Triathlon algemeen

Waarom het soms goed gaat en soms kwakkelig

Vandaag heb ik et op-een-na-laatste trainingsblok afgerond (schema). Nu een rust-en-herstelweek en dan nog één stap zetten. De trainingsweken zijn zwaar. Het kraakt en piept af en toe maar ik herstel goed en ik voel mijn vorm groeien. Het gaat goed!

Dat was ook wel eens heel anders: het contrast met nog niet zo heel lang geleden is groot. Ik had het er hier toen nog over dat ik dit maar ‘Louises kwakkelweblog’ moest noemen. In de periode mei 2015 t/m maart 2016 ben ik van het ene probleem in het andere gesukkeld. De vage heup/bekken-blessure van het hele vorige seizoen en de sesamoïditis van dit vroege voorjaar waren de heftigste blessures. Daarnaast kampte ik met allerlei kleinere dingen en met chronisch slecht slapen dat verergerde.

Februari/maart. Nachten van maar twee uur slaap, en een dusdanig zere voet dat ik voor elke scheet een OV-fiets moet nemen omdat ik zelfs niet eens kan wandelen. Die Ironman, die kan ik wel schudden. Dacht ik. En nu gaat het hartstikke goed. Hoe komt dat? Waarom zit het soms mee en soms tegen? Drie dingen spelen volgens mij de hoofdrol:

  1. Toeval – pech versus geluk. Een niet te onderschatten factor, volgens mij. Die sesamoïditis, dat was gewoon pech, een suffe misstap. Niet alleen zei de orthopeed zoiets, maar ook was het volgens mij anders niet zo recht-toe-recht-aan overgegaan. Pech en geluk lijken soms in clusters te komen: je hebt van die tijden dat alles meezit en je hebt van die tijden dat er niks lukt.
  2. De belastingsbelans. Ik denk dat ik mezelf vorig jaar net een beetje over het randje heb geduwd: door de lange duurlopen die ik slecht verteer, door te eenzijdige krachttraining, door tijdens pittig trainen ook hard te werken en in een verbouwing te zitten. De balans is nu beter, zelfs al train ik harder: de lange duurlopen eruit, meer aandacht voor de core stability, het accent vooral op fietsen (wat ik juist wel goed verteer) en meer rust in mijn leven (meestal dan). In dit opzicht is het tobberige seizoen vorig jaar wel leerzaam geweest dus.
  3. De overgang. Hét kenmerk daar van is wel instabiliteit, dus die zorgt voor vlagen waarin het hormonale evenwicht meer en minder ver te zoeken is. In die kwakkelmaanden had ik een slechte vlaag, ik schreef daar ook over. Het slapen begon een serieus probleem te worden en daarom ben ik eind maart begonnen met hormoonsuppletie. Bingo! ik slaap sindsdien weer bijna zoals vroeger – wat een genot. Daar was het om te doen, dat was een gok en die heeft dus op dit punt goed uitgepakt. Verder voel ik me ook stabieler, al trekken de pillen niet alle hormonen recht. Enigszins ambivalent voel ik me er wel over, om medicijnen te slikken voor iets wat een natuurlijk proces is, geen ziekte. Maar het is minder hormonen dan de anticonceptiepil en het heeft iets opgelost wat mijn hele functioneren ondermijnde.

Een bijrol is volgens mij weggelegd voor:

  • Voeding: Ik eet me een ongeluk op het ogenblik, om voldoende calorieën binnen te krijgen voor al dat trainen. Ik doe dat redelijk gezond en zo krijg ik meer van alles binnen dan anders, en dat is gunstig natuurlijk. Ik heb bovendien bij beide blessures wat aangepast aan de supplementen en slik nu vitamine D, calcium/magnesium en glucosamine. Ik ben juist gestopt met vitamine C, voor kalmere darmen. Het zijn wel verbeteringen, maar mij lijkt dit een kleinere rol te spelen dan de eerste drie punten, want ik had volgens mij geen gapende tekorten.
  • Het seizoen: het gaat mij in de zomer altijd beter dan in de winter. Ik heb al mijn hele leven dat ik ’s winters een aantal keren fors verkouden  ben, de laatste jaren is dat slechte slapen ’s winters beduidend erger dan ’s zomers, en in het algemeen voel ik me stukken energieker in de zonnige, warme, lichte tijd van het jaar. Dat verklaart niet het contrast met vorige zomer, maar wel deels dat tussen nu en de periode oktober-maart.

Deze dingen versterken elkaar, dus met wat hormonaal gerommel en een chronisch slaapgebrek was mijn belastbaarheid kleiner dan normaal, zeker ’s winters, en dan komt pech harder aan en het getob daarover levert nog meer stress op – enzovoort. En met net wat lekkerder kunnen trainen voel ik mijn vorm en fitheid toenemen, dat vergroot mijn belastbaarheid, het gaat lekker, ik krijg vertrouwen – ook enzovoort.

Wat ik er ook mee wil zeggen is dat je het niet helemaal in eigen hand hebt. Ik hoop dat punt 1 van hierboven (geluk) nog minstens zes weken wil blijven voortduren! 

Door |2016-07-17T18:03:42+02:0017 juli 2016|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Alleen?

Jaren geleden kampeerde ik in Frankrijk, alleen. Ik hoorde mijn buren op een gegeven moment meewarig zeggen ‘elle est seule, la pauvre’. Pauvre voelde ik me helemaal niet, maar zo gezien worden ervoer ik wel als ongemakkelijk.

