Louise

Over Louise

Louise Cornelis is trainingsbegeleider voor duursporters (sportkunstenaar.nl), en is zelf ook fietser en triatleet. Daarnaast heeft ze een bedrijf voor tekstadvies (lhcornelis.nl). Ze woont in Kapelle, samen met Henk, een boel fietsen, twee kajaks en een hamster. In maart 2023 verscheen haar boek 'Optimaal blijven sporten voor 45+'ers'.

Bekenden in het nieuws

Deze week zag ik in twee nieuwsbrieven die ik ontvang bekende oudere sporters. Nouja, nogal verschillend bekend: de een sprak ik slechts twee keer, namelijk om haar te interviewen voor de Vrouwentriathlon, en later nog eens als mede-deelneemster in het parc fermé van TriRotterdam; met de ander fietste ik in 2008 vier maanden lang dwars door Afrika en daarna zagen we elkaar ook nog een aantal keren, aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, tot een paar jaar terug (jammer dat Canada zo ver weg is). Het zijn allebei inspirerende verhalen:

 

Door |2024-12-13T10:15:16+01:0013 december 2024|Extra, Fiets, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

Stoppen met sporten na blessures?

Interessant artikel op nos.nl deze ochtend: https://nos.nl/artikel/2547871-zorgwekkend-aantal-sporters-stopt-na-blessure Het was net alsof ze bij de NOS naar manlief en mij hadden zitten meeluisteren gisteravond, want toen hadden we het over dusdanig ernstig blessureleed dat hardlopen er niet meer in zit. Net als het artikel dachten wij dat je het dan te ver hebt laten komen, dus dat je lichaam echt wel waarschuwingssignalen afgeeft voordat het echt zo ver mis is – grote pech uitgezonderd.

Wat we er ook nog aan toevoegden was dat veel hardlopers te hard van stapel lopen als ze terugkeren van een blessure. Ik heb zo iemand een keer gesproken, die sukkelde al jarenlang met achillespeesproblemen en als ze daardoor maanden niet had kunnen lopen, bouwde ze ‘rustig’ op, zei ze. Ik denk dan aan: beginnen met 5 keer 1 minuut en dan netjes het Sportzorg-schema volgen. Voor haar betekende ‘rustig’: meteen vijf kilometer hardlopen. En dan zat ze binnen de kortste keren weer in de penarie. Ook bij terug-opbouwen geldt wat in het artikel staat: geduld!

De pleitbezorger van geduld in het artikel is Dave Baars, bij wie ik mijn hardlooptrainersopleiding volgde. Én hij timmert enorm aan de weg, want onlangs zag ik hem ook al op tv. Goeie zaak, want hij zegt belangrijke dingen. Waar hij mee eindigt zeer zeker ook: het belang van plezier en genot. Als je voldoende lol hebt in het sporten, zoek je wel naar alternatieven als één sport niet meer kan. Lijkt mij dan. Zo gaan een boel voormalige hardlopers en voetballers fietsen. Misschien niet hun eerste liefde, maar beter dan niets.

Eén dingetje zou ik nog aan het artikel toe willen voegen, of liever gezegd: dat zou ik als journalist uit willen zoeken. Volgens mij spelen namelijk artsen en andere zorgmedewerkers ook een rol in het stoppen met sporten. Dat is de grote ambivalentie immers, zeker als je een dagje ouder wordt: we moeten allemaal meer bewegen, maar als je daardoor iets oploopt, moet je het juist weer kalmer aan gaan doen. En nog los daarvan krijgen ouderen vaker te horen dat er niets te doen is aan, bijvoorbeeld, een zere knie. Ik heb net in mijn omgeving een paar van zulke verhalen gehoord, zo van: meniscus opereren doen we niet meer boven de 50 en fysiotherapie heeft dan geen zin. En daar zit je dan…

 

Door |2024-12-11T10:29:08+01:0011 december 2024|Loop|0 Reacties

Hardlopen in de overgang, een hartstikke goed idee

(In samenwerking met Bewegen voor je Brein schreef ik twee artikelen over hardlopen in de overgang. Dit is deel 1; deel 2 volgt.)

In de overgang kun je het moeilijk hebben. Als je dan op zoek gaat naar adviezen, kom je op veel plaatsen het advies tegen dat sporten moet in die jaren, omdat het helpt bij overgangsklachten. In dit artikel houd ik dat advies tegen het licht en zal ik betogen dat hardlopen in de overgang een hartstikke goed idee. En juist als jij nu denkt ‘hardlopen? Daar moet ik niet aan denken!’ dan daag ik je uit om verder te lezen. (En als je denkt: ‘ik loop al hard, en dat gaat nu juist niet meer zo lekker’ – daar kom ik binnenkort op terug.)

Geen enkele vrouw kan eromheen: je vruchtbare jaren zijn een keer voorbij. Dat gaat gepaard met hormonale veranderingen die kunnen zorgen voor klachten van lichaam en geest. Opvliegers zijn het meest bekend, maar je kunt ook last krijgen van bijvoorbeeld spieren en gewrichten, van slapeloosheid, en van moe zijn, prikkelbaar, somber of angstig. Kenmerkend is dat dat allemaal anders is dan voorheen: je oude routines werken niet meer. Dat kan best wel ongrijpbaar zijn, voor jouzelf en je omgeving, en alleen al daarover piekeren zorgt weer voor meer spanning.

De kunst van goed door de overgang komen is dan ook: nieuwe routines zoeken. Bewegen bijvoorbeeld. Bij overgangsklachten is (meer) bewegen vaak goed. Bewegen is namelijk voor iedereen goed. De gezondheidsvoordelen ervan zijn legio, dat weten we allemaal wel. Specifiek voor de overgang en daarna kun je denken aan de bijdrage aan het krijgen of behouden van een gezond gewicht, stevige botten en een gezond hart, en aan het positieve effect op je slaap.

