Vrouwensport

Slaap!

Het valt me de laatste tijd op dat er in adviezen voor duursporters nogal wordt gehamerd op het belang van slapen voor herstel. Een voorbeeld ervan is bijvoorbeeld deze post van Ironman die laatst weer eens langskwam in een nieuwsbrief. En er stond ook iets over in een Runner’s World ofzoiets, waarin zelfs werd beweerd dat slaap de herstelfactor is die je het meest in de hand hebt.

Was het maar waar! Ik snap de goede bedoelingen wel achter dit soort tips, want er zijn nogal wat triathleten en dergelijke die vanwege ’s ochtends vroeg trainen te weinig slapen. Maar al die mooie tips als in die Ironman-post ten spijt: slapen heb je juist helemaal niet in eigen hand. Wie denkt dat dat wel zo is, weet niet van slaapproblemen zijn, en die benijd ik! Je tijden van naar bed gaan en opstaan, daar heb je rechtstreeks invloed op. Maar op je slaap maar ten dele. Slapen kun je niet op commando.

Het is bij mij al een paar jaar zo dat er af en toe een nacht mislukt. Ik ben nooit een heel goede slaper geweest: het kost me altijd minstens een half uur om in slaap te vallen, en ik lig mijn hele leven wel eens uren wakker als mijn hoofd te druk is, of als ik bijvoorbeeld hoest, of ongesteld moet worden. Maar sinds een paar jaren is dat veel vaker, en om voor mij onbekende redenen.

Southern ComfortWoensdag was het weer eens zo ver. We gingen om half 11 naar bed, en toen was ik normaal moe en er was verder niets bijzonders. Hooguit zag ik een beetje op tegen de volgende ochtend, vanwege een vroege start met tijdsdruk (trein naar Amsterdam halen). Maar om 12 uur sliep ik nog steeds niet, en werd ik weer steeds wakkerder. Eruit dus, borrel gedronken (zie afbeelding), soms helpt dat. Om half 1 weer terug in bed, maar slapen, ho maar. Net na 1 uur ging manlief snurken, en ben ik naar het logeerbed verkast. Daar sliep ik niet meteen, maar uiteindelijk wel. Om half 6, een half uur voor de wekker, was ik wakker. Hooguit vier uur geslapen dus.

Zo’n nacht heb ik eens in de paar weken. Als het daarbij blijft, is het niet fijn maar prima hanteerbaar. Het is ook wel eens erger geweest, vaker achter elkaar, toen was het wel echt naar. Ik ben er toen wel mee bezig geweest hoe ik beter zou kunnen slapen, en heb zelfs begeleiding gehad. Daar heb ik heel wat van opgestoken en het gaat sindsdien beter – ook omdat ik me er minder druk om maak. Ik heb een keer een lange, zware dag ‘overleefd’ op maar 2 uur slaap, en sindsdien ben ik niet meer zo bang niet meer door de dag heen te komen.

Maar met een handjevol simpele tips ben ik er dus niet. Geen koffie na 5 uur bijvoorbeeld, nou, maak daar maar na de lunch van. Desalniettemin geen succes gegarandeerd, hoor! Ik denk zelf dat het iets met de overgang te maken heeft, er zijn wel meer vrouwen die dan slecht slapen, al zijn dat vooral doorslaapproblemen. Bij mij is het meer het inslapen, maar ook bij mij begon het slechtere slapen gelijk met het hormonale gerommel. Hopelijk wordt het dus over een paar jaar ook weer beter.

En ja, dat slechte slapen merk ik bij het sporten. Maar daar heb ik gewoon mee te dealen. Ik pas niet eens zo veel aan, ga ook na zo’n mislukte nacht gewoon trainen. Dat is één van de dingen die ik heb geleerd: me niet laten ‘inpakken’ door te weinig slaap, gewoon doorleven, doorgaan met leuke dingen doen vooral. Maar het gaat natuurlijk af en toe wel moeizaam. Donderdag kwam er zelfs nog een zere lies bij, kennelijk verrekt bij een simpel baantje schoolslag bij het uitzwemmen woensdag. Dus niet hardgelopen, of althans, na 2 km terug naar huis gewandeld. Daar verder gewoon even wat rustig rommelen was toen eigenlijk wel heel lekker.

