Jaararchieven: 2020

Brexit omkeren

Op 24 juni 2016 reed ik een voor mij legendarische trainingsrit. Ik was bezig met de aanloop naar de hele triathlon en had 180 km op het programma staan. ’s Ochtends was ik de dag begonnen met het nieuws: de uitslag van het Brexit-referendum. Dat was een mokerslag. Ik vertrok met een donderwolk om mijn hoofd, en het weer paste daarbij  – het regende zelfs even. Ik reed via de Beneluxtunnel en het fietspad ‘buitenom’ Voorne-Putten naar de Haringvlietdam en via Ouddorp naar de Brouwersdam. Daar draaide ik naar het oosten, ik kreeg de wind mee en de zon kwam door. Mijn humeur reageerde mee, en na bijna 7,5 uur en 175 km fietsen, verder nog via Schouwen, Duiveland, Flakkee en de Hoeksche Waard, kwam ik opgeklaard terug thuis aan. Zonder de Brexit opgelost te hebben natuurlijk, maar het fietsen had zijn helende uitwerking op mijn ziel gehad, mogelijk meer dan ooit tevoren.   

Vandaag heb ik die ronde voor het eerst opnieuw gereden. Ik fiets niet elk jaar zulke afstanden, en vorig jaar strandde een poging in veel te harde wind. Ik heb hem dit jaar omgedraaid, dat kwam beter uit voor de wind, en ik heb hem ook behoorlijk wat scherper aangesneden, vooral op Goeree en het stukje Zeeland, en zo kwam ik uit op 164 km, in 6u37 – ja, ook met een behoorlijk wat hoger gemiddelde en een maar een fractie hogere hartslag. Dat zegt niet zo veel: ook nu woei het, maar mogelijk stond de aanwakkerende wind vooral vanaf de Brouwersdam ook wel heel gunstig – ik zag mijn gemiddelde rap oplopen. Het was tussen Brouwershaven en Ouddorp wel veel drukker dan ik me van toen herinner. Desalniettemin: met mijn vorm zit het wel snor.

 

Opnieuw was het goed voor mijn ziel. Die het zwaar heeft: de hele corona-situatie geeft me op dit moment weer veel angst en verdriet en de onzekerheid over hoe lang deze ellende gaat duren vind ik moeilijk te verdragen. Daarnaast hebben we hier thuis een paar andere ‘soresjes’ die bij vlagen ook als donkere wolken voor me hangen (niks ernstigs, in de zin van: niks tussen mij en manlief, gewoon wat gedoe). De kunst van ‘fietstherapie’ is om uit die abstracte angst, somberheid en wolken in mijn hoofd te komen en te landen in het hier-en-nu van gewoon fietsen, in mooi en dierbaar landschap en prachtig weer. Dat lukte bij vlagen, ik stuiterde er wat in en uit vandaag, het was niet die rechte lijn omhoog van toen.

De Brexit heb ik niet omgekeerd vandaag. Corona niet opgelost. Maar het fietsen deed me wel weer goed.

 

Door |2020-07-23T19:24:51+02:0023 juli 2020|Fiets|0 Reacties

Driehoekstriathlon: OmOmOp

Vandaag thuistriathlon nummer 5 gedaan, door één van de eerste ideeën daarvoor uit te voeren: zwemmen rond, fietsen rond, en lopen op het nieuwe Schie-eiland, vorig jaar ontstaan door de bochtafsnijding. Zo ziet dat eruit op de GPS:

Vanwege de vorm noem ik het de driehoekstriathlon, m’n mede-deelnemer Henk noemde ‘m OmOmOp.

De afstanden werden geheel door het parcours bepaald en waren dus nogal uit balans:

  • Zwemmen: 2,1 kilometer. Ik was na Henk gestart om hem voorsprong te geven, ik haalde hem net niet in. Ik had niet m’n beste zwemdag: afgelopen zondag was ik op datzelfde parcours in veel wind twee minuten sneller. M’n rechterarm werd moe en daardoor had ik navigatieproblemen en m’n brilletje besloeg heftig. Oja, en het water stonk, maar dat merkten we eigenlijk pas naderhand aan onze spullen.
  • Fietsen: 5,1 kilometer, een ultrakort maar ook heel technisch parcours, met twee 180-graden-bochten in de afritten van de bruggen en de oprit van de Doenbrug ligt ook gek,  slecht wegdek langs de bochtafsnijding en in de Dorpsstraat, en overal nogal wat ander verkeer. We hadden afgesproken op onze stadsfietsen te rijden, vanwege de kortheid en de snelle tweede wissel – want dan kan lopen op dezelfde schoenen (inderdaad ging die wissel in 27″ – mijn snelste ooit!).
    Grappig om op de stadsfiets heel hard proberen te fietsen, op de korte stukjes dat dat kon. Dat ging niet heel snel, al leverde het nog wel een paar Strava-PR’s op – zo dicht bij huis fiets ik niet vaak al of nog zo hard. Ik haalde zelfs een racefietser in. Desalniettemin maar dik 24 gemiddeld gereden.
  • Lopen: precies 3 kilometer, waarvan 2 op het eiland over schelpenzandpaadjes die deels overwoekerd zijn op het moment – onder andere met brandnetels! Dat ging okee. Ik heb net hiervoor een beetje last gehad van een knie, die had ik bij een suffe misstap thuis verdraaid. Dit was de eerste keer dat ik weer voluit kon lopen, en ik kon lekker hard uitsprinten:

Henk kon die foto maken want die is de hele tijd voor me uitgebleven. Desalniettemin had ik hem verslagen – 1u22’49 om 1u24’30. Dat is voor mij het voordeel van zo lang zwemmen!

Het is op het ogenblik best wel taai dat er enerzijds alweer een heleboel kan, maar er anderzijds nog steeds triathlons worden afgelast (deze week onder andere Almere) en er ook nog niets wel weer wordt georganiseerd – ik zou erg zin hebben in een 5 of 10 kilometer loopje ergens, maar nee… nouja, thuistriathlons blijven kunnen! In elk geval is dat lekker buitenspelen. Zeker nu na al die regen en wind de zon weer eens scheen.

 

Door |2020-07-11T21:33:35+02:0011 juli 2020|Triathlon algemeen, Zwem|2 Reacties

Nog meer gewoonheid terug, maar nog lang niet alles

Ik kan over afgelopen week een soort ‘idem’ zetten bij mijn post van 17 juni:

– Ik ben weer naar de sportschool geweest – buiten, want het was nog voor 1 juli en ze blijven deels de lessen buiten geven voorlopig, Het woei maandag (ook al) best stevig, en dat voegde een heel nieuwe dimensie toe aan bodybalance. De yoga-matjes woeien op en als je net op één been of in een diepe lunge of krijger-houding stond en er kwam een vlaag, dan was het wiebelen. Ik vond het wel wat hebben, daar ben ik buitensporter genoeg voor. Mijn matje wilde trouwens net niet opwaaien toen ik het na afloop op de foto zette:

– Ik had opnieuw privétraining zwemmen, dinsdag, in een baan voor mezelf. Het was nu zelfs helemaal extreem, want ook van de andere groep, de borstcrawlcursus, was er maar één. Dus we waren met twee zwemmers, twee trainers en minstens twee man zwembadpersoneel. Het zwemmen gaat best wel weer lekker eigenlijk. In de tussenliggende dinsdag (ook alleen) heb ik een 2-minuten-test gedaan waaruit ik ongeveer 1 seconde per baantje langzamer bleek te zijn dan in maart. Dat valt alles mee – na twee maanden niet zwemmen en sindsdien nog weinig structuur erin. Wel is het open water inmiddels lekker op temperatuur natuurlijk.

Beide keren dacht ik afgelopen week: het zijn wel memorabele trainingen zo, waar ik me vast later, als alles weer gewoon is, amper meer kan voorstellen hoe het was, bodybalancen op het schoolplein, zwemmen met één ander in het hele zwembad. Vandaar die foto van hierboven, en ik maakte er maandag nog eentje, als sfeerimpressie:

In één opzicht was deze week ‘nieuw’ normaal: voor het eerst sinds begin maart heb ik weer een gemiddelde afstand op de stadsfiets afgelegd. Niet naar stations of opdrachtgevers nog, maar wel naar sportschool, zwembad, theater (ook voor het eerst weer!) en twee gezellige afspraken.

Het is fijn dat het allemaal weer kan en weer gewoner wordt, al ervaar ik mijn hele leven nog steeds als zeer afwijkend. Nog steeds zijn er geen wedstrijden, al is er hoop op mijn twee triathlons die nog niet geannuleerd zijn. Met mijn eigen werk nog vrijwel alleen maar thuis en dat van manlief helemaal zijn de werkdagen nog steeds heel raar en ik ben er ook niet happy mee – ik vind mijn werk wezenlijk minder leuk dan normaal, en dat baart me voor de lange termijn meer zorgen dat de omzet die ik dit jaar misloop.

En alles is verder raar en anders door de maatregelen en de protocollen. Ik zit moed te verzamelen om een enkele reis tussen hier en Vlissingen met de trein te doen, andere richting met wind mee fietsen, vind ik heerlijk om te doen. Maar twee uur mondkapje tussen andere reizigers waarvan je maar moet afwachten hoe ze zich gedragen en m’n fiets op verzoek ‘registreren‘ zonder daar enig recht aan te kunnen ontlenen – oempf. Ik heb sinds 11 maart niet meer in de trein gezeten, gek om dat nu zelfs spannend te vinden.

