Zwem

Wat een heerlijke sportmaand!

Met de triathlon van Zierikzee eind september kwam er een einde aan mijn seizoen en begon ik aan wat in trainingsleer ‘overgangsperiode’ heet. Komt neer op: in oktober even geen schema, niet doelgericht sporten, binnen mijn grenzen blijven. Dat klinkt misschien wat niksig, maar het werd juist een heerlijke sportmaand.

Geen doel/schema klopt niet helemaal, want ik had wel degelijk een doel en dat kleurde de hele maand: afgelopen zondag plus maandag ben ik samen met vriendin Marijke rond het Veerse Meer gewandeld, 60 kilometer in totaal. Voor twee dagen van 30 kilometer moest ik wel een beetje trainen, en dat deed ik in de vorm van twee prachtige andere wandelingen: meteen op 1 oktober van het Veerse Meer Meer naar huis en op 13 oktober met manlief van Krabbendijke naar huis over het Grenslandpad (LAW 11).

De tweedaagse rond het Veerse Meer was top. We maakten de afspraak al een tijdje geleden en toen zeiden we nog: hopelijk is het dan nog fatsoenlijk weer, zo laat in oktober. Nou, het leek op zondag wel zomer!

Marijke was op zaterdagavond al hier, en mede dankzij de wintertijd konden we zondag vroeg starten. We fietsten naar de Zandkreekdam en wandelden eerst over Noord-Beveland, een gebied dat ik nauwelijks ken. Paar mooie stukken, en ook interessante op het gebied van de verroompottisering – het gebied in de buurt van Kamperland dat ik uit mijn kindertijd ken, is opgeslokt door luxe villa’s, en waar je op de ‘goedkopere’ plekken nog wel langs de oever kunt lopen, is die daar allemaal privé-terrein.

Na de voor mij wel bekende Veerse Dam kwamen we in overnachtingsplek Vrouwenpolder, precies halverwege. Daar ontdekte ik dat ik letterlijk gaten in mijn sokken had gelopen:

Dat had tot een blaar geleid, maar dat was dan ook de enige fysieke malheur, verder hebben mijn benen het prima gedaan, ben ik blij mee. Ik had wat zorgen gehad om mijn rechterheup, maar dat kwam net op tijd in orde, dankzij de chiropractor. Toen werd echter vorige week manlief verkouden, dus ik dacht ‘nee hè?’  Maar voor het eerst ooit heeft hij mij niet besmet – dat geeft vertrouwen in mijn weerstand, ben ik ook blij mee, gezien mijn verkoudheidgevoeligheid. En ik heb dus heerlijk gelopen.

Manlief kwam naar Vrouwenpolder met boodschappen, we kookten zelf en hij at mee. Op maandag liepen we het mooiste stuk van de wandeling naar en door Veere.

Het ging een beetje regenen maar in Veere was gelukkig een hotel open voor koffie. Daarna volgde een wat taaier stuk over asfalt, maar wel leuk om terug te kunnen kijken naar het traject van de dag ervoor, en met de ontdekking van natuurgebied de Middelplaten. Ik kwam daarna op bekender terrein, maar het laatste stuk verraste me weer met buitendijkse en onverharde stukken. We werden toen wel moe, mijn blaar werd vervelend ook, en we waren dus blij om na het laatste knooppunt van het wandelnetwerk….

…de fietsen terug te zien, na hun nachtje in de eenzaamheid van Katse Veer.

We waren vooral ook trots, tevreden en blij! Bovenal was het ook erg gezellig.

Alles bij elkaar wandelde ik deze maand 130 ‘geklokte’ kilometers. Ik liep een boel aan elkaar zo, en kan nu zeggen dat ik van geboorteplaats Vlissingen naar het oosten via nieuwe woonplek naar Steenbergen en naar het noorden over het Kustpad via oude woonplek Rotterdam naar nog oudere woonplek Amsterdam (Pelgrimspad) en ook nog naar twee Noordzeehavens en de Duitse grens (via het Grote Rivierenpad) ben gewandeld.  Jaren over gedaan en veel plezier mee gehad. Volgende plannen zijn in de maak.

Zonder horloge wandelde ik nog ongeveer 25 kilometer in kleine stukjes van en naar stations: hier, en in Middelburg, Amsterdam, Leiden en Rotterdam. Daaruit blijkt al: het was ook druk met werk, met onder andere twee keer naar de Randstad voor boekpresentaties, en een paar andere leuke dingen. Toch heb ik kans gezien om nog meer te sporten. Hieronder de hoogtepunten.

Ik maakte een paar geweldige fietstochten, mede dankzij het heerlijke weer.

  • Op 19 oktober deden manlief en ik mee aan Jo off the Roo’t, een georganiseerde gravelrit in de Zak van Zuid-Beveland. Dat was erg leuk en een prachtige route. Er kwam nog een interessante wandeling achteraan en al met al was ik die dag bijna 9 uur non-stop buiten. Het was een zware werkweek geweest, met drie keer naar de Randstad en diverse frustraties – vrijdagavond kon ik niet meer uit mijn ogen kijken – maar van zo’n dag knapte ik enorm op!
  • Op de 25e fietste ik een grote ronde over de Grevelingendam, met een stuk waar ik nog nooit was geweest, langs Sint Philipsland en over Tholen. En met een net echte blik op de verdronken stad Reymerswaal, ooit de derde stad van Zeeland:

Het was zulk mooi weer dat ik nog weinig gebruik heb gemaakt van m’n nieuwe spinningfiets. Desalniettemin verkende ik Watopia, het virtuele land van Zwift (links), versloeg ik al eens iemand in een eindsprint om de derde plek (midden) en reed ik twee keer in een vrouwen-trainingsgroepje (rechts):

 

Ik ben ook nog de hele maand in de weer geweest met de leverancier van de spinningfiets vanwege de te lage output. Dat werd een frustrerende kastje-muur, waarbij ik vind dat het een fiets met een rekenfout is en zij dat het aan mij ligt (even kort door de bocht). Ik heb bedacht hoe ik toch kan  meedoen op Zwift: als ik mijn gewicht ook 30 % naar beneden aanpas, heb ik een realistisch vermogen/kilo lichaamsgewicht, en dat is Zwifts rekeneenheid. Groepsritten gaan goed, ik wil binnenkort ook nog een FTP-test en een wedstrijd uitproberen. Ik weet nog steeds niet zeker of ik hem wil houden.

Met zwemmen schakelde ik over van het open water naar het winterprogramma: zwembad en dippen. De laatste keer open water was op een bijzondere plek: het badstrand in Vlissingen, waar ik ooit met mijn ouders voor het eerst de zee in ging. Het was mijn kennismaking met het clubje zeezwemmers daar. Zij zwemmen wekelijks op zondag. Voor herhaling volgend seizoen vatbaar.