En misschien merkte ik het zelfs vandaag nog, want het zwemmen viel een beetje tegen. Slecht slapen zit achter mijn soms zo wisselvallige presteren in trainingen. Maar verder geen man overboord.

Kom er alleen bij mij  niet mee aanzetten dat je deze vorm van herstel in de hand hebt.

Door |2015-10-24T20:57:30+02:0024 oktober 2015|Vrouwensport|0 Reacties

Tampon wordt lippenstift

Ik zag net iets heel frappants. Via @sbonnema op Twitter werd ik geattendeerd op een bericht op Fietsvrouwen.nl over een nieuw fietskledingmerk voor vrouwen. Even nieuwsgierig kijken – mwah, tekst spreekt me niet aan. Ik heb al minstens 10 jaar geen maatje S voor mannen meer hoeven te kopen, en die ‘lippenstift’ in dat kleine zakje-met-rits, gadverdarrie, dat is dus precies het stereotype neerzetten van vrouwen waar ik niet van houd. Waarom zouden mannen geen zakje voor wat kleingeld willen?

Maar toch even doorgeklikt naar de site van de kleding zelf, want het viel me ondertussen wél op dat het geen suf-roze was. En in die (overigens heel belabberd geschreven) tekst helemaal geen lippenstift: dat extra kleine vakje is voor ‘de maandelijkse vlaggetjesweek’: voor een tampon of maandverband dus. En dát spreekt me wel aan. Dat is immers iets waar alle vrouwen mee zitten. 

Niet dat ik daar per se een apart vakje voor nodig heb, onder de repen of boterhammen achterin gaat ook prima, maar het gaat me om de framing. Zet je een sportvrouw neer als iemand met een lippenstift (stereotype) of iemand die wel eens een tampon nodig heeft (alle vrouwen)? En ik vind het ook wel lef om het in je marketing-uitingen te hebben over het taboe menstruatie.

Dus, misschien best een leuk merk, dat Bitter-Sweat. Al vind ik dat met die maten moeilijkdoenerij. Als ik een L nodig heb in plaats van een M denk ik: die kleding valt wel heel klein!

 

 

Door |2015-09-10T10:50:51+02:0010 september 2015|Fiets, Vrouwensport|0 Reacties

Onrealistische sportvrouw

Ik weet niet eens meer hoe ik heb geleerd dat reclames een ideale schijnwereld laten zien. Volgens mij was het zeker al in de tijd van het Blue Band gezinnetje van lang geleden. Dat liet zo’n über-gelukkig gezin zien, allemaal stralend en gezond (en blank en blond, geloof ik), en het was er altijd mooi weer. En die margarine, daar werd je zo van. Dûh. Per definitie geloof ik reclames niet, sindsdien.

Ik kan dan ook maar moeilijk begrijpen waarom uitgerekend een sportende-vrouwen-reclame op dat punt zo veel ophef veroorzaakte. Ik heb het over de Bugaboo-reclame waarin topmodel Ymre Stiekema jogt achter een kinderwagen (zie hier). Wat mij betreft staat dat net zo ver af van de realiteit van al dan niet sportende moeders als dat Blue Band gezinnetje van mijn eigen gezinservaringen (het regende nogal eens, zeg maar), en is dat zo klaar als een klontje.

Toch werd er nogal op deze reclame gereageerd, zowel kritisch als hilarisch. Ik hoorde erover op de radio, op Joop.nl werd massaal gereageerd, er stond wat over in de AD, in een column van Hester Zitvast op de Telegraaf-site, met ook nog eens een oproep aan Bugaboo om realistische reclames te maken. En dan heb ik Facebook en andere vluchtigere sociale media nog niet eens gevolgd.

Ik vind dat eerlijk gezegd nogal, uh, naief. Alle reclame is onrealistisch, waarom zou die van een sportende jonge moeder dan ineens realistisch moeten zijn? Raakt de reclame misschien toch ergens een pijnlijke snaar: het kan wél, moeder zijn én slank én sportief? Het kan zeker, denk ik – maar het gaat dan om uitzonderlijke vrouwen. Ik vind dat wel mooi, uitzonderlijke mensen. Topsport draait er bijvoorbeeld ook om. En dat vinden we toch ook niet ‘onrealistisch’?