Het is nog steeds best moeilijk allemaal, vind ik. Maar in elk geval wel weer wat leuker dan het een tijd lang was. En dat leidt tot onvergetelijke ervaringen!

 

Door |2020-07-05T13:50:31+02:005 juli 2020|Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Gastblog Nicole: Triathlon Overschie

Toen Louise met het idee kwam vanuit huis een triathlon te gaan doen vond ik het meteen leuk. Bij mij gaat dat wat lastiger, ik woon niet aan de Schie en die sloot bij mij voor is veel te ondiep.

Net als iedereen is ook bij mij het coronagebeuren niet in de koude kleren gaan zitten. Gelukkig ben ik zelf nog steeds gezond en is er niemand in mijn omgeving ziek geworden of heeft zijn bedrijf verloren. Maar ik hoef denk ik niet uit te leggen dat ook zonder directe ernstige persoonlijke consequenties zo’n pandemie uit het niks en alles dat daar uit voort vloeit er wel in hakt. Veel meer thuis zijn, zorgen om wat het nieuws brengt en beperkt worden in je doen en laten en al die leuke dingen die wegvallen laat toch sporen na.

Zo begon ik toch weer allerlei angstjes te ontwikkelen. Dingen die ik normaal gesproken wel doe en durf werden nu ineens eng. Door de (weer) drukke stad fietsen, en mijn zwemangst was weer een beetje terug. Verkeersangst, ook verergerd omdat ik in januari over de kop ben gegaan met de fiets.

Maar sporten heeft mij er wel vaak door heen getrokken, ook omdat het een goede reden is om naar buiten te gaan. Ook in deze periode is het een houvast. Dus ja, natuurlijk sta ik aan de start van Thuistriathlon Overschie, ook wel de Streepjestriathlon. Zoals Louise ook al schreef, het is dan wel niet voor het echie, het is hartstikke leuk. Henk deed ook mee, dus er was ook nog een herenklassement.

Het voelt toch best echt, dat gehannis in de improvisatie wisselzone in het steegje. Het in de Schie plonsen vond ik toch weer even eng. Ik overwoog nog even om er maar 500 meter van te maken, of desnoods 750 maar uiteindelijk ging ik toch helemaal door tot aan de brug en weer terug. Het zwemmen ging steeds beter en op de terugweg vond ik het zelfs lekker. Met enige trots ook want volgens mij is het mijn snelste kilometer ooit. Niet dat ik er al zoveel achter de rug heb maar toch. En het is leuk om de waterhoentjes langs te zien drijven.

Het fietsen werd wat beperkt doordat het erg druk was, een stukje over de weg dan maar. Maar toen stond er weer ineens een vrachtwagen midden op de weg geparkeerd, ik heb snel last van dat soort verstoringen. Ook nog twee geocachers bezig gezien maar ik realiseerde het me te laat anders had ik nog een aanwijzing kunnen roepen.

Daarna nog een ienie mienie stukje hardlopen, tot onder de brug en weer terug. Henk was als eerste binnen (uiteraard) en mocht daarom de thee vast zetten. Tja, ik kwam natuurlijk als laatste over de “finish”, wat wil je als je andere twee deelnemers beiden Iron People zijn. Maar wat geeft het.

Geslaagde gezellige en sportieve middag. Word vast nog wel eens vervolgd met iets anders geks.

 

Door |2020-06-22T11:40:00+02:0022 juni 2020|Triathlon algemeen|0 Reacties

Streepjestriathlon

Gister heb ik samen met Henk en Nicole mijn vierde thuistriathlon gedaan. Ik had hem de Streepjestriathlon genoemd, want de bedoeling was om met de GPS zes paralelle streepjes te tekenen. Je kunt hier immers parallel aan de Schie over de Delftweg fietsen en lopen. Als je dus heen-en-weertjes zwemt, fietst en loopt, krijg je in totaal zes streepjes.

Henk had daarbij bedacht dat het leuk was om te keren bij een brug. We zijn dus gezwommen naar de dichtstbijzijnde brug, de Brug van Cyrene, in totaal 1 km. Daarna hebben we gefietst naar de Kruithuisbrug, in totaal 13,5 km, en gelopen naar de Doenbrug, 2,2 km.

(Daar zit nog een brug tussen: de Kandelaarbrug, maar dat zou het fietsen wel erg kort maken en bovendien is die brug er op dit moment alleen in theorie: hij is al maandenlang stuk. Dus die telt niet. Dat-ie stuk is, is overigens best lastig voor ons, want het beperkt onze mogelijke loop- en fietsroutes nogal.)