Ik ervaar datzelfde ongemak op het ogenblik ook weer af en toe, want ik krijg de laatste tijd vaak als vraag of ik al dat trainen alleen doe. Dus als ik vertel over hoe ik bezig ben voor de Ironman (schema), dan vraagt iemand “en doe je dan al die trainingen alleen?”

Het eerlijke antwoord is dat ik inderdaad het grootste deel van de trainingen alleen doe, maar dat lijkt het foute antwoord: ik vind dat klinken alsof ik pauvre ben: geen vrienden heb, niemand mij leuk genoeg vindt om samen mee te trainen. Dus dat ik asociaal, een nerd of einzelgänger ben en niet van contact met andere mensen houd, en indirect dus ook de vragensteller afwijs.

Zo.

Er zit voor mij kennelijk veel lading op ‘alleen’. Nou ben ik graag alleen, en ik zit totaal niet met alleen trainen. Sterker nog, ik kan er enorm van genieten en ik heb vrij veel ‘alleen’ nodig. De fietstraining van dik zeven uur in mijn uppie op 24 juni was balsem voor mijn ziel en stofzuigde een boel spinrag uit mijn hoofd. Het hoeft niet altijd zo lang te zijn, maar sporten houdt me psychisch gezond en dat zit ‘m vooral daarin.

Daarnaast is veel alleen trainen op dit moment ook gewoon een noodzaak. Ik heb een boel trainingsmaatjes, maar maar weinig die het zien zitten om 200 km in duurtempo te fietsen, of minstens 3 kilometer te gaan zwemmen – zwemmen is sowieso geen gezellige sport trouwens, weinig gelegenheid tot kletsen als je borstcrawlt.

In een variant vroeg laatst iemand ook of manlief met me meetraint. Nee zeg. Niet alleen heeft hij geen belang bij lange fiets- en zwemtrainingen (hij gaat naar Vichy mee als coach, chauffeur, kok, mental trainer en soigneur, niet als deelnemer), maar ik zou grote planningsproblemen krijgen als ik ook nog met zijn agenda rekening zou moeten houden.

Want dat is het ook: ik heb al moeite genoeg om al dat trainen in mijn eigen agenda ingepast te krijgen, het moeten coördineren met die van iemand anders is op dit moment gewoon te ingewikkeld. Mijn trainen is op dit moment ook niet-onderhandelbaar. 200 kilometer is 200 kilometer, en als er dan niemand meegaat, pech.

Wat ik nog het meest niet-alleen doe, is hardlopen, want dat doe ik bij een vereniging, één keer per week. En dat grotendeels voor de gezelligheid, maar ook wel om eens wat anders te doen, vooral afwisselende intervallen. Bij het zwemmen tref ik regelmatig zwembadmaatjes, in de sportschool maak ik wel eens een praatje, en ik fiets soms ook wel met een aantal fietsmaatjes, al is het maar voor een deel van de training, als het zo uitkomt. Want ik waardeer gezelschap zeker! 

Ik waardeer gezelschap zeker, maar wat ook helder voor me is: ik sport niet voor de gezelligheid en ik heb geen andere mensen nodig om gemotiveerd te raken of te blijven. Ik kan het dus prima alleen. Het eenzame is zelfs waar ik van houd bij de triathlon: je mág daar zelfs geen gezelschap zoeken, althans niet op de fiets (stayerverbod). 

In mijn eentje fietsen scheelt ook een boel gedoe: het eindeloze gehannes over hoe ver en hoe hard en hoe georganiseerd van de fietsverenigingen waar ik lid van ben geweest. Want soms is dingen samen doen knap ingewikkeld ook.

Dus – ben ik nou een nerd of een einzelgänger en zo ja, nou en? Nouja, wat er volgens mij soms in doorklinkt bij de vragenstellers is dat ik op dit moment dus ook heel veel tijd voor mijzelf claim. Al die uren dat ik train, ben ik niet bezig voor mijn opdrachtgevers, man of vrienden. In dat opzicht kun je zo’n Ironman-voorbereiding wel egocentrisch noemen: het is een dikke keuze voor mijzelf. En mijn indruk is dat dat zeker voor sommige vrouwen best wel beladen is, als het ‘zorgen voor’ stevig zit ingebakken. Of als ze het stiekem misschien zelf ook best wel zouden willen, máár… (nouja, met kinderen lijkt het me ook echt knap ingewikkeld).

Ik voel het zelf ook wel eens trekken: gaat manlief op dinsdag- en donderdagavond trainen, en ik net op maandag en woensdag. Hmm. Maar dat moet dus nu maar een tijdje. Mijn langste trainingen probeer ik te plannen onder zijn werktijd, zodat ik niet ook nog het halve weekend opgehoepeld ben. Maarja, hij merkt het wel natuurlijk, dat vele trainen van mij. Vindt-ie geen probleem, overigens.

Tot slot: dat oordeel van egocentrisme, daarvan weet ik wel waar het vandaan komt. Dat lag namelijk op mijn moeders lippen bestorven. Dat is voor mij natuurlijk ook de lading. Ironmantraining, soms is het heel therapeutisch.