Ik ben de derde van rechts, met gele badmuts en bivakmuts eronder

Dippen is nu nog heel comfortabel. Erg leuk was de eerste keer lopend naar Wemeldinge en daar het water in, de combi waar ik me al op verheugde sinds we dit huis kochten.

Voor hardlopen had ik niet veel tijd, maar wel bijzonder was de Light Kustrun, onderdeel van het Kustmarathonweekend, met Lilian. Prachtige avond, de lichtjes was een fraai gezicht, en wij gingen als skeletten:

En of dat allemaal nog niet genoeg was, ben ik ook nog wezen zwemmen in good-old Zwembad West in Rotterdam (‘sentimental zwemjourney’), wandelde ik met een Eversdijk (vriendin Jolanda) door Eversdijk (gehuchtje vlakbij Kapelle), fietste ik met Bastiaan vanuit Haarlem een rondje door de duinen, hield ik m’n yoga aardig bij… ik zou er bijna moe van worden, als ik het zo lees, maar het tegendeel is het geval. Het meeste wat ik deed was rustige duur, en in dat opzicht was het dus wel een overgangsmaand. Ik voel me topfit, mede dankzij zo veel naar buiten in de herfst.

Het was bovenal een heerlijke maand, en wat ben ik vaak blij geweest met m’n nieuwe woonomgeving!

 

Door |2024-10-30T17:56:59+01:0031 oktober 2024|Fiets, Loop, Waarom, Zwem|0 Reacties

‘Extreem’ sportende millennials?

Nicole attendeerde me op een aflevering van Stand van Zaken over ‘sportfanaten‘: millennials die extreme sporten doen. Leuk om te zien, vooral omdat er van alles bekends in zat: de Wassenaarse zwemloop (die deed ik twee keer, waarvan één keer met Nicole), de marathon van Rotterdam, een vleugje triathlon én een van mijn hardlooptrainersopleiders, Dave Baars.

Maar om nou te zeggen dat dat allemaal zo extreem was… Beetje vreemd om een zwemloop op één hoop te gooien met de Marathon des Sables. Het leek wel alsof alles wat anders was dan drie keer per week naar de sportschool ‘extreem’ was. Eens een keertje tien kilometer of meer hardlopen maakt je toch bepaald nog geen fanaat. Wees blij dat die lui sporten, en nog lekker buiten ook, zou ik zeggen.

Eén ding leerde ik er wel van: dat het voor die jongere generatie, grote doelgroep, een soort festival is. Dat verklaart wel de ‘gekkigheid’ en de luidruchtigheid bij veel evenementen, en het helemaal uit je dak gaan als je een loopje finisht.

Verder is het volgens mij helemaal niet zo generationeel. Als je ziet hoe veel mijn generatie uitgeeft aan multisport… althans, de welvarenden. Het is meer een klasse-verschijnsel volgens mij: hoogopgeleid, Randstad, goede banen.

Toch wel interessant dus, en vooral leuk om te zien!

 

Door |2024-10-26T17:56:36+02:008 oktober 2024|Loop, Trainer, Waarom, Zwem|2 Reacties

Annet (77) zwom naar WK-zilver en -brons

Annet Steggerda is een 77-jarige zwemster uit Soest. Onlangs veroverde ze bij het WK zwemmen voor Masters in Doha een zilveren en bronzen medaille. Ze vertelt daarover in dit filmpje van de lokale omroep. Dat is nogal de moeite waard. Het gaat om veel meer dan dat WK, ze vertelt onder andere ook over het overwinnen van waterangst, hoe het was om als kind van Indonesië naar Nederland te moeten verhuizen, en over hoe ze pas na haar zestigste wedstrijdzwemster werd. Een leuk detail vind ik zelf dat ze op dit moment bezig is met het verbeteren van haar techniek. Dat kan dus gewoon, op je 77e!

 

 

Door |2024-10-04T14:18:40+02:004 oktober 2024|Extra, Zwem|0 Reacties

Procesevaluatie: in 1 maand weer triatleet worden

Morgen doe ik mijn laatste wedstrijd van het zomerseizoen en meteen mijn langste triathlon in een hele tijd: de kwart van Zierikzee. Het is een maand nadat we terugkwamen uit Oostenrijk. Tot die tijd stond fietsen centraal, en ik had dus een maand om mezelf weer in een triatleet te veranderen. Dat vond ik best schipperen:

  • Ik vind september wel vaker een moeilijke trainingsmaand, zeker als het hoofddoel al voorbij is. Na een rustige zomer breekt er weer van alles los, zoals het culturele seizoen en werk. Dat maakt het druk, de prioriteiten verschuiven en dat  is even wennen, zeker dit jaar op de nieuwe plek. Bovendien dient de herfst zich aan: op het moment dat ik dit schrijf rukt de wind aan het huis, het was eerder al even uitgesproken baggerweer, de dagen worden korter; het seizoen vraagt om rust en inkeer. Het kostte me wat meer moeite dan in de zomer om voor sporten voldoende ruimte te maken.
  • Ik zat wat te hannesen met ambivalentie:
    • Aan de ene kant wilde ik graag het fietsen nog een beetje doorbouwen en anderzijds de andere twee sporten voldoende aandacht geven met het oog op die triathlon. Na een dag of tien kon ik de wens om m’n FTP nog te verhogen laten varen. Die sloeg ook eigenlijk nergens op: dat ging alleen maar om het getalletje. Voor mij is een FTP van 240 een soort magische grens, en die heb ik dit jaar net niet gehaald, vorig jaar op m’n goede dagen net wel. Nouja, jammer dan. Het doet niet af aan mijn tevredenheid over het afgelopen fietsseizoentje.
    • Aan de ene kant wilde ik sneller worden met zwemmen, waarvoor ik het beste naar het zwembad kan gaan, en aan de andere kant wilde ik van deze laatste weken Oosterschelde genieten. Dat heb ik toch maar opgelost in het voordeel van de Oosterschelde, zeker na een mindere zwembad-ervaring. Ik ging voor het eerst ’s avonds in Kapelle zwemmen op een woensdag dat Kattendijke-Wemeldinge werd afgelast vanwege te  slecht weer, en dat was druk met allemaal trage schoolslagzwemmers, zonder snelle of borstcrawlbaan en zonder dat die andere zwemmers veel rekening met me hielden. Doorzwemmen ging dus niet en ik raakte nogal geïrriteerd. Naar het zwembad om m’n techniek en tempo weer wat op te krikken kan de hele winter nog. Dat is wel nodig, want met wat weinig regelmaat en veel lang maar gemakzuchtig met de stroming meezwemmen ben ik niet bepaald sneller geworden. In open water verrommelt mijn techniek altijd wel, maar het lijkt dit jaar erger dan anders, ik denk vooral door het inkakken van m’n slagfrequentie.
    • Deze week wilde ik kalm aan doen en taperen, maar ik heb me toch laten verleiden tot te zwaar trainen. Ik had een krachttraining vorige week overgeslagen, en die wilde ik maandag inhalen. Daarbij ben ik iets te fanatiek tekeer gegaan, vooral bij de power-yoga na de reguliere benen-krachttraining. Ik voelde dat tot gister in m’n bovenbenen, oeps, en het dwong dus een paar dagen tot kalm aan doen met fietsen en hardlopen. Woensdag vond ik Kattendijke-Wemeldinge zwemmen toch echt te leuk (zie eerste bullet), maar het was al van 12 augustus geleden dat ik meer dan een uur had gezwommen, dus ook dat kwam hard aan. Gelukkig is alles net vandaag weer okee, net op tijd fit en uitgerust dus, maar taperen was het bepaald niet.
  • Ineens weer meer gaan hardlopen kwam even hard aan op m’n rug/bekken en dat trok door naar heup en hamstring. Ik kon blijven trainen, maar de chiropractor voorkwam wel erger, denk ik. Desalniettemin ben ik volgens mij in korte tijd best wel lekker gaan lopen, na maanden alleen maar onderhoud. Het voelde eerst wat ‘bonkig’ door het vele fietsen, maar het werd steeds lekkerder, met een heerlijke duurloop door de Kapelse Moer als hoogtepunt. Ik liep vorige week ook nog een 5 kilometer, samen met Nicole onze vierde vestingloop (nog één te gaan en we kunnen ons ‘vestingheld’ noemen). Dat was leuk: gezellig en mooi parcours. Maar mijn tijd viel me wel tegen. Nouja, na welgeteld drie weken opbouwen is gewoon lekker lopen al heel wat, ik moet morgen die tien kilometer maar aanvangen zonder tijdsambities.
    Het was er wel heel druk, met auto’s zowel als lopers. Op een foto van de organisatie (dank!) zie je mij door de berm proberen in te halen:
  • Ik had aan het begin van de maand wat ander fysiek ongemak, waarbij de stress van de terugreis uit Oostenrijk vast een rol speelde (het hele verhaal staat op onze Polarsteps). Ik leek verkouden te worden, maar dat zette gelukkig niet door. Ik kom tot nu toe nog goed weg qua virussen, wat ook wel mag, want ik zit nog steeds met de gevolgen van de verkoudheid in april. Het goede nieuws daarover is dat ik weer een klein beetje wat ruik. Het is nog lang niet wat het wezen moet, maar er is, na dik vier maanden, wel duidelijk verbetering.
  • Ik had wat materiaalpech. Ik ging een keer wel keurig netjes trainen en toen reed ik lek, waardoor ik kon fluiten naar een goede koppeltraining. Vervelender is dat mijn nieuwe spinningfiets meteen al onbruikbaar is: er viel zomaar een pedaal af en het lukt niet om dat er terug op te zetten, dan trekt het scheef. Dat verpestte alleen maar even losfietsen afgelopen week, maar het moet wel opgelost natuurlijk. Ik heb al een melding gedaan, het is nu afwachten, ook nog op een oplossing voor een ander probleem ermee: laag rare output-waardes (snelheid en vermogen). En dat na alle bezorgproblemen… ik ben tot nu toe dus nog niet bepaald enthousiast.

Maar er was ook een boel lol. Dat ik weer wat meer ruik, dat dat ene zintuig niet meer helemaal ‘doods’ is, draagt regelrecht bij aan mijn welbevinden. En er waren een boel leuke dingen, waaronder een voortzetting van de sportieve inburgeringscursus: loopje gedaan in Goes, gezwommen in Vlissingen, wezen fietsen met Annet, zelf weer gezworven en verkend, onder andere naar de dichtstbijzijnde grenspaal….

…. in de Oosterschelde gezwommen met Marc en nog een keer vorige week – heel idyllisch – met het Kattendijke-Wemeldinge-groepje.

We zwommen die keer makkelijk en snel door een stevige stroming en wind mee, en deze zon tegemoet (foto van Gerry):

Later die avond reed ik ook nog bij bijna volle maan terug naar huis, en dat was weer zo’n moment waarop ik me ongelofelijk gelukkig voelde dat ik hier woon. Het is dezer dagen precies een jaar geleden dat we dit huis vonden en kochten – daaraan terugdenken stemt dankbaar. Wat een jaar is het geweest ook!

Dus: ik ben wel eens beter voorbereid geweest op een triathlon, maar zeker ook wel eens slechter. Vorig jaar bijvoorbeeld was het slechter in aanloop naar Zierikzee. Maar daar houdt het vergelijken ook meteen op, want niet alleen deed ik vorig jaar de achtste en nu de kwart, maar ook zal het heel ander weer zijn. Afgaand op het weerbericht zullen wind en regen morgen geen grote rol spelen, maar 13 graden is wel echt fris. Ik heb bovendien niet net een nieuw huis gekocht (ik schreef daar bewust nog niet over toen, maar mijn hoofd was er vol van!) Ik ben benieuwd, hopelijk wordt het wel net zo leuk als vorig jaar!

 

Door |2024-09-27T11:02:48+02:0027 september 2024|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Zwem|0 Reacties

Procesevaluatie: kort & krachtig

Zoals gebruikelijk: net voor het evenement waar ik voor getraind heb, schrijf ik de procesevaluatie. Je weet immers maar nooit wat er morgen gebeurt. Hoe dan ook: ik ben hartstikke tevreden over mijn training van de afgelopen maanden. Het had sinds mei eigenlijk nauwelijks beter, leuker, fijner gekund. Ik schreef er eerder al over, in het kader van onze sportieve inburgeringscursus en de frappante getalsmatige overeenkomt met vorig jaar. Beide lijnen hebben zich voortgezet:

  • Ik heb ook sinds eind juni genoten van het sporten in m’n nieuwe woonomgeving. Het werd ein-de-lijk zomer, en ik heb vooral heerlijk gefietst. Prachtige tochten waren een winderige rit ter herinnering aan Pa op diens verjaardag, een stralend zonnig rondje Westerschelde met manlief (1e foto hieronder), de zwerftocht op de terugweg van een ritje naar Vlissingen (heen regende het) en een bezoekje aan m’n belastingmevrouw op Schouwen. Het was iets minder ‘sociaal’ dan ervoor, want het werd vakantie, maar ik heb toch weer gezwommen met de Kattendijke-Wemeldinge-groep en met Marc en onze buurvrouw (in het Goese Sas, 2e foto hieronder).
  • Ik ben uitgekomen op ongeveer hetzelfde FTP als vorig jaar: ik kan 4X8′ op 240 Watt op goede dagen volhouden, op slechte net niet – mijn FTP zit er denk ik net onder, zo voelt het wel. Ik bedoel: 240 Watt voelt als net erboven, maar dat zou ik in een tijdrit van 20 kilometer vol moeten kunnen houden, althans, op het vlakke; bij de Radweltpokal gaat er vanwege de dik 700 meter hoogte wat van af. Wel is volgens mij mijn conditionele ‘bouwwerk’ anders dan vorig jaar: relatief beter in het VO2-max en anaerobe en kracht-bereik. Ik doe bijvoorbeeld krachttraining met hetzelfde aantal herhalingen van de squats en de lunges maar met meer dan 2X zo veel gewicht op mijn rug, op de korte intervallen haal ik een hoger vermogen dan vorig jaar, naar schatting zo’n 10 procent, en in de 20 omwentelingen maximaal die ik in het inrijden doe, haal ik 500 Watt, vorig jaar 400. Relatief gezien ben ik dus veel beter geworden in het korte werk, maar blijft m’n basis wat achter (anders zou ik ook een hoger FTP moeten hebben immers). Dat vind ik sowieso interessant. Het ligt – denk ik – aan de korte duur van het seizoen. Voor mijn gevoel heb ik helemaal niet zo heel veel gefietst zelfs, niet veel lange tochten. Dat komt doordat mijn seizoen pas in mei begon en dat het toen ook nog beperkt werd door het vele slechte weer. Ik schreef het al eerder: het maakt nieuwsgierig waar ik uit zou kunnen komen met een langere opbouwperiode. Mogelijk zit er na morgen nog wat rek in, maar ik zal dan ook weer meer gaan hardlopen met het oog op de kwart triathlon eind september. Hardlopen heb ik trouwens netjes onderhouden, maar traag.

Ik heb getaperd, me goed voorbereid, veel rust, een yoga-streak sinds vorige week zondag, ik heb een maand droog gedaan (goede aanleiding voor die jaarlijkse gewoonte), ik heb de eerste dagen in Oostenrijk nog lekker gefietst, waaronder een herverkenning van het parcours, en gezellig met manlief, want die heeft dit jaar ook een fiets bij zich.


Ik had er alles bij elkaar niet meer uit kunnen halen, denk ik:

  • Sinds mei niet, want ik heb optimaal getraind, met vrijwel elke week ‘netjes’ een duurrit en twee kortere trainingen: met die 4X8′ rond FTP en met korte, felle intervallen. Dat werkt dus kennelijk als een trein. Met nog één keer per week rustig een uur hardlopen erbij, en yoga, zwemmen en wandelen. Voor dat intensieve fietswerk is ook vrij veel rust nodig, en ik heb die dusdanig in een normale week ingebouwd dat ik geen herstelweken hoefde in te bouwen.
    Ik voelde me duidelijk ook fitter en sterker worden, daarbij geholpen door een enorme bak post-verhuis-ontspanning. Met nog steeds wel wat fysieke ups en downs, maar lang niet zo gek als vorig jaar – al werd ik net deze laatste week wel wat geplaagd door buikpijn en matige nachten. Op de betere dagen dacht ik: ik heb me in geen jaren zo goed gevoeld. De zomer was ook in geen jaren zo ontspannen. Wel was dat helaas nog steeds zonder geur. Volgens de KNO-arts komt het goed, maar dat kan nog wel een half jaar duren.
  • Daarvoor niet. Als ik terugdenk aan de periode tussen februari vorig jaar en april dit jaar, dan kan ik alleen maar blij zijn dat ik m’n basisconditie zo goed overeind heb weten te houden, in een tijd van achtereenvolgens rouw, twee keer vallen, gekneusde ribben, verkouden, darminfectie, weer verkouden, nieuw huis zoeken, nieuw huis kopen, beladen zienswijze op een vergunning schrijven, oude huis verkopen, buikpijn, lang verkouden, verhuizen en heel zwaar verkouden… oja, en ook nog gewoon werken. Het was een onstuimige periode, zal ik maar zeggen. Dat ik ondanks alles een goede basis heb behouden en daarop zo ver ben gekomen, daar ben ik het meest trots op.

Dus: ik ben hartstikke benieuwd wat er morgen uit wil komen! Welk vermogen, en hoe hard rijd ik dan? Het wordt vast weer leuk, want dat is de Radweltpokal!

Door |2024-08-23T09:34:29+02:0021 augustus 2024|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Kwallen: het werkt!

In het overwinnen van mijn kwallenangst kon ik gister merken hoe veel progressie ik heb geboekt. We hadden afgesproken met het groepje Kattendijke-Wemeldinge-zwemmers voor ’s avonds. Ik had het zelf niet gezien, maar ’s middags mailde Nicole mij dit bericht: Veel kwallen langs Nederlandse kust. Toen dacht ik: uh, zie ik dat zwemmen wel zitten? Ik wist alleen niet wat de invloed is van oostenwind in de Oosterschelde. Dus het er met licht knikkende knieën toch maar op gewaagd.

Er waren kwallen, ja, maar niet buitensporig veel – het is al meer geweest. Het waren wel vooral grote, gekleurde, ‘enge’. ‘Enge’ tussen aanhalingstekens, want ik vind ze niet meer zo eng. Ik ben nog één keer echt geschrokken toen ik er eentje raakte, maar verder kijk ik het allemaal redelijk onbewogen aan nu. Ze trekken vooral onderdoor en dan zijn ze eigenlijk best mooi. Ermee in aanraking komen doet niks, de bovenkant is hooguit gek hard (‘pok’). Soms zie ik ze zelfs van heel dichtbij, en ook dat doet me weinig.

Manlief zwom ons met waterdichte camera tegemoet vanuit Wemeldinge

Waar ik eerder soms snakte naar het eindpunt om af te zijn van de mentale inspanning om mezelf kalm te houden en door te blijven zwemmen, bleef ik nu eigenlijk heel relaxed en dus ook lekker zwemmen. Goh, als je me dit een paar maanden had verteld, had ik het niet kunnen geloven. Het werkt dus – kwallen-exposure-therapie! En dat maakt heerlijk zwemmen mogelijk. Met een gezellig groepje van vijf vrouwen en twee mannen (‘ladies night’) in bijzonder aangenaam water met een fikse vloedstroom mee. Daarna ook geen last meer van de hitte – prachtavond.

We waren zelfs in de buurt van een bruinvis, maar die hebben alleen onze toeschouwers gezien. Wat een beestenboel eigenlijk, in dat water!

 

 

 

Door |2024-08-13T14:07:19+02:0013 augustus 2024|Zwem|2 Reacties

Kwallen. Of: een jeugdtrauma overwinnen

In zee zwemmen heb ik van huis uit meegekregen: mijn ouders deden dat ook graag. Het kan niet anders of ik heb ook angst voor kwallen van hen overgenomen. Ik herinner me in elk geval dat ik er van jongs af aan voor ben gewaarschuwd.