Bewegen in de overgang hoeft geen sporten te zijn in de zin van: je hoeft er niet voor naar de sportschool en je hoeft ook niet diep te gaan. Sterker nog: je regelmatig met tegenzin naar de sportschool slepen om je daar uit te putten in een poging zo veel mogelijk calorieën te verbranden, dat is in deze levensfase geen goed idee. Door de veranderende hormonen heeft je lichaam het al zwaar genoeg. Mat het niet nog verder af.

Bewegen in de overgang is dus goed als je het met mildheid doet. Houd daarbij in de gaten dat het nut van bewegen relatief is. Ja, bewegen is goed en je voelt je dan beter, ook in de overgang. Maar verwacht er geen wonderen van. Je kunt, om maar iets te noemen, opvliegers heus niet wegsporten. Sporten lost ook problemen in je leven niet zomaar op. Je valt er niet zomaar kilo’s van af. En die hormonen, die rommelen ook gewoon door.

Dat is ook allemaal niet waar het om gaat. Waar het wél om gaat, dat zag ik laatst weer eens voor mijn ogen gebeuren. Een groep kinderen stak het plein over tussen hun schoolgebouw en het zwembad. Ze holden allemaal. Ik zag een wirwar van jassen, tassen, armen en benen langs me vliegen. Ik zag lachende gezichten, ik hoorde vrolijke stemmen. Het plezier spatte ervan af.

Dát is waar bewegen om gaat: plezier maken, spelen, je lichaam vrijheid geven, je bloed voelen stromen, de wind door je haren, de zon in je gezicht, in elke vezel voelen dat je leeft … Dat is wat je in de overgang nodig hebt. En ja, dat doet goed. Natúúrlijk doet dat goed! Alle kinderen weten dat!

De drie belangrijke ingrediënten van zo bewegen zijn buiten (liefst in daglicht en in het groen), vrij (dus zonder trainingsschema of prestatiedoelen, en ook zonder telefoon of meetapparatuur) en een tikkie uitdagend. Niet loodzwaar, niet uitputtend – maar wel zo dat je bloed echt gaat stromen. Dat maakt dat je voelt dat je leeft. Je komt uit je hoofd en je lichaamsbewustzijn verbetert.
Hardlopen kent alle drie de elementen, plus nog wat andere voordelen: je kunt het doen op je eigen niveau en op een tijd en plek die jou uitkomt; alleen, maar ook samen of in een groep (houd dan wel je grenzen in de gaten). Wat je ervoor nodig hebt, is bescheiden: goede schoenen, gemakkelijke en ademende kleding, en een goed passende sport-BH.

En dan: gá! Maak er een ontdekkingsreis van. Die niet elke keer alleen maar leuk en prettig zal zijn, dus waar je een beetje voor moet doorzetten af en toe, maar die wel voldoende plezier en positieve ervaringen geeft. Die een gunstige uitwerking zal hebben op je lichaam en op je geest. Die – wie weet – zorgt voor minder stress, een beter humeur, beter slapen. Niet voor niets bestaat er zoiets als ‘runningtherapie’. Dat is helemaal geen therapie, het is gewoon lopen. Buiten, vrij, en niet hard of lang – maar je mag het wel voelen. En dat werkt! (Als je daar meer over wilt weten, neus dan rond op Bewegen voor je Brein).

Bouw het wel rustig op. Hardlopen is een zware sport – daarom heeft het juist zo veel effect. Maar daarom kan het ook tot overbelasting leiden als je te hard van stapel loopt. Dat geldt voor iedereen, maar helemaal in de overgang, waarin je lichaam het toch al zwaar heeft door de veranderende hormonen. Met een geduldige, geleidelijke opbouw met voldoende herstel tussendoor geef je je lichaam gelegenheid om zich aan het lopen aan te passen. Zo kun je zelfs hardlopen als je wat zwaarder bent of je knieën niet meer 100 procent zijn. Vraag zo nodig advies aan een arts – wel eentje die in principe positief tegenover hardlopen staat, dat is soms zoeken.

Geduld is dus cruciaal, en vasthoudendheid. De positieve effecten van hardlopen merk je als je het over een langere periode regelmatig doet – als hardlopen een nieuwe routine wordt. Als je die nu opbouwt, heb je er de rest van je leven profijt van. Bedenk daarbij: de overgang gaat ook weer een keer over, fijn om dan lekker in je lijf verder te kunnen. Hier is een geduldig stappenplan:

  1. Als je jaren niets gedaan hebt, is wandelen je start. Begin met een kort ommetje en breid dat geleidelijk uit naar drie keer verspreid over de week een half uur. Dat maakt je lichaam al sterker en bovendien schep je gaandeweg ruimte in je tijd.
  2. Gaat dat goed, ga dan in zo’n half uur 5 keer 1 minuut heel rustig hardlopen, verspreid over de tijd. Tussendoor en de rest van de tijd blijf je wandelen. Je mag in die minuutjes niet buiten adem raken. Spierpijn krijgen is ook niet de bedoeling, doe dan weer een stapje terug.
  3. Gaat dat ook weer goed, doe het dan nog een keer. De week erna 5 keer 2 minuten, met minder wandelen eromheen. Enzovoort: elke week ga je een beetje meer hardlopen en een beetje minder wandelen. Nog steeds rustig, zonder ademnood of spierpijn, en altijd met minstens één rustdag ertussen. (Als je meer houvast zoekt voor je opbouw, laat je dan inspireren door schema 1 van Sportzorg).
  4. Pas als je – en dat kan maanden duren – een half uur non-stop kunt hardlopen, kun je eventueel één keer per week wat harder gaan lopen, maar dat hoeft niet. Blijf wel gaan!

