Louise

Over Louise

Louise Cornelis is trainingsbegeleider voor duursporters (sportkunstenaar.nl), en is zelf ook fietser en triatleet. Daarnaast heeft ze een bedrijf voor tekstadvies (lhcornelis.nl). Ze woont in Kapelle, samen met Henk, een boel fietsen, twee kajaks en een hamster. In maart 2023 verscheen haar boek 'Optimaal blijven sporten voor 45+'ers'.

Ook de week thuis liep anders dan verwacht

Toen ik afgelopen maandag schreef dat ik me na de vakantie fit voelde, dacht ik daar al stiekem ‘voor zo lang als het duurt’ achter. Manlief was namelijk zondag al snotterig en moe, en ik vreesde al dat ik de dans niet zou ontspringen, want dat gaat meestal zo. Inderdaad: dinsdag had ik keelpijn, woensdag koorts. Vrijdag kwam de aap uit de mouw, al vermoedde ik het al: het bleek corona.

Ik had woensdag al getest, toen was-ie negatief, maar wilde het nog eens overdoen omdat ik er bijna van overtuigd was dat het wel corona was. Ik herkende wat frappante dingen van de vorige keer (2022), vooral de voor mij ongebruikelijke balans tussen de luchtwegsymptomen enerzijds en de koorts en lamlendigheid anderzijds. Ook de tombola aan verschijnselen ken ik bij mezelf niet van gewone griep en verkoudheid: ik ben een paar uur misselijk geweest, heb een paar uur hoofdpijn gehad, een paar uur brandende ogen, een paar uur veel geniest, ’s nachts een keer keelpijn en een keer gehoest… en dan verdwijnt dat zomaar weer, er is geen peil op te trekken. Ik was bijna blij dat de tweede test me gelijk gaf, zal ik maar zeggen. Het maakt op zich  niet zo veel uit, het is sowieso een kwestie van uitzieken nu, maar met corona ben ik extra voorzichtig met mezelf en anderen. En ik hoef voorlopig niet gevaccineerd natuurlijk.

Enfin, ik had me de week extra thuis vanwege eerder terug van vakantie anders voorgesteld. Het contrast was zo wel erg groot: van dagelijks fietsen in een onbekende omgeving naar bankhangen in de eigen woonkamer. Ik ben er zowaar niet eens heel erg stijf van geworden. En gelukkig was er de Vuelta en had ik nog een paar leuke boeken.

Ik ben inmiddels duidelijk aan de beterende hand, maar dat gaat altijd te traag natuurlijk. Manlief is alweer zo’n beetje okee; de vorige keer ging dat bij hem ook sneller dan bij mij.

Wat het ziekzijn ook betekent: definitieve punt achter het seizoen. Ik had op de boot terug uit Ierland zitten kijken of er deze maand nog ergens iets leuks te doen was, tijdrit, triathlon, wie weet. Maar dat zit er dus niet in, en dat is jammer, maar het had slechter uit kunnen komen. De vorige keer bijvoorbeeld nam het een hap uit het seizoen. Ook qua werk kwam het niet slecht uit, want ik was toch nog vrij. En gelukkig waren we al thuis.

Ik ga uitzieken, beetje freewheelen, nieuwe plannen maken en dan in de loop van de herfst het trainen weer oppakken. Hopelijk krijgen we weer een mooie oktobermaand en kan ik dan nog een paar keer lekker fietsen! Of moet ik dat nou juist níet denken? Want het lijkt wel een rode draad deze zomer, het gold voor deze week, de vakantie en mijn wedstrijdseizoen: het loopt anders dan ik had verwacht en dan ik eigenlijk had gewild. Het is niet anders!

 

Door |2025-09-06T19:54:38+02:007 september 2025|Fiets, Triathlon algemeen|0 Reacties

Op de Stadsloopfoto

Komende vrijdag is in Goes de 28e Stadsloop (leuke loop, aanrader!) en kijk nou wie prominent op de foto staat op de pagina van AV’56 daarover! Voor de rest zijn het ook alleen maar vrouwen – maar mannen zijn ook welkom, hoor! Ik doe dit keer niet meer maar ben wel aanwezig als parcourswachter.