Ik betrek het bovendien ook niet op mijzelf: dat zij er zo uitziet, betekent niet dat ik onvoldoende mijn best doe of faal ofzoiets. Ik bedoel: ik heb geen kinderen, maar mijn lijf voldoet op een heleboel manieren lang iet zo aan het schoonheidsideaal als dat van Ymre. Dûh!

 

Door |2015-08-29T14:51:18+02:0029 augustus 2015|Vrouwensport|0 Reacties

Nicoles verrassing

Ik had afgelopen zondag naast mijn eigen sportieve bezigheden nog een ander aandachtspuntje: hoe Nicole’s 1/16 triathlon zou gaan. Ik ken Nicole al een tijdje, via zowel het Fiets- als het triathlonforum. We hebben een aantal overeenkomsten, om maar te noemen: die sporten, Rotterdam, vrouw van rond de 50, en schrijven. Dus elkaar een keer IRL leren kennen moest bijna wel, en dat is tot nu toe steeds leuk geweest, we zijn vooral een paar keer wezen zwemmen.

Nicole zwemt graag maar niet zo goed, en ze had twee jaar geleden een nare triathlon-zwem-ervaring. Maar de triathlon bleef trekken. In de afgelopen weken zijn we een keer samen in de Zevenhuizerplas gaan zwemmen, en toen had ik op mijn GPS ongeveer 250 meter bepaald en dat ging goed. De week erna is ze naar een Siosport-zwemclinic geweest en toen lukte het ook, en durfde ze zich in te schrijven voor Beesd. Kort van tevoren begreep ze echter dat de tweede start van de 1/8 vijf minuten na de 1/16 zou zijn, en ze was bang ‘overzwommen’ te worden.

Inderdaad kwam ze als laatste het water uit, maar niet eens zo heel ver achter de voorlaatste (vorig jaar was dat gat veel groter), ruim voor de 1/8 dus zeker niet overzwommen, en royaal binnen de tien minuten, sneller dan ze had verwacht. Ik zag kans haar dat toe te roepen toen ze uit het water kwam. Ik hoorde haar geloof ik nog net ‘Echt waar?’ zeggen.

Vervolgens ging ik naar de finish, want ik moest ook nog wat deelneemsters interviewen voor de nieuwsbrief van de Vrouwentriathlon. Ik hing daar wat rond, en hoorde op een gegeven ogenblik de speaker zeggen dat er een Nicole aankwam, en toen nog één. ‘Frappant,’ dacht ik, ‘Twee Nicoles vlak achter elkaar. Nicole. Nicole?? NICOLE!!!’ Véél sneller dan ik had verwacht finishte ze al, als vijfde nogalliefst! Ja, fietsen en lopen kan ze wel, me dunkt. Wat een verrassing, en wat gaaf! Ik was trots, en bovendien is dit precies waar de Vrouwentriathlon voor bedoeld is: zulke succeservaringen mogelijk maken.

Nicole en ik bij de finish

Maar veel beter beschrijft ze dit allemaal in haar eigen woorden. Ik mag dit verslag van haar hier overnemen, ze plaatste hem op die twee forums:

Ik heb twee jaar geleden geprobeerd aan een 8ste triatlon mee te doen. Dat ging mis door gebrek aan zwemskills, hyperventileren en een paniekaanval. Ik heb eerst bijna een jaar niet meer durven zwemmen maar ben toen toch maar weer eens naar het zwembad getogen, want zwemmen vind ik op zich wel relaxed.

Een aantal mensen is ook met me mee geweest om wat borst crawl dingen voor te doen, waaronder Louise die jullie kennen. Oefenen, oefenen, oefenen. Tja…na pak hem beet 1.5 jaar lukt het me dan om een afstand van een paar honderd meter zwemmend/drijvend/levend af te leggen.

