatjes in deze post ook kunt zien, is dat Zwift af en toe bemoedigende peptalk door de trainingen heen gooit. Dat is ook best wel okee; Zwift blijft zelfs positief als je er een potje van maakt. De virtuele kilometers komen bovendien frappant makkelijk. Ik heb in een toertocht al eens boven de 35 km/u gemiddeld gereden – mocht ik willen, zeg, in het echt! Alles bij elkaar zitten er dus best wel wat motiverende en ego-strelende dingetjes in het programma ingebakken. Ik probeer daar wel wat los van te blijven en mijn eigen keuzes te maken.

De concurrerende platforms ‘verslaan’ Zwift tegenwoordig vooral op het visuele aspect, zo heb ik begrepen – Zwift wordt op dat punt wat gedateerd gevonden. Ik vind dat op zich niet zo belangrijk, want het blijven toch allemaal variaties op nep – het is hoe dan ook altijd toch maar een scherm, en nooit de echte wereld. Zwift heeft z’n eigen virtuele wereld, Watopia, en nagebouwde stukjes echte wereld. Ik kan me maar één parcours herinneren dat me als wel leuk opviel: een nagebouwde versie van landelijk Frankrijk. Dat landschap, tijdens een vrouwen-trainingsritje, was wel lieflijk en vagelijk herkenbaar als Frans:

Alleen werd mijn waardering ervan teniet gedaan toen de Mont Ventoux om de hoek bleek te liggen van Mont St. Michel, de Gotthardpas daar weer naast, het wegdek op die klim felle kleuren had die het stijgingspercentage visualiseerden, en dit uiteindelijk de kaart van Frankrijk bleek:

 

Dat is me dan toch allemaal te nep. Dat kriebeltje naar boven, dat is dus de Gotthardpas met de eerste haarspeldbochten. In het water. Huh? Nou goed, dat zal verder wel.

De lol zit hem in samen trainen en koersen en het maakt me weinig uit tegen welke achtergrond dat dan is. Er valt nog een boel te ontdekken. Zo heb ik bijvoorbeeld nog niet meegedaan aan een evenement dat georganiseerd wordt door een bekende sporter, en ben ik ook nog geen bekende tegengekomen onderweg. Ik zwift dus vrolijk verder. Behalve als het buiten lekker fietsen is.

 

Door |2024-12-29T17:23:39+01:0029 december 2024|Fiets|2 Reacties

Bekenden in het nieuws

Deze week zag ik in twee nieuwsbrieven die ik ontvang bekende oudere sporters. Nouja, nogal verschillend bekend: de een sprak ik slechts twee keer, namelijk om haar te interviewen voor de Vrouwentriathlon, en later nog eens als mede-deelneemster in het parc fermé van TriRotterdam; met de ander fietste ik in 2008 vier maanden lang dwars door Afrika en daarna zagen we elkaar ook nog een aantal keren, aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, tot een paar jaar terug (jammer dat Canada zo ver weg is). Het zijn allebei inspirerende verhalen:

 

Door |2024-12-13T10:15:16+01:0013 december 2024|Extra, Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

(geen) Nieuwe plannen 😢

In mijn post over oktober schreef ik dat ‘nieuwe plannen in de maak zijn’. Ik doelde daarbij specifiek op lange-afstandswandelen als meerjarenproject. Welnu, dat is helder: ik wil vanuit Steenbergen over het Floris-V-pad tot Woerden lopen en dan ‘aftakken’ naar Utrecht. Zodoende verbind ik ook nog Henks geboortedorp Numansdorp en mijn eigen nog ontbrekende woonplaats Utrecht aan de rest van het netwerk dat ik al aan elkaar gewandeld heb. Maar dat gaat wel even duren dus. Eerste keer staat gepland voor net voor kerstmis.

Ondertussen was ik bezig met het volgende fiets- en triathlonseizoen. Het leek me tof om voor de derde keer mee te doen aan de Radweltpokal, dit keer in de vorm van een wegwedstrijd. Dat zou dan mijn hoofddoel zijn. Ik wist dat dat onzeker was – ik heb zelf in mijn onlangs verschenen artikel geschreven over het bedreigde voortbestaan van het evenement.