Door |2016-07-05T20:12:15+02:005 juli 2016|Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom|1 Reactie

Oogstwaslijst

Op mijn zakelijke weblog schrijf ik met enige regelmaat een post die alleen bestaat uit verwijzingen naar interessante, leuke en nuttige links (voorbeeld). Dat noem ik dan de ‘oogst’ uit wat me via Twitter, weblogs en andere bronnen bereikt heeft. Al een hele tijd spaar ik ook links naar interessante pagina’s die te maken hebben met dit weblog, dus over triathlon, vrouwensport en dergelijke. Het kwam er steeds niet van om ze te posten, dus inmiddels is het een behoorlijke waslijst geworden. Hier komt-ie eindelijjk; het is van alles en nog wat, dus voor elk wat wils:

  • Een herkenbare en interessante blogpost van Ultralala die mij op het spoor zette van de aapfactor: de verhouding tussen je lengte en je spanwijdte, nogal bepalend voor zwemmen. De mijne is ook sterk negatief (zie mijn commentaar onder de post), maar ik zwem nog steeds wel glijslag. Sneller word ik maar niet, maar daar ben ik nu ook niet zo mee bezig. Die glijslag is wel energiebesparend voor de lange afstand, en daar gaat het mij nu om.
  • Op Ironman.com staan artikelen die soms wat filosofischer zijn dan de vele praktische trainingstips. Ik vond bijvoorbeeld dit wel een aardige: een beschouwing over hoe de vele ‘perfecte’ beelden die ons via Internet bereiken het zelfvertrouwen in ons lichaam ondermijnen. Alle foto’s op dit weblog zijn ‘honest’, hoor, al besef ik dat mijn lijf ook al intimiderend kan zijn voor vrouwen die worstelen met hun gewicht – dat merk ik soms wel.
  • Mooi verhaal van Sheila Gemin (die ik een keer heb meegemaakt bij een proefles van de Cycling Academy – les zat goed in elkaar toen, vond ik) over hoe een groep drukbezette moeders met overgewicht 10 kilometer gaan trainen voor een 10 kilometer (al is dat misschien ook wel weer intimiderend: dan houd je als moeder al zo veel ballen in de lucht, moet sporten ook nog).
  • Interessante data over vrouwelijke fietsters voor en op de website van de ‘cycling industry’. Aan het eind veranderde wel heel erg mijn perspectief. Het gaat om de UK en daar fietsen vrouwen denk ik minder dan bij ons. Althans: ’the average speed per ride of UK female cyclists on Strava in 2015 was 19.8 km/h (12.3 mph), while the average distance per ride of UK female cyclists was 34 km (21.1 miles).’ Dat zijn voor mij stadsfietsgrootheden, zal ik maar zeggen, daar trek ik geen wielerkleding voor aan, pak ik de racefiets niet voor, en ik log ze ook niet op mijn Strava-equivalent (Movescount).
  • Een interview met Rannveig Guicharnaud op de site van de NTB, over vrouwen en triathlon en de oprichting van Tri4her. Interessant initiatief, mij lijkt de Vrouwentriathlon echter meer te doen om vrouwen kennis te laten maken met de sport. 50 euro voor een conferentie, hmm. Voor minder geld kun je in Beesd starten en een triathlon zelf meemaken. Die conferentie is trouwens al verzet en ingekrompen – het initiatief lijkt het moeilijk te hebben. Maar ik houd het wel in de gaten.
  • Een inspirerend verhaal op de site ‘Sportspinsels’ van een 63-jarige vrouw die halve triathlons doet, onder de titel ‘age is just a number’.
  • En over ‘age is just a number’ nog eentje, gewoon van het nieuws: je kunt als 49-jarige vrouw nationaal kampioen worden op de fiets!
  • Deze zou ook op mijn zakelijke weblog niet misstaan: een bericht op Runner’s World over hoe je van lopen creatiever wordt. Geloof ik zelf heel erg in, het is één van de redenen voor mij enerzijds om te sporten en anderzijds ook om eigen baas te zijn, zodat ik onder werktijd mijn creativiteit naar eigen inzicht kan bevorderen. Fietsen werkt ook, zwemmen bij mij minder.
  • De post op TrainingPeaks die mij op het spoor heeft gezet van mental coach Carrie Cheadle van wie ik ook net het boek heb gelezen, maar daarover later meer. Alleen al de titel ’the psychology of suffering’ triggert mijn interesse, want over precies dat thema gaat eigenlijk mijn eigen boek Afzien voor beginners. Dat over ‘risk averse’ zijn, dat speelt mij inderdaad parten. Ik herinner me dat ik bij mijn PR op de 10 kilometer me na 7 kilometer realiseerde dat ik gas moest gaan geven om dat PR te halen. De laatste drie kilometer liep ik onder de 5’/km, ik kwam uit op 52’30. En ik dacht: als ik nou eens vanaf het begin zo ‘los’ durf te gaan, dan zit een tijd van onder de 50′ erin (ben ik trouwens nu helemaal niet mee bezig, in het post-blessure en pre-Ironman-tijdperk, maar toch).
  • Nuttige en leuk geschreven post op de Facebookpagina van Zwemanalyse, over doelen stellen voor de triathlon. Ik ben van nature duidelijk een B, heb mezel wel tot een C moeten ontwikkelen om een hele aan te durven!
  • Als ik mijn online detectivewerk goed heb gedaan, is dit het verslag van de man met wie ik in Luxemburg voor de start en bij het lopen leuk en voor mij heel bemoedigend heb gepraat over zijn volbrengen van de Ironman Maastricht. Ik vond het al heel grappig om te ontdekken dat hij ook een Rotterdammert is! Afzien, er lang over doen, en dan Ironman worden, petje-af!