Als je zo ver bent, wie weet vind je het dan leuk om eens aan een loopje mee te doen? Tip: de Parkrun. 5 kilometer, in steeds meer Nederlandse steden op een mooie plek, zaterdagochtend om 9 uur; gratis, gezellig en écht voor alle leeftijden en elk niveau. Er wordt bij gewandeld en er is sowieso een ‘sluitloper’, dus je komt nooit als laatste over de finish.

Daarom: als jij denkt: ‘de overgang is al rot, moet ik nou ook nog gaan hardlopen?’, dan zou ik zeggen: ‘nou, van mij niet – je moet al genoeg’. Maar als je denkt: ‘ik wil wel op zoek naar een nieuwe routine, gebaseerd op wat ik als kind kon en wist: gewoon lekker buiten bewegen’. Dan zeg ik: ‘Dat lijkt mij een hartstikke goed idee! Wel zwaaien als je me tegenkomt, hè?’

 

Door |2024-12-09T18:23:49+01:009 december 2024|Loop, Trainer, Vrouwensport|0 Reacties

Ik kan weer 20 jaar vooruit

Afgelopen woensdag heb ik drie nieuwe ondershirtjes gekocht: twee dunne zweethempjes, eentje met korte en eentje met lange mouwen, en een dikker thermisch hemd, van Craft:

Het was mijn kennismaking met de dichtstbijzijnde sportwinkel, en die viel niet tegen. Fysieke winkel, want zulke spullen wil ik passen omdat ze nauw moeten aansluiten. Dat bleek terecht, want de maatinflatie had toegeslagen: de twee dunnetjes zijn XS!

Dat is allemaal op zich niet zo bijzonder, maar wel als je bedenkt dat de twee dunne vervangers zijn voor Odlo-hemdjes die ik jaren geleden kocht. Zo veel jaren geleden dat ik niet meer precies weet hoe veel, maar dik meer dan 20, misschien wel 30 jaar geleden. Eén van die ‘generatie’ leeft nog, een hemd dat ik heel graag draag:

Maar dat ook aan het eind van zijn lange levensduur is, want bij een zijnaad is het verval zichtbaar, precies bij het label:

Van de twee collega’s liet vorig jaar allebei de halsnaad los, met een gat als gevolg. Dat vond ik toen jammer – ik woonde in die hemden. Frappant genoeg is het juist de lekkerste die het nog doet, die had als enige een colletje en dat vind ik wel lekker in de kou.

Ik ben benieuwd hoe lang de nieuwe meegaan. Volgens de verkoper weer lang, maar niet zo lang als die oude: Odlo presteert daarin beter dan Craft. Bovendien is de algemene tendens dat kleding minder lang meegaat tegenwoordig (helaas).

Wel zei hij na het afrekenen: ‘Tot over 20 jaar!’

Over 20 jaar… Dan ben ik 78. Ik hoop dat ik dan nog een nieuw setje nodig heb!

 

 

 

Door |2024-12-08T17:26:00+01:008 december 2024|Triathlon algemeen|0 Reacties

(geen) Nieuwe plannen 😢

In mijn post over oktober schreef ik dat ‘nieuwe plannen in de maak zijn’. Ik doelde daarbij specifiek op lange-afstandswandelen als meerjarenproject. Welnu, dat is helder: ik wil vanuit Steenbergen over het Floris-V-pad tot Woerden lopen en dan ‘aftakken’ naar Utrecht. Zodoende verbind ik ook nog Henks geboortedorp Numansdorp en mijn eigen nog ontbrekende woonplaats Utrecht aan de rest van het netwerk dat ik al aan elkaar gewandeld heb. Maar dat gaat wel even duren dus. Eerste keer staat gepland voor net voor kerstmis.

Ondertussen was ik bezig met het volgende fiets- en triathlonseizoen. Het leek me tof om voor de derde keer mee te doen aan de Radweltpokal, dit keer in de vorm van een wegwedstrijd. Dat zou dan mijn hoofddoel zijn. Ik wist dat dat onzeker was – ik heb zelf in mijn onlangs verschenen artikel geschreven over het bedreigde voortbestaan van het evenement.

Maandag kwam het bericht dat de Radweltpokal in elk geval niet doorgaat in St. Johann volgend jaar. Ze zijn op zoek naar een andere plek, maar of dat wat wordt, geen idee.

Het nieuws deed me verdriet. Omdat ik het dit en vorig jaar zo leuk vond, maar ook omdat het betekent dat een betekenisvol wielerevenement het aflegt tegen de dominantie van de auto en de macht van het grote geld (‘winner takes all’). Dat laatste staat niet zo duidelijk op de site of op Facebook, maar dat zit er ook achter. Het gaat om de UCI, lees de rest maar in Fiets Magazine.

Dus: ik ben even doelloos. Nouja, er lonkt ook een mooie fietsvakantie, maar ik zou graag iets competitiefs doen op de fiets tegen het eind van de zomer ook. Wordt vervolgd.