Dus dan toch die triatlon maar weer eens proberen. Maar ja die 250 meter zwemmen is voor mij de bottle neck. Ik had wel al een keer in buitenwater langs een rij boeien geprobeerd of ik die afstand kon halen en mee gedaan aan de buitenwater zwemclinic, zodat ik wist dat ik in theorie wel die afstand moest kunnen zwemmen. Ook mijn enge bruine buitenwater angst verdween inmiddels een beetje.

Zaterdagavond alles klaar gelegd en wilde mijn banden nog zo hard mogelijk oppompen. Toen begaf mijn onverwoestbare SKS pomp het… Omdat het ventiel van mijn achterband nog open stond liep dat gelijk leeg… Met een gewone fietspomp lukte het me niet om meer dan hooguit 4.5 bar (ofzo) in mijn banden te krijgen, fijn zeg.

Ik voelde me ook lichamelijk niet echt fit en werd veel te vroeg wakker. Ik overwoog nog om thuis te blijven, maar daar zou ik dan ook weer spijt van krijgen. Ik besloot te ontbijten en te zien hoe ik me dan voel. Eigenlijk nog steeds niks. Nou ja…aankleden en gaan dan maar. Ik beloofde mezelf dat ik bij iedere stap nog terug kon… ofzo.

Wat wel fijn was is dat de locatie op 500 meter afstand van een treinstation is, dus voor mij ook makkelijk te bereiken. Alleen wel op een camping vol kinderen en drukte…ik snapte niet veel van de briefing waar je heen moest etc…nou ja, ik zag wel waar het schip strandt. Ik heb Louise nog zien finishen maar die zag helemaal niks. 🙂

Ik had het bij het begin al koud…we stonden klaar om het water in te gaan…gaat het regenen… Dat verzin je toch niet. Nou ja, nat wordt je toch wel. Omdat ik zo slecht kan zwemmen bleef er steeds iemand bij me in de buurt voor het geval dat, dat vond ik wel een veilig gevoel. Ik moet zeggen dat ik wat het zwemmen betreft prima begeleiding heb gekregen van de dames van Vrouwentriatlon, die wisten dat ik niet goed kon zwemmen, waarvoor veel dank! Gelukkig is het maar een heel klein plasje zodat het er niet zo eng uit ziet, ook staat er geen sterke stroming als toen in de Binnenmaas en was er geen golfslag. De afstand zwemmen lukte! Maar ik was wel de aller-aller-aller-aller laatste. Toen de laatste schoolslagzwemster de kant op klommen moest ik nog zeker 40 meter. Nou ja, ik had het overleefd.

Dan naar de wisselzone. Ik verwachtte niemand meer te zien maar er stonden nog heel wat dames te hannissen met tassen en handdoeken… Tja, broek aan je gat, schoenen aan, helm op je ei en gaan. Ik had er al een paar “ingehaald” met het verkleden. 🙂

Dan maar hard fietsen. Ik ging er een erestrijd van maken om zoveel mogelijk mensen in te halen en zelf niet ingehaald te worden. Louise noemde dat eens Pacmannen op de fiets. Dat ging best goed. Op de laatste kilometers heb ik nog opgeschakeld en nog geprobeerd flink snelheid te maken. Toen hoorde ik links achter me geratel…nee zeg! Het zal toch niet? Maar gelukkig was het de trein naar Geldermalsen. 😎 Die deed niet mee.

De regen werkte ook een beetje in mijn voordeel; ik ben niet zo bang om dan hard door bochten te gaan. Hardlopen ging ook wel lekker. Eerst even inkomen, en daarna vond ik wel lekker uitlopen eigenlijk. Toen het goed ging deed ik een versnellinkje, en dat deed ik steeds als ik weer aan het nieuwe tempo gewend was. En toen trok ik nog een sprintje en was onder de paarse finishboog heen. Niet te geloven ik had het gehaald!