 

Door |2025-09-06T12:30:26+02:006 september 2025|Loop|0 Reacties

Zadelhoogte, of: stel je fiets goed af

Op sommige plekken in Ierland (en we zagen het later ook in België) wordt best veel gefietst op huurfietsen, vooral e-bikes. Op de Aran-eilanden bijvoorbeeld, daar komen geen auto’s, en de fietsverhuur deed denken aan de Waddeneilanden:

Ik kan het niet laten om te kijken hoe mensen op hun fiets zitten, dat is een van mijn hobbies, en wat me opviel, was hoe veel van die huurders, en dan vooral de vrouwen, hun zadel veel te laag hadden staan. Ik kreeg van de aanblik al kniepijn. Ik zou ze wel toe willen roepen: gun jezelf een betere fietservaring en zet dat zadel hoger! Of als je dat niet durft, leer dan eerst echt fietsen voordat je met een e-bike op pad gaat.

Want dat is het denk ik: angst, en dus altijd met je voeten bij de grond willen kunnen. Royaal en met platte voet, kennelijk, want de zadels stonden vaak lager dan voor ’teen aan de grond’ nodig is. Voordeel is dat je dan bij een rood stoplicht niet van het zadel hoeft, dat zag ik in België zo iemand doen. Scheelt weer een beweging…

Ik had zelf net de ervaring gehad dat ik last van mijn knieën krijg als mijn zadel maar een centimetertje te laag staat. In Engeland al bleek namelijk de vering van mijn 18 jaar oude Thudbuster (parallel verende zadelpen, zodat je altijd dezelfde afstand hebt tussen zadel en pedalen) stuk: de veren (stukjes rubber) waren verteerd. Suf, dat had ik niet gemerkt, ze zaten netjes ingepakt in hun hoesje. Zo kwamen ze eruit:

Dat was in Belfast, waar een behulpzame fietsenmaker ze (gratis en voor niets – we betaalden alleen onze koffie) heeft vervangen voor twee stukken hard plastic en dat heeft het prima gedaan. Thuis hebben we nog reserve-veren, die gaan er weer op, want een beetje vering is soms toch wel lekker.

Maar daarvoor had ik dus een paar dagen lang én maximaal ‘ingeveerd’ én iets te laag gezeten. Toen ik het in de gaten kreeg (onder andere door mopperende knieën), had ik mijn zadel al hoger gezet, en het was verder zonder erg, maar zo bleek maar weer eens wat ik vaker had ervaren: een klein beetje te laag zadel geeft al een te grote belasting op mijn knieën.

Na Belfast gebeurde even het omgekeerde: met dat nieuwe harde plastic stond mijn zadel net iets te hoog. Prompt kreeg ik last van iets aan de achterkant boven mijn rechterknie (hamstring of aanhechting kuit). Ook dat was gauw opgelost en hersteld, en toen heb ik verder lekker kunnen fietsen.  Nouja, beetje hobbelig af en toe dus, op slechtere en onverharde wegen.

Ik wil maar zeggen: afstelling van een fiets is knetterbelangrijk. Nou deden wij natuurlijk iets heel anders dan die huurders, maar toch: je kunt al gauw de indruk krijgen dat fietsen retezwaar is, of dat je er de knieën niet voor hebt, en dat je dus zeker een e-bike nodig hebt om fietsen mogelijk te maken. Dan heb je dus een negatievere fietservaring dan nodig is.

We reden ergens ook nog een tijdje achter twee fietsers aan waarvan er eentje niet schakelde. Die heb ik in het voorbijgaan gezegd: shift eens gears, joh, maak het jezelf makkelijker en leuker. Ik geloof niet dat dat aankwam.

Het doet me verdriet als mensen fietsen zelf vervelender maken dan het is.

 

Door |2025-09-05T11:11:34+02:005 september 2025|Fiets|0 Reacties

Rondje Ierland gefietst

De posts sinds eind juli verschenen ‘achter mijn rug’: ik had ze vooruit geplaatst, was er zelf niet, want ik was fietsen! Manlief en ik hebben een rondje Ierland gefietst: heen via Europoort-Hull en Liverpool-Belfast, terug via Rosslare-Duinkerke. We hebben 1782 kilometer gefietst, in 33 dagen. Dat was minder fietsen en korter weg dan gepland, want we hebben nogal wat aanpassingen moeten maken: eerst door slecht weer, daarna door de drukte in het zuidwesten in het hoogseizoen (geen accommodatie, erg druk met auto’s), en in het algemeen ook wel door te weinig campings. Een paar keer wisten we niet waar we ’s avonds zouden slapen. En toen moesten we plan B, terugvaren naar Cherbourg in Normandië en vanaf daar naar huis fietsen, ook nog aanpassen omdat die boot geannuleerd werd. Met andere woorden: het was een van onze avontuurlijkste fietsvakanties ooit.