Maandag kwam het bericht dat de Radweltpokal in elk geval niet doorgaat in St. Johann volgend jaar. Ze zijn op zoek naar een andere plek, maar of dat wat wordt, geen idee.

Het nieuws deed me verdriet. Omdat ik het dit en vorig jaar zo leuk vond, maar ook omdat het betekent dat een betekenisvol wielerevenement het aflegt tegen de dominantie van de auto en de macht van het grote geld (‘winner takes all’). Dat laatste staat niet zo duidelijk op de site of op Facebook, maar dat zit er ook achter. Het gaat om de UCI, lees de rest maar in Fiets Magazine.

Dus: ik ben even doelloos. Nouja, er lonkt ook een mooie fietsvakantie, maar ik zou graag iets competitiefs doen op de fiets tegen het eind van de zomer ook. Wordt vervolgd.

Ondertussen was ik bezig met de weg naar optimale fietsvorm uitstippelen, daarbij rekening houdend met uitstapjes naar leuke triathlons. Twee van die uitstapjes staan al gepland, allebei goed voor mijn verzameling afstanden en allebei ook met relatief veel fietsen, wat voor mij fijn is:

  • Ik ga eindelijk eens de triathlon in Stein doen. Daar had ik al vaker naar gekeken, het is een bekende/bijzondere, door de afstand (1 km zwemmen, 60 fietsen, 11 lopen) en door het klimmen dat er in het fietsparcours zit.
  • In Oud Gastel organiseren ze een bijzondere dit jaar, vanwege het 750-jarig bestaan van het dorp. De triathlon gaat daarom over 750 meter zwemmen, 75 kilometer fietsen en 7,5 kilometer lopen. Lijkt me erg leuk, dat is daar altijd en zeker, lijkt me, zo’n bijzondere.

Voor die optimale fietsvorm wist ik, met de ervaring van dit jaar in mijn achterhoofd: voorlopig is mijn prioriteit het leggen van een degelijke basis. Veel rustige duur, maar dat is net lastig in de winter. Wat fietsen betreft dan, hardlopen kan natuurlijk wel. Ik weet uit de jaren dat ik trainde voor een halve marathon in het vroege voorjaar, dat ik dan vervolgens de overstap naar het fietsen makkelijk maakte. Dus: lange duurlopen. Dit jaar wel met meer fietsen ernaast, wat ’s winters makkelijker is geworden dankzij mijn ontdekking van Zwift.

Zodoende kwam ik  uit op 2-2-2 als basisrecept voor het wintertrainen: 2 keer zwemmen (tempo en techniek), 2 keer fietsen (een keer rustige duur van minstens 2 uur, de andere keer kort en intensiever, voorlopig nog zonder echt programma), 2 keer lopen: een keer lange, rustige duur, opbouwend naar ongeveer de halve-marathonafstand, en de andere keer een leuk evenementje, mag harder. Verder yoga ter ondersteuning en vast ook nog wel eens een keer wandelen. Dat is samen best veel, het is nog even zoeken naar een goed ritme – maar het hoeft ook niet elke week perfect natuurlijk.

Tegelijkertijd zit ik nu eigenlijk in een fase die ik het beste kan omschrijven als ‘help Louise de winter door’. Dat wil zeggen: ik heb een aantal projectjes tegelijk lopen. Twee ervan doe ik al langer:

  • Project daglicht gaat jaargang 5 in: zo lang de wintertijd duurt elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal per week minstens zeven uur. Ik moest daarbij nog iets beslissen over het zwiften. Dat is buiten, maar met een dakje boven m’n hoofd en een scherm voor mijn neus – allebei nou net niet het idee. Afgelopen woensdag, in de uitlopers van storm Conall, zat ik zelfs achter een soort tentzeil waarmee we een stuk van de overkapping dicht kunnen maken:
    Dat ging prima trouwens, het hield de regen op afstand, en veel daglicht was er toen sowieso niet (november was sowieso nogal grauw). In elk geval: ik heb besloten de uren op de spinningfiets overdag voor de helft mee te tellen voor het project.
    Tot nu toe loopt het project op rolletjes. Er was een week dat ik nog een uurtje ‘moest’ toen we in België waren voor een vintage fietsbeurs (leuk), en zodoende wandelden we even later langs de Kleine Nete, een naam die we kenden van het bord waar de snelweg het riviertje oversteekt, een fijn ommetje:
  • Winterdippen zit in jaargang 3. Ik heb de Schie verwisseld voor de Oosterschelde, en dat is heel anders, maar wel tof ook! Eén van de nieuwe dingen is dat ik zo’n dip kan opnemen in een duurloop. Ik heb dat nu twee keer gedaan, en dat is heerlijk. Over de nieuwe winterzwemervaringen later apart een keer.