Ik pleur bijna in het zeildoek en haal een hersteldrankje. Ik drink de helft op en kieper het smerige drankje in het gras en realiseer me dat ik niet eens gekeken had hoe snel ik was. Ik loop terug naar de klok bij de finish die inmiddels op 44:43 staat. 😮  😮  😮

WTF! Dan komt Louise aan die verbaast is dat ik er al was. Ik ging zelf eigenlijk uit van net onder uur ofzo… Volgens de officiële lijst blijk ik 5de te zijn!!! Van de 65 deelneemsters. Ik ben nauwelijks een halve minuut van het podium af, dat zou ik al gehaald hebben als ik een trisuit had gehad.  😮

Ik heb dit jaar niet echt een goeie start gehad, ik heb qua sport (en ook wel andere dingen) uit een behoorlijk dal moeten komen…voor mij is dit heel erg vet! Ik had al blij geweest als ik niet de laatste was geweest…dit had ik echt nooit verwacht. Een vijfde plaats met een gouden randje.

Verder was het evenement ook precies wat ik hoopte dat het was; een gezellig sportfeestje. Lekker uitleven voor grote kinderen. Eerste maar zeker niet de laatste keer!

 

 

Door |2015-08-20T11:13:43+02:0020 augustus 2015|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Weer eens wat over vrouwensport

Er was de laatste weken wat meer aandacht dan gemiddeld voor vrouwensport, vanwege het WK voetbal. In de NRC van 26 juni stond een artikel ‘Super sportlijf? Serieuze aandacht’ over de rol van de media bij het al dan niet serieus nemen van vrouwentopsport – iets wat bijvoorbeeld de meeste mannelijke voetbalcommentatoren en -talkshowbezoekers niet bepaald makkelijk afgaat. In het artikel komt Mary Jo Kane aan het woord, hoogleraar bewegingswetenschappen aan de Universiteit van Minnesota. Zij zegt een aantal beharigenswaardige dingen.

In de eerste plaats de getallen: van alle professionele en serieuze amateursporters in de VS is 43 % vrouw; media-aandacht voor prestaties van vrouwen: 4 %. En dan nog is een groot gedeelte daarvan zwemsters in sexy poses in mannenbladen. Het lijkt erop dat de media daar een grote kans laten liggen, want er komen steeds meer mensen naar de stadions om wedstrijden basketbal en voetbal te bezoeken. Publiek is er dus wel, dus waarom blijven de media vrouwensport negeren en/of zo eenzijdig behandelen? Kane vermoedt onwil:

Sport is gekoppeld aan mannelijkheid, macht en privilege. Een groep met een monopolie zegt niet opeens: ‘oh, sorry vrouwen! Hier s 50 % van de aandacht, 50 % van de commerciële belangen. Geen meerderheid geeft zomaar zijn macht op.

Dat is geen bewust beleid en zeker geen kwaadaardigheid, en het kan wel degelijk veranderen. Meiden, vrouwen, vaders en ook jonge mannen zeggen liever serieuze aandacht voor vrouwensport te zien dan de zo gesexualiseerde berichtgeving van nu. Ik denk ook dat het al verandert, en dat al die denigrerende geluiden over vrouwenvoetbal van de laatste tijd krampachtige verdediging zijn van het mannenbolwerk. Vrouwenvoetbal kan niet meer genegeerd worden, dus doen ze er maar laatdunkend over. Dat is (denk en hoop ik) de opstap naar het gaan accepteren en serieus nemen ervan.

Ik kan me dan ook van harte vinden in Kane’s oproep: als je als journalist vernieuwend wil zijn, zoom dan eens niet in op de borsten (‘bij welke spiergroep horen die precies?’) maar behandel vrouwen als sporters.

Door |2015-07-10T21:19:05+02:0010 juli 2015|Vrouwensport|0 Reacties

Voorzichtig

Even een korte update: ik ben gister door de fysiotherapeut uit de knoop gehaald: schouder nog een keer, bekken nu ook. Dat voelt nu beter, dus ik heb voorzichtige hoop dat ik morgen in Bilzen voorzichtig kan lopen. En in elk geval hoop ik te kunnen oefenen met eten/drinken/ravitallering op de fiets – én ervan te genieten. Want dat was af en toe weg de afgelopen weken, met pijn en zorgen.

Daarvoor vooral loslaten dat ik maar steeds niet weet hoe ik toch twee weken geleden zo onverwacht en ernstig ín de knoop ben geraakt. Dat niet-begrijpen frustreert me, maarja – shit happens, zeggen we dan maar. En nu gewoon weer terug naar de lol! Als ik zo bezig ben met inpakken en nog eens naar het parcoursfilmpje kijk op de website, dan krijg ik toch ook echt wel de kriebels.