Nu is zo’n waarschuwing in Westerschelde wel op zijn plek. Daar komen namelijk soms gevaarlijke kwallen voor. We noemden ze ‘boterkwallen’, ik weet niet of dat biologisch helemaal klopt. Ik ben ooit één keer fors met zo’n gevaarlijkere kwal in aanraking gekomen. Hij zat toen tussen mijn arm en mijn lijf, en dus werd ik over een flink oppervlak gestraald. Dat deed meteen gemeen veel pijn, en eenmaal uit het water werd het me zwart voor ogen – ik viel bijna flauw en had de rest van de dag hoofdpijn.

De lessen uit mijn jeugd en die ene nare ervaring bezorgden mij stevige kwallenfobie. Die heeft in de loop van mijn leven wel heel wat zeezwemplezier in de weg gestaan. Als ik wilde zwemmen, liep ik eerst heen en weer langs water- en vloedlijn om te kijken of ik kwallen zag, en als dat er meerdere waren of zelfs maar één echt enge, dan was ik het water niet in te krijgen. Ik ben er ook wel uitgesprint als ik iets engs zag of voelde – of meende te voelen. Toen ik leerde duiken, kwamen we een keer op de weg terug naar de boot door een kwallenschool – ik ging ervan hyperventileren. Bij een zwemtocht voor de kust van Vlissingen en bij triathlon Brouwersdam waren de overige omstandigheden ook lastig, maar de kwallen gaven de doorslag: niet voor herhaling vatbaar.

Ook met die ene nare ervaring was ik me ervan bewust dat mijn angst toch vooral irrationeel was. Veel kwallen doen niks, en anders is het hooguit een beetje prik. Te vergelijken met brandnetel, en daar draai ik mijn hand niet voor om. Ach ja, sommige mensen hebben het voor muizen of spinnen, ik voor kwallen. Zelfs bij foto’s van enge kwallen voel ik wat draaien in m’n maag.

En toen verhuisde ik naar Kapelle en leek niks me leuker dan volop zwemmen in de Oosterschelde. Zo vaak mogelijk aansluiten bij het groepje dat wekelijks tussen Kattendijke en Wemeldinge zwemt – heerlijk, leek me, het ultieme openwaterzwemmen. Van de paar keer dat ik aan de zwemtocht had meegedaan, herinnerde ik me amper kwallen.

Maar. Toen ging ik mee, en toen bleek het werkelijk te barsten van de kwallen. Althans, in mijn perceptie – de doorgewinterde zwemmers hier vonden het allemaal nog wel meevallen. Sowieso zijn ze laconiek: volgens hen zijn er in de Oosterschelde geen echt gevaarlijke kwallen en is het hooguit even vervelend. Gewoon doorzwemmen, dan spoelt de netel ook al weg.

Okee dan. De eerste twee keer waren het alleen van die kleine witte, en die doen sowieso niks. Desalniettemin schrok ik me af en toe een hoedje van ze onder me te zien, of er zo ‘pok’ tegenaan zwemmen met je hand – het onverwachte daarvan speelt een rol natuurlijk.

Aangenaam vond ik het niet, ik moest op mezelf inpraten dat het geen kwaad kon, dat het niet erger was dan een brandnetel, dat het zwemmen verder heerlijk was en een fijn onderdeel van de sportieve inburgeringscursus. Dat ging wel, het kost wel veel mentale energie en ook wel fysieke, want van een forse schrik kom ik prompt stil te liggen.

Het hielp wel dat er niets gebeurde – ik werd niet gestraald. Mede dankzij de bescherming van het neopreen natuurlijk. Soms kon ik wel lachen om mezelf: aan het eind van lang zwemmen worden m’n kuiten steeds sowieso wat kramperig (door het wetsuit?), en als ik dan zo’n ‘pok’ had, schoot de kramp er soms spontaan in.

De derde keer Kattendijke – Wemeldinge heb ik echt peentjes gezweten. Niet alleen waren het nóg meer van die kleine witte, maar ook zag ik veel grotere, met van die ogen, en blauwe en bruinachtige. Sommige hadden zichtbare slierten en van die ‘blubber’ onder het lichaam. Mijn zelf-peptalk bereikte nieuwe hoogten, en dit keer werd ik wel een beetje gestraald: net een klein prikplekje op m’n enkel. Maar dat is op zich dus helemaal niet erg. Het was al over eer ik thuis was.

Tussendoor ben ik een paar keer op eigen houtje wezen zwemmen, met Henk en/of Marc, en toen waren er nauwelijks kwallen. Dat kan dus ook. Genieten!

Wel ging het volgende probleem dagen: het water wordt zo warm dat het lekkerder is om zonder wetsuit te zwemmen. Maar dat scheelt nogal in m’n gevoel van veiligheid en bescherming. Ik kreeg de tip van een badpak met lange mouwen en een zwemlegging. Online was dat nog een aardige zoektocht langs aanbieders voor andere doelgroepen (moslima’s en grote maten), maar ik heb ze gevonden. Ze zijn van Billabong, een Australisch merk, ja, daar kennen ze ook enge kwallen, al gaat het meer om surfers te beschermen tegen de zon, begrijp ik.

(voor de fans van Roan Atkinson: I’m a mime!)

Het zwemt goed, maar gister trok ik voor het lange eind toch nog graag m’n Zeilvis aan. We zwommen voor het eerst (voor mij dan)omgekeerd: met de ebstroom mee, van Wemeldinge naar Kattendijke. Even na de start kwamen we door een school van die kleine witte, dat ging goed, ik bleef rustig en accepteerde de paar ‘poks’. Daarna waren er een tijdlang helemaal geen en was het idyllisch zwemmen in helder water op een prachtige zomeravond.

Maar daarna…. zag ik de ene na de andere grote, bruinige met slierten en blubber. Ik stierf weer duizend doden. Het nadeel van dat heldere water is dat je ze hartstikke goed ziet. Gelukkig zitten ze vooral wat dieper en zie je ze dus onder je – aan zo’n geval in m’n gezicht moet ik toch echt niet denken. Nouja, die gedachte heb ik dan natuurlijk wél. Urgh.

Ik heb er minstens één geraakt, maar ook weer zonder erg. Dat scheelde wel: kennelijk doen ook die engerds niets. Weer een stap.

Poe. Ik was blij toen we er waren, de stroom werkte niet heel hard mee, dus we waren lang onderweg. Fysiek geen probleem, maar mentaal was ik wel toe aan kwalloosheid.

Elke keer als ik weer bezig ben met mezelf moed inpraten en kalm houden, komt er ook wel een gedachte op als ‘waarom doe ik mezelf dit aan?’ Ik kan me voorstellen dat er wel een moment komt dat het me te gek wordt, maar op dit moment geldt voor mij duidelijk: ‘feel the fear and do it anyway’. Als ik dit zwemmen opgeef omwille van m’n kwallenangst, dan is die angst me de baas. Terwijl het dus een irrationele angst is. Als ik hiermee doorga, kan ik doen wat ik op dit moment supergraag doe (op die kwallen na). Ik laat me niet inpakken door angst. Daar is sporten sowieso goed voor: het biedt een speelveld om je angst onder ogen te zien, en daarvan wordt je wereld groter.