Desalniettemin: alles is steeds goedgekomen en we hebben een mooie tijd gehad. Fietsen in Ierland is prachtig, het landschap bleef maar mooi, het was zeker uitdagend met de vele hoogtemeters, maar niet te zwaar, we hebben het fysiek goed doorstaan en een boel erg aardige mensen ontmoet.

Het deed me goed om te merken dat ik ook op mijn 59e en  manlief op zijn 68e nog steeds graag zwerf, fiets en kampeer – dat we daar nog steeds fit en flexibel genoeg voor zijn. Met de aanpassingen heb ik wel geworsteld (ik voer altijd graag mijn plannetjes uit), en toen het aan het begin zwaar was door navigatieproblemen en eindeloze koude tegenwind heb ik wel gedacht dat mijn bereidheid tot dat type afzien kleiner aan het worden is. Zo van: waarom doe ik mezelf dit aan? Er was één dag waarop een te lange fietsdag in de tegenwind eindigde op een slechte camping zonder beschutting – toen wilde ik ontzettend graag naar huis, meer dan ooit eerder tijdens een vakantie. Maar we hebben doorgezet, en daarna is het verbeterd en goedgekomen.

Ik heb er weer een boel van geleerd over mezelf. Maar ik heb vooral ook enorm genoten! Bovendien is me vooral bezighouden met ‘is het hier links of rechts en waar slapen we vanavond?’ erg ontspannend ten opzichte van de beslommeringen van alledag. Ik voel me nu ontspannen en fit. Het is bovendien even lekker rustig thuis door de vroege terugkeer, met een nog lege agenda. Daarna staan er onder andere een paar workshops voor lopers en trainers op het programma. Ik bezin me nog op nieuwe sportieve plannen. De komende dagen wat andere dingen oppikken dan fietsen: yoga, zwemmen, hardlopen. Misschien is er nog wat leuks te doen ergens, zo in het naseizoen?

Ons hele reisverslag is terug te lezen op Polarsteps, met foto’s en routekaart 

Door |2025-09-02T10:13:37+02:001 september 2025|Fiets, Waarom|1 Reactie

Zwart-witte vegetariër

Ik steek het op dit weblog niet onder stoelen of banken: ik vind het heerlijk in Zeeland, mijn leven is er door onze verhuizing echt op vooruit gegaan. Ik geniet van dorp en omgeving en we zijn hier fantastisch ingeburgerd, mede dankzij de sport (en, terzijde, de politiek). Maar er zijn een paar kleine dingetjes die tegenvallen.

Ik schreef eerder al over de zwembaden die me een cultuurshock gaven. Dat gaat sindsdien beter. Ik heb nu al lang niet binnen gezwommen – het open water is veel te lekker. Het zou nu ook best druk kunnen zijn hier, want het zwembad in Goes is de hele zomer dicht vanwege een verbouwing en het Kapelse zomerrooster is niet verruimd. Ik heb er geen last van gehad. Ook de maanden voor de zomer waren wel okee: geen al te grote drukte of ergernissen meer gehad.

Iets anders wat ons opvalt, is dat vegetarisch eten hier veel ongebruikelijker is dan in de Randstad. De restaurants hebben weinig keus en mensen kijken vreemd als we zeggen dat we geen vlees eten. Ze zeggen niet zo veel, en ik vraag me wel eens af wat ze denken.

Het speelt ook bij het sporten. Na het zwemmen in de Oosterschelde doe ik als enige niet mee met de bitterballen die in die groep echt een dingetje zijn. Ik geef ook niks om gefrituurde hapjes, dus een vega alternatief hoeft voor mij niet aangerukt te worden. Verder is het daar niet moeilijk en de groep weet het ondertussen, maar rond het sporten is het al wel een paar keer vervelend geweest. Zo kregen we bij de inschrijving van de Jo de Roo toertocht bonnetjes voor een broodje na afloop. We hadden toen best trek, maar wat bleek? Alleen met knakworstjes ofzoiets. Daar snappen we dan niks van: hoe moeilijk is het om een paar plakjes kaas of een bakje humus klaar te zetten? Als we daar iets van zeggen, kijken mensen alsof ze het in Keulen horen donderen.