En dan komt er vanochtend via Twitter (retweet door @hansschoonen van @trimapper) een lekker inspirerend nieuwsbericht door: vandaag gaat een 85-jarige non proberen de oudste Ironman-finisher ooit te worden. Daar laat ik me graag door inspireren!

 

Door |2015-05-16T11:28:31+02:0016 mei 2015|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Mooi artikel over 50+-triathlonvrouwen

Sinds gister staat er een mooi stukje op de Ironman-website (ik volg hen via Twitter, @ironman): een artikel over hoe 50+-vrouwen hun sport ervaren. De foto ontroert me zelfs: zo vaak zie je geen vrouwen met grijze haren zo afgebeeld, namelijk in wedstrijdsportkleding en triomfantelijk en blij over de finishlijn komend! En dat terwijl het artikel de taboe-kant van de leeftijd (de overgang) niet uit de weg gaat – maar dus ook niet overdreven problematiseert. Hulde!

 

Door |2015-04-22T19:26:21+02:0022 april 2015|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Over drie tijdschriften

1. Deze week verscheen Fietssport Magazine, met daarin een column van mij over fietsen – over zin in sex en fietsen, zelfs! Het is een bewerking van een column die online staat op mijn zakelijke weblog. De vormgeving is grappig: de vette kop ‘zin in sex’ staat pal naast een fietsfoto van mij, waardoor het lijkt alsof ik fietsend enorme zin heb. Dat is niet helemaal de strekking van de tekst, maar het is wel grappig! De column is een soort nagekomen fietsvrouw-column, en het contact daarvoor is tot stand gekomen door een ander stukje in datzelfde blad, namelijk een berichtje over de Vrouwentriathlon. Dat is dus ook van mijn hand.

2. Ik kon Pedala niet laten liggen, het nieuwe tijdschrift ‘voor vrouwen die fietsen’. Nou ben ik een vrouw die fietst, maar dit blad is absoluut niet voor mij. De interviews erin, o.a. met Nicolien Sauerbreij, zijn leuk, maar verder ervaar ik zowel de toon als de inhoud als zeer oppervlakkig. Het is duidelijk voor jonge beginners, en zelfs toen ik jong begon, voelde ik me niet aangesproken door formuleringen als deze op p. 47:

Zeem
Niet schrikken als je zo’n fietsbroek voor het eerst in het echt ziet. Daar waar je kruis zit, zit een zeem genaaid. Dat hoort. Sterker nog: dat is een goed idee.

De diepgang in de informatie is navenant, en het moet duidelijk vooral ook allemaal ‘leuk’ blijven. Ik weet dat er voor (jonge?) vrouwen vaker zo geschreven wordt, maar ik vind het niks. Waarom zou je vrouwen dommer aanspreken dan ze zijn? En jammer dus dat zo’n blad de doelgroep zo beperkt. Daarover zijn meer vrouwen het eens, zo blijkt uit de inmiddels al drie pagina’s tellende discussie over op het Fiets-forum over PedHappi body (cover)ala, waar ik me ook aardig in roer.

3. En toen ik toch in de kiosk was… in de Happi Body, een special van Happinez, staat een artikel ‘Sporten: goed voor je ziel’.  Het zijn ’tien spirituele redenen om jezelf in het zweet te werken’ en ik herken ze alle tien. De eerste is bijvoorbeeld ‘Je ontmoet jezelf’, en daarin gaat het erover dat je je van sport levend gaat voelen tot in de kleinste haarvaatjes van je lijf. Misschien is dat voor mij de ultieme reden om te sporten. Ook een mooie vind ik nummer 9: ‘Je wordt er wijzer van’, over sport als bron van levenslessen.