Het was heerlijk weer, met zo’n fraaie wolkenlucht, een briesje en een prima temperatuur. Het zwemmen kon zonder wetsuit, het water was heel helder met alleen wel veel kleine, harde dingetjes erin (turf? plantenafval? zaden?). Ik ben bij Nicole in de buurt gebleven, op ’t gemakkie. Op de fiets was het weer eens akelig druk, dus ook dat hebben we rustig gehouden. Bij het lopen ben ik lekker los gegaan en zo werd mijn slotkilometer de snelste in heel lang, en een van m’n snelste ooit (4’53). Hier kom ik aangesprint:

Het eindresultaat, qua streepjes, hier een detail uit m’n Movescount:

Het is te zien dat de zwem-GPS weer eens was blijven hangen: die heeft de Brug van Cyrene niet gehaald. Op Strava zie je het als drie aparte activiteiten, maar dat zijn dan ook wel strepen natuurlijk.

Het blijft een leuke manier van buitenspelen zo, in een verder wedstrijdloos seizoen. Het is alleen al leuk om een triathlonpakje aan te trekken en spullen vooraf klaar te zetten voor de wissel.

Na afloop heeft manlief gezorgd voor herstelvoer dat we buiten opaten:

Nicole en ik hebben bovendien de kans gegrepen om samen op de foto te gaan met onze Coronatriathlonmedailles (zie ook haar gastblog), in stijl, want op anderhalve meter afstand:

Ik heb Nicole gevraagd of ze ook over de Streepjestriathlon wat wil schrijven, wordt misschien vervolgd! 

 

Door |2020-06-21T13:10:13+02:0021 juni 2020|Loop, Triathlon algemeen|3 Reacties

Een beetje gewoonheid terug

Toen begin mei de eerste versoepelingen in werking traden, heb ik meteen dankbaar gebruik ervan gemaakt voor wat betreft de pijn in mijn nek en schouder: twee keer naar masseur en chiropractor maken een wereld van verschil. Fijn!

Verder keek ik de boel nog eens wat aan. Ik vond de ‘protocollen’ zo’n onbegrijpelijke en deprimerende janboel dat dat me verlamde, ik schreef daarover hier en op m’n zakelijke blog. Ik dacht: eerst maar eens zien of dit niet weer uit de hand loopt meteen. Dat blijkt niet zo te zijn, en bovendien ben ik vorige week in één klap gewend geraakt aan de onbegrijpelijke willekeur van de regels in de horeca.

Op dit moment is de besmettingsgraad heel laag dus kan er mogelijk veel meer dan wat de protocollen opleggen, maar als het weer ‘los’ gaat, zal het hard gaan, denk ik. Ik vind het nog steeds lastig om met de absurditeit, tegenstrijdigheden en willekeur om te gaan en om elke stap vooraf te moeten reserveren, maar dat kan ik nu beter accepteren, denk ik. Dan zing ik nog maar eens mee met De Dijk – dat ik een Heel Andere Wereld in mijn hoofd heb. En verder denk ik: vooruit dan maar.

Dus ben ik gister en eergister weer een klein beetje gewoner gaan sporten:

Maandag ben ik voor het eerst weer naar mijn sportschool geweest, die nog alleen maar buiten mag functioneren. Ik heb een ingekorte bodybalanceles gedaan op het schoolplein ernaast. Het was zonnig en warm, en dan is buiten bodybalancen lekker en bijzonder, zeker als hersteltraining na een week fietsen. Dus tot zo’n tien minuten voor het einde was ik heel positief.

Daarna werd het een iets ander verhaal. De relaxation vond ik lastig, omdat het volgende klasje al klaar stond en ik voor mijn gevoel midden in hun gesprekken lag en onze eigen juf amper meer hoorde. En toen was het afgelopen en een paar tellen later zat ik op de fiets naar huis. Dat was me te abrupt. Het maakte me ervan bewust dat ik het beetje rondklungelen in de kleedkamer miste. Zo heel veel aansluiting heb ik niet eens met de andere dames, maar ik luister altijd ook wel en kennelijk geeft dat toch een soort gezelligheid die ik nu ineens miste.

Dus toen ik naar huis fietste, dacht ik: hmm, hoe veel voegt dit nou eigenlijk toe aan in m’n eentje bodybalancen met YouTube-instructie, wat ik drie maanden lang gedaan heb? Dat was wat katerig toch. Misschien gaat het nog wennen?

Gister heb ik voor het eerst weer gezwommen, mijn trainingsgroepje was vorige week weer van start gegaan. Ik had wat aarzeling – ik vond het bijvoorbeeld absurd om  niet te mogen douchen bijvoorbeeld en dus om andere hygiëne-regels dan voor corona aan je laars te mogen lappen. Verrassing: douchen mag nu weer wel! Dat scheelt een stuk.