Van dat soort ervaringen hebben we nu een hele verzameling. Na de zwemmarathon vorig jaar: keuze tussen kroket of frikandel. Bij een atletiekevenement waar Henk vrijwilliger was: een broodje ham en een broodje kaas in elk lunchpakket. Dat komt op mij ronduit ouderwets over. Enzovoort.

Ik verwonder me niet alleen als vegetariër, het is steeds ook zulk slecht vlees. Je hoeft geen vegetariër te zijn om dat niet te willen eten; er zijn ook zat mensen die om religieuze en/of gezondheidsredenen geen ham en vlees-snacks eten. Ik heb wel eens als grap gezegd: in Rotterdam verkeerde ik in kringen die na het sporten aan de vegan herstelshake gingen, hier zijn het bitterballen met bier. En daar zit ik dan met m’n kopje thee tussen.

Na die toertocht heb ik, bozig, zelf voor ons broodjes van de tafel gerukt en daar de smaakmakers op gekwakt: hete saus en gebakken uitjes. Dat was best lekker. Maar toch… onze ervaringen bevestigen wel echt een cliché over het verschil tussen Randstad en ‘regio’. Bij die toertocht was het druk, dus ik keek met dat broodje-met-saus-en-uitjes om me heen en dacht: dus die eten állemaal klakkeloos knakworst? Dat vind ik best wel schokkend.

Laat ik het er dus nog maar eens even radicaal inpeperen, voor het eerst zo uitgesproken op dit weblog (zo militant ben ik anders niet). Vlees zo centraal stellen kán gewoon niet meer. Met het oog op klimaat, milieu, sociale rechtvaardigheid, dierenwelzijn en gezondheid moet onze vleesconsumptie drastisch omlaag. Er zijn weinig dingen waar ik zo zwart-wit over denk. Ik vaar dan ook al meer dan 40 jaar wel bij vegetarisch eten, en ja, dat is met veel sporten. En zonder vegan herstelshakes (;

 

Door |2025-07-28T12:18:46+02:0030 augustus 2025|Triathlon algemeen|1 Reactie

Boel nieuwe spullen

Ik heb dit jaar tot nu toe best wel veel spulletjes gekocht en dus geld uitgegeven voor het sporten. Voor het grootste deel waren dat vervangings- en inhaaluitgaven: dingen die kapot gingen of ooit gegaan waren en waarvan ik de nieuwe aankoop lang had uitgesteld. De afgelopen jaren beheerste de verhuizing nogal mijn hoofd én mijn portemonnee.

Zodoende wilde ik eigenlijk al langer een nieuwe fiets, en dat kwam er pas dit jaar van. Ik heb m’n blauwe graveler nu vijf maanden en hij bevalt erg goed. De laatste tijd zitten er snelle banden onder en gebruik ik hem als racefiets. Als er dan eens even wat moeilijker wegdek in het parcours zit, heb ik met m’n bredere banden voordeel, en een nadeel merk ik eigenlijk niet. Ik heb wat moeten sleutelen om het zadel op de goede hoogte te krijgen, maar ik zit er nu op als gegoten.

Ook zo’n lang uitgestelde aankoop: een goede sportbril.

Ik heb heel lang geen sportbril gehad, deed triathlons met daglenzen en verder alles met m’n gewone bril of zonnebril. Die zonnebril dateerde echter nog van 2010 en dat ging echt niet meer voor langer dan eventjes. Mijn ogen zijn in 15 jaar toch wel veranderd, vooral qua kippigheid dichtbij. Bij sporten is dat minder erg dan in het dagelijks leven, maar toch is dichtbij scherp zien handig voor het aflezen van het horloge en de navigatie enzo. De nieuwe sportbril is dan ook varifocus. De glazen kleuren mee, zodat ik niet de hele tijd van bril hoef te wisselen als ik even ergens naar binnen stap ofzo – dat moest met de vorige wel. Aan die eigenschappen hangt een stevig prijskaartje, oef. Maar ik ben er blij mee! Het is trouwens een Evil Eye (ik zou zelf m’n product nooit zo noemen, maar goed, Adidas wel) van Boone Optiek. Manlief heeft er al langer net zo een. Ik was ook een beetje jaloers dus.