Nieuwe projecten voor deze winter zijn:

  • Elke week een leuke loop. Ik heb vanaf half november tot eind februari een boel leuke loopjes op het programma staan. Bijna elke week, maar dat ‘moet’ niet per se – dit moet vooral leuk  blijven. We hebben er al drie achter de rug:
    – We zijn begonnen met de Hobbeldebobbelloop, altijd geweldig. Het is en blijft het zotste en mooiste parcours dat ik ken, op en af de duinen rond Zoutelande en over het strand. Hier kom ik net uitgebobbeld op de finish af:
    – Vorige week liepen we de unieke Tunnelrun over de gloednieuwe Blankenburgverbinding. We hebben ooit eerder over de nieuwe A4 bij Steenbergen gelopen, zoiets blijft je altijd bij. Als we er met de auto rijden, kunnen we tegen elkaar zeggen: weet je nog, hier hebben we hardgelopen! Zo zag dat eruit:– Gister was de eerste cross van ‘hardlooprebel’ Jaro. Dat was voor ons een thuiscross, in het Abbekindersebos: we konden er lopend naartoe. Het was leuk om te doen en heel kleinschalig: het startveld bij de vrouwen bestond uit negen loopsters (waarvan ik zo te zien de langste).
    Het is net gelukt daar niet laatste in te worden. Het crossen is leuk in de natuur en gister lekker beschut tegen een waterkoude wind. Het was zo een fijne middag buitenspelen, die met kijken naar de mannen (met manlief van de partij) en heen en weer lopen vanaf huis 2,5 uur opleverde voor #projectdaglicht.
    Er volgen nu nog – ijs en weder dienende – vier crossen: de Den Inkel cross en de drie volgende van JARO. In het nieuwe jaar onder andere de Wallenloop in Goes, nog meer crossen, een trainingsloop, de zwemloop van Vlissingen en wie weet een halve marathon of nog ergens een parkrun. Elke week een loopje is niet de ideale trainingsopbouw, maar wel heel leuk – en daar gaat het me deze winter om. Ik heb verder geen hardloopambities, dat kan ook niet met fietsen serieuzer nemen dan in andere winters. Daarom hoeft het ook niet hard allemaal – al mag dat wel. Maar veel vaart zit er nog niet in. Door allerlei omstandigheden is het best lang geleden dat ik écht gas heb gegeven met lopen, dat merk ik wel.
  • Adventsyoga. Ik wil vanaf vandaag tot minstens kerst Adriene’s maandkalender weer eens volgen, thema ‘Reflect’. Liefst dagelijks, eventueel met wat schuiven. Dat is weer eens even een nieuwe impuls en ik heb tijd want werk is niet zo druk.
  • Misschien de Festive 500 – 500 kilometer fietsen tussen kerst en Oud&Nieuw. Bestaat als ‘challenge’ al jaren, ik heb het nooit eerder gedaan. Lijkt me leuk, maar ik ga het af laten hangen van het weerbericht, want 500 kilometer Zwiften is me te veel. Zwiften is leuk, maar ook weer niet zó leuk. ik krijg al zadelpijn bij het idee!

In afwachting van nieuwe doelen vermaak ik me hier voorlopig wel mee. Na januari mag er wel weer iets meer richting in gaan komen. Hopelijk weet ik dan welke.

 

Door |2024-12-03T14:28:46+01:001 december 2024|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties
Ga naar de bovenkant