Ondertussen was ik bezig met de weg naar optimale fietsvorm uitstippelen, daarbij rekening houdend met uitstapjes naar leuke triathlons. Twee van die uitstapjes staan al gepland, allebei goed voor mijn verzameling afstanden en allebei ook met relatief veel fietsen, wat voor mij fijn is:

  • Ik ga eindelijk eens de triathlon in Stein doen. Daar had ik al vaker naar gekeken, het is een bekende/bijzondere, door de afstand (1 km zwemmen, 60 fietsen, 11 lopen) en door het klimmen dat er in het fietsparcours zit.
  • In Oud Gastel organiseren ze een bijzondere dit jaar, vanwege het 750-jarig bestaan van het dorp. De triathlon gaat daarom over 750 meter zwemmen, 75 kilometer fietsen en 7,5 kilometer lopen. Lijkt me erg leuk, dat is daar altijd en zeker, lijkt me, zo’n bijzondere.

Voor die optimale fietsvorm wist ik, met de ervaring van dit jaar in mijn achterhoofd: voorlopig is mijn prioriteit het leggen van een degelijke basis. Veel rustige duur, maar dat is net lastig in de winter. Wat fietsen betreft dan, hardlopen kan natuurlijk wel. Ik weet uit de jaren dat ik trainde voor een halve marathon in het vroege voorjaar, dat ik dan vervolgens de overstap naar het fietsen makkelijk maakte. Dus: lange duurlopen. Dit jaar wel met meer fietsen ernaast, wat ’s winters makkelijker is geworden dankzij mijn ontdekking van Zwift.

Zodoende kwam ik  uit op 2-2-2 als basisrecept voor het wintertrainen: 2 keer zwemmen (tempo en techniek), 2 keer fietsen (een keer rustige duur van minstens 2 uur, de andere keer kort en intensiever, voorlopig nog zonder echt programma), 2 keer lopen: een keer lange, rustige duur, opbouwend naar ongeveer de halve-marathonafstand, en de andere keer een leuk evenementje, mag harder. Verder yoga ter ondersteuning en vast ook nog wel eens een keer wandelen. Dat is samen best veel, het is nog even zoeken naar een goed ritme – maar het hoeft ook niet elke week perfect natuurlijk.

Tegelijkertijd zit ik nu eigenlijk in een fase die ik het beste kan omschrijven als ‘help Louise de winter door’. Dat wil zeggen: ik heb een aantal projectjes tegelijk lopen. Twee ervan doe ik al langer:

  • Project daglicht gaat jaargang 5 in: zo lang de wintertijd duurt elke dag in het daglicht naar buiten, in totaal per week minstens zeven uur. Ik moest daarbij nog iets beslissen over het zwiften. Dat is buiten, maar met een dakje boven m’n hoofd en een scherm voor mijn neus – allebei nou net niet het idee. Afgelopen woensdag, in de uitlopers van storm Conall, zat ik zelfs achter een soort tentzeil waarmee we een stuk van de overkapping dicht kunnen maken:
    Dat ging prima trouwens, het hield de regen op afstand, en veel daglicht was er toen sowieso niet (november was sowieso nogal grauw). In elk geval: ik heb besloten de uren op de spinningfiets overdag voor de helft mee te tellen voor het project.
    Tot nu toe loopt het project op rolletjes. Er was een week dat ik nog een uurtje ‘moest’ toen we in België waren voor een vintage fietsbeurs (leuk), en zodoende wandelden we even later langs de Kleine Nete, een naam die we kenden van het bord waar de snelweg het riviertje oversteekt, een fijn ommetje:
  • Winterdippen zit in jaargang 3. Ik heb de Schie verwisseld voor de Oosterschelde, en dat is heel anders, maar wel tof ook! Eén van de nieuwe dingen is dat ik zo’n dip kan opnemen in een duurloop. Ik heb dat nu twee keer gedaan, en dat is heerlijk. Over de nieuwe winterzwemervaringen later apart een keer.

Nieuwe projecten voor deze winter zijn:

  • Elke week een leuke loop. Ik heb vanaf half november tot eind februari een boel leuke loopjes op het programma staan. Bijna elke week, maar dat ‘moet’ niet per se – dit moet vooral leuk  blijven. We hebben er al drie achter de rug:
    – We zijn begonnen met de Hobbeldebobbelloop, altijd geweldig. Het is en blijft het zotste en mooiste parcours dat ik ken, op en af de duinen rond Zoutelande en over het strand. Hier kom ik net uitgebobbeld op de finish af:
    – Vorige week liepen we de unieke Tunnelrun over de gloednieuwe Blankenburgverbinding. We hebben ooit eerder over de nieuwe A4 bij Steenbergen gelopen, zoiets blijft je altijd bij. Als we er met de auto rijden, kunnen we tegen elkaar zeggen: weet je nog, hier hebben we hardgelopen! Zo zag dat eruit:– Gister was de eerste cross van ‘hardlooprebel’ Jaro. Dat was voor ons een thuiscross, in het Abbekindersebos: we konden er lopend naartoe. Het was leuk om te doen en heel kleinschalig: het startveld bij de vrouwen bestond uit negen loopsters (waarvan ik zo te zien de langste).
    Het is net gelukt daar niet laatste in te worden. Het crossen is leuk in de natuur en gister lekker beschut tegen een waterkoude wind. Het was zo een fijne middag buitenspelen, die met kijken naar de mannen (met manlief van de partij) en heen en weer lopen vanaf huis 2,5 uur opleverde voor #projectdaglicht.
    Er volgen nu nog – ijs en weder dienende – vier crossen: de Den Inkel cross en de drie volgende van JARO. In het nieuwe jaar onder andere de Wallenloop in Goes, nog meer crossen, een trainingsloop, de zwemloop van Vlissingen en wie weet een halve marathon of nog ergens een parkrun. Elke week een loopje is niet de ideale trainingsopbouw, maar wel heel leuk – en daar gaat het me deze winter om. Ik heb verder geen hardloopambities, dat kan ook niet met fietsen serieuzer nemen dan in andere winters. Daarom hoeft het ook niet hard allemaal – al mag dat wel. Maar veel vaart zit er nog niet in. Door allerlei omstandigheden is het best lang geleden dat ik écht gas heb gegeven met lopen, dat merk ik wel.
  • Adventsyoga. Ik wil vanaf vandaag tot minstens kerst Adriene’s maandkalender weer eens volgen, thema ‘Reflect’. Liefst dagelijks, eventueel met wat schuiven. Dat is weer eens even een nieuwe impuls en ik heb tijd want werk is niet zo druk.
  • Misschien de Festive 500 – 500 kilometer fietsen tussen kerst en Oud&Nieuw. Bestaat als ‘challenge’ al jaren, ik heb het nooit eerder gedaan. Lijkt me leuk, maar ik ga het af laten hangen van het weerbericht, want 500 kilometer Zwiften is me te veel. Zwiften is leuk, maar ook weer niet zó leuk. ik krijg al zadelpijn bij het idee!