Ook lang gedacht ‘dat moet ik eens kopen’: een stuurtas voor op de vakantiefiets. Die komt van de Zwerfkei, waar we waren omdat we ook nog een nieuwe tent hebben gekocht, maar dat terzijde. Nieuw uitzicht op de vakantiefiets zo dus:

Op die fiets moest ook nog een nieuw zadel, want ik bleef er zadelpijn op houden. Ik denk dat het net iets scheef geworden was, en mogelijk was het ook net iets te breed . Het is nu hetzelfde type zadel als dat van m’n nieuwe gravelaar. Daarvan dacht ik eerst dat het te hard zou zijn, maar ik zit er juist heerlijk op. Die druk zit namelijk precies op de goede plek: onder m’n zitbotjes. Van dezelfde onvolprezen winkel ook: de Kromme Spaak – we zijn erg blij met deze straatgenoot.

Tussen al dat kopen door ging m’n vermogensmeter stuk, ik schreef daar eerder over en ook dat ik hem al vervangen had. Het gaat  om een Favero Assioma, ik heb hem sindsdien gemonteerd, op de foto gezet….

… en in gebruik genomen. Bevalt ook weer helemaal prima. Het was even prutsen met cranklengte en vermogenshalvering, maar nu zie ik waardes die overeenkomen met hiervoor. Groot voordeel vind ik dat ik dit pedaal kan opladen en dat ik dus geen batterij hoef te verwisselen. Dat is sowieso handig, en zeker na de ervaring met de vorige. Ook grappig: dit pedaal knippert. Mijn pedaal knipoogt naar me!

Een iets ander verhaal was de fietscomputer die ik voor manlief had gekocht als verjaardagskado, bedoeld om mee te navigeren. De eerste, een Sigma, deed het niet goed: die bleef steeds hangen. De leverancier wilde geen nieuwe sturen, hij moest terug naar de fabriek. Dat ging eindeloos duren, dus kregen we van de Kromme Spaak gelukkig ons geld terug – zij vonden de service van Sigma net zo slecht als wij. Dan maar online, ondertussen heeft hij een Hammerhead Karoo en dat gaat allemaal goed. Het gaat om zíjn fietscomputer, maar als we samen fietsen, heb ik er ook wat aan natuurlijk. Beetje omgekeerde wereld is dat, want meestal ben ik de navigeerder.

Eerder schreef ik al over de nieuwe sportvoeding en dus de aankoop van gels van Sis. Die heb ik alweer bijgekocht, en er is nog een zak maltodextrinepoeder bijgekomen waar ik samen met electrolytentabletten sportdrank van kan maken. Dat gaat hartstikke goed: ik krijg het prima weg en mijn darmen blijven rustig. Althans, qua sportvoeding: ik ben nog aan het uitzoeken waar ze nog meer onrustig van worden. Dat gaat ook om geconcentreerde suikers, zoals in sommige soorten snoep en gebak.

Tel bij elkaar op mét de chiropractor erbij en ik heb de laatste tijd flink wat geld uitgegeven. Dat kan, sowieso wel, maar ook heb ik sinds onze verhuizing eigenlijk harder gewerkt dan ik wilde, dan de bedoeling was. Ik wilde het kalmer aan gaan doen, motto: ‘ik ben niet naar Zeeland verhuisd om de hele tijd in of voor de Randstad aan het werk te zijn’. Maar eigenlijk draait mijn bedrijf ‘business as usual’. Zeker afgelopen voorjaar zat er door een samenloop van omstandigheden een dikke piek, ik schreef daar eerder over. Voor mij als eigen baas betekent dat ook: goed verdienen. Dus geld uitgeven kon wel. En ik ben blij met m’n nieuwe spullen.

Oja, en ik neem me opnieuw voor minder hard te gaan werken.

 

Door |2025-07-28T18:07:56+02:0020 augustus 2025|Fiets, Triathlon algemeen|1 Reactie

Weer eens een blessure-zoektocht

Deze blogpost gaat over een blessure, maar die heeft eigenlijk niet eens zo heel veel met sporten te maken, althans, dat denk ik. Ik heb periodes gehad dat ik in het dagelijks leven mank liep, maar wel kon hardlopen, en een keer liep ik mank richting het zwemwater en kwam ik er recht van lijf en leden weer uit. Een andere keer kon ik geen schoolslag zwemmen van de pijn. Tijdens de yoga ging het een keer fout maar ook hoorde ik twee keer een soort ‘pok’ waarna het juist weer goed ging. Tijdens mijn andere sporten is er nooit wat misgegaan. Sterker nog: de meeste keren ging het mis bij de eerste beweging nog in bed. Of anders bij van die doodgewone dingen als de trap oplopen of de was ophangen. Gooi maar in mijn petje dus. Maar ondanks die onduidelijke relatie met sporten toch maar even over bloggen hier.