Wat het voordeel is momenteel, wat ik ook van andere zwemmers had gehoord: het is ongelofelijk rustig met zwemmers. Een vriend van ons was al eens in z’n eentje in het bad, een ander met z’n viertjes in het 50-meterbad, op sommige plekken reserveer je een baan voor jezelf. Als het wél druk is, is banenzwemmen vanwege het inhaalverbod rampzalig, heb ik ook gehoord, maar dat lijkt toch de uitzondering momenteel.

Gister kwam de rust voor mij neer op personal training: van mijn trainingsgroepje was ik de enige. Van de gelijktijdige cursus waren er ook maar drie.  Minder dan de helft van tot maart. De rest ziet het kennelijk niet meer zitten? De ruimte, rust en aandacht zijn wel prettig natuurlijk, maar hoe lang kan dit blijven voortbestaan?

De trainer vroeg wat ik wilde doen. Dus op mijn verzoek eerst een techniek-opfrisser, want van eerst niet zwemmen en daarna alleen in buitenwater was die verrommeld. Vooraf maf: mijn beenslag was een soort-van ‘weg’. Alsof m’n benen niet meer wisten wat ze moesten doen. Ik weet wel dat ik er in wetsuit bijna niets mee doe omdat ze al heel hoog liggen, maar dat het zo erg was… Kwam wel weer terug gelukkig. Eén op drie ademhalen, wat ik deze winter had verworven maar wat me in buitenwater nog niet lukte, had ik meteen weer te pakken. Ik zwem binnen beduidend ‘netter’ dus.

Daarna wat intervallen, met sprintjes op 90 en 100 %, dat had ik ook nog niet gedaan, in buitenwater zwem ik alleen rustig. Dus dat was wel weer even wennen aan hoe dat voelt, zeg, pfoe… Het kwam aardig aan ook, nu beetje spierpijn, maar wel lekker.

Ik had erna en nu ook wat last van m’n luchtwegen, die zijn slijmerig, ik weet niet of dat van extra chloor is of van gewoon weer wennen aan chloor. In het zwembad van Overschie zit altijd al veel chloor, vind ik, het is ook erg warm. Nou goed, als het niet erger is dan dit vind ik het wel voor herhaling vatbaar.

* * *

Ook al is het allemaal nog gek en onwennig, het sporten voelt wel veel normaler zo. Manlief was gisteravond ook weer voor het eerst naar z’n atletiekvereniging, dan is ook ‘gewoon’,dat hij twee avonden per week weg is. Die terugkeer van gewoonheid is fijn. Ik ben wel benieuwd hoe het zich allemaal verder gaat ontwikkelen.

 

Door |2020-06-17T09:59:37+02:0017 juni 2020|Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

680 kilometer fietsen later….

Eigenlijk zouden manlief en ik anderhalve week geleden vertrokken zijn om in Mongolië te fietsen en daarna met de Trans-Siberië-Expres terug naar huis te reizen, met een paar stopjes in Rusland. We weten al een hele tijd dat dat er niet in zou zitten natuurlijk – mogelijk volgend jaar zelfs ook nog niet, en daarna moeten we maar verder zien hoe onder andere reizen, reisorganisaties en mijn financiën zich ontwikkeld hebben.

Maar we wilden toch even weg, en daarom hebben we afgelopen week in Nederland gefietst. We zijn in vier dagen via het oosten naar Groningen gefietst, met overnachtingen in Rhenen, Holten en Emmen. Dagje Groningen, en toen westelijker terug, via Wolvega, Elburg en Mijdrecht. 9 dagen weg, 680 kilometer gefietst. In een soort banaanvorm:

Die kaart is van het Polarsteps-logboek dat we weer bijhielden en dat nu openbaar is – zie daar voor meer foto’s en verhalen. 

We hadden niet de beste week uitgezocht qua weer, al ging het best wel: we hadden op de eerste dag de snoeiharde wind vooral mee, zijn de afgelopen twee dagen het onweer en de echt grote hoosbuien misgelopen, en hadden gister en eergister twee uitgesproken zomerse, zonnige en warme dagen.

We vonden Nederland heel mooi. We kwamen op plekken waar we nooit eerder waren geweest, met de Sallandse heuvels als grootste verrassing en daarvan weer het mooiste korenveld ooit als absoluut hoogtepunt – het was in het echt mooier dan op de foto, intenser blauw, en het zoemde nog ook, van de vele bijen.