 

 

Door |2015-04-17T17:14:24+02:0017 april 2015|Boeken, Vrouwensport, Waarom|0 Reacties

Vrouw met grijze haren op fiets

Nog een terugblikje op het vele fietsen van de afgelopen dagen. Zondag zag ik voor het eerst een vrouw in het wild (buiten wedstrijden) op een tijdrit-/triathlonfiets rijden. Je ziet die fietsen sowieso niet veel, en ik kan me niet herinneren er ooit een vrouw op te hebben gezien. Ik was dus wel benieuwd of ik zou opvallen, of ik daar iets van zou merken: blikken, opmerkingen. Zeker ook nog eens omdat ik een ‘oude’ vrouw ben – al zitten mijn grijze haren op de fiets verstopt onder een helm en mijn ergste rimpels achter een sportbril.

Maar toch: vrouwen van mijn leeftijd zie je nauwelijks op racefietsen, laat staan op een triathlonfiets. Zou ik horen dat dat ‘gek’ is?

Nou nee. Ik merk er niks van. Ik heb tot nu toe twee dingen gehoord. Ik passeerde een keer een kluitje opgeschoten jongens met een scooter en een meisje achterop, en één van die jongens riep ‘speedmonster!’ Dat heb ik maar als compliment opgevat. En vrijdag haalde ik een vrouw met grijze haren op een boodschappenfiets in en die zei in het voorbijgaan ‘mooi fietsje’.

Ik betrapte me erop dat even gek te vinden: ziet een vrouw met grijze haren op een boodschappenfiets iets af aan een Felt B14? Totdat ik me realiseerde dat ik ook heel vaak een vrouw met grijze haren op een boodschappenfiets ben. Wie weet wat haar hobby is, en hoe haar andere fietsen eruit zien?

Oftewel: verkijk je niet op fietsende vrouwen met grijze haren. Ik denk dat de conducteur in de trein terug uit Vlissingen maandag dat wel even deed. Hij vroeg de jonge kerel tegenover me om het kaartje voor de fiets die hij zag staan, en leek verrast toen die stoere expeditiefiets hoorde bij een vrouw met grijze haren. Tenminste, ik moest het twee keer zeggen en met het kaartje wapperen voordat hij besefte dat hij bij mij moest zijn. En dat vind ik dan toch wel weer grappig!

 

Door |2015-04-08T10:42:42+02:008 april 2015|Fiets, Vrouwensport|0 Reacties

Fast after 50: wat is normaal?

Cover boekIk ben nog 10 maanden lang niet de doelgroep van dit boek, maar een gewaarschuwd mens telt voor twee en ook op m’n 49e vond ik Fast after 50 van Joe Friel de moeite waard. Ik houd ervan als een boek me aan het denken zet, en dit boek heeft dat zeker gedaan, vooral over de vraag: wat is eigenlijk ‘normaal’ ouder worden?

Aan het begin van het boek betoogt Friel dat ons beeld van ‘normale’ veroudering gebaseerd is op wat we onze eigen en de oudere generaties zagen doen, en daarvan is bekend dat het grote gros er geen gezonde levensstijl op nahoudt, inclusief te weinig bewegen. En dus takel(d)en die ouderen gemiddeld waarschijnlijk meer af dan wat je ‘normaal’  zou kunnen noemen: gemiddeld is niet per se normaal.

Friel komt met allerlei cijfers en voorbeelden waaruit blijkt dat tot op hoge leeftijd fit blijven mogelijk is, en dat bijvoorbeeld verlies aan spiermassa niet zo dramatisch hoeft te zijn als ons ‘gemiddeld’ wordt voorgespiegeld. Dat is een hoopvolle gedachte, die aansluit bij wat Friel ook betoogt: dat je zo oud wordt als je denkt te zijn. Als het bijvoorbeeld in je beeld van ouder worden past dat je dan ‘rustig aan’ hoort te doen, dan kak je harder in dan nodig is. Dat overkomt veel duursporters: eenmaal een dagje ouder blijven ze nog steeds veel trainen, maar vooral in de lage hartslagzones. Intensieve en krachttraining doen ze niet meer, en dan geldt ‘use it or lose it’ genadeloos: je raakt dan een boel vermogen kwijt.