In afwachting van nieuwe doelen vermaak ik me hier voorlopig wel mee. Na januari mag er wel weer iets meer richting in gaan komen. Hopelijk weet ik dan welke.

 

Door |2024-12-03T14:28:46+01:001 december 2024|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Prutsen aan Wattjes

In mijn stuk over het fijne sporten in oktober schreef ik kort dat ik problemen had met mijn in september gekochte spinningfiets. Die gaf namelijk steeds een veel te lage output (vermogen en snelheid) bij mijn mate van inspanning. Ik moest me voor 20 km/u behoorlijk uit de naad trappen en dan reed ik zo’n 65 % van vergelijkbare vermogens op een ‘echte’ fiets. Het probleem is opgelost inmiddels, dankzij Dies, hier komt het verhaal. Wie weet is dat nuttig voor andere gebruikers van een Virtufit Etappe 2.0i indoor cycle.

In de mist van begin november

Eerst even over het probleem. Op zich is het natuurlijk niet erg dat de output van een stationaire fiets niet klopt. Het is hooguit ontmoedigend om hard te trappen en dan zo’n lage snelheid te zien. Ook betekent het dat ik weinig effectieve verzetten had: het kleinste verzet was niet piepklein, daar had ik nog best wat af gewild, en de grootste waren veel te zwaar. Ik kreeg van de leverancier een tabel met daarop de verzetten met bijbehorende snelheden. Die gingen tot 55 km/u, wat bij mij dus neerkwam op 70 km/u – daar heb je niks aan, dat krijgt niemand rond.

Bovendien is zo’n fiets in de virtuele wereld niet stationair. Ik had voor dit type fiets gekozen vanwege de mogelijke koppeling met Zwift. Dat doet het goed, maar om ergens aan mee te doen is zo’n laag vermogen nogal beperkend natuurlijk.

Over het probleem had ik een aantal keer contact met de leverancier. Deels was dat nuttig – ik kon nagaan dat de snelheid per verzet klopte bijvoorbeeld. Deels was het tenenkrommend: de eerste reactie was dat als het fietsen te zwaar was, ik lichter moest schakelen. Dûh. Ik heb geen moment het gevoel gehad dat ze het probleem echt snapten. Bovendien was er niks aan te doen, zo zeiden ze, een monteur langssturen was niet nuttig.

Dus, zo concludeerde ik, had ik een fiets gekocht met een ingebouwde rekenfout. Dat vond ik raar. En was ik de enige met dat probleem? Online vond ik er niets over – alleen maar lovende recensies.

Oja, en tussendoor was ook een pedaal al uit de crank losgeraakt en bleek de schroefdraad beschadigd. Een nieuwe crank kreeg ik gelukkig wel zonder mankeren. Goed voor mijn vertrouwen was dat echter niet.

De leverancier suggereerde dat ik voor grotere precisie maar naar een veel duurdere smartbike moest kopen. Maar het gaat mij niet om precisie tot het laatste procent, het ging bij mij om een fout van zo’n 35 procent. Ongeveer de afwijking die je krijgt als je mijlen voor kilometers aanziet. Achteraf gezien bleek dat toeval, maar een van de dingen die ik wilde nagaan, was of dat het probleem kon zijn bij een fiets van Amerikaanse makelij. Leverde ook niets op.

Ik heb ook nog contact gehad met de NRC-webwinkel. De levering van de fiets was ook al een idiote soap geweest waarin bij het transportbedrijf tamelijk willekeurig namen aan adressen en postcodes waren gekoppeld (onze straat lag die week onder andere in Wijk bij Duurstede en Drachten) en ik tot drie keer toe vergeefs zat te wachten én onaangename hakketak-gesprekken had gevoerd met de dame van de helpdesk die de schuld elders legde natuurlijk. Het heeft me die week uren gekost. En ineens viel het pakket op de maandag erna uit de lucht – gelukkig waren we thuis. Samen met die ingebouwde rekenfout vond ik het van een kwaliteit die de NRC onwaardig is. Maar ook zij zeiden: lever hem dan maar weer in.

Ondertussen had ik voor Zwift een ‘workaround’ gevonden. De belangrijkste rekeneenheid van Zwift is vermogen per kilo lichaamsgewicht. Door mijn virtuele zelf aan te passen naar 42 kilo klopte dat. Zo reed ik als petieterig vrouwtje mee, en dat ging goed. Goed genoeg om er lol in te hebben (daarover een andere keer meer) en te besluiten de fiets te houden.