Het was bovendien heel afwisselend, bijvoorbeeld op dag 2: van het rivierenlandschap bij Rhenen en Wageningen naar de Veluwe, naar klassiek boerenland bij Loenen, de IJssel over en dan het zand van Salland. Of gister: uit Hanzestadje Elburg de polder in, over de Stichtse brug daar weer uit en zo het Gooi in, eindigend tussen de venen en plassen van het Groene Hart.

We verbleven in hotels, In hotels, omdat kamperen nog wat lastig is – en eigenlijk was het met het weer zo ook lekkerder. Na 3 maanden zonder was het een genot (maar eigenlijk ook heel gewoon) om weer uit te eten en op een terrasje te zitten voor koffie met appeltaart of een biertje.

Op coronagebied was het goed te doen. In Holten (overigens het beste hotel en diner van allemaal) waren ze heel omzichtig bij het serveren, op andere plekken merkte je geen verschil met normaal en stond er alleen handontsmetter voor de vorm, leek het wel. In Wolvega mocht je niks zelf opscheppen van het ontbijtbuffet, maar dan hingen de medewerkers er wel met hun snufferd boven bij het opscheppen, terwijl ze doorpraatten, zonder mondkapje. De gezondheidsvragen werden maar zeer zelden serieus gesteld. Reserveren kan ook ‘aan de deur’ en dan hoef je soms niet eens een naam op te geven – maar op andere plekken naam en telefoonnummer. Gooi het maar in m’n petje. 

Het was bijna overal nog erg rustig. We hebben genoten van de rust en ruimte. In het hotel in Groningen (erg leuke, historische plek) was het uitgestorven en ook de stad was – zonder studenten – gek leeg. Alleen vrijdagavond in Elburg was het druk, en daar hadden we wat geluidsoverlast van, in een ook erg warme hotelkamer – maar verder was ook dat een leuke plek.

Op de Hondsrug en in Giethoorn was het ook erg druk met e-bikes. Dat viel ons wel op: op zo’n doordeweekse dag buiten het hoogseizoen fietst er bijna niemand meer helemaal zelf. Sommige e-bikers hebben ook een hekel aan bagage-fietsers – we kregen commentaar over de breedte van onze tassen. Dat viel ons wel op, meestal zijn de reacties op vakantiefietsen positiever. Het kan toch niet aan de 1,5 meter liggen, want dan zijn brede fietsen juist veiliger, toch? We zagen ook minder ‘soortgenoten’ dan we hadden verwacht.

Ik ben ook nog langs mijn drie triathlon-hoogtepunten van vorig seizoen gefietst: in Emmen verbleven we in hetzelfde hotel als vorig jaar voor de halve van Klazienaveen, gister reden we een stukje over het fietsparcours van Almere, en vandaag langs het zwembad en de wisselzone van Ter Huh.

En toen ik thuiskwam, lag daar de medaille voor de coronatriathlon:

Ik was niet in mijn beste doen, zeker de eerste dagen niet. Ik was moe van 3 maanden coronacrisisstress en in mei daarbij ook nog best hard werken. De eerste dag was meteen erg lang (bijna 114 kilometer), en zo verschoot ik nogal wat kruit. Ik werd eigenlijk alleen maar moeier, en dat voelde alsof het niet goed zou gaan. Maar dat kwam vooral doordat ik mezelf in de weg zat. Nadat ik dat in Groningen eens goed in de ogen had gekeken, ging het beter en fietste ik lekkerder.

Desalniettemin vond ik het best pittig, pittiger dan ik had verwacht. Down Under reden we 80 km per dag, met 1000 hoogtemeters, dus ik had gedacht dat ik er hier wel 100 zou kunnen rijden. Maar dat viel tegen. De wind, het vele keren en draaien, zoeken soms, zeker bij slecht aangegeven omleidingen (we raakten op de eerste dag bijvoorbeeld verstrikt in Nieuwegein), allerlei ondergronden voor de leukere routes (knooppunten) en soms toch ook nog wel een beetje hoogteverschil maakte het trager en zwaarder dan ik had verwacht.

Al met al ben ik er toch van opgeknapt, lichamelijk maar vooral geestelijk. Het was heerlijk om er even tussenuit te zijn. Nu benen en rug wat laten rusten, en dan heb ik hopelijk profijt van de 680 kilometer voor mijn duurconditie. Voorlopig hebben we geen plannen, nouja, werken en lekker sporten.

En voor die verre, onzekere reistoekomst geldt: zo fietsen in Nederland is voor herhaling vatbaar. Er is nog een boel te ontdekken en te beleven.

 

Door |2020-06-14T18:11:41+02:0014 juni 2020|Fiets|2 Reacties

Wat een mijlpaal!