En ik vorder dus echt. Ik wist dat een paar weken geleden al: ik sprint niet meer het water uit bij de eerste de beste kwal en ik hyperventileer er ook niet van. Dat is al een hele stap. Gister merkte ik dat ik rustig door een school witte kwalletjes heen kwam zwemmen, en dat ook enger geen kwaad kan. Ik ben druk bezig met het overwinnen van een jeugdtrauma. En ik ben hartstikke lekker aan het zwemmen!

Dus: feel de kwallenfear and swim in de Oosterschelde anyway!

(de kwallenfoto’s bij deze post maakte ik langs het strand van Egmond, half juni)

Door |2024-07-19T15:14:48+02:0019 juli 2024|Waarom, Zwem|0 Reacties

Alles is anders en toch gelijk

Ik heb net als vorig jaar de tijdrit van de Radweltpokal als seizoenshoofddoel. Dat is dus hetzelfde, maar verder is bijna alles anders:

  • Een verhuizing is nogal een aardverschuiving. Mijn dagelijks leven is anders maar bovendien wist ik dat ik qua trainen een paar ‘gemankeerde’ maanden zou hebben en daarom geen torenhoge ambities kon hebben. Daar waar ik vorig jaar vanaf de herfst bezig was met een opbouw naar augustus, sportte ik dit jaar vanuit het idee dat ik pas vanaf mei echt structuur in mijn trainingen zou kunnen krijgen. In maart en april was het zelfs helemaal ‘alles wat ik wél kan doen is mooi meegenomen’ – en dat ging toen nog best aardig.
  • Vorig jaar was ik ziek. Ik ben nu ook niet 100 procent fit, want ik snotter nog steeds en ruik nog steeds bijna niks (ondertussen doorverwezen naar de KNO-arts), maar dat lijkt mijn sporten bijna niet te beïnvloeden: mijn energieniveau is normaal, ik kan doen wat ik wil, daarbij  boek ik normale progressie, ik voel me alleen net niet helemaal top. Waarbij – denk ik – ook het aanhoudende slechte weer een rol speelt: op die paar dagen warmte vorige week voelde ik me beter. (Ik maak er maar geen aparte bullet van, maar het weer is toch ook echt wel anders dan vorig jaar, dan ooit zelfs. Al die kilte en regen… net gister werd er een leuke zwemtocht afgelast vanwege te harde wind…)
  • Vorig jaar ging ik vol voor het fietsen, dit jaar vind ik – mede vanwege mijn verhuizing – zwemmen ook belangrijk. Dat wist ik van tevoren: het is té leuk om in de Oosterschelde te zwemmen en voor de afstand Kattendijke-Wemeldinge heb ik wel zwem-duurconditie nodig, ook al is het met stroom mee. Daar heb ik dus meer m’n best voor gedaan dan vorig jaar. Ik ben door de verhuizing en het vele openwaterzwemmen m’n snelheid van februari wel kwijt, maar dat geeft nu niet.

    Actiefoto ergens tussen Kattendijke en Wemeldinge. Met nog altijd m’n eend (met thermometer) achter me aan.

    Ik heb bovendien net een yoga-maand achter de rug. Ik ben dus meer in de breedte bezig en zo voelt het ook – da’s lekker. Mijn hardlopen lijdt alleen wel – net als vorig jaar – een rudimentair bestaan op het moment. Ik zit net weer zo’n beetje op m’n basisniveau: 10 kilometer rustig kunnen lopen. Een duurloopje is de wekelijkse sluitpost van m’n trainingen, en ik heb wat last gehad an een overbelastinkje aan een teengewricht dat in stand gehouden werd door m’n dagelijkse lopen, vooral als ik dat op nette schoenen deed. Nou goed, – je kan niet alles hebben.

Frappant genoeg ben ik op dit moment met fietsen op precies hetzelfde niveau als vorig jaar in juli, uitgedrukt in de meest cruciale variabele (geschat FTP: vermogen dat ik in een training redelijk makkelijk 4X8′ kan volhouden): 235 Watt. Oftewel: wat toen in 9 maanden opbouwen lukte, ging dit jaar in 3. Ik heb al wel eens gedacht: het lijkt wel alsof ik de verhuizing (plus twee verkoudheden) tegen alle pech van vorig jaar (eerder in het seizoen toen ook al de gekneusde ribben) kan wegstrepen. Zo werkt het niet,  maar ik zie wel bevestigd dat ik vorig jaar maar zeer gemankeerd heb kunnen opbouwen. Die 235 Watt, die haalde ik vorig jaar namelijk alleen op m’n goede dagen. Op de slechte brak ik een intervaltraining wel eens na een paar minuten al af.

Gelukkig is het dit jaar beter. Desalniettemin verrast het me dat ik zo snel zo ver kom. Ik ben benieuwd naar wat ik goed doe – want dat is dus kennelijk zo. Dit is wat ik heb bedacht:

  • Ik heb sinds mei goed en consistent kunnen trainen en daar veel lol in gehad. Beproefd recept: veel lang en rustig, elke week ook kort en hard, zowel rond omslagpunt/FTP als royaal daarboven. Vinger aan de pols voor herstel en totale belasting. De nieuwe omgeving inspireert en ik zit in het algemeen lekkerder in m’n vel dan in heel lang (alleen dat ruiken…).
  • Ik had een stevige basis behouden. Dat blijft zo belangrijk – ook in slechte tijden maakt dat het de moeite waard om voor door te gaan! Ik pluk zo ook wel de vruchten van wat ik vorig jaar wél heb gedaan. Het meest viel me namelijk op hoe veel beter krachttraining dit seizoen gaat, dus hoe veel een basis hebben daarvoor uitmaakt. Ik heb de traptraining systematischer aangepakt en ik ben daarmee veel verder gekomen dan vorig jaar (ik moet hier in de buurt voor komende winter nog op zoek naar een nieuwe trap overigens) en ik zat al voor de verhuizing met m’n thuiscircuitje met lunges en m’n squats op hetzelfde niveau als vorig jaar op m’n best, en ik ben het nog steeds aan het verzwaren. Ik was vorig jaar met krachttraining begonnen en dat was nog best even lastig voor m’n rug en m’n knieën. Kennelijk went dat. Die extra kracht levert extra vermogen op, al weet ik niet precies hoeveel. In elk geval: een blijvertje, krachttraining!
  • Het kan prima zonder spinning. Vorig jaar heb ik dat de hele winter wekelijks gedaan en later ook nog regelmatig, als zware (VO2-max/anaerobe) component in m’n training. Ik heb de indruk dat ik alles wat ik daarbij toen gewonnen heb, dit jaar kon bereiken met een handjevol zware intervaltrainingen: maximaal de Post- of Vlakebrug opknallen (1-2 minuten) of 3 minuten volle bak langs het Kanaal door Zuid-Beveland.