Volgens Friel is de sleutel voor tot op hoge leeftijd fit en snel blijven dan ook: intensief trainen. Het grootste deel van het boek boek is gewijd aan uitleggen hoe je dat als oudere kunt bereiken. Dat gaat tot op het niveau van voedingsadviezen en concrete trainingsschema’s met minuten per type interval. Maar ook met leuke vondsten: als je én intensief wilt trainen, én op kracht, én op duur, én je hebt vanwege je hogere leeftijd meer hersteltijd nodig, dan zitten er algauw niet genoeg dagen in een week voor je hele trainingsschema. Nou, zegt Friel, dan maak je je weken gewoon langer en baseer je je trainingen op een ritme van 8 of 10 dagen. Dat kan makkelijker als je eenmaal met pensioen bent en de weekends niet langer een ritme van 7 dagen afdwingen. Slim!

Zo kun je dus, als je maar wilt, tot op hoge leeftijd trainen, progressie maken, aan wedstrijden meedoen. Maar op dat punt aangekomen kreeg mijn denken over dat ‘normaal’ nog een tweede duwtje: is het wel ‘normaal’ om boven de 70 nog steeds in de weer te zijn met trainingsschema’s, seizoensdoelen en wedstrijden winnen? Is dat niet veel ego, krampachtig jong willen blijven? Is het niet ‘normaal’ om bij het ouder worden minder prestatiegericht te zijn, en om meer in het algemeen wat onthecht te raken – zodat je uiteindelijk het leven zelf kunt loslaten? Over dat de dood onherroepelijk dichterbij komt gaat het bij Friel niet, en ook niet over wat dat doet met je ziel.

Wél over dat blijven presteren in de eerste plaats van motivatie afhangt, maar die motivatie neemt hij aan. Fast after 50 is bestemd voor sporters die die motivatie wel nog hebben, en die daarin dus sterk verschillen van de ‘gemiddelde’ oudere. Of dat normaal is? Ik weet het niet. Ik weet in elk geval wel dat het voor veel mensen ook al niet normaal is om je als 49-jarige vrouw druk te maken om je sportieve prestaties, dus wie ben ik om een oordeel te vellen? Dat wil ik ook niet – erover mijmeren wel.

Wat daarbij komt, dus bij dat gemijmer, is dat ik nog niet overtuigd ben van Friels betoog. Hij haalt onderzoeken aan waaruit blijkt dat mensen die tot op hoge leeftijd (intensief) sporten zo veel fitter zijn dan niet-sportende leeftijdgenoten. Maar misschien is dat alleen een correlationeel, geen causaal verband. Ik bedoel: misschien verouderen die mensen wel langzamer, en blijven ze daarom tot op hoge leeftijd actief in sport en gemotiveerd om veel te doen. Anders gezegd: blijven ze jong omdat ze sporten, of sporten ze omdat ze jong blijven? Ik zag afgelopen zondag als vrijwilliger bij CPC een vrouwelijke 55+-topper die ik 35 geschat had, niet alleen qua loopsnelheid (1u19 of daaromtrent op de halve marathon), maar ook qua huid, haar en silhouet. Zo’n lichaam is extreem, abnormaal – in haar voordeel. Maar dat wil niet per se zeggen dat als ik maar veel blijf hardlopen, ik ook 35 blijf lijken.

Brengt me op één puntje dat me teleurstelde: Fast after 50 besteedt maar 3 pagina’s specifiek aan vrouwen, en dan vooral in het kader van de strijd tegen het toenemende lichaamsvet. Het begint met:

Science still has a lot to learn about the human body. That’s especially true when it comes to menopause and the aging female athelte.

Als dat zo is, dan kan Friel daar niet zo veel aan doen – maar het lijkt wel een beetje te impliceren dat de hele rest van zijn verhaal alleen uitgaat van (kennis over) mannen. De meeste ervaringsverhalen zijn ook van mannen. Hmm, jammer. Ik had al eerder gezocht naar informatie over sport en de overgang, dit is de tweede teleurstelling op dat gebied – nouja, er gaat één ervaringsverhaal over.  Ik blijf zoeken, en zal op dit weblog melden wat ik vind.

 

Door |2015-03-13T18:04:30+01:0013 maart 2015|Boeken, Vrouwensport|0 Reacties
Ga naar de bovenkant