Aangezien het er hier zo vaak over is gegaan de afgelopen jaren, toch maar even melden – kan ik het tenminste ergens kwijt. Vandaag mag ik namelijk de menopauze uitroepen! Dat is de dag van je laatste menstruatie, en dat weet je natuurlijk pas achteraf, en – in principe – als het een jaar geleden is. Dan mag je ervan uitgaan dat het niet meer komt, al is dat nog niet zeker.

Ik werd vorig jaar op 10 juni ongesteld, en dat bleek voor het laatst. 

Ik moet zeggen: wát een opluchting! Degenen die dit blog de afgelopen jaren gevolgd hebben, weten dat ik flink wat heb afgezien – de overgang is me vies tegengevallen. Het is nog niet helemaal voorbij: er passeert nog af en toe een opvliegertje of een hartkloppinkje. Maar ik voel me al maandenlang een rotsblok van stabiliteit. En wat is dat lekker!

Eigenlijk ervaar ik nu een stabiliteit die ik mijn hele leven niet gekend heb, of nouja, niet sinds m’n 13e, en vanaf daarvoor kan ik het me niet meer herinneren. Zo moeten mannen zich voelen: zonder cyclische ups en downs.

Het is jammer dat ik dit jaar de stabiliteit niet kan ‘benutten’ voor een mooie triathlonprestatie, maar dat ligt aan andere zaken. En dat komt wel weer. Ik ben benieuwd waar ik sta, hoe ver ik kan komen, en of inderdaad mijn prestaties wat stabieler en voorspelbaarder gaan worden.

Want ik heb hier vaker gezegd: af en toe en op onvoorspelbare momenten niet vooruit te branden zijn, met wel tien procent of meer prestatieverlies, dat was één van de overgangsverschijnselen. Niet de ergste, een beetje een luxeprobleem, maar toch af en toe erg frustrerend (voorbeeld). Ik heb er veel van geleerd voor en over mezelf, bijvoorbeeld: accepteren, het nemen zoals het komt, en het ‘back to basics’ van genieten van sport en bewegen als zodanig. Ik ben er empathischer van geworden, begrijp beter de grenzen aan de maakbaarheid.

Ik heb er ook van geleerd dat er weinig externe houvast is. Er is weinig kennis bijvoorbeeld over sporten in de overgang (zie hier – een van mijn eerste blogposts hier) en ook wordt er echt wel onzin beweerd over de overgang, vooral door onterechte generalisaties (voorbeeld). Ik heb dus ook geleerd dat ik het heel erg zelf moest uitzoeken. Dat was wel eens eenzaam, maar ook leerzaam.

Twee belangrijke principes voor trainen bijvoorbeeld, namelijk dat het heel individueel is en dat je je plannen altijd moet aanpassen aan de vorm van de dag – dat wist ik allemaal al wel, maar ze zijn veel meer voor me gaan leven in de afgelopen jaren. Dat heeft me overigens ook veel sceptischer en kritischer gemaakt – ik geloof echt niks of niemand meer die op trainingsgebied precies beweert te weten hoe het moet.

Dus wat ik sportvrouwen met overgangsperikelen zou willen aanraden: zoek uit wat voor jou werkt. Experimenteer, praat, voel, luister. En laat je vooral niets aanpraten.

 

Door |2020-06-11T15:48:56+02:0011 juni 2020|Triathlon algemeen|0 Reacties

Thuistriathlon 3: Geen PR, wel een kwart

Vandaag zou ik in Ter Aar een gooi doen naar een PR op de kwart triathlon (2u35’30 of sneller). Dat was mijn meest uitgesproken triathlon-seizoensdoel. Ik heb geen idee of het erin had gezeten vandaag. Ik weet sowieso niet hoe ik ervoor gestaan zou hebben nu in het parallelle universum waarin alles gewoon door zou zijn gegaan. Bovendien viel het weer niet mee – het was koud en het woei te hard voor een echt scherpe fietstijd.

Ik heb wel een kwart triathlon gedaan vandaag, maar dan zonder wedstrijddoel, gewoon vanuit huis. Met manlief als fotograaf.

Ik ben vanochtend begonnen met zwemmen in de Schie. Gister had ik ook een dikke kilometer gezwommen en toen ging het voor het eerst weer lekker. Vandaag voelde nog beter, alleen ben ik voor m’n gevoel wel veel van de techniek kwijt die ik afgelopen winter had verworven. Hopelijk kan ik nog wat terugkrijgen.

Het was mede dankzij die techniekverbetering dat ik tot aan de lockdown dacht dat een PR er nu wel in zou kunnen zitten. Een week voordat alles plat ging, zwom ik m’n beste 400-meter-intervallen ooit. Gek om aan terug te denken: ik kan me niet herinneren dat ik me op die dag ook maar enige zorgen maakte over het oprukken van het corona-virus. Ik had toen zeker niet het idee dat het bijna afgelopen was met het zwemmen, voor twee maanden.