    Als ik deze ‘klim’ maximaal oprijd, doe ik er zo’n twee minuten over en zie ik boven sterretjes. Meestal is dat met wind tegen.

    Na zo’n interval ben ik piepedood, maar dat moet ook, en een stuk of acht ervan zijn genoeg, in een uurtje ben ik klaar. Ik wen daardoor aan het gevoel van afknappende benen, waardoor ik dieper kan gaan in wedstrijden, en bovendien lijkt het erop dat die sessies m’n vermogen rond omslagpunt snel omhoogtrekken. Het is wel de wekelijkse écht zware training, waar ik fit voor moet zijn en voelbaar van moet herstellen.

Vorig jaar wilde ik uitzoeken  hoe ver ik met fietsen nog kon komen op m’n 58e als ik daar weer eens vol voor zou gaan. Dat is in het water gevallen. Eigenlijk maakt dit seizoen me daar opnieuw nieuwsgierig naar. Het is te kort om dat helemaal uit te zoeken. Maar leerzaam is het in elk geval weer wel.

 

Door |2024-08-12T12:15:59+02:007 juli 2024|Fiets, Loop, Zwem|0 Reacties

En ook nog een tuin!

Ik heb het hier al uitvoerig gehad over de diverse geneugten van het nieuwe huis. Over één ding schreef ik nog niet: de tuin. Die speelt ook een positieve rol voor het sporten. Al meteen de eerste keer nadat ik in Kapelle was wezen zwemmen, hing ik met veel genoegen daarna mijn spulletjes te drogen aan een van de gloednieuwe waslijnen in de toen nog kale en lege tuin:

 

Een ander handigheidje is de buitenkraan, die zich prima leent als afspoelplek voor wetsuit en fiets. Ik merk al dat ik daardoor beter voor m’n spullen zorg – ben nooit zo’n enthousiaste poetser geweest, maar dit gemak scheelt wel. Deze foto is van gister, toen ik een nogal herfstig fietstochtje had gemaakt:

In het oude huis moest ik de tuinslang installeren, dus uitrollen en binnen koppelen aan een kraan, en stond ik vlak voor de keukendeur – met altijd nattigheid binnen tot gevolg. Wat al beter was dan m’n huis daarvoor, want daar moest ik m’n fiets meenemen onder de douche en daarna dus ook de badkamer poetsen! De kraan nu heeft zelfs ook warm water; we zijn aan het kijken naar een buitendouche.

Over het grootste sportgenoegen van de tuin schreef ik wel al eerder: buiten yoga’en, m’n dagelijkse oefeningen of krachttraining doen:

Dat was overigens wel van korte duur, want de zomer wil maar niet doorzetten helaas. Dat is het enige wat er nog aan ontbreekt om nog meer van de tuin te genieten.

 

Door |2024-07-06T11:40:03+02:006 juli 2024|Fiets, Triathlon algemeen, Zwem|1 Reactie

Sportieve inburgeringscursus

Vanaf onze verhuizing naar Kapelle, half april, zijn we onze nieuwe woonplek gaan ontdekken, zowel voor wat betreft de mensen als de omgeving. We waren er maar druk mee de afgelopen tijd – we gingen het onze sportieve inburgeringscursus noemen. En het was zonder uitzondering heel erg leuk:

  • Ik was al voor de verhuizing begonnen met sportief integreren, in de vorm van een borstcrawlcursus. Die werd georganiseerd in het zwembad van Kapelle bij zwemvereniging De Bevelanders door het groepje dat in het seizoen wekelijks tussen Kattendijke en Wemeldinge zwemt, en gegeven door Benjamin en Junior Vermeulen, twee jonge topzwemmers en broers. De eerste weken was het een beetje behelpen omdat ik niet altijd op dinsdag in het nieuwe huis bezig was. Ik heb de dag voordat de verhuizers kwamen gemist, toen vroeg het oude huis te veel aandacht. Later miste nog een keer doordat ik met de trein terug van werk in Den  Haag strandde in Bergen op Zoom. Maar dat viel me eigenlijk nogal mee: ik kon er 80 procent wél zijn. Het was wel een leuke en nuttige cursus, maar vooral was het een kans om mede-zwemmers te leren kennen. Zo ben ik al een paar keer met baangenoot Marc in de Oosterschelde wezen zwemmen. En aan het eind kregen we nog een diploma ook (we waren wel met meer, hoor, er waren er die laatste keer een paar ziek en druk met werk):

 

  • Op 17 mei gingen manlief en ik voor het eerst als kersverse Zeeuwen met de trein naar onze provinciehoofdstad, om daar mee te doen aan de stadsloop. Dat was een tip van de notaris bij de overdracht van ons nieuwe huis. We kwamen hem ook tegen, dat was leuk. Het waren drie rondjes door de prachtige stad. Middelburg moet toen ik opgroeide in Vlissingen ook al mooi geweest zijn, maar ik had daar toen duidelijk geen oog voor!

  • De dag erna wandelden we ruim 20 kilometer vanuit Kapelle: de Franse Slag Mars. We vonden het een prachtige wandeltocht. We maakten kennis met de Yerseke Moer en ontdekten nieuwe paadjes rond Kapelle. Het was uitstekend georganiseerd. Niet te druk maar wel gezellig. Manlief maakte een foto van een kluut waarvan ik niet geloofde dat die zo nat kon zitten broeden, maar met wat inzoomen bleek het toch echt zo te zijn:

  • Op 25 mei fietsten we naar Middelburg en terug, en liepen we daar mee in de Zeeuwse Klimaatmars. Weer een rondje door die mooie stad! Heen op de fiets volgden we de borden en dat was een vrij saaie route. Ik realiseerde me dat mijn beeld van Zuid-Beveland als kind nogal is bepaald door het Sloe, een polder uit de jaren vijftig – het eerste wat je ziet als je van Walcheren komt. Ik ben nu steeds verrast door hoe veel mooier Zuid-Beveland is dan dat! Op de terugweg bleek dat maar weer eens. We lieten toen Google onze route bepalen, en dat leidde over een smal fietspad door het Poelbos, erg leuk!

 

  • De dag erna reden we de 100 kilometer van de Meidoorntocht, georganiseerd door de plaatselijke toerclub TTC Kapelle ’79. Prachtig, alleen helaas bijna non-stop kille regen. Het was heel rustig, en ook niet zulk fotogeniek weer. Maar dus wel goed om nieuwe weggetjes te leren kennen.