O, en dan staat er tussen mijn links iets over ‘borgingsmethodes’, maar da’s echt voor m’n andere blog. Nog even verder, hier komen twee vooral vermakelijke berichten:

  • Altijd lachen, zulke berichten: ‘Vrouwen vinden snelle wielrenners aantrekkelijk’. Nou vind ik inderdaad Fabian Cancellara en Marcel Kittel bijzonder aantrekkelijk. Maar als ik het zo lees, is het een mirakel dat ik op Henk ben gevallen toen we samen in de achterhoede van een peloton verzeild raakten. Zo hebben we elkaar leren kennen namelijk!
  • Vorige week was er een triathlon in Amsterdam waar een heleboel is misgegaan, ik heb er diverse verhalen over gelezen, waarvan dit van Runhedwigrun het grappigste is. Titel: ‘Murphy’s triathlon’. Nou, dan weet je het wel!

Ik weet niet meer van alles de bron, veel krijg ik via Twitter en het Triathlonforum (een link die hier niet mag ontbreken!) – dank voor de (re-)tweets en andere hints allemaal!

Door |2016-07-02T13:15:38+02:002 juli 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen, Vrouwensport, Waarom, Zwem|0 Reacties

Terugblik op zondag

Hier nog wat foto’s van zondag: een kudde zwemmers op weg naar ons huis, Henk die als laatste door een SUP’er begeleid wordt en ik, althans, dat denk ik – misschien was er nog iemand anders met een wit Suunto-horloge en dunne polsjes. 

zwemmersnaaronshuis

henklaatste

 

 

Arm van zwemmer met horlogeBronnen: https://www.facebook.com/Overschie010/ en de (besloten) Facebookpagina  ‘Overschie In Zicht’ (Dirk Erdtsieck).

De uitslagen staan nu ook online, maar opgelet: om de een of andere reden ben ik daar Louise Vermaas geworden, een achternaam waar ik gewoonlijk alleen in mijn schoonfamilie naar luister (; Leuk: dat een vrouw overall winnaar kan worden in deze sport! Er komt ook wel eens een vrouw als eerste uit het water bij de triathlon. 

En deze is ook nog wel grappig – we waren immers naast deelnemers ook omwonenden, dus hadden we eerder daarvoor een keurige brief gekregen met dit voor op de koelkast:

Reminder voor op de koelkast, vooral over het parkeren

 

Door |2016-06-29T16:19:35+02:0029 juni 2016|Triathlon algemeen, Vrouwensport|0 Reacties

Heftig trainingsblok

Vandaag is mijn rust- en herstelweek aangebroken, en dat is wel nodig ook. Niet alleen heb ik spierpijn van gisteren, sowieso was het afgelopen trainingsblokje van twee weken heftig. Ik schreef gister al over de records: mijn eerste en meteen een heel lange run-bike-run, mijn langste zwem in het zwembad en vervolgens hetzelfde in open water. Daarnaast gingen ook mijn gewone trainingen door (zie schema).

In totaal zwom ik bijvoorbeeld in twee weken 10,8 kilometer, ik fietste vrijdag een kleine 180 kilometer (lekker rondje eilanden om het Brexit-chagrijn kwijt te raken), ik reed dik 7 uur op de stadsfiets, waarvan 4,5 vorige week in drie dagen, onder andere heen en weer naar Den Haag waar ik urenlang heb gestaan. Dan heb ik ook nog 16 km gewandeld op de 50e verjaardag van een vriendin en vorige week bij een spinning- en hardlooptraining ongelofelijk gezweten in het vochtig-warme weer. En dat is nog niet eens alles.

Nou, en wat houdt het lijf daar dan aan over? Ietsje zere schouders en bovenarmen dus, een klein blaartje op een teen, verbrande lippen (het ging vrijdag ineens nogal hard met de zon – oeps) en aan mijn rechterhand enkele parafernalia van de twee evenementen :

Hand met startnummer en Ironman-polsbandje

Startnummer en polsbandje zijn er nu af trouwens.

Maar dat valt nogal mee: alles doet het nog, het gaat hartstikke goed, het trainingsblok was een grote stap vooruit. Desalniettemin is de rustweek nodig én welkom! Daarna volgen nog maar twee blokken – het gaat hard nu!

Door |2016-06-27T15:46:04+02:0027 juni 2016|Triathlon algemeen|0 Reacties

Over grenzen

Vlag van de EUNog weer een na-bespiegeling van afgelopen weekend. Wedstrijd in Luxemburg, huisje in Duitsland, vlakbij het drielandepunt. Dat betekent dat we in drie dagen tijd negen keer een landsgrens zijn overgestoken: Nederland – België – Luxemburg – Duitsland – Luxemburg – Frankrijk – Luxemburg (die twee in de wedstrijd, het fietsparcours liep even door Frankrijk) – Duitsland – Luxemburg – België – Nederland. Mijn paspoort heb ik alleen bij de triathlon-registratie hoeven laten zien.

Als het zwemmen door was gegaan, was dat bovendien op de Luxemburgs-Duitse grens geweest, middenin de Moezel. Er deden meer dan 50 nationaliteiten aan de triathlon mee, die ook geen van allen tijdens het fietsen af moesten stappen om toegang te krijgen tot Frankrijk. En oja, detail: in Frankrijk hadden we weliswaar geen gelegenheid om iets uit te geven, maar verder konden we overal met hetzelfde geld betalen.