Ik deed een FTP-test in Zwift, waar een FTP van 153 Watt uitkwam. Moet zijn: om en nabij de 220. Maar goed dan. Hier is een plaatje van tijdens de test:

Op mijn Strava-activiteit van die test reageerde Dies. We appten nog even verder en toen bleek hij online iemand tegengekomen te zijn bij wie dezelfde spinningfiets in het begin juist helemaal geen weerstand gaf. Dat bleek een afstellingsprobleem te zijn, op te lossen door te draaien aan de weerstandskabel. Ik dacht: ‘???’ – geen idee hoe dat moet, maar ook omdat ik meteen dacht: en waarom zei de leverancier dat dan niet?

Enfin, Dies heeft verstand van techniek, hij is langsgekomen, ik heb een pedaal met vermogensmeting op de fiets gezet om te vergelijken, en zo is het gelukt om vermogen en snelheid veel meer in lijn te brengen met de realiteit. De weerstandskabel bleek maximaal strak aangedraaid. Het is het ding zo ongeveer in het midden van deze foto van het open achterwiel:

Je ziet de schroefdraad zitten waar je aan kan draaien. Dat ding dus, maar zelfs nu ik het weet, kan ik het nog niet aanwijzen op deze tekening uit de handleiding:

Knap dat Dies dat wel kon! Het probleem is daarmee opgelost, nouja, min-of-meer. De vermogens zijn niet zo precies, zeker niet de hoge. Maar rond FTP klopt het aardig. Er zijn nuttige kleine verzetten bijgekomen. In Zwift weeg ik ondertussen gewoon weer 63 kilo, en doe ik dusdanig mee dat 175 Watt rustig is, ook op een geinig virtueel mountainbikeje:

Dankzij het grotere absolute vermogen kan ik op het vlakke in een groep nu beter meekomen. Er zijn nog wel andere beperkingen: die onnauwkeurigheid van de hoge vermogens, het trage reageren van de vermogensmeter, het feit dat het eigenlijk geen echte meting is maar een berekening. Door dat laatste – denk ik – kan ik in Zwift aan sommige wedstrijden niet meedoen en werkt helaas ook de erg-modus niet. Maar dat zijn dingen die horen bij deze beperkte investering, dat snap ik wel.

Als ik zwiften zo leuk blijf vinden als nu, wil ik op termijn wel iets beters kopen. Maar dit is een prima begin. Dankzij Dies, dus, en niet dankzij winkel of leverancier.

 

Door |2024-11-25T19:46:20+01:0025 november 2024|Fiets|1 Reactie

Verschenen: Tot je 90ste op het podium

Het nummer was al even uit, maar mijn exemplaar was kwijtgeraakt in de post. Ik had de drukproef gezien en wist dus hoe mooi het zou worden, maar ik kreeg het net pas echt onder ogen: mijn artikel ‘Tot je 90ste op het podium’ in Fiets Magazine nr. 11 (november, p. 94-97). Ik schrijf mijn, maar ik moet eigenlijk zeggen ons, want mijn man maakte de foto’s.

Het artikel is een verslag van de Radweltpokal, het fietsfestival voor masters in Oostenrijk waar ik nu twee keer ben geweest. Op het maken ervan kijk ik met veel plezier terug. In het artikel komt een aantal draden samen die belangrijk voor mij zijn: sporten met plezier en prestaties als je ouder wordt, sport en zingeving, de strijd tegen de dominantie van de auto, het principe van ‘winner takes all’ in de huidige economie… en schrijven. Het was leuk om met een journalistiek doel bezig te zijn en zo met een boel mensen in gesprek te komen. De samenwerking met Fiets was ook prettig. Voor herhaling vatbaar dus!

(dit is een dubbelpost met lhcornelis.nl)

Door |2024-11-15T13:30:31+01:0015 november 2024|Fiets, Vrouwensport, Waarom|1 Reactie

Toffe Looptrainersdag

Ik liep zaterdag over het terrein van Papendal naar de auto en toen realiseerde ik me ineens: o, flip, geen foto’s gemaakt! Vorig jaar had ik dat wel gedaan. Van mijn workshops op de Looptrainersdag. Nou, dan maar even deze post zonder plaatjes van de dag: het was weer heel erg leuk, leuker nog dan vorig jaar. Althans, mijn workshops. Verder had ik het ietsje ‘uitgekleed’. De reisafstand is nu zo groot dat ik de eerste programmaonderdelen had overgeslagen, anders werd het wel heel erg vroeg op (met ook nog een etentje ’s avonds was het al een knetterlange dag), en ik reisde bovendien alleen, waar in voorgaande jaren vanuit Rotterdam het bijpraten met carpool- en trainersgenoot Paul ook een wezenlijk onderdeel was van de dag.

Mijn workshops waren een feest. Als eerste gaf ik ‘Zin en onzin over hardlopen in de overgang’, gericht op trainers natuurlijk. Ik had de indruk dat die enorm aansloeg, vooral op het punt van de frustratie dat je prestatieniveau in die jaren zo grillig kan zijn. Daarover gaat het nooit, dat herkenden de aanwezigen ook – alsof prestatiegericht sporten op die leeftijd niet bestaat. Die aanwezigen waren vooral vrouwen en gelukkig ook een paar mannen. Ze deden actief mee, dus het was heel dynamisch en ik leerde er zelf ook nog wat van: naast koolhydratenverwerking kan er nog meer veranderen in je spijsvertering onder invloed van de rommelige hormonen, waardoor zelfs coeliakie kan ontstaan.

Mijn tweede workshop was dezelfde als vorig jaar, ‘Optimaal training geven aan ouder wordende lopers’, meer in het algemeen gebaseerd op mijn boek. Ik had een paar kleine aanpassingen gemaakt, waardoor die nog net wat beter liep dan vorig jaar. De bespreking van de casus kwam meer uit de verf zo, en dat was erg leuk.