 

  • Op 29 mei heb ik mijn letterlijke en figuurlijke koudwatervrees overwonnen en ben ik meegegaan met het Kattendijke-Wemeldinge-zwemgroepje. Op de kwallen na was dat heerlijk. We zwommen de 3,8 kilometer in een uur, met z’n zevenen, wind en stroming mee, op een heldere en zonnige avond, watertemperatuur 17 graden. Zout water – het ultieme openwaterzwemmen! Ondertussen ben ik nog een keer meegeweest, weer tof en gelukkig warmer water – maar nog meer kwallen (over wat ik daarvoor moet overwinnen schrijf ik nog wel een andere keer). Als het met de kwallen niet heel erg uit de hand loopt, ga ik vaker mee.

  • Op 4 juni ging Henk kennismaken met zijn nieuwe atletiekvereniging, meteen in de vorm van een wedstrijdje. Ondertussen is hij lid geworden al een paar keer gaan trainen.

 

  • Op 7 en 8 juni deden we in totaal drie keer mee aan de Delta Ride for the Roses: ik de Ladies Night Ride en de 120 kilometer, Henk alleen die 120. Bij de Ladies Ride waren we met een heuse delegatie van vier uit Kapelle:
    Corine (naast mij) en ik konden mee met de kopgroep van acht dames op de 30 kilometer, wat gaaf was: lekker doorrijden achter de motoren aan! Saskia en Annet zaten er vlak achter. Het was een prachtige avond met strakblauwe lucht en erg gezellig.
    De dag erna was het ook gezellig, op de 120 kilometer, met gezelschap van Dies uit Yerseke, die ik ken van het zwemmen:Gelukkig kon ik toen af en toe in het zuchtje van die twee mannen, want het ging eerst knoeperhard (min-of-meer gegroepeerd en gedoseerd over de Zeelandbrug, maar zo rommelig dat wij heel hard moesten rijden) en daarna hadden we op Schouwen langdurig de forse wind tegen. Bovendien is het van een paar jaar geleden dat ik nog eens 135 kilometer reed (de totaalafstand vanaf huis), en van nog veel langer geleden met een gemiddelde snelheid van 28 km/u! Ik baalde er af en toe van dat het me te hard ging en dat ik er behoorlijk doorheen kwam te zitten, totdat ik me realiseerde dat ik best wel met iets bijzonders bezig was. En dat nog bepaald niet in hoogvorm, kort na de verhuizing en met die aanhoudende luchtwegproblemen.

 

  • Op 12 juni was de jaarlijkse zwemtocht Kattendijke-Wemeldinge. Onder – relatief – barre omstandigheden: het Oosterscheldewater was net ervoor gedaald in temperatuur en kouder dan anders bij deze tocht (ja, het was lang maar een treurige lente/zomer, qua weer). Gelukkig was het verder wel okee weer, nouja, fris, en de wind kán gunstiger staan, maar het was rustig met zelfs wat zon. Ik heb gezwommen met handschoenen, dat had ik nog nooit over zo’n afstand gedaan. Misschien lag het daaraan dat ik het vrij zwaar vond, maar ik kreeg geen dode vingers en ik had verder ook geen last van de kou. Ik heb er 56 minuten over gedaan, en dat is het langste dat ik ooit in water van die temperatuur heb gezwommen. Dat ik het aandurfde en – kon, is mede dankzij het winterzwemmen en -dippen van de afgelopen winters. Ik kan beter tegen kou en weet ook beter waar mijn grenzen liggen. Dat was fijn, en qua inburgering was het helemaal leuk: heen met Marc en Geertje van de cursus, daar al allemaal bekenden van de cursus en de eerdere keer meezwemmen, gezellige nazit.
    Vlak voor de start maakte Marc een foto met manlief en mij erbij:

    Ik bedacht: wie had dit bij onze eerdere deelnames kunnen denken? De eerste keer wist ik amper waar Wemeldinge was, laat staan Kattendijke, en nu is het ’thuis’.

 

  • Gisteravond hebben we meegedaan aan een zwemmarathon in het zwembad van Kruiningen, als leden van het Kattendijke-Wemeldinge-team van zeven, met Henk als enige man, en verder Margareta, Geertje, Gerry, Alida en Anje. Het was voor ons een ontdekking van zwembad Den Inkel, met een prachtig 50-meter-buitenbad, waar we een baan bijna voor onszelf hadden. We zwommen drie uur lang om en om in estafettevorm, ruim 8 kilometer in totaal, waarvan ik 1200 meter voor mijn rekening nam. We werden daarmee zevende van acht teams – het was indrukwekkend om de snelle zwemmers bezig te zien. En het was hartstikke gezellig. Hier zijn onze teamfoto’s van voor en na:
    We fietsten terug met Margareta en haar man uit Hansweert, die ons de weg wezen over een route om Kruiningen heen en over de sluizen. Dat was ons eerste fietsritje in het donker, ook wel bijzonder.

Ik ben los van de evenementen ook al wezen zwemmen met Marc en fietsen met Corine, Henk is wezen lopen met Saskia. We zwerven echter ook heel wat op eigen houtje rond, samen of alleen, te voet en op de fiets. We kiezen daarbij doelbewust voor verkenningen: nieuwe weggetjes en paden, zeker als die er leuk uit zien. Ik schreef het hierboven al: en dat is verrassend mooi. Een prachtige plek is bijvoorbeeld het uitzicht over de Deesche Watergang, de favoriete plek van Hans Warren, van wie het gedicht ‘Thuiskeer in Zeeland’ daar dan ook vereeuwigd is:

Er zijn in Zeeland enkele permanent uitgepijlde wielerroutes. Ik reed ik een groot deel van de Jo de Roo route, vernoemd naar de coureur uit Schore, hier vlakbij. Prachtige route, en ook weer wat leuke nieuwe weggetjes ontdekt. Smaakt naar meer! (Jo de Roo zagen we ondertussen ook al een keer in het echt, en wel bij de signeersessie van Freek de Jonge in de Kapelse boekwinkel).

Ik ben ook op zoek geweest naar geschikte parcoursen voor mijn fiets-intervaltraining. Dat gaat bijvoorbeeld goed langs het kanaal door Zuid-Beveland en op de Postbrug, die net doet alsof het een heuse col is:

 

* * *

We hebben het, kortom, reuze naar onze zin. In de omgeving, maar vooral ook tussen de mensen. We treffen bij het sporten steeds hartstikke aardige en gezellige mensen, voor wie we er vanzelfsprekend bijhoren. Hartstikke bedankt allemaal, voor dit goede begin, en dat er maar meer mag volgen! Dank ook voor de foto’s, en het delen ervan.
Speciaal bedankje bij dit alles is voor Corine – dat we eind september, nog helemaal vol van ons net gekochte nieuwe huis, in Zierikzee naast haar stonden in het parc fermé van de triathlon, daarmee is onze sportieve inburgering begonnen!

 

Door |2024-06-29T16:03:45+02:0029 juni 2024|Fiets, Loop, Vrouwensport, Waarom, Zwem|3 Reacties
Ga naar de bovenkant