We beseffen niet voldoende hoe bijzonder het is, de EU. Probeer zoiets maar eens ergens anders ter wereld te organiseren. In Afrika kost één grensovergang je al uren.Of probeer als Europeaan maar eens vanuit Canada Amerika binnen te komen. Ze willen dan sowieso een vingerafdruk van je, en twee jaar terug heb ik in Prince Rupert eigenhandig de veerboot naar Alaska een half uur opgehouden vanwege een onduidelijk probleem met een ooit niet-geregistreerde uitreis ofzoiets. Of blijf in Europa en ga terug in de tijd, toen kon dit ook niet, zeker niet tussen Frankrijk en Duitsland.

Dat ging door mijn hoofd – toen ik door Schengen fietste, of all places. Ik dacht nog: als ik nu een Brit inhaal, spreek ik hem erop aan. Maar die zit daar misschien helemaal niet op te wachten, tijdens een triathlon. Dat snap ik dan ook weer wel. Kans was groot volgens mij dat het een bremainer was: op het continent, relatief jong en welvarend (want die Ironmans zijn prijzig).

Wat me dan qua Europese integratie wel weer verbaast, is dat zo goed zichtbaar is dat de prijzen niet overal gelijk zijn. Als je vanuit Duitsland het Luxemburgse Remich inrijdt, rijd je meteen langs minstens tien benzinepompen, en ja, ook wij hebben ‘m op de terugweg vlak voor de Belgische grens nog even volgegooid. In het Duitse Perl, waar wij overnachten, vlakbij het drielandenpunt (tegenover Schengen) zijn opvallend veel grote supermarkten, waaronder twee Lidl’s op steenworp afstand van elkaar. Dat is dan toch raar – en het laat zien dat die eenwording nog best verder mag gaan.

Vind ik dan. Wat gaan de Britten vinden vandaag?

 

(Met dank aan Herman voor de inspiratie; ik hoorde ook van hem voor het eerst het woord bremainer.)

Door |2016-06-23T09:37:57+02:0023 juni 2016|Triathlon algemeen|0 Reacties

Niet zwemmen in Luxemburg

Afgelopen zaterdag was mijn belangrijkste wedstrijd op weg naar de hele Ironman: een halve, in Luxemburg. Een 70.3, zoals dat in Ironmantaal heet, de totaalafstand in mijlen. Samenvatting: we hadden (weer eens) een nogal stresserige aanloop, maar de dag zelf was erg leuk en nuttig/leerzaam. En ondanks dat mijn prestatie eigenlijk tegenviel, heeft het me toch vertrouwen gegeven voor de hele Ironman. Hieronder het hele verslag.

Stresserige aanloop

De dagen voor het vertrek waren druk en rommelig. Dat deden we onszelf aan: we waren bijvoorbeeld dinsdag naar het concert van Bruce Springsteen in Den Haag (mini-samenvatting: het publiek stond zo te ouwehoeren dat ik weinig heb meegekregen van hoe goed Springsteen was), woensdag bijzonder uit eten vanwege onze tiende trouwdag. En zo waren er nog wat dingetjes.

Maar ook gaf het mij al wat stress om me qua inpakken voor te bereiden op de Ironman-logistiek, waar je spullen niet bij je fiets liggen maar in twee plastic zakken hangen. Die spullen moet je deels de dag ervoor al op orde hebben – dan stal je je fiets. En wat moet er dan in welke zak? Om dat soort dingen een keer mee te maken vóór de hele Ironman, daarom had ik deze halve triathlon uitgekozen. Ook om al eens een keer door de pagina’s met wedstrijdregels heen te ploegen, want het klinkt allemaal heel strak en streng, in vergelijking met andere wedstrijden.

Toen kwam het nieuws dat de kans groot was dat het zwemmen niet door zou gaan. Vanwege alle regen van de afgelopen tijd stroomde het water in de Moezel te hard, en dat was mogelijk onveilig. Je moest sowieso een tweede paar schoenen meenemen, voor geval het een run-bike-run zou worden. Dus toen moest in de overwegingen ook nog mee dat die eerste wisselzak voor na zwemmen of lopen zou zijn. Tenminste, op het moment dat ik aan het pakken was. Een paar uur later kwam het definitieve bericht: het werd een run-bike-run. Zo konden alsnog de zwemspullen weer uit de bagage.

Hmm, een run-bike-run. Mijn enthousiasme matigde iets. Dat werd sowieso minder een generale repetitie dan ik had gehoopt. En 5 + 21,1 km lopen, oef. Ik loop pas weer sinds eind maart, na de voetblessure, en zo heel veel kilometers heb ik nog niet gemaakt. Hoe zou dat gaan? Het zou sowieso mijn eerste run-bike-run ooit worden, en dat over zo’n afstand!

De nieuwe band

De nieuwe band

Nou goed, vrijdagochtend welgemoed richting Remich, op tijd om de Engelstalige briefing mee te gaan maken, om 2 uur. Dachten we. Maar toen zagen we bij Brussel een afslag pas laat en reden we over een rare richel (fijn, die Belgische snelwegen…) met als gevolg een lekke band en een afgebroken slangetje van de koelvloeistof van de motor!