Ik had de voorbeelden heel dichtbij gehouden én geïllustreerd. In de workshop over de overgang las ik een ervaringsverhaal voor. Dat was van mezelf, uit het boek ook, maar dat vertelde ik pas achteraf, en toen liet ik ook een foto van die dag (triathlon Oud Gastel, 2017) zien. Die illustreert de moeizaamheid goed. De casus van de tweede workshop, ‘Henk’, was fictief, maar de foto erbij was die van mijn eigen man – en er zaten een paar elementjes in die ik frappant goed herken. Maar mijn deelnemers kenden ook zo’n beetje allemaal wel een ‘Henk’. De foto speelde ook een rol in de casus, want je kan erop zien dat er nog wel wat aan ‘Henks’ looptechniek te verbeteren valt: z’n voorste been is te gestrekt (te recht en te ver naar voren), waardoor hij te veel op z’n hak gaat landen zometeen. En hij trekt zijn schouders op. Maar zonder copyrightproblemen kan ik hier dus toch twee plaatjes laten zien, uit mijn eigen presentaties:

Door |2024-11-11T12:08:21+01:0011 november 2024|Trainer, Vrouwensport|0 Reacties

Wat een heerlijke sportmaand!

Met de triathlon van Zierikzee eind september kwam er een einde aan mijn seizoen en begon ik aan wat in trainingsleer ‘overgangsperiode’ heet. Komt neer op: in oktober even geen schema, niet doelgericht sporten, binnen mijn grenzen blijven. Dat klinkt misschien wat niksig, maar het werd juist een heerlijke sportmaand.

Geen doel/schema klopt niet helemaal, want ik had wel degelijk een doel en dat kleurde de hele maand: afgelopen zondag plus maandag ben ik samen met vriendin Marijke rond het Veerse Meer gewandeld, 60 kilometer in totaal. Voor twee dagen van 30 kilometer moest ik wel een beetje trainen, en dat deed ik in de vorm van twee prachtige andere wandelingen: meteen op 1 oktober van het Veerse Meer Meer naar huis en op 13 oktober met manlief van Krabbendijke naar huis over het Grenslandpad (LAW 11).

De tweedaagse rond het Veerse Meer was top. We maakten de afspraak al een tijdje geleden en toen zeiden we nog: hopelijk is het dan nog fatsoenlijk weer, zo laat in oktober. Nou, het leek op zondag wel zomer!

Marijke was op zaterdagavond al hier, en mede dankzij de wintertijd konden we zondag vroeg starten. We fietsten naar de Zandkreekdam en wandelden eerst over Noord-Beveland, een gebied dat ik nauwelijks ken. Paar mooie stukken, en ook interessante op het gebied van de verroompottisering – het gebied in de buurt van Kamperland dat ik uit mijn kindertijd ken, is opgeslokt door luxe villa’s, en waar je op de ‘goedkopere’ plekken nog wel langs de oever kunt lopen, is die daar allemaal privé-terrein.

Na de voor mij wel bekende Veerse Dam kwamen we in overnachtingsplek Vrouwenpolder, precies halverwege. Daar ontdekte ik dat ik letterlijk gaten in mijn sokken had gelopen:

Dat had tot een blaar geleid, maar dat was dan ook de enige fysieke malheur, verder hebben mijn benen het prima gedaan, ben ik blij mee. Ik had wat zorgen gehad om mijn rechterheup, maar dat kwam net op tijd in orde, dankzij de chiropractor. Toen werd echter vorige week manlief verkouden, dus ik dacht ‘nee hè?’  Maar voor het eerst ooit heeft hij mij niet besmet – dat geeft vertrouwen in mijn weerstand, ben ik ook blij mee, gezien mijn verkoudheidgevoeligheid. En ik heb dus heerlijk gelopen.

Manlief kwam naar Vrouwenpolder met boodschappen, we kookten zelf en hij at mee. Op maandag liepen we het mooiste stuk van de wandeling naar en door Veere.

Het ging een beetje regenen maar in Veere was gelukkig een hotel open voor koffie. Daarna volgde een wat taaier stuk over asfalt, maar wel leuk om terug te kunnen kijken naar het traject van de dag ervoor, en met de ontdekking van natuurgebied de Middelplaten. Ik kwam daarna op bekender terrein, maar het laatste stuk verraste me weer met buitendijkse en onverharde stukken. We werden toen wel moe, mijn blaar werd vervelend ook, en we waren dus blij om na het laatste knooppunt van het wandelnetwerk….

…de fietsen terug te zien, na hun nachtje in de eenzaamheid van Katse Veer.

We waren vooral ook trots, tevreden en blij! Bovenal was het ook erg gezellig.

Alles bij elkaar wandelde ik deze maand 130 ‘geklokte’ kilometers. Ik liep een boel aan elkaar zo, en kan nu zeggen dat ik van geboorteplaats Vlissingen naar het oosten via nieuwe woonplek naar Steenbergen en naar het noorden over het Kustpad via oude woonplek Rotterdam naar nog oudere woonplek Amsterdam (Pelgrimspad) en ook nog naar twee Noordzeehavens en de Duitse grens (via het Grote Rivierenpad) ben gewandeld.  Jaren over gedaan en veel plezier mee gehad. Volgende plannen zijn in de maak.

Zonder horloge wandelde ik nog ongeveer 25 kilometer in kleine stukjes van en naar stations: hier, en in Middelburg, Amsterdam, Leiden en Rotterdam. Daaruit blijkt al: het was ook druk met werk, met onder andere twee keer naar de Randstad voor boekpresentaties, en een paar andere leuke dingen. Toch heb ik kans gezien om nog meer te sporten. Hieronder de hoogtepunten.