Waar gaat het om? Welnu, sinds januari ben ik een heel aantal keren door mijn heup gezwikt. Het voelt dan alsof die uit de kom gaat, maar dat zal wel meevallen – pijn doet het in elk geval zeer zeker, aan de voorkant van mijn heup. Het moment zelf, en daarna ook. Soms kon ik mijn been dan niet goed naar achter strekken (waardoor wandelen dus pijnlijker was dan hardlopen). Bovendien was ik dan onzeker want een volgende zwik lag steeds op de loer.

Het zwikken hing altijd samen met scheefstand in mijn bekken – en dat is de story of my life, zal ik maar zeggen, die bekkenproblemen. Ik had er voor het eerst in 1988 last van (dat weet ik zo goed omdat het tijdens die fietsvakantie was dat Nederland het EK voetbal won). Het heeft in al die jaren verschillende uitingsvormen gehad, dit zwikken was nieuw. Ik baalde er erg van, ik heb jaren getobd met scheeftrekken aan de linkerkant, dat was nog niet zo lang echt helemaal over, en nou dit weer…

Soms kwam het vanzelf goed – dat was dan zo’n verlossende ‘pok’ – maar meestal niet of dan duurde dat me te lang. Als het goed scheef zit, wordt het soms ook alleen maar erger en draait m’n hele rug vast, en via iets wat afknelt in mijn nek voel ik het dan tot in mijn vingers.

De laatste tien jaar word ik voor die bekkenproblemen mobiel gehouden door chiropractoren. Daar ben ik al die tijd ambivalent over geweest: het hielp maar al dat geduw tegen m’n gewrichten vond ik best heftig, en ik ben wel gevoelig voor de kritiek op de beroepsgroep, zoals bijvoorbeeld verwoord door Arjen Lubach en ik wist dat er risico’s aan verbonden zijn. (Overigens vind ik bij die kritische geluiden dat er een schijntegenstelling geschetst wordt tussen de reguliere zorg, zoals die van fysiotherapeuten, en de chiropractie – alsof in de reguliere zorg alles evidence-based is, er nooit iets misgaat, er niet alleen aan symptoombestrijding gedaan wordt en ze overal een oplossing voor hebben, als je maar geduld hebt. Dat is niet mijn ervaring.)

De laatste jaren kwam ik bij een chiropractie-praktijk als ik dat nodig had. Ik ging sinds mijn verhuizing dan meestal in combinatie met een ander doel in de Randstad. Dat liep in maart echter tegen een grens aan: het kwam maar niet goed met die heup/bekken en ik kreeg het niet meer ingepland. Bovendien dacht ik: ik wil het – zo mogelijk – structureler oplossen. Dus stapte ik over naar een praktijk in Goes, waar ik begon aan een intensief programma gericht op duurzaam herstel: de eerste zes weken twee keer per week erheen, daarna één keer.

Ik ben nu nog ambivalenter dan voorheen. Het lijkt erop dat het geholpen heeft. Dat ging bepaald niet in een rechte lijn en dat was best wel lastig, maar ik ben inmiddels al wekenlang niet meer opnieuw door mijn heup gezwikt. Het gebied is nog wat gevoelig, maar het heeft veel te verduren gehad natuurlijk ook. Bekken en rug zijn terug naar de voor mij gebruikelijke toestand van soms wat stijf maar goed mee te leven.

Aan de andere kant vond ik het ook een hele opgave, zo vaak naar de chiropractor, qua tijd, geld en frustratietolerantie. Ik was me er de hele tijd van bewust dat de aanpak een commercieel verdienmodel is. Dat speelde sterker dan ik eerder heb meegemaakt. Zo ga je alvast met je gezicht naar beneden klaar liggen op de behandeltafel. Zo ontmoet je dus de chiropractor – niet bepaald communicatief maar het scheelt tijd en dus geld. Luisteren was sowieso niet het sterkste punt van deze chiropractor, en we hebben wat vruchteloze discussies gehad, onder andere over de vraag of ik mijn lichaam niet opzadel met te veel ‘stress’ door het vele sporten, urgh. (Dat blijft toch lastig in de zorg: we moeten allemaal meer bewegen, maar als je dan een probleem hebt, doe je ineens te veel.)