De lekke band kon manlief zelf verhelpen, met de hulp van een erg aardige voorbijganger; voor het slangetje hebben we een paar uur dood moeten slaan in Louvain-la-Neuve (zo kom je nog eens ergens), al was ook de garagehouder erg aardig (garage Halluent, maak ik graag even reclame voor!). Enfin, 4 uur vertraging, daardoor rond Luxemburg-stad in de spits, files, nog meer vertraging…. Ik schoot net niet in de stress dat we het überhaupt niet meer gingen halen. Die briefing, kansloos, maar de inschrijving (tot 7 uur)  en de bike check-in (tot 8 uur) hebben we toch nog redelijk royaal gehaald.

En oja, terwijl we ons meldden, kwam er een enorme stortbui met onweer en windstoten over. Oei!

Leuk, nuttig & leerzaam

Na een nacht in een leuk huisje net over de Duitse grens stonden we dan toch met alle zaken op orde aan de start. We konden met de eigen auto tamelijk dichtbij komen, en dat was maar goed ook, want de shuttle-halte konden we niet vinden, dus waren we maar doorgereden. Op de brug over de Moezel zagen we een zwaan voorbijdrijven. Die deed niks, en ging toch met een noodgang – het stroomde er echt hard, daarin zwemmen was me nevernooitniet gelukt!

Laatste dingen afgegeven in plastic Ironmanzak nummer 3, en toen naar de start. Net als zo’n rolling zwemstart stonden we opgesteld in groepen van verwachte looptijd over die eerste vijf kilometer, en startten er om de 10 seconden een handjevol deelnemers tegelijk. Daardoor duurde de start heel lang – ik stond natuurlijk ergens achteraan. Dus dat was zo’n wijze les: tegen de tijd dat ik startte, moest ik alweer piesen, had ik trek en had ik het gelukkig net niet koud gekregen. Straks in Vichy is het piesen het probleem niet (zwemmen) maar de rest ga ik onthouden.

Over dat piesen: plassen tijdens de triathlon heeft mijn aandacht sinds ik er een stukje over schreef voor de Vrouwentriathlon, en bij de Ironman mag wildplassen niet, op straffe van diskwalificatie. Zeggen ze. Maar er stonden nogal wat kerels de Moezel nog voller te maken, hoor. Manlief had ook hurkende vrouwen gezien zelfs, maar ten overstaan van bijna tweeduizend triathleten gaan zitten terwijl het ook nog eens eigenlijk niet mag – uhm, nee. Dan maar de eerste de beste Dixy ingedoken die ik zag. Ik moest later nog twee keer, drink ik dan toch te veel eigenlijk? Het kost veel tijd. Al is dat straks op de hele ook weer peanuts – ik ga er niet voor oefenen met het laten lopen – bah.

handig, zo'n vlaggetje op je startnummer, voor als je iemand aan wilde spreken.

Handig, zo’n vlaggetje op je startnummer, voor als je iemand aan wilde spreken.

Enfin, starten met lopen dus. Dat ging okee. De eerste wissel, de eerste plastic tas dus, alles onder controle, hups, de fiets op. Het fietsen was geweldig: een prachtig fietsparcours langs de Moezel en door de heuvels erachter, met ook nog een klein stukje Frankrijk en een bezoekje aan het dorp Schengen. Alles was verkeersvrij, de wegen waren goed, de regen beperkte zich tot één bui die niet ongelukkig uitkwam.

Wat me goed deed: ik heb tientallen deelnemers ingehaald. Dat had ik even nodig voor mijn zelfvertrouwen. Ik had nog nooit geklommen met de triathlonfiets, maar dat ging prima, althans, als het zich beperkt tot dit soort heuvels is het geen probleem. Ook afdalen ging goed, ik haalde zelfs een andere dame in op een lange afdaling. Ik daal over het algemeen als een natte krant, dus wat was zij dan?

Enige minpuntje vond ik dat ik op het eerste vlakke heen-en-weertje heel veel stayeren had gezien: er kwamen hele pelotons me tegemoet. Die Ironman-strengheid, die soep wordt echt niet heet gegeten! Het is sowieso een opmerkelijk evenement: ja, goed georganiseerd, maar dat mag ook wel als je ziet hoe veel je ervoor betaalt. Het eigen logo en de eigen commercie druipt ervanaf en is succesvol, gezien het aantal mensen in Ironman-outfit. 

Enfin, toen de tweede wissel, andere plastic zak dus, en op naar de halve marathon lopen. De eerste tien kilometer gingen redelijk. Niet snel, mijn lopen is nog erg wisselvallig sowieso, en na eerst al lopen en daarna 90 km fietsen stelt het helemaal niet zo veel meer voor. Maar het ging wel. Het weer gedroeg zich nog steeds, al viel er nog een buitje en ging het me wel opvallen hoe groot het temperatuursverschil was tussen zo’n bui en even later weer de zon – bij een torenhoge luchtvochtigheid. Was het daardoor dat na tien kilometer mijn energie op was? Ik heb daarna stukjes moeten wandelen of heel langzaam moeten hardlopen, me echt een beetje naar het eind gesleept. Of was het gewoon te lang?

Met de Ironmantrofeeën: shirt, medaille, polsbandjes (voor elk van de vier looprondes een ander kleurtje)

Met de Ironmantrofeeën: shirt, medaille, polsbandjes (voor elk van de vier looprondes een ander kleurtje)

Ik had ondertussen ook nog wel lol: eerst zag ik manlief nog, bezig met zijn laatste rondjes, daarna een paar andere inmiddels bekenden uit de achterhoede. Je krijgt bij zo’n wedstrijd allemaal vrienden voor een paar uur, zoals de kerel met wie ik op de fiets stuivertje had gewisseld en de andere kerel met wie ik voor de start en tijdens het eerste loopgedeelte had gepraat over zijn volbrengen van Ironman Maastricht. Of die derde kerel die me steeds voorbij kwam als hij weer een stukje hardliep, maar die zo vaak moest wandelen dat ik hem dan steeds weer inhaalde, en uiteindelijk heb ik hem toch nog achter me gelaten.