Ik maakte een paar geweldige fietstochten, mede dankzij het heerlijke weer.

  • Op 19 oktober deden manlief en ik mee aan Jo off the Roo’t, een georganiseerde gravelrit in de Zak van Zuid-Beveland. Dat was erg leuk en een prachtige route. Er kwam nog een interessante wandeling achteraan en al met al was ik die dag bijna 9 uur non-stop buiten. Het was een zware werkweek geweest, met drie keer naar de Randstad en diverse frustraties – vrijdagavond kon ik niet meer uit mijn ogen kijken – maar van zo’n dag knapte ik enorm op!
  • Op de 25e fietste ik een grote ronde over de Grevelingendam, met een stuk waar ik nog nooit was geweest, langs Sint Philipsland en over Tholen. En met een net echte blik op de verdronken stad Reymerswaal, ooit de derde stad van Zeeland:

Het was zulk mooi weer dat ik nog weinig gebruik heb gemaakt van m’n nieuwe spinningfiets. Desalniettemin verkende ik Watopia, het virtuele land van Zwift (links), versloeg ik al eens iemand in een eindsprint om de derde plek (midden) en reed ik twee keer in een vrouwen-trainingsgroepje (rechts):

 

Ik ben ook nog de hele maand in de weer geweest met de leverancier van de spinningfiets vanwege de te lage output. Dat werd een frustrerende kastje-muur, waarbij ik vind dat het een fiets met een rekenfout is en zij dat het aan mij ligt (even kort door de bocht). Ik heb bedacht hoe ik toch kan  meedoen op Zwift: als ik mijn gewicht ook 30 % naar beneden aanpas, heb ik een realistisch vermogen/kilo lichaamsgewicht, en dat is Zwifts rekeneenheid. Groepsritten gaan goed, ik wil binnenkort ook nog een FTP-test en een wedstrijd uitproberen. Ik weet nog steeds niet zeker of ik hem wil houden.

Met zwemmen schakelde ik over van het open water naar het winterprogramma: zwembad en dippen. De laatste keer open water was op een bijzondere plek: het badstrand in Vlissingen, waar ik ooit met mijn ouders voor het eerst de zee in ging. Het was mijn kennismaking met het clubje zeezwemmers daar. Zij zwemmen wekelijks op zondag. Voor herhaling volgend seizoen vatbaar.

Ik ben de derde van rechts, met gele badmuts en bivakmuts eronder

Dippen is nu nog heel comfortabel. Erg leuk was de eerste keer lopend naar Wemeldinge en daar het water in, de combi waar ik me al op verheugde sinds we dit huis kochten.

Voor hardlopen had ik niet veel tijd, maar wel bijzonder was de Light Kustrun, onderdeel van het Kustmarathonweekend, met Lilian. Prachtige avond, de lichtjes was een fraai gezicht, en wij gingen als skeletten:

En of dat allemaal nog niet genoeg was, ben ik ook nog wezen zwemmen in good-old Zwembad West in Rotterdam (‘sentimental zwemjourney’), wandelde ik met een Eversdijk (vriendin Jolanda) door Eversdijk (gehuchtje vlakbij Kapelle), fietste ik met Bastiaan vanuit Haarlem een rondje door de duinen, hield ik m’n yoga aardig bij… ik zou er bijna moe van worden, als ik het zo lees, maar het tegendeel is het geval. Het meeste wat ik deed was rustige duur, en in dat opzicht was het dus wel een overgangsmaand. Ik voel me topfit, mede dankzij zo veel naar buiten in de herfst.

Het was bovenal een heerlijke maand, en wat ben ik vaak blij geweest met m’n nieuwe woonomgeving!

 

Door |2024-10-30T17:56:59+01:0031 oktober 2024|Fiets, Loop, Waarom, Zwem|0 Reacties

‘Extreem’ sportende millennials?

Nicole attendeerde me op een aflevering van Stand van Zaken over ‘sportfanaten‘: millennials die extreme sporten doen. Leuk om te zien, vooral omdat er van alles bekends in zat: de Wassenaarse zwemloop (die deed ik twee keer, waarvan één keer met Nicole), de marathon van Rotterdam, een vleugje triathlon én een van mijn hardlooptrainersopleiders, Dave Baars.

Maar om nou te zeggen dat dat allemaal zo extreem was… Beetje vreemd om een zwemloop op één hoop te gooien met de Marathon des Sables. Het leek wel alsof alles wat anders was dan drie keer per week naar de sportschool ‘extreem’ was. Eens een keertje tien kilometer of meer hardlopen maakt je toch bepaald nog geen fanaat. Wees blij dat die lui sporten, en nog lekker buiten ook, zou ik zeggen.

Eén ding leerde ik er wel van: dat het voor die jongere generatie, grote doelgroep, een soort festival is. Dat verklaart wel de ‘gekkigheid’ en de luidruchtigheid bij veel evenementen, en het helemaal uit je dak gaan als je een loopje finisht.

Verder is het volgens mij helemaal niet zo generationeel. Als je ziet hoe veel mijn generatie uitgeeft aan multisport… althans, de welvarenden. Het is meer een klasse-verschijnsel volgens mij: hoogopgeleid, Randstad, goede banen.

Toch wel interessant dus, en vooral leuk om te zien!

 

Door |2024-10-26T17:56:36+02:008 oktober 2024|Loop, Trainer, Waarom, Zwem|2 Reacties
Ga naar de bovenkant