Ondertussen ben ik ook nog naar een goede fysiotherapeut geweest die ik kende van vroeger, Leanne. Onder andere over oefeningen – want daar kon de chiropractor me ook niet mee helpen. Daar had ik wel wat aan, ook ter geruststelling. Ik ben met een lichaamskussen gaan slapen om mijn bekken en rug minder te laten roteren in zijligging in bed (het staat daar als zwangerschapskussen, haha, zo wordt het in Nederland vermarkt; in andere landen is een lichaamskussen gebruikelijker, begreep ik), en ik zit weer eens in een (bijna) dagelijkse zomer-yogastreak met hopelijk ook gunstig effect. Ik sport nog steeds veel, fietsen vooral, maar op dit moment niet in een strak schema. Mogelijk hebben al die andere kleine beetjes ook geholpen. Ik ben in elk geval voorzichtig optimistisch.

Wel wil ik toch echt graag af van de chiropractie. Na de zomervakantieperiode ga ik dus op zoek naar andere mogelijkheden om die bekkenproblemen aan te pakken.

 

Door |2025-07-28T11:34:45+02:005 augustus 2025|Triathlon algemeen|0 Reacties

Mentale zwemles

Gister een leerzame ervaring tussen Wemeldinge en Kattendijke, met het woensdagavondgroepje. Het woei harder dan ik had verwacht en we hadden die wind en dus ook stevige golfslag tegen in de ebstroom. Ik vond die golven erg zwaar: ik kwam geen moment in mijn ritme, want dat wordt door die golven verstoord. Harken is dat dan dus. Bovendien vragen golven, kwallen (niet heel veel maar wel grote en felgekleurde) en navigeren (Dies’ gele boei in het vizier houden) zo veel van mijn aandacht dat er niks overblijft voor techniek. Daardoor zwem ik slechter dan ik kan, en daar ben ik me ook van bewust. Samen voelt het alsof ik amper vooruit kom.

Daarbij komt dat ik gister en ook de keer meezwemmen ervoor de langzaamste van de groep was. De rest van de achterhoede is er dan niet, op vakantie enzo. De anderen zijn sneller – dat is op zich grappig: tussen de triatleten doe ik best aardig mee, maar tussen de ervaren ‘echte’ (zee-)zwemmers niet. Maar dan moet er dus iemand van hen op me wachten, zoals gister Dies dus, en later Margreta – want ja, je doet het als groep (dank, beiden!). Maar die kan dan dus geen eigen tempo zwemmen. Dat vind ik niet helemaal comfortabel.

Ik heb nog steeds weinig gevoel voor tijd in het open water, het voelde in elk geval als eindeloos lang zwemmen, en ik werd een beetje bezorgd of ik het wel vol ging houden. Ik was dus blij toen we afbogen naar Kattendijke en mijn armen het nog steeds deden.

Eenmaal daar met vaste grond onder de voeten keek ik op mijn horloge: ik had 1 uur en 2 minuten gezwommen. Dat is niks bijzonders: net die twee minuten trager dan de vorige keer. Tsjonge, dat viel mee!

Dat was een wijze les qua zeezwemmen: zo heel veel maakt die golfslag dus niet uit. De zwaarte zat hem in mijn gedachten erover: gehark, geen ritme, ik ben te traag, dit gaat eindeloos duren, ik houd de hele boel op, ze moeten op me wachten. Alleen mentale zwaarte dus. Leerzaam!

Met dat besef ben ik weer een heel klein stukje zee-zwem-ervarener geworden.

 

Door |2025-07-24T10:01:42+02:0024 juli 2025|Zwem|0 Reacties

Toerist in eigen streek

Vorig jaar had ik het over onze sportieve inburgeringscursus. Ook dit jaar zijn we weer volop bezig met het verkennen van onze nieuwe woonomgeving, maar nu voel ik me meer een soort toerist. Dit is een greep uit de leuke sportieve dingen van de afgelopen tijd:

  • Samen met Nicole wandelde ik langs de ‘murals’ van Goes: de grote muurschilderingen waarmee die stad zich onderscheidt. Dit vonden we de mooiste:
  • Henk en ik fietsten langs twee andere Kapelles, namelijk van Kapelle naar Westkapelle en Oostkapelle. Toen ik de dag erna in Oosterland moest zijn, ben ik voor de gein even over Capelle op Schouwen gefietst. Okee, dat is met een C, maar dat waren dus 4 Kapelles in twee dagen. Kapelle – Kapellen (B) – Kapelle staat nog op de verlanglijst!
  • We zijn samen met de stoomtrein van Goes naar Hoedekenskerke gereden, en van daar terug naar huis gelopen. Het ritje was erg leuk en de loop terug ook, alleen was ik qua lopen niet vooruit te branden: die sport staat in de onderhoudsstand.
  • We hebben een grote pontjesronde gefietst, met bootjes van Wolphaartsdijk naar Kortgene, van Zijpe (Bruinisse) naar Anna Jacobapolder en van  Tholen naar Yerseke. Dat zijn allemaal pontjes die alleen in het hoogseizoen varen, en niet elke dag, dus dat ws een beetje puzzelen, maar erg leuk. Ik vond het bijzonder om in Zijpe te zijn, waar de sporen van de vroegere grote veerverbinding nog zichtbaar zijn. leeftijdgenoten en ouderen herinneren zich ‘Anna Jacobapolder – Zijpe’ als het veer dat er altijd uit lag – ik was er nog nooit geweest. Een van de vrijwilligers die de huidige toeristenpont runt zette ons op de foto:

Twee blije Zeeuwen

Door |2025-07-23T16:37:30+02:0023 juli 2025|Fiets, Loop|2 Reacties

Kwallentherapie voor gevorderden

Vorig jaar schreef ik over mijn kwallenangst, en hoe een seizoen Kattendijke-Wemeldinge zwemmen een soort exposure therapie was. Dit jaar duurde het nogal eer ik dat stuk weer heb gezwommen. Eerst woei het steeds te hard en daarna was ik moe of ik kon niet.

Ondertussen begreep ik van de regelmatige zwemmers dat er dit jaar heel veel kwallen zijn. Er stond ook nog een deprimerend stuk in de regionale krant: dat het er steeds meer worden door klimaatverandering.

Gister ging er weer een groep, en dit keer had ik geen excuus: ik kon, ik voelde me goed, en het was veel te warm voor andere sporten en dan natuurlijk hartstikke lekker om te zwemmen. Maar durfde ik, qua kwallen? Uh, nou, ja, vooruit dan maar. In het besef: als ik het daarom laat, verlies ik ook de lol van het zwemmen in de Oosterschelde. Oftewel: ik laat me niet inpakken. Wat ik vorig jaar ook al schreef: feel the fear and do it anyway. Wel in dat bedekkende badpak.

Nou, het barstte inderdaad van de kwallen. In alle soorten, maten en kleuren, dus ook de griezeligste: grote blauwe 🪼 en bruine. Ik hield er wat geprik aan mijn gezicht aan over, vooral aan mijn neus. Best wel gemeen geprik: ik voelde het totdat ik 3 uur later in slaap viel. En ik vond het niet fijn. Halverwege was ik het tijdelijk ook echt zat, al die engerds.

Maar toch: de balans was positief: heerlijk gezwommen verder, water bijna 22 graden! Het was gezellig. Klaar voor vertrek, ik ben die helemaal rechts, met oranje boei voor m’n benen:

En daar gaan we (spot de oranje boei, weer rechts):

Qua kwallenangst merkte ik toch een groot verschil met vorig jaar: ik was minder panisch. Ik vond het nog steeds niet fijn en af en toe schrok ik behoorlijk (met m’n vingers in zo’n blubber, bleh, of een grote gekleurde engerd heel dichtbij). Maar ik bleef rustig – zeker niet meer dat tegen hyperventileren aan van vorig jaar. Niet meer non-stop pep-zelftalk nodig – het bleef bij dat ‘bleh’ en ‘oeps’… en dan weer door. En dus ook niet meer eenmaal in Wemeldinge dolblij dat de mentale veldslag er eindelijk op zat. Het prikken was ook nog wel een soort-van interessant: bij mij zag je niks, en dat was bij een paar anderen ook zo, maar weer anderen hadden knalrode vlekken of bulten. En erg is het verder niet – beetje prik, nou en?

Dus: in seizoen twee van de jeugdtraumaoverwinning merk ik dat ik vorder!

 

Door |2025-07-02T15:30:30+02:002 juli 2025|Zwem|1 Reactie
Ga naar de bovenkant