Matig gepresteerd, wel zelfvertrouwen gekregen

En zo finishte ik. Na 6 uur, 41 minuten en 40 seconden. Manlief (zelf gefinisht in 5u29) stond klaar met mijn medaille! Maar wat een tijd, zeg, dat was wel even slikken. En 14e in mijn categorie van 18 vrouwen tussen de 50 en 55, of 1576e van 1641 finishers (zie uitslagen). Hmm. Achteraf gezien had ik ook niet eens zo snel gefietst: 3u21, langzamer dan manlief (meestal ben ik op de triathlonfiets ietsje sneller), maar bijvoorbeeld ook langzamer dan de dame die ik vorige maand nog voorbij was geracet in Bilzen. Nouja, het voelde goed, en ik denk dat er toch een behoorlijk effect was van vooraf lopen?

Want dat lopen, dat was echt lang. Die eerste 5 kilometer waren er bijna 6, en zo heb ik die dag 27 kilometer gelopen. Dat past nog net in mijn top-5 van langste dagafstanden ooit, dus dat is sowieso geen kattenpis voor mij, en al helemaal niet 2,5 maand na een voetblessure waarna ik weer bij een half minuutje lopen moest beginnen. Opsteker ervan is dat ik nog steeds meer kon hardlopen dan wandelen, dat ik er geen schade van heb opgelopen en dat het straks in Vichy ineens nog maar 15 kilometer langer is. Wat dat betreft was het een goede training. En ik heb nog twee maanden trainingstijd te gaan, dat is nog bijna eens zo veel sinds eind maart, en zeker eens zo veel kilometers.

En ik vond meer een opsteker voor Vichy. Die man met wie ik had gepraat over zijn volbrengen van Maastricht, die had ik nog een uur achter me. Dus als hij Maastricht kan finishen, kan ik Vichy toch ook wel? Daar hadden we het over gehad. Voor de start had ik ook al met een dame gepraat (erg grappig: ze startte met badmuts en zwembril, als grap) die ook één keer een hele triathlon had volbracht, en zei dat ze het een erg leuke dag had gevonden. Door dat soort dingen kreeg ik goede moed.

Ik vond het bovendien sowieso bemoedigend dat ik weliswaar ver in de achterhoede meedeed, maar daar dus niet moederziel alleen was, dat het daar wel gezellig was zelfs. Dus wat dat betreft kreeg ik er meer vertrouwen van. Ik ben niet de enige idioot die niet buitengewoon getalenteerd is en toch een Ironman wil volbrengen!

* * *

De avond verliep rustig. Ah, wat is de douche, een glas wijn en een lekkere maaltijd toch fijn na afloop van zoiets! En daarna lekker slapen! Wel kreeg ik het gister op de terugweg nog voor elkaar een afstapje niet te zien bij een wegrestaurant, dus ik heb vandaag spierpijn in mijn linkerbeen dat die klap opving. Verder ben ik alweer een aardig eind hersteld.  

Alleen toch jammer van dat zwemmen.

PS Ja, weinig goeie foto’s, sorry. Er zijn wel nog leuke actiefoto’s te zien op de Finisherpix-site, o.a. op de fiets op de fraaie eerste klim het Moezeldal uit. De Maastricht-volbrenger had me daar van tevoren terecht op geattendeerd: naar rechts kijken op die klim! De Moezel meandert daar net, dus je hebt een prachtig uitzicht over de rivier.

Door |2016-06-20T16:03:26+02:0020 juni 2016|Triathlon algemeen|0 Reacties

Frappant!

Nog een soort PS van mijn bericht van zondag over de tijdrit. Ik ben de dames die ik in de uitslagen zag staan gaan googlen, omdat ik benieuwd was of ik inderdaad veruit de oudste was. Nou, ja dus, voor zover ik na kon gaan en als ik goed gezocht heb. De op-één-na-oudste was ergens rond de 35! Ik kwam nog andere interessante dingen tegen, zoals dat de winnares een paar jaar terug zesde was bij het NK tijdrijden!  

Maar het allerfrappantste… de dame die precies voor mij is geëindigd, Anke Swanenberg, is ook Neerlandicus! Ook dat vond ik via google (ze schrijft over het schoolvak Nederlands), en ik heb haar een nieuwsgierig mailtje gestuurd omdat ik het wel heel frappant vond. Zij mailde terug: ze was het inderdaad, dezelfde Anke als van de tijdrit!

Tsjonge: op zo’n handjevol vrouwen is twee neerlandici al een hoog percentage, en die eindigen dan ook nog eens precies naast elkaar in het klassement. Alsof we het afgesproken hadden!

 

Door |2016-06-03T18:08:04+02:003 juni 2016|Triathlon algemeen|0 Reacties

Wat ervoor mag wijken

Ik heb zojuist een knoop doorgehakt en me tot half september afgemeld als bloeddonor. Ik was al weken geleden opgeroepen, maar er kwam steeds wat tussen: wedstrijd, zware training, gewoon te druk, maximaaltest, nog een zware training… Gister realiseerde ik me: het gaat hem gewoon niet worden tot aan de Ironman. Ik heb wel eens vaker een donatie wat uitgesteld vanwege het sporten, maar bijna 5 maanden, nee, dat nog nooit.