Het keerpunt voor 1 km ligt bij de nieuwe brug, die sinds kort de Brug van Cyrene heet, hier sterk ingezoomd:

Bijna terug, ik gluur naar waar ik eruit moet:

We delen het zwemwater dit voorjaar met diverse junioren:

De meerkoetpulletjes zijn van 6 naar 2 gereduceerd, maar die twee worden al best groot:

Na een trage wissel vertrok ik op de fiets:

Pfoe, dat viel tegen: het woei hard, het miezerde en het was koud. Ik heb heen tegen de wind in wat intervallen gedaan, beetje rommelig, en me terug laten zeilen. 24,1 gemiddeld rijden is wel ronduit traag, en het was bepaald niet aangenaam. Desalniettemin ben ik in redelijke fietsvorm; ik heb de afgelopen tijd goed kunnen trainen. Alleen niet wedstrijdspecifiek.

Wat was er mogelijk geweest? Mijn PR op de kwart dateert nog van 2014, dat was nog met de gewone racefiets. Ik kan nu sneller zijn, ik ben ook al wel sneller geweest, op tragere parcoursen. Want ja, dat PR staat ook in Ter Aar, dat parcours is sowieso snel en het ligt me.

Maar windkracht 5 en kou ligt me niet. Ik was blij dat het erop zat:

In de tweede wissel was het nog een aardige uitdaging om sokken over ijsklont-achtige tenen te krijgen:

Hier loop ik met wat stijve benen weg – ik heb helemaal geen koppeltrainingen gedaan, en lopen na fietsen is toch even wennen.

Ik liep al gauw echter best lekker, al ging na drie kwartier de fut er een beetje uit. Lopen gaat op het ogenblik sowieso wel lekker, maar daarbij ontbreekt het me helemáál aan scherpte – ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst echt tot het gaatje ben gegaan. Vorige zomer? Tempohardheid heb ik dus niet.

Voor vandaag hoefde dat ook niet – ik heb de tien kilometer als duurloop gelopen. Wel met eindsprintje:

Finish:

Al met al  heb ik 3 uur en 22 minuten buitengespeeld. Zonder dat idee van ‘ik doe vandaag toch een kwart’ had ik het misschien ingekort vanwege de guurte. Wel was het zo’n drie kwartier te langzaam voor een PR, hahaha! 

 

Door |2020-05-24T15:46:42+02:0024 mei 2020|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|4 Reacties

Paar nieuwe spulletjes

1. Nieuw zwemkoord

Na nog geen tien weken lockdown twee keer per week gebruik was mijn zwemkoord versleten. De pluisjes stoven al een tijdje in het rond, en vorige week kwamen daar stukjes elastiek bij.

Dat kwam door de wrijving: ik moest het koord heen en weer trekken om over de hele doorhaal druk te hebben en nog een beetje realistisch zwemmen te kunnen simuleren.

In elk geval: tijd voor een nieuwe:

Deze heeft betere elasticiteit en dus kan-ie met die knoop erin hangen, achter een haak die manlief buiten heeft gemaakt op goede trainingshoogte:

De handgreep is ook realistischer: je kan er de handpositionering van borstcrawl goed mee nadoen. Alleen blijft er dan soms wel een velletje haken tussen elastiek en greep – auw:

Daar moet ik nog wat op vinden!

2. Retro Ironmanshirt

In de kringloopwinkel waar Nicole werkt was een Ironmanshirt binnengekomen, en dat kreeg ik – heel aardig – van haar, omdat ik een Ironman gedaan heb:

Het moet uit de tijd zijn dat er nog in zwembroek en zonder trisuit werd getriathlond, want zulke shirts zijn er niet meer. Het is qua pasvorm eigenaardig breed maar kort  – het zit manlief beter, al is het dan ook nog iets te groot. De kleuren en vormgeving doen ook iets behoorlijk historisch vermoeden.

Het is zelfs iets preciezer vast te stellen, want het prijskaartje zit er nog in (kennelijk nooit gedragen dus!) en dat is in guldens én euro’s: 

Sterker nog: het is afgeprijsd, zoals te zien aan het onderste stickertje, en de oorspronkelijke prijs was zelfs nog alleen maar in guldens:

Vermoeden: seizoen 2000/2001. Best wel duur, voor toen, denk ik.

De winkel bestaat niet meer, zo leer ik van Google. Maar wij hebben er een te delen bijzonder hardloopshirt voor heet weer bij.

 

Door |2020-05-18T20:13:59+02:0018 mei 2020|Triathlon algemeen, Zwem|5 Reacties
Ga naar de bovenkant