Het is een voorbeeld van de dingen die moeten wijken voor dat ene doel. Nou’ja, moeten, het is meer mogen eigenlijk. Er mogen dingen dit seizoen wijken, als gevolg van het commitment dat ik ben aangegaan. Ik wil gewoon die hinder van het bloedgeven nu niet hebben, het is al pittig genoeg voor mijn lijf. Da’s een keuze, en dit jaar mogen die keuzes zo uitpakken. 

Wat ervoor wijkt is deels een kwestie van tijd en planning. Laatst heb ik bijvoorbeeld ‘nee’ gezegd tegen een (niet zo interessante) klus omdat die het trainingsschema voor die week onuitvoerbaar zou maken. Deels is het ook een kwestie van lichamelijke belasting. Voorbeelden daarvan zijn het bloedgeven, maar ook alles wat wel inspanning en dus herstel vergt maar niet echt training is, zoals een dagje of weekendje wandelen met een vriendin (‘sorry, ik kan pas in de herfst’) of ‘zomaar’ een stukje fietsen. Of dat gaat dan zo van: ‘fiets maar een stukje van mijn 160 trainingskilometers met me mee dan’. Ik ga nog naar één popconcert, half juni, maar daarna wil ik ook geen uren meer hoeven staan.

Wat er ook voor wijkt is een echte zomervakantie. Vandaar dat dit thema nu regelmatig aan de orde komt, in gesprekken over vakantieplannen. Ja, we gaan aan het eind van de zomer dus nog naar Frankrijk, maar nee, we gaan niet de komende tijd ergens één of twee weken fietsen of wandelen. Dat kan ook niet, al is het maar omdat ik weet hoe snel ik m’n met veel pijn en moeite opgebouwde zwemspieren ook weer verlies. Maar niet getreurd, hoor, de zomer hier vind ik altijd wel lekker, en we zijn op het ogenblik bezig met zeer veelbelovende reisplannen voor ná eind augustus!

Het is voor het eerst ooit dat ik dit zo doe, en het is ook een reden om erbij te zeggen: en daarom is het dus ook echt eenmalig. Anders wordt mijn leven te eenzijdig. Dat van dat bloed geven, dat spijt me echt bijvoorbeeld. Vanaf september word ik weer een trouwe donor!

Door |2016-05-31T15:20:31+02:0031 mei 2016|Triathlon algemeen|0 Reacties

Op de goede weg

Ik kom net terug van een tussentijdse maximaaltest bij Topvorm, net zoals ik in januari gedaan had. Het is sindsdien dik over de helft richting de Ironman, en een mooi moment om te kijken of deze manier van trainen ‘aanslaat’.

Welnu: ja. Ik vroeg aan Coen van Topvorm of mijn progressie sinds eind januari zo’n beetje is wat hij zou verwachten bij mijn trainingsaanpak, en toen zei hij: ‘het is wat ik zou hopen’. En twee tellen later zei ik ‘dus ik ben op de goede weg’, en dat is wat hij, zonder dat ik het had gezien, letterlijk bij mijn testresultaten had geschreven. Lekker!

Ik was over de hele linie beter dan eind januari en eigenlijk dan in jaren, dat is wel leuk. Vooral in het duurgebied, maar dat is ook te verwachten én precies wat ik nodig heb. Mijn vermogen bij mijn omslagpunt nadert weer de 4 Watt/kg, dat is zo’n magisch getal en jaren geleden dat ik het haalde. Dat zit ‘m ook in de kilo vet die ik ben afgevallen sinds januari – ik had het zelf niet in de gaten, maar Coen zei meteen dat ik ‘scherp stond’, zoals dat heet. En dat terwijl ik al een paar weken bewust meer eet – ik ben aan de chocolademelk ’s avonds.

Enige wat gelijk was aan januari was mijn longinhoud, daar speelt mogelijk een restantje hooikoorts nog steeds een iets beperkende rol. Normaal heb ik na eind april geen hooikoorts meer, ik heb het alleen van bomen waaronder de berk. Maar, zoals een lotgenote vorige week opmerkte, het leek wel alsof de berken de afgelopen weken aan een ’tweede leg’ bezig waren. Dat heeft mogelijk ook in Bilzen voor de inspanningsastma bij het lopen gezorgd, denk ik achteraf. Maar goed, dat terzijde.

Maar fijn dus, en ik ga zo door! Het enige waarvan ik op dit moment een beetje ‘hmm’ denk is dat ik tot gister last heb gehad van mijn onderste kuitspieren van dat chi-runnen, en dus deze week niet het geplande aantal kilometers heb kunnen maken. Achteraf gezien had ik die cursus beter of eerder of later (na de Ironman) kunnen doen. Maar er is nu niet echt  een weg terug: een eenmaal gevallen kwartje duw je niet zomaar weer terug. Ik denk echt dat ik er veel aan kan hebben. Morgen is de tweede en laatste bijeenkomst, voorzichtiger zijn en bespreken wat ik fout doe – waarschijnlijk doe ik te veel met voeten/tenen/enkels en kan het dus nog een stuk ontspannener!

 

Door |2016-05-26T18:26:52+02:0026 mei 2016|Fiets, Loop, Triathlon algemeen|0 Reacties
Ga naar de bovenkant